Werkzoekende wordt loopbaanondernemer
1
WERKR8! werd gerealiseerd met de steun van het Europees Sociaal Fonds. Jobcentrum is promotor van dit project. JES en Dominiek Savio Instituut zijn partners. Redactie: Els Ghesquière, Kaat Vanderper en Bart Coopman (Jobcentrum), Jeroen Bels (JES), Sarah Taelman en Loes Maelfait (Dominiek Savio Instituut) Gelijkheid en diversiteit liggen ons nauw aan het hart. Als we in onze teksten spreken over ‘hij’ of ‘zij’, bedoelen we uiteraard mannen én vrouwen. De keuze werd enkel gemaakt ter bevordering van de leesbaarheid. 2015 - Alles uit deze uitgave mag worden gekopieerd, aangepast, verbeterd en verspreid. Uiteraard verwachten we in dat geval dat je ons als bron vermeldt.
Don’t use BIG words. They mean so little. (Oscar Wilde)
4
VOOR JE GAAT ZITTEN OM HANDLEIDING TE LEZEN
D E Z E
Is WERKR8! wel iets voor mij? • Ben je bezig met het voorbereiden van jongeren op werk? Begeleid je werkzoekenden? • Ben je op zoek naar een manier waarop jongeren en werkzoekenden hun sterktes beter kunnen uitdrukken? • Mis je (soms) een rode draad door je leer- of begeleidingsproces? • Zoek je een nieuwe invalshoek waarmee werkzoekenden of leerlingen het heft zelf meer in handen nemen? Minstens 2 keer ‘ja’? Mooi, dan hebben we elkaar gevonden!
Ja maar... • Betekent dit dan dat ik mijn manier van werken helemaal moet omgooien? • Moet ik nu plots de commerciële toer op en mensen ‘verkopen’? • Of zal WERKR8! mij verplichten om allerhande (veel te moeilijke) oefeningen te gebruiken? Nee, helemaal niet! Deze handleiding legt je stap voor stap uit wat WERKR8! is en hoe je het kan gebruiken. Hopelijk inspireert het je om er mee te experimenteren. Knip, puzzel en vervorm naar hartelust!
5
6
INHOUD 1
7
8
INHOUD 1. inleiding 11 1.1. Waarom WERKR8!? 11 1.2. WERKR8! kort samengevat 11 2. Business model 15 2.1. MARKETING... JAKKES!? 15 2.2. Business model THINKING 15 2.3. Het business model canvas 15 2.4. Verschillende velden 17 2.5. Voorbeelden 19 2.6. Dynamiek van het model 21 2.7. Meer weten? 21 3. Van business model canvas naar WERKR8! 23 3.1. Loopbaanondernemer? 25 3.2. Loopbaancompetenties 25 4. WERKR8! model 27 4.1. Verschillende velden 29 4.2. Dynamiek van het model 39 4.3. Voorbeelden 40 5. Aan de slag 43 5.1. WERKR8! in trajectbegeleiding naar werk 45 Stap 1: Werkzoekende wordt loopbaanondernemer - bewustwording 45 Stap 2: Wie ben ik en wat kan ik - zelfreflectie 46 Stap 3: Wat wil ik - marktverkenning 51 Stap 4: Waar en hoe - jobhunting 54 Stap 5: Sticky statement 56 5.2. WERKR8! in het onderwijs 61 5.2.1. Inleiding 61 5.2.2. Aan de slag met WERKR8! 61 5.2.3. Didactische uitwerking van WERKR8! 63 A. Algemeen 3e graad 63 B. 3e graad - 1e leerjaar 65 C. 3e graad - 2e leerjaar 70 D. 3e graad - specialisatiejaar 77 Bijlages 85 Bijlage 1: Vragenlijst loopbaancompetenties 87 Bijlage 2: Matchmaker 95 Bijlage 3: Eindtermen en voeten 97
9
10
1. INLEIDING 1.1. WAAROM WERKR8!? Hoe komt het dat sommige werkzoekenden en werkgevers elkaar niet vinden? Zijn werkgevers te veeleisend? Of beschikken de kandidaten over te weinig competenties? Volgens ons is er meer aan de hand. Ken jij de meerwaarde van jouw klant? En weet jouw klant wat hij te bieden heeft dat díe werkgever net wil? Dat is de essentie van Werkr8!.
1.2. WERKR8! KORT SAMENGEVAT Werkzoekenden stellen hun eigen ‘business plan’ op – het WERKR8!-model. Dit model ordent in eerste instantie informatie die al beschikbaar is vanuit eerdere ervaringen en activiteiten. De werkzoekende, student of werknemer én de begeleider of leerkracht krijgen zo enerzijds een duidelijk zicht op vaardigheden, wensen, randvoorwaarden, hulpbronnen, ... Anderzijds werken ze ook aan een realistisch beeld over de eisen van de arbeidsmarkt en de werkgever. Door vraag én aanbod in kaart te brengen, creëren we een extra dimensie: de meerwaarde van de kandidaat voor de werkgever. De werkzoekende komt zo tot zijn ‘sticky statement’; een p(l)akkend verhaal waarmee hij een werkgever (en zichzelf) kan overtuigen van zijn troeven. Met dit sticky statement is hij gewapend om de arbeidsmarkt te betreden op zoek naar een passende tewerkstelling: hij weet wie hij is, wat hij kan, wat hij wil, waar hij dit wil en waarom hij dit wil. WERKR8! transformeert op die manier werkzoekenden tot loopbaanondernemers die hun eigen loopbaan in handen nemen.
11
12
BUSINESS MODEL CANVAS 2
13
14
2. BUSINESS MODEL 2.1. MARKETING... JAKKES!? Tijdens een sollicitatiegesprek stelde de rekruteerder een kenismakingsvraag aan een sollicitant: “Stel jezelf eens voor.” De werkzoekende antwoordde: “Ik ben Tim, 34 jaar en woon in Roeselare. Ik startte een universitaire opleiding maar ik werkte dit niet af. Nadien zocht ik naar werk maar ook dat liep niet van een leien dakje.” In de eerste minuut van het sollicitatiegesprek gaf de kandidaat op die manier al twee redenen om niet in dienst genomen te worden. Stel dat ik een garage binnenstap om een nieuwe wagen te kopen. De verkoper vertelt me dat het een mooie auto is. Alleen is de koffer wat klein en ligt het verbruik wat aan de hoge kant. Zou ik de wagen nog kopen, denk je? Of kan hij me meer overtuigen met het argument dat deze wagen na vijf jaar een hogere verkoopwaarde heeft dan andere auto’s uit hetzelfde segment? Met andere woorden: kan marketing ons helpen bij het begeleiden van werkzoekenden? In dit hoofdstuk nemen we je even mee in de logica van ondernemingen. Later maken we de transfer naar het begeleiden van werkzoekenden.
2.2. BUSINESS MODEL THINKING Marketing, verkopen, business modellen, ... Het zijn begrippen die niet altijd een positieve bijklank hebben bij trajectbegeleiders en leerkrachten. Het loont nochtans de moeite om deze ‘andere wereld’ eens van naderbij te bekijken. Een ‘business model’ is daartoe een concrete tool. Het is de logica waarmee een organisatie zichzelf financieel in stand houdt. Productie, grondstoffen, kosten, baten, klanten, marketing, ... Het is geen eenvoudige opgave om het overzicht te bewaren. Nochtans is dit belangrijk om de onderneming aan te passen aan voortdurende veranderingen in de omgeving.
2.3. HET BUSINESS MODEL CANVAS Er zijn bibliotheken vol geschreven over business modellen. Het business model canvas van Alexander Osterwalder biedt een visuele en snelle methode om complexe organisaties vereenvoudigd weer te geven. Het business model van een onderneming past op deze manier op 1 blad.
15
16
2.4. VERSCHILLENDE VELDEN Het business model canvas bestaat uit 9 velden die samen een helder overzicht bieden over het bedrijf, het product of de dienst die aangeboden wordt.
Key Resources – Middelen & grondstoffen
Dit veld omschrijft de bronnen van het bedrijf: grondstoffen, personeel, gebouwen, financiële middelen en intellectuele bronnen zoals merken, patenten, methoden, …
Key Activities - Kernactiviteiten
De kernactiviteiten zijn de belangrijkste dingen die een organisatie moet doen om ervoor te zorgen dat haar business model werkt. Maken omvat het produceren van producten, het ontwerpen en leveren van diensten en het oplossen van problemen. Verkopen betekent promoten, reclame maken, of potentiële klanten informeren. Ondersteuning helpt ervoor te zorgen dat de organisatie soepel draait (bv boekhouding en administratief werk).
Partners
Dit veld omschrijft wie de partners van de organisatie zijn. Wie heeft het bedrijf nodig om de activiteiten uit te voeren?
Customer Segments - Klantensegmenten
Dit veld omschrijft de klanten. Elke organisatie bedient één of meer verschillende klantengroepen. Verschillende klanten kunnen verschillende producten, kanalen of relaties vereisen.
Channels - Kanalen
Welke kanalen zet de onderneming in om in contact te komen met klanten? Dit gaat zowel om de levering van het product of dienst(en) als de bekendmaking van de bedrijfsactiviteiten. Typische kanalen zijn: persoonlijk, per telefoon, op locatie of in de winkel, via het internet en traditionele media. Kanalen hebben 5 functies: • bekendheid van producten of diensten creëren • producten of diensten laten beoordelen door potentiële klanten • klanten de mogelijkheid bieden om te kopen • waarde leveren aan de klant • dienst na aankoop
Customer Relationships - Klantrelaties
In dit veld wordt de relatie tussen klant en bedrijf omschreven. Persoonlijk of geautomatiseerd? Een eenmalige transactie of abonnement? 17
Revenu Streams - Inkomsten
Organisaties moeten achterhalen voor welke toegevoegde waarde klanten bereid zijn te betalen. Daarnaast accepteren ze betalingen van klanten: éénmalige en terugkerende betalingen voor producten, diensten, onderhoud en support na aankoop.
Cost Structure - Kosten
Het verwerven van key resources, het uitvoeren van activiteiten en het werken met partners, brengen kosten met zich mee.
Value Propositions – Toegevoegde waarde
Het vermogen om ‘toegevoegde waarde’ te creëren, is de belangrijkste reden waarom klanten de ene organisatie boven de andere verkiezen. Denk aan toegevoegde waarde als klantenvoordelen die gecreëerd worden door bundels van diensten of producten. Enkele voorbeelden van toegevoegde waarde: gemak, prijs, design, risicobeperking, status.
18
2.5. VOORBEELDEN
Het business model van IKEA draait om een groot aanbod, snelheid (cash and carry) en lage kosten. Om die kosten zo laag te houden, hebben ze hun business model op een geniale wijze gewijzigd. Van hun klant – de aankoper van meubelen – maakten ze tegelijkertijd een partner. Dat heeft als gevolg dat IKEA de kosten voor het in elkaar steken van meubelen kan schrappen uit hun activiteiten en dus ook hun kosten. Dat kunnen ze dan weer vertalen in lagere prijzen. Uber – de alternatieve taxidienst – paste iets gelijkaardigs toe. Een wagenpark is doorgaans een grote investering voor een taxibedrijf. Uber heeft het wagenpark én zelfs de chauffeurs uit hun ‘key resources’ gehaald en laat dit over aan de bestuurders die partners worden. Uber focust zich op het software platform (Kernactiviteiten) en de marketing (Klantenrelaties).
19
Niet enkel multinationals hebben een business model. Ook voor de lokale pittazaak kan dit een meerwaarde betekenen.
20
2.6. DYNAMIEK VAN HET MODEL Een business model canvas opmaken is een proces dat uiteindelijk te vatten is op 1 A4. Het is echter geen statisch instrument. Het zet aan tot actie en wordt op die manier voortdurend aangepast.
2.6.1. Risico’s blootleggen De overzichtelijkheid van het model laat toe om risico’s zichtbaar te maken. Het zijn als het ware knipperlichten voor je business model. Door te visualiseren kan het bijvoorbeeld duidelijk worden dat een bedrijf sterk afhankelijk is van één leverancier voor de toelevering van grondstoffen of van één klant voor de afname van de producten.
2.6.2. Impact van veranderingen op het geheel Het voordeel van de canvas weergave is dat wijzigingen in één veld heel gemakkelijk door te voeren zijn in andere velden. Zo wordt de impact van een keuze in één veld zichtbaar voor het volledige business model. Even naar ons voorbeeld van de pittazaak: Stel dat Mustafa het een beetje gehad heeft met jongeren die hoofdzakelijk ’s nachts naar zijn pittazaak komen. Hij wil zich richten tot gezinnen met jonge kinderen. Zijn toegevoegde waarde blijft overeind: een snelle en lekkere maaltijd van ’s middags tot ’s morgens vroeg. Kinderen lusten niet altijd pitta. Hij past zijn aanbod aan met frituursnacks (activiteiten) waarvoor hij een andere leverancier (partners) nodig heeft. Hij zal die ouders informeren over zijn nieuw aanbod via sociale media en advertenties in lokale weekbladen (kanalen). In zijn zaak zelf wil hij de kinderen bezig houden in een speelhoekje (bronnen). De advertenties, het speelhoekje zullen hem geld kosten. Hij hoopt natuurlijk dat er voldoende inkomsten zullen binnenstromen.
2.7. MEER WETEN? http://www.businessmodelgeneration.com Business Model Generation. Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
21
22
VAN BUSINESS MODEL CANVAS NAAR WERKR8! 3 23
24
3.1. LOOPBAANONDERNEMER? Een business model doet ‘anders’ kijken. Het doet een ondernemer denken over eigen sterktes, over voordelen die zijn klant verwacht en over hoe hij die klant het best kan bereiken. Exact wat veel werkzoekenden en leerlingen kunnen gebruiken volgens ons: hun eigen sterktes in kaart brengen en dit matchen met de vraag van de werkgever.
