Taalverhaal.nu Spelling Woordpakketten GROEP 5 groen = woord in Cito-toets xxxx = 10 extra woorden BLOK 1 Woordpakket 1 schaatsen de schapen schaken de schilder je schamen de schommel schijnen
de schoolbus
de vriendschap
schrapen schrobben
verschrikt
het landschap het windscherm het verschil
het scheenbeen
het schoolschrift de schrijver de schroeven het schrikdraad
schoppen
de scharen
misschien
schrikken
de schulden
de schepen
de schillen
de scholier
de schimmel de schipper
Woordpakket 2 dansen kletsen de heksen de prinses
bezet de bezem de pauze de ruzie
de de de de
fabriek fotograaf frisdrank telefoon
het alfabet het sieraad de kansen de mensen (de) plaatsen de rupsen
het zadel de folder de twijfel
het salaris
Pagina 1 van 11
behalve de oven de snavel het servies het zilver
Woordpakket 3 eerder ongeveer het onweer het weerbericht de vleermuis eerste de parkeerplaats de terugkeer de zeemeermin
Woordpakket 4 de bakkerij de kijker de kiespijn het gordijn het bewijs
boordevol
gebeuren
akkoord
de oorzaak de schoorsteen
de geurstof de voorkeur
het antwoord het paspoort
het kantoor het voorwerp
het gezeur het humeur
de spreekbeurt verkeerd beurten (om-)
bijvoorbeeld daardoor de domoor het gehoor de voorstelling
piekfijn verdwijnen strijken de partij
voorbij
allebei
de vijver de wijsneus de zijde
de fontein de lakei
het tapijt het paradijs
de strijkbout
gastvrij nabij tenzij verwijder
het bereik het gewei het paleis beide de feiten het karwei het onheil
BLOK 2 Woordpakket 5 Tweelettergrepige woorden met –ig, -lijk xxxx = 10 extra woorden
[-ig] aardig deftig giftig geestig
ernstig keurig schuldig veertig
driftig gulzig heilig
lastig rustig
[ig] [-ig + verdubbeling] nuttig sappig zonnig stoffig
[-ig + verenkeling] enig bazig jarig stevig bezig nodig
Pagina 2 van 11
[-lijk] [-lijk] eerlijk pijnlijk [-lijk + verenk.] lelijk vrolijk heerlijk sierlijk kwalijk
Woordpakket 6 Twee- en drielettergrepige woorden met medeklinkerverdubbeling (gesloten lettergrepen) xxxx = 10 extra woorden [a] alles jammer
[e] vette lekker
[i] dikke binnen
[o] doffe oplossen
[u] tussen schudden
de appel de oppasser blaffen laffe
de herrie de elleboog de ellende nette
de visser de knikker frisse de middag
de de de de
de pukkel de druppel juffie de sukkel
trommel komkommer koffer mossel
Woordpakket 7 Klinkerverenkeling (open lettergrepen) xxxx = 10 extra woorden [a] zware kapot varen
[e] brede zeker doorlezen
de bananen de soldaten
de inbreker
[o] droge koken
[u] zure super spugen
geboren
het kabaal trage de schade
de puber de tube
de tomaat het teken hele gele
het probleem grote schoner de motor
dure gluren
Woordpakket 8 Twee- en drielettergrepige woorden met -aai, -ooi, -oei xxxx = 10 extra woorden [-aai] zwaaien
[-oei] bloeien
[-ooi] gooien
de kraaien de papegaai
moeilijk moeizaam
de vlooien de rotzooi de ooievaar
het lawaai het gedraai maaien waaien zaaien
het geloei het geknoei groeien snoeien sproeien
het toernooi hooien de fooien
Pagina 3 van 11
[-aai, -oei, -ooi + schaar] wondermooi de hoofdtooi de armzwaai de de de de
handboei vloeistof appelvlaai vogelkooi
BLOK 3 Woordpakket 9 Twee- en drielettergrepige woorden met stomme 'e' in ook-zo-stukjes xxxx = 10 extra woorden [be-] bedanken
[ver-] verlegen
[-er] vrolijker
de bekeuring de bedrieger
het vervolg het verzinsel
de polder de pleister
[ge-] het geluk het geheim het gesprek
[el-] de beugel de nagel
[-en] dronken beroven
het meubel het verband het voedsel vergeten
het varken de fietsers gevaarlijker
beplakken het gevolg
[te-] tevreden [-te] de halte
de agente de artieste bonte
Woordpakket 10 Twee- en drielettergrepige woorden met -ch(-) of -cht(-) xxxx = 10 extra woorden [-cht] onecht de aandacht de opdracht het aanrecht het gevecht de optocht oprecht verdacht
[cht-] achter zuchten
giechel
de hechting
de echo de chaos de glimlach
de berichten de gedichten de gezichten gevlochten
