openbaar ministerie jaargang 14 nummer 1
JANUARI 2008
‘Wij zijn bedreigend’ Ybo Buruma, voorzitter Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken
01
XTC is een wereldproduct, vindt officier Cees van Spierenburg Quickscan en zittingsteam in de tweede lijn
OPPORTUUN
Hoek van Jan
tijdschrift voor het openbaar ministerie JAARGANG 14 NUMMER 1 JANUARI 2008
Opportuun is het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. Redactieadres Afdeling Communicatie, Parket-Generaal, kamer 5.19, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected].
Landmeter De deur zwaaide open. Een man stapte naar binnen. Groot pak in zijn handen. Dat zette hij neer tegen de eerste de beste stoel. ‘Ogenblikje’, mompelde hij en verliet de zaal weer. Twee tellen later was hij terug. Met een tweede pak. Iets kleiner dan het eerste. Langzaam trad hij naar voren richting verdachtenbankje. Daar hoorde hij trouwens niet thuis. Dat maakte hij meteen maar even duidelijk. Die boete was onzin. Klinkklare nonsens. Hij had niet te hard gereden. Zeker niet. De meetapparatuur deugde niet. De kantonrechter wilde weten hoe hij dat wist. ‘Ik ben landmeter’, was het besliste antwoord. En als meneer de rechter even had, liet hij zien wat er aan de meting van de politie niet deugde. De kantonrechter had wel even. En ik ook. De aanloop was die ochtend toch niet groots. Achter in de zaal maakte de man het eerste pakket open. Er kwam een kleine stellage uit. Mij begon te dagen wat de man wilde. Doodgemoedereerd bouwde de man zijn
bouwwerk. Uit het tweede pak kwam een meetinstrument tevoorschijn. Met zorg werd dat op de stellage geplaatst. Na een klein kwartier was het bouwsel klaar voor gebruik. ‘Kijk’, riep de man, ‘nu zal ik laten zi…’. Halverwege stokte de zin. De man begon wat zenuwachtig om de apparatuur heen te lopen. Hij mompelde wat in zichzelf. Iets over een ‘batterij’ en ‘niet opgeladen’. En zonder verder ook maar een woord te spreken werd alles weer afgebroken. De apparatuur verdween in de tassen en de man uit de zaal. De kantonrechter keek niet op of om. ‘Uw eis, meneer de officier?’. Hij vonniste conform. Jan Hoekman
Redactieraad Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters, Elke Kool, Thea van der Geest. Vaste medewerkers Linda Bregman, Linda van Bruggen, Thea van der Geest, Irene Gonzales, Jan Hoekman, Willem Hoogendoorn, Josine ten Kate, Koos Spee, Gerard Strijards. Aan dit nummer werkten verder mee Miranda van Ark, Sonja Dietze, Anne Hoeksema, Anna Italianer, Sjaak Klunder, Elke Kool, Thea Tjeerdema, Foto omslag Onno Kummer Ontwerp Fabrique, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage 7.650
OPPORTUUN
Inhoud
Nummer 1 – 2008
3
‘OM heeft zich kwetsbaar opgesteld’ Ybo Buruma over evaluatie afgesloten strafzaken, pagina 8
Januari 2008 Alles Afwegende
Rubrieken 6
De strafzaken tegen de bezinedieven waren relatief eenvoudig, zeggen de Haarlemse officieren Diana van Gosen en Jaap de Moor. ‘Maar de opsporingsmethode tegen deze “zwarttankers” maakte ze zo interessant.’
Ybo Buruma
8
Voor de opsporing en vervolging is zijn commissie bedreigend. Maar uiteindelijk, zegt CEAS-voorzitter Ybo Buruma, wint het OM aan betrouwbaarheid. ‘Je incasseert klappen, maar wint de wedstrijd.’ Een interview.
Quickscan
12
De quickscan en het zittingsteam zijn krachtige instrumenten voor de tweede lijn. Tenminste, als ze goed en tijdig worden toegepast, zo menen advocaten-generaal en secretarissen.
Synthetische drugs
16
Het imago als dé xtc-producent van de wereld is gelukkig afgezwakt, maar landelijk “pillen-officier” Cees van Spierenburg wil meer. Voor een effectieve bestrijding moet je niet productieplaatsen binnenstuiven en kleine jongens pakken. ‘Wil je doorstoten naar de top van de georganiseerde misdaad, dan moet je bereid zijn arrestaties uit te stellen en financieel onderzoek te doen.’
Cybercrime
20
Ze toveren gegevens uit zakagenda’s, navigatiesystemen en de ontstekingen van een bom. De afdeling Digitale Technologie en Biometrie ondersteunt de opsporing bij cybercrime. ‘Het is belangrijk dat de onderschepte data goed bij de rechtszaal aankomen.’
De Hoek van Jan
2
Landmeter
KortOM
4
WaarOM?
11
Gerechtskosten
Nationale ombudsman
19
Grensverleggend vervolgen
Personalia
22
OMgeslagen
23
2e etage
23
Verkeer
24
Uitgelicht
25
Snelheid en kwaliteit
Marathonloopster
14
Vijf vragen aan Didi Oonk, beleidsmedewerker in Middelburg en fervent hardloopster. De marathon van New York liep ze al, en dit jaar wacht die van Berlijn.
Internationaal
26
In memoriam
27
AchterOM
28
4
KortOM Samenwerking Functioneel Parket en Haagse Hogeschool Het Functioneel Parket en de Haagse Hogeschool combineren theorie en praktijk en zijn een samenwerking aangegaan. Voor beide partijen is het een samenwerking met alleen maar voordelen. De heer van Tongeren van de Haagse Hogeschool en Ruud Bloembergen van het Functioneel Parket hebben op 7 december een convenant ondertekend.
king houdt ook in dat het Functioneel Parket gastcolleges verzorgd over diverse onderwerpen (zoals over het OM en Bedrijfsvoering binnen het OM) aan de studenten en dat we gebruik kunnen maken van elkaars kennis en expertise. Ook is het Functioneel Parket opdrachtgever voor een praktijkcase voor eerste jaarsstudenten waarbij het OM centraal staat en beoordeelt deze ook mede.
Studenten van de Academie voor Bestuur, Recht & Veiligheid moeten tijdens hun studie een jaar werken en het Functioneel Parket stelt hiervoor plaatsen beschikbaar binnen het team Bedrijfsvoering en Verwerving & Expertise. Dit is geen stage, maar de studenten hebben eigen verantwoordelijkheden en worden ook zo beoordeeld. Bij het Functioneel Parket zijn momenteel drie “Lappers” in dienst. LAP staat voor Leer ArbeidsPlaats. Reacties van de Lappers over deze samenwerking zijn: ‘Goed om te zien hoe het er aan toegaat in een organisatie en om daar in mee te draaien.’ ‘Het Functioneel Parket is een leuke organisatie.’ ‘Was wel even wennen om acht uur per dag te werken.’ ‘De theorie komt je tegen in de praktijk en is dan ineens heel herkenbaar en toepasbaar.’ ‘We doen veel verschillende opdrachten.’
De Haagse Hogeschool hecht veel waarde om onderwijs en het werkveld goed in te richten. Van Tongeren: “Ik geef nog wel eens college en zie dan in de praktijk hoe snel studenten groeien als ze werkervaring hebben. De the-
orie valt dan ineens op zijn plaats bij de studenten.” Voor het Functioneel Parket is de samenwerking ook van belang. Binnen het OM is samenwerking ten aanzien van bedrijfsvoering uniek. Bloembergen: “Door goede ervaringen met de Haagse Hogeschool hebben we besloten om de samenwerking verder te ontwikkelen en zo structureel gebruik te maken van elkaars kennis. Daar worden we allemaal sterker van.” Volgend jaar wordt de samenwerking geëvalueerd. Tekst: Esther Schreur
Tweedejaarsstudenten kunnen ook twee dagen meelopen op het Functioneel Parket zodat ze zelf kunnen ervaren wat er gebeurt in de praktijk. Maar de samenwerFP en Hogeschool tekenen het convenant.
Uitgezonden OM’ers voelen zich vergeten Nederlandse OM’ers die zijn uitgezonden naar de Nederlandse Antillen en Aruba voelen zich soms vergeten. Een aantal maatregelen dat sinds november 2007 geldt, moet knelpunten rond de detachering wegnemen. Betrokken OM’ers worden beter voorbereid op het buiten-
landse verblijf en er komt meer helderheid over de terugkeer naar een Nederlands OM-onderdeel. Het College van PG’s heeft een maximale termijn van uitzending van drie jaar vastgesteld, waarvan slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken. Verder wordt de afdeling HRM van het Parket-
Generaal betrokken bij het selecteren van uit te zenden OM’ers, waardoor de uitzending past in het loopbaanbeleid van een medewerker. Tot slot moet de persoonlijke veiligheid van de medewerkers lokaal gegarandeerd zijn. Binnenkort verschijnt er een informatiebrochure over werken in het buitenland.
OPPORTUUN
KortOM
Nummer 1 – 2008
GPS stap-voor-stap in gebruik GPS kan geschikt gemaakt worden voor gebruik bij het OM en de Rechtspraak. Dat blijkt uit het rapport “Samen beheerst op weg met GPS” dat onlangs is besproken met de minister van Justitie. Vijf gezamenlijke werkgroepen van Rechtspraak en OM hebben de twijfels en bezwaren uit de GPS-pilots in Amsterdam en Den Bosch onderzocht. Hun verslagen vormden de basis voor het eindrapport, dat toont hoe de problemen stap voor stap kunnen worden aangepakt. Het eindrapport bevat ook voorstellen om meer zittingsgericht te kunnen werken met GPS en het geeft aanvullende eisen voor het digitaal dossier. Het verwerken van de voorstellen in de GPS-software vraagt naar schatting 6 tot 8 maanden werk. Daarbij gaat het alleen om de zogenaamde standaardzaken, die voor de Kanton- of Politierechter komen. Het OM zal beginnen met de afdoening van artikel 8 WVW-zaken (rijden onder invloed) met een OM-strafbeschikking. De gefaseerde invoering van de Wet OM-afdoening sluit aan bij de uitrol van GPS. Het OM start met de uitrol van standaardzaken volgens de eerdere planning. De Rechtspraak wacht daarmee tot GPS lokaal operationeel is voor registratie van zaken.
Via een stap-voor-stap benadering zullen OM en Rechtspraak samen optrekken. De fasering betekent voor de Rechtspraak dat aanvankelijk alleen OM-afdoeningszaken in GPS geregistreerd worden. Later komt daar de verwerking van standaardzaken bij vergelijkbaar met wat in het huidige systeem gebeurt. Vervolgens wordt het werken met digitale dossiers in enkele fases ingevoerd: telkens nadat de programmatuur daarvoor uitgebreid is beproefd. De verwachting is dat dit per 1 januari 2009 is afgerond. Pas in de laatste fase zullen de huidige werkprocessen met papieren stukken overgaan naar digitaal werken.
Wet politiegegevens in werking De Wet politiegegevens (Wpg) vervangt de Wet politieregisters (Wpolr) en treedt per 1 januari 2008 in werking. In de Wpg is enerzijds gekozen voor verruiming van de wettelijke mogelijkheden tot opslag, gebruik en verstrekking van persoonsgegevens door de politie. Anderzijds voorziet deze wet in de nodige waarborgen voor de burger tegen ongerechtvaardigde
Ding mee naar de Gonsalvesprijs Wie kans wil maken op de mr Gonsalves prijs kan initiatieven aanmelden op het terrein van burgerparticipatie, de kwali teit van de opsporing en vervolging, of de forensische opsporing. Zowel een persoon als een organisatie kan deze “nationale innovatieprijs voor de rechtshandhaving” in de wacht slepen. De termijn voor inzending van kandidaten sluit op 11 januari 2008. Daarna buigt een jury, onder voorzitterschap van oud-voorzitter van het College van procureurs-generaal Arthur Docters van Leeuwen, zich over de voorliggende kandidaten. Op 15 februari 2008 reikt minister van Justitie Ernst Hirsch
De eerdere fases hangen vooral af van technische ontwikkelingen, maar bij de laatste zijn ook de juridische condities (wetgeving) en aanpassing van de organisatie-inrichting van belang. De Rechtspraak is begonnen haar eigen projectorganisatie voor GPS aanzienlijk te versterken, zoals de inrichting van eigen functioneel beheer (het definiëren van functionaliteit en het testen) en implementatie project. Het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak blijven de risico’s die er nog bestaan gezamenlijk opvangen en de invoering van GPS wederzijds op elkaar afstemmen.
Ballin de mr Gonsalvesprijs uit. De innovatieprijs draagt de naam van Rolph Gonsalves (1932-2002), aan het eind van zijn werkzame leven vice-voorzitter van het College van procureurs-generaal. In zijn loopbaan stond hij een daadwerkelijke “greep op de misdaad” voor. Zo bestreed hij samen met de politie de grensoverschrijdende amfetaminehandel en maakte hij zich zowel sterk voor de aanpak van professionele brandkastkrakers als voor de terreurbestrijding en aanpak van georganiseerde criminaliteit. Meer informatie over de prijs en kandidaatstelling is te vinden op www.gonsalvesprijs.nl.
inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer. Er wordt een Aanwijzing opgesteld en de beleidsregels worden aangepast. Om dit tijdig te realiseren is een projectgroep samengesteld. Naar verwachting is de implementatie op 1 april 2008 afgerond. Voor meer informatie: OMtranet > Organisatie > Implementatie > Projecten
Tips? Heeft u tips voor de rubriek KortOM? Neem contact op met de redactie via
[email protected] of 070 3399840.
