Weekendbijlage van dagblad Amigoe zaterdag 14 juni 2014
Toerisme Colombia komt tot wasdom Pagina 10 & 11
2
zaterdag 14 juni 2014
Inhoud Foto van de week. Voorpagina 1 Inhoud
2
Uitgelicht
3
Gezondheid 4 & 5 Eten & drinken
6&7
Literatuur
8&9
Toerisme Colombia komt tot wasdom 10 & 11 Puzzels
12
Columns
13
Business
14 t/m 20
Het is een gezellige boel bij Jacco aan de Kaya Niaguata met de twee tortelduifjes: de hond Kiwi en een poes die Poes heet. Ze zijn de beste vriendjes. De uitdrukking ‘als kat en hond leven’ krijgt zo een heel andere betekenis. Heeft u een mooie foto? Stuur hem dan naar
[email protected]
Colofon BLADMANAGER Linda van Eekeres email:
[email protected] telefoon: 7672000 EINDREDACTEUR
Hans Vaders
VORMGEVING
Wendela Ataliede Linda van Eekeres Sarah Kuiper Oscar Vanegas
Aan deze Ñapa werkten mee:
Arthur van Aalst Misha Bemer Marja Berk Monique Casimiri Hans de Haan Erik van Kampen Brede Kristensen Shakti-Aroena Lakhi
Judice Ledeboer Milangela Plate Jan de Ruijter William ten Veen May Voges Mineke de Vries Miriam de Windt Ken Wong
Thuis. ´Limonade´ Het is pure nostalgie als ik aan die limonadeflesjes denk die wij vroeger bij het softcenter kochten. Met een leeg krat reden we naar de supermarkt om een nieuwe krat te vullen. Bij sommigen kon je zelfs met je auto naar binnen rijden. Een soort van drivethru voor je limonade en bierkratten. Daar mochten we vertellen welke kleur limonade we die week wilden. Wij mochten één kratje per week. Daarin zaten vierentwintig flesjes en die gingen goed op. Ik koos standaard een paar flesjes grape en die lichtgele was ook lekker. Mijn vader dronk graag coco rico. De banaan of oranje werd bij ons thuis minder gedronken. Dus waarom we die toch elke week weer kozen is mij een raadsel. Ze bleven altijd als laatste over in de krat en we haalden pas een nieuwe krat als ze allemaal leeg waren. Dat betekende aan het einde van de week drinken wat de krat schaftte. In Nederland heb je voor de gewone consument niet van die kleine flesjes. In de supermarkt staan rijen vol met grote flessen frisdrank. Je koopt dus grote flessen van een liter Monique Casimiri of meer. Tegenwoordig zie je dat ook op Curaçao. Jammer hoor. Ook omdat het gas onderin de flessen meestal grotendeels weg is en als er iets niet lekker is, dan is het koolzuurhoudende limonade zonder koolzuur. Ik mix die bodem met de top van een nieuwe fles om zo toch het gevoel te houden dat ik iets lekkers aan het drinken ben. Grape- en bananensmaak kennen ze niet. Bij de buitenlandse producten kan ik nog wel coco rico krijgen, maar meer exotisch dan dat is er niet. De keus hier is niet minder beperkt. Er is genoeg keus in frisdrank, je hebt cola, cassis, 7-up, bitter lemon, sinas, maar kleurrijk is het niet. Het is of paars/zwart of gelig. Geen blauwe limonade, of groene, lila, paarse, oranje of witte. Zonder etiket weet je niet wat je pakt. Het kan van alles zijn. Je zult de dop eraf moeten schroeven, om te ruiken en te proeven welke smaak je binnen krijgt. Behalve de smaakherkenning stond zo’n krat met limonadeflesjes ook altijd leuk. Het was een bonte verzameling van chemische kleursamenstellingen, waar nog de nodige geur- en smaakstoffen aan toegevoegd werden. Ik besef nu pas dat al die limonade vol kleurstoffen moet hebben gezeten. Dat maakte toen nog niet veel uit. De studies die gedaan zijn over het effect van kleurstoffen op onze gesteldheid zijn pas van na de jaren tachtig. Nu heb je ADHD en mag je niets meer, toen waren we druk en kon alles.
