WORDEN WIE WIJ ZIJN. Beleidsplan Hillegondakerk

WORDEN WIE WIJ ZIJN Beleidsplan Hillegondakerk 2016 -2020

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020

Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................................................ 1 Voorwoord .................................................................................................................................................................... 2 1. Onze identiteit ligt in Christus .......................................................................................................................... 3 2. Missie ......................................................................................................................................................................... 3 3. Visie: discipelschap in leren, vieren en dienen .......................................................................................... 3 4. Gemeente van Christus in Hillegersberg / Terbregge ............................................................................. 5 Beleidsvoornemens – geografische wijk ...................................................................................................... 5 5. Gemeenteopbouw ................................................................................................................................................. 6 Beleidsvoornemens en aandachtspunten gemeenteopbouw .............................................................. 6 6. De eredienst: verstaanbaarheid en wederkerigheid ............................................................................... 7 Beleidsvoornemens eredienst .......................................................................................................................... 7 7. Pastoraat ................................................................................................................................................................... 8 Beleidsvoornemens en aandachtpunten pastoraat ................................................................................. 9 8. Diaconaat .................................................................................................................................................................. 9 Beleidsvoornemens diaconie ..........................................................................................................................10 9. Rentmeesterschap: Christus heeft zeggenschap over onze tijd en ons geld ................................11 Beleidsvoornemens - rentmeesterschap ...................................................................................................12 10. Kerkenraad ..........................................................................................................................................................13 Beleidsvoornemens en aandachtspunten - kerkenraad.......................................................................13 11. Jeugdwerk ............................................................................................................................................................14 Beleidsvoornemens jeugdwerk .....................................................................................................................14 Bijlage I Uitleg over begrotingsprocedures, inkomsten en uitgaven ...................................................16

1


Voorwoord Hierbij presenteren wij u het beleidsplan 2016 – 2020 met de titel ‘Worden wie wij zijn’. Centraal in dit beleidsplan staat het begrip ‘discipelschap’ of ‘navolging’. Bij discipel-zijn denken wij aan Marcus 3 vers 13-15. Een aantal kernelementen van discipelschap wordt daar onder woorden gebracht. In de eerste plaats gaat het om ‘geroepen-zijn’. Discipelen melden zich niet aan, zijn geen navolger op grond van eigen initiatief, maar worden geroepen door Christus. In de tweede plaats roept Jezus Zijn discipelen om bij Hem te zijn. Alvorens er sprake is van gezonden worden in de wereld, is er blijkbaar sprake van gemeenschap met Christus. Het twaalftal geroepenen wijst op een gemeenschap met elkaar. Vanuit de gemeenschap met Christus en in Hem met elkaar, staan we in de wereld. In gehoorzaamheid mogen wij bouwen aan de gemeente. De reden om discipelschap centraal te stellen is dat de kerkenraad constateert dat er soms verlegenheid bestaat om in het alledaagse leven het leven met Christus concreet woorden en invulling te geven en om te getuigen van wie Hij voor ons is. Wij hechten er grote waarde aan vooraf duidelijk te maken wie wij zijn en hoe dat onze gemeente bepaalt. Daarom gaat hoofdstuk één over onze identiteit. Vanuit die identiteit geven we onze opdracht, onze missie gestalte. Van belang is het daarbij om te weten in welke context of omgeving we als gemeente staan. De omgeving speelt immers een rol in hoe onze identiteit wordt vormgegeven. Over de missie en context gaat het in hoofdstuk twee. De hiermee verbonden visie is uitgewerkt aan de hand van de klassieke begrippen ´vieren´, ´leren´ en ´dienen´. Vervolgens komen in het beleidsplan de verschillende terreinen van het gemeente-zijn aan de orde. De eredienst vormt het hart. Van daaruit komen pastoraat (herderlijke zorg), jeugdwerk, en diaconaat (dienst aan de gemeente en de wereld) aan de orde. In het hoofdstuk ´Rentmeesterschap´ gaat het over de verantwoordelijkheid die wij hebben om de wijze waarop wij gemeente zijn financieel mogelijk te maken. In de bijlage vindt u enige toelichting ten aanzien van het kerkrentmeesterlijke aspect. Onder verschillende hoofdstukken vindt u de beleidsvoornemens voor de periode 2015-2010. Wij zijn er ons van bewust dat wij het Koninkrijk van God niet vestigen. Wij verwachten het en zien uit naar de wederkomst van Christus. Ons uitstrekkende naar deze wederkomst willen wij, in de gebrokenheid van deze wereld en het onvolmaakte van onszelf, gehoorzaam gestalte geven aan onze roeping. Namens de kerkenraad,

D.M. vd Linde, voorzitter

2


1. Onze identiteit ligt in Christus Wij zijn gemeente van Christus in de wereld. ‘Wij’ duidt op de gemeenschap. ‘In de wereld’ betekent: midden in het leven van alledag. Wie wij zijn, wordt ons door Christus zelf gezegd. Dit wordt ons met name in de zondagse eredienst verkondigd. De doop is er teken en zegel van dat wij door Christus op Zijn naam zijn gezet. Daarin vinden we dan ook onze identiteit. De gemeente van Christus wordt in het Nieuwe Testament met een aantal beelden getekend. Zo is er onder andere het beeld van de kudde en van het lichaam. Je kunt de gemeente ook kenmerken met de volgende drie woorden: ‘kuriake’, ‘synagoge’ en ‘ekklesia’. Kuriake Het woord “kerk” is afgeleid van het Griekse “kuriake”. Letterlijk betekent dit: “wat van de Heer is”. De gemeente behoort dus toe aan Christus. Wij geloven dat God zich in Jezus Christus volkomen heeft geopenbaard. Daarvan legt de Bijbel getuigenis af. Door Christus kennen wij God, als Vader boven ons, Zoon naast ons en Heilige Geest in ons. Synagoge De gemeente wordt ook wel als “synagoge” aangeduid. Deze benaming kennen we vooral als de plaats van samenkomst van de Joden, met name in de diaspora. Het woord ‘synagoge’ betekent letterlijk samenkomen. Hiermee komt het aspect van ‘een gemeenschap zijn’ aan de orde. We zien de gemeente als gezin en weten ons daarom verantwoordelijk voor elkaar. Christus heeft ons aan elkaar gegeven. Geloven kun je onmogelijk als individu: je hebt daar elkaar voor nodig. Ekkesia Omdat de gemeente aan Christus toebehoort, is zij uit de wereld geroepen. Het woord “ekklesia” betekent “eruit geroepene”. In de eerste plaats ben je als gemeente door God apart genomen uit de wereld en van haar onderscheiden. Over de wereld wordt in de Bijbel op twee manieren gesproken. Aan de ene kant wordt door de wereld gezag toegekend aan de machten. De wereld is een van God vervreemde wereld. Aan de andere kant is juist die wereld voorwerp van Gods liefde (Johannes 3 vers 16). Als gemeente zijn we geroepen tot de dienst aan God en onze naaste. We zijn geroepen uit de wereld om haar tot zegen te zijn.