het gejuich de bochel juichen het jochie
Pagina 4 van 11
[ch] kuchen lachen de kachel de goochelaar het lichaam de richel zichzelf
Woordpakket 11 Tweelettergrepige woorden met –d(-) xxxx = 10 extra woorden [langer maken mv] de afstand de avond de washand
de invloed de maaltijd
de zwerfhond
het eiland
[langer maken + e] bejaard gezond [knippen + langer maken + e] goedkoop
het vloerkleed het weiland de voorraad
luidkeels gewond ijskoud
de afgrond de schooltijd de vijand
[knippen + langer maken: mv] de tandarts de hoofdpijn de brandweer
de handdoek
de schildpad
het badpak
de brandstof
het tijdperk de handtas het zandstrand
het handvat
Woordpakket 12 Twee- en drielettergrepige woorden met -(i)ng(-), -nk(-) xxxx = 10 extra woorden [-ing] onderling
[-ang] jarenlang
[-ng-] langzaam
de tweeling de bedoeling de lieveling
de afgang de toegang
de honger de lengte de zanger
[-nk] de toonbank de snijplank de toverdrank
zolang de omvang
de winkel de inktvis
het geschenk
het behang de richting de mening
[-nk-] zinken
het anker de slinger de wijsvinger
Pagina 5 van 11
de oogwenk de luistervink
ondanks bedenken
BLOK 4 Woordpakket 13 Twee- en drielettergrepige woorden met -a, -o, -u xxxx = 10 extra woorden
de de de de
lama sofa pasta reuma
het drama de massa de veldsla
[-a] de opera de agenda de elektra de tandpasta het programma de sauna
de de de de
[-o] de salto de metro
hobo lasso lotto farao
[-u] de paraplu het kerstmenu
het saldo
het judo hallo de banjo
de mango de tango het motto
welnu
Woordpakket 14 Twee- en drielettergrepige woorden met medeklinkerverdubbeling en klinkerverenkeling (niet t.g.v. meervoudsvorming) xxxx = 10 extra woorden [regel medeklinkerverdubbeling] botte boffen strakke plassen
de pudding de spanning
bittere kapotte mokken stoppen
de de de de
bezitten opvullen krassen uitzetten
beslissing akkerbouw kudde schutting
[regel verenkeling] gure schele samen zaterdag nare de kameel
verhuren verlaten de tekening de ervaring verkopen de verbazing
Woordpakket 15 Twee- en drielettergrepige woorden met -eeuw(-), -ieuw(-), -uw(-) xxxx = 10 extra woorden [-eeuw] eeuwig geeuwen de eeuwen de leeuwerik de leeuwinnen het meeuwtje middeleeuws
[-ieuw] benieuwd nieuwer nieuwste gloednieuw de vernieuwing benieuwen het kieuwtje
[-uw] ruwe duwen de afschuw de schaduw de zwaluw het geduw schuwer waarschuwen
Pagina 6 van 11
[+schaar] eeuwenlang sneeuwwit nieuwsgierig de nieuwbouw de sneeuwster de nieuwslezer zeemeeuwen
Woordpakket 16 Twee- en meerlettergrepige samengestelde woorden xxxx = 10 extra woorden [knip] de valstrik de fietstocht de kerktoren de melkbeker de zeurkous de koektrommel
de de de de de
postbode windmolen dobbelsteen toverspreuk luchtballon
de regendruppel
de de de de de
oorring feesttaart glasscherf slaapplaats feesttent
de wekkerradio
[knip + !] het einddoel het fietsstuur het kansspel het werelddeel het knutsellokaal de werkkamer
de de de de de
jaszak kastdeur leeszaal sportdag danszaal
de vuilniszak
BLOK 5 Woordpakket 17 Twee- (of meer)lettergrepige woorden met -au, -auw, -ou, -ouw xxxx = 10 extra woorden [-au] augustus
[-auw] benauwd flauwekul
de augurk de pauze de automaat
de wenkbrauw de kauwgom
het restaurant het applaus de astronaut
de klauwen algauw nauwelijks
[-ou] houden de inhoud de kabouter de spelfout
[-ouw] de huisvrouw de juffrouw de schouwburg de toeschouwer het gebouw
het meervoud de kousen ouder de fouten
Pagina 7 van 11
de landbouw de mouwen de mevrouw
Woordpakket 18 werkwoordspelling (sterke en zwakke werkwoorden) het hele werkwoord herkennen en schrijven. De stam en ik-vorm herkennen en schrijven. Behandelde begrippen: hele werkwoord, stam en ik-vorm. (dit alles in de tegenwoordige tijd) xxxx = 10 extra woorden -nk/ng aaien zetten drinken aai zet drink lijmen moeten denken lijm moet denk scheuren kluiven zingen scheur kluif zing fietsen durven vangen fiets durf vang loeren zeuren hinken loer zeur hink
