Wing werkt!
Jaargang 4 • nummer 1
Dit magaz
ine was ve
bioplasti
gemaakt
c
n andere
ondstoff
Succesfactoren voor de regio
Een groene provincie vol energie Gelders netwerk voor duurzame regionale energie
van maïs e
groene gr
De biobased economy
Johan Sanders De biobased economy heeft de toekomst
rpakt in
en
project
Wing werkt!
2
De provincie Gelderland en haar zes regio’s hebben de afgelopen twee jaar het Gelders netwerk voor duurzame regionale energie opgebouwd. Doel is het versnellen van de energietransitie door met alle betrokken partijen kennis te delen, kansen te benutten en belemmeringen weg te nemen. Wing faciliteert dit netwerk sinds 2010.
Schaarste als bron van creativiteit Begin 2012 bestond Wing vijf jaar als zelfstandig bureau. In die periode groeiden we van zeven naar vijftien Wingers. Met u als relatie bouwden we in vele uitdagende trajecten nieuwe kennis en ervaring op. Zo konden we Wing ontwikkelen tot wat het nu is. Ik ben daar best trots op. Terugkijkend naar onze opdrachtenportefeuille van vijf jaar geleden realiseer ik me ook hoe de wereld sindsdien is veranderd. De huidige economische toestand en bezuinigingen, de decentralisatie van natuur, ruimtelijke ordening en regionale economie naar de provincies: ineens zitten we midden in de maatschappelijke transitie die we enkele jaren geleden nog in toekomstscenario’s doordachten. En de grootste veranderingen moeten waarschijnlijk nog komen!
Gelders netwerk voor duurzame regionale energie
Inhoud 3 Project Gelders netwerk voor duurzame regionale energie
Wing investeert dit jaar extra in een aantal vernieuwingen waar wij veel van verwachten. In onze nieuwe Wing Werkplaats op de eerste etage van ons kantoor houden we dit jaar diverse thema- en reflectiebijeenkomsten. Het is fantastisch hoeveel waardevolle inzichten, ideeën en kennis in die bijeenkomsten worden gedeeld en ontwikkeld. In de volgende Wing werkt! leest u hier meer over.
7 Impressies Van bijeenkomsten
In deze uitgave zetten we de schijnwerpers op de biobased economy. Een transitie met enorm potentieel voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, maar vooral ook met heel nieuw economisch perspectief. In het artikel op pagina 8-11 betogen we dat regio’s daarin het verschil kunnen maken. Wat mij vooral treft, is de positieve energie die dit onderwerp opwekt: oprecht geloof in de kracht van technologische innovaties, in nieuwe kansen voor bedrijven en in partijen die elkaar vinden. Een geschenk in tijden van crisis.
12 Wing Actueel
Het zijn spannende tijden. We hebben allemaal te maken met schaarse middelen en lastige keuzes. De uitdaging aan ons allen is om schaarste tot een bron van creativiteit en verbondenheid te maken. Wij zetten daar graag samen met u op in. Henk Smit Managing partner Wing
8 Thema De biobased economy
13 Column Lambert Verheijen 14 Interview Johan Sanders 16 Impressies Van bijeenkomsten 18 Wing Actueel
3 Wing werkt!
Voorwoord
jaar Wing
De provincie Gelderland wil het aandeel duurzame of groene energie laten stijgen van 6% in 2010 naar 10% in 2015 tot 20% in 2020. Gelderland is een provincie met een grote diversiteit aan natuur en landgebruik. De provincie concentreert zich dan ook in eerste instantie op duurzame energie uit regionaal geproduceerde biomassa. Zo kan afvalhout uit landschapsonderhoud omgezet worden in warmte en kan mest uit de agrarische regio’s energie leveren via vergisting. In steden kunnen groene reststromen worden ingezet als grondstof voor bijvoorbeeld schoner stadsvervoer. Samen vormgeven aan de energie van de toekomst De ambitie voor verduurzaming van de energietoelevering in Gelderland wordt gedragen door zowel overheden als door enthousiaste en gemotiveerde ondernemers, maatschappelijke organisaties, burgerinitiatieven, onderszoeksinstellingen en adviesbureaus. Het gaat om een fundamentele systeemverandering: consumenten worden ook producenten, er worden nieuwe technieken ingezet die andere distributiestromen teweegbrengen, het heeft consequenties voor ruimtelijke planning en vergunningverlening en het vraagt nieuwe vormen van organisatie. De weg naar duurzame energie is omgeven met onzekerheden, risico’s en barrières, zoals bij iedere fundamentele systeemverandering. Het is een proces van innoveren en leren, zowel technisch als institutioneel en organisatorisch.
Een proces van leren … Om dit proces van leren te ondersteunen, hebben de provincie en de zes Gelderse regio’s samen een platform opgebouwd. Deelnemers zijn afkomstig uit beleid, praktijk en onderzoek. Zij gaan op regelmatige basis met elkaar in gesprek rond veelbelovende nieuwe werk- en denkwijzen. Jaarlijks vinden drie tot vier netwerkbijeenkomsten plaats met gemiddeld zo’n 60-80 deelnemers. Aan de orde komen concrete onderwerpen rond techniek, logistiek en vergunningverlening. Ook worden ervaringen gedeeld rond beleidsinstrumenten en nieuwe vormen van samenwerking tussen overheid en private partijen. De eerste bijeenkomst dit jaar vond plaats in de DRU Cultuurfabriek in Ulft en had als thema ‘Ruimtelijke planning met energie als pijler’. Na een serie voorbeelden uit binnen- en buitenland werden in werkgroepen praktijkervaringen uitgewisseld over afvalwater als energiefabriek, energieproductie op braakliggende terreinen, inrichten van bedrijventerreinen op basis van ‘synergie in energie’ en vormen van bovengemeentelijke samenwerking die nodig zijn voor de ‘energieplanologie’. De tweede bijeenkomst vond eind mei plaats op het Bouw & Infra Park in Harderwijk, waar ook de biomassacentrale werd bezocht. Op deze netwerkbijeenkomst werd verder ingezoomd op organisatievormen die structuuur geven aan de publiek-private samenwerking rond lokale en regionale energie. Voorbeelden uit de Noord-Veluwe, Apeldoorn en Drenthe kwamen aan de orde.