2. Missie Als Hillegondakerk-gemeente zijn we uit de wereld geroepen en eigendom van Christus. We zien de gemeente als oefenplaats voor discipelschap. Dat betekent dat we ons in alle activiteiten richten op de verdieping van onze relatie met Jezus Christus en onze groei in gemeenschap met Hem en elkaar. We weten ons geroepen tot getuigenis en tot dienst aan de wereld en willen daartoe een hoopvolle en gastvrije gemeente zijn.

3. Visie: discipelschap in leren, vieren en dienen Als Hillegondakerk-gemeente vinden we onze identiteit in Jezus Christus. We zijn ‘vreemdeling’, omdat we een andere God dienen en andere prioriteiten stellen dan onze omgeving. We zijn geen

3

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 vreemdeling omdat we cultureel anders zijn, maar vooral omdat we leven vanuit de hoop dat Christus zijn koninkrijk, waar wij deel van uit mogen maken, bezig is te realiseren. Jezus roept ons op Hem na te volgen en gaat ons hierin voor. Navolger of discipel zijn van Jezus vraagt oefening en volharding, als individu maar ook als gemeente. Als gemeenschap zoeken we er naar om Gods wil te verstaan in de concrete situaties van het leven. We spreken elkaar barmhartig en beslist aan op de navolging van Christus. Omdat we een gemeenschap zijn van de gekruisigde en opgestane Heer, zijn vergeving en ontferming wezenskenmerken van de omgang met elkaar. De verschillende generaties in de gemeente weten zich verantwoordelijk voor elkaar en helpen en stimuleren elkaar om tijdens de drukke momenten van het leven tijd voor God te vinden. We geloven dat wederzijds begrip en kennis zullen toenemen door ontmoeting en contact tussen de generaties. Leidraad voor onze visie op de gemeente is de vraag hoe we als gemeente onze identiteit in Christus kunnen bewaren en hoe we discipelschap concreet vorm kunnen geven. Deze visie kent daartoe een drietal (klassieke) speerpunten: leren, dienen en vieren. De Hillegondakerk wil een gemeenschap zijn die draait om: 

Leren: o In de ontmoeting met God tijdens de wekelijkse erediensten wordt ons gezegd wie we in Christus’ naam zijn en leren we Hem (steeds beter) kennen. o In het ‘gewone’ samen Bijbellezen, zingen en bidden doet de Here God zich kennen. De gemeente is daarmee oefenplaats voor discipelschap. Dat wil zeggen: we worden toegerust, bemoedigd en aangemoedigd om de wereld in te gaan. Vragen over dagelijks discipelschap zullen meer centraal komen te staan in preek, pastoraat, toerusting, Bijbelkring, etc. o We willen onze relatie met Christus tot uitdrukking brengen in concrete woorden en daden. Woorden in onze taal worden ons onder andere aangereikt in de eredienst en we oefenen ons in het (vrijmoedig) spreken over onze relatie met Christus. o Nieuw instromende en reeds meelevende gemeenteleden worden van harte uitgenodigd en opgeroepen om deel uit te gaan maken van Bijbelkringen.



Vieren: o We vieren de gemeenschap met Christus, in het bijzonder aan de avondmaalstafel. Christus heeft zichzelf aan ons en heeft ons elkaar gegeven. We vieren de gemeenschap met Christus daarom in de wetenschap dat wij mensen om ons heen hebben die ons bemoedigen in moeilijke situaties. o Ankermomenten om discipelschap te oefenen zien we in de zondagse erediensten, de viering van het kerkelijk jaar en het geloofsgesprek in kleine groepen. o Drempelmomenten in de levensgang van onze gemeenteleden (te denken valt aan: doop, eerste avondmaalsviering, relatievorming) krijgen meer aandacht.

4

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 

Dienen: o Vanuit de betrokkenheid op Christus tonen we betrokkenheid op elkaar. In de christelijke gemeente kennen we elkaar en zien we naar elkaar om. o Gemeenteleden stellen hun gaven in dienst van de opbouw van de gemeente. o Onze missionaire roeping is verbonden met ons alledaagse discipelschap. We zijn daarom dienstbaar aan God en mensen. We hebben daartoe een open hart, oog en oor voor de noden van onze stad. Met name dienen we de wereld in Woord en daad in het gehoor geven aan onze missionaire en diaconale roeping.

4. Gemeente van Christus in Hillegersberg / Terbregge De Hillegondakerk maakt onderdeel uit van PKN Rotterdam-Noordrand. De PKN RotterdamNoordrand wordt gevormd door zeven wijkgemeenten. De huidige wijkgemeenten zijn:  Hervormde wijkgemeente Hillegondakerk  Protestantse wijkgemeente Oranjekerk  Vrijzinnige protestantse wijkgemeente Bergkapel  Protestantse wijkgemeente Schiebroek  Protestantse wijkgemeente Hillegersberg-Noord  Protestantse wijkgemeente Open Hof Ommoord  Protestantse wijkgemeente Zevenkamp Als wijkgemeente Hillegondakerk weten we ons verbonden met de overige wijkgemeenten en nemen verantwoord onze plek binnen de PKN Rotterdam-Noordrand in. De wijkgemeente Hillegondakerk staat in de gereformeerde traditie. Hiermee bedoelen we onder andere dat we vasthouden aan de Bijbel als bron van wat we over God weten, het geloof als enige weg naar God en genade als enige basis van onze redding. Wij weten ons verbonden met deze traditie. De wijkgemeente Hillegondakerk is een geografische wijkgemeente. Dit betekent dat gemeenteleden woonachtig binnen de wijkgrenzen deel uitmaken van de gemeente. Daarnaast is er een groot aantal voorkeursleden. Dit zijn gemeenteleden die buiten de grenzen van de wijkgemeente wonen, maar te kennen hebben gegeven als voorkeursleden tot de wijkgemeente te willen behoren. Dat we een geografische wijkgemeente zijn betekent dat we onze plaats willen innemen binnen de wijk Hillegersberg-Terbregge. Zo strekt de pastorale zorg zich uit over alle leden die binnen de geografische wijk wonen. Met andere woorden: iedereen die binnen de geografische wijk woont en lid is van de PKN zal een beroep op pastorale zorg beantwoord zien. Daarnaast blijkt de verbondenheid met de wijk uit de relatie met de Emmaschool, die grenst aan de achterkant van de Hillegondakerk. Wij hechten eraan dit contact te bewaren en waar mogelijk te versterken en te verbreden.

