SCHOOLPLAN 2012-2016
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
SCHOOLGEGEVENS Schoolgegevens: Brinnummer: Directie: Adres hoofdvestiging: Contact:
Openbare basisschool ’t Prisma 19 DN en 19 DN01 De heer R. Wiersma, algemeen directeur Nieuwe Wetering 251, 3194 TB Hoogvliet 010-2957416
[email protected] Tussenwater Locatie Nieuwe Wetering 25, 3194 TB Hoogvliet tel.nr 010 2957416 / fax nr 010 2957417 locatieleiding: dhr. S.Kattenberg/
[email protected] coördinator: Mw.D.Scholte/
[email protected]
Adres dependances:
Locatie Heersdijk 15 tel nr: 010 4167656 - 4163058 / fax nr 010 4167459 locatieleiding: dhr. S.Kattenberg /
[email protected] coördinator: dhr C.v.Loon/
[email protected] Digna Johannapolder/Westpunt Locatie Sara Burgerhartweg 60, 3193 TB Hoogvliet tel.nr. 010 4161526 – 4380097 / fax.nr. 4169504 locatieleiding: mw. R.Lucassen /
[email protected] Locatie Saffraanstraat 105, 3193 XJ Hoogvliet tel nr:010 4164508 - 4382164 / fax.nr 010 4721649 locatieleiding: mw.R.Lucassen /
[email protected] coördinator; Dhr D.van Os/
[email protected]
Bevoegd gezag: Adres bevoegd gezag: Contactpersoon: Contact bevoegd gezag:
Bestuur Stichting Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) Calandstraat 41, 3016 CA, Rotterdam De heer Jan van der Meer 010-2821700 /
[email protected] / www.stichtingboor.nl
2
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
VOORWOORD
De Wet op het Primair Onderwijs( WPO) regelt dat om de vier jaar het schoolplan van een basisschool wordt herzien. Aangezien het schoolplan voor de komende vier jaar aan dient te sluiten bij het Strategisch Beleidsplan van Stichting BOOR Rotterdam(het bestuur van de school) en dit plan geschreven wordt voor de periode 2012-2016 is het schoolplan opgesteld voor dezelfde periode. Het vorig schoolplan was opgesteld voor de periode 2007-2011. Dit houdt in, dat het vorig schoolplan met een jaar verlengd is(met toestemming van de inspectie). De samenleving verandert. Het onderwijs verandert mee. Dat geldt zeker voor onze school, obs ’t Prisma. Scholen worden alsmaar complexere organisaties. Misschien is dynamiek wel het meest kenmerkende van de huidige- en de komende samenleving. Er is sprake van voortdurende en snelle verandering. Als er al iets met zekerheid over de toekomst gezegd kan worden dan is het wellicht dat die toekomst onzeker is in de betekenis van dynamisch en veranderlijk. Scholen komen steeds meer in een krachtenveld terecht dat we kunnen typeren met woorden als (relatieve) autonomie, vernieuwing en verantwoording. Dat betekent een niet aflatend proces van reflectie, bezinning en evaluatie. Doen we de goede dingen? Doen we de (goede)dingen goed? Dit schoolplan wil hierin een wezenlijke bijdrage leveren. Moge dit schoolplan als voortdurende toetssteen duidelijkheid bieden aan iedereen! Een houvast op onze weg naar voortdurende kwaliteitsverbetering. Namens Directie en teamleden OBS ’t Prisma: Dhr. Mw. Dhr.
Ronald Wiersma, Rini Lucassen, Stefan Kattenberg,
directeur locatie-directeur locatie-directeur
3
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Opbouw van het schoolplan 1.4 Samenhang met andere plannen binnen het bestuur 1.5 Verwijzingen 1.6 Speerpunten vanuit de overheid
2.
De opdracht van het bestuur en de school 2.1 Identiteit en kernwaarden BOOR 2.2 Missie, visie, ambitie en kernwaarden van ‘t Prisma 2.3 Schoolbeschrijving
3
De gewenste kwaliteit 3.1 De doelen van BOOR 3.2 De 10 doelen van het Rotterdamse Onderwijsbeleid 3.3 Succesbepalende factoren, indicatoren en normen van ‘t Prisma
4
Stand van zaken 4.1 Stand van zaken BOOR 4.2 Geborgd / staand beleid (onderwijskundig, personeel, organisatie en communicatie, kwaliteitsbeleid) 4.3 SWOT-analyse intern en extern
5.
Strategische doelstellingen en activiteiten 2012 – 2016 5.1 Strategische doelstellingen 5.2 Planning 5.3 Schema ‘van strategische doelen naar activiteiten, tijdsplanning en middelen’
6.
Kwaliteitssysteem
7.
Vaststelling Bijlagen
4
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1.
Doelen en functie van het schoolplan
Het schoolplan van Openbare basisschool ‘t Prisma geeft de beoogde schoolontwikkeling voor de periode 2012 – 2016 weer. We hebben ons afgevraagd waar we als school staan, wat voor school we willen zijn in 2016 en hoe we daar vorm aan geven. In dit plan worden de grote lijnen uitgezet, verdeeld over een periode van vier jaar. Het schoolplan is een richtinggevend kader voor de schoolontwikkeling in de komende vier jaar. De planning is afgeleid van de beschreven ontwikkeling in het schoolplan. Het schoolplan heeft de functie van beleidsdocument. Hiermee willen wij voor de periode 2012 – 2016 het beleid vaststellen met betrekking tot de volgende onderwerpen: - onderwijskundig beleid - ondersteunend beleid (personeel, financiën, materieel en relationeel beleid) - beleid met betrekking tot bewaking, borging en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (kwaliteitszorg) De dialoog over de kwaliteit van het onderwijs en over het onderwijsbeleid van de school is reeds gevoerd. Deze dialoog is gevoerd met teamleden, directie en bestuur van de school. Binnen het team / de teams is er draagvlak voor de inhoud van het schoolplan. Wij leggen met het schoolplan verantwoording af aan ons bevoegd gezag, de overheid en de medezeggenschapsraad. Dit schoolplan is niet los te zien van het Strategisch Beleidsplan Stichting Openbaar Onderwijs Rotterdam 2012-2016 “Het kind voorop”en het Rotterdams onderwijsbeleidsplan 2011-2014”Beter Presteren”.De afspraken in deze documenten zijn leidend en ondersteunend aan alle activiteiten die ‘t Prisma ontplooit. 1.2
Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan
De inhoud en de opzet van het schoolplan wordt voorbereid met het managementteam. Als de hoofdlijnen van het schoolplan duidelijk zijn, wordt het schoolplan in het team / de teams besproken. Tijdens de bespreking zal gekeken worden of de ambities van de school realistisch zijn. Dit om draagvlak te creëren, maar ook om de koers voor de komende vier jaar duidelijk neer te zetten. De medezeggenschapsraad is op de hoogte van het tot stand komen van dit plan en heeft er mee ingestemd. 1.3
Opbouw van het schoolplan
De opbouw van het schoolplan is als volgt: - 1. Inleiding - 2. De opdracht van het bestuur en de school - 3. De gewenste kwaliteit - 4. Stand van zaken - 5. Strategische doelstellingen en acties 2012 – 2016 - 6. Kwaliteitssysteem - 7. Vaststelling - Bijlagen
5
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Het schoolplan mondt uit in een overzichtelijk schema waar alle acties, de planning en de inzet van middelen in weergegeven zijn. 1.4
Samenhang met andere plannen binnen het bestuur
Het door de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) vastgestelde strategisch beleidsplan 2012– 2016 ‘Het kind voorop” vormt samen met het Rotterdams Onderwijsbeleid Beter Presteren het overkoepelend richtinggevend kader voor het beleid van alle scholen. Het spreekt voor zich dat het schoolplan van ‘’t Prisma’ niet strijdig kan zijn met deze beleidsplannen. Er is gekozen voor de volgende werkwijze: het SBP en het ROB vormen de kern. De inhoud van deze documenten komen in het hele schoolplan terug. Daarnaast kent STICHTING BOOR nog een aantal andere zaken die wij van belang achten en die in de overige hoofdstukken ter sprake gebracht worden. Allereerst is er een algemeen schoolplan dat gemeenschappelijk is voor alle scholen en kan beschouwd worden als onderlegger voor het specifieke schoolplan. Het wordt door de voorzitter van het College van Bestuur in concept voorgelegd aan de GMR waarna het uiteindelijk door hem definitief wordt vastgesteld. Op basis van het SBP, het ROB en het algemeen schoolplan beschrijven scholen hun eigen specifieke situatie in het schoolspecifieke schoolplan. Het schoolspecifieke schoolplan is het document waarin u nu aan het lezen bent. Algemeen schoolplan Het algemeen schoolplan beschrijft de beleidskaders die op bestuursniveau zijn vastgesteld en die voor alle scholen gelden. Deze beleidskaders zijn overwegend gebaseerd op bestaande wet- en regelgeving, op het bestuurlijk strategische beleidsplan en op bestaande of in ontwikkeling zijnde beleidsdocumenten. 1. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 2. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid alsmede het document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding, bedoeld in artikel 30 van de wet. 3. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval op welke wijze het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd en vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn. Het specifieke schoolplan Het schoolspecifieke gedeelte van het schoolplan beschrijft op schoolniveau het onderwijsconcept en de schoolprofilering. Onderdeel van het specifieke schoolplan is de meerjarenplanning en het jaaractiviteitenplan met de te nemen stappen gedurende de planperiode van de onderwerpen die in het
6
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
specifieke schoolplan zijn aangegeven. De meerjarenplanning is gebaseerd op een zelfanalyse van de school. Jaaractiviteitenplan/jaarverslag (jaarlijks) Het jaaractiviteitenplan/jaarverslag als instrument binnen de kwaliteitszorg vervult drie functies: • sturing, • planmatig werken en • verantwoording. Sturing • er is veel ruimte voor de schoolleider om zelf het 'hoe' te bepalen; • de bovenschools manager (BM) heeft de mogelijkheid invloed uit te oefenen op een wijze die recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid van de schoolleider. Planmatig werken • scholen spreken zich uit over te behalen resultaten (doelen) op een wijze die expliciet en controleerbaar is; • betrokkenen (directeuren, bovenschools management team (BMT) en het college van bestuur (CvB) binden zich tot het realiseren van die voornemens. Verantwoording • schoolleiders verantwoorden zich achteraf (mede aan de hand van indicatoren) naar de BM over de mate waarin de resultaten behaald zijn; • als lopende het jaar blijkt dat de resultaten niet worden gehaald, ligt het initiatief bij de directeur om contact op te nemen met de BM. In het jaarlijks uit te brengen jaaractiviteitenplan/jaarverslag staat in ieder geval: • • • •
een lesurentabel per groep/per jaar, vakanties en studie(mid)dagen (eigen format); de tijdsverdeling van de verschillende leer- en vormingsgebieden met hierbij aangegeven waarop de school haar verdeling heeft gebaseerd (eigen format); een bijgestelde meerjarenplanning met de te nemen stappen gedurende de planperiode voor de onderwerpen die in het specifieke schoolplan staan vermeld; indicatoren met betrekking tot veranderingsonderwerpen en kwaliteitsbewaking.