Het Planbureau voor de Leefomgeving presenteerde haar visie op ‘de energieke samenleving’. Met een digitale nieuwsbrief en een website worden de kennis en inzichten verder verspreid onder ruim 450 geïnteresseerden in Gelderland. … én doen Naast de bijeenkomsten en de nieuwsbrieven worden de initiatieven die in Gelderland worden genomen letterlijk op de kaart gezet. Het gaat om een online kaart van actoren die laat zien wie waarmee bezig is. Welke lessen zijn er geleerd? Wat zijn do’s and don’ts? Behalve de locatie en een korte beschrijving van het project, biedt de kaart de contactgegevens van de initiatiefnemers. Daar kan men met vragen terecht en zo kunnen nieuwe projecten voortbouwen op reeds bestaande ervaringen. Wing verbindt kennis en partijen Wing coördineert het netwerk, faciliteert de bijeenkomsten en excursies, schrijft de nieuwsbrieven en beheert kaart en website. Maar misschien wel het belangrijkst is dat Wing partijen bijeen weet te brengen die elkaar niet vanzelfsprekend tegenkomen. De transitie naar duurzame energie in Gelderland wordt door bijzonder veel en heel verschillende partijen vormgegeven en vraagt nieuwe vormen van samenwerking in de keten, tussen sectoren en op verschillende schaalniveaus.
De actorenkaart van Gelderse initiatieven op het gebied van duurzame regionale energie.
Eén van de grote uitdagingen is dan ook om de uiteenlopende partijen uit beleid, praktijk en onderzoek, werkzaam binnen verschillende werkvelden en schaalniveaus, op een goede manier met elkaar te verbinden. Daar draagt Wing graag een steentje aan bij. Info: Dorien Brunt T 0317 – 46 52 05 E
[email protected] Voor meer informatie kijk op Duurzameenergiegelderland.wing.nl
4
Wing werkt!
Wing werkt!
5
Project Opdrachtgever Financiering Looptijd Wing-aanpak
Gelders netwerk voor duurzame energie Provincie Gelderland Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling Vanaf 2010 Coördinatie en facilitatie van het netwerk en realisatie nieuwsbrief, digitale kaart en website
Netwerkbijeenkomst met bezoek aan de biomassacentrale op het Bouw & Infra Park in Harderwijk
IMPRESSIES
Voorbereidingstraject bestuurlijke besluitvorming
Marco Vellema
Met de PAS op pad
Beleidsmedewerker duurzaamheid Regio Rivierenland
De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zorgt via een doordacht systeem van generiek beleid en gebiedsgerichte maatregelen voor een krachtige bescherming van stikstofgevoelige natuur én voor ruimte voor nieuwe economische activiteiten. Voordat het systeem in de praktijk kan worden ingezet, moeten Rijk en provincies de PAS onderschrijven.
En natuurlijk is ook het leggen van nieuwe contacten een belangrijk aspect. Binnen zo’n netwerk gaat dat drempelloos. Bijvoorbeeld contacten tussen marktpartijen en overheden zijn erg waardevol. Het is een kwestie van aan elkaar snuffelen, zoeken naar kansen. Onlangs hadden we een workshop over zonnepanelen op braakliggende grond. Er gebeurde
Wing werkt!
6
nog niets op dat vlak, maar doordat we in gesprek raakten met een leverancier van panelen, zijn we nu ineens een heel nieuwe vorm van ruimtegebruik aan het verkennen, inclusief de financiering daarvan. Een netwerk is een hele geschikte werkvorm om een beweeglijk onderwerp als duurzame energie bij de kop te pakken. Bijvoorbeeld zonnepanelen zijn recent enorm in prijs gedaald. Daardoor verandert het hele speelveld. Zo’n ontwikkeling is nauwelijks te voorzien, maar met een netwerk heb je de flexibiliteit om er wel meteen op in te springen. En zulke verschuivingen vinden momenteel dagelijks plaats. Wing zorgt in opdracht van de provincie voor de facilitatie en de organisatie van het netwerk. Zo’n drijvende kracht heb je nodig om te zorgen dat het lóópt!”
Vraag van de opdrachtgever De Programmadirectie Natura 2000 van het ministerie van EL&I vroeg Wing een traject te begeleiden ter voorbereiding van de bestuurlijke afstemming tussen Rijk en provincies. Wing-aanpak In samenspraak met inhoudelijk en juridisch deskundigen van Rijk en provincies schreef Wing een samenvatting van de PAS. Centraal stond de vraag naar de implicaties van ondertekening. ‘Waar zegt u eigenlijk ja tegen?’ En: ‘Wat kunt u ermee en waar verplicht u zich toe?’ In een serie workshops werden per provincie lastige kwesties in beeld gebracht. Het resultaat was een duidelijke en gedragen samenvatting van de PAS en een heldere gespreksagenda voor het verdere bestuurlijke overleg.
Begeleiding onderzoekstraject
Het beste recept tegen voedselverspilling
2010 – 2012
Het tegengaan van voedselverspilling staat hoog op de maatschappelijke agenda. Het Leger des Heils wil hieraan bijdragen en vroeg de Wetenschapswinkel van Wageningen UR hoe het reststromen uit de voedselindustrie kan benutten bij de productie van maaltijden. Ook wil het Leger waar mogelijk de maaltijdbeleving verder verbeteren.