5
6
Zwarttankers Bewakingsbeelden tegen benzinedieven
‘De strafzaken zelf zijn relatief eenvoudig’, zegt zaaksofficier van justitie Diana van Gosen van parket Haarlem. Beide verdachten zijn benzinedieven. Diana van Gosen bladert door de dossiers. ‘Maar wat deze zaken zo interessant maakt is de opsporings methode die gebruikt is.’ In Haarlem is er een doeltreffend middel gevonden om doorrijden na tanken zonder te betalen aan te pakken. Binnen het gebied van de regiopolitie Zaanstreek-Waterland staan drie tankstations aan rijksweg A8 en A10. Vanaf 1 mei 2005 tot 1 mei 2006 registreerde de politie het aantal gevallen van tanken zonder te betalen. Fotoprints uit het camerabewakingssysteem van de benzinestations legden duidelijk auto’s, kentekens en de personen die ‘zwart’ tankten vast. Er werd een aantal van 443 doorrijders geteld. Bij vergelijking van het type, merk en kleur van de gebruikte auto’s met de kentekens kwam aan het licht dat ruim tweederde (273 gevallen) van de doorrijders gebruik maakt van gestolen platen. ‘Er moest een eind komen aan de grote aantallen doorrijders met valse kentekens’, zegt Jaap de Moor, beleidsofficier van justitie. ‘Normaal kunnen pomphouders via een gerechtsdeurwaarder het geld alsnog innen, maar bij gestolen kentekenplaten gaat dat niet op.’ Het enige wat de politie kon doen was de fotoprints scannen en in een computerbestand opnemen. Dit leidde slechts bij enkele gevallen tot succes. ‘Je moet kunnen vertrouwen op de geldigheid van kentekens, zoals je ook moet kunnen vertrouwen op de geldigheid van paspoorten’, is het standpunt van Jaap de Moor. ‘De pomphouders kunnen hun deel civiel afhandelen, maar diefstal is een strafbaar feit.’
‘Daarnaast gaat gebruik van valse kentekens vaak gepaard met andere strafbare feiten’, concludeert Diana van Gosen.
Televisie Op 17 mei 2006 worden voor de eerste keer fotoprints getoond via het televisieprogramma “Ter Plaatse” van de regionale omroep RTV Noord-Holland. Vastgesteld is dat de tanker valse kentekens gebruikt en weg is gereden zonder te betalen. De kijkers worden opgeroepen om informatie door te geven aan de plaatselijke politie. ‘Er zijn wel voorwaarden verbonden aan het tonen van de fotoprints op tv’, legt zaaksofficier Van Gosen uit. ‘Het tonen van de fotoprints op televisie is toegestaan bij misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en waarbij andere onderzoeksmogelijkheden niet tot succes hebben geleid. Ook moet er in dit geval sprake zijn van het recidivecriterium waarbij de auto en/of de verdachte tenminste tweemaal in beeld is geweest.’ De uitzendingen worden een keer per week gepland. ‘Het tonen van de prints heeft een groot effect. Er gaat een enorme uitstraling vanuit’, weet Jaap de Moor inmiddels.
gestolen kentekenplaten. Na de uitzending komt een reactie binnen van zijn ex-vrouw die vertelt dat de man vier jaar terug ook regelmatig tankte zonder te betalen. En er belt een tankstationhouder. Hij weet te vertellen dat dezelfde man ook bij hem drie keer heeft getankt met gestolen platen. In totaal blijkt de verdachte ruim zeshonderd liter brandstof gestolen te hebben. Aan de hand van de gegevens die de exvrouw verstrekt komt men op het spoor van verdachte O., die zich veertien dagen na de uitzending zelf meldt bij het politiebureau. ‘Na onderzoek blijkt de man verdacht van meerdere strafbare feiten’, herinnert Diana van Gosen zich. ‘Tijdens de zitting die op 2 mei jongstleden plaatsvond, kwam niet alleen de diefstal van benzine aan de orde, maar ook twee diefstallen van auto’s, vuurwapenbezit en woninginbraak.’ ‘Het is verklaarbaar’, zegt Jaap de Moor. ‘Als iemand niet afrekent na het tanken kan dat een vergissing zijn. Maar als er bewust ken-
Twee zaken Op 10 januari 2007 geeft het Openbaar Ministerie toestemming om een fotoprint te tonen in “Ter Plaatse”. De man heeft negen keer getankt met drie verschillende setjes Fotoprints uit camerabewakingssyteem
OPPORTUUN
Alles afwegende
Nummer 1 – 2008
Officieren Diana van Gosen en Jaap de Moor: ‘Het delict is in deze regio bijna gestopt.’ Foto: Marisa Beretta
tekens worden vervalst is er veel meer aan de hand.’ O. wordt veroordeeld conform de eis: zes maanden gevangenisstraf waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ook wordt er een bijzondere voorwaarde opgelegd. O. is verplicht contact te onderhouden met de reclassering.
Delict gestopt Na een latere uitzending wordt een andere “zwarttanker” herkend. De melder vertelt dat de getoonde auto in de straat staat. Verbalisanten kunnen even later verdachte M. aanhouden. Uit onderzoek blijkt dat M. tijdens een proefrit de te koop staande auto niet aan de verkopende garagehouder retourneert. Met deze auto tankt hij benzine en rijdt zonder te betalen weg. M. zit nog in zijn proeftijd. Tijdens de zitting op 25 augustus 2007 wordt hij veroordeeld voor diefstal van benzine en verduistering van een auto. Zelf is hij niet op de zitting aanwezig. Alleen zijn advocaat hoort het vonnis van de rechter aan: vijfenveertig dagen gevangenisstraf, zes maanden voorwaardelijk. M. is in hoger beroep gegaan.
‘Het is een succes,’ vindt Jaap de Moor. ‘Het zwarttanken is bij de deelnemende benzinestations met 95% afgenomen. Het delict is in deze regio bijna gestopt.’ Een bijkomend effect is dat de uitzendingen ook een preventief karakter hebben. Kijkers nemen automatisch kennis van het feit dat er veel kentekenplaten worden gestolen. Zij kunnen daar zelf wat aan doen door hun platen deugdelijk te bevestigen. En potentiële benzinedieven weten dat ze kans lopen om op de televisie te verschijnen. De benzinedieven-aanpak beperkt zich nu nog tot Zaanstreek-Waterland. Binnenkort gaat het project ook in de regio AmsterdamAmstelland lopen. En er is al belangstelling getoond door het korps Noord-HollandNoord. Jaap de Moor hoopt dat de aanpak een landelijke navolging krijgt. Het is een relatief kleine inspanning met een groot resultaat. Hij ziet wellicht een rol weggelegd voor het BVOM. ‘We moeten voorkomen dat benzinedieven ergens anders in het land wel kunnen toeslaan.’ Tekst: Thea van der Geest
Hein Roethofprijs De benzinedieven-actie van de politie Zaanstreek-Waterland, parket Haarlem en het regionale televisieprogramma “Ter Plaatse” kreeg afgelopen oktober een eervolle vermelding tijdens de uitreiking van de Hein Roethofprijs in Den Haag. Dat gebeurde door minister van Justitie Hirsch Ballin. De Hein Roethofprijs wordt sinds 1986 uitgereikt en is bestemd voor initiatieven die criminaliteit terugdringen. Politie, justitie en tankstations werken samen om overlast van doorrijders te bestrijden. In “Ter Plaatse” wordt een benzinedief getoond en tankers worden bij de pompstations door posters en stickers gewaarschuwd dat zij op tv kunnen komen. En dat heeft groot succes. Sinds de uitzendingen is het aantal benzinedieven met 95% afgenomen.
7
8
‘Wij zijn bedreigend’ CEAS-voorzitter Ybo Buruma vindt de opsporing soms te angstig worden
Aarzelende opsporingsambtenaren. Officieren met een psychologische last op de schouders. En rechters die net even eerder voor vrijspraak lijken te kiezen. Dat zijn volgens Ybo Buruma de gevolgen van de Schiedammer Parkmoord en van “zijn” evaluatieonderzoeken naar afgesloten strafzaken. Maar door deze onderzoeken wint het OM volgens hem uiteindelijk aan betrouwbaarheid. ‘Je incasseert klappen, maar wint de wedstrijd.’ ‘We leggen de betrokkenen bij het OM een enorme psychologische last op als we hun afgesloten onderzoek opnieuw onder de loep leggen. Het wordt toch ook als een motie van wantrouwen ervaren, min of meer vergelijkbaar met een bezoek van de Rijksrecherche.’ Of eigenlijk, zo corrigeert hoogleraar strafrecht Ybo Buruma zijn woorden, komt CEAS-onderzoek nóg harder aan dan onderzoek naar of je corrupt
zedenzaak, leidde dat tot het advies tot een rapport. Tegelijkertijd, al is dat wijsheid achteraf, blijkt het minder schokkend te zijn dan menigeen dacht. ‘Ik had meer verzoeken tot onderzoek verwacht; over dit aantal was ik wel verbaasd. Er zijn zaken geweest waarover we indringend met elkaar hebben moeten praten, maar ik blijf zeggen
‘De CEAS redeneert voortdurend vanuit wat níét in het dossier staat’ of niet-integer hebt gehandeld. ‘Bij CEASonderzoek gaat het om iets existentiëlers. Dit raakt iets waarvan je oprecht denkt dat je het goed gedaan hebt, waarover je geen twijfel had. Daarom is het zo bedreigend.’ Het hakt er dus in, weet Ybo Buruma, voorzitter van de Toegangscommissie van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS). De toegangscommissie heeft bij drie van de 36 door haar beoordeelde zaken geadviseerd tot nieuw onderzoek door een CEAS-onderzoekscommissie. In twee van de drie zaken, Lucia de B en de Enschedese
dat het nogal meevalt met de hoeveelheid echt problematische zaken die de CEAScommissie bereiken. In de trein hoor ik wel “gaat u door, prof, want er is heel veel mis”, maar ik deel die somberheid niet. Weinig mensen hebben gevraagd om hun eigen zaak te laten onderzoeken. Dat zou weliswaar vergeefs zijn, want dan mag je volgens de CEAS-regels niet zelf doen, maar ik vind het toch een indicatie: als ik zelf onschuldig was veroordeeld, zou ik dat toch proberen. In de gevallen die me wel bereikten ging het bovendien vaak om zaken die te licht zijn voor de CEAS-procedure.
Het “CEAS-werk” schuurt met de bestaande middelen van hoger beroep, cassatie en herzieningsverzoeken, erkent Buruma. Maar het kon bijna niet anders. ‘Na de Schiedammer Parkmoord was het een inbreuk die gemaakt móést worden. Er moest een ventiel, een “opruimcommissie” komen voor die gevallen waarin personen misschien ook ten onrechte in de gevangenis zaten. Besef dat we het hebben over 2005. Er was maatschappelijke ontevredenheid, een klimaat van onrust. We hadden te maken met het naijleffecten van de moord op Fortuyn. Van de aanslagen op de Twin Towers. De Puttense moordzaak was net behandeld, de Deventer moordzaak begon de media te halen, en tóén, bij de Schiedammer parkmoord, bleek onomstotelijk dat iemand ten onrechte was veroordeeld omdat de dader zijn vinger had opgestoken. Dan is het logisch dat er in de Tweede Kamer druk ontstaat waarvan CEAS de uitkomst is. Een Toegangscommissie die overheersend onafhankelijk is, met mij als voorzitter. En onderzoekscommissies die meer OM-getint zijn, waarbij een advocaatgeneraal voorzitter is.’ ‘Ja, het OM heeft zich door de CEAS in te stellen, kwetsbaar opgesteld. Maar dat je je kwetsbaar opstelt, maakt je juist sterker. Het getuigt van vertrouwen in wat je gedaan hebt. Het ontdekken en melden van fouten straalt betrouwbaarheid uit. Je incasseert misschien twee klappen, maar je wint de wedstrijd. Het ís niet zo dat je door een zaak als Lucia de B. alleen klappen oploopt. Zo ben ik het er ook niet mee eens dat het grote publiek na de Schiedammer Parkmoord de officier van justitie als kwaaie pier heeft neergezet. Mensen uit de organisatie zelf hebben die indruk wel, maar dan moet je maar wat meer een helikopterview hebben.’