Beleidsvoornemens – geografische wijk 1. De contacten met de Emmaschool worden waar mogelijk geïntensiveerd.

5

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 2. We maken bewust en actief deel uit van de geografische wijk door minimaal eens per jaar een activiteit gericht op en met als doelgroep de wijk te organiseren. 3. We spannen ons in om de andere wijkgemeenten binnen de PKN Rotterdam-Noordrand beter te leren kennen.

5. Gemeenteopbouw Gemeenteopbouw richt zich op het functioneren van de geloofsgemeenschap in haar omgeving. De gemeenteopbouw heeft als doel de gemeenteleden er aan te herinneren waar ze hun identiteit aan ontlenen en hen toe te rusten om in onderlinge betrokkenheid elkaar te helpen in de navolging van Jezus Christus in het leven van alle dag. In de latere Protestantse traditie is het persoonlijk aangeraakt zijn door de Heilige Geest primair en dominant. Deze nadruk op het persoonlijke kan als individualisme ervaren worden. Dat geloven persoonlijk is, betekent niet dat het individualistisch is. De kerk is immers geen vereniging van heiligen, maar de gemeenschap der heiligen. De kerk gaat aan het persoonlijke geloof vooraf. Door de kerk, als middel in Gods hand, worden we met Christus verbonden. Waar de gemeenschap van de gemeente wordt losgelaten, dreigt het gevaar van uitlevering aan de tijdgeest en de waan van de dag. In dat kader staat de gemeenteopbouw. De gemeenteopbouw heeft ten doel om te worden toegerust in het leven met God en mensen, om gestoord te worden in het uitsluitend voor onszelf gaan. Vanuit de betrokkenheid op Christus zoeken we naar een betrokkenheid op elkaar. Daarvoor is het nodig dat we elkaar kennen en vertrouwen. Het beoefenen van de gemeenschap staat in het teken van het tot zegen zijn in de wereld. Dit betekent onder meer dat we ervoor moeten waken zo opgeslokt te worden door het gemeentewerk dat dit onze roeping in de wereld in de weg staat. Het gemeente-zijn heeft immers tot doel om ons bij Christus te bewaren, elkaar te helpen in het volharden en om getuige van Christus te zijn in woord en daad op de plek in de samenleving waar wij gesteld zijn.

Beleidsvoornemens en aandachtspunten gemeenteopbouw 4. Toerusting: in prediking, catechese, kringwerk en pastoraat concreet benoemen wat het betekent om met elkaar gemeente van Christus te zijn en wat discipelschap inhoudt. 5. Streven naar het vormen van kleine verbanden, bijvoorbeeld (Bijbel)kringen, waarin gemeenteleden voor elkaar borg staan en elkaar stimuleren en oefenen in de navolging van Christus. 6. Er wordt gewerkt aan een actief welkomstbeleid. 7. Onder andere wordt eens per jaar een introductieseminar voor nieuwe gemeenteleden/belangstellenden georganiseerd. 8. Er worden toerustingavonden voor specifieke levensfasen georganiseerd. 9. Interactie tussen de verschillende generaties en over en weer leren bevorderen. 10. Instellen van een missionaire werkgroep die een missionair traject opstelt en vormgeeft. 11. Toerusting tot discipelschap in de sociale netwerken van gemeenteleden. Er wordt daarom (in prediking, catechese, Bijbelkring) aandacht besteed aan het christen-zijn voor het leven van alledag.

6

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 12. Om de onderlinge ontmoeting te stimuleren, vindt drie zondagen per maand na de ochtenddienst koffiedrinken plaats.

6. De eredienst: verstaanbaarheid en wederkerigheid De eredienst vormt het hart van onze geloofsgemeenschap. Hier ontmoeten we elkaar, maar wil bovenal God ons ontmoeten. De samenkomst in de eredienst, waarin de dynamiek van het Woord van God plaatsvindt en waarin de gemeente in de gelegenheid gesteld wordt op deze dynamiek te reageren, is bij uitstek de oefenplaats voor het discipelschap. Deze oefening krijgt vorm in Woord, gebed en zang. We geloven dat Christus in de kerkdienst aanwezig is en tot ons spreekt. Door Zijn stem komen we anders in het leven te staan. Als leden van de gemeente van Christus steunen we elkaar in het volharden om ons leven naar Zijn stem te richten. In de eredienst antwoordt de gemeente op het spreken van Christus. Dit gebeurt onder andere in het zingen van het lied, de dienst van de gebeden en het geven van de gaven. Daarbij is het belangrijk dat zowel de boodschap van Godswege als ons antwoord daarop klinkt in begrijpelijke taal. Bovendien is voor ons antwoord de Heilige schrift ijkpunt: het geloofsantwoord is persoonlijk, maar wordt ons tevens op de lippen gelegd.

