F R AE YLEMABO R G Type
Park L/XL
Adres
Hoofdweg 32, Slochteren
Architect huis
-
Architect park
J.D. Zocher
G.A., Blum L.P. Roodbaard Jaar
Ontwerp landschappelijke aanleg 1802
Aanleg achterbosch 1809-1820 Uitbreiding 1840 Opdrachtgever
Johan Hora Siccama-de Sandra Veltman (vrijmetselaar)
Kadastraal minuutplan 1811 - 1832
Uitvoering Betaling Huidige eigenaar
Gerrit van Houten Stichting
Reconstructie
N0.0RDPEIL (2002)
Tekening
gesigneerde presentatietekening; huisarchief van de Fraeylemaborg
Archief
huisarchief van de Fraeylemaborg
Literatuur
- Aa, van der, A.J., Het aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden
- Bienfait, A.G., Oude Hollandsche tuinen, 1943
- Borgen in Groningen, Fraeylemaborg
- Broekhuis, R., (red.), Groninger borgen. Adellijke trots in de
aOmmelanden, 2003 - Craandijk, J., Wandelingen door Nederland. Deel Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel, 1887
- Delden, van L., Vogelaar, P. Wandelen rond Groninger borgen, 2004
- Formsma, W.J, Luitjens-Dijkveld Stol, R.A., Pathuis, A., De Ommelander
Borgen en Steenhuizen, 1987 - Harten-Boers, van, H., Fraeylema vereeuwigd. Eeuwwisselingen op het landgoed Fraeylemaborg 1700-1800-1900 - Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard (1782-1851). Een tuinarchitect met schildersogen, 1999
Topografische Militaire Kaart 1850 - 1864
Topografische Militaire Kaart 1830 - 1850
- Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard. Tuinen van de Friese adel, 1992
- NoordPeil, Fraeylemaborg levende historie. Historisch onderzoek van
tuin en park, 2009 - NoordPeil, Het rondje Fraeylemaborg. Wonen, werken en leven op de Fraeylemaborg, 2004 - Oldenburger-Ebbers, C.S., ‘De geschiedenis van tuinen, parken en buitenplaatsen in Drenthe’, in: Ons Waardeel (91/6), 1991 - Oldenburger-Ebbers, C.S., De tuinengids van Nederland. Bezoekersgids en vademecum voor tuinen en tuinarchitectuur in Nederland, 1989 - Oldenburger-Ebbers, C.S., Backer, A.M., Blok, E., Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, deel Noord, 1995
- Tromp, H.M.J. Fraeylemaborg te Slochteren, 1980
- Wyck, van der, H.W.M., Herinneringen aan een Groningse
buitenplaats: Fraeylemaborg bij Slochteren, 2006
Lijst van Afbeeldingen
- Beeldbank Groningen: NL-GnGRA_818_13653, 1913-1923
- Beeldbank Groningen: NL-GnGRA_818_13660, 1910-1935
- Beeldbank Groningen: NL-GnGRA_1986_15844, 1965
- Beeldbank Groningen: NL-GnGRA_1986_15876, 1919
- Beeldbank Groningen: NL-GnGRA_818_21086, 1920-1930
- Huisarchief van de Fraeylemaborg
Historie De Fraeylemaborg kent een lange en rijke historie, die terug gaat tot in de Middeleeuwen. In 1781 kwam de Fraeylemaborg in de handen van Hendrik de Sandra Veltman. De achttiende-eeuwse formele aanleg bevond zich toen in vervallen toestand. Fraeylemaborg heeft tot aan het einde van de achttiende eeuw een formele aanleg gehad. De maatvoering in dit ontwerp is gebaseerd op mathematische formules. Binnen deze aanleg zijn er verwijzingen naar de Vrijmetselarij te vinden. Bij de herstelwerkzaamheden - aan het einde van de achttiende eeuw - werd gewerkt in de vroeg landschappelijke stijl. Van deze (vroeg) landschappelijke werkzaamheden bestaat divers kaartmateriaal; een uit 1802 ongesigneerde ontwerptekening, een ongedateerde ontwerptekening van G.A. Blum, en een kaart van landmeter F.N. van Hulten uit 1821.
Deze combinatie van kaarten en tekeningen maakt het onwaarschijnlijk dat Roodbaard vanaf het begin verantwoordelijk is geweest voor de landschappelijke aanleg. Voor het achterpark is een tekening van Roodbaard bekend. Wanneer we deze vergelijken met een (situatie)kaart uit 1870 wordt duidelijk dat slechts een deel van Roodbaards ideeën zijn overgenomen. Associatie Het is onduidelijk welke functie de tekening van Roodbaard heeft gehad. Gelet op de gedetailleerdheid van de tekening, het kleurgebruik en het ontbreken van (met potlood aangebrachte) wijzigingen, kan het om een presentatietekening gaan. Met grote waarschijnlijkheid kan gesteld worden dat de tekening niet na de aanleg gemaakt is. Zoals uit de situatiekaart op te maken is, zijn veel elementen uit de tekening niet overgenomen in de praktijk. Ontwerp G.A. Blum De tekening van het achterpark is door Blum wel gesigneerd, maar helaas niet gedateerd. De kaart van landmeter F.N. van Hulten uit 1821 biedt meer informatie, aangezien het beeld grotendeels overeenkomt met het ontwerp van Blum. Om deze reden kunnen we het ontwerp met grote waarschijnlijkheid voor 1821 dateren. De ontwerptekening van het achterpark toont een samenhang van paden, perken, een waterpartij en bebossing. In deze samenhang domineert de cirkelvormige structuur. Dit vinden we terug in het kronkelende padenstelsel, de eveneens kronkelende waterpartij en de perkvormen. In het ontwerp van Roodbaard is deze min of meer regelmatige cirkelvorm verdwenen, en heeft plaatsgemaakt voor langgerekte structuren.