OPPORTUUN
Evaluatie afgesloten zaken
Nummer 1 – 2008
‘Men heeft de Toegangscommissie op bijzonder faire manier behandeld en we zijn erkend in onze onafhankelijkheid door Brouwer en zijn College, op allerlei momenten. We hebben op een goede manier ons werk kunnen doen, al zal de actiegroep achter de “Amsterdams butler” (waarbij de Toegangscommissie niet oordeelde dat een CEAS-onderzoekscommissie ermee aan de slag moest) dat vast niet zeggen.’ ‘Als het om het vervolg gaat – de onderzoeksgroepen na de Toegangscommissie – heb ik bewondering voor hoe die hun werk gedaan hebben. Zo is het niet altijd gemakkelijk geweest om de soms absoluut noodzakelijke ondersteuning te krijgen uit het veld. Toch is dat gelukt.’ ‘Soms heb ik me wel zorgen gemaakt over het tempo van het onderzoek. Ik wist dat die vertragingen bij elke individuele zaak steeds begrijpelijk waren. Maar – ik ben ook mediaman – dat oogde niet altijd fijn. In die zaken zie je de enorme ingewikkeldheid, dus is het goed dat er zo’n grote zorgvuldigheid aan de dag wordt gelegd. Het zou idioot zijn als je zo’n onderzoeksrapport even op een achternamiddag zou schrijven.’ ‘Het is lastig om in de CEAS-onderzoeken niks over de rechter te kunnen zeggen. Maar er past een genuanceerd antwoord op de stelling dat rechter “buiten schot” blijven. Het is bijzonder moeilijk om onderzoek te doen naar wat rechters gedaan hebben. Je gaat dan al gauw zelf de beter wetende rechter uithangen, maar daar is de Hoge Raad voor. Bij het onderzoeken van rechters zou je interviews moeten houden over wat er in de raadkamer is gezegd en besloten. Maar dat is niet zinvol, omdat er maar zo weinig mensen bij zijn. Opsporingstechnisch is raadkamer-onderzoek waardeloos, want
Foto’s: Onno Kummer
gesteld dat rechters niet deugen, dan stemmen die natuurlijk hun verklaring op elkaar af. Wat de polítie heeft achtergehouden kun je onderzoeken, want er zijn veel mensen bij een rechercheonderzoek betrokken geweest en er staat veel op papier. Je zou hooguit kunnen onderzoeken in hoeverre rechters blijk geven van bias. Maar dat vind ik heilloos. Soms is het wel zo dat je bij ons onderzoek stuit op afwegingen die ook door rechters zijn gemaakt. Het is dan voor een gewetensvolle commissie wel moeilijk om niets over de rechter te zeggen als ze zelf wel vragen hebben over de juistheid van de uitspraak.’ ‘Ook daarbij zijn nog verschillende varianten te onderscheiden. Dat de commissie zich niet mag uitlaten over het eindoordeel van de rechter is één ding, maar iets anders is of de commissie zich zou mogen uitlaten over onderwerpen waarover de rechter zich wel gebogen heeft. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de rechter wel iets heeft gezegd over een verweer dat een bekentenis onder druk is afgelegd, of dat hij bij gebrek aan
gegevens eigenlijk korter op het verweer dat sporen onzorgvuldig zijn behandeld is ingegaan dan je zou verwachten als hij echt had geweten wat er allemaal over bekend was bij de politie. Dan is het onhandig als je daar naar aanleiding van je onderzoek niet op kunt ingaan. Daarom is het wel goed als daarin verandering komt.’ ‘Nee, ik vind ons helemaal niet wijzer dan rechters – dan heb je een verkeerd beeld. Ik wil ook helemaal niet uitsluiten dat ooit het onderzoek dat door de CEAS is verricht, opnieuw gedaan moet worden. De CEAS onderzoekt feiten. De wijsheid van de rechter schuilt in het óórdeel over eerder aangedragen feiten, dat is het verschil. De CEAS is er primair voor feitelijk onderzoek. Bedenk dat het bij dit soort onderzoeken niet om onderzoek van het dossier gaat. Je redeneert juist voortdurend vanuit wat niet in het dossier staat. Dat maakt het zo moeilijk, bijna verwant aan een cold caseonderzoek. Uiteindelijk gaat het er om: is er weer nieuw materiaal, bijvoorbeeld vanwege nieuwe forensisch-technische moge-
9
10
lijkheden? Vervolgens is het aan de rechter om op grond van nieuwe feiten te oordelen of een zaak herzien moet worden.’ ‘Ik denk niet dat ik mogelijk een eenzijdig beeld van opsporing en vervolging heb omdat ik voor de commissie-Van Traa onderzoek deed naar de IRT-affaire en ook bij de CEAS weer vooral mogelijk dubieuze zaken zie. Zo heb ik óók, tot vervelens toe, juist over de toename van “flutzaken” gepubliceerd en ben ik een tijd politierechter geweest, dus ben ik geneigd te zeggen dat ik wel een goed beeld heb. Iets anders is of ik de politie- en justitieorganisatie ook goed snap. Door mijn werk voor de commissie-Van Traa raakte ik er erg van doordrongen dat het belang van de organisatie net zo groot of misschien groter is dan het belang van wetgeving. Dus je moet de organisatie ook goed kennen, maar dat is niet zo gemakkelijk. Zo is het als buitenstaander bijzonder moeilijk om te begrijpen wat naast de officier de rol van een parketmedewerker is. En moeilijk om te beoordelen hoeveel tijd een zaaksofficier zelf aan een zaak besteedt. Als ik een aantal officieren die ik als voortreffelijk beschouw met elkaar vergelijk, dan verbeeld ik me dat er enorme verschillen zijn in wat ze van hun werk maken. Dan zie je dat de één kennelijk eindeloos bezig is geweest met het
aansturen van de politie, terwijl de ander eindeloos bezig is geweest met het schrijven van een requisitoir. Tegelijk heb ik ook nog beelden van officieren die vooral zitten te vergaderen. Terugkoppelend naar de CEAS, is dat dus heel lastig bij de beoordeling van afgedane strafzaken. Want wie heeft zich er allemaal mee bemoeid? Wie heeft feitelijk welke beslissingen genomen. Ik zag recent dat een officier een PV van verhoor had vergeleken met het opgenomen verhoor. Toen hij zag dat dat uitelkaar liep, heeft hij gepleit voor niet-ontvankelijkheid. Diep respect heb ik daarvoor! Maar het is dus ingewikkeld om goed zicht te hebben op de rol van de officier in de opsporing.’ Ik zie wel effecten van wat de CEAS doet, maar vooral van het rapport-Posthumus over de Schiedammer parkmoord. En het zou me niet verbazen als, misschien, sommige rechters een keer meer een vrijspraak uit hun mond laten komen. De cijfers over het aantal vrijspraken in de laatste jaren lijken - maar ik plaats daar een grote “misschien” bij - dat te suggereren. Zou ik, als raadsheer plaatsvervanger aan het Hof van Arnhem, moeten weten hoe rechters aan de borreltafel daarover praten? Als pláátsvervanger, zit ik daar niet zo vaak aan de borreltafel. Het geluid dat men nu iets meer vrij
spreekt, heb ik van hen niet gehoord. Het is meer vanuit een “geruchtencircuit” dat het beeld oprijst dat sommige rechtbanken en hoven nu misschien een iets grotere voorzichtigheid in acht nemen.’ ‘Ik verbeeld me dat je dat ook bij de Hoge Raad kunt zien, in gevallen waarin sprake is van heel dun bewijs. Dan zie je arresten van de Hoge Raad waarin het vonnis van het hof wordt vernietigd, die om puur juridische reden opmerkelijk zijn. Maar tegen de achtergrond van het dossier met dat dunne bewijs worden ze weer begrijpelijk.’ ‘Bij de politie en OM leidt werken met tegenspraak en het discussiëren over mogelijke tunnelvisie ertoe dat men nu soms naar de andere kant doorschiet. Men vindt het moeilijk om beslissingen te nemen. De politie durft geen verdachte meer uit te sluiten. Dat is slecht: je moet een keer de deur dicht durven gooien. Kennelijk heeft men zelf ook gezien dat dat mechanisme dreigde te ontstaan, want volgens mij vermindert dat nu weer wat. Gelukkig maar. Ik zou met de CEAS niet graag aan een verkramping-totnietsdoen bijdragen.’ Tekst: Pieter Vermaas
OPPORTUUN
Gerechtskosten
Nummer 1 – 2008
WaarOM? Als gerechtskosten worden gemaakt in de vervolgingsfase van het onderzoek, komen ze ten laste van het gerechtskostenbudget van het OM. Vaak is echter onduidelijk of het OM deze kosten moet betalen of de opsporingsinstantie. Ook zijn er vaak vragen over welke bedragen bijvoorbeeld een tolk of een vertaler vergoed krijgt. Bij het Expertisebureau Gerechtskosten van de DVOM kunnen OM-medewerkers terecht met deze en nog veel meer vragen op het gebied van gerechtskosten. Enige vragen en antwoorden. Wie betaalt de DNA-analyse? In een strafzaak wordt hoger beroep ingesteld. Op verzoek van de advocaat wordt vervolgens een DNA-analyse uitgevoerd. Deze opdracht is in terugverwijzing naar het parket door de RC verstrekt. Nu ontvangt het parket daarvoor de factuur. Moet het parket of de politie nu betalen?
veroorzaakt bij de rechtmatige toepassing van dwangmiddelen komt in beginsel voor rekening van degene die deze schade lijdt. Als er echter sprake is van een onschuldige derde die door de rechtmatige toepassing van dwangmiddelen schade heeft geleden die niet valt onder zijn maatschappelijk of bedrijfsrisico, dan moet het OM deze schade vergoeden. Daarnaast moet beoordeeld worden of de schade wellicht veroorzaakt is door onzorgvuldig of buitenproportioneel handelen. Schade ontstaan door onzorgvuldig of buitenproportioneel handelen komt altijd voor rekening van diegene hiervoor verantwoordelijk is. Bij de inzet van strafvorderlijke dwangmiddelen zoals een AT is dit dus de politie. Bij de onrechtmatige toepassing van dwangmiddelen moet de overheid de schade vergoeden. Het OM is bijvoorbeeld aansprakelijk als het strafvorderlijk optreden is gestoeld op een onrechtmatig bevel van de officier van justitie. Het begint in dit geval bij de vraag of de verdenking achteraf bezien al dan niet als ongefundeerd moet worden beschouwd. Onrechtmatig handelen zonder dat daaraan een bevel van de officier van justitie ten grondslag ligt komt - vanzelfsprekend - evenals het buitenproportionele of onzorgvuldig handelen voor rekening van de politie.
Wie betaalt de ontmanteling van een hennepkwekerij? Antwoord Expertisebureau Normaal gesproken is een DNA-analyse onderdeel van de opsporing en betaalt de opsporingsinstantie de kosten. In dit geval is er echter sprake van de vervolgingsfase en komt de DNA-analyse ten laste van het gerechtskostenbudget van het parket. Ook de gerechtskosten van de rechter-commissaris vallen onder dit budget. Het parket moet dan ook de kosten voor deze DNA-analyse betalen.
Betaalt de politie of het OM de schade veroorzaakt door een AT? Het komt met enige regelmaat voor dat een arrestatieteam (AT) in een onderzoek wordt ingezet. Om de schade hiervan te herstellen brengt dit vaak allerlei kosten met zich mee voor aannemers, schilders of glaszetters. Kunnen verdachten de kosten van onder meer reparatie na rechtmatige toepassing van dwangmiddelen op het OM of de politie verhalen? Antwoord Expertisebureau Aan de afhandeling van een eenvoudige factuur van een glaszetter gaat een lange weg van wikken en wegen vooraf. Van belang hierbij is eerst te toetsen of er sprake is geweest van rechtmatige of onrechtmatige toepassing van dwangmiddelen. De normale schade
Een gemeente wil een hennepkwekerij ontmantelen en de kosten hiervan op grond van het bestuursrecht verhalen op de overtreder. Als dit echter niet lukt, wil de gemeente de rekening voor de ontruimingskosten indienen bij de politie en de rekening voor de transport- en vernietigingskosten bij het OM. Is dit mogelijk? Antwoord Expertisebureau De gemeente kan de kosten voor de ontruiming indienen bij de politie. De kosten voor transport en vernietiging zijn inderdaad voor het OM en worden uit het gerechtskostenbudget betaald. Tekst: Expertisebureau Gerechtskosten Heeft u vragen op het gebied van gerechtskosten, neem dan contact op met het Expertisebureau Gerechtskosten bij de DVOM/F in Den Bosch of raadpleeg OMtranet (Organisatie>DVOM>Expertisecentra) Leeghwaterlaan 14, 5223BA, Den Bosch Postbus 70575, 5201CZ, Den Bosch 073-6204755 of via e-mail: dvomfexpertisebureaugerechtskosten@ shearr.drp.minjus.nl, of in de maillijst te vinden onder dvom f.
11
12
Quickscan en zittingsteam Samenwerking versterkt de kwaliteit van de behandeling van
De quickscan en het zittingsteam zijn krachtige maar kwetsbare instrumenten voor de tweede lijn. Deze maken het mogelijk te profiteren van elkaars kennis en vaardigheden, zo menen advocaten-generaal (AG’s) en (adjunct)secretarissen. Mits ze op de juiste wijze en tijdig worden uitgevoerd. Op het ressortsparket zaten AG’s en (adjunct) secretarissen voorheen soms met de handen in het haar. Piekerden ze over hoe zaken in de voorbewerking de juridische aandacht kregen die ze verdienen en hoe AG’s daardoor bij de behandeling van de zaken op zitting op de juiste manier door de (adjunct)secretaris werden ondersteund in de voorbewerking. Want wat is wijsheid? Hoe zorgen AG’s en (adjunct)secretarissen ervoor dat ze elkaar aanvullen, zodat er een dossier op zitting komt dat op maat is voorbereid? Tijdens Het OM Verandert (HOMV) werd de oplossing gevonden in de “quickscan” en in het “zittingsteam”. Met die instrumenten
Versterking Professionaliteit De conferentie “Versterking Professionali teit” voor alle AG’s en (adjunct)secretarissen van de vijf ressortsparketten vond plaats op vrijdag 9 november jl. onder leiding van Charles van der Voort, hoofdadvocaat-generaal van het ressortsparket Den Bosch. De conferentie stond in het teken van de professionaliteit van het werk in de tweede lijn. Doel was door het uitwisselen van ervaringen de professionaliteit in de tweede lijn nog verder te versterken. Niet alleen waar het de actuele “Posthumusaspecten” aangaat, maar zeker ook wat betreft het versterken van de juridische kwaliteit in de breedste zin van het woord.
kon het primaire werkproces voor de tweede lijn uniform verbeterd worden. Werpen de quickscan en het zittingsteam inmiddels hun vruchten af? Eerst een korte beschrijving van de instrumenten. Werken met de quickscan en het zittingsteam is ervoor bedoeld om de zaken zo effectief mogelijk voor te bewerken. De AG wordt bij de inzet van deze instrumenten in het primaire proces gezien als trekker/ eigenaar van een zitting vanaf de binnenkomst van de zaken tot na de behandeling op zitting. Bij de quickscan is het de bedoeling dat de AG al in een heel vroeg stadium overleg heeft met de (adjunct)secretaris en aangeeft welke onderdelen hij/zij juridisch voorbewerkt wil zien. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het uitwerken van de bewijsmiddelen, van relevante jurisprudentie en soms ook alleen om het stickeren van een dossier. Het zittingsteam dat enkele weken later volgt, is er vervolgens op gericht dat de AG samen met de zittingsvoorbereider (een administratief medewerker) en de (adjunct) secretaris het dossier naloopt op logistieke, formele en inhoudelijke punten. Op deze manier komt de verantwoordelijkheid van al deze werkzaamheden bij de AG te liggen en heeft de AG te maken met een volledig “op maat” voorbereid dossier waar hij/zij mee naar de zitting gaat. Dit voorkomt “last minute werk” vlak voor de zitting of fouten op de zitting zelf. Ná de zitting dient de AG aan zowel de zittingsvoorbereider als de (adjunct)secretaris een terugkoppeling te geven hoe een en ander op de zitting is verlopen. Op die manier wordt een teamgevoel
gecreëerd in de aanloop naar én na afloop van een zitting. Zo op het oog lijkt deze samenwerking tussen AG’s, (adjunct)secretarissen en de zittingsvoorbereiders een goed systeem waarbij van elkaars kennis en vaardigheden kan worden geprofiteerd. Het systeem staat of valt echter met een goede planning en een kritische blik naar elkaar. Dat is de conclusie die kan worden getrokken uit een gedachtenwisseling tussen AG’s en (adjunct)secretarissen tijdens de conferentie “Versterking Professionaliteit” op vrijdag 9 november 2007 (zie kader)
Advocaten-generaal Een prangende vraag aan zowel de AG’s als de (adjunct)secretarissen was: ‘hoe vind je deze optimale mix van de juiste en tijdige aanwijzingen van de AG en daardoor de voorbewerking op maat met de aandacht die elke zaak verdient?’. De AG’s waren op de conferentie van mening dat met name de quickscan nog te weinig gericht is op het gebruik van de vaardigheden van de (adjunct)secretaris. Dit heeft als resultaat dat er nog teveel sprake is van een integrale voorbewerking van de zaak. Een aantal AG’s bekent hierbij dat dit vaak komt omdat zij de zaken nog niet hebben bekeken en dus kiezen voor een gehele voorbewerking. Het staat buiten kijf dat dit natuurlijk het doel van de quickscan voorbijschiet. Is er sprake van een zittingstandem of -team? Dat was de volgende vraag die aan de orde kwam. Alle AG’s waren van mening dat het aanschuiven van de zittingsvoorbereider bij het zittingsteam zinvol is. Én dat het dus een zittingsteam is! De zittingsvoorbereider is immers als procesbeheerder voor de administratieve, logistieke en formele punten zeer nuttig. En dit voorkomt “nabranders” vlak voor óf fouten tijdens de zitting. Een aantal AG’s kiest ervoor tijdens de zit-
OPPORTUUN
Quickscan
Nummer 1 – 2008
tweede-lijnszaken
tingsteambijeenkomst eerst deze punten te bespreken, waarna de zittingsvoorbereider eventueel kan vertrekken om daarna met de (adjunct)secretaris te focussen op het juridisch inhoudelijke deel. Wie bereidt het zittingsteam voor? De AG is trekker/eigenaar van een zitting en moet dus op basis van de quickscan het dossier al kennen en de zaken hebben voorbereid. Dat ook de secretaris de zaken inhoudelijk kent heeft zeker meerwaarde in verband met een eventuele discussie op voor te bewerken punten. Echter, dat de AG de zaak vooraf goed gescand heeft en daardoor het juiste op het terrein van voorbewerking aan de secretaris vraagt, gebeurt nog lang niet altijd. Heeft het zittingsteam ook educatieve waarde? In beginsel is het zittingsteam daar niet op gericht. Immers, het zittingsteam is er voor om de zaken op de meest effectieve wijze voor te bewerken. In de terugkoppeling zou een eventueel educatief moment kunnen zitten waarbij kennis over méér dan alleen de inhoud van de zaak kan worden gedeeld. Uiteraard hangt dit ook af van het soort zitting. In een bulkzitting zullen minder “educatieve momenten” zitten dan in een gedetineerdenzitting.