Schoolgids (jaarlijks) De schoolgids bevat voor ouders, verzorgers en leerlingen informatie over de werkwijze van de school en bevat in elk geval informatie over: • • • • • • • • •
de doelen van het onderwijs en de resultaten die met het onderwijsleerproces worden bereikt; de wijze waarop aan de zorg voor het jonge kind wordt vormgegeven (dit geldt niet voor het WEC onderwijs); de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt vormgegeven; de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut; de ouderbijdrage; de rechten en plichten van de ouders/verzorgers, de leerlingen en het bevoegd gezag, waaronder de informatie over de klachtenregeling; de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met de materiële bijdragen, niet zijnde de ouderbijdragen; protocol schorsen/verwijderen en/of gedragsprotocol; pestprotocol;
7
‘t Prisma •
Schoolplan 2012 - 2016
protocol omgaan met het verstrekken van gegevens aan derden ten behoeve van stedelijke monitoring, WSNS en dergelijke.
De schoolgids wordt uitgereikt aan de ouder/verzorgers bij de inschrijving en jaarlijks na de vaststelling van de schoolgids. 1.5
Verwijzingen
Er zijn verwijzingen opgenomen om te voorkomen dat het schoolplan een uitgebreid boekwerk wordt. De kern van het schoolplan moet de beoogde schoolontwikkeling zijn. In dit schoolplan wordt diverse keren verwezen naar reeds bestaand beleid (SBP, ROB, Algemeen schoolplan), procedures en afspraken. 1.6
Speerpunten vanuit de overheid
Actief burgerschap en sociale integratie Op 1 februari 2006 is de wet die scholen verplicht om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving in werking getreden. Voor scholen betekent dit dat zij vanaf die datum verplicht zijn om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het begrip sociale integratie verwijst naar deelname van burgers aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. De opdracht aan de scholen luidt: Het onderwijs: a. gaat ervan uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Zie voor ’t Prisma: het stuk : Integratie en burgerschap. Zorg Artikel 12 (lid b) van de Wet Primair Onderwijs (WPO) verplicht scholen tot het beschrijven van de voorzieningen die er zijn voor het opvangen van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Het beleid ten aanzien van leerlingen met bijvoorbeeld een ‘rugzakje’ en de schoolinterne zorgstructuur is een wezenlijk onderdeel van de ‘kwaliteit van onderwijs’, zoals bedoeld door de wetgever. Daarvoor dient er in het schoolplan of als bijlage bij het schoolplan meer beschreven te worden dan alleen het zorgplan van het WSNS-verband. Elke school zal haar uitgangspunten moeten formuleren, daarbij zijn de kracht van de organisatie, de capaciteiten van het team en de interne mogelijkheden belangrijk. Maar voorop staat een visie: waar staat de school voor? Op basis van deze gegevens dient een transparante en gedegen zorgparagraaf opgesteld te worden. Zie voor ’t Prisma: “Zorgplan Prisma” Zie ook het zorgplan van het Samenwerkingsverband Rotterdam Zuid [swv 37.02.08] Dagarrangementen Vanaf het schooljaar 2007-2008 is het verplicht voor alle scholen om, alleen als de ouders daar om vragen, voor- en naschoolse opvang te verzorgen. Voor werkende ouders betekent het dat het gemakkelijker wordt om werk en zorg voor hun kinderen te combineren. Het schoolbestuur kan de opvang van de leerlingen op verschillende manieren laten verzorgen. Hoe en waar het wordt georganiseerd is aan de school en ouders. Het schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van de voor-,
8
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
tussen- en naschoolse opvang is geregeld in de Wet op de Kinderopvang. Voor de uitwerking van de motie Van Aartsen/Bos wordt bekeken of scholen extra tijd kwijt zijn aan de nieuwe taken. Sociale veiligheid De school waarborgt de sociale veiligheid als, aan de hand van concrete documenten, aangetoond kan worden dat: - minimaal eens per twee jaar alle leerlingen en personeelsleden (of een representatieve groep van hen) systematisch ondervraagd worden over hun veiligheidsbeleving: inzicht - in het veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht wordt besteed aan de preventie van incidenten; dit beleid regelmatig geëvalueerd en bijgesteld wordt: voorkomen - in het veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht wordt besteed aan de afhandeling van incidenten; dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld: optreden Veiligheid in en rondom de school. Kinderen moeten dagelijks met plezier naar hun school toe kunnen gaan. Er dient gezorgd te worden voor een veilige omgeving waarin de kinderen dagelijks werken. De conciërge op school ziet o.a. toe op deze veilige omgeving. Er zijn diverse protocollen, die gebruikt worden om zorg te dragen voor deze veiligheid. Zo is er sprake van: • Een pestprotocol • Een internetprotocol • Een medisch protocol(medicijn verstrekking) • Overblijfprotocol • Ongevallenregistratie systeem • Leerlingvolgsysteem gericht op sociale ontwikkeling
Hoofdstuk 2 De opdracht van het bestuur en de school 2.1
Identiteit en kernwaarden BOOR
Het openbaar onderwijs heeft een eigen, kenmerkende identiteit die getypeerd wordt door het begrip ‘openbaar’. Ze laat zich als volgt omschrijven: het openbaar onderwijs in Rotterdam is er voor iedereen die de grondbeginselen van artikel 1 van de Grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake de rechten van het kind onderschrijft waarbij wordt uitgegaan van gelijkwaardige samenwerking op basis van respect en vertrouwen. Dit wil zeggen dat het Rotterdams openbaar onderwijs in principe passend onderwijs voor iedereen biedt, zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging, seksuele voorkeur, etniciteit of politieke overtuiging of welk ander onderscheid dan ook. Onderwijs dat een kind een open opstelling ten opzichte van anderen leert te hebben en een klimaat realiseert waarin kinderen elkaar leren kennen, begrijpen en waarderen. Deze brede toegankelijkheid van het openbaar onderwijs betekent niet dat openbare scholen in Rotterdam minder aandacht zouden besteden aan waarden en normen. De grenzen die wij stellen aan gedrag van leerlingen, ouders en personeelsleden zijn mede gebaseerd op de kernwaarden die hieronder zijn opgenomen, maar ook op basis van de eigenheid van de openbare school waar de leerling is ingeschreven. Openbare scholen in Rotterdam hebben immers – passend binnen de kernwaarden en strategische doelen - een eigen schoolprofiel. Daar waar leerlingen en/of hun ouders de waarden en normen passend bij onze identiteit niet wensen te respecteren of waarbij het schoolprofiel niet past, worden zij actief door de school geholpen om bij een andere (bij voorkeur openbare) school onderdak te vinden.
9
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Het Openbaar Onderwijs Rotterdam staat voor de volgende kernwaarden: 1 Maximale Talentontplooiing, Leerlingen worden aangespoord het maximale uit zichzelf te halen. De basis hiervoor wordt gelegd door effectief taal-, lees- en rekenonderwijs en onderwijs in sociale vaardigheden. 2 Actieve pluriformiteit. Het openbaar onderwijs is toegankelijk voor iedereen. De identiteit en de kernwaarden van BOOR stellen grenzen aan het gedrag van de leerling en diens ouders. Kenmerkend voor het openbaar onderwijs is bijvoorbeeld het respect en de betrokkenheid ten opzichte van verschillende levensbeschouwingen en overige verschillen tussen mensen. 3 Naleven van kinderrechten De kinderrechten afkomstig uit het Verdrag voor de Rechten van het Kind, de Nederlandse grondwet en de verklaring van de Rechten van de mens zijn verankerd in de doelstellingen van BOOR. De scholen zijn erop gericht leerlingen hiervan bewust te maken. 4. Sterke binding met de samenleving Het openbaar onderwijs wil zich verbinden met de maatschappelijke omgeving waarin zij zich bevindt. Onze scholen zijn sterke gericht op hun omgeving, de wijk,de stad en gedragen zich daarin als maatschappelijk ondernemer. Leerlingen ontwikkelen zich daardoor tot zelfbewuste- en participerende burgers. 5. Nieuwsgierig, betrokken en toekomstgericht.
2.2
Missie, visie, ambitie en kernwaarden ‘t Prisma
Onderwijskundige visie In het schooljaar 2011-2012 is een werkgroep aangesteld om te komen met een visie en missie van ’t Prisma. Visie Prisma: Wij vinden dat ieder kind recht heeft op een optimale ontwikkeling. In een samenleving waarbij steeds meer sprake is van individualisme is het juist van groot belang dat kinderen geleerd wordt verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de groep. Een positief zelfbeeld draagt hiertoe bij. Zelfstandig werken bevordert de zelfstandigheid van het kind en draagt bij tot een verantwoordelijkheidsgevoel. Het kind moet leren plannen. Hiervoor dient een goede structuur aanwezig te zijn waarin duidelijk aangegeven wordt wat van het kind verwacht wordt. Kinderen moeten kunnen samenwerken. Dit betekent dat er sprake moet zijn van respect voor de ander. Een klimaat waarin normen en waarden duidelijk zijn. Om te komen tot een optimale ontwikkeling moet er op school een klimaat zijn waarbij geborgenheid van groot belang is en waarbij het welbevinden van het kind vanzelfsprekend is.