3.2. LOOPBAANCOMPETENTIES Een loopbaanondernemer weet wat hij te bieden heeft én wat hij wil. Dit vergt een zekere vorm van zelfsturing. Frans Meijers en Marinka Kuijpers deden onderzoek naar loopbaancompetenties die van belang zijn om zelfsturing aan te brengen in de loopbaan. Ze onderscheiden vijf loopbaancompetenties: Kwaliteitenreflectie: wie ben ik, wat kan ik? Deze competentie gaat over het onderzoeken waar men goed en minder goed in is. Motievenreflectie: wat wil ik en waarom? Motievenreflectie gaat over de wensen en de waarden die van belang zijn voor een loopbaan. Werkexploratie: waar vind ik werk dat bij mij past? Dit gaat over het onderzoeken van werk en waar de kansen op de arbeidsmarkt zich situeren. Loopbaansturing: Hoe bereik ik dat? Loopbaansturing heeft te maken met keuzes maken en het onderzoeken van de gevolgen van die keuzes. Het heeft te maken met het heft in eigen handen nemen en initiatief tonen. Netwerken: wie kan me daarbij helpen? Deze loopbaancompetentie gaat over het opbouwen en onderhouden van contacten die helpen in de loopbaan. Bij deze competenties horen indicatoren waarmee ontwikkeling aangetoond kan worden. Door activiteiten te koppelen aan deze ontwikkellijn, worden kansen gecreëerd om te groeien in bepaalde competenties. Deze loopbaancompetenties vormen de sleutel om te transformeren van werkzoekende tot loopbaanondernemer. Een voorbeeld van een vragenlijst om loopbaancompetenties te ontwikkelen, vind je online: http:// www.slb-reflectie.nl/wp-content/uploads/Hulpkaart_samenvatting_loopbaancompetenties_ Kuijpers-en-Meijers.pdf. JES maakte hiervan een vereenvoudigde versie (zie bijlage 1).
25
26
WERKR8! MODEL 4
27
28
Drijfveren interesses Dit veld omschrijft wat de persoon bezig houdt. Wat zijn de persoonlijke interesses? Hoe wordt de vrije tijd ingevuld? Welke waarden vindt die persoon belangrijk? Het gaat hoofdzakelijk over kenmerken die verbonden zijn met de persoon zelf en niet zo snel wijzigen.
Voorbeeld • • • • •
Interesse in geschiedenis en archeologie Geboren entertainer Betrokken in oud-leiding jeugdbeweging Beeldhouwen Boeken lezen
Loopbaancompetentie Kwaliteiten- en motievenreflectie
29
Ervaringen opleidingen Ervaringen en opleidingen verzamelt voornamelijk competenties van mensen. Het gaat over taken die mensen goed kunnen en/of graag doen.
Voorbeeld
• Attest heftruckbestuurder • Nauwgezet, punctueel • kleine onderhoudswerken en herstellingen zoals schilderen, sanitair, … • onthaal van klanten
Loopbaancompetentie Kwaliteitenreflectie
30
HELP Er zijn heel wat personen en organisaties die de werkzoekende kunnen helpen in zijn zoektocht naar werk. Er is het professionele netwerk waar hij beroep op kan doen. Daarnaast is er ook het informele netwerk (ouders, vrienden, ex-collega’s, …) dat ingezet kan worden.
Voorbeeld • • • • • •
Ouders Vrienden Ex-collega’s Stagebegeleiders Oud-leerkrachten Consulenten en trajectbegeleiders van VDAB, JES, GTB, Jobcentrum
Loopbaancompetentie Netwerken
31
INVESTEREN Werken kost iets aan mensen. Mogelijks moeten activiteiten opgeofferd worden. Er moet misschien kinderopvang voorzien worden of een opleiding vereist een tijdsinvestering.
Voorbeeld
• Minder vrijetijd • Opleiding volgen • Bromfiets aankopen
Loopbaancompetentie Loopbaansturing
32
JOBS Werken doe je niet om het even waar. Het gaat in eerste instantie om het takenpakket maar evengoed ook over de werkomstandigheden, de ligging van het bedrijf en de contacten met leidinggevenden en collega’s. Daarnaast is het ook van belang om te ontdekken wat die werkgever van een werknemer verwacht.
Voorbeeld • • • •
Bereikbaar met het openbaar vervoer Klein bedrijfje met één chef Buitenwerk Geen fijn werk
Loopbaancompetentie Werkexploratie
33
ZOEKEN Werk wordt (meestal) niet voor de voeten geworpen. Werkzoekenden moeten er actief naar op zoek. Ze doen dit onder andere door vacaturesites te raadplegen, jobbeurzen te bezoeken of spontaan in bedrijven binnen te stappen.
Voorbeeld • • • •
VDAB site Jobbeurzen Interimkantoren Vragen aan kennissen
Loopbaancompetentie Werkexploratie
34
Gezien worden De eerste indruk die werkgevers over een kandidaat hebben, is vaak cruciaal. Werkzoekenden laten zich zien door middel van een sollicitatiebrief, een CV en tijdens het sollicitatiegesprek. Zowel het inhoudelijk antwoorden op de vragen als het voorkomen van mensen is daarbij van groot belang. Daarnaast laten ze zich ook (onbewust) zien op bijvoorbeeld de sociale media.
Voorbeeld
• CV en sollicitatiebrief • Verzorgde kledij voor een sollicitatiegesprek
Loopbaancompetentie Werkexploratie
35
Voordelen Werken brengt heel wat op. In de eerste plaats verwerven mensen er een inkomen mee. Daarnaast versterken ze er hun zelfvertrouwen mee, hebben ze meer sociale contacten, …
Voorbeeld
• Netto inkomen van 1200€/maand • Sociale contacten • Zinvolle dagbesteding
Loopbaancompetentie
Loopbaansturing
36
troef! Een troef is datgene wat de kandidaat te bieden heeft dat de werkgever verlangt. Welke zorgen heeft de werkgever en hoe verlicht jij die? Troeven zijn niet statisch. Uit het lijstje van competenties, talenten, eigenschappen, ... kiest de kandidaat net deze uit die een meerwaarde betekenen in die job.
Loopbaancompetentie Kwaliteitenreflectie Motievenreflectie
37
38
4.2. DYNAMIEK VAN HET MODEL Net als het business model canvas is het WERKR8!- model veel meer dan een statische weergave van het hier-en-nu. Het is het resultaat van een intensief proces dat uiteindelijk vorm krijgt in een ‘sticky statement’: Ik ben… ik kan… ik wil… bij…. omdat… . Dit is geen eindpunt van een traject naar werk. Met andere woorden: het einddoel van dit model is geen tewerkstelling maar het versterken van de persoon in kwestie. Het zet aan tot actie. De visuele weergave van het WERKR8!-model leent zich er toe om snel ‘blinde vlekken’ te detecteren. Als bijvoorbeeld blijkt dat het netwerk van de werkzoekende ‘leeg’ blijft, dan moet gezocht worden om dit te versterken. Ook als blijkt dat het toekomstbeeld niet overeenstemt met de aanwezige vaardigheden, kan de werkzoekende hier opnieuw acties aan koppelen door bijvoorbeeld een opleiding te volgen of het toekomstbeeld bij te sturen. Dit brengt dan weer consequenties met zich mee in de andere velden.
Blinde vlekken blootleggen
Impact van veranderingen op het geheel
Het WERKR8!-model brengt in eerste instantie de uitgangspositie van een werkzoekende in kaart. Blinde vlekken en risicovelden komen zo in beeld. Het toont aan de werkzoekende, de leerling én de begeleider de terreinen waarop ingezet moet worden.
WERKR8! is – net als de betrokkene – voortdurend in beweging. Als een werkzoekende bijvoorbeeld graag als heftruckbestuurder wil werken maar geen attest heeft, dan betekent dit dat hij zal moeten investeren in een opleiding. Dit zal hem tijd kosten. Is hij bereid die tijd te investeren of wil hij sneller werk? Het WERKR8!-model vormt de rode draad doorheen een traject en biedt op die manier altijd overzicht voor de werkzoekende, de leerling én de begeleider.
39
4.3. VOORBEELDEN THOMAS
Context Thomas volgde een opleiding tot grootkeukenmedewerker. Het is zijn droom om in die richting ook werk te vinden. Andere interesses kan hij eigenlijk niet benoemen. Tijdens zijn opleiding deed hij al verschillende stages met telkens een negatieve evaluatie. Volgens hem lag het aan de stageplaatsen.
Start Tijdens de eerste verkennende gesprekken kleeft Thomas de post-its op zijn WERKR8!-model. Tijdens zijn begeleidingstraject deed hij een stage als grootkeukenmedewerker. De door hem benoemde competenties zoals op tijd zijn en zelfstandig werken, bleken niet te kloppen. Deze doorstreepten we op zijn WERKR8!-model. TIP: om een beter beeld te krijgen over de persoon kan je de online tool ‘Verken jezelf’ (zie verder) gebruiken. De deelnemer vult zelf een eenvoudige vragenlijst in en stuurt dit nadien door naar enkele kennissen.
Blinde vlekken Enkele velden bleven na de eerste gesprekken leeg of waren op zijn minst onvolledig. Na de stage- evaluatie vulden we het WERKR8!-model aan met enkele (roze) post-its. We stelden bijvoorbeeld vast dat hij niet goed wist wie hem in zijn omgeving kon helpen bij het zoeken naar werk – los van de professionele dienstverleners. Na een tweede stage in een grootkeuken met opnieuw dezelfde opmerkingen werd Thomas er mee geconfronteerd dat dit misschien geen passende richting is voor hem. Thomas zag echter 40
geen andere perspectieven. TIP: In Mijn Loopbaan van VDAB is een uitgebreide beroepsoriëntatietest te vinden. De troeven blijven te beperkt – zeker als hij naar andere beroepsperspectieven uitkijkt. TIP: de troeven vormen geen vaste lijst. Ze worden aangepast naargelang de vacature.
Dynamiek We stuurden Thomas op weg om aan zijn omgeving te vragen wat zij hem zien doen van werk. Hij kwam terug met de suggestie om het eens te proberen als magazijnmedewerker. Dit heeft als consequentie dat hij een nieuwe investering moet doen; nl. een stage. Daarnaast moet hij ook aan zijn verbeterpunten werken.
EDDY
Context Eddy is een bouwvakker in hart en nieren. Hij is net 51 jaar. Een aantal rugwervels werden vastgezet als gevolg van het zware werk.
41
Start Eddy start zijn begeleidingstraject met het gevoel dat hij niets meer kan aanvangen met zijn opgebouwde ervaring. Hij ‘kiest’ voor fabriekswerk; een keuze die hij maakt omdat hij zichzelf voornamelijk definieert als iemand die zaken niet meer kan.
Blinde vlekken Eddy wil werken. Hij wil terug onder de mensen zijn, iets doen. Wat precies, daar kent hij het antwoord niet op. Hij verwacht dat antwoord van zijn begeleider. Het is opvallend dat zijn WERKR8!-model heel wat technische competenties bevat, maar weinig tot geen persoonlijke eigenschappen die hem typeren. Zonder dit, is het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van wie Eddy écht is en wat hij belangrijk vindt. Dit inzicht is noodzakelijk om zijn zelfbeeld terug op te krikken en hem op die manier vooruit te helpen in zijn zoektocht naar werk.
Dynamiek Eddy is geen man om ‘spelletjes’ te spelen of vragenlijstjes in te vullen. Er zijn echter voldoende alternatieven om tot inzichten te komen. We kunnen hem bijvoorbeeld de opdracht geven om vacatures te beoordelen op taken die hij graag en niet graag doet en wel of niet kan uitvoeren. Hij kan ook in zijn vriendenkring eens luisteren wat zij hem zien doen van werk. Eddy zal dus aan het werk moeten. Zijn zelfkennis moet verhogen, zijn interesses moeten scherper en zijn voorwaarden aan een job moeten duidelijker omschreven worden. De combinatie van deze elementen brengt mogelijk nieuwe beroepsperspectieven naar boven. Pas dan kan Eddy beginnen nadenken over zijn troeven en een coherent verhaal om naar mogelijke werkgevers te stappen.
42
AAN DE SLAG 5
43
BESCHIKBAAR MATERIAAL WERKR8! Bestaat uit een handige doos met daarin: • XL versie WERKR8!-model • A4 versies WERKR8!-model • Handleiding • Sticky notes • Inspiratiekaartjes
Al het materiaal kan je ook downloaden op www.werkkracht.wordpress.com
ENKELE TIPS VOORAF 1. Print het WERKR8!model
2. Kleef Sticky Notes
3. schrijf je eigen verhaal
• Dwing deelnemers om in POSITIEVE termen en successen te denken. Geloof in het eigen ‘product’ is het begin van een succesvolle verkoop. • Zorg voor BEWEGING. Niets zo schadelijk voor het welslagen van WERKR8! als een statisch gesprek. Gebruik het XL-canvas, sta recht, loop rond, plak de sticky notes, ... • Hoe meer hoe beter. Gebruik voor elk begrip een nieuwe sticky note. STAPEL ze. Het geeft een goed gevoel en het maakt het makkelijker om later te selecteren. • Geen antwoorden zijn ook antwoorden. Geen paniek dus als sommige vakjes aanvankelijk leeg blijven. Op die manier beklemtonen we de AANDACHTSVELDEN. Het illustreert aan de deelnemer dat er nog werk aan de winkel is. • Na afloop kan de deelnemer de essentiële informatie op een blanco WERKR8!model noteren zodat er niets verloren gaat.
44
VOORAF WERKR8! vormt de rode draad door een leer- en begeleidingsproces. Als begeleider en/of leerkracht kan je dit op heel verschillende manieren gebruiken. Hieronder werkten we ook twee voorbeeldtrajecten uit: eentje voor trajectbegeleiders en eentje voor leerkrachten. We verzamelden bestaande oefeningen en instrumenten om inhoud te geven aan het canvas en gaven die hun plaats in het WERKR8!-model. Wat ons betreft mag je dit kopiëren en plakken maar hopelijk is het ook een bron van inspiratie en gebruik je het om een extra dimensie toe te voegen aan je bestaande manier van werken.