Opmetingskaart F.N. Van Hulten 1821
Ontwerptekening G.A. Blum 1809-1820
Presentatietekening (1840) Roodbaard maakte alleen voor het achterste deel van de aanleg een ontwerptekening. Deze gedetailleerde tekening kan getypeerd worden als een presentatietekening. Opvallend is dat er geen functieomschrijving, datering of handtekening op staat. Wel heeft Roodbaard op een aantal plekken een beschrijving gegeven van de functie van het element. Bijzonder zijn de boonvormige perken waaraan de functie korenvelden wordt toegeschreven. In het hele ontwerp zien we een enorme dichtheid aan paden en perken. Daarnaast kunnen we langgerekte waterpartijen en verschillende soorten bruggen onderscheiden. De nadruk in de tekening ligt op het bouwwerk, dat omgeven wordt door een verdicht stelsel van (zicht)lijnen. Interpretatie presentatietekening (1840) Het ontwerp van Roodbaard heeft betrekking op het terrein dat aan het einde van de parkaanleg van de Fraeylemaborg ligt. De middenas - als restant uit de formele aanleg - is in het ontwerp als lijn weergegeven. Deze middenas is als ontwerpmiddel echter niet herkenbaar in de aanleg. Wel kunnen we een duidelijk verschil waarnemen in de linker- en rechterzijde van het ontwerp. Aan de linkerzijde domineren de langgerekte vormen. Hiervoor is de langgerekte kronkelige waterpartij bepalend. Rondom de waterpartij kronkelen eveneens paden en perken. Aan de rechterzijde domineren de gebogen vormen. Ook hiervoor is de waterpartij bepalend. Bovendien is de oriëntatie van de perken - de graanvelden - niet alleen verticaal, maar zien we ook horizontaal georiënteerde perken. Behalve een onderscheid in links en rechts, kunnen we ook een onderscheid in voor- en achterzijde maken. Tot aan de driepuntsbrug is het karakter van de aanleg kleinschalig. Dit wordt bepaald door de fijnmazige invulling van de perken. De achterzijde van de aanleg bestaat daarentegen uit grote en langgerekte vormen. Pas langs de rand, zien we in de perkinvulling weer iets terug van deze kleinschaligheid. De randen van de aanleg hebben een eigen karakter. De nadruk ligt op de linkerzijde, waar alle aandacht zich richt op de heuvel met het bouwwerk. Deze rand is opvallend transparant ontworpen. De openheid wordt al ingezet door de vijverpartij, waarna op slechts enkele plekken de aanleg wordt begrensd door een bomenrij. De randen aan de achter- en rechterzijde zijn daarentegen veel dichter bebost. Stelsels van langgerekte paden kronkelen hier door de beboste flanken. Dit resulteert in een gesloten perceelsbegrenzing.
Presentatietekening (1840)
Het meest bijzondere aan dit ontwerp is misschien wel het samenspel tussen de vele perken en de enorme hoeveelheid paden. Over de aanleg is een enorm verdicht stelsel van paden aangelegd. Dit stelsel leidt tot een frivool resultaat, maar resulteert niet in een duidelijk gestructureerde wandelroute. Integendeel, bepaalde in het oogspringende elementen (zoals het bouwwerk en de driesprongbrug) zijn nauwelijks te bereiken, of sluiten niet aan op een hoofdroute. Binnen dit ontwerp vindt een zeer interessant samenspel tussen perken en paden plaats. Alle grote, structuurbepalende perken zijn ontsloten door paden. Daarnaast worden er echter ook perken gevormd door de loop van wegen. Dit is te zien langs de langgerekte flanken, maar bijvoorbeeld ook in de lussen van paden, waarbinnen perken worden gevormd. Bovendien zien we op enkele plaatsen dat het systeem van paden en perken door elkaar loopt. Paden doorsnijden de vorm en het verloop van de perken. Beplanting Op slechts een plek in het ontwerp zijn solitaire bomen geplaatst. Deze plek heeft een belangrijke functie in het gehele ontwerp, aangezien hier een beeld geplaatst moet worden. De solitaire bomen hebben hierbinnen een ondersteunende functie. Het ontwerp gaat uit van een grote hoeveelheid bebossing. Daarmee onstaat een spel tussen ligt en donker. Flanken van perken en de vijverpartij zijn bijvoorbeeld niet beplant. De overige open plekken worden gevrom door de korenvelden en de paden. De korenvelden vormen de meest opvallenden elementen binnen dit ontwerp. Het was voor Roodbaard niet ongebruikelijk om nutsgronden met esthetische gronden te combineren. De inpassing van korenvelden is echter nieuw. Bouwwerken In het ontwerp zijn op diverse plaatsen bruggen over vijverpartijen geplaatst. Hieronder bevindt zich ook de bijzondere driepuntsbrug. Het meest in het oogspringend is echter de brug die over een pad is geplaatst. Via dit padenstelsel is het andere bouwwerk - een tuinhuis - bereikbaar Landschappelijke conditie De waterpartij - die een belangrijke functie heeft binnen de aanleg - is gevormd door een natuurlijke waterloop. In de laatste ijstijd is in de directe omgeving van de Fraeylemaborg een pingo ontstaan. De waterpartijen in de landschappelijke aanleg van de Fraeylemaborg staan in verbinding met de pingoruïne.
Reconstructietekening N0.0RDPEIL