De (adjunct)secretarissen De heersende mening onder de (adjunct) secretarissen was dat de mate en kwaliteit van de terugkoppeling door de AG’s verschilt en vaak te wensen overlaat. Wel werd benadrukt dat hier ook een eigen taak voor de (adjunct)secretaris ligt in de vorm van een actieve opstelling naar de AG’s toe. De terugkoppeling is immers van belang voor het eigen leerproces en de kwaliteitsverbetering van de (adjunct)secretaris. Er is vervolgens lang gepraat over de eigen opstelling van de (adjunct)secretaris als AG’s zich vanwege de - vaak als reden aangevoerde - werkdruk niet houden aan afspraken. Op zich kan een (adjunct)secretaris een
Illustratie: Sjaak Klunder
AG er wel altijd aan herinneren dat er een quickscan, een zittingsteam of terugkoppeling moet komen, maar er moet voor worden gewaakt dat de (adjunct)secretaris niet de spil of de verantwoordelijke wordt van het hele proces. Immers, de AG is eindverantwoordelijk voor de gehele zitting. Ook de voorbereiding van de quickscan is nog geen uniforme praktijk, zo bleek uit een vergelijking van alle vijf de ressortsparketten. In de ideale situatie heeft zowel de AG als de (adjunct)secretaris de zaken bekeken - wat goed is voor de onderlinge discussie maar nog te vaak komt het voor dat alleen de (adjunct)secretaris de inhoud kent en dus zelf de punten aangeeft waarop voorbewerkt gaat worden. Het blijkt voor (adjunct)secretarissen vaak lastig om een voorstel te doen voor de strafmaat in zaken. Het is daarom raadzaam ze te laten meedraaien in het “strafmaatoverleg”, voor zover dat op de ressortsparketten bestaat.
Conclusie De eindconclusie is dat er nog enige ruis zit tussen hoe de praktijk is en hoe die zou moeten zijn. Op elk ressortsparket wordt inmiddels gewerkt met de quickscan en het
zittingsteam, maar die worden nog teveel verschillend ingevuld. Ook blijft het belangrijk druk op de ketel te houden waar het gaat om het plannen en houden van beide, het voorbereiden van de zaken én het nabespreken ervan. Gelukkig is iedereen er wel van overtuigd dat het een zittingsteam is en geen -tandem en dat deze samenwerking bijdraagt aan het teamgevoel tussen drie functiegroepen. Er kan ook nog winst worden geboekt bij de opleiding en begeleiding van nieuwe (adjunct)secretarissen. Het is daarbij leerzaam beginnend (adjunct)secretarissen de eerste maanden de zaken integraal te laten voorbewerken om ervaring op te doen. Daarna kunnen ze meedraaien in de quickscan en het zittingsteam. Ook is het handig, voor zover nodig, de (adjunct)secretarissen een training te geven over professionaliteit in de communicatie (bijvoorbeeld voor de communicatie richting AG’s). De quickscan en het zittingsteam zijn krachtige instrumenten in het primaire proces, mits op de juiste wijze en op tijd uitgevoerd. Alleen dán hebben ze positieve gevolgen voor de kwaliteit en professionaliteit in de tweede lijn. Tekst: Thea Tjeerdema
13
14
Marathonloopster in Middelburg Vijf vragen aan beleidsmedewerker Didi Oonk
Didi Oonk: ‘Vier keer per week ren ik door de duinen’ Foto: Ruden Riemens
OPPORTUUN
Vijf vragen aan …
Nummer 1 – 2008
Een geboren Achterhoeker, opgegroeid in Zeeland. Didi Oonk (25) is beleidsmedewerker bij parket Middelburg en fervent hardloopster. Haar ambitie? ‘Ik wil graag International Prosecutor worden bij het Internationaal Strafhof in Den Haag of een ander tribunaal. Als landen niet in staat zijn om zelf voor gerechtigheid te zorgen dan moet de internationale gemeenschap daar voor zorgen.’ Omschrijf jezelf in vijf woorden ‘Nu ga ik natuurlijk alleen maar positieve dingen vertellen’, zegt ze lachend. ‘Ik vind mezelf spontaan en vriendelijk. Ik ben ook heeeeeel nieuwsgierig, daar weten mijn collega’s alles van, vooral de buurvrouw (ondergetekende). Geen bureau of kast is veilig voor mij’. Volgens collega Adri Matthijsse (applicatiebeheerder) is Didi heel slim en recht voor zijn raap. Ze heeft een duidelijke mening waardoor je meteen weet wat je aan haar hebt.’ Waarom bij het OM? ‘Mijn vader en moeder hadden een supermarkt in Bennekom, Gelderland. Na mijn zevende verjaardag zijn we van Zeddam naar Middelburg verhuisd waar mijn ouders weer een supermarkt aankochten. Mijn twee zussen en ik hebben altijd in de winkel gewerkt maar niemand had de ambitie om die van mijn ouders over te nemen. De een is psychologie gaan studeren, de ander heeft een opleiding tot managementassistente gevolgd. Ik heb altijd rechten willen studeren, al van jongs af aan. In de supermarkt kwamen soms mensen die producten stalen en van je omgeving hoorde je ook verhalen waarbij je dacht: waarom? Ik heb me altijd afgevraagd wat mensen beweegt om sommige dingen te doen. Ik ben Internationaal en Europees recht gaan studeren omdat de wereld nu eenmaal niet alleen Nederland omvat. We moeten verder kijken dan ons neus lang is en zaken goed regelen.’ Wat doe je op het parket? ‘Om in sporttermen te spreken: als beleidsmedewerker ben je een libero, de functie is heel divers. Ik ondersteun rechercheofficier Theo d’Anjou en samen zorgen we voor een goede implementatie van het programma Versterking Opsporing en Vervolging. Ik behandel klachten die betrekking hebben op art. 12 Sv. Wanneer burgers bezwaar heb-
ben tegen de manier waarop ze behandeld zijn door collega’s dan onderzoek ik dat en schrijf een advies voor plaatsvervangend hoofdofficier Jo Valente maar dat komt gelukkig zelden voor. Ik begeleid de planning en control en tijdens de audit voor klachtafhandeling bleek ook dat wij de procedure goed geregeld hebben en daar ben ik best trots op. Mensen die te maken hebben met justitie kunnen bij mij terecht met zaken die ze niet begrijpen maar ik krijg ook veel vragen die niet met strafbare feiten of het strafrecht van doen hebben. Alle vragen beantwoord ik zo goed mogelijk of ik stuur de mensen eventueel door naar een andere instantie. De beoordeling van interne onderzoeken bij de politie doe ik samen met Jo Valente.’ Wat wil je in de toekomst gaan doen? ‘Een beetje voorbarig misschien maar: allereerst met goed gevolg de RAIO-opleiding afronden. Ik hoop daar in oktober 2008 toegelaten te worden. In december bracht de SSR een glossy uit over het 50-jarig bestaan van de RAIO-opleiding en daarin stonden allerlei interviews met mensen die nu maar ook vroeger de opleiding hebben gevolgd, erg interessant allemaal. Ik ben benieuwd. Na die studie hoop ik veel ervaring op te doen. Het is mijn droom om International Prosecutor te worden bij het strafhof in Den Haag. Tijdens oorlogen gebeuren onvoorstelbare, afschuwelijke dingen en als landen niet zelf kunnen zorgen voor gerechtigheid voor de slachtoffers dan meen ik dat de internationale gemeenschap dat moet bewerkstelligen.’ Favoriet tijdverdrijf? ‘Ik heb net een huis in Middelburg gekocht en daar steek ik veel tijd in. Alles op de juiste plek en gezellig. Ik heb twee vogeltjes gekocht, Jan en Isabella en zij tjirpen vrolijk als ik thuis kom. Ik doe aan hardlopen, vier keer in de week in de duinen en laatst heb-
ben mijn vader en ik meegedaan aan de marathon van New York en dat was super! Al die Amerikanen die langs de kant staan maken er echt een feest van. Ze dragen je bij wijze van spreken over de finishlijn. Ik liep een tijd van vijf uur, acht minuten en tweeëndertig seconden.’ De winnares bij de professionals liep het in iets kortere tijd, zegt ze lachend. ‘Zij kwam ongeveer drie uur eerder over de finish maar ik was in ieder geval wel sneller dan de vrouw van Tom Cruise!’ Op de vraag of ze het volgend jaar weer gaat doen knikt ze bevestigend. ‘Tijden zijn er om verbeterd te worden en in 2008 ga ik voor de variatie de marathon in Berlijn lopen.’ Naast lopen reist Didi graag. Egypte is één van haar favorieten. ‘Ik heb de Tempel van Karnak bezocht met zuilen zo groot als kerktorens. Het was onvoorstelbaar gigantisch. En ook van de piramides kan ik geen genoeg krijgen. Het is niet alleen een gebouw, er zitten ook verhalen aan vast, dat is het prachtige eraan. Voor mijn studie ben ik een half jaar naar Griekenland gegaan en daar heb ik de ruïnes bezocht. Mijn favoriete verhaal is dat van de ontvoering van Persephone, dochter van Demeter. Zeus had zonder medeweten van zijn zus Demeter haar dochter aan de god van de onderwereld beloofd, Hades. Die laatste ontvoerde haar en weigerde haar terug te brengen naar de bovenwereld. Maar toen Demeter, godin van de aarde, weigerde nog langer zorg te dragen voor de bevruchting van het land en daardoor een hongersnood dreigde kon Zeus niets anders dan Hades bewegen om zijn nichtje terug te geven aan haar moeder. Hades, die ontzaglijk veel van Persephone hield kon het niet over zijn hart verkrijgen om haar voor altijd te laten gaan. Daarom gaf hij haar een pit van een granaatappel te eten waardoor zij aan hem gebonden werd. Zo ontstond het verhaal van het verloop van de seizoenen. Tijdens de zonnige vruchtbare dagen vertoeft Persephone bij haar moeder op de berg Olympus maar in de donkerste periode van het jaar, de winter, huist Persephone bij Hades in de onderwereld. De wereld is dan zo donker en onvruchtbaar omdat haar moeder treurt. Dat Demeter ook de godin van burgerlijke orde en wetten is, daar kwam ik pas veel later achter.’ Tekst: Elke Kool
15
16
‘Stel arrestaties en inbeslagnemingen uit’ Cees van Spierenburg pleit voor effectieve bestrijding synthetische drugs
‘Xtc is een wereldproduct. Dus hebben wij een wereldprobleem, met de wereld als werkterrein.’ Cees van Spierenburg, de enige landelijke officier synthetische drugs in de wereld, blikt terug op tien jaar pillenbestrijden. En pleit voor uitstel van arrestaties en inbeslagnemingen bij ontdekking van productieplaatsen. Cees van Spierenburg is een behoorlijk tevreden man. De afgelopen tien jaar hebben we met zijn allen mooie resultaten geboekt, meent de landelijk officier van justitie “synthetische drugs en precursoren” van het Landelijk Parket. ‘Het belangrijkste resultaat voor mij is het politieke resultaat, namelijk de verbetering van het imago van Nederland in de wereld. In 1997 vond er een ontmoeting tussen Clinton en Kok plaats waarin forse kritiek werd gegeven op Nederland als dé xtc-producent in de wereld. Er bestond een dreiging dat Nederland op de Amerikaanse lijst van drugsproducerende landen zou komen en daarmee gelijk gesteld zou worden met landen als Colombia en Afghanistan. Als Westers land wil je dat niet. We hebben er hard aan gewerkt dit imago te veranderen en dat politieke doel hebben we wel bereikt. Ik ben recent onder meer in Zuid-Amerika geweest om het Nederlandse beleid ten
aanzien van synthetische drugs uit te leggen omdat daar ook veel kritiek op was. Ik kreeg daar de gelegenheid om het negatieve imago van Nederland enigszins bij te stellen, dan zie je dat men toch veel respect heeft voor wat wij hier in Nederland doen en bereikt hebben.’
Informatie Een ander resultaat waar Cees van Spierenburg tevreden over is, is de informatie die is verzameld en vastgelegd over de synthetische drugscriminaliteit in Nederland en in de rest van de wereld. ‘Informatie is bij de bestrijding van synthetische drugs cruciaal omdat het een slachtofferloos delict is. Er wordt in de regel geen aangifte gedaan, hoogstens krijgen we een melding over een brand in een productieplaats of klachten over stankoverlast, maar daar houdt het wel mee op. Gegevens waarmee gewerkt kan worden moeten door
de opsporingsdiensten grotendeels zelf worden verzameld. Dit heet informatiegestuurde opsporing. Binnen die informatiegestuurde opsporing moet je zorgen dat je voldoende binnenhaalt en dat maakt het aanpakken van de synthetische drugscriminaliteit zo lastig. Maar ik durf te zeggen dat wij hierin inmiddels redelijk voorop lopen omdat wij dit werk al tien jaar doen. Wij hebben in Nederland een goede informatiepositie verworven. Informatie uit het buitenland is veel moeilijker te organiseren; daar valt veel in te verbeteren.’