5.1. WERKR8! IN TRAJECTBEGELEIDING NAAR WERK
Stap 1: Werkzoekende wordt loopbaanondernemer bewustwording DOELSTELLING De werkzoekende wordt zich bewust van de eigen verantwoordelijkheid om vooropgestelde doelstellingen te bereiken (locus of control). AANPAK Het ondernemerschap vormt een inspirerende invalshoek om de bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid om bepaalde doelen te bereiken aan te wakkeren. VERKOOP VAN PENNEN OF EIGEN VOORWERP De deelnemers worden in twee groepen verdeeld. De ene groep vormt marktkramers, de andere groep zijn potentiële klanten. De marktkramers krijgen elk een zakje met schrijfgerief. Ze krijgen de opdracht om hun koopwaren eerst grondig te bekijken en daarna te verkopen aan de marktgangers. De marktkramers proberen uiteraard alle schrijfwaren aan de man te brengen. Om het nog leuker te maken, kan je gebruik maken van speelgeld waarmee de marktgangers betalen. De marktgangers vertellen achteraf welke argumenten hen overtuigden en welke niet. Dezelfde oefening kan gebeuren met een eigen gekozen voorwerp. Hierdoor is de vertrouwdheid met het product hoger en slagen de verkopers er soms 45
gemakkelijker in om goede argumenten te bedenken. Duurtijd: 20 minuten Benodigd materiaal: schrijfwaren (balpennen, potloden, markeerstiften, … in alle mogelijke kleuren en vormen) of een eigen voorwerp BUSINESS MODEL CANVAS VAN DROOMONDERNEMING De deelnemers worden in groepjes van 3 à 4 ingedeeld. Elk groepje krijgt de opdracht om een droombedrijf te omschrijven in het business model canvas. Voor het goede verloop van deze oefening is het aangewezen om het business model canvas kort toe te lichten aan de hand van een voorbeeld. Nadien presenteren de groepjes hun droombedrijf aan elkaar. Eventueel kan je hen punten laten geven om er een spelelement aan toe te voegen. duurtijd: 40 minuten benodigd materiaal: blanco business model canvas http://businessmodelgeneration.com/canvas/vpc Na afloop van beide oefeningen is het noodzakelijk om de transfer te maken naar hun situatie. Het verkopen van schrijfwaren leert hen om unieke eigenschappen van hun ‘product’ te ontdekken en de argumenten te gebruiken die de klant overtuigen. Ook een werkzoekende heeft er baat bij om te onderzoeken wat hun klant (de werkgever) verlangt en nodig heeft. Daarvoor moet hij eerst zichzelf goed kennen om dit nadien te kunnen koppelen aan hetgeen de klant nodig heeft.
Stap 2: Wie ben ik en wat kan ik - zelfreflectie DOELSTELLINGEN • De deelnemer kent de eigen motivatie om te werken. • Hij ontdekt ook wat hij graag doet en goed kan. • Hij weet tot slot ook wie hem kan helpen in de zoektocht naar werk. AANPAK Het ‘echte’ werk begint met een grondige zelf-analyse. De deelnemers zoeken antwoorden op vragen zoals: Wie ben ik? Wat kan ik? Wie helpt me? Waarom ga ik werken? De antwoorden op deze vragen komen door middel van gesprekken, evaluaties van stages en werkervaring en het gebruik van bestaande methodieken en oefeningen. TOOLS LOONGID(T)S Wat? De Loongid(t)s is een digitale tool die toont wat er verandert op financieel vlak als de werkzoekende de stap naar tewerkstelling zet. Het maakt geen berekeningen maar heeft eerder een knipperlichtfunctie. Hoe? Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor de loongidts: http://jobcentrum.be/sites/default/files/Documenten/ loongidts.pdf 46
Waar? Gratis te downloaden op http://jobcentrum.be/loongidts WERKPLEZIERSPEL Wat? Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Het Werkplezier Spel helpt om na te gaan waar je wel of geen plezier aan beleeft en waarom. Hoe? Het uitgangspunt bij dit spel is dat werkplezier samenhangt met de redenen waarom je werkt (je werkmotieven) en het gedrag van jezelf en anderen. Het spel bestaat uit 170 kaarten, verdeeld over drie groepen: 1. Werkmotieven 2. Prettig gedrag 3. Onprettig gedrag Waar? Het Werkplezierspel is online te koop op verschillende websites waaronder www.crearepartners.com KERNTALENTEN Wat? Om te weten wat je echt graag wil doen, is het interessant om terug te kijken naar je kindertijd. Het soort speelgoed, hoe en hoe vaak je er mee speelde, je vrijetijdsactiviteiten, … vertellen veel over je passies en is belangrijk voor je latere studie- en jobkeuze. Inzicht in je KernTalenten helpt je om je eigen leven richting te geven. KernTalenten zijn natuurlijke eigenschappen waarover je beschikt; een soort blauwdruk van je persoonlijkheid. Hoe? KernTalenten worden bepaald aan de hand van een vragenlijst. De conclusies worden verder verfijnd in een diepteinterview. Je raakt als begeleider al een eindje op weg als je de vraag ‘Waar speelde je mee tussen je 4e en 12e levensjaar?’ mee neemt in je gesprekken. Waar? De KernTalententest is ontwikkeld door Danielle Krekels. Op de website http://coretalents.be/ staan verschillende boeken waarin de methode wordt uitgelegd. JEZELF AAN DE HAND VAN JE LICHAAM Wat? Deze oefening is een eenvoudige en laagdrempelige oefening die de persoon laat reflecteren over zichzelf aan de hand van een aantal lichaamsdelen en daaraan gelinkte vragen. Er is hierbij getracht een mooie balans op te maken tussen gevoelens, waarden, vaardigheden, bezigheden, ... Hoe? Afhankelijk van de groep kan je de oefening rechtstreeks laten invullen in de C-Stick of een reeds bestaande tekening van een lichaam meegeven of je kan een creatieve opdracht geven, bijvoorbeeld door personen zichzelf te laten tekenen of door 47
hen op een groot blad te laten liggen en elkaars contouren te laten tekenen. Vervolgens schrijven ze bij elk lichaamsdeel het antwoord op onderstaande vragen: • Hersenen: Waar zitten je hersenen van vol? Waarover weet je heel veel? • Haar: Waarvoor zit je met je handen in je haar? Waarvoor raak je in paniek? • Oor: Wat gaat het ene oor in en het andere uit? Wat vind je helemaal niet interessant? • Oog: Waarvan krijg je tranen in je ogen? Waar word je triest van? • Neus: Waar steek je graag je neus in? Wat interesseert je? • Mond: Waarvoor sta je met je mond vol tanden? Wat kan je niet goed? • Nek: Waarover heb je soms een dikke nek? Waar ben je trots op? • Schouders: Waar zet je graag je schouders onder? Waarvoor doe je graag je best? • Hart: Waarvan gaat je hart sneller bonken? Waar hou je enorm veel van? • Longen: Waar haal je eens diep adem voor? Waar kijk je tegen op maar doe je toch? • Lever: Wat ligt er zwaar op je lever? Wat heb je helemaal niet graag? • Maag: Waarvan krijg je krampen in je mag? Wat doe je helemaal niet graag? • Aders/bloed: Waarvan gaat je bloed koken? Waar wordt je heel kwaad van? • Handen: Wie help je graag een handje? Wie wil je altijd helpen? • Vingers: Wat heb je goed in je vingers? Wat kan je heel goed? • Knieën: Waarvan trillen je knieën? Wat durf je niet? • Voeten: Waar sta je voor? Wat vind je belangrijk? • Tenen: Waar krullen je tenen van? Waar word je zenuwachtig van? Waar? De uitgebreide uitleg over ‘Jezelf aan de hand van je lichaam’ is terug te vinden in het Methodiekboek Persoonlijke Ontwikkeling van JES: http://www.jes.be/EXPC/Methodiekboek_persoonlijk_%20 ontwikkelingsplan.pdf KERNKWADRANTENSPEL Wat? Het kernkwadrantenspel leert de deelnemer om eigen kwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën te ontdekken. Hoe? Bij het kaartspel zit een handleiding met de verschillende speelmogelijkheden. Waar? Het Kernkwadrantenspel kan aangekocht worden bij het Centrum Informatieve Spelen (www.spelinfo.be). 48
KWALITEITENSPEL Wat? Het Kwaliteitenspel helpt om inzicht te krijgen in zichzelf. Hoe? Het Kwaliteitenspel bestaat uit twee sets van 70 kaarten met daarop karaktereigenschappen van mensen. Op de ene helft staan woorden die kwaliteiten van mensen aanduiden. Op de andere helft staan woorden die vervormingen (of valkuilen) aanduiden. Het spel gebruiken we om een eigen sterkte-zwakteanalyse te maken, feedback te geven of te ontvangen, als kennismaking of tijdens functioneringsgesprekken. Naast het gewone Kwaliteitenspel is er ook het Kwaliteitenspel Plus in vereenvoudigde taal. De spelregels zijn inbegrepen in het spel. Waar? Het Kwaliteitenspel is online te koop op verschillende websites waaronder www.crearepartners.com VAARDIGHEDENSPEL Wat? Het Vaardighedenspel staat stil bij de vraag ‘Wat kan ik’. Het kan in vrijwel alle werk- en privé-situaties worden gebruikt om op een speelse manier de wijze van functioneren en communiceren te bespreken én te verbeteren. Hoe? Het Vaardighedenspel bestaat uit 140 kaarten met daarop sociale en communicatieve vaardigheden. De vaardigheden zijn verdeeld in 16 competentiegebieden zoals communicatie, samenwerken, leidinggeven, besluitvorming en klantgerichtheid. De symboliek van de kaartjes d.m.v. 3 balkjes is te vergelijken met die van een verkeerslicht: • Groen betekent dat je een vaardigheid goed beheerst • Oranje betekent dat je een vaardigheid redelijk beheerst • Rood betekent dat je een vaardigheid onvoldoende beheerst De spelregels zijn inbegrepen in het spel. Waar? Het Vaardighedenspel is online te koop op verschillende websites waaronder www.crearepartners.com COMPETENTIESPEL Wat? Het Competentiespel is ontwikkeld om op een speelse manier zicht te krijgen op competenties. Hoe? Het spel is geschikt voor medewerkers, managers, loopbaanbegeleiders, studenten en coaches. Kortom, iedereen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van competenties. 49
Je kunt het spel alleen spelen of met z’n tweeën (met een collega of met je leidinggevende of coach) of met een groep of team. Waar? Het spel is te bestellen via www.thema.nl/product/hetcompetentiespel/. BEROEPSORIËNTATIETEST VDAB Wat? De beroepsoriëntatietest van VDAB is een online toepassing om suggesties te krijgen over mogelijke beroepen op basis van interesses. Hoe? De toepassing toont een uitgebreide lijst met interesses. Met schuifbalkjes kan de deelnemer aangeven of hij veel of weinig interesse heeft. De meeste vragen bevatten ook detailvragen waarmee je een item kan verfijnen. Na de interesselijst duidt de deelnemer aan welk opleidingsniveau hij heeft. Op basis van interesses en opleidingsniveau geeft de toepassing vervolgens een aantal beroepsvoorkeuren. De begeleider kan deze toepassing meegeven als ‘huiswerkopdracht’. Het kan ook interessant zijn om de interesses en/of de beroepsvoorkeuren samen te evalueren. Waar? De beroepsoriëntatietest van VDAB is voor iedereen toegankelijk via het persoonlijk Mijn Loopbaan-dossier. VERKEN JEZELF Wat? Verken jezelf is een online test om de zelfkennis te vergroten. Hoe? De deelnemer vult de lijst eerst zelf in. Daarna stuur je de link door naar enkele anderen (bv. vrienden, familie of collega’s). Waar? Verken Jezelf is een online en gratis instrument. Het werd ontwikkeld door VKW en de provincie Vlaams –Brabant ism. VDAB en Aveve. www.verkenjezelf.be LEVENSLIJN Wat? De levenslijn is een oefening om zicht te krijgen op de levensloop en leefwereld van een persoon en om met de persoon stil te staan bij de competenties die hij tijdens zijn leven reeds ontwikkeld heeft. Hoe? De opdracht voor de persoon is als volgt: Maak een voorstelling van je leven. Je mag zelf kiezen hoe je die voorstelling wilt maken: aan de hand van een lijn, door middel van een opsomming,....Je start bij je geboorte en eindigt op de leeftijd die je nu hebt. Vervolgens ga je activiteiten en gebeurtenissen aanduiden die je sinds je geboorte tot nu hebt gedaan of meegemaakt. Als begeleider kom je zo weinig mogelijk tussen. Stimuleer de persoon om creatief te zijn en het op zijn eigen manier aan te 50
pakken. Vervolgens wordt samen met de persoon besproken wat hij precies moest kunnen om deze activiteiten uit te voeren of met deze gebeurtenissen om te gaan. Op die manier komen zeer uiteenlopende competenties aan de oppervlakte. Als de persoon zelf niet meteen op competenties komt, vraag dan zo goed mogelijk door als begeleider. Waar? De uitgebreide uitleg over Levenslijn is terug te vinden in het Methodiekboek Persoonlijke Ontwikkeling van JES: http://www. jes.be/EXPC/Methodiekboek_persoonlijk_%20ontwikkelingsplan. pdf MIJN NETWERK Wat? Mijn Netwerk is een visuele voorstelling van het persoonlijk netwerk – zowel formeel als informeel- van werkzoekenden. Het doet hen nadenken over wie hen kan helpen in hun zoektocht naar werk. Hoe? Mijn Netwerk is een werkblad waarop aan de ene zijde het formeel netwerk in kaart wordt gebracht. Dit bevat begeleidende diensten, met de contactpersoon en de verwachtingen ten aanzien van deze dienst/persoon. Aan de andere zijde wordt het informeel netwerk weergegeven. Dit zijn vrienden, familie, (ex-) collega’s, … Enkele richtinggevende vragen: Wie kent je door en door? Wat zien familie en vrienden je doen van werk? Waar werken je vrienden en familie? Zijn daar vacatures? Wie kan je helpen bij het zoeken naar werk? Waar? Mijn Netwerk kan je makkelijk tekenen op een A4 blad. Zet in het midden ‘ik’. Links noteer je het formeel netwerk met naam, organisatie en verwachtingen. Rechts noteer je het informeel netwerk.
