Woordpakketten groep 5 Taalverhaal spelling
Woordpakket 1
Woordpakket 2
Woordpakket 3
Woordpakket 4
de blokfluit de boomhut de brandweer het buurthuis de feestmuts de handdoek de handtas de puntmuts het straatfeest de strandbal de vetvlek het vloerkleed de voorkant de voorruit de washand
de busrit het haarlint ijskoud de jachthond de kerstboom de marktkraam het schepnet de schildpad de schoenmaat de sportschoen het vliegveld de voetstap het zakgeld de zeehond de zeilboot
blauwe de deksel de keizer kleine korte het meisje mooie de spijker stoute de twijfel vuile de vijver de winkel zoete zwarte
bonte dwarse de fietser flauwe de hamster de leider de mantel het plaksel de pleister de polder rijpe schuine trieste wilde wijde
Woordpakket 5
Woordpakket 6
Woordpakket 7
Woordpakket 8
het boompje het fluitje het gangetje het hokje het laarsje het lijntje het muisje het muurtje het plaatje het poesje het rijtje het ringetje het tongetje het traantje het vorkje
het brokje het dwergje het dingetje het helmpje het kersje het klompje het klusje het lichtje het mopje het schermpje het slangetje het smaakje het steeltje het strikje het tangetje
bedenk het bedrag het gebouw het geheim het geluk de verkoop het verzoek
het bedrijf het bewijs het gebaar het gemak het gevolg vergaan het vervoer
het eendje het hartje het hoedje het kaartje het katje het paardje het rondje het veldje
het beeldje het beestje het maantje het mondje het randje het sliertje het toetje het wondje
Woordpakket 9
Woordpakket 10
Woordpakket 11
Woordpakket 12
alles de appel binnen dikke frisse de herrie jammer de knikker lekker losse de middag natte de schommel de schutting tussen
botte de elleboog de ellende de komkommer laffe lekke maffe de mossel nette de pudding de spanning stomme tamme vette vlakke
droge gele grote de hamer kapot lege nare het probleem rare rode samen schone de tekening zaterdag zeker
de beloning brede gare hele het kabaal kale lage de opening de schade schele de tekenaar het teken trage vage zware
Woordpakket 13
Woordpakket 14
Woordpakket 15
Woordpakket 16
het avontuur blazen boven boze duizend geven graven grijze de heuvel kiezen lezen niezen de rover vieze de wijzer
beloven beven de bever blozen brave gave grazen de kever de oever de overkant razen scheve de verbazing wijze wijzen
beginnen beleven beplakken beslissen bevallen bewegen geloven genezen verbazen vergeten verkopen verlaten verpakken verslikken vertrekken
bedekken begraven bekennen belonen beroven bevelen bezetten gebaren gehoorzamen verdunnen verklaren verraden verzakken verzetten verzwikken
Woordpakket 17
Woordpakket 18
Woordpakket 19
Woordpakket 20
horen keren leren kamperen trakteren
beweren boren opsporen repareren storen
de brandweer eerder eerste het kantoor de koorts de leerling de oorzaak het woord zeer
de doorgang de eer het meervoud de oorsprong het paspoort het spoor de voorwaarde het weerbericht de zeemeermin
Afrika de baby de familie de kilometer de limonade de liter de minuut de olifant de pagina prima de pyjama de rivier sorry de televisie
het artikel de gitaar de horizon de kritiek lila de minister de muzikant de piloot de piramide de pony de sigaar Suriname de titel de visite
Woordpakket 21
Woordpakket 22
Woordpakket 23
Woordpakket 24
het bezempje het boerinnetje het dekentje het holletje het kammetje het lammetje het lepeltje het mannetje het pennetje het plannetje het schoteltje het spinnetje het sterretje het tekeningetje het vingertje
het albumpje het behangetje het bolletje het drempeltje het gilletje het gummetje het hengeltje het karretje het kikkertje het kommetje het pilletje het tonnetje het velletje het vissertje het wekkertje
de appelmoes de dobbelsteen de fluitketel het fototoestel de hotelkamer de kerktoren de kralenketting de melkbeker het middageten de regendruppel het stapelbed de supermarkt het vogelnest de waterkant de zomerjurk
de deuropening het feestnummer het hemelbed de hoofdletter de kanariekooi de koektrommel de luchtballon de postbode het stekelvarken de tennissokken de vloertegel de vuurtoren de wereldbol de windmolen de woonwagen
Woordpakket 25
Woordpakket 26
Woordpakket 27
Woordpakket 28
aanbellen achterblijven afknippen bijpraten bovenkomen doorlezen instappen opblazen openmaken opgeven oplossen oversteken tegenkomen teruggeven uitkiezen
aankomen aanstaren afblijven aflikken bijknippen bovendrijven doorzoeken inbreken openduwen openzetten opkomen overnemen tegenspreken terugkeren uitlaten
aardig de beleefdheid bezig de boosheid de goedheid jarig kwalijk lelijk moeilijk schuldig de snelheid stevig twintig vrolijk de waarheid
behoorlijk de eenheid gelukkig gewoonlijk de gezondheid giftig de hoeveelheid letterlijk natuurlijk nuttig sappig de vrijheid wanhopig de zekerheid zonnig
Woordpakket 29
Woordpakket 30
Woordpakket 31
Woordpakket 32
bibberen fluisteren gisteren klauteren knikkeren knutselen kriebelen luisteren openen regenen schateren schilderen schommelen tekenen wandelen
babbelen berekenen kletteren knipperen kronkelen mompelen naderen ratelen scharrelen slenteren slingeren smikkelen snuffelen stamelen wikkelen
belachelijk giechelen houden de huisvrouw keihard kuchen lachen het lichaam lauw de regenpijp strijken het tapijt voorbij vouwen de wenkbrauw
het applaus benauwd de chaos de echo het feit goochelen het jochie de juffrouw de pauw de reiziger de richel de teil de toeschouwer verwijderen de zijde
Woordpakket 33
Woordpakket 34
Woordpakket 35
Woordpakket 36
behalve dansen durven de halzen de heksen de kansen kletsen de mensen omhelzen plotseling poetsen de prinses de rupsen verven de wensen
bederven bonzen flitsen de ganzen glanzen gonzen de grenzen grijnzen de koetsen morsen het penseel peinzen de plaatsen sterven het voedsel
beledigen duidelijk eindelijk feestelijk hongerig huwelijk kinderachtig modderig reusachtig slaperig uitnodigen verdedigen vreselijk vriendelijk zenuwachtig
aankondigen beschadigen dadelijk dromerig hartelijk ijverig koortsachtig leugenachtig misselijk redelijk regenachtig uiteindelijk verantwoordelijk vergiftigen vermenigvuldigen
Woordpakket 37
Woordpakket 38
Woordpakket 39
Woordpakket 40
aardiger drukste dunner eerlijkste gevaarlijker goedkoper harder hoger kouder moeilijkste nieuwer oudste schoonste sterkste vrolijker
benauwder beroemdste breedste deftigste duidelijker fraaiste heerlijkste kalmer lafste ondeugendste rustiger ruwer smaller trager vlugger
het autootje het baby’tje het buiginkje het fotootje het kettinkje het koninkje het laatje het leuninkje het paginaatje het parapluutje het pindaatje het schuttinkje het slaatje het sluitinkje het verrassinkje
het afbeeldinkje het agendaatje het beloninkje het kassaatje het lolly’tje het menuutje het omaatje het opaatje het pony’tje het puddinkje het schemaatje het stallinkje het strootje het versierinkje het zebraatje