Samenwerking De multi-disciplinaire en ketengerichte aanpak van de synthetische drugs heeft in het afgelopen decennium eveneens zijn vruchten afgeworpen. Van Spierenburg: ‘Er is veel bereikt op dit terrein, met name in de samenwerking tussen de Nationale Recherche (NR) en de FIOD/ECD maar er zijn ook nog vele andere organisaties bij de huidige intensieve aanpak betrokken, zoals de Douane, de Marechaussee, het NFI, Europol en het LFO (landelijke faciliteit ondersteuning ontmantelen). De nadruk bij de Nationale Recherche ligt op de opsporing van de georganiseerde criminaliteit, bij de FIOD/ECD op de grondstoffen. Dat
OPPORTUUN
“Synthetische” officier
Nummer 1 – 2008
‘Zelfs als de grote jongens vastzitten, moeten we ze niet loslaten.’ Foto: Onno Kummer
betekent dat deze twee opsporingsdiensten heel intensief en effectief met elkaar samenwerken. Er is een kenniscentrum synthetische drugs en precursoren opgericht, dat is ondergebracht bij de Nationale Recherche, maar wordt bemenst door de NR, FIOD/ECD en de Douane. In dit centrum komt alle informatie, kennis en kunde bij elkaar. Daarbij hebben we aan de voorkant, dat is inmiddels bij de douane (team POSS) ondergebracht, de hele Nederlandse chemische industrie in beeld, deze wordt gecontroleerd en heeft meldingsverplichtingen. Daarmee hebben we een belangrijke aanvoerlijn van synthetische drugs in han-
met België en Duitsland en die zijn ook hard bezig met het in kaart brengen en organiseren van die chemiewereld en we zien dat de aanvoer van chemicaliën nog verder aan het uitwijken is, dus we zijn het ze wel een stuk moeilijker aan het maken.’
Cijfers Dat er de laatste tien jaar veel positieve resultaten zijn geboekt, staat dus wel vast. Het is alleen bijzonder lastig deze resultaten in cijfers uit te drukken. Van Spierenburg: ‘Geredeneerd vanuit de hoeveelheden inbeslaggenomen xtc kunnen we laten zien dat deze vanaf 1997 zijn toegenomen en
‘Als we alleen maar kilo’s en kerels blijven pakken, komen we nooit bij de grote criminelen terecht’ den. Chemicaliën voor de productie van synthetische drugs komen nu niet meer uit Nederland, die komen nu uit het buitenland en onze greep daarop proberen we steeds verder uit te breiden. We werken veel samen
vanaf 2002 gelijk zijn gebleven. Dan kun je zeggen dat dit, gezien onze inspanningen, een logisch resultaat is. Maar dat weet je niet zeker, omdat je geen nulmeting hebt. Wanneer je een grote hoeveelheid xtc in
beslag neemt is dat een mooi resultaat, maar daar blijkt ook uit dat er nog gigantisch veel wordt geproduceerd. Wat ik wel durf te zeggen is dat we nu op een punt zitten dat we een heel goed beeld hebben van de synthetische drugscriminaliteit in Nederland en elders in de wereld. Het is meer een kwestie van capaciteit dat we het probleem niet in zijn totaliteit kunnen aanpakken, dan dat we onvoldoende informatie hebben.’
Kilo’s en kerels In de kabinetsnotitie van minister Hirsch Ballin “Voortzetting aanpak synthetische drugs vanaf 2007” wordt aangegeven op welke wijze de bestrijding van synthetische drugs de komende jaren wordt vorm gegeven. In deze notitie wordt prioriteit gegeven aan onderzoeken die zich richten op de voorkant van het productieproces, dat wil zeggen op de opsporing en vervolging van criminelen die zich bezig houden met het verhandelen en distribueren van grondstoffen. ‘Zonder grondstoffen geen synthetische drugs’. Volgens Cees van Spierenburg een waarheid als een koe. ‘In de samenwerking bij het aanpakken van het productieproces hebben we te maken met de rest van
17
18
de wereld. De basisgrondstoffen voor xtc komen uit China en die van amfetamine onder meer uit Rusland. Deze landen zijn onze belangrijkste partners in de internationale samenwerking op dat gebied. De FIOD/ECD heeft in 2004 een Memorandum of Understanding over de uitwisseling van informatie met China gesloten, en we hebben daar ook contactpersonen zitten. We bellen meneer Wang gewoon op als we een probleem met precursoren hebben. Dan wisselen we overigens geen op de persoon herleidbare informatie uit want ik kan met China geen zaken doen als het gaat om de handel in verdovende middelen, vanwege de mensenrechtensituatie. Ook met Rusland zijn er contacten. Ik ben dit jaar twee keer in Moskou geweest om te praten over concrete samenwerking op het gebied van grondstoffen tussen Rusland en Europa. Ook Europol speelt hier een belangrijke rol in.’ Een andere belangrijke factor voor een effectieve bestrijding van het productieproces van synthetische drugs is volgens Van Spierenburg het uitstellen van de arrestaties en inbeslagnemingen. Tijdens het onlangs gehouden derde Syndec-congres (zie kader) hield hij een pleidooi voor deze aanpak. ‘Het is een tactiek die ik propageer. Niet altijd meteen aanhouden en in beslag nemen. Een draaiend productieproces mag je niet laten
doorgaan, maar om daar nou meteen naar binnen te stuiven en iedereen op te pakken... nee. Natuurlijk breng je de criminelen wel een slag toe want ze zijn hun hele productieplaats kwijt. Dat is prima. Maar de mensen die daar pillen staan te draaien, die zijn vervangbaar. Wil je doorstoten naar de top van de georganiseerde criminaliteit, dan moet je bereid zijn arrestaties uit te stellen en financieel onderzoek te doen. Als we alleen maar kilo’s en kerels blijven pakken dan komen we nooit bij de grote criminelen terecht die echt verantwoordelijk zijn. En zelfs als de grote jongens vast zitten, vind ik dat we ze niet moeten loslaten want in de gevangenis wordt heel veel criminaliteit voorbereid en georganiseerd. Het is bijvoorbeeld heel interessant de bezoekerslijsten van gevangenissen in te zien. De opsporingsmogelijkheden die je buiten de gevangenis hebt, heb je ook daarbinnen en die wil ik meer gaan benutten.’
Geld Versterking van het financiële opsporingstraject wordt eveneens in de kabinetsnotitie genoemd als een van de onderwerpen die de komende jaren bij de bestrijding van de synthetische drugscriminaliteit prioriteit heeft. Dit onderwerp kwam tevens tijdens een van de workshops van het Syndec 3 congres aan de orde. Ook Cees van Spierenburg is van plan het financiële onderzoek verder
Syndec 3 Eind november vond voor de derde maal “Syndec”, the international Synthetic Drugs Enforcement Conference, plaats. Honderdtwintig drugsbestrijders uit de hele wereld, waaronder Duitsland, Engeland, Australië, Canada, de VS, Hong Kong, China en Rusland, waren te gast in Nunspeet. Samen met de Nederlandse organisatoren, het Landelijk Parket, de Nationale Recherche, de FIOD-ECD en het Ministerie van Justitie, werd teruggeblikt op tien jaar aanpak van synthetische drugscriminaliteit in Nederland en de rest van de wereld. In plenaire inleidingen en in zes workshops werd met elkaar gediscussieerd over de internationale samenwerking, smokkel van precursoren en de grenscontrolemogelijkheden daarop, financieel rechercheren, de mondialisering van de handel in PMK (grondstof XTC), multidisciplinaire samenwerking en nut en noodzaak van projecten en programma’s. De resultaten van de workshops zullen worden aangewend voor de verdere intensivering van de aanpak van de synthetische drugsproblematiek.
te intensiveren. ‘In de hele georganiseerde criminaliteit draait het om geld. Wij werken samen met de Belastingdienst, zij draaien mee met onze onderzoeken en kijken of er fiscaal wat te halen valt. Wij proberen tevens in elk opsporingsonderzoek een witwasonderzoek in te stellen en te vervolgen voor witwassen. Verder zijn er diverse onderzoeken die nu lopen waarin het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) meeloopt en de ontnemingszaken voor zijn rekening neemt. In al onze onderzoeken zit een ontnemingsparagraaf, en er zijn zelfs onderzoeken waar de financiële component het belangrijkst is, dan kijken we eerst naar de geldwaarde en proberen financieel bij de mensen binnen te komen. Dat is bijna belangrijker dan de strafbare feiten, want die zijn er toch wel. Elk onderzoek en projectplan moet een financiële paragraaf hebben. Dat kun je ook meer doen naarmate je ook de leidinggevende criminelen meer in beeld hebt, want daar valt ook het meeste te halen.’
Dweilen Cees van Spierenburg ziet de toekomst van de bestrijding van de synthetische drugscriminaliteit vol vertrouwen tegemoet. ‘We zijn nu al bezig met een multi focus opsporing. Niet alleen maar kijken naar één aandachtsgebied maar ook daarbuiten want de georganiseerde criminaliteit houdt zich ook bezig met verschillende aandachtsgebieden. We moeten ons niet laten verrassen. Dat heb ik ook tijdens de Syndec 3 conferentie gezegd: “elk opsporingsonderzoek moet een feest van herkenning zijn.” Dit neemt niet weg dat als we het probleem van de synthetische drugs aanpakken, we natuurlijk niet de hele georganiseerde criminaliteit uitroeien, want dan zijn ze wel weer ergens anders mee bezig of wijken uit naar het buitenland. Criminaliteitsbestrijding is altijd een beetje dweilen met de kraan open. Dat is gewoon zo. Maar daarmee moet je het niet laten want je maakt wel een verschil. Wij maken natuurlijk deel uit van het grotere geheel maar waar wij mee bezig is zijn is wel bijzonder en tamelijk uniek. Het is geweldig een internationaal netwerk te hebben dat ook op de Syndec 3 conferentie aanwezig was. Xtc is een wereldproduct, dus hebben wij een wereldprobleem, met de wereld als werkterrein.’ Tekst: Anna Italianer
OPPORTUUN
Nationale ombudsman
Nummer 1 – 2008
Grensverleggend vervolgen Het is uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of de vrouw strafbaar is. Uitgangspunt bij die beoordeling is dat zij alleen strafbaar is voor zover die strafbaarheid voorafgaand aan het plegen van het feit in de wet is vastgelegd. Deze vraag betreft de rechtmatigheid van de vervolging en die laat ik voor wat hij is omdat de rechter die vraag beantwoordt.
Onlangs ontstond in de media commotie over de vervolging van een jonge Nederlandse vrouw die in Spanje in de 27e week van haar zwangerschap een abortus zou hebben laten uitvoeren. Zowel in Spanje als in Nederland is na de 22e week abortus niet meer toegestaan. De commotie werd geïllustreerd door de visie van de oppositiepartijen in de Tweede Kamer die het “stuitend” vonden dat de vrouw al drie weken in voorarrest zit, en daarover Kamervragen stelden. Vele commentaren in de media volgden. In het publieke debat kwam naar voren dat nog nooit een vrouw vervolgd is wegens het laten plegen van een abortus op haar eigen lichaam. Het was steeds de arts of de kliniek die strafrechtelijk werd aangesproken. De keuze voor vervolging van de vrouw is nu kennelijk ingegeven door het feit dat de Spaanse arts en de Spaanse kliniek buiten het bereik van de Nederlandse Justitie liggen. De vervolging van de vrouw is grensverleggend in die zin dat tot nu toe de vervolging van vrouwen zelf heeft nooit plaatsgevonden.
Voor de Nationale ombudsman vormt vooral de behoorlijkheid het toetsingspunt. Het “sine lege” heeft niet alleen die betekenis dat de vervolging en veroordeling moeten berusten op een voorafgaande strafbepaling. Ook speelt een rol de “behoorlijkheidsvraag” of het bereik van de strafwet al dan niet voorspelbaar is. Abortus vormt geen nieuw fenomeen in onze samenleving en sinds de jaren zestig zijn uitvoerige discussies gevoerd over de toelaatbaarheid van abortus. Het maatschappelijke en politieke debat is uitgemond in strafwetgeving. Gelet op deze lange historische wortels van het abortusdebat is het de vraag waarom de mogelijke strafbaarheid van de zwangere vrouw die een illegale abortus ondergaat of laat uitvoeren niet eerder in beeld is gekomen. Zo beschouwd kan de betrokken vrouw zich de vraag stellen of zij bij haar keuze om in Spanje een abortus te ondergaan kon bevroeden dat zij een strafbaar feit pleegde. Zou een vooraankondiging van dit vervolgingsbeleid door het OM niet passend zijn geweest? Zij wordt nu onderworpen aan iets wat als een proefproces werkt. Deze casus staat niet op zich. In de afgelopen jaren zijn er meer situaties te noemen waarin het OM het strafrecht grensverleggend heeft toegepast. De zaak van de gezinsvoogd van Savanna ligt in een recent verleden. Ook in die zaak was de mogelijke strafbaarheid van een gezinsvoogd niet
eerder aan de orde geweest. Bovendien ontstond ook in die zaak forse commotie. Die publieke onrust vormt naar mijn mening een indicator voor de behoorlijkheidsvraag die kennelijk met deze grensverleggende vervolgingen verbonden is. Zowel de strafbaarheid van de gezinsvoogd als van de zwangere vrouw die voor een late abortus koos, is gelet op het tot dat moment gevoerde vervolgingsbeleid verrassend. Deze verrassing leidt niet alleen tot publieke onrust, maar vooral tot de vraag welke verantwoordelijkheid het OM draagt om behoorlijk met beleidswijzigingen om te gaan. Artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht is niet louter een formele norm. Het sine lege-beginsel omvat ook de zekerheid omtrent de reikwijdte van de wet. Het is onvermijdelijk dat het OM zijn grenzen binnen de strafwet soms verlegt, doch de behoorlijkheid vereist meer dan alleen rechtmatigheid. Alex Brenninkmeijer, Nationale ombudsman Reageren?