zaterdag 14 juni 2014
Uitgelicht. On the Rocks Voor de tweede keer werd afgelopen zaterdag het ‘On the Rocks Spirits & Grill Event’ gehouden. Behalve sterke drank was er ook genoeg te eten om de inwendige mens te verwennen. De drank op het evenement in Landhuis Brakkeput Mei Mei werd verzorgd door Licores Maduro. Er waren verschillende secties: Casa Bacardi, Cocktail Rock, Cognac vs Liquor, Whisky Terrace en Icy Vodka. Een en ander werd muzikaal omlijst door diverse artiesten, zoals Gino Coelho en Hendrik de Windt.
3
Gezondheid
4
zaterdag 14 juni 2014
Medisch. Wetenswaardigheden in de geneeskunde (10) In de wereld van de geneeskunde blijft niets hetzelfde. Het is een kunde die continu in beweging is en de mensheid voortdurend weet te verrassen met nieuwe vindingen en ontdekkingen.
Tekst: Hans de Haan
D
e uitdagingen binnen deze veelzijdige wetenschap zijn ontelbaar en stimuleren onderzoekers over de hele wereld om deze uitdagingen aan te gaan. In deze aflevering is gekozen voor het kweken van hartkleppen, vier methoden om botweefsel na te maken en de ontdekking van de zogenaamde porie-vormende toxines, waarvan negen van de meest gevreesde bacteriën gebruik maken om cellen binnen te dringen. De verkregen kennis hierover zal hopelijk leiden tot het vinden van een nieuwe groep antibiotica.
De meegroeiende hartklep
Op de afdeling ‘Soft Tissue Biomechanics’ van de Technische Universiteit Eindhoven wordt al jarenlang gewerkt aan het kweken van lichaamseigen hartkleppen. Het grote voordeel hiervan is dat deze kleppen meegroeien met het hart, hetgeen voor kinderen met niet goed functionerende hartkleppen, een groot voordeel is, omdat ze in de groei niet bij herhaling geopereerd behoeven te worden. Nu krijgen de meeste patiënten met kunstmatige hartkleppen noodgedwongen bloedverdunners en medicijnen tegen afstotingsverschijnselen. Het kweken van een hartklep gaat als volgt. Er worden wat cellen uit een ader van een patiënt gehaald die op een biologisch afbreekbare mal in de vorm van een hartklep worden aangebracht. Deze mal wordt in een bioreactor geplaatst, waarbinnen de hartslag precies wordt nagebootst en waar - onder die omstandigheden - een nieuwe hartklep ontstaat. Die klep moet vanzelfsprekend aan allerlei voorwaarden voldoen: de juiste vorm, duurzaam, niet te stijf, niet te slap en de klep moet natuurlijk de opening volledig afsluiten om lekkages te voorkómen. Het is de bedoeling dat in de toekomst de nieuwe hartklep niet in het laboratorium, maar in het hart van de patiënt zal gaan groeien, de zogenaamde in-situ-methode. Dit expe-
rimentele onderzoek bevindt zich nu nog in het stadium van dierproeven. De klinische toepassing ervan laat daarom nog even op zich wachten.