7 Wing werkt!
“Het Gelders netwerk voor duurzame regionale energie levert mij veel op. Door de bijeenkomsten ben ik altijd meteen op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Maar de betekenis gaat veel verder. Je hoort toonaangevende sprekers die hun visie geven op duurzame energie. Voor gemeenten die vorm willen geven aan hun eigen duurzaamheidsdoelstelling is dat heel waardevol. Gemeenten zijn druk met technologie en vergunningverlening en komen vaak onvoldoende toe aan visievorming.
februari – maart 2012
Vraag van de opdrachtgever Op verzoek van de Wetenschapswinkel verzorgde Wing de projectleiding van het onderzoek. Wing-aanpak Wing liet studenten van Wageningen UR onderzoek doen naar geschikte kooktechnieken. De bevindingen werden uitgewerkt in samenwerking met onderzoeksinstituut Food & Biobased Research van Wageningen UR en een begeleidingscommissie. Het belangrijkste advies betreft het gebruik van ‘sous vide’. Bij deze kookvorm worden vacuümverpakte producten in een
waterbad of stoomoven gekookt. Dit verlengt de houdbaarheid mét behoud van smaak en voedingswaarde. De maaltijdbeleving kan vooral worden verbeterd door maaltijdkeuze uit te stellen, liefst tot het moment van eten. Dit kan leiden tot een betere gezondheid, minder sociaal isolement en minder restjes.
De biobased economy
De regio als draaischijf
Wing werkt!
8
De biobased economy is een van de pijlers van het topsectoren beleid van het Rijk. Kennisinstellingen en bedrijfsleven bereikten de afgelopen jaren grote doorbraken in het benutten van biomassa als vervanging van fossiele grondstoffen. Voor opschaling van deze technologieën is een maatschappelijke transitie nodig die ook nieuwe arrangementen vereist op het gebied van financiering, wet- en regelgeving en samenwerking tussen overheden, producenten en consumenten. In dit artikel betogen wij dat het regionale schaalniveau in zo’n omslag instrumenteel kan zijn. Het hart van de biobased economy wordt gevormd door groene grondstoffenstromen die op slimme wijze worden uiteengerafeld en opgewaardeerd tot vermarktbare producten en halffabrikaten (zie figuur). Diverse technologieën worden al op grote schaal toegepast, zij het nog vooral onderaan de waardepiramide. De uitdaging voor de komende decennia is om ook grootschalige toepassingen te realiseren in de hogere segmenten, zoals voeding en chemicaliën (zie ook het interview met Johan Sanders op pagina 14-15). Voor de vitaliteit van de Nederlandse economie en een duurzamer gebruik van energie en grondstoffen is een dergelijke doorbraak heel belangrijk.
De kracht van de regio Diverse voorbeelden laten zien dat juist op het regionale schaalniveau de ingrediënten aanwezig zijn om de biobased economy tot ontwikkeling te laten komen. Zo wordt in de provincie Zeeland het BioparkTerneuzen ontwikkeld. Ingrediënten zijn hier de zeehaven, de sterke chemische industrie, de innovatieve landbouwsector en goed ontwikkelde logistieke faciliteiten. De haven garandeert bijvoorbeeld continuïteit omdat bij tegenvallende oogsten import, en bij overdadige oogsten export mogelijk blijft. In Noord-Nederland timmert de Eemsdelta aan de weg. Twee zeehavens en het Eemskanaal staan garant voor uitstekende logistieke afhandeling en infrastructuur. De regio
Deze voorbeelden laten zien dat juist in de regio de voorwaarden – grondstoffen, infrastructuur en kennis – bij elkaar komen waardoor de biobased economy zich krachtig kan ontwikkelen. De regio functioneert als een draaischijf waar partijen grondstoffen, halffabricaten, reststromen en eindproducten opzetten en afhalen. Regionale succesfactoren De draaischijf draait echter niet vanzelf. Een aantal factoren is cruciaal om partijen in de keten succesvol te verbinden en zo de transitie naar een biobased economy te stimuleren. 1. Heldere regionale ambitie. Het neerzetten van een heldere en aansprekende ambitie voor de regio is het startpunt om mensen, kennis, beleid, regelgeving en private en publieke investeringen te bundelen. We zien dit als een publiek-private verantwoordelijkheid, met een regiefunctie voor de regionale overheid. Daarbij zijn leiderschap, inspirerende verhalen en een pro-actieve samenwerking van groot belang. 2. Uitgekiende logistiek. Transportkosten vormen een belangrijk obstakel voor het gebruik van grondstoffen van eigen bodem. Zolang regionaal duurder is dan import komt de biobased
Bulkchemie Materialen Transportbrandstoffen Electriciteit, warmte
De biobased economy gaat over het verwerken van gewassen en groene reststromen tot een verscheidenheid aan producten, halffabricaten en energie. Waardevolle componenten worden benut voor hoogwaardige producten als geneesmiddelen, dier- en humane voeding en bulkchemicaliën voor bijvoorbeeld plastics. Wat overblijft wordt omgezet in elektriciteit en warmte. Een voorbeeld is de bioraffinage van gras tot eiwitten voor diervoeders, mineralen, en vezels voor de papier- en kartonindustrie.