Stap 3: Wat wil ik - marktverkenning DOELSTELLINGEN • De deelnemer weet wat voor werk hij graag wil doen. • Hij kent ook de eigen voorwaarden die hij aan een job stelt. • Het is ook duidelijk wat er eventueel nog geïnvesteerd moet worden. • Tot slot heeft de deelnemer ook een realistisch zicht op wat een werkgever van hem verwacht. AANPAK In deze fase verkennen we welke jobs de deelnemer wil uitvoeren. Hoe verfijnder dit kan gebeuren, hoe meer tewerkstellingsmogelijkheden ontstaan. Het gaat om het takenpakket maar ook over werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Naast reflecteren over de eigen verwachtingen is het ook belangrijk om na te denken vanuit het perspectief van de werkgever. 51
Het is goed mogelijk dat de deelnemer taken wil uitvoeren waarvoor hij (nog) niet over de juiste competenties beschikt. Het gevolg hiervan is dat hij zal moeten investeren of een ander takenpakket moet vooropstellen. TOOLS BEROEPSORIENTATIETEST VDAB Wat? De beroepsoriëntatietest van VDAB is een online toepassing om suggesties te krijgen over mogelijke beroepen op basis van interesses. Hoe? De toepassing toont een uitgebreide lijst met interesses. Met schuifbalkjes kan de deelnemer aangeven of hij veel of weinig interesse heeft. De meeste vragen bevatten ook detailvragen waarmee je een item kan verfijnen. Na de interesselijst duidt de deelnemer aan welk opleidingsniveau hij heeft. Op basis van interesses en opleidingsniveau geeft de toepassing vervolgens een aantal beroepsvoorkeuren. De begeleider kan deze toepassing meegeven als ‘huiswerkopdracht’. Het kan ook interessant zijn om de interesses en/of de beroepsvoorkeuren samen te evalueren. Waar? De beroepsoriëntatietest van VDAB is voor iedereen toegankelijk via het persoonlijk Mijn Loopbaan-dossier. PRAATPLAAT TRANSPOP Wat? De Praatplaat van Transpop is een oefening die gemakkelijk taal en overzicht geeft aan een aantal arbeidsvoorwaarden. Hoe? Op de ‘praatplaat’ staan allemaal tekeningen die iets met werken te maken hebben. Het is de bedoeling om uit te maken welke tekeningen en thema’s tot jouw droomjob behoren. Anders gezegd, sluit de jobdoelwit het soort werk aan bij de context waarbinnen je werkt. Waar is er sprake van “matching” en waar niet? Waar? De praatplaat maakt deel uit van de methodieken die binenn het project Transpop ontwikkeld werden. http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/nl/doc/Transpop/TRANSPOP_ praatplaat_def.pdf VACATURE-ANALYSE Wat? ‘Hoe weet ik of een vacature bij me past?’ is een werkblad waarmee de werkzoekende zelf kan analyseren of een vacature al dan niet bij hem past. Hoe? Het gebruik van het invulblad wijst zichzelf uit. De werkzoekende overloopt stap voor stap de verschillende vragen en staat op die manier stil bij de eisen van de werkgever en anderzijds 52
hetgeen hijzelf te bieden heeft. Waar? Het werkblad ‘Hoe weet ik of een vacature bij me past?’ is te downloaden op de website van VDAB http://www.vdab.be/toolbox/ doelwit.html#waar BEROEPENSPEL Wat? Het beroepenspel is een kaartspel waarmee studenten en werkzoekenden inzicht krijgen in verschillende jobs en de bijhorende competenties. Hoe? Het beroepenspel werd oorspronkelijk ontwikkeld om studenten te helpen bij hun studiekeuze. Het is echter ook bruikbaar ter inspiratie van werkzoekenden. De speldoos bevat twee spelsuggesties. Op de website http://www.dehaagsehogeschool. nl/bachelorstudies/hulp-bij-studiekeuze/beroepenspel staan nog extra spelsuggesties. Het spel werd ontwikkeld door de (Nederlandse) Haagse Hogeschool. Het taalgebruik is soms typisch Nederlands. Waar? Het spel is online te koop op de website van de Haagse Hogeschool. http://www.dehaagsehogeschool.nl/bachelorstudies/ hulp-bij-studiekeuze/beroepenspel INSPIRATIESPEL Wat? Met het Inspiratiespel ontdekt de deelnemer wat hem inspireert en motiveert. Welke activiteiten vindt hij leuk om te doen? Wat heeft hij nodig om gemotiveerd te werken? Hoe? Het Inspiratiespel bestaat uit 140 kaarten, verdeeld over vier groepen: • Activiteiten • Inspiratiebronnen • Voorwaarden • Belemmeringen Met bovenstaande groepen kaarten kun je zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar spelen. Het spel leidt tot meer bewustwording van hetgeen iemand inspireert en brengt ook inzicht in teamfunctioneren en loopbaanplanning. Waar? Het Inspiratiespel is online te koop op verschillende websites waaronder www.kwaliteitenspel.nl
53
Stap 4: Waar en hoe - jobhunting DOELSTELLINGEN • De deelnemer weet waar hij passende vacatures kan zoeken. • Daarnaast presenteert de deelnemer zich ook op een correcte manier. AANPAK De zelf-analyse en marktverkenning worden in deze fase concreet gemaakt in het zoeken van vacatures en het solliciteren. Alle mogelijke sollicitatietools kunnen hier ingezet worden. In deze fase komt het (loopbaan)ondernemerschap echt tot uiting. Om een ‘product’ verkocht te krijgen, moet je op de klant af stappen. TOOLS VDAB SITE Wat? De website van VDAB bevat een enorme database aan vacatures. Hoe? De vacaturedatabank van VDAB bevat verschillende criteria waarop gezocht kan worden. Als de werkzoekende ingelogd is op Mijn Loopbaan, sla je de zoekopdracht op. Op die manier hoeft de werkzoekende niet telkens opnieuw dezelfde zoekopdracht in te vullen. Hij kan er zelfs voor zorgen dat passende vacatures onmiddellijk aan hem gemaild worden. Waar? www.vdab.be JOBBEURZEN Wat? Een jobbeurs is een evenement waarop verschillende bedrijven aanwezig zijn om kennis te maken met kandidaatwerknemers. Hoe? Jobbeurzen zijn er in alle maten en vormen. Er zijn de grote events van bijvoorbeeld Jobat maar ook regionaal worden geregeld jobbeurzen georganiseerd. Op één (halve) dag kan de werkzoekende kennismaken met heel wat verschillende bedrijven en vacatures. Het is de ideale gelegenheid om op een informelere manier te praten met recruiters. Het is ook een goede oefening om jezelf voor te stellen op een aantrekkelijke manier. Waar? Jobbeurzen vind je overal in Vlaanderen. Op www.vdab. be/agenda zijn er heel wat terug te vinden. Hou daarnaast ook de websites van (grote) ondernemingen in de gaten. Ook de Open Bedrijvendag of Dag van de Zorg zijn interessante dagen om kennis te maken met bedrijven en organisaties.
54
SOCIALE MEDIA Wat? Sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers. Hoe? Werkzoekenden moeten zich bewust zijn van het beeld dat anderen over hen krijgen op sociale media. Iedereen moet als het ware zichzelf eens ‘googelen’ en zien wat er verschijnt. Leer werkzoekenden hoe ze hun profiel kunnen beschermen. Sociale media kunnen een nuttige aanvulling zijn op bestaande (in)formele contacten. Waarom zouden werkzoekenden dit niet inzetten om te laten weten aan hun omgeving dat ze werk of een stageplaats zoeken? Werkzoekenden kunnen de sociale media ook inzetten om meer informatie te bekomen over een bedrijf. Misschien heeft het bedrijf een Facebookpagina? Welke reacties lees je er? Of misschien zetten ze al een filmpje op YouTube? Waar? Facebook, Twitter, LinkedIn en YouTube zijn enkele heel gekende sociale media toepassingen. Op internet is veel informatie te vinden over solliciteren met sociale media. Ook op SlideShare is al heel wat materiaal beschikbaar. KANSKRIJGERS Wat? KansKrijgers is een spel om vooroordelen te herkennen en te leren weerleggen waardoor sollicitanten beter voorbereid zijn op een sollicitatiegesprek. Hoe? KansKrijgers kan je spelen met 2 tot 12 personen. Elke speler stelt een sollicitant voor die zoveel mogelijk jobs probeert in te vullen in het bedrijf. De spelers concurreren onderling voor de openstaande vacatures. Doorheen het spel krijgen de deelnemers weerstands- en kanskaarten met sollicitatievragen en stellingen rond arbeidsattitudes. Waar? KansKrijgers is te koop op www.jobcentrum.be/kanskrijgers INTERIMSPEL Wat? Het Interimspel is een interactief bordspel waarin de spelers, verdeeld over verschillende teams, het tegen elkaar opnemen. Elk team stelt een uitzendkantoor voor. De spelers leren door de bril van een uitzendconsulent kijken en moeten werkzoekenden matchen met vacatures. Hoe? Het spel bevat een uitgebreide handleiding met daarin de spelregels. Waar? Het Interimspel is te koop op de website van het Vormingsfonds voor uitzendkrachten. http://www.vfu-ffi.be/tools/ 55
interimspel/
Stap 5: Sticky statement DOELSTELLINGEN De deelnemer kan verwoorden wat hij te bieden heeft dat de werkgever nodig heeft AANPAK Nu de deelnemer weet wat hij kan en wil doen en ook weet waar en hoe hij dat wil doen, ontbreekt hem nog slechts één element: een sterk, samenhangend en overtuigend verhaal. Het is niet zomaar een samenvatting van al het voorgaande. Het gaat er om net die troeven uit alle drijfveren en competenties te kiezen die de werkgever overtuigen. Dat vertaalt zich in een ‘sticky statement’: Ik ben… ik kan… ik wil… bij… omdat… . Het is een persoonlijk promopraatje, een elevator pitch of hoe je het ook wil noemen. Als er tegenstrijdigheden zitten in het WERKR8!-model, zal het sticky statement niet kloppen. Het confronteert de deelnemer in dat geval met de onjuistheden of onvolledigheden in het eigen verhaal. Dit betekent niet dat de deelnemer het proces opnieuw moet doorlopen. Als de resultaten tegenvallen, stuurt een bedrijf het business plan bij. Hetzelfde geldt voor het WERKR8!-model van de deelnemer. TOOLS STICKY STATEMENT Wat? Een sticky statement is een korte en krachtige samenvatting van het WERKR8!-proces. Hoe? Het WERKR8!-proces is een intensief proces waarin veel informatie verzameld wordt. Een sticky statement brengt de krachtigste argumenten samen in één samenhangend verhaal: “Ik ben… ik kan… ik wil… bij… omdat…”. De deelnemers kunnen uit de talrijke post-its op hun WERKR8!model de elementen halen om hun sticky statement mee vorm te geven. Daarna kan het sticky statement ook effectief uitgesproken worden; bv voor een camera. Als ze er in slagen om hun boodschap duidelijk te brengen, zie je hen stralen op beeld. Het vormt als het ware een afronding van een proces. Waar? Het sticky statement staat op de ommezijde van de invulversie van het WERKR8!-model. MATCHMAKER Wat? Matchmaker is gebaseerd op het Value Proposition Canvas. Het is als het ware een plug-in voor het WERKR8!-model. Het combineert de velden ‘JOBS’ en ‘TROEVEN’ en toont de match tussen beiden. 56
Hoe? Matchmaker maakt een duidelijker profiel van de werkgever die de deelnemer voor ogen heeft. Het profiel wordt opgesplitst n activiteiten die hij uitvoert, voordelen die hij wenst en lasten die hij ervaart. Daartegenover verfijnt de deelnemer het eigen profiel: de activiteiten die hij uitvoert, de voordelen die hij biedt en de lasten die hij kan verlichten. Op die manier biedt de deelnemer een antwoord op de vragen waarmee de werkgever worstelt. Waar? Matchmaker is te downloaden op onze website. U vindt ook een voorbeeld in bijlage 2.
En verder?
Sticky statement klaar? Dan is het nu tijd om te testen tijdens een sollicitatiegesprek, een stage of werkervaring. Klopt het verhaal toch niet helemaal? Dan stuur je het WERKR8!-model bij waar nodig. Het is namelijk geen statisch instrument dat - éénmaal ingevuld - voor eens en voor altijd vastgebeiteld zit. Het vormt een rode draad waarin nieuwe ervaringen en inzichten een plaats krijgen en blijven aanzetten tot actie.
57
58
Hoe zoek je werk?
ZOEKEN
Wat kan je?
ERVARINGEN, OPLEIDINGEN
DRIJFVEREN, INTERESSES
Kanalen om passende vacatures te zoeken
Wat appreciëren mensen aan jou?
Ervaringen
Competentiespel
Vaardighedenspel
BeroepsoriëntatieWat deed je op school, tijdens test VDAB stages, bij eerdere werkgevers? Welke opmerkingen hoorde je Verken jezelf zoal? Levenslijn Hoe ga jij op zoek naar passen- VDAB site de vacatures? Jobbeurzen Vind je makkelijk vacatures? Zijn er mensen die een goed woordje voor je kunnen doen?
Waar ben je echt goed in?
Competenties
Persoonskenmerken
Interesses
Talenten
Waar werken je vrienden? Wat doen ze precies? Zou je dat ook graag doen? Waarom wel/niet? Wat doe je graag? Waarin ben Kerntalenten je sterk geïnteresseerd? Wat Kernkwadrantenzijn je hobby’s? spel Hoe ziet je dag eruit? Jezelf aan de hand Hoe zouden anderen jou omvan je lichaam schrijven? Kwaliteitenspel
Groeikansen bieden
Wie helpt jou?
Motiveren
Bij wie kan je terecht met je Netwerkspel vragen rond werk en inkomen? Sollicitatiescan Wie kan jou tips geven? Mijn Netwerk Wie weet wat jij graag zou doen? Wie kent jou door en door?
Advies geven
HELP
Methodieken
vragen
Thema
Exploratie
Kwaliteitenreflectie
Kwaliteiten- en motievenreflectie
Netwerken
Loopbaancompetentie
Overzicht
59
Hoe laat jij je zien?
GEZIEN WORDEN
Waar wil je werken?
JOBS
Praatplaat transpop
beroepenspel
Vacature-analyse
Bedrijfsbezoeken
Beroepsoriëntatie-test VDAB
Welke kledij trek je aan op een sollicitatiegesprek?
Wat kunnen ze zien van je Facebookprofiel?
Ken je werkgevers? En kennen zij jou? Kanalen om zich kenHoe leg je contact met werkSociale media baar te maken bij werk- gevers? Sollicitatiescan gevers Hoe onderhoud je dat contact? KansKrijgers Heb je al een CV? Interimspel Wat zeg je zeker op een sollicitatiegesprek? En wat liever niet? Heb je dat al geoefend?
Wat denk je dat werkgevers van jou verwachten?
Werk je graag ’s avonds, in het weekend? Waarom niet?
Hoe zal je op je werk geraken?
In welke regio wil je graag werken?