10
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Wij zijn met z’n allen verantwoordelijk voor: RESPEC
T
POSITIVITEIT G E B O R G E N H E I D/W E L B E V I N D E N ZELFSTANDI GHEID S TRUCTUUR OPT IM ALE ONTWIKKELING NORMEN&WA ARDEN Belangrijk op school zijn de volgende kernwaarden: -
de leerling staat centraal een positief mensbeeld respect voor anderen plezier in het leren en ontwikkelen sociale weerbaarheid vergroten zelfvertrouwen stimuleren integer handelen een optimistische kijk op het leven veiligheid en vertrouwen bieden zorg hebben voor de wereld om ons heen
2.3 Kenmerken van de school OBS 't Prisma is een openbare school. Juist omdat wij een openbare school zijn, zijn alle kinderen bij ons welkom; ongeacht geloofsovertuiging, etnische- of sociale achtergrond. Wij vinden dat het goed is dat kinderen leren omgaan met elkaar en zien, dat niet iedereen hetzelfde denkt, gelooft en doet. Op school streven wij ernaar, dat iedereen respect en verantwoordelijkheid heeft voor elkaar. Vandaar dat een aantal regels vastgelegd zijn die voor iedereen gelden. Het gaat hierbij onder andere om de manier waarop we met elkaar omgaan, respect hebben voor elkaar, elkaar accepteren. OBS 't Prisma is een grote school. De school heeft vier vestigingen met in totaal ongeveer 560 leerlingen. De vestigingen bevinden zich in de wijken: Westpunt, Digna Johannapolder en Tussenwater. In de wijk Tussenwater is de school noodgedwongen gesplitst over twee gebouwen. De groepen 1 t/m 5 zijn gehuisvest in het gebouw aan de Nieuwe Wetering. De groepen 5 t/m 8 en Leonardo zijn gehuisvest in het gebouw aan de Heersdijk. Vanaf augustus 2009 is ook de school invulling qua groepen veranderd op de locatie Sara Burgerhartweg en de locatie Saffraanstraat. De groepen 1 t/m 6 zijn gehuisvest samen met de BSO, de peuterspeelzaal, het restaurant en de ouderkamer op de Sara Burgerhartweg. De groepen 7 t/m 8 zijn gehuisvest op de locatie Saffraanstraat. Op beide locaties zijn overblijf ruimtes beschikbaar. Op de locatie Sara Burgerhartweg
11
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
hebben wij het kinderrestaurant Mac Kenniet tot onze beschikking. Deze ruimte is vanaf 7.15 uur geopend. De kinderen kunnen hier ook terecht voor een ontbijt. OBS ’t Prisma is een klassikale school, met onderwijstijdverlenging voor groep 6,7 en 8. In het kader van het project Talentontwikkeling Hoogvliet hebben de Hoogvlietse BOOR scholen de krachten gebundeld. Alle openbare basisscholen en de openbare school voor voortgezet onderwijs zijn nog nauwer met elkaar gaan samenwerken (Andries van der Vlerk, De Boomgaard, De Notenkraker, De Plevier, ’t Prisma, De Tuimelaar, SBO Hoogvliet en het Einstein Lyceum). Door samen op te trekken proberen deze scholen elkaar te versterken, expertise onderling uit te wisselen, en de doorstroming naar het Einstein Lyceum te vergemakkelijken. De scholen hebben de ambitie om het hoogst haalbare uit de Hoogvlietse kinderen te halen. Leerlingen uit alle groepen hebben voordeel van dit project. Het project geeft aan het eind van de basisschool en aan het begin van het voortgezet onderwijs nog een extra impuls, op het gebied van taal, rekenen en studievaardigheden aan de leerlingen. Op het Einstein Lyceum wordt al een specifiek programma aangeboden tijdens het Einsteinmoment. ’t Prisma biedt voor alle leerlingen uit de groepen 6,7 en 8 onderwijstijdverlenging(OTV) aan. Helaas kunnen we het (nog) niet aanbieden in andere groepen. Het kan worden aangeboden door een subsidie die alleen ingezet mag worden voor de groepen 7 en 8 en de eerste 2 leerjaren voortgezet onderwijs.( groepen 6 nemen deel vanuit Beter Presteren/ROB) De subsidie eindigt in juli 2014. Of we daarna door kunnen of willen gaan is nog de vraag. Na schooltijd wordt een extra programma voor taal/Nederlands en rekenen/wiskunde aangeboden. Er wordt gewerkt met: -methode Blits (studievaardigheden), -werkboekjes breuken en procenten, -werkboekjes werkwoordspelling en woordenschat. Per groep wordt er vanzelfsprekend ook gekeken naar specifieke onderwijsbehoefte van de kinderen. Hiervoor worden dan lesmaterialen gezocht. Op de Heersdijk wordt de OTV gedaan van 13.00uur t/m 13.30uur. De leerlingen starten om 13.00uur en gaan om 15.30uur uit. Op de Saffraanstraat blijven de kinderen over. Van 12.45uur t/m 13.15uur wordt de OTV gedaan. Van 8.30uur t/m 12.00uur en van 13.15uur t/m 15.15uur hebben de kinderen het reguliere programma. Op deze manier krijgen alle leerlingen in de groepen 7 en 8 2 uur extra onderwijs per week. De leerlingen van de groepen 6 hebben 1 uur onderwijstijdverlenging.
OBS ’t Prisma geeft onderwijs met het directe instructiemodel Voor de groepsleerkracht betekent dit dat lestijd zo effectief mogelijk gebruikt wordt. Voor leerlingen betekent het instructie en hulp op maat, iedere leerling krijgt de (verwerkings)stof aangeboden op zijn eigen niveau. Er vindt voor iedere leerling afstemming plaats naar behoefte, in uitleg, in tijd en leerstof. Op de locatie Sara Burgerhartweg en Saffraanstraat is dit model in ontwikkeling. OBS ’t Prisma heeft veel extra’s. Een eigen kinderrestaurant voorziening aan de Sara Burgerhartweg. Peuterspeelzalen in het gebouw aan de Heersdijk en de Sara Burgerhartweg (Voorschool). Een ouderkamer in het gebouw aan de Sara Burgerhartweg en de buitenschoolse opvang. (BSO). Een groot aantal computers en een apart computerinstruktielokaal inclusief smartboard in het gebouw aan de Sara Burgerhartweg met een aparte begeleider. Alle leslokalen aan de locatie Saffraanstraat zijn voorzien van smartboarden. Goede, deskundige en gemotiveerde leerkrachten in een efficiënte schoolorganisatie.
12
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Thema ochtenden in samenwerking met de Opvoedwinkel en maatschappelijk werk. Er wordt ook samengewerkt met andere relevante maatschappelijke organisaties. OBS ’t Prisma is een brede school. In de voorgaande jaren werd de nadruk mbt de Brede School gelegd op diverse activiteiten gericht op het sociale en sportieve vlak. Met ingang van de nieuwe periode van het schoolplan is de nadruk komen te liggen op de onderdelen Taal en Rekenen. De doelen hiervoor zijn verwoord in de notitie “Beter Presteren”. De school kan een subsidiebedrag aanvragen om na schooltijd aan de slag te gaan met activiteiten die gericht zijn op de verbetering van het taal- en rekenniveau van de kinderen. Hiermee zijn een aantal activiteiten, die als brede schoolactiviteit uitgevoerd werden beëindigd. Er is een aanvraag ingediend om extra lestijd te bieden aan de kinderen van de groepen 6 gericht op taal en rekenen en aansluitend bij de onderwijstijdverlenging, die in de groepen 7 en 8 plaatsvindt.
OBS ’t Prisma heeft een uitgebreid netwerk ten behoeve van de leerlingen. Op school zijn we bezig met opvoeding van en onderwijs aan uw kind, onze leerling. We worden daarbij ondersteund door andere organisaties die zich bewegen op hetzelfde werkgebied. Er zijn nauwe contacten met de Stichting Jeugdzorg (schoolmaatschappelijk werk), het Buurt Netwerk, het Wijk Opbouw Beheer, de Deelgemeente Hoogvliet, het Clubhuis Rotonde, de praktijk voor Fysiotherapie voor kinderen, de Speciale School voor Basis Onderwijs SBO Hoogvliet, diverse logopedisten. OBS ’t Prisma biedt Dagarrangementen. De school werkt sinds enkele jaren samen met de kinderopvang Hoogvliet(Plein010). Dit geldt zowel voor de peuterspeelzalen als de buitenschoolse opvang. In het gebouw aan de Sara Burgerhartweg is zowel een peuterspeelzaal in het kader van VVE gehuisvest als een BSO opvang punt. Op de locatie aan de Heersdijk is de BSO ondergebracht en een peuterspeelzaal. Kinderen worden dagelijks door de leidsters van de BSO naar de locatie Nieuwe Wetering gebracht. Er is een intensieve samenwerking tussen de BSO en de school. Ook op inhoudelijk gebied zoals bijv. het pedagogisch klimaat(bijv omgangsregels). De BSO heeft een eigen hoofdstuk in de jaarlijkse schoolgids. OBS ’t Prisma biedt ook onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Leonardo Met ingang van schooljaar 2009-2010 is binnen het bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam een start gemaakt met de vorming van Leonardogroepen voor hoogbegaafde leerlingen op een aantal PO scholen. Op ’t Prisma is op de locatie Heersdijk een Leonardogroep gestart. Het maximum aantal kinderen voor deze groep is vastgesteld op 16. Er is sprake van een intakeprocedure waarbij de bovenschools aangesteld coördinator Leonardo een grote rol vervult.( deze functie vervalt met ingang van 2012-2013. De intakeprocedure vindt vanmaf dat moment plaats op de Leonardo school) Afhankelijk van de uitslag van de intakeprocedure vindt wel/geen plaatsing in een Leonardogroep plaats. Aan de groep zijn een aantal vakleerkrachten gekoppeld. Zo is er sprake van een Filosofie( door de Leonardoleerkracht), Muziek,Spaans,Engels,Schaken. Het Leonardoonderwijs is een vorm van onderwijs,die nog volop in ontwikkeling is. Er is op dit moment nog geen sprake van een kant en klaar concept. De leerkrachten van de Leonardogroepen volgen diverse scholingen om zichzelf te ontwikkelen. Ook worden er materialen geleverd, die ontwikkeld zijn door de Leonardostichting. Leonardo ontwikkelt zich vanaf 2013 verder naar Minerva binnen de openbare scholen in Rotterdam.