Beleidsvoornemens eredienst 13. In de ochtenddienst wordt de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) als standaardvertaling gebruikt. In de middagdienst blijft de Herziene Statenvertaling (HSV) gehandhaafd. Het staat de predikant evenwel vrij om hiervan af te wijken. 14. Door de kerkenraad wordt onderzocht of het wenselijk is om de huidige liedbundel te vervangen door het Nieuwe Liedboek. Opdracht en criteria worden nader vormgegeven. 15. Gemeenteleden worden meer betrokken in het muzikaal begeleiden van de gemeentezang. 16. Lofprijzing en aanbidding hebben een plaats in de eredienst. Daarnaast vindt er op onregelmatige basis een sing-inn plaats. 17. Er zal worden onderzocht hoe de vorm waarin het Heilig Avondmaal gevierd wordt, de verbondenheid van de gemeente met elkaar nog meer kan versterken. 18. Om de betrokkenheid op elkaar alsmede de oefening in het geloof te stimuleren wordt de ochtenddienst op één zondag in de maand uitgebreid. Na afloop van de dienst wordt er met elkaar koffie gedronken, een kring gehouden en is er plaats voor onderlinge ontmoeting. Concrete invulling wordt verder onderzocht. 19. De samenkomsten op de tweede feestdagen krijgen, net zoals de samenkomst op de Tweede Kerstdag, een bijzonder karakter. Zo wordt er wat betreft de Tweede Paasdag gedacht aan een Paasviering met en voor de kinderen en op de Tweede Pinksterdag aan een samenkomst waarin de onderlinge verbondenheid in de gemeente meer nadruk krijgt.

7


7. Pastoraat Pastoraat is omzien naar elkaar door elkaar te vertroosten, te bemoedigen en waar nodig opbouwend-kritisch aan te spreken. Een belangrijk aspect van pastoraat is het voeren van het geloofsgesprek: een gesprek van hart tot hart over wat het betekent om discipel van Jezus te zijn in alle facetten van het leven. De kerkenraad heeft bij de start van het vorige beleidsplan de keuze gemaakt om eens in de twee jaar alle meelevende gemeenteleden te laten bezoeken, waarbij elke ouderling een sectie toebedeeld heeft gekregen. Een dergelijk geloofsgesprek wordt zowel door kerkenraad als door gemeenteleden van belang geacht. Het geloofsgesprek gaat over het leven met God in het dagelijks bestaan en de het groeien in het leven met God. In de achterliggende periode is het voornemen alle meelevende gemeenteleden eens in de twee jaar te bezoeken niet altijd waargemaakt. Het voornemen voor de komende periode is de frequentie van eens per twee jaar te realiseren. Omzien naar elkaar en het elkaar bemoedigen vindt nadrukkelijk ook in de eredienst plaats. In de bestaande situatie is er geen gelegenheid om na de dienst (georganiseerd) een gesprek te hebben over de dienst of om voorbede voor je te laten doen. Het getuigt van het gemeente zijn dat wanneer je zelf de woorden niet (meer) hebt, een ander deze te laten uitspreken. Daarom is het voornemen om na iedere dienst gelegenheid te creëren voor het vragen van voorbede en de mogelijkheid om nog wat na te praten over de dienst. Dit gebed en de voorbede kan zijn naar aanleiding van de dienst, om te danken, voor ziekte of zorgen, of andere zaken. In het consistorie worden ouderlingen toegerust op specifieke pastorale thema's. Het consistorie agendeert thema's die doordenking vragen. Dat kunnen onderwerpen zijn die betrekking hebben op actuele zaken die spelen in de samenleving, ethische vraagstukken, pastorale problematiek of de invulling van de ambten en andere diensten in de gemeente. Het voornemen is om elk jaar een bepaald thema uit te lichten. Speciaal aandachtspunt de komende beleidsperiode zal het onderwerp kerkverlating zijn. Het consistorie zal hier met enige regelmaat aandacht aan besteden en kijken hoe we op enigerlei wijze het contact kunnen vasthouden met hen die aan de zijlijn staan, maar niettemin tot de gemeente blijven behoren. Ook willen we vernemen wat de motivaties zijn van degenen die met de gemeente breken. Waar sprake is van het verlaten van de gemeente vanwege menselijk falen of tekort komen, zullen we hiervoor vergeving vragen in de hoop en verwachting dat gemeenteleden bij de gemeente blijven. Daarnaast zijn in onze gemeente sinds twee jaar in breed verband Bijbelkringen van start gegaan. Op deze kringen vind eveneens een geloofsgesprek plaats. De Bijbelkring heeft een diverse samenstelling. Gemeente-zijn is immers oefenen in gemeenschap. In de gemeente hebben we elkaar niet uitgekozen, maar zijn we aan elkaar gegeven. De gemeente is dan ook geen gezelligheidsvereniging, maar gemeente van Christus. Elkaars broeders en zusters zijn is meer dan elkaars vrienden zijn. Dit betekent echter niet dat de sociale, gemeenschapsvormende component van het kringwerk geen belangrijke rol speelt, integendeel.

8

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 Geconstateerd is dat de Bijbelkringen als zeer waardevol worden beschouwd. We bouwen elkaar op in geloof, zien naar elkaar om (ook doordeweeks) en leren een aantal gemeenteleden beter kennen. Kortom: elkaar steunen in de navolging wordt als zeer opbouwend ervaren als je met enige regelmaat samen oploopt. Een aanzienlijk deel van de gemeente maakt intussen deel uit van de Bijbelkringen. Aangezien de Bijbelkringen een belangrijke plaats innemen in de gemeente en we als kerkenraad gemeenteleden oproepen aan een Bijbelkring deel te nemen gaan we als kerkenraadsleden daarin de gemeente voor.

Beleidsvoornemens en aandachtpunten pastoraat 20. De kerkenraad stimuleert en roept op deel uit te (blijven) maken van een Bijbelkring. 21. Er zal na de dienst een gebeds-/gespreksteam klaarstaan. Daartoe wordt een gebedscommissie ingesteld. 22. Eens per twee jaar worden alle gemeenteleden bezocht door hun wijkouderling. 23. Het consistorie agendeert eens per jaar een thema dat doordenking vanuit de hele kerkenraad vraagt. 24. Kerkverlating zal met enige regelmaat een onderwerp zijn waar over gesproken wordt in consistorie en kerkenraad. Er wordt actief het gesprek gezocht met gemeenteleden van wie bekend is of sterk wordt vermoed dat zij de gemeente willen verlaten. 25. De bijstand in het pastoraat voor ouderen blijft voorlopig gehandhaafd. Bij het vaststellen van het profiel van de nieuwe predikant zal dit heroverwogen worden. 26. Het is soms moeilijk om deze gemeenteleden te laten aansluiten bij activiteiten voor de wijk en kerkelijke activiteiten zoals jeugdclubs, catechese en kringwerk. We blijven ons inzetten om meer gemeenteleden te betrekken bij de verschillende activiteiten.