economy niet van de grond. Uitgekiende ketenlogistiek kan hierin de oplossing bieden door de vele kleine biomassastromen efficiënt bijeen te brengen. De sleutel kan ook liggen bij het zoeken naar nieuwe, goedkopere organisatievormen en het combineren van vervoerbewegingen. De samenwerking tussen producenten onderling en met ketenpartijen komt wellicht niet spontaan tot stand, maar heeft een zetje nodig. We zien dit als een private taak, met actieve facilitatie van publieke partijen. 3. Ketensamenwerking. Wanneer uit biomassa nieuwe producten worden gewonnen, komen automatisch ook nieuwe partijen in beeld. Een voorbeeld is de verwerking van mest. In ‘Markt voor Mest’ laat Innovatiewerk (2011) zien dat samenwerking tussen de afnemers en tijdelijke steun van de overheid nodig zijn om het procedé van cascadering rendabel te maken. Dus ook hier een private taak met actieve facilitatie van publieke partijen. 4. Ondersteuning door beleid en regelgeving. Veel innovaties lopen vroeg of laat aan tegen bestaande regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het opzetten van biomassawerven en nieuwe duurzame
9 Wing werkt!
Ook Bioport Rotterdam presenteert zich sinds kort als centrum van biobased economy en biedt bedrijven hiervoor tal van mogelijkheden. In Bergen op Zoom bieden private en publieke partijen topfaciliteiten aan bedrijven op de Groene Chemie Campus. In Greenport Venlo krijgt het BioTransitieHuis een belangrijke rol in het verwaarden van groene reststromen uit de land- en tuinbouw. Via een Innovatiecontract Topsectoren op het gebied van geïntegreerde bioraffinage krijgt dit initiatief nationale steun.
Farma Fijn-chemie Voedsel Diervoeders Volume
heeft een groot chemiecluster dat zich richt op vergroening. Er zijn kennisinstellingen aanwezig, zoals de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool en de netwerkorganisatie Energy Valley. Er is sprake van een sterk agrarisch achterland dat op grote schaal biomassa kan produceren en afvalstromen kan verwerken tot onder meer methaan. Gasunie heeft er een uitgebreide infrastructuur en onlangs heeft de regio een Green Deal gesloten voor de productie van groen gas.
Toegevoegde waarde
thema De regio als draaischijf
thema De regio als draaischijf
bedrijventerreinen, het oogsten van biomassa uit de natuur en het herdefiniëren van afvalstoffen en grondstoffen. Intensieve samenwerking tussen overheden en innoverende partijen is nodig om regelgeving te flexibiliseren en het transitieproces te stimuleren. Regionale bestuurders zullen hierover ook met nationale overheden in de slag moeten. 5. Van kennis naar innovatief product. In diverse regio’s ontmoeten vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen elkaar in zogenoemde competence centres, communities of practice of andere vormen van regionale netwerken. Het bevorderen van de onderlinge kruisbestuiving blijkt heel effectief om innovaties verder te helpen. Zie ook het artikel over het Gelders netwerk voor duurzame regionale energie op pagina 3-6 in dit blad.
Wing werkt!
10
6. Financiering. Bij het opschalen van nieuwe technologie is de kans van slagen en het rendement vaak nog onzeker. Dit maakt financiers terughoudend. Garantstelling door een regionale overheid kan ervoor zorgen dat de betreffende onderneming toch tegen een aantrekkelijke rente kan lenen.
7
6
Grondstoffenmanagement
1
Innovatief samenwerken Uit bovengenoemde voorbeelden en succesfactoren blijkt dat de regio het optimale schaalniveau vertegenwoordigt voor een succesvolle transitie naar een biobased economy. Wij zien een grote toekomst voor regio’s die deze uitdaging pro-actief oppakken, als samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Wing heeft de nodige expertise bij het vormgeven van innovatieve samenwerking en denkt graag mee. Info: Henk Smit T 0317 – 46 52 04 E
[email protected]
Heldere regionale ambitie
2
3
Financiering
5
Uitgekiende logistiek
Van kennis naar innovatief product
De succesfactoren voor de regio als draaischijf
4
Verankering in beleid en regelgeving
Ketensamenwerking
Harry de Vries Directeur Stichting kiEMT, kennis en innovatie in energie- en milieutechnologie Hans Derksen Lector, onderzoeker, adviseur en ondernemer op het gebied van de biobased economy “Kenmerkend voor biobased grondstoffen is dat ze vaak beschikbaar zijn op lokale schaal, in kleine hoeveelheden, gedurende een beperkte tijd van het jaar en in wisselende kwaliteit. De grote hoeveelheid water in plantaardige grondstoffen maakt het transport bovendien kostbaar. Dit zijn belangrijke factoren die ervoor zorgen dat de biobased economy zich vooral ontwikkelt op regionaal schaalniveau. Een goed voorbeeld is eendenkroos, waar ik zelf samen met drie Gelderse bedrijven aan werk. Eendenkroos bevat zeer waardevol eiwit dat we eruit willen halen om er hoogwaardige diervoeding en zelfs humane voeding van te maken. We zijn nu in de fase om een proeffabriek te starten. Uiteindelijk verwacht ik dat productie en verwerking op regionale schaal zullen plaatsvinden. Ideaal zijn locaties waar restwarmte beschikbaar is en digestaat (restproduct van mestverwerking red.) om het kroos te bemesten. Om kostbaar transport te vermijden, zul je het kroos binnen de regio willen verwerken en alleen het eindproduct transporteren. Organiseer je dit binnen een coöperatie van agrariërs, dan hebben zij bovendien economisch voordeel van het toevoegen van waarde aan hun grondstof.”
“Ons geheim om innovaties en new business te bevorderen, is de koppeling tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven. Een belangrijke pijler van kiEMT is het scouten en screenen van nieuwe ideeën op het gebied van de energietransitie. We onderzoeken of de ideeën werkelijk duurzaam zijn, of ze commercieel haalbaar zijn en onder welke voorwaarden. Komt bijvoorbeeld een Willie Wortel met een goed idee, dan zetten wij er een ondernemer bij. Samen kunnen ze succesvol zijn. Goede ideeën komen in aanmerking voor kredietfacilitatie die mogelijk wordt gemaakt door het ministerie van EL&I en de Rabobank. Zo kom je van een idee naar een bv. Uit de 300 ideeën die we inmiddels hebben doorgelicht zijn zo’n 30 nieuwe bedrijven voortgekomen. In ons werkgebied Oost-Nederland zie ik veel kansen voor de biobased economy. Denk aan rijden op regionaal geproduceerd groen gas en huishoudens die volledig draaien op regionale groene energie. Tekenend is de belangstelling vanuit Noordrijn-Westfalen voor onze innovaties. We beseffen nog veel te weinig dat we goud in handen hebben.”