13
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Hoofdstuk 3 De gewenste kwaliteit 3.1 De doelen van BOOR De strategische doelen voor het openbaar onderwijs in Rotterdam voor de komende vier jaar zijn: a. Verhogen van de onderwijsprestaties en versterken van talentontwikkeling. b. Het vergroten van het marktaandeel in het Rotterdamse onderwijs door middel van verhelderen identiteit en pr en marketing. c. Het doorontwikkelen van het maatschappelijk ondernemerschap, In het Strategisch Beleidsplan BOOR 2012-2016 worden de strategische doelen verder uitgewerkt. 3.2 De doelen van het Rotterdamse Onderwijsbeleid Gezamenlijk met Rotterdamse schoolbesturen heeft de gemeente Rotterdam haar onderwijsbeleid op 6 actiepunten gebaseerd. Het Rotterdams Onderwijs Beleid (ROB) is voor het openbaar onderwijs in Rotterdam naast richtinggevend ook bindend. De 6 actiepunten zijn: • Goed onderwijs is cruciaal voor talentontwikkeling • De school is eenheid van verandering • Het schoolbestuur en de school zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs • Het resultaat telt • Het Rotterdamse Programma Beter Presteren werkt als een lerende organisatie • Rijksbeleid en gemeentelijk beleid versterken elkaar Thema’s binnen het Programma Beter Presteren zijn: Focus op resultaat, meer leertijd, professionele school, ouderbetrokkenheid en schoolontwikkeling. Deze thema’s zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3 van het Rotterdams Onderwijsbeleid Programma Beter Presteren:Actielijnen en aanpak. Het bestuursakkoord heeft tot doel de komende periode de opbrengsten van het primair onderwijs over de hele linie te verhogen. Door prestatieafspraken voor gerichte acties en door alle geledingen in het onderwijs in de juiste positie te brengen wil dit akkoord bijdragen aan een beter fundament voor alle leerlingen die het primair onderwijs verlaten. 3.3. Succesbepalende factoren, indicatoren en normen van ‘t Prisma Wij willen ons in de volgende factoren onderscheiden om goed onderwijs te kunnen bieden. De bijbehorende indicatoren geven aan hoe wij als school kunnen zien dat de succesbepalende factor in de gewenste mate aanwezig is. De norm is het uiteindelijk te bereiken doel. Voor indicatoren, normen en termijnen wordt hierbij verwezen naar de betreffende beleidsplannen [taalbeleidsplan,ICT en brede school} zie de bijlagen. 3.3.1 Sterke accentverschuiving bij de uitvoering van de zorg van IB/RT naar de Groepsleerkracht. Dat veronderstelt allereerst : Het nog beter afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen binnen de groep Indicatoren : • adaptief onderwijs via adaptieve werkwijzen • adaptief gerichte leerkrachtvaardigheden [zie leesstuk “Omgaan met
14
‘t Prisma
• • •
Schoolplan 2012 - 2016
verschillen”] meer differentiatie tijdens de instructie gebruik maken van de instructietafel gebruik maken van alle mogelijkheden, die het zelfstandig werken biedt om de verschillende niveaus van de kinderen goed op te vangen en ter voorbereiding op het VO
Norm : • instructie op [maximaal] 3 niveaus • ontwikkelingsprofielen van lln op basis van toetsuitslagen • mogelijkheid voor talentontwikkeling 3.3.2. Aanscherpen van de visie van het schoolteam op onderwijs en leren door schriftelijk vast te leggen wat het team als visie heeft vastgesteld “Daarom doen we de dingen zoals we ze doen ……..” Ondanks het prima pedagogisch klimaat op OBS ’t Prisma verdienen de uitgangspunten en doelstellingen het om expliciet op papier gezet te worden. De inspectie wijst immers op het nog gerichter afstemmen op de verschillen tussen leerlingen. Hierbij wordt door het team / individuele teamleden een spanningsveld ervaren tussen wat vereist wordt en wat gewenst wordt. Indicatoren: • SWOT-analyse • adaptieve en coöperatieve werkvormen • bevordering van meer samenwerking en interactie tussen leerlingen • zelfwerkzaamheid en zelfverantwoordelijkheid _ individueler benadering van kinderen • zelfstandig werken [uitgestelde aandacht, elkaar helpen] uitbreiden tot samen maken en bespreken van opdrachten • 80% van de leertijd wordt besteed aan de kernvakken taal, lezen en rekenen. Bij deze hoeveelheid zet de inspectie duidelijke vraagtekens, gezien de beperkte tijd die nog overblijft voor de andere vakken. • systematisch werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen betere afstemming van instructie op verschillen tussen leerlingen • ontwikkeling van aanpakgedrag ivm denk- en leerstrategieën • een speerpunt is daarom gelegen in de coördinerende en coachende rol van de IB-ers / innovatoren. Zij moeten de leerkrachten ondersteunen in het toepassen van adaptiever werkwijzen in de groep, in het toepassen van coöperatief leren en bij het leren analyseren van toetsuitslagen en het opstellen en uitvoeren van goed uitgewerkte groepsplannen, individuele handelingsplannen en het werken met individuele leerlijnen • handelingsgerichte procesdiagnostiek en handelingsplanning [smart geformuleerd en uitgevoerd] • aandacht voor hoogbegaafdheid • expliciete aandacht voor verschillen tussen leerlingen mbt kennis en gedrag Norm : • minimaal 3 leerlijnen en instructie op niveau • voor leerlingen met speciale zorgbehoeftes een eigen leerlijn waarbij een ontwikkelingsperspectief wordt aangegeven. 3.3.3. Invoering integraal kwaliteitsbeleid via systematische cyclische kwaliteitsbewaking Indicatoren : • structurele implementatie van PDCA-cyclus • sterkere gerichtheid op verhoging van resultaten en leerrendement • meetbare doelen voor ll.-resultaten en competenties lkr. / dir.
15
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
• effecten van de verbeteractiviteiten meten en evalueren • samenhang modelleren in evaluaties • tevredenheidsonderzoeken onder ouders, leerlingen en medewerkers • smart geformuleerde jaarplanning, doelen én tussendoelen • jaarlijkse PDCA-cyclus van zelfevaluatie Norm : • formulering van kengetallen • formulering tussen- en einddoelen • evaluatie einde schooljaar • tijdplanning voor verbeteracties en de evaluatie en borging daarvan • een eigen kwaliteitsevaluatie-instrument • innovatoren die het vernieuwingsproces aansturen en de kwaliteit leerkrachthandelen borgen
van
Zie: uitslagen tevredenheidsonderzoeken 3.3.4. Taalbeleidsplan 2012-2016 Indicatoren: • Leerkrachtvaardigheden op het gebied van begrijpend lezen • Kennis van leesstrategieën begrijpend lezen, zoals het gebruik maken van de woorden die je wel begrijpt • Investeren in begrijpend luisteren, opdat het niveau begrijpend lezen stijgt • Integratie van De Nederlandse taal in alle vakken op school : geharmoniseerd integraal taalbeleid, opdat het taalniveau van alle leerlingen zal verbeteren. Norm : • Zie taalbeleidsplan(komt tot stand vanuit de taal-leescoordinatoren(3 teamleden) die in 2011 gestart zijn met hun opleiding) 3.3.5. Voortzetting implementatie ICT-beleidsplan OBS ’t Prisma 2012-2016 : verdere integratie ICT in het onderwijs Indicatoren : • aanwezigheid computers en computerbeheersing als basisvaardigheid • volgen van scholing op gebied van ICT-vaardigheden • [minimum]lijst met ICT-leerkrachtvaardigheden • vastgelegde ICT-leerlijnen • voortgangsregistratiesysteem ICT • onderhouden website door ICT-coördinatoren • digitalisering van toetsafname en resultaatverwerking • web-based schooladministratieprogramma met daarin geïntegreerd de zorgadministratie, ParnasSYS • digitale schoolborden. ( in alle groepen 3 t/m 8) gestructureerd onderhouds-en vervangingsbeleid voor hard- en software • communicatie met ouders verloopt steeds meer digitaal. Norm: • Zie ICT-beleidsplan • 100% van de leerkrachten geeft er blijk van met de computer te kunnen en willen werken • 100% van de leerlingen kan minimaal 2x per week op computer werken • computerbasisvaardigheden zijn in het lesprogram opgenomen
16
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
3.3.6. Professionele organisatie als onderlegger voor integraal personeelsbeleid IPB Indicatoren : • uitbreiding expertise via scholing( via innovatoren binnen de school en gezamenlijk binnen Hoogvliet) • starten met intervisie door opgeleide innovatoren • meer expertise in het kader van leerlingenzorg : klassenmanagement • betere afstemming op de hulpvraag van de leerlingen door meer expertise, meer ondersteuning van leerkrachten in het omgaan met verschillen, meer ruimte/tijd voor zelfwerkzaamheid en zelfverantwoordelijkheid, door betere afstemming instructie, betere afstemming op hulpvraag lln, betere analyse en diagnose, groepsplannen en opstellen van ontwikkelingsperspectieven voor zorgleerlingen • persoonlijk meesterschap door professionalisering • aannamebeleid richten op voor ’t Prisma benodigde kennis en vaardigheden (bv, gym, ICT e.d.) • competentiemanagement • functiehuis en beloningsdifferentiatie • reorganisatie takenpakket • cyclische POP-structuur, waarbij ontwikkelpunten aan de orde komen en men voortdurend reflecteert op eigen handelen en functioneren; ook om eigen verantwoordelijkheid te nemen • gemeenschappelijk gedragen visie • teamleren : elkaar leren en collectief leren, optimale professionele communicatie en samenwerking • systeemdenken door de samenhang binnen onze organisatie te doorzien Norm : • scholingsplan • normjaartaak en taakbeleidsplan • 2-jarige cyclische POP-structuur met aandacht voor reflectie, taakgesprek, functioneringsgesprek, popgesprek,voortgangsgesprek en beoordelingsgesprek • gebruik van portfolio en bekwaamheidsdossier • functiehuis • competentiebeschrijvingen per functie • begeleidingsaanpak nieuw personeel Zie IPB document: “elk gesprek zijn eigen status”. 3.3.7. Brede School-denken : ruim baan blijven geven door externe gerichtheid op het wijkgebeuren, stimuleren van ouderparticipatie, betrokkenheid op externe samenwerkingspartners : variant 1 model op alle locaties. Indicatoren : • VVE-beleidsplan met doel- en resultaatbeschrijvingen in kader van de Voorschool • Starten met 0 groep miv oktober 2012 op de Sara Burgerhartweg. • samenwerkingsrelatie met BSO uitbouwen en verfijnen • inzet brede school-medewerkers/medewerkers ouderbetrokkenheid • voor- en naschoolse opvang goed geregeld • middels sportieve, culturele en creatieve activiteiten na schooltijd kinderen kansen bieden • tussenschoolse opvang goed geregeld Norm:
17
‘t Prisma •
Schoolplan 2012 - 2016
80 % van de gezinnen ervaart een duidelijke samenhang tussen gezin, school, omgeving en vrije tijd
3.3.8. Veilige School Indicatoren : • stimuleren zelfvertrouwen via succeservaring, fouten maken mag • zelfsturing van kinderen • aanleren sociale vaardigheden • duidelijke regels en afspraken, aanwezigheid van pestprotocol • respect naar elkaar, verantwoordelijk omgaan met de ander • gebruik van observatielijsten sociaal emotionele ontwikkeling Norm : • minstens 98% van de leerlingen, ouders en leerkrachten voelt zich veilig op OBS ’t Prisma (gemeten naar tussentijdse uitstroming uitgezonderd verhuizingen) • in het dagelijks handelen is er voortdurend aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van elke individuele leerling 3.3.9. Ouderbetrokkenheid Indicatoren : • school werkt pro-actief in het betrekken van ouders • wederzijds informeren over school en kind • project gezonde school • SB werkt met ouderconsulenten Norm: • 80% van de ouders voelt zich betrokken bij de school • Betrokkenheid van ouders op locaties SB / SF substantieel hoger • in alle gevallen benadert de school de ouder als partner • 100% van de ouders is op de hoogte van de ontwikkeling van het kind • 100% van de ouders wordt op de hoogte gesteld van het beleid en de ontwikkelingen van de school • ouderconsulenten 3.3.10. Van inspectiewege vastgestelde kwaliteitsindicatoren • Ook van inspectiewege worden kritische succesfactoren aangegeven, waaraan wij ons als school moeten conformeren omdat zij wezenlijk bijdragen tot een betere kwaliteit van ons onderwijs. Zie hiervoor het Toezichtkader 2009 van de inspectie en het Waarderingskader 2010. In 2011 heeft de inspectie de school bezocht en geconstateerd dat de school voldoet aan de normen.