8. Diaconaat Het diaconaat vormt een belangrijk aspect van het gemeente-zijn. In het diaconaat oefenen we onszelf in het geven aan elkaar. We proberen Christus hierin na te volgen: zoals hij zich aan ons gaf, zo mogen wij er voor elkaar zijn. Dit betekent dat het diaconaat de hele gemeente aangaat, niet alleen een deel van de kerkenraad. Het diaconaat binnen de gemeente rust op twee pijlers: ondersteuning en toerusting. Ondersteuning ziet op het bieden van hulp, zowel aan gemeenteleden als buitenstaanders. Toerusting betreft het bewust maken van de gemeente van haar diaconale roeping en het bieden van handvatten om hieraan invulling te geven. Gemeente – stad & wijk – wereld Binnen de kerkelijke gemeente ondersteunen wij de broeders en zusters die hulp nodig hebben. De diaconie wil een laagdrempelige diaconie zijn, waar mensen in vertrouwen naar toe durven komen als dat nodig is. Daarvoor is het nodig beter inzicht te krijgen in wat er in de gemeente speelt. Als gemeente staan we daarnaast midden in de maatschappij: in de wijk, in de stad, in Nederland. Rotterdam is een stad waar veel mensen een helpende hand kunnen gebruiken. Vooral

9

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 in de wijk willen we als gemeente zichtbaar en present zijn, mede vanwege het feit dat diaconale betrokkenheid op de wijk tot nu toe vaak onderbelicht is geweest. In Rotterdam is sprake van grote eenzaamheid. Eén op de twee ouderen zegt zich eenzaam te voelen. Onbekend is hoe hoog dat percentage in onze wijk(gemeente) is. Als wijkgemeente weten we ons betrokken op onze directe omgeving en willen we ons inzetten om de eenzaamheid van mensen in onze wijk te bestrijden. Door er te zijn voor de wijk en stad kunnen we aan de mensen in onze directe omgeving zichtbaar maken waar we als christelijke gemeenschap voor staan. Hoewel vaak ver weg, willen we tenslotte diaconaal betrokken zijn op de nood wereldwijd.

Beleidsvoornemens diaconie A. Toerusting 27. Het actief onder de aandacht brengen van actuele diaconale projecten en initiatieven en het publiceren over diaconale onderwerpen. a. Het informeren en activeringen van de Bijbelkringen b. Het plaatsen van diaconale berichten in de weekbrief en in Contact 28. Het organiseren van minimaal één toerustingsactiviteit per jaar voor de gemeente, waarbij aspecten van het diaconaat centraal staan en gemeenteleden worden toegerust in het praktisch vormgeven ervan. Bijvoorbeeld door het opzetten van de Micha-cursus (een diaconale cursus voor gemeenteleden die zich verder willen verdiepen in de vragen over wat barmhartigheid en gerechtigheid betekent in het eigen leven), door het opstarten van een studiekring in de zomerperiode of het organiseren van een gemeenteavond. B. Ondersteuning 29. Het faciliteren van gemeenteleden in het helpen van andere gemeenteleden door het opzetten van een gavenbank, zodat hulpvraag en -aanbod beter op elkaar worden afgestemd. 30. Het beter zicht krijgen op de diaconale noden binnen de gemeente door pastoraat en diaconaat nauwer met elkaar te verbinden. - Minimaal één keer per jaar zal overleg worden gevoerd met de Hervormde Vrouwendienst (HVD). - Minimaal één keer per jaar zal overleg plaatsvinden met de wijkpredikant. - De wijkouderlingen en pastorale bezoekbroeders en -zusters bevragen, ondersteunen en toerusten op het gebied van diaconale zaken. - Het instrueren en informeren van kringleiders om diaconale noden te herkennen en waar mogelijk als kring hulp te bieden. 31. Het (financieel) ondersteunen van initiatieven van gemeenteleden die betrokken zijn bij diaconale initiatieven. - Bijvoorbeeld door middel van een diaconaal jaardoel. 32. Het inzetten op (nauwere) samenwerking met andere kerkelijke (wijk)gemeenten, de burgerlijke gemeente en maatschappelijke organisaties in de wijk en in de stad, om krachten te bundelen. - Bijvoorbeeld door het gezamenlijk organiseren van diaconale activiteiten, zoals de jaarlijkse Dorcas-actie.

10

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 33. Het bezinnen op de mogelijke rol van de diaconie in het kader van politieke- en maatschappelijke ontwikkelingen en de gevolgen hiervan voor burgers in een kwetsbare positie. - Minimaal één keer per jaar wordt hier tijdens een vergadering aandacht aan besteed. 34. Het onderzoeken van de diaconale noden en behoeften in de geografische wijk van de wijkgemeente en het ontwikkelen van initiatieven om als gemeente hierop te anticiperen en ondersteuning te bieden. 35. Het bezoeken van mensen in de gemeente die geraakt worden door een crisis. 36. Het opstellen van een duurzaamheidsplan voor de kerk, vanuit het oogpunt als gemeente zorg te dragen voor de schepping. 37. Het actief betrekken van jongeren bij diaconale activiteiten.

9. Rentmeesterschap: Christus heeft zeggenschap over onze tijd en ons geld Voor het leren, vieren en dienen van de gemeente is menskracht nodig maar ook geld, een gebouw, etc. Naast vrijwilligers is er in bepaalde gevallen behoefte aan professionele inzet van mensen, zoals een bijvoorbeeld een predikant. Professionals ontvangen een salaris, spullen moeten worden gekocht en onderhouden en gebouwen vergen onderhoud. Daarvoor is geld nodig dat moet worden ingezameld en beheerd. Voor deze taken zorgen de kerkrentmeesters. Omdat hun werk niet losstaat van het gemeenteleven vergt hun werkwijze nauw overleg met de kerkenraad en met de gemeente. Het discipel-zijn van Jezus Christus betekent ook dat de gemeenteleden geroepen zijn om de kerkenraad in staat te stellen datgene te doen wat zij nodig acht. De kerkrentmeesters moeten om die reden in meerderheid ambtsdrager zijn. Daarmee heeft de kerk uitgesproken dat ook in het materiële beheer de navolging van Christus essentieel is. De kerkrentmeesters zullen de gemeente daarom ook blijven aanspreken op het voldoen aan deze roeping. Christus is niet alleen Profeet en Hogepriester maar Hij is ook Koning en vanuit die hoedanigheid heeft Hij ook zeggenschap over onze tijd en ons geld. Streven naar evenwicht in inkomsten en uitgaven Het beleid van de wijkgemeente is erop gericht om inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden. De argumentatie hiervoor is de volgende. Als de inkomsten te laag zijn, ontstaat een tekort. Dat tekort moet worden aangevuld uit het kapitaal, waardoor er een gat wordt geslagen in het kapitaal. Dat heeft tot gevolg dat de rente daalt en daarmee dus het budget van de wijkgemeente. Bij gelijkblijvende voorzieningen leidt dat op zijn beurt weer tot een (groter) tekort, etc. We komen dan in een spiraal terecht die uiteindelijk leidt tot insolvabiliteit. Anderzijds heeft het geen zin om onverantwoord veel geld op te potten: als er op den duur door bezuinigingen geen predikant meer is, zijn er wellicht ook weinig kerkgangers meer, maar staat er wel een groot bedrag op de bank. Werkelijke situatie: minder huuropbrengsten, grotere aanslag op kapitaal