Met wie zou je graag samenwerken? Of werk je liever alleen?
In welke sector wil je werken? Welk soort werk doe je graag? Vind je daar veel vacatures Verwachtingen van be- van? Wat wil je helemaal niet drijven tav werknemers doen?
Eigenschappen van bedrijven
Netwerken
Exploratie
60
Wat kan jij betekenen voor je werkgever?
TROEF
Wat levert werken je op?
VOORDELEN
Energie
Wat ‘kost’ werken je?
Identiteit meerwaarde
Zelfwaardegevoel
Sociale contacten
Ervaring
Pensioen
Psychische inspanningen Loon
Fysieke belasting
Vervoer
Kinderopvang
Tijd
INVESTEREN
Uit al het voorgaande: wat zijn nu je sterktes? En welke ervan zijn van toepassing op de job waarvoor je solliciteert?
Wat is het voordeel van werken? Wat win je erbij? Wat trekt jou over de streep om te gaan werken?
Wat moet je opofferen om te gaan werken? Wat moet je eerst in orde brengen om te kunnen werken? Wat is het nadeel van werken?
Matchmaker
Sticky statement
Werkplezierspel
Loongid(t)s
Timemanagement
Inspiratiespel
Kwaliteitenreflectie Motievenreflectie
Loopbaansturing
Loopbaansturing
5.2. WERKR8! IN HET ONDERWIJS 5.2.1. Inleiding
WERKR8! in het beroepssecundair onderwijs wil leerlingen versterken in hun stap naar de arbeidsmarkt. Het kadert echter binnen de gehele opleiding en ontwikkeling van de leerling . We appelleren daarom het volledige schoolteam: werken aan loopbaancompetenties beperkt zich niet tot één of enkele vakken maar zit vervat in verschillende lessen, activiteiten, projecten,… Om de gedragenheid voor dit project binnen het gehele team te realiseren zijn er kritische vragen opgesteld waarbij de klassenraad gestimuleerd wordt om na te denken over de integratie van het project WERKR8! in het totale leertraject. WERKR8! is een project dat verder werkt op bouwstenen die eerder al bij de leerling ontwikkeld werden. Het project WERKR8! gaat van start in het 5e jaar met focus op talent- en competentieontwikkeling. In het 6e jaar krijgen de leerlingen meer zicht op welk werk ze willen en kunnen uitvoeren en hoe ze werk kunnen vinden. In het 7e jaar worden deze vaardigheden verder uitgediept.1 In de uitwerking van het project WERKR8! is er rekening gehouden met de eindtermen en vakoverschrijdende eindtermen. In deze bundel/handleiding worden methodieken, lesmateriaal en tools voorgesteld. Dit is illustratief2. Het is de keuze van de school en schoolteam om het project WERKR8! naargelang de eigen schoolcultuur en leerlingenpopulatie verder gestalte te geven en zich eigen te maken.
5.2.2. Aan de slag met WERKR8! In deze bundel/handleiding zijn naast algemene doelstellingen, per leerjaar doelstellingen, kritische vragen voor de klassenraad, voorstellen van methodieken/lesmateriaal/tools en een overzicht van de eindtermen en VOETEN3 waaraan gewerkt werd, uitgewerkt.
1 In BSO is een 7de jaar zeer belangrijk in functie van versterking van de leerling. Praktijk wijst in onze school, SO Dominiek Savio, uit dat leerlingen met een 7de jaar veel duurzamere tewerkstelling kennen of nog hoger onderwijs aanvatten en dit promoten we. 2 Een bijkomende inspiratiebron voor methodieken is te vinden op http://www.onderwijskiezer.be/v2/box/ index.php?submit=zoeken 3 In bijlage 3 zit een uitgewerkt overzicht van de eindtermen en VOETEN
61
De bedoeling is om doorheen de derde graad elk vakje op het WERKR8!-model in te vullen aan de hand van tools en methodieken. Bij de start van het 5de secundair krijgt elke leerling een ringmap met daarin het WERKR8!-model met vragen4, de invulversie van het WERKR8!-model op A3 en per vakje een tussenschot. Deze map wordt drie jaren gebruikt en wordt zo steeds verder aangevuld. Het aangebrachte lesmateriaal wordt telkens in de ringmap bij het juiste item gestoken. Elke methodiek, tool, les dient ondersteund te worden door een introductie en nabespreking om de link te leggen met de (overgang naar de) arbeidsmarkt en met het WERKR8!-model. In de nabespreking moeten de leerling ook steeds de kern van wat hij geleerd heeft noteren in het juiste vakje op invulblad van het model. Af en toe de leerlingen laten reflecteren of het ingevulde nog steeds van toepassing is en hen de tijd geven om veranderingen aan te brengen is noodzakelijk aangezien leerlingen veranderen, evolueren en verder ontwikkelen. Op het einde van de derde graad zal de informatie op het invulblad gebruikt worden om een coherent sticky statement5 te creëren en om een leerling te leren zijn troeven te verwoorden tegenover een werkgever. Alle informatie wordt ook bewaard in één map zodat de leerling een portfolio opbouwt die hij kan gebruiken in het eigenlijke sollicitatieproces.
4 De vragen zijn richtvragen die niet allemaal hoeven beantwoord te worden. Het roept de leerlingen wel op om na het verlaten van de school te blijven nadenken over de verschillende aspecten van het zoeken naar werk en tewerkstelling. 5 Ik ben… ik kan… ik wil… bij… Omdat…
62
5.2.3. Didactische uitwerking van WERKR8! A. Algemeen 3de graad ALGEMENE DOELSTELLEN DOORHEEN HET PROCES (3 SCHOOLJAREN) • De leerling krijgt inzicht in de samenhang tussen de loopbaancompetenties die op verschillende momenten doorheen hun opleiding aan bod komen. • De leerling leert verantwoordelijkheid opnemen in zijn voorbereiding op de arbeidsmarkt. • De leerling erkent het belang van alle loopbaancompetenties ifv zijn voorbereiding op de arbeidsmarkt. METHODIEKEN/TOOLS/LESMATERIAAL VERKOOP – AUTO De leerlingen krijgen per twee een foto van een Mini Cooper. Het is de bedoeling deze auto te verkopen aan een klant (de leerkracht). Ze krijgen even tijd om verkoopsargumenten op papier te schrijven. Daarna gaat de klant van groepje naar groepje en moeten de leerlingen de klant overtuigen om de auto te kopen. Het is de taak van de leerkracht om kritische opmerkingen te geven over de auto. Bijvoorbeeld: het is toch een erg kleine auto, hij is toch redelijk duur in vergelijking met andere auto’s,… Stimuleer de leerlingen om deze argumenten te weerleggen. Na afloop van de oefening is het noodzakelijk om de transfer te maken naar hun situatie. Het verkopen van de auto leert hen om unieke eigenschappen van hun ‘product’ te ontdekken en argumenten te gebruiken die de klant overtuigen. Ook een werkzoekende heeft er baat bij om te onderzoeken wat hun klant (de werkgever) verlangt en nodig heeft. Daarvoor moet hij eerst zichzelf goed kennen om dit nadien te kunnen koppelen aan hetgeen de klant nodig heeft. De kritische vragen van de leerkracht leert hen om minder positieve elementen te weerleggen of positief te verwoorden. Ook een werkzoekende met een arbeidsbeperking heeft er baat bij om de gevolgen van zijn beperking op zijn werkprestaties te kunnen ombuigen. Bv. De Mini Cooper is een kleine auto, maar hierdoor kan je hem gemakkelijk parkeren in de stad. Ik heb een trager werktempo, maar hierdoor werk ik heel nauwkeurig. LOOPBAANCOMPETENTIES Wat? De leerlingen krijgen uitleg over wat loopbaancompetenties zijn, wat ze inhouden en toetsen in welke mate de verschillende loopbaancompetenties ontwikkeld zijn bij zichzelf. Hoe? In bijlage 1 ‘loopbaanontwikkeling volgens Marinka Kuipers’ wordt ingegaan op de definitie van loopbaanontwikkeling en wat de vijf loopbaancompetenties inhouden. Daarna vullen de leerlingen de vragenlijst in waarbij ze zichzelf scoren op verschillende 63
deelcompetenties per loopbaancompetentie. Tenslotte krijgen de leerlingen zicht op welke competenties ontwikkeld zijn en/of waaraan nog gewerkt moet worden. Deze vragenlijst kan meerdere malen gebruikt worden zodat de leerlingen hun evolutie zien binnen het project WERKR8!. Waar? Het document loopbaanontwikkeling volgens Marinka Kuipers is te vinden in bijlage 1.
64
B. 3de graad – 1ste leerjaar DOELSTELLINGEN Wie ben ik? • De leerling kan zijn eigen talenten verwoorden. • De leerling kan verwoorden in welke situaties hij het beste in zichzelf naar boven kan halen. Wat kan ik? • De leerling wordt ondersteund om zijn en sociale vaardigheden te ontdekken. • De leerling wordt ondersteund om zijn competenties en sociale vaardigheden verder te ontwikkelen. REFLECTIEVRAGEN VOOR LEERKRACHTEN/VAKWERKGROEP/ KLASSENRAAD • Welke activiteiten of projecten werden georganiseerd waarin leerlingen hun talenten kunnen ontdekken of vaardigheden versterken? Vb: studiereis, mini onderneming, sportdag, vrij podium, … • Hoe zorgen we dat leerlingen zich aan de hand van deze activiteiten/projecten zich bewust worden van hun talenten, competenties en sociale vaardigheden? • Op welke manier worden de talenten, competenties en sociale vaardigheden gevisualiseerd of verankerd? • Hoe kunnen we de talenten, competenties en sociale vaardigheden van de leerlingen inzetten in de schoolwerking? METHODIEKEN/TOOLS/LESMATERIAAL: IK KIES VOOR MIJN TALENT - TALENTEN TOOLBOX Wat? De Talenten toolbox is een didactisch spel waarmee de leerling zijn talenten leert kennen, handvaten krijgt hoe hij meer uit zijn talenten kan halen en weet waar zijn talenten helemaal tot hun recht komen. Hoe? De toolbox bestaat uit: • 3x40 talentenkaartjes waarop de beschrijving, de context en een aantal hefboomvaardigheden van de talenten worden beschreven • 31 inspirerende werkvormen • een begeleidend boekje met diepere inzichten en herkenbare voorbeelden. Waar? De Talenten toolbox is ontwikkeld door Luk Dewulf. Meer informatie is te vinden op http://www.talentpraktijk.be/ ROOS VAN LEARY Wat? De Roos van Leary laat zien welk gedrag wordt opgeroepen en hoe gedrag te beïnvloeden is. De Roos van Leary wil gedrag typeren en de werking van dat gedrag op anderen verduidelijken. 65
Hoe? Aan de hand van een individuele vragenlijst kom je te weten tot welk van de acht gedragstypen je behoort. Per gedragstype krijg je uitleg hoe je jezelf ziet, hoe je de ander ziet en hoe je je gedraagt in relatie tot een ander. Verder krijg je ook zicht op je mate van openheid en zelfkritiek. Waar? Meer uitleg over de theorie van de Roos van Leary en papieren versie van de test https://www.nevi.nl/kennisdocument/ roos-van-leary-theorie-en-zelftest Een onlinetest is te vinden op http://www.testjegedrag.nl/ KWALITEITENSPEL (PLUS) Wat? Het Kwaliteitenspel helpt om inzicht te krijgen in je kwaliteiten. Hoe? Het Kwaliteitenspel bestaat uit twee sets van 70 kaarten met daarop karaktereigenschappen van mensen. Op de ene helft staan woorden die kwaliteiten van mensen aanduiden. Op de andere helft staan woorden die vervormingen (of valkuilen) aanduiden. Het spel kan gebruikt worden om een eigen sterkte-zwakteanalyse te maken, feedback te geven of te ontvangen, als kennismaking of tijdens functioneringsgesprekken. Naast het gewone Kwaliteitenspel is er ook het Kwaliteitenspel Plus in vereenvoudigde taal. De spelregels zijn inbegrepen in het spel. Waar? Het Kwaliteitenspel is online te koop op verschillende websites waaronder http://www.kwaliteitenspel.nl/ WEBSITE VERKEN JEZELF Wat? Verken jezelf is een online test om de zelfkennis te vergroten. Hoe? De deelnemer vult de lijst eerst zelf in. Daarna kan dit doorgestuurd worden naar enkele anderen (bv. Vrienden, familie of collega’s). Waar? Verken Jezelf is een online en gratis instrument. Het werd ontwikkeld door VKW en de provincie Vlaams –Brabant ism. met VDAB en Aveve. www.verkenjezelf.be HET COMPETENTIESPEL Wat? Het Competentiespel is ontwikkeld om op een speelse manier zicht te krijgen op talenten en competenties. Het geeft je inzicht in je eigen kwaliteiten en in wat je zou kunnen veranderen om beter en prettiger te functioneren. Hoe? Het spel is geschikt voor medewerkers, managers, loopbaanbegeleiders, studenten en coaches. Kortom, iedereen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van competenties. Je kunt het spel alleen spelen of met z’n tweeën (met een collega of met je leidinggevende of coach) of met een groep of team. 66