11 Wing werkt!
7. Grondstoffenmanagement. Als we de regio zien als één groot productie- en verwerkingsgebied, dan komt zowel biomassa uit de landbouw in beeld als organische (rest)stromen uit natuurgebieden en het stedelijk gebied. De uitdaging is om het totale potentieel te benutten. Zo kan de productiefunctie van natuurgebieden een aanzienlijke revival krijgen als we deze weer volledig onderdeel laten zijn van de beheeropgave. De huidige discussie over de financiering van natuur kan ertoe leiden dat biomassa uit natuurgebieden snel een plek krijgt in de biobased economy. Dit sluit ook aan op de breed ervaren noodzaak om het natuurbeleid meer te verweven met economische functies.
WING ACTUEEL
Eo Wijers-prijsvraag Veenkoloniën
Tweede prijs voor 7sprong
De negende editie van de Eo Wijers-prijsvraag speelde zich af in de Veenkoloniën met krimp en energie als centraal thema. Uit 36 inzendingen wist de combinatie Wing - Terra Incognita met ‘7sprong’ de tweede prijs binnen te halen. Tijdens de prijsuitreiking op 22 maart maakte burgemeester Galama van Stadskanaal bekend dat de Stuurgroep Agenda Veenkoloniën 7sprong en haar inzenders wil adopteren. Die samenwerking krijgt inmiddels vorm.
Wing werkt!
12
interessant perspectief. Collectieven kunnen op 7% van de grond een sprong maken om het aanwezige streekkapitaal in te zetten voor meer leefkwaliteit én rendement. Vier collectieven zijn als voorbeeld uitgewerkt: het kachelcollectief, de waterboer, een marktplaats voor collectief vervoer en de voedsellanderij. Kijk voor meer informatie op Wing.nl/nieuws of bestel de brochure van 7sprong via
[email protected]
Schoon en voldoende water. In een land als Nederland lijkt het zo vanzelfsprekend. Water uit de kraan, water om het toilet mee door te spoelen, water om in te zwemmen. Water om landbouwgewassen mee te beregenen, water om bier mee te brouwen, en ga zo maar door. Als we ons al zorgen maken over water, is dat vooral omdat we bang zijn voor teveel water: dijkdoorbraken, overstromingen, zeespiegelstijging. Maar er is ook een andere kant. Net als vorig jaar, en in 2003, hebben we ook dit jaar weer te maken met een droog voorjaar. Klimaatverandering zorgt ervoor dat we in de toekomst vaker met dit soort, of nog extremer perioden van droogte geconfronteerd zullen worden. In 2050 zal de gemiddelde zomer even droog en warm zijn als de extreme zomer van 2003. Voldoende schoon water is dan ineens helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. De maatschappelijke en economische gevolgen van droogte en watertekorten zijn verstrekkend. Denk aan opbrengstderving in de land- en tuinbouw en schade aan unieke en kwetsbare natuurgebieden. Maar ook aan beperkingen voor de voedingsmiddelenindustrie die afhankelijk is van proceswater, de energievoorziening die afhankelijk is van koelwater, de binnenvaart die te maken krijgt met langere
wachttijden bij lage waterstanden. En niet te vergeten de gevolgen van blauwalgen en bacteriële verontreinigingen voor waterrecreatie en -toerisme. Kortom, water is niet alleen verre van vanzelfsprekend, het is ook enorm kostbaar als grondstof voor onze economie en leefbaarheid. Blauw goud! Op onze hoge zandgronden beschikken we dankzij de natuur over een bijzondere bron van helder en schoon grondwater. Bescherming van de kwaliteit en kwantiteit van deze bron ligt voor de hand. Zuinig(er) omgaan met water is dus een must. Water besparen, water hergebruiken, water vasthouden. Als waterbeheerders en watergebruikers moeten we alles uit de kast halen om de beschikbaarheid van deze kostbare grondstof voor de lange termijn veilig te stellen. Overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten, de topsector Water, we zijn gezamenlijk aan zet om te investeren en te innoveren. Als Waterschap Aa en Maas zetten we ons in om deze samenwerking via het Deltaplan Hoge Zandgronden vorm en inhoud te geven. Gelukkig vinden steeds meer partijen dat belangrijk. De samenwerking krijgt een impuls door het symposium Hoog & Droog dat samenwerkende regio’s op de hoge zandgronden op 6 juni samen met Wing organiseerden. Laat ons internationaal naam maken, niet alleen met polders, molens, dijken en Deltawerken, maar ook met technische en organisatorische hoogstandjes op het gebied van onze watervoorziening.
13 Wing werkt!
7sprong ziet kansen om groot en klein te combineren in collectieven waarin burgers, boeren en middenstanders vanuit welbegrepen eigenbelang tot samenwerking komen. 7sprong ziet het nieuwe Europese landbouwbeleid als katalysator om collectieven op gang te brengen. In ruil voor subsidie zullen boeren 7% van de grond uit productie moeten nemen en aanwenden voor bredere maatschappelijke doelen. Arrangementen tussen boeren onderling, met lokale partijen of individuele burgers bieden een
Lambert Verheijen Dijkgraaf Waterschap Aa en Maas
Column
7sprong constateert dat de functies die het landschap van de Veenkoloniën hebben gevormd uit elkaar zijn gegroeid. Boeren en burgers kennen elkaar niet meer en basale voorzieningen en producten komen steeds minder uit de eigen omgeving. Marktmechanismen vragen om de efficiency van de grote schaal, maar ondertussen blijft behoefte aan leefcomfort en menselijke maat.