18
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Hoofdstuk 4 Stand van zaken 4.1 Stand van zaken BOOR In deze paragraaf worden de strategische doelen van het openbaar onderwijs kort uitgewerkt Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de gebieden onderwijs en zorg en de randvoorwaarden. Dat garandeert een integrale aanpak en maakt het behalen van succes meer realistisch. Het beleid is uitgewerkt in termen van een keurmerk. 4.1.1
Een keurmerk voor de scholen
In het onderwijs staat kwaliteitsdenken steeds meer centraal. Kwaliteit benaderen we vanuit twee perspectieven. Ten eerste wil het Openbaar Onderwijs Rotterdam een zeer hoge onderwijskwaliteit leveren op het gebied van onderwijs en zorg. Dat is onze maatschappelijke opdracht. Het tweede perspectief is gericht op de randvoorwaarden die de kwaliteit van een onderwijsorganisatie mogelijk maken. Zonder een duidelijk randvoorwaardelijk beleid kan er geen kwaliteitsonderwijs aangeboden worden. Het gaat hier om zaken als het voortdurend ontwikkelen van en door het onderwijspersoneel, het actief werk maken van PR en Marketing, de huisvesting verbeteren en het onderschrijven van de uitgangspunten van goed bestuur, waaronder een sterke verbinding met stakeholders. Om een hoge minimumkwaliteit ten aanzien van onderwijs in brede zin te kunnen garanderen, heeft het Openbaar Onderwijs Rotterdam een aantal kwaliteitsaspecten ontwikkeld die samen een keurmerk vormen. Dit keurmerk geeft aan dat iedere school van het Openbaar Onderwijs Rotterdam voldoet aan hoge kwaliteitseisen op het gebied van onderwijs en zorg, HRM, bedrijfsvoering en bestuur en organisatie. Het keurmerk geeft focus op kwaliteitsverbetering en –handhaving, is onderdeel van de planning en control, draagt bij aan het kunnen benchmarken van de scholen onderling en kan de motor zijn achter innovatie in onderwijs en organisatie. 4.1.2
Beleid voor Onderwijs en Zorg
De belangrijkste kernpunten uit het beleid voor onderwijs en zorg: Alle scholen van het openbaar onderwijs zijn gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties van de leerling, het verhogen van burgerschapsvaardigheden en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling. Iedere school brengt in kaart welke activiteiten zij daartoe ondernemen, gericht op het onderkennen en verder ontwikkelen van deze talenten en het verhogen van onderwijsprestaties. Scholen realiseren daartoe een adequate leerlingzorg in nauwe samenwerking met het speciaal onderwijs. Het openbaar onderwijs in Rotterdam zal de komende periode een systeem ontwikkelen dat op een gebalanceerde en realistische manier onderwijsprestaties in kaart brengt, waarbij de kenmerken van de leerlingen (zoals het opleidingsniveau van hun ouders, de locatie waar de school staat) een belangrijke rol spelen. Leidend principe in het ontwikkelen van een dergelijk systeem voor beoogde onderwijsprestaties zal uitgaan van de opvatting dat een goede school meer inhoudt dan het realiseren van hoge CITO-scores (veel A en B-scores) of behaalde cijfers bij examens in het voortgezet onderwijs.
19
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Combinaties kunnen worden gezocht van CITO-scores in het primair onderwijs met de niveaus van sociale vaardigheden (burgerschap) en taaltoetsen. Voor iedere leerling van 4–18 jaar is er binnen het openbare reguliere en speciaal onderwijs Rotterdam een individuele doorlopende leerlijn. Scholen laten zien welke activiteiten zij daartoe ondernemen en welke relaties zij met partners (zoals het voorbereidende en afnemende onderwijs) aangaan. Indicator: Iedere leerling wordt in het voortgezet openbaar onderwijs minimaal gekwalificeerd op het niveau van het basisschooladvies, zoveel als mogelijk is binnen de normatieve of gemiddelde studieduur. Scholen verplichten zich tot het systematisch en structureel monitoren van de tevredenheid van stakeholders als ouders, leerlingen en personeelsleden. Iedere school ontwikkelt als onderdeel van haar kwaliteitsbeleid jaarlijks een actieplan waarin wordt uitgewerkt op welke wijze de school de tevredenheid van stakeholders wil verbeteren, in het bijzonder de top 5 van onderwerpen waarover de tevredenheid het laagst is. Scholen verantwoorden zich intern en horizontaal naar de stakeholders over de behaalde resultaten. Scholen van het Openbaar Onderwijs Rotterdam zijn wereldscholen, oftewel internationaal georiënteerd met expliciet accent op meertaligheid. De openbare school erkent dat burgers steeds meer wereldburgers worden en wil kinderen daarin actief opleiden. Indicatoren: in 2010 voorziet iedere basisschool daartoe versterkt taalonderwijs in het Engels. Iedere school bespreekt in een intake met de leerling en diens ouders de wederzijdse verwachtingen, rechten en plichten en poogt ouders zoveel mogelijk bij het onderwijs te betrekken. In principe gaat de school daartoe een ‘overeenkomst’ tussen school, ouders en leerling aan. De kinderrechten spelen in deze overeenkomst een centrale rol waardoor het kind centraal komt te staan. De overeenkomst heeft ten doel om een zo evenwichtig mogelijke verhouding in verantwoordelijkheden tussen de ouders en de school (en het kind) te krijgen. De afspraken zijn altijd gericht op de maximale ontwikkeling van de talenten van elk kind. 4.1.3. Randvoorwaardelijk beleid Kwalitatief hoogwaardig onderwijs kan alleen geleverd worden als ook de schoolorganisatie aan de verbetering van haar kwaliteit werkt. In dit deel gaan we in op de randvoorwaarden die kwaliteitsverbetering op het gebied van onderwijs en zorg mogelijk maken. HRM De scholen realiseren een HRM-beleid gericht op continue professionalisering van het personeel. Continue deskundigheidsontwikkeling door personeelsleden op basis van een puntensysteem wordt een verplichting. Daarnaast wordt gestreefd naar actieve mobiliteit. In het schooljaar 2007-2008 is door het openbaar onderwijs een HRM-beleidsplan gepresenteerd. Dat beleidsplan gaat in op de relatie tussen de realisatie van de strategie en de personele bezetting, de verplichte ontwikkeling van competenties bij personeelsleden en de wijze waarop de stichting daarbij kan ondersteunen, strategische personeelsplanning (mede om het aantal onvervulde vacatures voor onderwijsfuncties en het aantal onbevoegd en onbevoegd gegeven lessen tot een minimum te beperken), de samenwerking met lerarenopleidingen, zorgdragen voor een afspiegeling van het personeelsbestand van de samenleving (bijvoorbeeld meer allochtone docenten en tegengaan feminisering van het basisonderwijs), mobiliteit, het reduceren van de spanning tussen generaties en beloning en waardering van medewerkers zodanig dat excellent functioneren in welke functie dan ook leidt tot merkbare verschillen in beloning en waardering.
20
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
PR en Marketing Iedere school besteedt actief aandacht aan haar PR en marketing ondersteund door het bestuursbureau met als doel een positief imago van de school neer te zetten en daarmee van het openbaar onderwijs in Rotterdam.Het openbaar onderwijs Rotterdam voert actief campagne om de identiteit en kwaliteiten van het openbaar onderwijs in de samenleving bekend(er) te maken. Op ’t Prisma heeft in 2011 een onderzoek plaatsgevonden gericht op de PR en de marketing. Dit is gedaan door een extern bureau. De conclusies van dit bureau zijn gebundeld in dagboeken per locatie, die intern besproken zijn en richtinggevend zijn voor het te voeren beleid. Huisvesting De huisvesting van de scholen beantwoordt aan de eisen van goed, hedendaags onderwijs dat zich verbonden weet met de wijk en buurt waarin het gehuisvest is. De ambitie is dat de gebouwen kleinschalig georganiseerd, goed geoutilleerd en hoogwaardig van kwaliteit zijn. Het belang van een aantrekkelijke huisvesting is groot voor de uitstraling van de school en haar imago. In nauw overleg met het bovenschoolse niveau en binnen de financiële mogelijkheden werken scholen aan het realiseren van adequate huisvesting, uitgaande van het schoolprofiel, het onderwijskundig model en eisen rondom veiligheid, hygiëne etc. De huisvesting kan daarnaast ook goed worden benut om in gezamenlijkheid met betrokkenen uit de buurt of wijk te komen tot multifunctionele inzet van het gebouw, bijvoorbeeld tijdens periodes waarin de school normaliter leeg staat. Goed bestuur De scholen onderschrijven de uitgangspunten van goed bestuur en versterken de positie van stakeholders in hun school bij beleidsvorming, evaluatie en verantwoording. De belangrijkste principes van goed bestuur zijn: Het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van de eigen organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden, het ‘zichtbaar’ maken van de kwaliteit van de organisatie. Op schoolniveau betekent het onderschrijven van goed bestuur in ieder geval de volgende activiteiten: Elke school voert een omgevingsanalyse uit, waaruit duidelijk wordt wie hun partners zijn en wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van de school. Hiermee houdt de school bij het opstellen van haar eigen beleid dan ook terdege rekening. Iedere school organiseert twee à drie maal per jaar een horizontaal verantwoordingsoverleg waarin de belangrijkste belanghebbenden zitting hebben. Het overleg heeft als doelstelling het horen van de partijen omtrent hun verwachtingen van de school en het verschaffen van informatie over de wijze waarop in de doelstellingen van de school daarmee rekening gehouden is, en hoe de realisatie van de doelstellingen van de school verloopt. De school rapporteert minimaal eens per jaar intern aan het bestuur over de wijze waarop de horizontale verantwoording is geregeld op schoolniveau, maar ook wat de stakeholders over de school en de prestaties zeggen. De scholen zijn ‘Carver-proof’. De relatie tussen het gedachtengoed van Carver en governance wordt op korte termijn verder verduidelijkt.