Waar? Het spel is te bestellen via www.thema.nl/product/hetcompetentiespel/ KERNKWADRANTEN Wat? Kernkwadranten zijn een manier om de sterke en zwakke punten van een persoon te verhelderen en schematisch weer te geven. Hoe? Kernkwaliteiten zijn de specifieke sterktes die iemand kenmerken. Kernkwaliteiten zijn meestal ook de positieve punten die een ander het eerst over je zal zeggen als hij of zij ernaar gevraagd wordt. Wanneer je sterk overdrijft in een specifieke kernkwaliteit wordt dit een valkuil. Jouw kwaliteit wordt dan een zwakte. De uitdaging is de positief tegenovergestelde kwaliteit van de valkuil. Op basis van je kernkwaliteit is ook af te leiden waar je potentiële conflicten met de omgeving kunt verwachten. Dit zijn je allergieën. Wanneer je kernkwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën met elkaar in verband gaat brengen noemen we dit een kernkwadrant. Waar? Meer informatie over deze manier van werken en suggesties vind je op http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/ persoonlijkheidsmodellen/kernkwaliteiten Een lijst met uitgewerkte kernkwadranten is te vinden op h t t p : / / w w w. c o m p e t e n t i e s v o o r b e e l d e n . n l / u i t g e w e r k t e kernkwaliteiten SOCIOPOLY Wat? Sociopoly is een leerrijk bordspel om sociale vaardigheden te trainen die noodzakelijk zijn tijdens stages, bij het solliciteren en op het werk. Hoe? De leerlingen spelen tegen elkaar en een superkandidaat. Doorheen diverse opdrachten leren de leerlingen bij over sociale vaardigheden op de werkvloer. Het gaat hier over de sociale vaardigheden kennismaken, afscheid nemen, iets vragen, luisteren, iets bespreken, nee zeggen, kritiek krijgen en kritiek geven. De opdrachten kunnen ook afzonderlijk geselecteerd en gespeeld worden zonder dat het volledige spel moet gespeeld worden. Hierdoor kunnen moeilijke sociale vaardigheden extra ingeoefend worden of kunnen een aantal lessen hiermee afgesloten worden. Waar? Sociopoly werd ontwikkeld door Jobcentrum met steun van het Spellenarchief van de KHBO Brugge. Voor de realisatie konden we rekenen op financiële steun van SD Worx en de medewerking van het Competentiecentrum van VDAB/Syntra West campus Brugge. Het spel kan besteld worden op http://www.sociopoly.be/
67
TOOLBOX ‘KICKSTART JE TOEKOMST’ Wat? Het project ‘Kickstart je toekomst’ wil werkkwaliteiten van jongeren een boost geven opdat jongeren van bij de start succesvol kunnen zijn in hun eerste job. Hoe? De Kickstart-toolbox bestaat uit 81 spelfiches, opgelijst in een spelrooster. Op deze manier kan je als coach snel een keuze maken voor een bepaald type spel. Per werkkwaliteit zijn er denkspelen, praatspelen en doespelen. Sommige zijn bedoeld voor individuele coaching, andere voor het coachen van kleine of grote groepen. Met een beetje creativiteit kan je de spelen aanpassen aan de groepsgrootte. Het rooster bevat tevens een overzicht van het benodigde spelmateriaal. Waar? Het project Kickstart je toekomst! is een samenwerking tussen AP Hogeschool, de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het departement Onderwijs en Vorming, Universiteit Antwerpen, Randstad Diversity en Levanto. Het Europees Sociaal Fonds (ESF) maakte het project financieel mogelijk. Het materiaal is gratis te downloaden op http://kickstart.goleweb. eu/ VAARDIGHEDENSPEL Wat? Het Vaardighedenspel staat stil bij de vraag ‘Wat kan ik’. Het kan in vrij wel alle werk- en privé-situaties worden gebruikt om op een speelse manier de wij ze van functioneren en communiceren te bespreken én te verbeteren. Hoe? Het Vaardighedenspel bestaat uit 140 kaarten met daarop sociale en communicatieve vaardigheden. De vaardigheden zijn verdeeld in 16 competentiegebieden zoals communicatie, samenwerken, leidinggeven, besluitvorming en klantgerichtheid. De symboliek van de kaartjes d.m.v. 3 balkjes is te vergelijken met die van een verkeerslicht: • Groen betekent dat je een vaardigheid goed beheerst • Oranje betekent dat je een vaardigheid redelij k beheerst • Rood betekent dat je een vaardigheid onvoldoende beheerst De spelregels zijn inbegrepen in het spel. Waar? Het Vaardighedenspel is online te koop op verschillende websites waaronder http://www.kwaliteitenspel.nl/
68
TRANSPOP – DE ‘WAT KAN IK’-VRAGENLIJST Wat? De vragenlijst is bedoeld om 360° feedback te krijgen op competenties, zelfinzicht en ondersteuningsnood. Hoe? De leerling vult de ‘wat kan ik’-vragenlijst zelf in. Hij geeft zichzelf scores door de gepaste kleur aan te kruisen: Groen = Dit kan ik goed en zonder de hulp van andere mensen. Oranje= Dit kan ik, als ik hulp krijg. Rood = Dit kan ik niet. Mijn trajectbegeleider6 zoekt samen met mij uit of ik het kan leren, mits hulp en oefentijd. Misschien kan ik dit niet leren (omwille van mijn arbeidsbeperking). Daarnaast laat de leerling zijn/haar competenties ook inschalen door minstens twee andere mensen. bv. Leerkracht, stagebegeleider, ouders, familie, medeleerlingen of vrienden. De ‘wat kan ik’-vragenlijst is opgesteld aan de hand van de 9+3 competenties van VDAB. 9 sleutelcompetenties: efficiënt werken, doorzettingsvermogen, kunnen omgaan met regels, stressbestendig zijn, kunnen plannen en organiseren, resultaatgericht werken, veilig werken en respect hebben voor materiaal, een verzorgde persoonlijke presentatie, zorgvuldig en nauwkeurig werken. Er zijn daarnaast nog 3 bijkomende competenties: taalvaardig zijn in het Nederlands, basisvaardigheden ICT hebben en samenwerken. Om de inhoud van de sleutelcompetenties te verduidelijken wordt elke competentie onderverdeeld in deelcompetenties. Waar? Deze vragenlijst is ontwikkeld binnen het project Transpop. Dit project kwam tot stand dankzij een partnerschap tussen de DBO (Dienst Beroepsopleiding), Departement Onderwijs & Vorming en GTB (Gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding) en werd gefinancierd met de steun van het ESF en cofinanciering vanuit de Vlaamse Overheid. De vragenlijst is vrij te downloaden op de website van de Dienst Beroepsopleiding: www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/ projecten_transpop.htm MYTALENT@WORK Wat? Mytalent@work is een online (zelf)reflectietool voor jongeren. Het laat hen onder andere zicht krijgen op hoe ze scoren op de volgende kerncompetenties: samenwerken, communicatief zijn, omgaan met feedback, initiatief nemen en leergierigheid, organisatiebetrokkenheid, zelfstandigheid, omgaan met verandering, doorzetten, verantwoordelijkheidszin en resultaatgericht werken. Hoe? Op het tabblad ‘kerncompetenties’ krijgt de leerling een vragenlijst te zien. Hij geeft aan in welke mate hij iets nooit, soms, meestal of altijd doet. De vragen zijn geordend per kerncompetentie en elke competentie wordt ook kort omschreven. Op basis hiervan krijgt hij een overzicht van zijn sterke en minder sterke competenties. Naast zelfevaluatie is het ook mogelijk om feedback aan te vragen 6
Stagebeleider, leerkracht, persoon uit het netwerk,…
69
aan anderen, bv. stagebegeleider, leerkracht, ouders of vrienden. Men vult dan dezelfde onlinevragenlijst in en de leerling krijgt dan zich op hoe anderen zijn competenties beoordelen. De tool kan ook gebruikt worden als een online cv voor jongeren. Kerncompetenties, ervaringen, kennis, activiteiten en meer worden weergegeven op het profiel van de jongere. Waar? In project go4talent - OPTIE VAK.WERK van de Dienst Beroepsopleiding met steun van het Europees Sociaal Fonds staat de tool mytalent@work centraal. De tool is te vinden op www. mytalentatwork.be EINDTERMEN EN VOETEN eindtermen PAV 5e jaar: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 13, 15, 28, 32 VOETEN: C2: 1, 3, 6 C3: 2, 3, 4, 9 Leren leren: 4, 5, 10, 12
70
C. 3de graad – 2de leerjaar DOELSTELLINGEN Wat wil ik? • De leerling ontdekt welk soort werk hij graag zou uitvoeren. • De leerling krijgt zicht op de arbeidsvoorwaarden die voor hem van belang zijn. • De leerling krijgt zicht op de voordelen van tewerkstelling. Hoe vind ik werk? • De leerling kan verschillende jobkanalen raadplegen. • De leerling kan een cv maken. • De leerling kan zichzelf voorstellen aan een werkgever. • De leerling kan de nodige administratie ivm tewerkstelling in orde brengen REFLECTIE VRAGEN VOOR LEERKRACHTEN/VAKWERKGROEP/ KLASSENRAAD • Hoe kunnen we in onze school werken aan algemene attitudes die belangrijk zijn in het latere werkleven? • Hoe kunnen we tijdens de lessen, werkplekleren en stage aandacht besteden aan het ontdekken van het soort taken dat de leerling graag uitvoert? • Hoe kunnen we aan de hand van lessen, activiteiten, projecten, stage, werkplekleren,… aandacht besteden aan het samen ontdekken van de arbeidsvoorwaarden die voor de leerling van belang zijn? • Binnen welke vakken is het mogelijk om te werken aan de doelstellingen rond ‘hoe vind ik werk?’ • Hoe en wanneer laten we leerlingen reflecteren over het verband tussen hun talenten, competenties en sociale vaardigheden en voorkeurstaken, arbeidsvoorwaarden en het sollicitatieproces? METHODIEKEN/TOOLS/LESMATERIAAL WEBSITE ROADIES Wat? Twee jongeren hebben 40 verschillende beroepen uitgetest en delen hun ervaringen via de website www.roadies.be. Hoe? De leerlingen kunnen op basis van hun interesses of vooropleiding zelf jobs selecteren. Bij iedere job beschrijven de roadies hun ervaring, staat er een link naar de opleidingen die voorbereiden op de job en een indicatie van eerste loon. Waar? Roadies is binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming een project onder de leiding van Klasse en Maks!, in samenwerking met VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) en DBO (Dienst Beroepsopleiding), gesteund door het ESF (Europees Sociaal Fonds).
71
WEBSITE BEROEPENINFO Wat? De beroepenwebsite van de VDAB bevat een brede waaier aan informatie over verschillende jobs: beroepenfilms, het beroep van…, beroepenfiches en knelpuntberoepen. Hoe? De leerkracht geeft de leerling de opdracht om aan de hand van de beroepenwebsite verschillende beroepen in lijn van hun talenten en vooropleiding te laten opzoeken. Waar? www.vdab.be/cobra INSPIRATIESPEL – SPELVORM ‘VOORWAARDEN’ Wat? Met het inspiratiespel ontdekt de deelnemer wat hem inspireert en motiveert. De spelvorm ‘voorwaarden’ helpt om een antwoord te vinden op de vraag: ‘wat heb ik nodig om effectief en prettig te kunnen functioneren in een werksituatie? Hoe? De spelvorm ‘voorwaarden’ bestaat uit 37 kaarten met daarop voorwaarden om effectief en prettig te kunnen functioneren. De leerlingen kiezen uit de kaarten 8 voorwaarden die voor zichzelf belangrijk zijn en noteren deze op een blad. Wanneer een leerling aan de beurt is kiezen de medeleerlingen elk één voorwaarde waarvan ze denken dat deze belangrijk is voor de leerling die aan de beurt is. Daarna wordt besproken welke voorwaarden de leerling zelf gekozen heeft, welke gelijkenissen en welke verschillen er zijn. Waar? Het inspiratiespel is online te koop op verschillende websites waaronder www.kwaliteitenspel.nl C-STICK – REFLECTIE ARBEIDSWAARDEN Wat? De oefening ‘reflectie arbeidswaarden’ doet leerlingen nadenken over de zaken die voor hen belangrijk zijn in hun toekomstige job. Hoe? Elke leerling krijgt een schema en kaartjes. De leerlingen plaatsen hun kaartjes in vier kwadranten van het schema door eerst te selecteren welke eigenschappen van een arbeidsplek of stageplaats voor hen positief of negatief zijn. Vervolgens bepalen ze voor elk kaartje of dit voor hen erg belangrijk is of minder belangrijk. De opdracht wordt tenslotte in groep of individueel besproken: Welke dingen zijn voor jou heel er negatief in een job of stageplaats? Wat moet jij zeker vermijden in een job of stageplaats? In wat voor soort jobs of stageplaatsen kom je dit tegen? Welke dingen zijn voor jou heel erg positief in een job of stageplaats? Naar wat ben jij op zoek? In wat voor soort jobs of stageplaatsen kom je dit tegen? Waar moet jij zeker rekening mee houden als je op zoek gaat naar een job of stageplaats? 72
Waar? Registreer je op http://cstick.jes.be.dev2.lithium.be/ waarna je de opdrachtenfiche en kaartjes kan downloaden. REFLECTIE OP BASIS VAN STAGE-ERVARING/WERKPLEKLEREN Wat? Klasgesprek over arbeidsvoorwaarden en taken. Hoe? Klasgesprek om op basis van stage-ervaring/werkplekleren de leerlingen te doen reflecteren over welke job ze later willen uitoefenen. Het stageverslag van iedere leerling kan gebruikt worden om de leerlingen houvast te bieden en op basis van de informatie die daarin verwerkt is verder te gaan reflecteren. Enkele mogelijke vragen voor het klasgesprek: • Welke taken vond je leuk? Benoem dit specifiek (telefoongesprekken beantwoorden, klasseren, in contact komen met bewoners, …) • Welke taken vond je niet leuk? Benoem dit specifiek ( poetsen met de poetsmachine, kopiëren, …) • Waarom vond je een bepaalde taak leuk of niet leuk? link dit aan je eigen behoeften, talenten, competenties, sociale vaardigheden, ..) • Wat vond je een meerwaarde op je stageplaats of werkplek? Benoem dit specifiek (ondersteuning van collega’s, collegiale sfeer, rustige werkomgeving, veel structuur en sturing, …) • Waarom vond je dit een meerwaarde? (link dit aan je eigen behoeften, talenten, competenties, sociale vaardigheden, ..) • Wat vond je niet leuk op je stageplaats of werkplek? Benoem dit specifiek (luide werkomgeving, weinig ondersteuning, te veel of te weinig structuur, …) • Waarom vond je dit een niet leuk? (link dit aan je eigen behoeften, talenten, competenties, sociale vaardigheden, ..) Dit klasgesprek kan plaatsvinden los van de bovenstaande methodieken of als afsluiter gebruikt worden na het inspiratiespel of c-stick reflectie arbeidswaarden. Afhankelijk van het klasprofiel kunnen de vragen al dan niet op voorhand voorbereid worden door de leerlingen. Waar? De leerkracht bereidt dit zelf voor op basis van het profiel van de leerlingen.