Het blauwe goud
INTERVIEW
Wing interviewt Johan Sanders
De biobased economy is hot. Hoe lang bent u er al mee bezig? Ik ben gepromoveerd in de moleculaire biologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1977 heb ik bij Gist-Brocades, nu onderdeel van DSM, een research groep opgezet die zich bezighield met enzymen. Later werd ik directeur R&D bij aardappelzetmeelbedrijf AVEBE. Sinds 2003 ben ik hoogleraar in Wageningen. Wat zijn de drijvende krachten achter de biobased economy? Fossiele grondstoffen raken uitgeput en zorgen voor klimaatverandering. Daarom zullen we onze grondstoffen efficiënter moeten gaan gebruiken en hergebruiken. We zullen een flink deel van de fossiele grondstoffen moeten vervangen door hernieuwbare grondstoffen van plantaardige herkomst. Bedrijven die daarin investeren worden minder kwetsbaar voor fluctuaties in de prijs van fossiele grondstoffen en bouwen aan een stevige marktpositie voor duurzaam geproduceerde goederen.
Wing werkt!
14
Stel, alles en iedereen werkt mee aan de biobased economy. Wat voor producten zullen we dan over tien tot vijftien jaar kunnen maken? We zullen plantaardige grondstoffen steeds meer uiteen gaan rafelen en zo steeds hoogwaardiger producten verkrijgen (zie ook ‘De biomassa waardepiramide’ op pagina 9 red.). Nu wordt biomassa nog vooral gebruikt om warmte en elektriciteit te produceren. Dat zijn laagwaardige toepassingen, net als het verbranden van steenkool. Grote groei is mogelijk in het benutten van biomassa voor de productie van bulkchemicaliën als bouwstenen voor bijvoorbeeld plastics, nylon en polyesters. Grote ontwikkelingen zijn ook onder handbereik vanuit het produceren van voedsel, met name diervoeding. We kunnen de grondstoffen voor veevoer raffineren, de eiwitten aan het vee geven en de cellulose en mineralen voor biobased toepassingen benutten.
De biobased economy heeft de toekomst Zijn er al kiemen zichtbaar van deze ontwikkelingen? Steeds meer. Zo neemt het aantal biogasinstallaties en houtgestookte centrales toe. Ik zie dat als een goed begin van het leerproces om efficiënter om te gaan met grondstoffen. Een beperkt aantal chemische industrieën is al bezig om hun producten biobased te maken. Zo worden bijvoorbeeld petflessen geproduceerd op basis van biomassa. En als je het hebt over uiteenrafelen van de grondstoffen voor veevoer, denk ik meteen aan Grassa!, een consortium van kleine bedrijven in Friesland dat al bezig is om dit met gras te doen. Hoe zullen landbouw en landgebruik eruit zien in de biobased economy? We zullen meer tonnen van een hectare oogsten en er zal een verschuiving optreden richting gewassen voor non-food toepassingen. We zullen gewassen in hun geheel gaan gebruiken, dus niet alleen de knol van de suikerbiet, maar ook het loof. Verwerking zal veel kleinschaliger plaatsvinden dan nu het geval is, dichterbij de productie. Suikerbieten bevatten bijvoorbeeld vijf keer zoveel water als suiker. Niet slim om dat ver te transporteren. Een kleine installatie in de schuur van een boer die de oogst van 500 hectare verwerkt kan dan kostenefficiënter zijn dan een grote fabriek die de oogst van 50.000 hectare verwerkt. Op het eerste gezicht zal er dus niet veel veranderen op het platteland. Maar de organisatie van de agroketens verandert wel degelijk: de productie en verwerking van biomassa vraagt om meer samenwerking in de regio en een andere relatie met de logistieke sector en de maakindustrie. Is de biobased economy geen bedreiging voor de voedselproductie? Ik ben van mening dat we af moeten van het food or fuel debat. Alsof voedsel heilig is en inefficiëntie daar wel is toegestaan. Dat werkt erg polariserend en zorgt voor een negatieve houding van het publiek. Ik zou liever benadrukken dat het één het ander kan helpen. Neem raapschroot, een restproduct van de voedings-
olie-industrie. We gebruiken dat in veevoer, maar je zou er ook nog eerst de cellulose uit kunnen halen om die op te werken tot transportbrandstoffen en chemicaliën. Het eiwit kun je zonder overmaat aan ballaststoffen en mineralen aan de dieren aanbieden. Daardoor verminderen we tegelijk ook nog het mestprobleem. Wat er dan nog overblijft, kun je verbranden tot warmte of elektriciteit.
‘Grootschalig gebruik van biomassa voor bulkchemicaliën en diervoeders is onder handbereik’
Hoe kunnen we de biobased economy stimuleren? De ontwikkeling van de biobased economy vraagt een zware transitie. Een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid, die meer regie zou moeten nemen bij het stimuleren van nieuwe initiatieven. Bijvoorbeeld door belemmerende regelgeving weg te nemen, een CO 2 -taks in te voeren en voorwaarden te scheppen voor meer samenwerking in de keten. Daarnaast is van belang dat bedrijven de kansen zien en pakken. Partijen als AVEBE en Suiker Unie willen wel, want zij kunnen nieuwe markten gaan bedienen. Bedrijven die groot zijn geworden met fossiele grondstoffen zien echter hun bestaande belangen aangetast en zijn terughoudend. Onze agrarische sector heeft de kansen nog onvoldoende in de gaten of is bang voor de verandering. Niet slim, want de EU-landbouwsubsidies worden steeds minder. De transitie kan op korte termijn op gang komen door met kleine en grote bedrijven een aantal inspirerende voorbeelden te laten zien en door zichtbaar te maken dat in het buitenland ook al veel gebeurt. Als we te lang wachten, verliezen we onze internationale concurrentiepositie en komt het buitenland straks bij ons investeren en van onze achterstand profiteren. Waar staan we in 2040? Tegen die tijd zullen we 30 tot 40% van onze fossiele grondstoffen hebben vervangen door biomassa. We halen er dan producten uit met een veel hogere waarde. Diervoeding zal daar een groot deel van uitmaken. Nederland kan tegen die tijd een enorme proeftuin zijn voor de biobased economy en haar kennis exporteren.