21
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Sturen op prestaties is onmogelijk zonder een vorm van resultaatverantwoordelijkheid. Dit houdt in dat gepland en gericht van tevoren vastgestelde resultaten worden nagestreefd. Van tevoren wordt er met de scholen overeengekomen welke resultaten er behaald moeten worden. Daarin speelt het keurmerk een essentiële rol. Aan de hand van deze afspraken wordt gedurende het jaar gemonitoord en daar waar nodig bijgestuurd door het College van Bestuur. Het College van Bestuur is hiermee verantwoordelijk voor de gehele kwaliteit geleverd door het openbaar onderwijs Rotterdam. Schoolleiders zijn verantwoordelijk voor de stand van zaken op school waar door verschillende teams verantwoording wordt afgelegd over behaalde prestaties van leerlingen. Schoolleiders zullen prestatiesturing als principe in hun scholen doorvertalen, maar zijn vrij in de wijze waarop zij dit doen. Bovenstaande kernpunten zijn in het Algemeen Schoolplan nog verder uitgewerkt op basis van visie en doelen. Voor nadere informatie raadpleeg dan ook hoofdstuk 5 ‘Onderwijs’, hoofdstuk 6 ‘Integraal Personeels Beleid’, Hoofdstuk 7 ‘Financieel’, hoofdstuk 8 ‘Imago, externe gerichtheid en marktaandeel’, hoofdstuk 9 ‘School en ouders’ en hoofdstuk 10 ‘Huisvesting’ (p. 33-55). 4.2
Geborgd / staand beleid
In deze paragraaf beschrijven we het staand beleid van OBS ‘t Prisma. Organisatie Organisatiemodel obs ’t Prisma. Binnen het bestuur zal de komende periode gewerkt worden aan een visie gericht op het leiderschap in de scholen. Bij het schrijven van het schoolplan is deze visie nog niet bekend. Via diverse gespreksrondes in het veld zal deze visie vorm en inhoud krijgen. Binnen het bestuur zal in de komende periode van het schoolplan sprake zijn van een grote wisseling in de directies van de scholen. Voor de openbare scholen in Hoogvliet betekent dit, dat alle directeuren in de periode 2012-2016 met (vervroegd) pensioen zullen gaan. Dit heeft grote consequenties voor het aansturen van de scholen binnen BOOR.. ER zal overgegaan worden naar een organisatie met een algemeen directeur boven een scholengroep bijgestaan door medewerkers tbv Financien en Beheer. OP school/locatieniveau zal gewerkt worden met vestigingsdirecteuren.Zij zullen meer gericht zijn op het onderwijs en het personeel in de nieuwe organisatiestructuur, die door BOOR ingevoerd zal worden. De leidinggevende op school/locatieniveau zal hierdoor meer tijd krijgen voor het onderwijs en de opbrengsten. Op ’t Prisma wordt gewerkt met een directie bestaande uit de directeur en 2 locatiedirecteuren( deze functie is binnen BOOR nog niet vastgesteld. Er is in feite sprake van de functie adjunct directeur. Aangezien echter de adjunct directeuren verantwoordelijk zijn voor hun locaties sluit de functieomschrijving locatie-directeur beter aan bij hun werkzaamheden).IN het schooljaar 2011-2012 is afgesproken dat er verdeling komt mbt de domeinen Onderwijs en Personeel. De adjunctdirecteuren zijn ieder verantwoordelijk over 1 domein. Zij zullen zich daarop de komende jaren gaan richten. Aangezien er sprake is van locaties met een verschillende omvang is ter ondersteuning van de locatie directeur van de locaties in de wijk Tussenwater een coördinator toegevoegd op de Nieuwe Wetering ( werktijdfactor 0,6). In hoeverre er financieel mogelijkheden zijn om in de toekomst ook op deze locatie ( ca 200 lln) een locatiedirecteur aan te stellen is nu nog niet bekend. Gezien de grootte van de school is dit echter wel wenselijk.
22
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Naast de directie wordt gewerkt met een staf(co team op de Sara Burgerhartweg/Saffraanstraat). In de staf/co team zitten de coördinatoren die hun bouw aan sturen en de interne begeleiders. In het schooljaar 2011-2012 zijn de coördinatoren benoemd als LB functie-Brede leerkracht taak coördinator Kwaliteitszorg Op OBS ’t Prisma is de kwaliteitszorg cyclisch en helder van systematiek. Op basis van visie, kennis van de uitgangssituatie, analyse en evaluatie gebruikt de school een meerjarenplan dat elk jaar concreet wordt gemaakt door jaaractiviteitenplan. De school onderzoekt en borgt haar kwaliteit o.a. door: innovatoren / observatoren en tevredenheidsonderzoeken onder ouders, leerlingen en werknemers. Toetsing De school maakt gebruik van CITO en de toetsservice van de CED. De toetsuitslagen worden verwerkt in ParnasSYS. Met behulp van een toetskalender passeren alle toetsen elk jaar de revue. De kwaliteit van de toetsing is over de hele linie voldoende. In groep 1/2 worden ook observatielijsten ingezet met aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerstofaanbod Het leerstofaanbod is zoveel mogelijk afgestemd op de leerbehoeften van de kinderen. We werken met methodieken die veelal werken vanuit het idee basisstof, verrijkingsstof. Taal [incl. lezen] en rekenen en wiskunde dekken de kerndoelen in planning en uitvoering. De kerndoelen zijn voor ons streefdoelen. We streven voor elk kind naar een zo optimaal mogelijk leerrendement. Op ’t Prisma is er verhoogde aandacht voor de kerndoelen van Engels, techniek en sociale vaardigheden. [Backpack,Techniektorens, Leefstijl] Onze school zorgt voor een breed en samenhangend aanbod op alle locaties. Ook is er aandacht voor vakoverstijgende kerndoelen. Voor alle groepen zijn de leerdoelen vastgelegd. Voor de kleuterbouw ook de tussendoelen. Locatie TW werkt zelfs al aan de ontwikkeling van sociale competenties. In de kleutergroepen wordt gewerkt met een methodisch aanbod : Ik & Ko taal, Ik & Ko rekenen, Piramide, Schrijfdans en Leefstijl. Er wordt tevens aandacht besteed aan ontluikende geletterdheid. Naast kennis hechten we een grote waarde aan het uitgroeien tot een evenwichtige persoonlijkheid. We leren het kind om te gaan met zijn sterke en minder sterke kwaliteiten. Zie ook: taalverbeterplan Leertijd Er is over de hele basisschoolperiode voldoende leertijd gepland. Bij elkaar zelfs 540 uur meer dan de wettelijke verplichting. Alle leraren weten de beschikbare tijd efficiënt en effectief te benutten. Orde en organisatie vergen weinig tijd. Leerlingen worden ook niet naar huis gestuurd en er zijn duidelijke afspraken t.a.v. verzuimregistratie. Groep 7 en 8 kennen een onderwijstijdverlenging van 4 x een half uur waarin aandacht voor taal, rekenen en studievaardigheden.De groepen 6 kennen een onderwijstijdverlenging van 1 uur per week gericht op taal, rekenen en studievaardigheden. Schoolconcept “t Prisma werkt met een leerstofjaarklassensysteem met homogeen samengestelde groepen met aandacht voor niveauverschillen en met aandacht voor het leren van en met elkaar : het coöperatieve leren. In de kleutergroepen werkt men daarom bewust met heterogeen samengestelde groepen 1/ 2. Op de locatie Nieuwe Wetering is er een instroomgroep. Het accent ligt op “onderwijs op maat”. Niveauverschillen in de groepen wordt ondervangen
23
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
door differentiatie in instructie [instructietafel]. De kinderen werken met dagtaken. In een enkel geval werken kinderen met eigen leerlijnen. De kleuters leren door ervarings- en ontwikkelingsgericht spelmateriaal en door volop bewegen. In groep 1 leert de kleuter spelenderwijs. Meestal in projectvorm. In groep 2 neemt de leerkracht meer en meer een sturende rol. Er is met name aandacht voor de taalontwikkeling als basis voor al het andere leren. Aan locatie SB is in het kader van VVEbeleid een Voorschool verbonden.In 2012 is een aanvraag ingediend om van deze VVE groep over te stappen naar de 0-groep.Dit zal in 2012 begin 2013 ingevoerd worden.(indien toekenning van de subsidieaanvraag plaatsvindt) zie ook bijlage: 0 groep Onderwijsleerproces Onze school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. Onze onderwijsactiviteiten zetten wij gestructureerd en doelmatig op. Wij werken met het directe instructiemodel. Dat verdient echter nog steeds extra aandacht. Onze leraren zorgen steeds beter voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. Zij begeleiden de onderwijsprocessen op een systematische en stimulerende wijze. Onze leerlingen zijn actief gericht op het leren. Ze zijn taakgericht, ook dankzij het ingevoerde zelfstandig werken, zelfstandig leren en de gevarieerde werkvormen. Onze leerkrachten volgen de ontwikkeling van hun leerlingen. Informatie is direct beschikbaar via de groepsmappen. Onderwijsinhoud Locatie Sara Burgerhartweg Onderbouw(groep 1 en2) Het onderwijs sluit aan op de voor- en vroegschoolse eductie van de peuterspeelzaal Ajakabaja/ 0 groep met ingang van schooljaar 2012-2013. Deze bevindt zich eveneens aan de locatie Sara Burgerhartweg. Wij werken op de locatie Sara Burgerhartweg met het Piramide programma. Dit ter ontwikkeling en stimulering van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerlingen. Het programma van deze leerlingen is specifiek gericht op de bevordering van de taalvaardigheden en vaardigheden betreffende de ontwikkeling van het ruimtelijk inzicht van de leerlingen. Daarnaast is er veel aandacht voor de sociaal –emotionele ontwikkeling van de kinderen. De leerstof wordt aangeboden aan de hand van thema’s. Naast het werken aan het piramideprogramma wordt er begeleiding aan de ouders gegeven door de ouderconsulenten. Zij organiseren bijeenkomsten voor de ouders om hen inhoudelijk te scholen betreffende het leerproces en de opvoeding van hun kinderen. Verder is bijzonder dat de ouders elke morgen kunnen inlopen en gezamenlijk met de kinderen ontwikkelingsgerichte activiteiten kunnen doen. Het doel hiervan is ook de ouders te stimuleren en bewust te maken van de ontwikkelingactiviteiten die zij met hun kinderen kunnen doen ten einde de ontwikkelingkansen van de kinderen te verhogen. Talentontwikkeling Hoogvliet In het kader van het project Talentontwikkeling Hoogvliet hebben de Hoogvlietse BOOR scholen de krachten gebundeld. Alle openbare basisscholen en de openbare school voor voortgezet onderwijs zijn nog nauwer met elkaar gaan samenwerken (Andries van der Vlerk, De Boomgaard, De Notenkraker, De Plevier, ’t Prisma, De Tuimelaar, SBO Hoogvliet en het Einstein Lyceum). Door samen op te trekken proberen deze scholen elkaar te versterken, expertise onderling uit te wisselen, en de doorstroming naar het Einstein Lyceum te vergemakkelijken. De scholen hebben de ambitie om het hoogst haalbare uit de Hoogvlietse kinderen te halen. Leerlingen uit alle groepen hebben voordeel van dit project. Het project geeft aan het eind van de basisschool en aan het begin van het voortgezet onderwijs nog een extra impuls, op het gebied van taal en rekenen, aan de leerlingen.