73
WAAROM WERKEN WIJ? Wat? Waarom werken wij is een lesvoorbereiding om leerlingen inzicht te doen krijgen op de vraag ‘waarom werken mensen’. Hoe? Door middel van een kringgesprek worden verschillende vragen beantwoord om leerlingen te doen inzien dat werken meer is dan enkel geld verdienen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het sociale aspect en plezier van werken. Waar? De lesvoorbereiding ‘waarom werken wij?’ opgemaakt door het Beroepenhuis is te vinden via volgende link: http://www. beroepenhuis.be/sites/default/files/pdf/Waarom_werken_wij.pdf
SPOREN NAAR DE BEKENDE EN DE VERBORGEN ARBEIDSMARKT Wat? Invulblad uit het lessenpakket ‘de start een loopbaan’. Hoe? De leerlingen noteren zelfstandig de verschillende sporen naar werk (zowel de bekende arbeidsmarkt als de verborgen arbeidsmarkt). Wanneer de leerlingen hiermee klaar zijn kunnen ze hun antwoorden vergelijken met de checklist. Extra informatie over de verschillende jobkanalen en handige tips kunnen via de website http://www.vdab.be/werkinzicht/zoeken. shtml opgezocht worden. Waar? Lessenpakket ‘de start een een loopbaan’ werd uitgewerkt door de VDAB en is te downloaden via http://www.vdab.be/ leerkrachtendatabank/onderwijs.shtml#pakket deel 2 : sporen naar werk. SOLLICITEREN Wat? Het lessenpakket ‘de start een loopbaan’ deel 3: solliciteren focust zich op de verschillende vaardigheden die de leerlingen onder de knie moeten krijgen om te kunnen solliciteren en zich voor te stellen aan de werkgever. Hoe? In het hoofdstuk solliciteren worden de volgende onderwerpen behandeld: ‘solliciteren kan op vele manieren, het telefoongesprek, de sollicitatiebrief, het sollicitatieformulier, psychologische testen en het sollicitatiegesprek’. Waar? De opdrachtenfiches en werkblaadjes zijn terug te vinden in het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ en te downloaden via http://www.vdab.be/leerkrachtendatabank/onderwijs. shtml#pakket deel 3: solliciteren. 74
EERSTE HULP BIJ SOLLICITEREN Wat? De website van de VDAB helpt werkzoekenden of jongeren bij het solliciteren. Hoe? Door op verschillende links door te klikken kunnen de leerlingen de verschillende tips en ondersteuningsmogelijkheden voor hun cv, brief, gesprek, zoektocht naar vacatures en testen ontdekken. Waar? www.vdab.be/werkinzicht/solliciteren.shtml ONLINE SOLLICITATIECOACHING Wat? De online sollicitatiecoaches van de VDAB zijn tijdens de werkuren steeds beschikbaar om werkzoekenden of studenten te helpen met solliciteren. bv. Dringende sollicitatievragen via de chat, het oefenen van een sollicitatiegesprek d.m.v. videochat met een coach of de motivatiebrief of cv laten nalezen door één van de coaches. Hoe? De leerlingen stellen hun eigen cv op op basis van de tips en vaardigheden die ze geleerd hebben via het lessenpakket ‘de start een loopbaan’ deel 3: solliciteren. Door gebruik te maken van de sollicitatiecoaches kunnen de leerlingen ontdekken welke zaken ze nog dienen bij te schaven of verder uit te werken. Waar? www.vdab.be/werkzoeken/e-coaching.shtml WAT MOET DE LEERLING IN ORDE BRENGEN NA HET AFSTUDEREN? Wat? Door gebruik te maken van de VDAB site kan je de leerling op een overzichtelijke manier inlichten bij welke diensten ze zich moeten inschrijven na het beëindigen van de schoolloopbaan. Hoe? Op de jongerenwebsite kan je doorklikken naar de verschillende links om de informatie m.b.t. inschrijving, beroepsinschakelingstijd, inschakelingsuitkering, jeugdvakantie en instanties te verschaffen. Waar? www.vdab.be/jongeren/inschrijving.shtml AFGESTUDEERD, WAT NU? Wat? Na het afstuderen moeten de leerlingen kennis hebben van hun rechten en plichten maar ook van de diensten waarop ze een beroep kunnen doen voor informatie, hulp,… Daarnaast moeten de leerlingen ook enkele verschillende administratieve taken in orde kunnen brengen. Hoe? In het hoofdstuk ‘afgestudeerd’ van het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ zijn verschillende oefeningen en werkblaadjes uitgewerkt om aan bovenstaande vaardigheden en kennis te 75
werken. Waar? De opdrachtenfiches en werkblaadjes zijn terug te vinden in het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ uitgewerkt door de VDAB te downloaden via http://www.vdab.be/leerkrachtendatabank/ onderwijs.shtml#pakket deel 3: solliciteren. EINDTERMEN EN VOETEN eindtermen PAV 6e jaar: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 28, 32 VOETEN: C1: 1, 2 C3: 2 C6:7 Leren leren: 3, 4, 5, 10, 12, 13, 14, 15
76
D. 3de graad – specialisatiejaar DOELSTELLINGEN Hoe vind ik gepast werk? • De leerling weet welke hulpbronnen hij kan raadplegen in de zoektocht naar werk. • De leerling kan een passende vacature kiezen. • De leerling kan op basis van een vacature een motivatiebrief schrijven. • De leerling kan zich op een passende manier presenteren aan de werkgever. • De leerling heeft de vaardigheden om een goed sollicitatiegesprek te voeren. • De leerling kan op basis van wat de werkgever nodig heeft verwoorden wat hij te bieden heeft. • De leerling kan op een gepaste manier zijn beperking verwoorden en ombuigen. REFLECTIE VRAGEN VOOR LEERKRACHTEN/VAKWERKGROEP/ KLASSENRAAD • Hoe kunnen we in onze school werken aan algemene attitudes die belangrijk zijn in het latere werkleven. • Binnen welke vakken is het mogelijk om te werken aan de doelstellingen rond ‘hoe vind ik gepast werk?’ • Welke personen uit het netwerk van de jongere kunnen betrokken worden bij het correct verwoorden van de beperking en de sterktes van de leerling? METHODIEKEN/TOOLS/LESMATERIAAL: ONLINE SOLLICITATIE COACHING Wat? De online sollicitatiecoaches van de VDAB zijn tijdens de werkuren steeds beschikbaar om werkzoekenden of studenten te helpen met solliciteren. bv. Het doorsturen van dringende sollicitatievragen via de chat, het oefenen van een sollicitatiegesprek d.m.v. videochat met een coach of de motivatiebrief of cv laten nalezen door één van de coaches. Hoe? De leerlingen stellen hun eigen cv en sollicitatiebrief op o.b.v. de tips en vaardigheden die ze geleerd hebben via het lessenpakket ‘de start een loopbaan’ deel 3: solliciteren. Deze cv en sollicitatiebrief laten ze nalezen door een sollicitatie coach. Door gebruik te maken van de sollicitatiecoaches kunnen de leerlingen tijdens een oefengesprek ontdekken of ze hun beperking juist kunnen verwoorden en ombuigen alsook welke zaken ze nog dienen bij te schaven of verder uit te werken. Waar? www.vdab.be/werkzoeken/e-coaching.shtml SPOREN NAAR WERK – NETWERKEN Wat? Sporen naar werk- netwerken is een methodiek waarbij de leerlingen de betekenis en het nut van hun persoonlijk netwerk leren kennen. Hoe? Door middel van een inleidend klasgesprek en een oefening wordt een persoonlijke netwerklijst opgesteld. 77
Waar? De opdrachtenfiches en werkblaadjes zijn terug te vinden in het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ uitgewerkt door de VDAB te downloaden via http://www.vdab.be/leerkrachtendatabank/ onderwijs.shtml#pakket deel 2: sporen naar werk. AFGESTUDEERD, WAT NU? DE VERSCHILLENDE HULPBRONNEN Wat? Na het afstuderen moeten de leerlingen kennis hebben van hun rechten en plichten maar ook van de diensten waarop ze een beroep kunnen doen voor informatie en hulp. Hoe? In het hoofdstuk ‘afgestudeerd’ van het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ zijn verschillende oefeningen en werkblaadjes uitgewerkt om kennis te maken met deze verschillende hulpbronnen. In het deel voor leerkrachten kan je specifieke hulpbronnen terugvinden voor jongeren met een arbeidsbeperking. Waar? De opdrachtenfiches en werkblaadjes zijn terug te vinden in het lessenpakket ‘de start van een loopbaan’ uitgewerkt door de VDAB en te downloaden via http://www.vdab.be/leerkrachtendatabank/ onderwijs.shtml#pakket deel 4: afgestudeerd. EERSTE HULP BIJ SOLLICITEREN Wat? De website van de VDAB helpt werkzoekenden of jongeren in het sollicitatieproces. Hoe? Door op verschillende links door te klikken kunnen de leerlingen de verschillende tips en ondersteuningsmogelijkheden voor hun cv, brief, gesprek, zoektocht naar vacatures en testen ontdekken. Waar? www.vdab.be/werkinzicht/solliciteren.shtml
VACATURE-ANALYSE Wat? ‘Hoe weet ik of een vacature bij me past?’ is een werkblad waarmee de leerling zelf kan analyseren of een vacature al dan niet bij hem past. Hoe? Het gebruik van het invulblad wijst zichzelf uit. De leerling overloopt stap voor stap de verschillende vragen en staat op die manier stil bij de eisen van de werkgever en anderzijds hetgeen hij zelf te bieden heeft. Waar? Het werkblad ‘Hoe weet ik of een vacature bij me past?’ is te downloaden op de website van VDAB http://www.vdab.be/toolbox/ doelwit.html#waar 78
VDAB SITE Wat? De website van VDAB bevat een enorme database aan vacatures. Hoe? De vacaturedatabank van VDAB bevat verschillende criteria waarop gezocht kan worden. Als de leerling ingelogd is op Mijn Loopbaan, kan de zoekopdracht zelfs opgeslagen worden. Op die manier hoeft de leerling niet telkens opnieuw dezelfde zoekopdracht in te vullen. De leerling kan er zelfs voor zorgen dat passende vacatures onmiddellijk naar hem gemaild worden. Waar? www.vdab.be/jobs
EERSTE HULP BIJ SOLLICITEREN Wat? De website van de VDAB helpt werkzoekenden of jongeren in het sollicitatieproces. Hoe? Door op verschillende links door te klikken kunnen de leerlingen de verschillende tips en ondersteuningsmogelijkheden voor hun cv, brief, gesprek, zoektocht naar vacatures en testen ontdekken. Waar? www.vdab.be/werkinzicht/solliciteren.shtml KANSKRIJGERS Wat? KansKrijgers is een spel om vooroordelen te herkennen en te leren weerleggen waardoor sollicitanten beter voorbereid zijn op een sollicitatiegesprek. Hoe? KansKrijgers kan gespeeld worden met 2 tot 12 personen. Elke speler stelt een sollicitant voor die zoveel mogelijk jobs probeert in te vullen in het bedrijf. De spelers concurreren onderling voor de openstaande vacatures. Doorheen het spel krijgen de deelnemers weerstands- en kanskaarten met sollicitatievragen en stellingen rond arbeidsattitudes. Het is aangewezen dat leerlingen voorbereid het spel beginnen. Dit kan door vooraf de volgende opdracht te laten uitvoeren: Zoek twee vacatures waarvoor je zou willen solliciteren en die binnen jouw mogelijkheden ligt. Dit mogen uiteenlopende jobs zijn. Welke taken behoren tot de job volgens de vacature? Welke werkkwaliteiten heb je nodig volgens de vacature? Welke mogelijke hindernissen zie ik, maar wat kan ik er tegenover stellen? Waar? KansKrijgers is te koop op www.jobcentrum.be/kanskrijgers 79
WERK AAN JE VOORKOMEN Wat? ‘Werken aan je voorkomen, praktische tips voor een goed begin’ is een educatieve bundel om leerlingen en werkzoekenden attent te maken op de kenmerken van een gepast voorkomen. Hoe? Door middel van informatie en handige tips leren de leerlingen kennis maken met de verwachtingen omtrent hygiëne en voorkomen. Waar? http://jobcentrum.be/voorkomen DE VALKUILEN VAN SOCIALE MEDIA Wat? Leerlingen moeten er zich bewust van zijn van het beeld dat anderen over hen krijgen op sociale media en de invloed die dit kan hebben in hun zoektocht naar werk. Hoe? De leerlingen kun zichzelf en elkaar googlen om na te gaan hoeveel info er te vinden op internet. De leerkracht kan de leerlingen opzoeken op Facebook, Twitter, Instagram, … en nagaan hoeveel foto’s en informatie er te vinden is zonder bevriend te zijn met elkaar. De leerkracht kan aan de hand van de gevonden informatie de leerlingen leren hoe ze hun profiel beter kunnen beschermen. Waar? Internet, facebook, twitter, … STICKY STATEMENT Wat? Een sticky statement is een korte en krachtige samenvatting van het WERKR8!-proces. Hoe? Het WERKR8!-proces is een intensief proces waarin veel informatie verzameld wordt. Een sticky statement brengt de krachtigste argumenten samen in één samenhangend verhaal: “Ik ben… ik kan… ik wil… bij … omdat…”. De leerlingen kunnen uit de talrijke sticky notes op hun WERKR8!-model de elementen halen om hun sticky statement mee vorm te geven. Daarna kan het sticky statement ook effectief uitgesproken worden; bv voor een camera. Waar? Het sticky statement staat op de ommezijde van de invulversie van het WERKR8!-model. MATCHMAKER Wat? Matchmaker is gebaseerd op het Value Proposition Canvas. Het is als het ware een plug-in voor het WERKR8!-model. Het combineert de velden ‘JOBS’ en ‘TROEVEN’ en toont de match tussen beiden. Hoe? Matchmaker maakt een duidelijker profiel van de werkgever die de deelnemer voor ogen heeft. Het profiel wordt opgesplitst n activiteiten die hij uitvoert, voordelen die hij wenst en lasten die hij ervaart. Daartegenover verfijnt de deelnemer het eigen profiel: de 80
activiteiten die hij uitvoert, de voordelen die hij biedt en de lasten die hij kan verlichten. Op die manier biedt de deelnemer een antwoord op de vragen waarmee de werkgever worstelt. Waar? Matchmaker is gratis te downloaden op onze website. U vindt ook een voorbeeld in bijlage 2. EINDTERMEN EN VOETEN eindtermen PAV 7e jaar: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 VOETEN: C1: 1, 2 C3: 6 C5: 4 Leren leren: 3, 4, 5, 10, 13, 14, 15, 16
81
82
Aan de slag! De essentie van WERKR8! is niet het canvas. Het is je manier van denken en vragen stellen: de werkzoekende of leerling stimuleren om na te denken over wat hij of zij te bieden heeft, wat een werkgever verwacht en wat zijn of haar meerwaarde is. WERKR8! is kant-en-klaar. Je kan het canvas dus afdrukken, oefeningen uitzoeken en sticky notes beginnen plakken. Maar je kan het evengoed tekenen op een kladpapiertje of zelfs gebruiken als denkkader. Deze handleiding is dus niet te nemen of te laten. We hopen dat het vooral inspireert en stimuleert om dingen te proberen. Knip, kopieer en plak dus zoveel als je wil. Wil je meer achtergrond? Kom dan naar één van onze inspirerende workshops. Je leest er alles over op www.werkkracht.wordpress.com
83
84
BIJLAGES 6
85
86
BIJLAGE 1: Vragenlijst loopbaancompetenties Loopbaanontwikkeling volgens Marinka Kuijpers Marinka Kuijpers definieert loopbaanontwikkeling als:
“Het proces van voortdurend bewust en actief onderzoeken en realiseren van mogelijkheden, waarden en ambities.”