15 Wing werkt!
Johan Sanders (1948) is hoogleraar Biobased Commodity Chemicals aan Wageningen UR.
IMPRESSIES
IMPRESSIES
Onderzoek met expertmeetings en enquêtes
Kunstinbreng in ruimtelijke planvorming
Ondersteuning planontwikkeling 2012
Steeds vaker worden kunstenaars betrokken bij ruimtelijke planvorming. Hun bijdrage varieert van tastbare kunstwerken in de openbare ruimte tot kritische reflectie op de opgave in planprocessen.
De gemeente Zandvoort heeft de ambitie tot herstructurering van de Middenboulevard, de zone tussen strand en dorp. De ruimtelijke kwaliteit is op dit moment onvoldoende. Besloten is om out of the box de mogelijkheden te verkennen voor ruimtelijke ontwikkeling, maar wel binnen de huidige filosofie over waterveiligheid. In het Deltaprogramma Kust
Vraag van de opdrachtgever In opdracht van Kunstenlab uit Deventer, het brabants kenniscentrum kunst en cultuur en Kunst & Cultuur Overijssel doet Wing onderzoek naar de maatschappelijke meerwaarde van kunstinbreng bij planvorming en inrichting van de openbare ruimte. De vraag is hoe het effect van kunstprojecten in het ruimtelijk proces kan worden geoptimaliseerd en hoe meer kan worden geanticipeerd op economische baten van kunst in ruimtelijke investeringen. Voor dit laatste werkt Wing samen met Witteveen+Bos.
is dit project aangemerkt als pilot, omdat het als voorbeeld kan dienen voor kustontwikkelingen elders. Vraag van de opdrachtgever Deltaprogramma Kust heeft Wing gevraagd om het creatieve proces te organiseren voor de ontwikkeling van planvarianten die ruimtelijke (her-)ontwikkeling mogelijk maken en de veiligheid van Zandvoort en het achterland duurzaam waarborgen.
Dialoog tussen maatschappelijke partijen
De conclusie is dat kunst sterk kan bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit en significante baten kan hebben voor onder meer bewoners,vastgoedeigenaren, recreatieondernemers en recreanten. Maar kunstinbreng blijkt nog veel meer op te kunnen leveren. Betrokkenheid van kunstenaars in vroege fasen van een planproces kan leiden tot een scherpere probleemstelling, beter zicht op de (dis)kwaliteiten van gebieden, een vernieuwende kijk op de gebiedsopgave en betrokkenheid van mensen bij hun leefomgeving. Dit betekent lagere proceskosten en betere resultaten in de planvorming. Met de inzichten uit het onderzoek kan effectiever worden gestuurd op de inbreng van kunstenaars in ruimtelijke projecten en processen.
Natuurondernemerschap Overijssel Provincie Overijssel wil de zorg voor natuur en landschap een gedeelde verantwoordelijkheid maken van overheid en private sector. Daarvoor is behoefte aan ondernemers die de groenblauwe hoofdstructuur meer integraal kunnen verbinden met andere maatschappelijke en economische functies. Vraag van de opdrachtgever Provincie Overijssel vroeg Wing een proces te organiseren dat ondernemers, natuurorganisaties en beleidsmakers met elkaar in gesprek zou brengen en dat het provinciebestuur zou inspireren het ondernemen met natuur steviger te positioneren. Wing-aanpak Wing startte met een serie verkennende gesprekken. Dit leverde vier perspectiefvolle thema’s op: landbouw, recreatie, biomassa & energie en wonen, werken & zorg. Per thema organiseerde Wing een bijeenkomst met een wisselende groep ondernemers,
september 2011 – juli 2012 beleidsmakers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Ook werden enkele succesvolle ondernemers uitgenodigd van buiten de provincie. Elk van de bijeenkomsten resulteerde in aanbevelingen voor stappen die partijen zouden moeten zetten om natuurondernemerschap tot een succes te maken. In een samenvattende notitie werd het provinciebestuur aanbevolen om hierover op bestuurlijk niveau concrete afspraken te maken.
17 Wing werkt!
de Overijsselse Vecht, de wijk Strijp S in Eindhoven en landbouwontwikkelingsgebieden in Noord-Brabant. Het onderzoek bestond uit o.a. expertmeetings, interviews en enquêtes met behulp van de Interactieve Netwerkomgeving (INO) van Wing.
Wing werkt!
december 2011 – juni 2012
Wing-aanpak Wing organiseerde een werkatelier waarin betrokkenen en externe deskundigen verkenden hoe Zandvoort toekomstbestendig ontwikkeld kan worden. In afwisselende rondes van informatie, inspiratie en brainstorming zijn drie kansrijke concepten bedacht die vervolgens door Wing werden uitgewerkt. Wing ondersteunt bovendien de ambtelijke werkgroep bij het adviestraject en de bestuurlijke behandeling van de varianten.
Wing-aanpak Wing selecteerde planprocessen waar kunstenaars een inbreng hebben geleverd: de A1, de A50, de A2 bij Eindhoven,
16
Herstructurering Middenboulevard Zandvoort
WING ACTUEEL
Green Deal Het Landgoedbedrijf Eind 2011 sloot minister Verhagen een Green Deal met Het Landgoedbedrijf, een initiatief van vier landgoedeigenaren. Doel is het uitwerken van kansen voor maatschappelijk ondernemerschap op het landgoed. Wing begeleidt de landgoedeigenaren en zal helpen om hun constructieve en positieve boodschap verder te ontwikkelen en te verspreiden. Meer informatie: Hetlandgoedbedrijf.nl
Wing werkt!