[email protected]
19
20
Digitale waarheidsvinding NFI speurt naar nieuwe mogelijkheden in aanpak cybercrime Sommige dingen die ze kunnen, daar hebben ze het liever niet over. Bij het NFI willen ze criminelen niet wijzer maken dan ze zijn. Maar dat het NFI het nodige kan op het vlak van de bestrijding van cybercrime, wordt duidelijk bij een bezoek aan de afdeling Digitale Technologie en Biometrie. ‘Het is belangrijk dat de onderschepte data goed bij de rechtszaal aankomen.’ De afdeling Digitale Technologie en Biometrie houdt zich naast onderzoek bezig met het geven van advies aan opsporingsinstanties. Zij telt een kleine honderd man en kent negen onderzoeksgebieden, zoals spraak & audio, gesloten systemen en datacommunicatie. ‘We werken aan het terughalen van gegevens van allerhande informatiedragers,’ vertelt afdelingshoofd Richard Koning. ‘We doen dat bij steeds meer producten; van camera’s tot beveiligingssystemen en van zakagenda’s tot USBsticks. Maar we halen soms ook interessante gegevens uit een navigatiesysteem van een auto of de ontsteking van een bom.’ Daarna komen de analyse- en interpretatievragen. ‘Dan willen we bijvoorbeeld weten
wat er op een bepaald tijdstip op een pc is gebeurd. Bij beeldmateriaal van camera’s kunnen we van een persoon in beeld die een inbraak pleegt bijvoorbeeld een lengtemeting doen om personen al dan niet uit te sluiten, of een gezichtsvergelijking uitvoeren met een verdachte. Bij gezichtsvergelijking gaat het veelal om beeldopnames (vaak van bewakingscamera’s ) waarop een dader staat - betwist materiaal - enerzijds en een beeld van een verdachte – referentiemateriaalanderzijds. Dit laatste beeld kan bijvoorbeeld een verdachtefoto van de politie zijn of een identiteitsbewijs, in ieder geval iets waar de verdachte op staat. Het gaat erom vast te stellen of de verdachte in de beelden ook de dader is.
Innovatief De afdeling werkt intensief samen met de Bureaus Digitale Expertise (BDE) interregionale voorzieningen die veelal binnen de Forensische Opsporing zijn geïntegreerd. Koning: ‘Zij nemen een groot gedeelte van het digitaal forensisch werk voor hun rekening, zoals het veiligstellen van sporen op een harde schijf, tapes of beeldmateriaal. Wij proberen ons zoveel mogelijk bezig te houden met maatwerk, zaken die om specifieke expertise vragen. Daarvoor moeten we soms even loskomen van de waan van de dag; afstand nemen om innovatief bezig te zijn.’ Erwin van Eijk, wetenschappelijk onderzoeker datacommunicatie bij het NFI: ‘Ook in situaties waar we elke keer ongeveer hetzelfde trucje doen, is het goed om naar achteren te stappen en er een richtlijn voor te ontwikkelen. Dan kun je zaken standaardiseren en kunnen bijvoorbeeld de BDE’s bepaalde processen oppakken of voorbereiden.’ Momenteel onderzoekt de afdeling bijvoorbeeld hoe memorychips beter zijn uit te lezen en hoe ze iemands gangen kunnen controleren met behulp van came-
OPPORTUUN
Cybercrime
Nummer 1 – 2008
rabeelden. Ook werkt ze aan intelligente data-analyse, waarbij ze kijkt hoe efficiënt gezocht kan worden in grote hoeveelheden data en of – en hoe – daarbij patronen vallen te analyseren. Daarbij is de afdeling toonaangevend op het gebied van cybercrime-bestrijding. Vandaar dat medewerkers spreken op internationale congressen, gevraagd worden voor internationale journals en verzoeken binnenkrijgen om afdelingspecifieke expertise in te zetten. Verder werkt de afdeling samen met de academische wereld, kent het samenwerkingbanden met de internationale top en wordt het vaak bezocht door andere instituten.
van slimme software voor het detecteren van kinderporno. Hier werkt het instituut samen met onder meer de UvA en TNO. Van Eijk: ‘Soms treft men bij een huiszoeking zes dozen met dvd’s aan. Dat allemaal doorkijken is enorm veel werk. Dan is het handiger als je een programma hebt dat snel een voorselectie kan maken. De academische wereld heeft daarvoor al prototypes ontwikkeld, maar dit moet nog worden aangepast voor praktische toepassing.’ Overigens blijft het niet bij het selecteren alleen. Koning: ‘Een volgende stap zou het classificeren kunnen zijn. Dat je bijvoorbeeld een omgeving of mensen herkent, waardoor je materiaal met elkaar in verband kunt brengen.’
Trucje Wat kan het NFI zoal als het gaat om de bestrijding van cybercrime? Uiteraard cryptografie; het ontrafelen van versleutelde informatie en het achterhalen van passwords. Van Eijk: ‘Dat trucje is simpel... onze kracht zit erin dat we weten wanneer het efficiënt kan.’ Daarnaast werkt het NFI aan het blootleggen van communicatie tussen criminelen. Koning: ‘Ook zij hebben een eigen netwerk; door de juiste data uit systemen of datastromen te halen krijg je helder wie met wie praat.’ Het NFI beschikt over veel expertise over datacommunicatie en netwerken, en geeft samen met de Unit Landelijke Interceptie van het KLPD invulling aan het Kenniscentrum Interceptie. Een groot project waar Van Eijk zich mee bezighoudt betreft het bewaren van de authenticiteit van materiaal. ‘Van een ouderwets krokodillenbekje tot het opvangen van de straal van een satelliet; het is belangrijk dat de onderschepte data goed bij de rechtszaal aankomen. Er mogen geen bitjes omvallen. Wij werken aan methoden waarmee je inzichtelijk kunt maken dat de data die je als bewijsmateriaal gebruikt, authentiek blijven gedurende het proces.’ Het NFI werkt niet in isolement. Zeker in de R&D-projecten werken de digitale experts samen met diverse partijen. Zo ook bij een R&D-project dat zich richt op het gebruiken
Ondersteunen Hoewel het NFI niet opsporingsbevoegd is, kan het opsporingsbevoegde instanties wel ondersteunen. Van Eijk: ‘Bijvoorbeeld rondom het onderzoek in livesystemen. Sommige organisaties kunnen bij een dreiging van criminelen hun systeem niet platleggen, omdat dit te duur of onveilig is. Wij stellen protocollen op die beschrijven waar je zoal rekening mee moet houden bij het onderzoeken in een live-omgeving.’ Ook het plaatsen van keyboardbugs – apparaatjes waarmee toetsaanslagen worden geregistreerd, bijvoorbeeld om passwords te achterhalen – valt niet binnen de bevoegdheden van het NFI. Koning: ‘Maar we denken wél mee wat er technisch wel en niet mogelijk is.’ Het afgelopen jaar adviseerde het NFI ook over het detecteren en uit de lucht halen van ongewenste sites. Koning: ‘Sites die haat zaaien of kinderporno verspreiden zijn ongewenst. Wij hebben meegeholpen om te analyseren hoe je deze sites kunt detecteren en welke takedown-scenario’s er zijn.’ En op verzoek van de minister van Justitie verrichtte het NFI onderzoek naar de technische mogelijkheden van verspreiding van kinderporno via internet en rapporteerde hierover aan de Tweede Kamer. Van Eijk: ‘Belangrijkste boodschap daarin was dat een kinderpornoverspreider die goed wegwijs is in de techniek, zich redelijk goed kan ont-
trekken aan opsporing. Dat betekent dus dat je zult moeten omzien naar andere opsporingsmiddelen, zoals infiltratie, wil je deze misdadigers aanpakken.’
“Freeze” roepen Ook het OM krijgt regelmatig advies. Van Eijk: ‘Laatst nog over de “freeze-bepaling”. Die schrijft voor dat een officier van justitie een telecomprovider mag opleggen de gegevens van een bepaald moment vast te houden. Dit kunnen gegevens uit een gsmpaal zijn, of data op de hotspot bij Schiphol waar een crimineel voordat hij het vliegtuig instapte nog heeft zitten e-mailen. Het is natuurlijk leuk om ‘freeze’ te roepen, maar een officier moet weten wat hij ermee kan. Vandaar dat we het OM adviseerden bij het opstellen van een richtlijn die beschrijft waar ze aan kunnen denken bij het toepassen van deze bepaling.’ En nu ze het toch over het OM hebben, Koning en Van Eijk vinden het jammer dat ze soms in een laat stadium bij zaken worden betrokken. Koning: ‘Enerzijds is dat logisch: eerst gaat een BDE aan de slag met zaken. Pas als blijkt dat dat nodig is wordt het NFI ingeschakeld. Anderzijds betekent dit dat vaak al enige tijd verstreken is, waardoor sommige zaken niet meer te achterhalen zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de termijn waarbinnen je logging-gegevens bij een provider kunt opvragen, is verlopen.’ Tegelijkertijd blijven ze ook wel eens tegen hun wil “hangen” aan een zaak. Koning: ‘Als een zaak al is aangebracht en er blijkt nog een vervolgonderzoek nodig, dan kijkt men al snel naar het NFI. Dat is niet altijd nodig, want als het om een standaardonderzoek gaat kan een BDE dit uitvoeren. Dat is wel eens lastig om uit te leggen. Het is niet zo dat we het niet wíllen doen, maar we hebben te maken met beperkte capaciteit en we steken onze tijd het liefst in zaken die het meest opleveren. Zo kan onze inzet immers het meest betekenen voor de bestrijding van cybercrime.’ Tekst: Miranda van Ark
21
22
Personalia Arrondissmentsparket Almelo
Ressortsparket Amsterdam
In: D.W. Dubbink-Murad (secretaresse) Switch: F. Sieders (naar Arrondissement Den Haag,
In: Luc Bonsel (advocaat-generaal) Pim de Korte (secretaris) Switch: Jan Willem Rijkers (advocaat-generaal naar ressortsparket Arnhem) Uit: Karsten van Gelderen, Jenny Blankert
Arrondissementsparket Amsterdam In: Switch: Uit:
B.L. Mac Lean (officier) Y. van der Leede, B. Bayrakceken (managementassistentes) R. Burghout (stagiaire bij verwerving & ondersteuning) M. Ajbiri (administratief medewerker centrale administratie) E.E. Zondervan (van detachering ressort Amsterdam naar specialistische maatwerkzaken) I.R.V. Out (van specialistische maatwerkzaken naar team noord/oost ovj enkelvoudige zittingen) S. Mast, K. Bozic, N.M. Bakker, S. Martis
Ressortsparket Arnhem Switch: J.W. Rijkers (van parket Arnhem)
Ressortsparket Den Haag In:
D.E.J. Kalf, K. van den Boom (allround administratief medewerkers) H.G. van Leeuwen (managementassistent) S.R. Bröcheler, A. Streufert (secretarissen) C.C. Noordam
Arrondissementsparket Arnhem
Uit:
Switch: Maria Smeijer (administratief medewerker) van parket Haarlem
Functioneel Parket
Arrondissments-/ressortsparket Den Bosch In: Uit:
B. Somers, mw. M.J. Claasen (administratief medewerkers parket) mw. J.J.M. van der Heijden (management assistent ressort) mevr. B.S. Moors, R.K. Sardjoe, mw. J.J. Smallegang
parket Den Bosch periode tot en met 1 december 2007:
Arrondissementsparket Den Haag In: Switch: Uit:
N.G. Meyer (senior administratief medewerker) L.J.F. van der Gaag (secretaresse) J. Barensen (ovj EZ van Functioneel Parket) E.R. Hendriks
Arrondissementsparket Dordrecht Switch: Henriëtte Heijstek (van parket Rotterdam)
Arrondissementsparket Maastricht In:
Cindy Reijnders (communicatieadviseur)
Arrondsissementsparket Roermond In: Uit:
Johan Veugelers (servicemedewerker) Berga aan den Boom
Arrondissementsparket Zutphen Switch: Wim Bollen (ovj) naar Functioneel parket Tilly Polland (parketsecretaris) van Functioneel parket
Arrondissementsparket Zwolle-Lelystad Switch: Kirsten van Veen (personeelsconsulent) naar DVOM/P Zwolle Willy Moes, Esther Visscher - v/d Berg (administratief medewerksters) naar DVOM/P Zwolle
Maria Erskine (parketsecretaris, FP Rotterdam) Liesbeth Dorr (beleidsondersteunend medewerker Verwerving & Ondersteuning, FP Den Haag) Wouter Jan Spek (plv. ovj, FP Rotterdam) Rudy Koolschijn (senior parketsecretaris, FP Zwolle) Switch: Zlatko Trokic (secretaris FP Zwolle naar parket ZwolleLelystad) Elma Bloemendaal (specialistisch beleidsmedewerker FP Zwolle naar BOOM) Sarie Lie, Saskia Rutgrink (medewerksters P&O bedrijfsvoering FP Den Haag, naar DVWOM/P Dordrecht) Giovanni Lacroes (medewerker P&O bedrijfsvoering FP Den Haag, naar DVWOM/P Amsterdam) In:
Landelijk Parket Lars Stempher (ovj) NR-eenheid Noord-Oost-Nederland Piet Nap (informatiebeveiligingsfunctionaris) Thijs Cuppen (stagiair parketsecretaris) NR-eenheid NoordOost-Nederland Zsuzsanna Farago (senior administratief medewerker LICR) André Wolfs (ovj) NR-eenheid Zuid-Nederland. Switch: André de Bruin (parketsecretaris) detachering parket Den Bosch Leonie Ockhuijsen (parketsecretaris) gedetacheerd vanuit parket Den Bosch. Guus Schram (ovj NR-eenheid Randstad-Noord) wordt informatieofficier TIOC Dennis Doense (administratief juridisch medewerker) naar parket Rotterdam Uit: Marleen Hageman (specialistisch beleidsmedewerker), naar douane in Hoofddorp als tactisch analist. Roel Drenth (ovj), FPU In:
BVOM In:
Onno van Leijenhorst (beleidsmedewerker)
Personalia
DVOM Patrice Anthonio (managementassistente) Gökhan Ozcan, Mandy Doreleijers (administratief medewerkers FA DVOM/F Den Bosch) Wouter Tannemaat (personeelsconsulent DVOM/P Den Bosch) Cecilia Paillaman Seron (administratief medewerker DVOM/F Dordrecht) Saskia Rutgrink en Sari Lie (personeelsconsulenten DVOM/P Dordrecht) Giovanni Lacroes (personeelsconsulent, DVOM/P Amsterdam) Switch: Jennifer Hogendorp (van DVOM/P Dordrecht naar DVOM/P Amsterdam) Petra Ras (van DVOM/F Den Bosch naar DVOM/F Amsterdam) Gabrielle Sihasale (van DVOM/P Amsterdam naar DVOM/P Den Bosch) Uit: Junela Lub - Jonis, Ouazina Aasmane In:
Rijksrecherche In: Uit:
J. Andela, mw. H.S. Lamers (rechercheurs) mw. L. de Lange (managementassistente) A. Engels (digitaal rechercheur) B.J.A. Schoorl
OMgeslagen
OMgeslagen ‘Ik blijf tegenwoordig liever uit de buurt van mijn beste kamaraad’ Een Telegraaf-lezer reageer op de stelling “Politie verliest respect door boetedrift”. De Telegraaf, 11 december 2007 ‘Je zet vijf miljoen weg op een tropisch eiland en moet daarvoor honderdtwintig uur gras knippen.’ Fraudedeskundige Niko Paape vindt de strafmaat in Nederland een uitnodiging om te frauderen. Spits, 13 december 2007 ‘Bij het parket moesten we met zijn alleen één management-assistente delen. Ik denk dat verstandig is voor justitie om daar eens over na te denken.’ Advocaat Hendrik Jan Biemond blikt terug op zijn OM-tijd. De Pers, 11 december 2007 ‘Ik heb bij het OM een fantastische tijd gehad’ Opnieuw Biemond. De Pers
2e etage
Strip: Linda van Bruggen
23
24
verkeer
1990 dat het gebod om te stoppen absoluut Snelheidsmeting aan de overzijde van een
geformuleerd is. Het staat niet ter beoordeling
kanaal, parallel aan waar betrokkene reed
van de weggebruiker of in een concreet geval
Gebruik laserpatrol bij snelheidsmeting;
Gerechtshof Leeuwarden 3 december 2007,
gevolg dient te worden gegeven aan het gebod,
niet vermelden in het PV van de afstand tot
WAHV 07/00758
dan wel of een verkeerslicht terecht is geplaatst
de rijlijn
of in werking is gesteld. Evenmin staat ter beoor-
Gerechtshof Leeuwarden 7 december 2007,
De betrokkene stelt dat onmogelijk een correcte
deling van de weggebruiker of de verkeersvei-
24/002912-06; LJN:BB9617
snelheidsmeting kan hebben plaatsgevonden,
ligheid het toeliet om het gebod te negeren.