11

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 De begroting voor 2015 laat ondanks een forse toename in de kerkelijke bijdragen alsnog een tekort zien van bijna € 17.000,-. Dit tekort is in de voorbije jaren voornamelijk ontstaan door vermindering van de huuropbrengsten en door terugloop van kerkelijke bijdragen als gevolg van overlijden en verhuizingen. Hoewel de kerkrentmeesters zich er in de komende beleidsperiode voor in zullen spannen om de inkomsten uit de Algemene Kerkbalans (AKB) en de collecten te doen toenemen, mogen de verwachtingen daarvoor – bij de huidige grootte van de gemeente – niet al te hooggespannen zijn. Met name de vermindering van de huuropbrengst met circa € 20.000,- telt zwaar. Wat precies de oorzaak is van deze verminderde is onbekend. De kerkrentmeesters zullen proberen of er uit oude gegevens nog te achterhalen is wie in het verleden belangrijke huurders waren en waarom de verhuur is teruggelopen. In nauw overleg met de Diaconie zal een plan worden opgesteld voor het duurzaam gebruik van het kerkgebouw en De Veste. Het is een blijk van goed rentmeesterschap als reserves worden aangehouden voor tijden waarin het minder gaat. Idealiter blijft dit kapitaal in stand en benutten we alleen de renteopbrengst. In de voorbije jaren is er al een beroep op het kapitaal gedaan, waardoor dit langzaamaan afneemt. De belangrijkste aanvullingen op het kapitaal hebben de laatste jaren bestaan uit eenmalige schenkingen en legaten. Aan het opstellen van een financieel beleidsplan liggen prognoses ten grondslag. Deze komen tot stand door de ontwikkeling van de cijfers over het recente verleden door te trekken naar de toekomst. Dat levert geen optimistisch beeld op. Voorzichtigheid maant de kerkrentmeesters om die trend wel aan te houden. Nadrukkelijk zij hierbij aangetekend dat dit puur zakelijke overwegingen zijn en niet uit het oog mag worden verloren dat Christus over Zijn gemeente waakt en dat de Geest de gemeente leidt.

Beleidsvoornemens - rentmeesterschap 38. De uitgaven worden zoveel mogelijk uit de reguliere inkomsten bestreden. 39. De inkomsten uit ‘levend geld’ (kerkelijke bijdragen, collecten en giften) worden gedurende vijf jaar minimaal op het peil van 2015 gehouden. 40. De opbrengsten uit verhuur worden voor het jaar 2016 zo mogelijk verhoogd met € 10.000,en in het daarop volgende jaar nog eens met € 10.000,- zodat vanaf 2018 de opbrengst € 55.000,- zal zijn. 41. De overige personele invulling van koster en organist blijven op dit moment qua omvang gehandhaafd. De omvang en de invulling van de taak van de organist worden opnieuw vastgesteld als de vervanging van de huidige organist aan de orde is. 42. Ondanks alle inspanningen om de inkomsten te verhogen zal er toch een beroep moeten worden gedaan op het kapitaal. Om een evenwicht te bereiken tussen ‘oppotten’ en ‘potverteren’ wordt deze aanslag op het kapitaal beperkt tot € 20.000,- per jaar. 43. Mocht het tekort onverhoopt groter worden dan € 20.000,- per jaar dan moeten er aan de uitgavenkant bezuinigingen worden doorgevoerd.

12


10. Kerkenraad De kerkenraad weet zich geroepen om leiding te geven aan de gemeente en gaat de gemeente voor in discipelschap. Zowel in haar vergaderingen als in onderlinge ontmoetingen staat persoonlijke navolging van Christus en toerusting centraal. Het eerste deel van iedere kerkenraadsvergadering wordt besteed aan verdieping rond Gods Woord, bezinning en gebed. Ook bevragen we elkaar op onze ambtsuitoefening en de uitdagingen en zegeningen daarin. Het is goed dat we als ambtsdragers elkaar in dit bevragen voorgaan. Daarom wordt voorgesteld om bij toerbeurt de vergadering te openen. De verantwoordelijkheid voor de erediensten en voor het bestuur van de wijkgemeente ligt bij de kerkenraad. Dat bestuur wordt als volgt georganiseerd: het moderamen (bestaande uit de voorganger, de scriba, een diaken, een ouderling en ouderling-kerkrentmeester) bereidt de kerkenraadsvergaderingen, die ten minste negenmaal per jaar plaatsvinden, voor. De hoofdthema’s van een kerkenraadsvergadering zijn voortdurende bezinning op thema’s die de gemeente raken. Daarnaast staan onderlinge toerusting, beleid en overleg met organen van bijstand en andere werkers uit onder meer de werkgebieden pastoraat, diaconaat, gemeenteopbouw en rentmeesterschap centraal. Kerkenraadswerk is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Kerkenraadsleden bemoedigen elkaar en spreken elkaar aan op de uitoefening van het ambt. De wijkgemeente van de Hillegondakerk maakt van harte en actief deel uit van de PKN RotterdamNoordrand. De kerkenraad neemt nadrukkelijk haar verantwoordelijkheid om in verschillende hoedanigheden binnen de Noordrand bij te dragen, onder meer door actieve participatie in de Algemene Kerkenraad (AK), het College van Kerkrentmeesters (CvK), het College van Diakenen (CvD) en in de vertegenwoordiging naar de Classis.