18
Mark Wilmot Sinds 1 mei versterkt Mark Wilmot het team van Wing. Mark is de afgelopen jaren als software-architect en projectleider bij het ministerie van EL&I betrokken geweest bij grote nationale beleidsprogramma’s als de Programmatische Aanpak Stikstof en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Zijn kracht is het verbinden van inhoud en praktijk aan het (beleids)proces.
Wing werkt! is een uitgave van Wing, Wageningen Vierde jaargang, uitgave 1, juni 2012 Hoofdredactie Suzan Klein Gebbink Concept, eindredactie en vormgeving Communicatiebureau De Heer & Co., in samenwerking met ontwerpbureau De Graaf & Partners Met tekstbijdragen van Dorien Brunt, Mireille de Heer, Jannemarie de Jonge, Suzan Klein Gebbink, Rianne Knoot, Harm Luisman, Henk Smit, Joost Tersteeg, Lambert Verheijen, Mark Wilmot
Groengarantie Op de conferentie Financiering Landschap in december 2011 lanceerde Jac. Meter van het Nationaal Groenfonds het nieuwe instrument Groengarantie. Een Groengarantie is een afspraak tussen twee of meer partijen over het beheer, onderhoud of verbetering van een perceel. Wing heeft Groengarantie ontwikkeld in opdracht van de WERV gemeenten, InnovatieNetwerk en Nationaal Groenfonds. Meer informatie: Groengarantie.nl Community website Platformlandschap.nl Geïnteresseerd in het landelijk gebied? Betrokken bij onze leefomgeving? Werkend in of aan een mooi landschap? Tien tegen één dat het Platform Landschap dan een interessante ontmoetingsplek is voor uw organisatie of uzelf. Het Platform Landschap wil stakeholders in het landelijk gebied bij elkaar brengen en een ontmoetingsplek zijn in de brede betekenis van het woord. Via bijeenkomsten, excursies en op internet biedt het Platform gelegenheid voor kennisuitwisseling en netwerken. Zo wil het Platform mensen die betrokken zijn bij landschap informeren, inspireren en stimuleren. Wing heeft begin 2012 een community website ontwikkeld voor het Platform Landschap. Een plek die er niet alleen mooi uitziet, maar ook uitnodigt tot dialoog. Benieuwd naar het resultaat? Kijk dan op Platformlandschap.nl!
Beeld Eo Wijers-stichting (12), Leger des Heils (7), Henk Merjenburgh (4-6), Gerard Til/Hollandse Hoogte (8-10), Irene Vijfvinkel (2, 18, 20), Michiel Wijnbergh/Hollandse Hoogte (3), Z33 art centre (17)
Oplage 1300
Drukwerk Digigrafi, Veenendaal
Reacties, abonnementen en adreswijzigingen Wing Hollandseweg 7E 6706 KN Wageningen 0317 – 46 52 00
[email protected] www.wing.nl
Met dank aan Hans Derksen, Johan Sanders, Marco Vellema, Harry de Vries
Papier van verantwoorde herkomst
C016391
Overname artikelen Artikelen mogen alleen worden overgenomen met toestemming van Wing en met bronvermelding
Wing begeleidt en ontwerpt processen in de groene ruimte. Zij brengt partijen bij elkaar en verbindt de verschillende belangen. Met creativiteit en kennis van zaken werkt Wing aan een inspirerend resultaat. De mensen van Wing combineren passie voor processen met veel ervaring op het gebied van de groene ruimte. Zij spreken de taal van praktijk,
beleid, ontwerp en onderzoek. Een aantrekkelijk profiel, zo blijkt, met name bij complexe en strategische vraagstukken waar partijen er zonder onafhankelijke begeleiding niet goed uit komen. Wing heeft een eigen stijl en expertise. De procesbegeleiders brengen vertrouwen en commitment in processen. Samen met betrokkenen zoeken zij naar nieuwe manieren om opgaven aan te pakken en oplossingen te vinden.
Wing werkt!
Draagvlakonderzoek windenergie Wijk bij Duurstede Voor de gemeente Wijk bij Duurstede onderzochten Wing en De Heer & Co. het draagvlak voor windenergie. Op 4 april bezochten zo’n 200 inwoners van Wijk de informatiemarkt met discussieforum. Met de Interactieve Netwerk Omgeving (INO) van Wing werd een internetpeiling gehouden die door zo’n 1450 Wijkers werd ingevuld. Een belangrijke bouwsteen voor de gemeenteraad om haar standpunt over windenergie te bepalen.
Groei Wing bij het kunstwerk ‘Groei’ van Piet Slegers. Het beeld staat op Wageningen Campus bij de gebouwen van Alterra, waar Wing in 2004 is ontstaan. In 2007 ging Wing als zelfstandig bureau verder. Met enige nostalgie ging Wing in dit lustrumjaar terug naar haar geboortegrond. De lavasteen van dit kunstwerk is in droge perioden lichtrood, in vochtige perioden diep donkerrood. Meekleuren met de omgeving en de omstandigheden, zonder de eigen karakteristieke kleur te verliezen, laat staan kleurloos te worden: dat heeft Wing de afgelopen vijf jaar gedaan en zullen we blijven doen. Eerste rij v.l.n.r.: Dorien Brunt, Lise Oosterveer, Charlot Teng, Anne Kruft, Suzan Klein Gebbink Tweede rij v.l.n.r.: Céline Hoon (stagiaire), Ingrid Versteegen, Joost Tersteeg, Willeke Huijer, Simone Mink, Jannemarie de Jonge, Mark Wilmot Derde rij v.l.n.r.: Harm Luisman, Rianne Knoot, Henk Smit, Ronald Lanters