24
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Op het Einstein Lyceum wordt al een specifiek programma aangeboden tijdens het Einsteinmoment. ’t Prisma biedt voor alle leerlingen uit de groepen 7 en 8 onderwijstijdverlenging(OTV) aan. Helaas kunnen we het (nog) niet aanbieden in andere groepen. Het kan worden aangeboden door een subsidie die alleen ingezet mag worden voor de groepen 7 en 8 en de eerste 2 leerjaren voortgezet onderwijs. De subsidie eindigt in juli 2013. Of we daarna door kunnen of willen gaan is nog de vraag.(mogelijk via een aanvraag Beter Presteren) Na schooltijd wordt een extra programma voor taal/Nederlands en rekenen/wiskunde aangeboden. Er wordt gewerkt met: -methode Blits (studievaardigheden), -werkboekjes breuken en procenten, -werkboekjes werkwoordspelling en woordenschat. Per groep wordt er vanzelfsprekend ook gekeken naar specifieke onderwijsbehoefte van de kinderen. Hiervoor worden dan lesmaterialen gezocht. Op de Heersdijk wordt de OTV gedaan van 13.00uur t/m 13.30uur. De leerlingen starten om 13.00uur en gaan om 15.30uur uit. Op de Saffraanstraat blijven de kinderen over. Van 12.45uur t/m 13.15uur wordt de OTV gedaan. Van 8.30uur t/m 12.00uur en van 13.15uur t/m 15.15uur hebben de kinderen het reguliere programma. Op deze manier krijgen alle leerlingen in de groepen 7 en 8 2 uur extra onderwijs per week. De kinderen van de groepen 6 hebben vanuit Beter Presteren 1 uur extra onderwijstijdverlenging. Overzicht methodes. Taal/lezen/schrijven Ontluikende geletterdheid Aanvankelijk lezen Voortgezet technisch lezen Taal Schrijven
Begrijpend lezen Rekenen/wiskunde Studievaardigheden Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Biologie Verkeer Sociaal emotionele ontwikkeling Techniek
Ik en KO Piramide Veilig Leren Lezen Lees maar door Estafette Taalverhaal Taalactief Schrijfdans Schrijven id basisschool Nieuwsbegrip Goed gelezen Pluspunt Blits Backpack Een zee van tijd Geobas Natuurlijk Jeugdverkeerskrant EHBO Leefstijl SOEMOE / kinderen en hun sociale talenten Techniektorens
Groepen 1-2 Groepen 3 Groepen 4 tot en met 6 Groepen 4 tot en met 8 groepen 2 groepen 3 tot en met 8 Groepen 4 tot en met 8 Groepen 3 tot en met 8 Groepen 6-7-8 Groepen 6,7,8 Groepen 5 tot en met 8 Groepen 5 tot en met 8 Groepen 3 tot en met 8 Groepen 5 tot en met 8 Groepen 8 Groepen 1 tot en met 8
Groepen 1 tot en met 8
Pedagogisch klimaat De kwaliteit van dit onderdeel is op ’t Prisma over het algemeen goed te noemen. Leerlingen
25
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
en ouders zijn positief over sfeer, openheid en toegankelijkheid. De omgang tussen leerkracht en leerling is heel positief. Daar wordt ook bewust aan gewerkt De omgeving is zowel voor leerling als voor leerkracht aangenaam en motiverend. Op locatie SB is een computerleslokaal en een kinderrestaurant ingericht. Leerlingen voelen zich erg betrokken bij hun eigen locatie. ’t Prisma is een Brede School (leertijduitbreiding groepen 6,7,8) die ouders actief stimuleert tot betrokkenheid : informatie, schoolactiviteiten, oudercursussen. Er bestaat samenwerking met wijkinstanties en wijkorganisaties en een functionele relatie tussen onze school en de wijkbewoners. De school besteedt via allerlei projecten aandacht aan veiligheid. Op de Sara Burgerhart krijgen de kinderen een “heldentraining”. Dit heeft te maken met beheer van het materiaal op het plein; ook met de sociale omgang van kinderen met elkaar.
Zorg en begeleiding Voor de school als geheel geldt dat de zorg structureel is georganiseerd. De begeleiding van de leerlingen verloopt zorgvuldig. Al vanuit de Voorschool of de peuterspeelzaal worden overdrachtsdocumenten, observatielijsten en toetsresultaten doorgespeeld. Er zijn voldoende mogelijkheden problemen vroegtijdig te signaleren en de betrokkenheid van ouders hierbij wordt actief bevorderd. Uitgangspunt is dat de leerkrachten de opgestelde handelingsplannen binnen de klas zelf uitvoeren. Soms kan dat worden overgenomen door een onderwijsassistent onder verantwoordelijkheid van de leerkracht. Samen met IB-er wordt geëvalueerd en worden voortgangsbeslissingen genomen. De IB-er heeft de algehele coördinatie van de zorgstructuur onder de hoede. Hiermee is verbonden het Multi Disciplinair Overleg (MDO). en het SMW. De school maakt gebruik van het CITO-leerlingvolgsysteem en ook methodegebonden toetsen. De toetsen staan geprogrammeerd in een door onze school samengestelde toetskalender. Alle concrete afspraken en procedures zijn beschreven in het stappenplan van de zorgstructuur van OBS ’t Prisma. Daar wordt in dit verband naar verwezen. Het (jaarlijks aangepaste) zorgplan van het Samenwerkingsverband Rotterdam Zuid [swv 37.02.08] is ook geldend voor OBS ’t Prisma. Zie: bijlage zorgstructuur. Overzicht CITO-score Prisma van SF,HD De scores worden deels ongecorrigeerd weergegeven door verwerkingsproblemen bij CITO.
2007 530,8 gem. van 3 locaties
2008 531,1 gem. van 3 locaties
2009 SF:526,3(ongec) TW:529(ongec)
2010 SF:525,1 (ongec) TW:523,8(ongec)
2011 532 (gec. Voor SB/SAF) TW 534,8 (gec.)
2012 SF:533,8(gec) TW:534,5(gec)
. ’t Prisma gebruikt de CITO-eindtoets. Ook de CITO LVS-resultaten gedurende de schoolloopbaan liggen op de te verwachten niveaus. Op OBS ’t Prisma ligt het aantal zittenblijvers iets lager dan het landelijk gemiddelde [2,2% tegen 2,4%]
26
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
UITSTROOM AFGELOPEN JAREN
Heersdijk/Saffraan 2008 2009 2010 2011 2012
vwo 9 8 5 12 10
havo 14 16 10 22 14
2011 21 7 19 0 8 3 18
2012 9 7 11 0 6 2 4 0 1 16 0 0 0 10 66
havo/tl 3 1 5 8 4
tl 23 20 13 17 15
kader 9 16 15 10 9
basis 9 4 6 13 1
lwoo 4 6 12 12 10
lwoo po 1 6 1 3
totaal 72 77 66 95 66
Uitstroom 10-11 Einstein Eilanden Penta maarten luther charles de fouc oude maas ring van putten sted gymnasium anna hoeve Scala Angelus Merula scheepv en transp meerpaal Overig totaal
2010 13 8 20 1 5 1 13 1 2
1 1 66
1 4 4 2 9 96
OVERZICHT LEERLINGONTWIKKELING HOOGVLIET Bron = DUO OVERZICHT LEERLINGONTWIKKELING HOOGVLIET Openbaar Prisma Notenkraker Plevier Boomgaard Andries Tuimelaar
2003 639 186 355 227 217 209
2004 617 172 335 216 181 206
2005 618 155 320 207 157 188
2006 622 152 319 204 147 165
2007 644 151 329 200 135 174
2008 641 164 344 189 113 162
2009 604 149 338 168 108 152
2010 603 151 359 143 98 136
2011 563 130 497 0 108 147
Totalen
1833 3,476%
1727 5,783% 103 84
1645 4,748% 98 83
1609 2,188%
1633 +1.491 % 80 105
1613 1,224%
1507 6.571%
1490 1,13%
1445 -3,02%
109
108 172
125 179
SBO Plataan v.Rijckevors
83
97
27
126 134 154
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Phoenix
124
130
144
2010 295 ? 430
2011 293 306 396
PCBO Middelpunt Oudel/West Zalmplaat
2003 356 376 504
2004 330 366 494
2005 308 349 468
2006 308 349 490
2007 298 366 492
2008 299 369 464
2009 296 360 432
Totalen % tov
1236 -3,8135
1190 -3,722
1125 -5,46
1147 +1,956
1156 +0,784
1132 -2,076
1088 -3,886
RVKO Schakel Jacobus * Jacobus(?)
2003 192 552 132(?) (24%)
2004 184 524 127 (24,23 %)
2005 179 561 115(? ) (20,5 %)
2006 172 425 115?
Totalen
324 16,279 %
311 4,012%
294 5,466 %
287 -2,380%
995 -8,5
2007 149
2008 140
2009 140
2010 2011 143 132
115
102
93
83
264 6,968%
242 8,333 %
233 3,719%
215 -7,7%
Aandeel
Totaal % BOOR % PCBO % RVKO
2003 3393 54,02
2004 3228 53,50
2005 3064 53,69
2006 3043 52,88
2007 3053 53,49
2008 2987 54
2009 2828 53,29
2010
2011 2655 54,4%
36,43
36,86
36,71
37,70
37,86
37,90
38,47
37,5%
9,55
9,64
9,60
9,43
8,65
8,1
8,24
8,1%
Personeelsbeleid Zie ook HRM-beleid Stichting BOOR. De afgelopen jaren is gestart met competentiemanagement. Daarin heeft de school gekozen voor toepassing van de KABELL-techniek om vanuit de klassesituatie te komen tot compentieontwikkeling van leerkrachten. Ook wordt een GITP-scan afgenomen bij elk teamlid. De school werkt met een taakbeleid Gesprekscyclus. Er is sprake van verschillende vormen van gesprek gedurende de gesprekscyclus. Taakgesprek: jaarlijks met elke leerkracht Functioneringsgesprek: 1x per 2 jaar met elk personeelslid Persoonlijk ontwikkelingsplan: wordt door elk teamlid zelf ingevuld en besproken in het POP gesprek( 1x per 4 jaar) Voortgangsgesprek: kan door personeelslid zelf aangegeven worden. Beoordelingsgesprek( nog in ontwikkeling op BOOR niveau) 1x in de 4 jaar
28
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
OPZET FUNCTIEHUIS OBS ’t PRISMA
Directeur Adjunct directeur LB brede leerkracht/taak locatie LB brede leerkracht/Coordinator ICT Interne begeleider( eigen middelen) LB brede leerkracht/Coördinator Bouw LB brede leerkracht/Innovator LB Brede leerkracht/Coach LB brede leerkracht/Breed LA Leerkracht (aantal niet wtf)incl. vakleerkr Administratie Coördinator restaurant Onderwijsondersteunend personeel/VVE Conciërge
Gewenst 09/10 10/11 aantal 1 1 1 2 2 2 1 1 2 2 3 6
11/12 12/13 13/14 1 2
1 2
1 2
3 6
3 1 2 40
3 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 0 1
3
3
3
3
3
2
ONTWIKKELING MBT FORMATIEOMVANG 09/10 DIRECTIE 3 LEERKRACHTEN 42,29 OOP 4,8
10/11 3 35,42 4,8
11/12 3 34,81 4,8
12/13 3 32,6 4,8
13/14 3 32 2
14/15 3 32 2
Algemeen strategisch beleid Op verschillende beleidsitems bestaat al een afstemming met het strategisch beleidsplan van BOOR : Versterkt Engels, ouderbetrokkenheid, zelfstandig werken en SOVA. In 2007-2008 is gestart met Brede School-activiteiten : variant 1 op alle locaties. Financieel beleid De financieel gezond te noemen situatie komt steeds verder onder druk te staan door · Lumpsum: is niet toereikend voor 4 locaties · Hoge bestuursafdracht · Gevolgen van herijking leerlinggewichten · Subsidiëring ID-medewerkers opgeheven · Overstap van BGPL naar reële salariskosten -Bezuinigingen Passend Onderwijs -voorfinanciering Leonardo-onderwijs Materieel beleid De vervangingstermijnen voor methodieken worden noodzakelijkerwijs met enkele jaren opgerekt. Van 8 naar 10. Vervanging ICT-hard- en software komen in de knel door hoge afschrijvingslasten. Vervanging meubilair staat op de rol voor 2012. Relationeel beleid Goede contacten worden gesmeed met ouders, collega-scholen uit het subrayon en
