Zieke kinderen en de kinderopvang
Oktober 2012
Inleiding Het kan voorkomen dat uw kind ziek is en daardoor niet naar de opvang kan komen. Ook kan het gebeuren dat uw kind ziek word op de opvang. Om duidelijkheid te geven over wanneer een kind geen gebruik kan maken van de opvang, omdat het ziek is, hebben we een aantal regels gemaakt. Als richtlijn voor deze regels hebben we gebruik gemaakt van de GGD wijzer met kinderen, gezondheid en veiligheid voor kinderen van 0 tot 4 jaar, en de GGD wijzer met kinderen 4 tot 12 jaar. Bij het maken van deze regels hebben wij rekening gehouden met de belangen van de kinderen, de ouders en de leidsters. Daarnaast bevat deze folder de volgende onderdelen: -Informatieverstrekking over besmettelijke ziekten naar ouders -Vaccinaties -Omgaan met medicijnen en medicijn toediening -Ongevallen Bijlagen: -Verklaring toediening medicijnen.
Zieke kinderen in de kinderopvang Zieke kinderen vragen extra zorg en aandacht. Op een groep is het niet altijd mogelijk om deze zorg en aandacht te geven. Voor zieke kinderen is het daarom beter als ze in hun eigen omgeving zijn. Thuis hebben ze meer rust en kunnen ze alle aandacht krijgen die ze nodig hebben. Bovendien zijn een aantal kinderziektes besmettelijk en kunnen hierdoor een risico vormen voor andere kinderen en de groepsleiding. Wanneer een kind in de groep ziek wordt en koorts(38 of hoger) heeft zal het een half uurtje, na de eerst opgemeten temperatuur, nog een keertje getemperatuurd worden. Blijkt het wederom te hoog dan neemt de leidster contact op met de ouders. Zij zal dan met u overleggen. Het kan dan zijn dat de leidster u vraagt om uw kind op te komen halen. Als u niet bereikbaar bent, kan in dringende gevallen het telefoonnummer voor noodgevallen, dat u heeft doorgegeven, gebruikt worden voor het ophalen. Besmettelijke kinderziektes (koorts, braken, diaree, en of huiduitslag) moeten altijd aan de leidsters worden doorgegeven. Ook als u het vermoeden heeft dat uw kind een ziekte doormaakt, horen wij dat graag van u. Veel ziektes zijn al besmettelijk voordat er duidelijke symptomen zijn. Het is dus niet altijd te voorkomen dat andere kinderen besmet worden.
Koorts en ondertemperatuur Koorts: Is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38ºC Het is een reactie van het lichaam op b.v. een infectie. De koorts zorgt ervoor dat ziektekiemen sneller onschadelijk gemaakt worden. Het kind: -Voelt warm aan, niet alleen het hoofd, maar het hele lijfje -Heeft een rode kleur -Maakt een zieke indruk, of is juist erg druk Ondertemperatuur: Ondertemperatuur is een daling van de lichaamstemperatuur onder de 36º C Het kind: -voelt koud aan, niet alleen de handjes of de voetjes, maar het hele lijfje -Ziet bleek -Rilt of is suf en reageert minder dan anders.
Wanneer kan een ziek kind niet naar de opvang komen. Indien uw kind een temperatuur heeft die gelijk is aan 38,5 ºC of hoger, of gelijk is aan 36ºC of lager kan het kind niet naar de opvang komen. Indien uw kind verhoging heeft mag het naar de opvang komen. Wel moet u dit aan de leidsters doorgeven. Daarbij moet u er rekening mee houden dat de koorts gedurende de dag kan oplopen. Belangrijk is dat u of iemand anders bereikbaar is om alsnog het kind op te kunnen komen halen.
Wanneer moet een ziek kind opgehaald worden -Als het kind te ziek is om aan het dagprogramma deel te nemen -Als de verzorging te intensief is voor de leidsters, wat ten koste gaat van de zorg voor de andere kinderen in de groep. -Als het de gezondheid van de andere kinderen in gevaar brengt -Als een kind koorts heeft (38,5 ºC of hoger), gemeten in twee metingen.(zie boven) -Als het kind diaree heeft of moet overgeven en daardoor duidelijk niet lekker is, zonder direct koorts te hebben Wanneer uw kind niet lekker is of ziek wordt op de kinderopvang, neemt de leidster altijd contact op met u. Wij vinden het belangrijk om u op de hoogte te houden van de gezondheid van uw kind. Indien uw kind redelijk kan blijven deelnemen aan het dagprogramma zal er geen noodzaak zijn om uw kind op te komen halen. De leidster zal dit dan tijdens het gesprek aangeven. Indien een of meerdere van bovenstaande punten wel aan de orde is, zal de leidster aan u vragen om uw kind op te komen halen. Wij begrijpen dat u niet altijd direct uw kind op kan komen halen. Soms zult u even de tijd nodig hebben om uw werk af te ronden.
Informatieverstrekking naar ouders Als er een besmettelijke ziekte heerst binnen de kinderopvang worden alle ouders die de kinderopvang bezoeken geïnformeerd. Bij de deur van de groep hangt een pamflet over de besmettelijke ziekte die er heerst. Dit pamflet bevat de volgende informatie: -Wat is het -De verschijnselen -Hoe krijg je het -Uitsluiting van kinderopvang (ja/nee) -Risicogroepen
Omgaan met medicijnen en medicijn toediening Kinderdagverblijven hebben te maken met de wet BIG. Dit houdt o.a. in dat leidsters alleen medicijnen mogen verstrekken als ouders daar schriftelijk toestemming voor gegeven hebben. Ook als het gaat om zelfmedicatie/homeopathische middelen. Wij hebben daar formulieren voor die ouders in moeten vullen. Een voorbeeld hiervan is opgenomen in de bijlagen. Wij geven echter geen paracetamol aan kinderen om eventuele koorts/pijn te onderdrukken. Tenzij het op voorschrift van de dokter is.