Voor haar is loopbaanontwikkeling een persoonlijk proces. De mens staat centraal, niet de organisatie. Haar model richt zich naar het individu. Loopbaanontwikkeling stelt het individu in staat om zijn persoonlijke doelen af te toetsen aan de organisatiedoelen.
Loopbaanontwikkeling komt tot stand door het samenspel van de locus of control van het individu en de aanwezigheid van de vijf loopbaancompetenties.
Vijf loopbaancompetenties Marinka Kuijpers onderscheidt vijf competenties die relevant zijn voor loopbaanontwikkeling. Ze omschrijft ze als motievenreflectie, kwaliteitenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. Het samenspel van deze vijf competenties leidt tot loopbaanontwikkeling.
Ik weet wat ik waard ben (kwaliteitenreflectie) Door onderstaande stellingen te lezen, krijg ik een beeld van wat er bedoeld wordt met ‘ik weet wat ik waard ben’. Tijdens het lezen probeer ik concrete voorbeelden te bedenken. Ik weet waar ik sterk in ben Ik weet hoe ik moet ontdekken waar ik goed in ben Ik gebruik mijn sterktes Ik weet welke impact ze hebben op mijn omgeving en mijn werk Ik weet hoe ik mijn kwaliteiten en competenties moet bijsturen Ik ben fier op mezelf
Nu zet ik een kruisje op de lijn hieronder. Zo geef ik aan in welke mate ik over deze vaardigheden beschik. 0 Ik beschik in geen enkele mate over deze inzichten
50
100 ik ben me bewust van al deze inzichten en kan hier naar
87
handelen
Hoe voel ik me bij deze scores?
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Welke kanalen, middelen, manieren ken ik om te weten te komen wat ik waard ben?
…………………………………………………………………………………………………………… .…………………………………………………………………………………………………………...
88
Ik weet wat ik verwacht van mijn werk (motievenreflectie) Door onderstaande stellingen te lezen, krijg ik een beeld van wat er bedoeld wordt met ‘ik weet wat ik verwacht van mijn werk’. Tijdens het lezen probeer ik concrete voorbeelden te bedenken. Ik weet wat mij motiveert Ik weet hoe mijn ideale werksituatie er uit ziet Ik voel mij gedreven en volg mijn interesses en passies Ik weet hoe ik moet omgaan met tegenstrijdige verwachtingen Ik pas dit toe op korte en op lange termijn
Nu zet ik een kruisje op de lijn hieronder. Zo geef ik aan in welke mate ik over deze vaardigheden beschik. 0 Ik beschik in geen enkele mate over deze inzichten
50
100 ik ben me bewust van al deze inzichten en kan hier naar handelen
Hoe voel ik me bij deze scores?
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Welke kanalen, middelen, manieren ken ik om te weten wat ik verwacht van mijn werk?
…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
89
Ik ken de weg naar passend werk (werkexploratie) Door onderstaande stellingen te lezen, krijg ik een beeld van wat er bedoeld wordt met ‘ik ken de weg naar passend werk’. Tijdens het lezen probeer ik concrete voorbeelden te bedenken. Ik weet waar ik info kan vinden over sectoren en beroepen op de arbeidsmarkt Ik weet in welke sectoren en beroepen mijn profiel kan passen Ik vind vlot informatie over werkvoorwaarden, wetgeving, enz… Ik ken de instanties die mij hierbij kunnen ondersteunen Ik ken de kanalen die mij info geven over een baan of vacature Ik heb het gevoel passend werk te vinden binnen de drie maanden indien ik vandaag werkloos zou worden.
Nu zet ik een kruisje op de lijn hieronder. Zo geef ik aan in welke mate ik over deze vaardigheden beschik. 0 Ik beschik in geen enkele mate over deze inzichten
50
100 ik ben me bewust van al deze inzichten en kan hier naar handelen
Hoe voel ik me bij deze scores?
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Welke kanalen, middelen, manieren ken ik om passend werk te vinden?
…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
90
Ik zit zelf aan het stuur van mijn loopbaan (loopbaansturing) Door onderstaande stellingen te lezen, krijg ik een beeld van wat er bedoeld wordt met ‘ik zit zelf aan het stuur van mijn loopbaan’. Tijdens het lezen probeer ik concrete voorbeelden te bedenken. Ik maak keuzes in functie van mijn loopbaan Ik stel een persoonlijk stappenplan op Ik heb het gevoel zelf impact te hebben op mijn loopbaan Ik aanvaard hulp bij de uitvoering van mijn loopbaankeuzes Ik heb vertrouwen in de richting die mijn loopbaan uitgaat
Nu zet ik een kruisje op de lijn hieronder. Zo geef ik aan in welke mate ik over deze vaardigheden beschik. 0 Ik beschik in geen enkele mate over deze inzichten
50
100 ik ben me bewust van al deze inzichten en kan hier naar handelen
Hoe voel ik me bij deze scores?
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Welke kanalen, middelen, manieren ken ik om mijn loopbaan zelf te kunnen sturen?
…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
91
Ik schakel anderen in (netwerken) Door onderstaande stellingen te lezen, krijg ik een beeld van wat er bedoeld wordt met ‘ik zit zelf aan het stuur van mijn loopbaan’. Tijdens het lezen probeer ik concrete voorbeelden te bedenken. Ik kan steun vinden in mijn omgeving Ik heb contact met mensen binnen mijn organisatie/vakgebied Ik heb contact met mensen buiten mijn organisatie/vakgebied Ik zet mijn netwerk in in functie van mijn doelen De mensen in mijn netwerk kennen mijn capaciteiten en kwaliteiten Ik voel mij gesteund door de mensen uit mijn omgeving
Nu zet ik een kruisje op de lijn hieronder. Zo geef ik aan in welke mate ik over deze vaardigheden beschik. 0
50
Ik beschik in geen enkele mate over deze inzichten
100 ik ben me bewust van al deze inzichten en kan hier naar handelen
Hoe voel ik me bij deze scores?
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Welke mensen, middelen, manieren ken ik die me kunnen helpen?
…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
92
II. Analyse Vergelijking van de verschillende competenties (radar-diagram) Overloop de scores en plaats ze op onderstaande radardiagram. Het diagram maakt zichtbaar welke competenties ontwikkeld zijn en/of waaraan gewerkt moet worden. Deze vragenlijst kan gedurende een traject meerdere malen worden gebruikt.
Ik weet wat ik waard ben 100
Ik weet wat ik verwacht van mijn werk
Ik schakel anderen in 100
100
0
100 Ik zit zelf aan het stuur van mijn loopbaan
100 Ik ken de weg naar passend werk
BRON Deze vragenlijst is een resultaat uit het ESF project Zelfsturing van het partnerschap VDAB, Syntra Vlaanderen,Job en Co, Stebo, JES en Startpunt.
93
94
Welke activiteiten kan jij als de beste? Waar ben je goed in? Waar heb je ervaring mee?
Activiteiten die je uitvoert
Welke lasten kan jij verlichten voor je werkgever? Hoe kan jij hem helpen?
Lasten die jij verlicht
Voordelen die jij biedt
Welke voordelen heb jij te bieden aan je werkgever? Wat heb je extra te bieden - naast de uitvoering van je takenpakket?
IKZELF
MATCHMAKER
Lasten die hij heeft
Voordelen die hij wenst
Waar ligt je werkgever wakker van? Welke zorgen heeft hij? Waar heeft hij het lastig mee? Wat is voor hem de belangrijkste zorg?
Welke activiteiten worden bij de werkgever uitgevoerd? Uit welke activiteiten bestaat de job die je voor ogen hebt? Welke zijn de belangrijkste?
Activiteiten die hij uitvoert
Welke voordelen verwacht je werkgever? Wat trekt hem over de streep? Waar wordt hij opgewekt van? Hoe kun je hem een plezier doen? Wat is voor hem het belangrijkste?
MIJN WERKGEVER
BIJLAGE 2: MATCHMAKER
95
96
Bijlage 3: eindtermen en voeten eindtermen PAV 5e jaar
1. Functionele taalvaardigheid 1. uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen. 2. over die informatie reflecteren en ze evalueren. 3. ingewonnen informatie mondeling gebruiken. 4. mondeling argumenteren. 5. eenvoudige informatie schriftelijk formuleren. 6. zich mondeling duidelijk uiten. 3. Functionele informatieverwerving en -verwerking 11. relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken. 12. informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken. 13. spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ict). 4. Organisatiebekwaamheid 15. kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen. 6. maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid 28. zien het belang in van levenslang leren. 32. nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties. eindtermen PAV 6e jaar 1. Functionele taalvaardigheid 1. uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen. 2. over die informatie reflecteren en ze evalueren. 3. ingewonnen informatie mondeling gebruiken. 4. mondeling argumenteren. 5. eenvoudige informatie schriftelijk formuleren. 6. zich mondeling duidelijk uiten. 3. Functionele informatieverwerving en -verwerking 11. relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken. 12. informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken. 13. spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ict). 4. Organisatiebekwaamheid 14. zien in dat ze keuzes moeten maken om hun leven adequaat te organiseren. 15. kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen. 5. Tijd- en ruimtebewustzijn 18. kennen relevante facetten van hun eigen streek. 6. Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid 97
20. kunnen solliciteren. 21. kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van maken. 22. zien het belang in van maatschappelijk relevante formulieren en procedures. 23. kunnen maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren. 24. kunnen maatschappelijk relevante procedures toepassen. 25. kennen de voor hen relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht. 28. zien het belang in van levenslang leren. 32. nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties. eindtermen PAV 7e jaar 1. Functionele tekstgeletterdheid 1. uit diverse tekstsoorten relevante informatie selecteren. 2. voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren. 3. beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren. 4. maatschappelijk relevante tekstinformatie praktisch aanwenden. 5. maatschappelijk relevante tekstinformatie kritisch beoordelen. 6. over maatschappelijk relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes. 3. Functionele ict-geletterdheid 13. bij algemeen gebruik van de computer structurerend en efficiënt werken. 14. voor een specifieke opdracht twee of meer programma’s selecteren en gebruiken en de resultaten ervan integreren tot één product. 15. informatie selecteren uit twee verschillende of gelijke ict-bronnen en deze informatie integreren. 16. maatschappelijk relevante ict-toepassingen gebruiken. 17. maatschappelijk relevante informatie, met behulp van ict ingewonnen, kritisch beoordelen. 4. Problemen oplossen 19. zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven. 20. bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken en de relaties ertussen aangeven. 21. voor een probleemstelling de meest geschikte oplossingsstrategie kiezen. 22. een planning opmaken en ze uitvoeren. 23. bij elke stap de gevolgde strategie evalueren en eventueel bijsturen. 24. het resultaat van het proces evalueren en de gevolgde strategie optimaliseren. 25. bij het oplossen van problemen rekening houden met comfort, veiligheid en hygiëne. Voeten 5e jaar C2 mentale gezondheid 1. gaan adequaat om met taakbelasting en met stressvolle situaties; 3. erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp; 6. stellen zich weerbaar op
98
C3 sociorelationele ontwikkeling 2 . erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties; 3 . accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie; 4. kunnen ongelijk toegeven en zich verontschuldigen; 9. zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten; leren leren 4. De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen. 5. De leerlingen kunnen informatie samenvatten. 10. De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen. 12. De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie. voeten 6e jaar c1 Lichamelijke gezondheid en veiligheid 1. verzorgen en gedragen zich hygiënisch; 2. leren het eigen lichaam kennen en reageren adequaat op lichaamssignalen; c3 sociorelationele ontwikkeling 2. erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties; c6 Socio-economische samenleving 7. kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren; leren leren 3. De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. 4. De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen. 5. De leerlingen kunnen informatie samenvatten. 10. De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen. 12. De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie. 13. De leerlingen verwerven een zinvol overzicht over studie- en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt of de verdere studieloopbaan. 14. De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 15. De leerlingen houden rekening met hun interesses en mogelijkheden bij hun studieof beroepskeuze. voeten 7e jaar c1 Lichamelijke gezondheid en veiligheid 1. verzorgen en gedragen zich hygiënisch; 2. leren het eigen lichaam kennen en reageren adequaat op lichaamssignalen; c3 Sociorelationele ontwikkeling 6. doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik;
99
c5 Politiek-juridische samenleving 4. zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; leren leren 3. De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. 4. De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen. 5. De leerlingen kunnen informatie samenvatten. 10. De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen. 13. De leerlingen verwerven een zinvol overzicht over studie- en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt of de verdere studieloopbaan. 14. De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 15. De leerlingen houden rekening met hun interesses en mogelijkheden bij hun studieof beroepskeuze. 16. De leerlingen kunnen reflecteren over hun studie- of beroepskeuze.
100
101
102
103
Het concept van WERKR8! is eenvoudig: een ‘business model’ van een werkzoekende of student op 1 overzichtelijk blad. Door vraag én aanbod in kaart te brengen, creëren we een extra dimensie: de meerwaarde van de kandidaat voor de werkgever. Met deze marketingbril op de neus zet Werkkracht tot slot aan tot actie en transformeren we werkzoekenden tot loopbaanondernemer.
®
www.werkkracht.wordpress.com
104