29
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Charlois. Transparantie, eerlijkheid en respect zijn sleutelwoorden, netwerk van Innovatoren en IB-ers, verdergaandere samenwerking van basisscholen Hoogvliet, gezamenlijke workshops voor het totale personeel Hoogvliet. Schoolveiligheid RI&E staat regelmatig op de agenda via het PvA. Er zijn preventiemedewerkers en BHV-ers aangesteld en geschoold. Op elke locatie zijn minimaal 2 BHV-ers. Jaarlijks vinden ontruimingsoefeningen plaats, zowel aangekondigd als onaangekondigd. Verkeerstechnisch zijn kruispunten verbeterd in de omgeving van de school (SB/SF). Roostertechnische inrichting van het onderwijs [vakantierooster en studiedagen zie jaaractiviteitenplan OBS ’t Prisma ] Lesurentabel leer- en vormingsgebieden , schooltijden en schoolurenberekening Techniek Techniektorens 1-8 4.3
Nulmeting / SWOT-analyse
Een analyse van de interne sterke en -zwakke punten van de school en de kansen en belemmeringen van buitenaf (omgeving / overheid) zijn bepalend voor de vaststelling van het meerjarenbeleid. De sterkte/zwakteanalyse is gebaseerd op de uitkomsten van: - De tevredenheidonderzoeken ouders (2008), leerlingen (2008) en personeel (2010) - Inspectierapportage 20 september 2011 - Sterkte/zwakte analyse BOOR, SBP Uit TO: Aandachtspunten 1. speelmogelijkheden op het plein (52%) 2. veiligheid op weg naar school (41%) 3. hygiëne en netheid binnen de school (23%) 4. uiterlijk van het gebouw (18%) 5. veiligheid op het plein (18%) 6. aandacht voor pestgedrag (15%) Pluspunten van onze school 1. inzet en motivatie leerkracht (95%) 2. mate waarin leraar naar ouders luistert (94%) 3. huidige schooltijden (94%) ) 4. vakbekwaamheid leerkracht (93%) ) 5. omgang leerkracht met de leerlingen (91%) 6. sfeer en inrichting schoolgebouw (90%) 7. sfeer in de klas (88%) 8. duidelijkheid van schoolregels (88%) 9. aandacht voor gymnastiek (86%) 10. omgang van de kinderen onderling (86%) 11. informatievoorziening over het kind (86%) Uit TO personeel (dec 2010) Belangrijkste aandachtspunten: 1. ontspanningsmogelijkheden in de pauze (76%) 2. hygiëne binnen de school (64%) 3. werkdruk binnen het team (64%) 4. meubilair voor het personeel (44%)
30
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
5. vervanging collega bij ziekte (44%) 6. reiskostenregeling (44%) 7. ouderbetrokkenheid (44%) 8. aantal personeelsleden (40%) 9. aandacht voor jubilea (40%) 10 functioneringsgesprekken (40%) Belangrijkste pluspunten: 1. sfeer op school (100%) 2. contact met leerlingen (100%) 3. aansluiting bij opleiding (100%) 4. samenwerking met collega’s (100%) 5. eigen tempo leerlingen (96%) 6. bespreekbaarheid problemen (96%) 7. leidinggevende capaciteiten directeur (96%) 8. aandacht voor normen en waarden (92%) 9. leermethoden (92%) 10 beschikbaarheid leermiddelen (92%)
31
‘t Prisma
Schoolplan 2012 - 2016
Hoofdstuk 5 Beleidsvoornemens 2012 – 2016 5.1 Strategische doelstellingen Onderstaande beleidsvoornemens komen uit de conclusies uit hoofdstukken 3 en 4. Uit de hoofdstukken 3 en 4 komen de wensen, aandachtspunten en bijstellingen van basisschool ‘t Prisma voor de komende planperiode naar voren. In deze paragraaf formuleren we bij ieder punt het bijbehorende doel voor de komende planperiode. In paragraaf 5.2 worden aan de doelen activiteiten, inzet personeel en tijdsplanning gekoppeld. De wensen, aandachtspunten en bijstellingen zijn:
planperiode:
Onderwijsleerproces - Taal- en rekenonderwijs verbeteren en - aan laten sluiten op VO - Opstellen en uitvoeren groepsplannen - HP’s voor zorgleerlingen - Toename computergebruik - Aanvankelijk leesmethode evaluatie VLL op SB vernieuwen - Voortgezet technisch lezen SB / SF - Vervanging rekenmethode
2012-2013 2012-2014 2012-2014 2012 2011-2012 20122011-2012
Schoolklimaat - Tevredenheidsonderzoeken uitvoeren - Aanpassen plan van aanpak / ARBO
2012-2015 2012-2013
Organisatie - Competentiemanagement en portfolio’s - Coaching van leerkrachten - Leeftijdsbewust personeelsbeleid - Formaliseren gesprekscyclus incl. dossiervorming
2012-2016 2012-2016 2014 2012-
Schoolomgeving - Optimaliseren contacten tussen school en ouders - Zone Parc inrichten (SB) - Uitbouwen samenwerking externen
20122010-2011 2012
32
2012-2013
5.3 Schema ‘van strategische doelen naar activiteiten, tijdsplanning en inzet personeel’ De geformuleerde strategische doelen zijn in deze paragraaf weergegeven met bijbehorende beleidsvoornemens, doelstellingen, middelen, tijdsplanning, monitoring en evaluatiemomenten. Voor de bijbehorende uitwerking van de benodigde materialen en begroting verwijzen wij naar de verschillende jaarplannen (Brede school, VVE, taal, schoolbegroting etc.). Zie jaarplanning ’t Prisma en meerjarenplanning ‘t Prisma
33
Hoofdstuk 6 Kwaliteitssysteem Op systematische wijze willen wij kunnen nagaan of wij waarmaken wat we in onze plannen en beleidsvoornemens beloven. Dit streven naar kwaliteit betekent dat we voor ons zelf moeten vaststellen of we de ‘goede dingen doen’ en ‘de dingen goed doen’. Ook hebben wij te maken met het afleggen van verantwoording naar verschillende groepen, zoals de ouders, inspectie, partners en het bestuur. De kwaliteitszorg binnen Stichting BOOR is omschreven in hoofdstuk 3 ‘Kwaliteitszorg’ van het Algemeen Schoolplan, p.10/11. Openbaar Onderwijs Rotterdam gaat in de komende vier jaren vorm geven aan kwaliteitszorg met invoering van het INK Model (Instituut Nederlandse Kwaliteitszorg). Aan de hand van dit model wordt het bestuursinformatiesysteem verder uitgebouwd in drie lagen: • het bestuurlijk niveau, passend bij de nieuwe opvatting van besturen op hoofdlijnen: strategisch, richtinggevend; • op het niveau van de centrale directie: de vertaling naar streefdoelen, die voldoende ruimte bieden aan de afzonderlijke scholen om eigen invulling te geven aan de wijze waarop doelen worden bereikt (het Bestuurlijk Informatie Systeem - BIS); • op schoolleidersniveau: aan de hand van een zelfanalyse wordt het streefniveau bepaald en worden de doelen uitgewerkt naar doelen op schoolniveau (het Management Informatie Systeem - MIS). De beleidskaders zullen in toenemende mate op de bovengenoemde niveaus in toetsbare termen (SMART) worden geformuleerd, opdat het gemakkelijker wordt beleidsinformatie te genereren en interpreteren. Het evaluatiesysteem bestaat uit 2 vormen: • interne evaluatie op bestuursniveau en schoolniveau; Op bestuursniveau vindt evaluatie plaats aan de hand van de onderwerpen uit de aandachtsgebieden aangegeven in het INK model. Vertaling van het INK model naar het schoolniveau vindt plaats door het uitvoeren van een zelfanalyse en evaluatie volgens het principe van het INK model. Belangrijk hierbij is dat de school vooraf normen stelt voor evaluatie die concreet en meetbaar zijn. Het tevredenheidsonderzoek ouders is hier een onderdeel van. • externe evaluatie op schoolniveau. De rijksinspectie verricht op grond van de Wet op Onderwijstoezicht kwaliteitsonderzoek op de school. Vormen van kwaliteitsonderzoek zijn: o jaarlijks onderzoek; o periodiek kwaliteitsonderzoek naar alle aspecten, eens in de vier jaar; o nader onderzoek indien er sprake is van kwaliteitstekort geconstateerd in het periodieke onderzoek. Het onderzoek richt zich tevens op het domein beleid en organisatie;. o onderzoek naar kwaliteitsverbetering twee jaar na het verstrijken van het nader onderzoek; o incidenteel onderzoek op eigen verzoek van de inspectie, of in opdracht van de minister. Dit onderzoek wordt verricht naar aanleiding van maatschappelijke ontwikkelingen. Domeinen van onderzoek zijn: o Resultaten • Aspect 1: eindresultaten • Aspect 2: voortgangsresultaten o Onderwijs en leren • Aspect 3: leerstofaanbod • Aspect 4: leertijd • Aspect 5: pedagogisch-didactisch handelen
34
o
• Aspect 6: toetsing en begeleiding • Aspect 7: schoolklimaat Beleid en organisatie (uitgevoerd indien hier aanleiding toe is) • Aspect 8: kwaliteitszorg • Aspect 9: Organisatie • Aspect 10: personeelsbeleid • Aspect 11: inzet van middelen • Aspect 12: communicatie met de omgeving
Kwaliteitszorgcyclus Afgeleid van het INK model en de lerende organisatie kenmerkt de kwaliteitszorg zich door de onderstaande cyclus. PLAN: waarop is het beleid gebaseerd, wat moet worden bereikt, wat is de samenhang met andere beleidsdoelstellingen, hoe is de verantwoording geregeld. DO: wat zijn concrete acties, wat zijn kritische succesfactoren, wie zijn bij de uitvoering betrokken, welke middelen worden ingezet, waarover en hoe wordt gecommuniceerd. CHECK: welke resultaten worden gemeten, wat zijn de eventueel doelgroepen, hoe wordt de voortgang bewaakt. ACT: hoe wordt geëvalueerd, wat wordt er met de uitkomsten en de metingen gedaan en wat moet worden veranderd. Dit laat zich vertalen in de cyclus
35
Hoofdstuk 7 Vaststelling
Instemming medezeggenschap en vaststelling bevoegd gezag De medezeggenschapsraad van ‘t Prisma heeft haar instemming verleend aan het schoolplan 2012 – 2016.
Voorzitter naam: L.UItdenboogaart
secretaris naam: M.van Es
Hoogvliet: 05-juli-2012
Het bevoegd gezag van de school heeft het schoolplan 2012-2016 vastgesteld. Namens Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam,
36