Vaccinaties De kinderopvang dient te beschikken over een kopie van het vaccinatieboekje van het kind en de naam en adres van de huisarts. Weerstand tegen infectieziekten kan behalve door het doormaken van de ziekte ook worden opgebouwd door vaccinatie. Kinderen in Nederland kunnen in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma een gratis vaccinatie krijgen tegen een aantal infectieziekten die ernstig kunnen verlopen.Vaccinaties vinden plaats op het consultatiebureau of bij de GGD. De entadministratie roept de kinderen hiervoor automatisch op. Ondanks dat er in Nederland meer dan 95 % van de kinderen deelneemt aan het Rijksvaccincatie programma komen er incidenteel gevallen of soms epidemieën voor van kinkhoest, mazzelen en polio. Als een dergelijk ziektegeval zich voordoet op een kindercentrum is het belangrijk om te weten of de andere kinderen in de groep beschermt zijn tegen die ziekte. Soms is het dan nodig om niet beschermde kinderen alsnog met spoed te vaccineren. Daarnaast kan het gebeuren dat het kind op de kinderopvang een forse verwonding krijgt waarbij er een risico is op tetanus. Niet gevaccineerde kinderen krijgen dan in principe op de SEH een behandeling met antistoffen tegen tetanus. Om deze reden is het voor een kindercentrum belangrijk om te weten of kinderen zijn ingeënt. Wij vragen daarom ook om een kopie van het vaccinatieboekje van uw kind. Wanneer uw kind een nieuwe vaccinatie heeft gekregen is de ouder verplicht dit door te geven aan de leidster.
Toelating van ongevaccineerde kinderen In Nederland is deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma niet wettelijk verplicht. Er zijn ouders die b.v. vanwege hun levensbeschouwing besluiten om hun kinderen niet te laten vaccineren. Dit is met name een risico voor het ongevaccineerde kind zelf, dit is niet beschermd als het met de veroorzakers van de betreffende ziekte in aanraking komt. De kans dat een niet gevaccineerd kind andere kinderen met een ziekte uit het Rijksvaccinatieprogramma besmet is uiterst klein. Vanuit medisch oogpunt is het niet nodig om kinderen die niet gevaccineerd zijn de toegang tot de kinderopvang te weigeren.
Ongevallen De leidsters van de kinderopvang hebben de cursus EHBO bij kinderen gevolgd en volgen ieder jaar de herhalingslessen. Op iedere groep is een uitgebreide EHBO kist aanwezig. Per groep is er 1 leidster verantwoordelijk voor het op peil houden van de inhoud van de kist. Indien er een ongelukje gebeurt, wordt er, nadat er eerste hulp verleent is, altijd eerst contact opgenomen met de ouders van het kind. In overleg wordt dan bepaald of er contact opgenomen moet worden met de huisarts, en of de ouder dit zelf doet, of de leidster. Bij ernstigere ongevallen wordt direct het alarmnummer ingeschakeld of contact gezocht met de huisarts. Op de groep is een stappenplan aanwezig, waarin beschreven staat hoe de leidsters dienen te handelen in geval van een ongeval.
Overeenkomst gebruik geneesmiddelen 1. Hierbij geeft (naam ouder/verzorger) .......................................................................................... ouder/verzorger van (naam kind) ...................................................................................................... toestemming om zijn / haar kind tijdens het verblijf op kindercentrum (naam kindercentrum) ........................................................................................................................................................... Het hierna genoemde geneesmiddel/zelfzorgmiddel toe te dienen bij het hierboven genoemde kind. Het geneesmiddel / zelfzorgmiddel wordt toegediend conform het doktersvoorschrift - zie etiket van de verpakking -, dan wel het verzoek van de ouders/verzorgers (zelfzorgmedicatie).
2. Naam geneesmiddel/zelfzorgmiddel ..........................................................................................
3. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel wordt verstrekt op voorschrift van: naam en telefoonnummer behandelend arts ....................................................................... naam en telefoonnummer apotheek .................................................................................... op aanwijzing van ouder/verzorger zelf
4. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel dient te worden verstrekt van (begindatum) .......................................
tot (einddatum) .............................................
5. Dosering .....................................................................................................................................
6. Tijdstip ........................................................................................................................................ Uur
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Bijzondere aanwijzingen ...................................................................................................................
7. Wijze van toediening Mond Neus Oog
18
Oor Huid Anders, nl. .............................................................................................................................
8. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel zal worden toegediend door (naam pm-er(s)) ......................
9. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel dient bewaard te worden op de volgende plaats Koelkast Anders, nl. .......................................................................................................................
10. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel is houdbaar tot en met (houdbaarheidsdatum) .....................
11. Evaluatie van toediening is (datum) ............................................................................................
12. Het kindercentrum kan bij twijfel of onduidelijkheid zelf contact opnemen met de behandelend arts en/of apotheker. (zie 3)
13. Het kindercentrum is niet aansprakelijk voor de eventuele bijwerkingen, die kunnen optreden als gevolg van het door haar personeel toegediende geneesmiddel/zelfzorgmiddel.
Voor akkoord, Plaats en datum: ...................................................................................................................................... Naam ouder/verzorger: ............................................................................................................................ Handtekening ouder/verzorger
..................................................................................................................................................................
Namens het kindercentrum Kinderopvang de Ronde Venen/ Locatie ................................................ Plaats en datum: ...................................................................................................................................... Naam eigenaresse: A.M. Vredenbregt.................................................................................................... Handtekening leidster (namens eigenaresse)