3 lettergrepig huppelen huppel mopperen mopper bekijken bekijk verplaatsen verplaats begrijpen begrijp
-d
voeren voer
treuzelen treuzel
zenden zend
poetsen poets
springen spring
branden brand landen land bloeden bloed vinden vind bieden bied
Woordpakket 19 Twee- of meerlettergrepige woorden met verandering f in v en s in z xxxx = 10 extra woorden
brave de boeven de dieven de brieven de druiven dove de hoeven de duiven
[f -> v] sportieve de neven de raven de staven de lijven lieve de kluiven
boze de de de de de de de
luizen muizen neuzen smoezen dozen hazen poezen
Pagina 8 van 11
[s -> z] vieze de de de de de de
kiezen reizen reuzen prijzen rozen huizen
Woordpakket 20 Samengestelde woorden met -d- en -txxxx = 10 extra woorden
beetnemen platdrukken
[-t-] de schatkamer de soortgenoot de houthakker
de boottocht de sporthal de frietkraam het meetlint het spatbord de voetganger
het feestmaal het uitlaatgas de eetlepel de zweetdruppel
wereldberoemd doodstil de landkaart de rondvaart de woordbouw de laadbak het wandrek
[-d-] de wereldbol de hardloper het goudstuk het brandhout het roodborstje de aardbeving het handschrift het standbeeld
BLOK 6 Woordpakket 21 werkwoordspelling (sterke en zwakke werkwoorden) de 2e en 3e persoon schrijven Behandelde begrippen: jij-vorm voor het werkwoord (je-vorm wordt in de HL genoemd door de lkr en kan in de opdr komen) en hij/zij vorm (bij hij/zij kan ook een naam of znw gebruikt worden in de opdr.; Toos of de jongen. De u-vorm wordt in de HL genoemd door de lkr en kan in de opdr komen). (dit alles in de tegenwoordige tijd) xxxx = 10 extra woorden letterrover letterzetter lopen jokken loopt jokt
wennen went
-t bijten bijt
-d schaden schaadt
dragen draagt nemen neemt sparen spaart maken maakt menen meent
klimmen klimt zeggen zegt remmen remt kennen kent liggen ligt
fluiten fluit vechten vecht wachten wacht lusten lust sluiten sluit
braden braadt doden doodt binden bindt verbieden verbiedt verbinden verbindt
happen hapt gillen gilt kloppen klopt bukken bukt snappen snapt
Pagina 9 van 11
Woordpakket 22 Twee- en drielettergrepige woorden met -em, -elen, -enen, -eren xxxx = 10 extra woorden [-em] stiekem de de de de
adem bezem bodem bliksem
de balsem de bloesem
[-elen] knutselen wandelen wiebelen smikkelen schommelen
[-enen] oefenen openen regenen rekenen
[-eren] gisteren luisteren schilderen knikkeren
de hersenen kriebelen kronkelen mompelen
tekenen berekenen
de kinderen bibberen fluisteren schateren
Woordpakket 23 Verkleinwoorden met -je (na -d en -t), -pje en -etje xxxx = 10 extra woorden [-t + je] het beestje het lichtje het barstje
[-d + je] het paardje het vriendje het wondje
[-ll] het pilletje het rolletje het kluitje
[-nn] het mannetje het spinnetje het eendje
het bolletje het spelletje
het bonnetje
[-pje] het armpje het boompje het schuimpje het vormpje [-mm] het gummetje het kommetje het albumpje het riempje het lammetje
Pagina 10 van 11
[-rr] het karretje het sterretje
[-ng] het ringetje het jongetje het gangetje het tekeningetje
Woordpakket 24 werkwoordspelling (sterke en zwakke werkwoorden) herhaling: Het hele werkwoord herkennen en schrijven. De stam en ik-vorm herkennen en schrijven. De 2e en 3e persoon schrijven. xxxx = 10 extra woorden z -> s z -> s + letterrover
v -> f
bonzen bons + t plonzen plons +t reizen reis +t wijzen wijs +t bevriezen bevries +t prijzen prijs +t verhuizen verhuis +t kiezen kies+t
proeven proef +t blijven blijf +t drijven drijf +t beschrijven beschrijf +t verschuiven verschuif +t snuiven snuif +t verven verf +t wrijven wrijf +t
razen raas +t blazen blaas +t blozen bloos +t smoezen smoes +t verliezen verlies +t vrezen vrees +t genezen genees+t
Pagina 11 van 11
v- > f + letterrover geven geef +t beven beef +t graven graaf +t schaven schaaf +t beloven beloof +t beleven beleef +t geloven geloof +t