omdat de agenten aan de overzijde van het
Dat is slechts anders in het geval de situatie
De raadsman van de betrokkene stelt zich op
kanaal hebben gereden waar zich een twee
klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop
het standpunt dat het bewijs in de zaak niet
meter hoge rietkraag bevond. In het zaakover-
het verkeersteken betrekking heeft dat door
op betrouwbare, zorgvuldige wijze tot stand is
zicht staat “… afgelezen snelheid boordsnel-
gevolg te geven aan dat teken de veiligheid op
gekomen en dat de betrokkene dient te worden
heidsmeter: 80 km/u, snelheid volgens ijktabel:
de weg in gevaar zou worden gebracht (vgl. Hof
vrijgesproken.
76 km/u. Werkelijk (gecorrigeerd) snelheid: 76
Leeuwarden 15 mei 2002, VR 2002/192). Om die
De snelheid van het voertuig van de betrokkene
km/u… “Het hof memoreert dat op grond van de
reden dient het horen van de verbalisant in deze
was gemeten met een lasersnelheidsmeter,
in de vorige casus genoemde OM-Aanwijzing
zaak, naar het oordeel van het hof, geen onder-
maar het proces-verbaal vermeldt, in tegenstel-
een correctie dient te worden toegepast van 3
zoeksbelang. Volgt bevestiging van de beslissing
ling tot het imperatief voorgeschrevene in de
km/u bij snelheden onder de 100 km/u. In het PV
van de kantonrechter tot ongegrondverklaring
OM-Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en
is verzuimd de voorgeschreven correctie toe te
van het door de betrokkene ingestelde beroep.
snelheidsbegrenzers van 8 december 2002,
passen Dit brengt mee dat de gemeten gecor-
Stcrt 2002, 249, regnr. 2002A014 (en onder ver-
rigeerde snelheid dient te worden vastgesteld
wijzing naar het arrest van dit hof van 27 april
op 73 km/u. Anders dan de betrokkene kennelijk
Verschillen in kentekenplaten ?
2007, parketnr. 24/000804-06) in het geheel
veronderstelt, is in geval van een snelheidsme-
Gerechtshof Leeuwarden 20 november 2007,
niet de afstand tot de rijlijn. In een aanvullend
ting met behulp van een (geijkte) boordsnel-
WAHV 07/00888
PV relateerde de verbalisant dat hij zich dat
heidsmeter niet voorgeschreven dat het metend
niet meer kan herinneren. Het hof stelt vast dat
voertuig tijdens de meting recht achter het
De betrokkene ontkent de snelheidsoverschrij-
de genoemde Aanwijzing niet is nageleefd en
gemeten voertuig rijdt. De door de verbalisanten
ding te hebben gepleegd en stelt dat de kente-
derhalve sprake is van een vormverzuim als
beschreven omstandigheden op het meettraject
kenplaten op de foto’s niet overeenkomen met
bedoeld in artikel 359a van het wetboek van
en de wijze waarop de snelheidsmeting heeft
de kentekenplaten van zijn auto. Op de foto’s
strafvordering. In aanmerking genomen dat het
plaatsgevonden roepen bij het hof geen twijfel
lijken de platen namelijk één kleur te hebben,
voorschrift dat de afstand tot de rijlijn in het PV
op aangaande de betrouwbaarheid van die
terwijl de officiële kentekenplaten een gele
wordt vermeld, niet de betrouwbaarheid van
meting. (de bestuurder reed aan de rechterzijde
achtergrond met zwarte opdruk hebben. Verder
het meetresultaat op zichzelf aantast en dat de
van het kanaal en ik, verbalisant, reed aan de
ontbreekt het blauwe gedeelte op de linkerzijde
meting in het voordeel van de betrokkene werkt
linkerzijde van het kanaal. Ik had goed zicht op
van de kentekenplaat met daarin de opdruk
naarmate de afstand tot de rijlijn groter is, is het
het voertuig. Af en toe werd het zicht ontnomen
“NL”. Het hof overweegt dat de verschillen die de
hof (onder verwijzing naar het tweede lid van
door een rietkraag aan de rechterzijde van het
betrokkene tussen de kentekenplaat op de foto’s
artikel 359a van het wetboek van strafvordering)
kanaal. Hierdoor was het voertuig enkele malen
en die van zijn auto heeft geconstateerd, te
van oordeel dat het onderhavige verzuim niet
niet geheel zichtbaar. Wel heb ik de afstand tot
weten het kleurverschil en het ontbreken van het
behoeft te leiden tot het uitsluiten van het PV
het voertuig gelijk kunnen houden). Volgt uit-
blauwe Europa-logo, naar alle waarschijnlijk-
voor het bewijs van het tenlastegelegde feit. In
eindelijk ongegrondverklaring van het door de
heid zijn veroorzaakt door reflectiewerking van
het door de raadsman gememoreerde arrest
betrokkene ingestelde beroep.
de gebruikte apparatuur. Voorts acht het hof van belang dat het merk en type van het voertuig op
van het hof van 27 april 2007 is slechts beslist
de foto overeenstemmen met het voertuig van de
dat in het daarin beoordeelde geval de afstand tot de rijlijn genoegzaam was vastgesteld en
Noodzaak tot het in werking hebben van een
betrokkene, zoals hij zelf heeft verklaard. Het hof
dat sprake was van een betrouwbare meting.
verkeerslicht
ziet dan ook geen aanleiding tot nader onder-
Hetgeen de raadsman a contrario uit dat arrest
Gerechtshof Leeuwarden 26 november 2007,
zoek. Volgt bevestiging van de beslissing van de
wil afleiden, kan daaruit volgens het hof, niet
WAHV 07/00668
kantonrechter tot ongegrondverklaring van het door de betrokkene ingestelde beroep.
volgen. Volgt bewezenverklaring en veroordeling niet van het primair tenlastegelegde nu door het
De betrokkene die een sanctie is opgelegd voor
ontbreken van het gegeven wat de afstand tot de
het niet stoppen voor rood licht bij driekleurig
rijlijn van het gemeten voertuig is geweest niet
(nood-)verkeerslicht bij wegwerkzaamheden,
Tekst: Koos Spee,
kan worden vastgesteld dat de werkelijke snel-
wil de verbalisant doen horen met het oog op de
Bureau Verkeershandhaving OM.
heid zodanig dicht is benaderd dat kan worden
beoordeling van de noodzaak van het in werking
Voor complete teksten, bel 0346-333310.
gezegd dat de afgelezen snelheid 117 km/u is
hebben van het verkeerslicht op het tijdstip van
geweest, maar van het subsidiair tenlastege-
de gedraging (te 11:20 uur). Het was naar zijn
legde dat (kort samengevat) met meer dan 30
inzicht verantwoord om door rood licht te rijden.
km/u de toegestane snelheid (= 80 km/u) werd
Het hof overweegt onder verwijzing naar het
overschreden (art. 21 RVV90).
betreffende artikel 68, eerste lid, onder c RVV
OPPORTUUN
Uitgelicht
Nummer 1 – 2008
Snel, sneller, en snelle kwaliteit? In het buitenland vindt men het toch wat merkwaardig dat in het Nederlandse rechtssysteem een moordzaak in één uur op zitting kan worden afgehandeld. De vraag is of deze snelheid van afwikkelen niet overtroffen kan worden. Over het moeten overtreffen van deze snelheid is niet veel terug te vinden in de jurisprudentie. Een betere vraag natuurlijk is of het Nederlandse systeem niet te snel is. Wanneer gaat snelheid ten koste van de kwaliteit? In Amsterdam kent het parket al jaren snelrecht. Binnen tien dagen na aanhouding staat de verdachte bij de PR. Dit geldt voor relatief eenvoudige zaken. Voor de doorloopsnelheden top. Soms toch voor de diepgang van de zaak jegens verdachte of het slachtoffer mag er een vraagteken worden gezet bij deze snelheid. De zaak aanhouden voor een reclasseringsrapport of om het slachtoffer de gelegenheid te geven zijn schadevordering in te dienen is natuurlijk mogelijk, maar beïnvloedt direct de snelheid van afdoening. Zou de termijn tussen behandeling in eerste aanleg en de behandeling in tweede aanleg niet wat versneld kunnen worden? Daarvan zijn wel voorbeelden uit het buitenland bekend. Kazparov demonstreerde in Rusland voor eerlijke verkiezingen en werd wegens het overtreden van de vrijheid van meningsuiting opgepakt. Onmiddellijk vond er een rechtzitting plaats, tenminste als de indruk op het journaal juist was. Er werd een paar seconden een jonge blonde vrouw in beeld gebracht, gekleed in toga die veel op onze
eigen toga lijkt. Blijkbaar was zij de aanklager. Geen rechter kwam in beeld. Maar de veroordeling was terstond vijf dagen. Het hoger beroep werd vervolgens op dezelfde dag binnen het uur afgewikkeld. Het vonnis bleef overeind. Wat is er op tegen om zo snel ook in Nederland het hoger beroep in relatief eenvoudige zaken af te wikkelen? De verdachte is al aanwezig. Er zijn geen perikelen meer met het betekenen van oproepingen e.d. De rechters bij het hof moeten zich wel snel in lezen, maar dat geldt voor de rechter-commissaris ook en diverse raadsheren zijn ooit rechter-commissaris geweest. Of bekruipt ons dan toch het ongemakkelijke gevoel dat een te voortvarende snelheid wel afbreuk doet aan de kwaliteit van onze rechtspraak? Het tevoren inschatten van een zaak is belangrijk. Hoe te verklaren dat de politie, weer in Rusland zoals in de krant was te lezen, er voorshands van kan uitgaan dat een persoon zelfmoord heeft gepleegd, daar hij geboeid aan handen en voeten in zijn eigen zwembad was aangetroffen, is mij niet geheel duidelijk. Een dergelijke snelheid van afhandelen van een moordzaak komt de rechtspraak niet ten goede, noch in het buitenland noch bij ons. Bestaat er bij ons nog een andere vorm van snelheid? Bijvoorbeeld door bij het opleggen van de straf tevoren rekening te houden met de zeer waarschijnlijke mogelijkheid dat verdachte in de nabije toekomst weer een strafbaar feit zal plegen? Het ligt wat subtiel.