Beleidsvoornemens en aandachtspunten - kerkenraad 44. Ds. Van de Linde zal in 2017 met emeritaat gaan. De kerkenraad zal op tijd starten met de procedure voor het beroepen van een nieuwe predikant. 45. Met het vertrek van ds. Van de Linde zal een nieuwe voorzitter uit de kerkenraad moeten worden benoemd. Omdat de predikant als voorzitter ook werkgever is (van bijvoorbeeld de koster en of de organist), maar zelf ook in dienst is van de gemeente, heeft het de voorkeur om een ander dan de dominee voorzitter te laten zijn. Dit geeft de dominee tevens de ruimte om zijn voornaamste functie, die van pastor, vrij invulling te geven. 46. Er zal een inwerkkader voor nieuwe ambtsdragers worden opgesteld. Nieuwe ambtsdragers zullen in hun inwerkperiode nauw ondersteund en begeleid worden. 47. Het beleidsplan en de voortgang daarvan worden vier maal per jaar geëvalueerd op een kerkenraadsvergadering. 48. De kerkenraad zal eens per jaar een activiteit voor en met elkaar organiseren om de onderlinge betrokkenheid op elkaar te vergroten.

13

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 49. Het heeft de voorkeur dat de kerkenraadsvergaderingen voortaan worden geopend door de verschillende ambtsdragers.

11. Jeugdwerk Als Hillegondakerk weten we ons door de afgelopen jaren heen gezegend met een groter wordende groep kinderen en jongeren. Navolgen van Christus leer je het beste op een jonge leeftijd en leer je bij uitstek in een christelijk gezin en in een christelijke gemeente. Dit betekent wat voor de organisatie van het jeugdwerk, de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het jeugdwerk en de mate van participatie van jongeren en ouderen. We geven om onze kinderen en jongeren omdat ze eigendom van Christus zijn. Kinderen en jongeren bij Hem brengen zien we als onze opdracht. Een groeiende jongerengroep schept eveneens een grote verantwoordelijkheid voor ons als gemeente. Hoe gaan we onze jongste generatie voor in discipelschap en hoe kunnen we ze uitnodigen om Jezus te volgen? Dat belijden we immers bij de doop als we als gemeente de vraag bevestigend beantwoorden. Bezinning op het intergenerationele aspect kan enerzijds leiden tot meer begrip voor elkaar en anderzijds tot versterking van elkaars geloof. Om onze jeugd vertrouwd te maken met vieren, leren en dienen zal het jeugdbeleid aan de hand van deze trits worden uitgewerkt. Jeugdwerk omvat alle activiteiten die er op gericht zijn om kinderen en jongeren in de gemeente te betrekken bij het geloof en kerk. Onze visie is door middel van jeugdwerk kinderen en jongeren van de gemeente voorleven wat het inhoudt om eigendom van Christus te zijn. Kinderen en jongeren op te roepen tot een persoonlijke en levende relatie met Jezus Christus en Hem na te volgen en te dienen.

Beleidsvoornemens jeugdwerk Vieren 50. De eredienst is de centrale plaats waar de gemeente samenkomt. Nu spelen kinderen en jongeren vaak geen echte rol in de eredienst en sluit de dienst niet goed aan bij de jeugd. In de komende jaren willen we de betrokkenheid van de jeugd meer vorm gaan geven door ruimte te bieden aan een jeugddienst die twee keer jaar gehouden zal worden. Het gaat om erediensten die door de jeugd zelf worden voorbereid en vorm gegeven. 51. Aandacht geven aan speciale drempelmomenten in het leven van jongeren in de gemeente. Stilstaan bij starten en afsluiten van de middelbare school door de jeugd bij naam te noemen in de voorbede. Meer tijd nemen voor het afscheid van kinderen van de kindernevendienst. Leren 52. De catechese uitbreiden door twee keer per jaar een themabijeenkomst voor kinderen en tieners te organiseren. Tijdens een themabijeenkomst kunnen wisselende onderwerpen besproken worden zoals doop, Heilig Avondmaal en eredienst. 53. Onderzoeken hoe er invulling gaat worden gegeven aan de catechese na het vertrek van Ds. Van de Linde als vaste predikant van de gemeente tot de aanstelling van een nieuwe

14

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 predikant. Tevens onderzoeken of de catechese meer gekoppeld kan worden aan de thema’s die behandeld worden op de verschillende jeugdclubs. 54. Binnen het gehele kinderwerk worden verschillende methodieken gebruikt. Gezocht wordt naar een methode die meer samenhang brengt in de thema’s van het kinderwerk. Dienen 55. Voornemens op dit vlak zullen gericht zijn op het creëren van een grotere betrokkenheid tussen de verschillende generaties binnen de gemeente. Ouderen meer betrekken bij het jeugdwerk, jongeren betrekken bij de gemeente en samenwerking zoeken met andere gemeentes. 56. Op het moment is er in de gemeente geen georganiseerd jeugdpastoraat. Het gevaar daarvan is dat sommige kinderen en jongeren niet de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Aan de andere kant is het niet nodig om voor alle jongeren een structuur van jeugdpastoraat op te zetten, omdat zij binnen de bestaande jeugdwerkactiviteiten voldoende ruimte ervaren voor hun vragen. Jeugdpastoraat zou kunnen bestaan uit het expliciet aandacht geven aan jongeren in huisbezoeken, het bezoeken van jongeren door de jeugdouderling of door middel van een zgn. ‘buddy-systeem’. In een buddy-systeem koppelt een ouder gemeentelid zich aan jongeren binnen de gemeente. 57. Het opstarten van jeugddiaconaat. De komende jaren worden kinderen en jongeren in de gemeente steeds meer betrokken bij het diaconaat. In de opzet en uitvoering van diaconale projecten spelen kinderen en jongeren een actieve rol. Daarbij wordt samenwerking gezocht met bestaande clubs of activiteiten. 58. Voor een groot gedeelte bestaat de leiding van clubs, kindernevendienst en crèche uit de ouders van deelnemende kinderen of jongeren. Betrokkenheid en samenhang van de gemeente kan ook worden vergroot door ouderen van de gemeente hier een rol in te laten vervullen. 59. Momenteel wordt er door jeugdclubs samengewerkt met andere gemeentes. De bestaande samenwerkingen zullen gehandhaafd worden en als gemeente willen we openstaan voor verdere samenwerking met meer gemeentes.