Kunstbot
Een groot gat in het bot wordt nu gedicht met stukjes bot uit het heupbeen van de patiënt, maar die ingreep is zeer pijnlijk en levert maar weinig bot op. Naar schatting worden jaarlijks in de wereld wel een miljoen operaties uitgevoerd waarbij botweefsel wordt geïmplanteerd. Er wordt daarom al jaren gezocht naar een geschikte botvervanger. Ons bot bestaat voor 80 procent uit calciumfosfaat en het is onderzoekers van het UMC Radboud te Nijmegen inmiddels gelukt om met deze stof vloeibaar, synthetisch bot te maken. Calciumfosfaat, gemengd met een vloeistof, wordt een soort cement dat kan uitharden, waarna dit geleidelijk weer afbreekt, vooral als het speciale kunststofbolletjes bevat. Bij proefdieren werkt het goed en inmiddels zijn de eerste klinische testen bij mensen begonnen, samen met een Amerikaanse onderzoeksgroep. Het UMC Utrecht heeft een andere techniek ontwikkeld door bot en kraakbeen te ‘printen’ met een bioprinter. De ‘inkt’ is een waterige gel waaraan levende cellen zijn toegevoegd die door het printen een driedimensionale structuur krijgen. Hierdoor wordt de natuurlijke structuur van bot nagebootst en groeit het implantaat gemakkelijk uit tot nieuw weefsel. De research op dit gebied is thans in volle gang en we moeten daarom nog even geduld hebben hiermee. In het UMC Utrecht wordt door een andere onderzoeksgroep geëxperimenteerd met een gel waaraan stamcellen en een klein stukje DNA zijn toegevoegd. Het DNA bevat een code die de stamcellen aanmoedigt om zich te vormen tot een botcel. De gel wordt aangebracht in het botdefect en de stamcellen in zowel de gel als in het lichaam, produceren dan een eiwit dat de cellen in de wand
van de breuk aanzet tot het vormen van nieuwe botcellen. Het werkt in elk geval goed bij muizen, dus verder onderzoek bij grotere dieren staat nu op het programma. De laatste innovatie op dit gebied wordt geleverd door het bedrijf Xpand Biotechnology en bestaat uit kleine korreltjes keramiek, gebaseerd op calciumfosfaat. Deze korreltjes instrueren stamcellen in het lichaam om uit te groeien tot botweefsel. Deze techniek is al met succes getest bij patiënten met botverlies van de kaken en het wordt ook al gebruikt voor de behandeling van kapotte rugwervels. Er wordt nu verder onderzocht hoe dit materiaal precies werkt op de cellen.
Een nieuw antibioticum?
Gezien de verontrustende bedreiging van onze gezondheidszorg door de toenemende resistentie van bacteriën tegen antibiotica, is het goed nieuws dat men nu toch op het spoor is gekomen van het ontwikkelen van een nieuw type antibioticum. In een recent artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde wordt melding gemaakt van de vondst van een Amerikaanse onderzoeksgroep, dat een reeks bacteriën beschikt over zogenaamde ‘porievormende toxines’ (PFT’s). Hiermee kunnen ze niet alleen de celmembranen van hun gastheercellen perforeren en de cellen binnendringen, maar ook de natuurlijke immuunrespons van de cellen verstoren. De bacteriën die gebruik maken van dit systeem zijn juist de grote boosdoeners van infectieziekten, namelijk diverse soorten streptococcen en stafylococcen, Clostridium species, Escherichia coli, Listeria monocytogenes, Vibrio Cholera en Mycobacterium tuberculosis. Hoewel het perforeren van de celmembranen kan leiden tot de dood van de cel, blijkt dat cellen onder bepaalde omstandigheden toch in staat zijn om lage concentraties van deze PFT’s te
overleven en vervolgens deze toxines te verwijderen en de celwand te repareren. De exacte processen voor de opeenvolgende activiteiten zijn nog niet opgehelderd, maar dit mechanisme vormt wel een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van nieuwe antibiotica. De research is nu gericht op het vinden van stoffen die het proces van deze porie-vormende werking verstoren. Een andere richting is om het afweersysteem tegen PFT’s in de cel te versterken door het voorkómen dat de celmembraan zijn barrièrefunctie verliest. Onderzoek bij muizen heeft in dit opzicht al succesvolle resultaten opgeleverd. Tenslotte zouden PFT’s ook kunnen functioneren als doelwit voor vaccins die infecties weliswaar niet genezen, maar wel kunnen voorkómen. Het onderzoek hiernaar is nog pril en in volle gang. De klinische toepassing voor het verstoren van de werking van deze PFT’s is daarom nog toekomstmuziek.
Hans de Haan is arts en jarenlang actief geweest als medisch adviseur bij diverse instanties.