Natuurlijk kan de persoon van verdachte heel bepalend zijn bij het te bewijzen feit en de strafoplegging. Wanneer iemand zijn dienstplicht weigert op principiële gronden (tegenwoordig weigert op vredesmissie te gaan) dan is het niet waarschijnlijk dat hij over enige weken ineens die weigering staakt. Het snelste is dan toch in één keer een totale straf te geven (indien het feit bewezen is) en niet na verloop van tijd voor een nieuwe periode van weigering opnieuw te vervolgen en veroordelen. Tevens was het idee dat een straf geen voordelig alternatief mocht zijn qua tijdsduur in vergelijking met de periode van de dienstplicht. Op grond van de jurisprudentie mag worden afgeleid dat de Hoge Raad niet de gedachtegang volgt dat iemand mag worden afgerekend op feiten die hij nog niet heeft begaan. Dit zou in strijd zijn met de onschuldpresumptie. Daarentegen mag wel rekening gehouden worden met het toekomstig te verwachten gedrag in de sfeer van het recidiverisico. Dit vergt wel enige uitleg (HR 20 november 2007, LJN: BB6361). Een overweging in die uitleg kan zijn de maatschappijbeveiliging. Dat kan de meeste burgers niet snel genoeg gaan. Maar ook dan geldt: snel, sneller snelst ten koste van kwaliteit? Iemand zwaarder straffen dan geïndiceerd, waar nodig zwaarder straffen dan geëist? Of toch maar een deel voorwaardelijk om zo een vinger aan de pols te houden en kwaliteit te borgen? Irene Gonzales, advocaat-generaal Arnhem
25
26
INTERNATIONAAL
van het strafrechtelijk onderzoek tegen betrok-
Noorwegen is toegestaan. Deze Belgische uit-
kene (waarin de tapverslagen zijn opgenomen).
spraak is hangende het Nederlandse cassatie-
Parket Haarlem bericht dat er geen strafrechte-
beroep onherroepelijk geworden. De Hoge Raad
lijk onderzoek tegen betrokkene heeft plaats-
heeft geoordeeld dat deze feitelijke omstandig-
gevonden. De taps zijn verkregen in het kader
heid geen aanleiding was voor cassatie. De
Geen uitstel feitelijke overlevering bij cas-
van een onderzoek naar een andere, onbekende
voorzieningenrechter overweegt dat de eigen
satie in belang der wet
verdachte. Parket Amsterdam verschaft de
verantwoordelijkheid van de minister van Justitie
Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 november 2007 (KG
verzochte informatie. Betrokkene vordert in
in uitleveringszaken met zich meebrengt dat in
07/1317)
kort geding op straffe van een dwangsom de
dit geval nader onderzocht dient te worden of de
tapgegevens van parket Haarlem. Nu er geen
Belgische strafzaak ertoe zou moeten leiden dat
De overleveringsrechter staat overlevering aan
Nederlandse strafprocedure is lijkt dit de enige
uitlevering aan Noorwegen wordt geweigerd. De
Italië toe wegens strafexecutie. Betrokkene heeft
manier om de rechtmatigheid van de taps te
minister toetst op het moment van het nemen
de advocaat-generaal bij de Hoge Raad verzocht
toetsen. Gedaagde stelt dat de tapmachtigin-
van de beschikking en dus op het moment dat
cassatie in belang der wet in te stellen tegen
gen zijn aangevraagd in het kader van een
de Belgische vrijspraak onherroepelijk is. Het
deze uitspraak omdat de rechtbank ten onrechte
strafrechtelijk onderzoek waarbij de naam van
gegeven dat de opgeëiste persoon de Belgische
niet de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
betrokkene naar voren is gekomen zonder dat
vrijspraak ook aan de Noorse strafrechter kan
heeft gelijkgesteld met het begrip “onderdaan”.
hij verdachte is in die zaak. De verzochte infor-
voorleggen doet niet af aan de voornoemde
Dan zou sprake zijn van een met Nederlanders
matie bevat gegevens over het strafbare feit en
eigen verantwoordelijkheid. De vordering wordt
gelijk te stellen vreemdeling waardoor (executie)
het slachtoffer. Indien deze gegevens bij derden
toegewezen.
overlevering geweigerd dient te worden. In kort
bekend zouden raken kan het strafrechtelijk
geding verzoekt betrokkene feitelijke overleve-
onderzoek worden gefrustreerd. De voorzienin-
ring op te schorten totdat de advocaat-generaal
genrechter overweegt dat het vertrouwensbe-
Kort geding als verkapt beroep in overleve-
op het verzoek heeft beslist. De voorzienin-
ginsel in het internationale rechtshulpverkeer
ringszaken
genrechter overweegt dat gedaagde terecht
met zich meebrengt dat de rechter van de
Rechtbank ’s-Gravenhage, 30 augustus 2007
heeft aangevoerd dat een eventuele positieve
verzoekende staat er in beginsel van uit dient te
(KG 07/1023)
beslissing van het cassatieberoep geen invloed
gaan dat de bij rechtshulpverzoek opgevraagde
kan hebben op de overleveringsbeslissing.
gegevens in de aangezochte staat op rechtma-
De overleveringsrechter staat overlevering aan
Cassatie in belang der wet heef enkel invloed op
tige wijze zijn verkregen. Slechts als er duidelijke
Italië toe. In kort geding stelt betrokkene dat
toekomstige situaties. Voorts wordt overwogen
aanwijzingen zijn dat sprake kan zijn van een
sprake is van persoonsverwisseling. De overle-
dat de overleveringsrechter door de wetgever is
flagrante inbreuk op de rechten van betrokkene
veringsrechter heeft onvoldoende acht geslagen
aangewezen als terzake deskundig. Artikel 29,
is het eventueel mogelijk dat de Engelse rechter
op de aangevoerde verschillen in persoons-
lid 2 Overleveringswet bepaalt dat tegen deze
nader onderzoek doet naar deze rechtmatig-
kenmerken. De voorzieningenrechter wijst op
uitspraken geen rechtsmiddel openstaat anders
heid. Een dergelijke situatie is niet aannemelijk
het uitgangspunt dat het gesloten stelsel van
dan cassatie in belang der wet. Doorbreking van
gemaakt. Daarbij is van belang dat een onafhan-
rechtsmiddelen in het algemeen met zich mee-
dit verbod is slechts mogelijk in zeer uitzonder-
kelijke rechter, de rechter-commissaris, al heeft
brengt dat een partij die zich niet kan verenigen
lijke gevallen. Daarvan is geen sprake. De stel-
geoordeeld dat aan de wettelijke voorwaarden
met een beslissing/vonnis daartegen moet
lingen van betrokkene zijn in feite een verkapt
voor een tapmachtiging was voldaan. Dat sprake
opkomen middels rechtsmiddel, tenzij die moge-
hoger beroep nu deze allemaal al zijn voorge-
is van een verminderde toetsingsmogelijkheid in
lijkheid in de wet is uitgesloten. Artikel 29, lid 2
legd aan de overleveringsrechter. Betrokkene is
vergelijking tot Nederlandse strafzaken maakt
Overleveringswet bepaalt dat geen rechtsmiddel
niet-ontvankelijk in diens vordering.
het voorgaande niet anders. Het internationale
openstaat tegen een beslissing van de overle-
rechtshulpverkeer brengt dat met zich mee. De
veringsrechter anders dan cassatie in belang
vordering wordt afgewezen.
der wet. Het instellen van een kort geding met
Jurisprudentie
Rechtmatigheid van informatie middels
dezelfde argumenten als naar voren gebracht in
rechtshulpverzoek verkregen
de overleveringsprocedure is in feite een verkapt
Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 oktober 2007 (KG
Onderzoeksplicht minister van justitie in
hoger beroep. Doorbreking van het rechtsmid-
07/1165)
uitlevering
delenverbod kan slechts aan de orde zijn in geval
Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 oktober 2007 (KG
van schending van fundamentele beginselen van
07/1122)
procesrecht. Nog daargelaten of een kort geding
Betrokkene bevindt zich in voorlopige hechtenis in Engeland op verdenking van drugsfei-
dan de aangewezen weg is, is een dergelijke
ten. Onderdeel van het bewijs tegen hem zijn
Uitlevering aan Noorwegen wordt door de recht-
schending niet aannemelijk gemaakt. Betrokkene
Nederlandse tapverslagen, gemaakt in het
bank, Hoge Raad en minister van Justitie toege-
is niet-ontvankelijk in diens vordering.
kader van onderzoeken door parket Haarlem
staan. In kort geding eist betrokkene opschorting
en Amsterdam. Deze tapverslagen zijn middels
van de uitlevering totdat een Belgische vrijspraak
Tekst: Linda Bregman, Ministerie van Justitie,
rechtshulpverzoek door Engeland opgevraagd.
ten aanzien van hem nader is onderzocht in
Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken,
Op verzoek van de Engelse strafadvocaat wil
verband met mogelijk ne bis in idem (weigering-
telefoon 070 – 37 07 468
een Nederlandse advocaat de rechtmatig-
grond voor uitlevering opgenomen in artikel
heid van deze taps onderzoeken. Hij verzoekt
9 Uitleveringswet). De vrijspraak zou dezelfde
parket Haarlem en Amsterdam om het dossier
feiten betreffen als waarvoor uitlevering aan
OPPORTUUN
In memoriam
Nummer 1 – 2008
In memoriam Pieter Groenhuis Pieter en ik hebben elkaar in mijn begintijd als “echte” milieuofficier (vanaf 2001) snel gevonden. Aanvankelijk nog niet zo heel intensief, maar gedurende de tijd dat wij met ingang van 1 oktober 2005 een kamer deelden in het gebouw van het Functioneel Parket aan de Gravenstraat in hartje Amsterdam, werd ons contact hechter. Tot eind 2006 was Pieter in principe maar één dag per week in Amsterdam, de rest van de week was voor GPS. Pieter liet het arrondissementsparket Alkmaar niet los waar hij lange tijd gewerkt heeft. Zijn politiemannen daar waren hem lief en hij kende de Alkmaarse rechters als geen ander. De resultaten van zijn zittingen zette hij binnen de kortste keren op zijn website: www.milieuom.nl. Alleen die van zijn laatste zitting (van 29 november) staan er niet op. Pieter was veel meer dan alleen een milieuofficier. Zijn enorme werklust omvatte naast speciale projecten zoals GPS bijvoorbeeld ook pornozaken en computercriminaliteit. Sinds begin 2007 was hij Officier Noordzeezaken. Hij vertelde mij kort vóór zijn overlijden dat hij weliswaar de contouren rond de organisatie van de Noordzee in beeld had maar dat hij er nog lang niet klaar mee was.
Les geven vond hij geweldig. Hij vertelde mij eens vol trots dat hij de zoon van minister Donner (toen nog van justitie) op les had. Hij verzorgde cursussen en heeft zijn collega’s ook menigmaal onderricht. Een Meester, letterlijk en figuurlijk, was hij om zijn doel te bereiken. Hij was in staat om tussen de klippen van onze vaak complexe organisatie door te varen en daar te komen waar hij wilde zijn. Pieter was een man die niet alleen altijd vrolijk en bruisend van energie door de gangen liep, maar ook geen enkel onderscheid maakte tussen de rangen en standen van onze organisatie. Van administratief medewerker, AJM-er, parket-secretaris, officier, teamleider en zelfs de hoofdofficier: we waren voor hem allemaal gelijk. Hij was altijd bereid een collega te woord te staan. Uitermate attent in zijn reacties en vaak kon hij er triomfantelijk aan toevoegen: kijk maar op mijn milieusite, daar staat het allemaal op. Eigenzinnig was hij wel: een tenlastelegging van Pieter was vrijwel onaantastbaar. Per slot had hij daar al jaren succes mee bij de Alkmaarse rechtbank en wat de andere rechtbanken daarvan vonden, ja dat was hun, en dus ons probleem. Pieter, bedankt voor alles wat je voor je collega’s en voor allen met wie je hebt samengewerkt hebt betekend. Annemiek Tubbing, Officier van Justitie van het Functioneel Parket (Het schilderij is gemaakt door Angelique van den Hogen-Tol, administratie FP Amsterdam.)
In memoriam Rob Geradts Op 24 november jl. overleed onze collega en advocaatgeneraal Rob Geradts op 59-jarige leeftijd. Hij was al geruime tijd ernstig ziek en moest daardoor begin 2006 stoppen met werken. Hij berustte daar niet in, maar vócht tegen zijn ziekte, en in zijn regelmatige mailtjes aan ons schreef hij sindsdien bijna onderkoeld over wat er aan de hand was. Steeds met één rode draad: ik kóm terug, ik gá weer aan het werk en ik stá straks weer op zitting. Het afgelopen voorjaar heeft hij ook inderdaad weer wat gewerkt, maar dat brak hem door zijn ziekte opnieuw bij de handen af. Rob heeft een kleine dertig jaar bij het Openbaar Ministerie gewerkt. Hij begon in 1979 als parketsecretaris in Dordrecht en studeerde vanaf 1983 in de avonduren rechten. Eenmaal afgestudeerd, werd hij in 1986 staffunctionaris van de hoofdofficier op dat parket. Vervolgens was hij van 1990 tot 1996 officier van justitie op het Haagse parket. Daarna werkte hij tot 2000 op Sint Maarten. In 2000
kwam hij weer terug als officier op het Haagse parket, en sinds augustus 2001 was hij bij ons advocaat-generaal. Op ons parket heeft hij zich laten kennen als een sociaal voelend en een heel betrokken mens. Betrokken bij het werk, niet alleen bij zijn zaken en zittingen, maar ook bij de mensen die op het parket werken, en als actief lid van de ondernemingsraad. Een man van de humor ook, en altijd in voor een lolletje. Als advocaat-generaal stond hij zeer open voor op de zitting blijkende nieuwe informatie, die hij ook in zijn requisitoiren verwerkte, en had hij een goed oog voor de menselijke dimensies van zijn zaken. Hoe breed de waardering voor Rob was, is gebleken uit het feit dat ons College het TOM-beeldje voor verdienstelijke OM’ers aan Rob heeft toegekend; hij was daar enorm blij mee. Rob heeft ons de afgelopen jaren laten zien wat de kracht van de wil om te leven, weer te gaan werken en tegen alle sombere verwachtingen en prognoses in dóór te gaan, vermag. Tot het laatst was en bleef hij een van ons, en wij weten hoe belangrijk dat voor hem was. Wij houden Rob in hoge ere. Namens het ressortsparket Den Haag Leo den Hollander, hoofdAG
27
Op 9 november bezochten de burgemeesters van de regio Politie Brabant-Noord het Arrondissementsparket in ’s-Hertogenbosch. Ze keken mee met de weekdienst en hadden een fictief strafmaatoverleg.
Vers van de pers: het rollenspel requisitoir. Antje Visser en Meriam van Brink bekijken het resultaat. Het spel maakt onderdeel uit van het tweede spoor van het Versterkingsprogramma Opsporing en Vervolging. Daarin staat een verdere professionalisering van de wijze van handelen van de juridische professional centraal. Het spel is dóór en vóór de OM-professional gemaakt en wordt medio januari naar de kwaliteitsofficieren van de OM-onderdelen gestuurd.
Onlangs was er reden voor taart op het Haagse Parket. De Centrale DNA Cluster (sectie bijzondere vervolging, raadkamer en beslag) heeft het aantal van 5000 behaald m.b.t. de oproepingen afname DNA-veroordeelden. Naast deze prestatie heeft het cluster DNA ook de hit verwerking NFI van het veroordeelden-, verdachtentraject en High Volume Crime batches administratief op orde gebracht en verwerkt.
Hoofdofficier Annemarie Penn-te Strake trommelt medewerkers op om zich te verzamelen in de kantine van parket Maastricht. Daar krijgen de medewerkers een toelichting op “Omslag”, het ingezette cultuurtraject.
De Haagse Sint had enige voorkeur wie wel en niet op zijn schoot mocht zitten. Anne van Kempen was een van de (on?)gelukkigen. Dik Johan Veldhuizen kreeg gelukkig nog wel een schouderklopje van de goed heiligman.
Samenstelling: Thea van der Geest