15


Bijlage I Uitleg over begrotingsprocedures, inkomsten en uitgaven Het opstellen van de begroting verloopt idealiter als volgt: 1. De wijkkerkenraad formuleert het meest wenselijke niveau van de ‘dienstverlening’. Dit wil zeggen dat de kerkenraad zich uitspreekt over de professionele inzet voor het pastoraat (predikant, bijstand, jeugdwerk, etc.), de ondersteuning bij de erediensten (koster, organist), etc. 2. De kerkrentmeesters verwerken dat met hun eigen bevindingen (onderhoud aan het gebouw, bijvoorbeeld) in een financieel plaatje en koppelen vervolgens terug aan de kerkenraad of de geformuleerde behoeftes betaalbaar zijn met de verwachte inkomsten, welke voorzieningen eventueel zouden kunnen vervallen als de inkomsten ontoereikend zijn, wat de consequenties zijn voor het kapitaal als een voorziening zou moeten worden gehandhaafd, etc. 3. Op basis daarvan stelt de kerkenraad een concept/wijkbegroting vast. 4. Indien dit voorstel qua voorzieningen afwijkt van de bestaande situatie wordt dit aan de leden van de wijkgemeente ter goedkeuring voorgelegd met de financiële consequenties van dien; in de andere gevallen worden de leden van de wijkgemeente geïnformeerd. 5. Het aldus vastgestelde concept van de wijkbegroting wordt aan het College van Kerkrentmeesters voorgelegd en na goedkeuring opgenomen in de begroting van de centrale gemeente 6. De begroting van de centrale gemeente wordt aan de Algemene Kerkenraad ter goedkeuring voorgelegd. Het tot in lengte van dagen willen handhaven van het kapitaal op het huidige niveau is geen doel op zich. Het is onverantwoord om een kapitaal op de bank te hebben staan als er geen mensen meer in de kerk komen, bijvoorbeeld omdat er geen predikant meer is. Bevoegdheden De wijkgemeente is onderdeel van de PKN Rotterdam-Noordrand. Dientengevolge zijn de bevoegdheden van de kerkrentmeesters gemandateerd: de begroting en de jaarrekening behoeven altijd de goedkeuring van het College van Kerkrentmeesters van de centrale gemeente en uiteindelijk van de Algemene Kerkenraad, die op haar beurt de begroting en jaarrekening van het College moet goedkeuren. Op deze besluitvorming van de Algemene Kerkenraad houdt bovendien het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken (RCBB) nog toezicht. Financiële middelen De inkomsten bestaan in de eerste plaats uit:  kerkelijke bijdragen,  collecten,  giften,  opbrengst van verhuur van het kerkgebouw en De Veste na aftrek van de gemaakte kosten,  de rente die het belegde kapitaal oplevert. In feite vormen deze vijf inkomstenbronnen samen het budget voor de wijkgemeente. Verder dienen de legaten te worden vermeld die gemeenteleden na hun overlijden aan de kerk schenken.

16

Worden wie wij zijn - beleidsplan Hillegondakerk 2016 - 2020 Aangezien legaten niet zo vaak voorkomen, laten we deze verder buiten beschouwing, te meer daar er aan een legaat vaak bijzondere bestemmingen zijn verbonden. Dat laat onverlet dat de kerkrentmeesters aandacht vragen voor de mogelijkheid om in een testament een bedrag ten behoeve van de wijkgemeente te laten opnemen. De wijkgemeente heeft ook een kapitaal, namelijk van circa 1 miljoen euro groot. De wijkgemeente kan daar niet vrij over beschikken, omdat het deels onderdeel is van fondsen met een vastgestelde bestemming. Het kapitaal is in beheer bij het College van Kerkrentmeesters, dat het heeft belegd. De rente van de beleggingen komt ten goede aan de wijkgemeente. Verwacht wordt dat deze renteopbrengst in de komende jaren echter zal teruglopen omdat sommige hoog renderende beleggingen vrijvallen en de obligaties die nu gekocht worden niet veel rente zullen opbrengen. De centrale gemeente beschikt tevens over een fonds (fonds Riesmeijer) waaruit eenmalige projecten kunnen worden gefinancierd en waar wijkgemeenten een beroep op kunnen doen. We volstaan met het noemen van dit fonds omdat niet tot de reguliere financiering behoort. Tot slot is er ook nog de stichting “Vrienden van de Hillegondakerk”, die in het verleden vaak in financiële zin heeft geholpen door de helft van bepaalde onderhoudskosten te vergoeden. Aangezien het beheer van dit fonds bij gemeenteleden berust, heeft de kerkenraad noch het College van Kerkrentmeesters daar zeggenschap over en dus laten we dat eveneens buiten het kader van dit beleidsplan. Uitgaven De uitgaven bestaan in eerste instantie uit de salarissen van predikant, bijstand in het pastoraat, een eventuele jeugdwerker, koster en organist maar ook kosten van administratie, energie, etc. Deze kosten zijn – op langere termijn gezien – regelbaar naarmate de inkomsten variëren: als er structureel te weinig geld binnen zou komen, kan de wijkgemeente besluiten om op deze posten te bezuinigen. Uiteraard moet bij voorgenomen bezuinigingen altijd wel rekening worden gehouden met verplichtingen die voortvloeien uit het dienstverband. Daarnaast zijn er de onderhoudskosten voor het kerkgebouw en De Veste. De kerk is een monument, waar de gemeente de verantwoording voor draagt. Om dit monument in stand te houden, moeten de onderhoudswerkzaamheden aan stringente voorwaarden voldoen en dat kost zo nu en dan een aanzienlijke hoeveelheid geld. Om het onderhoud te bekostigen, is er in de eerste plaats een overheidssubsidie voor monumentale gebouwen (de zogenaamde ´BRIMregeling´). Deze subsidie wordt op basis van een onderhoudsplan verleend voor 6 jaar. Deze regeling eist wel in dat de wijkgemeente de helft van de kosten zelf moet betalen.

17

WORDEN WIE WIJ ZIJN. Beleidsplan Hillegondakerk

Recommend Documents