Gezondheid
zaterdag 14 juni 2014
5
Mens & Psyche. Schizoïde Persoonlijkheidstoornis De meeste mensen hebben graag een aantal goede contacten onder familie, vrienden en collega’s en ervaren wisselend behoefte aan sociale activiteiten danwel momenten van alleen zijn. Een schizoïde persoon daarentegen wil liever niets anders dan alleen zijn. In eerder verschenen artikelen heeft u kennisgemaakt met een aantal persoonlijkheidsstoornissen. Vandaag leest u meer over de schizoïde persoonlijkheidsstoornis.
I
Tekst: Milangela Plate n de psychologie en psychiatrie worden er tien persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden. Deze worden in drie categorieën (clusters) onderverdeeld, te weten cluster A, B en C. Onder cluster A vallen drie persoonlijkheidsstoornissen waarbij mensen moeite hebben met het aangaan en onderhouden van sociale contacten, geïsoleerd leven en zich in de ogen van anderen ietwat vreemd en/of excentriek gedragen. Het gaat hier om de paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis. In Cluster B zijn vier persoonlijkheidsstoornissen vervat, namelijk de antisociale, theatrale, borderline en de narcistische persoonlijkheden. Deze mensen hebben met elkaar gemeen dat zij zich vaak dramatisch, emotioneel en/of impulsief gedragen. Cluster C behelst drie persoonlijkheidsstoornissen: ontwijkende, afhankelijke en obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Allemaal persoonlijkheidsstoornissen waarbij betreffende personen angstig zijn, last hebben van sociale vermijding, dwangmatig handelen en weinig zelf-
standig zijn.
Contact met schizoïde mensen
Het is niet gemakkelijk om contact te krijgen met iemand die een schizoïde persoonlijkheidsstoornis heeft. Schizoïde mensen hebben immers geen behoefte aan contact met anderen en leiden vaak een teruggetrokken leven. Eenmaal in contact met hen, worden schizoïde mensen als moeizame gesprekspartners ervaren; zij spreken langzaam, monotoon en emotie-arm, vermijden oogcontact en vertonen weinig gezichtsexpressie. Zij tonen geen initiatief in gesprek en geven slechts kort en bondig antwoord op vragen die hen worden gesteld. Het zal ook opvallen dat een schizoide persoon niet goed luistert. Hij zal in gesprek met een ander vooral erop gericht zijn de ander te overtuigen. Schizoïde mensen kunnen namelijk erg principieel zijn en zullen geneigd zijn om zich terug te trekken uit het gesprek of hun gesprekspartner af te wijzen wanneer deze hun principes en zienswijze niet deelt. Hoewel ze meestal erg zelfkritisch zijn, lijken
ze ongevoelig voor kritiek en complimentjes en is het voor hen volstrekt onbelangrijk wat een ander van hen vindt. Schizoïde mensen komen humorloos, kil, erg serieus of juist ongeïnteresseerd over op anderen. Dit komt deels door hun onvermogen om emoties te ervaren en te uiten alsook een onvermogen om zich in anderen in te leven. Wanneer u bijvoorbeeld net heeft gehoord dat uw kind een ongeluk heeft gehad en u aan uw schizoïde collega vraagt of hij een kleine taak van u kan overnemen, zodat u naar het ziekenhuis kunt gaan, zal uw schizoïde collega bij gebrek aan inlevingsvermogen gerust zijn hulp weigeren. Schizoïde mensen reageren overal neutraal op en dus ook op ingrijpende gebeurtenissen in hun eigen leven, zoals het overlijden van een naaste, een auto-ongeluk of een ernstige ziekte. In conflictsituaties zal provocatie door anderen ook weinig indruk op hen maken. Schizoïde mensen vertonen niet alleen bijzondere reacties in contact met anderen, zij zien er vaak ook anders uit; zij dragen aparte kleding, hebben een apart kapsel of een speciale manier van lopen.
Vriendschap en liefde
Schizoïde mensen hebben veelal geen vrienden en missen dat ook niet. Intieme relaties hebben sommige schizoïde mensen hooguit in de vorm van een nabij familielid; ouders, een broer of zus. Maar over het algemeen zijn ook familiebanden onbelangrijk voor schizoïde personen. Al vanaf hun pubertijd hebben schizoïde mensen geen behoefte aan seksueel contact of een omhelzing van een ouder of vriend. Zijnde echte ‘Einzelgängers’ zullen schizoïde mensen doorgaans als vrijgezellen door het leven gaan. Schizoïde mensen kunnen soms overigens wel een verrassend grote genegenheid voor een huisdier aan de dag leggen. Maar over het algemeen is er niets dat hen echt gelukkig (of verdrietig) maakt.
jaren uw collega/buurman. Hij heeft nooit hulp nodig en zoekt ook nooit contact. Of u hem nu feliciteert of bekritiseert, het maakt geen indruk op hem. Hij is niet per sé vriendelijk of onvriendelijk, maar vooral stil en teruggetrokken; u krijgt gewoon geen hoogte van hem. Hij is nooit blij noch triest, maar eerder neutraal. Hij is vrijgezel, maar verder weet niemand of hij ooit een vriendin heeft gehad of wat zijn hobby’s zijn.
Oorzaak
De schizoïde persoonlijkheidsstoornis komt niet veel voor: schattingen liggen tussen de 0,5 en 7 procent van de bevolking. Over de precieze oorzaak van een schizoïde persoonlijkheidsstoornis is niet veel bekend. Vermoed wordt dat mensen die op jonge leeftijd zijn blootgesteld aan seksueel, emotioneel en/of lichamelijk geweld eerder een schizoïde persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen. Verwaarloosde kinderen die totaal geen emotionele band opbouwen met hun ouders en deze als kil en afstandelijk ervaren, zouden eveneens een verhoogde kans kunnen hebben op het ontwikkelen van een schizoïde persoonlijkheidsstoornis.
Hulp
Aangezien schizoïde mensen geen behoefte hebben aan contact met anderen en geen hinder ondervinden van hun stoornis, zullen zij niet gauw aankloppen bij een psycholoog of elders in het zorgcircuit.
Hobby en werk
Omdat mensen met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis hun tijd het liefst alleen doorbrengen, zullen zij eerder kiezen voor een (intellectuele) hobby die ze alleen kunnen doen, bijvoorbeeld lezen, puzzelen, fotografie, tv-kijken, het verzamelen van postzegels, zich verdiepen in sterrenkunde of het doen van wiskundige proeven. Qua werk gaat hun voorkeur uit naar solistische beroepen en een werkomgeving waarin zij zo min mogelijk bij andere mensen betrokken zijn. Zij gedijen prima op werkplekken waar anderen het moeilijk zouden uithouden vanwege de eenzaamheid. Wanneer u een schizoïde persoon als collega of buurman/-vrouw heeft, dan kan dit uw ervaring zijn; U kent de persoon nauwelijks ook al is hij al
Milangela Plate is gerontoloog/psycholoog. Psychologisch Adviesbureau Take Care B.V. Email:
[email protected]
Eten & drinken
6
zaterdag 14 juni 2014
Spanje, de wereldkampioen! Deze week beginnen we met het beschrijven van wijnlanden die we kunnen tegenkomen op het WK Voetbal in Brazilië dat eergisteren begon. Vandaag de wereldkampioen van 2010 en gisteren de eerste tegenstander van het Nederlands elftal. Tekst: Erik van Kampen
S
panje is, gemeten naar beplante oppervlakte, het grootste wijnland ter wereld. De Spaanse wijnen zijn vanwege de droogte in het land slechts de derde producent in termen van volume. Na eerst een bescheiden internationale faam te hebben verworven met versterkte of zoete wijnen als Sherry en Malaga, heeft het land zich tevens met andere wijnen weten te onderscheiden. Spanje heeft in totaal 1,6 miljoen hectare wijngaardareaal. Het land heeft tegenwoordig kwaliteitswijnen, zowel ‘mondiale’ wijnen, gemaakt van internationaal populaire druiven en typische, oer-Spaanse wijnen, gemaakt volgens de modernste inzichten. Spanje kent een eeuwenoude wijnbouwtraditie die teruggaat tot in de tijd van de Romeinen. De Romeinen namen de wijnstokken op hun veroveringstochten mee en plantten deze vanaf 200 voor Christus aan in Spanje. De wijnaanplant breidde zich in de loop van de eeuwen uit tot heel Spanje, waarbij de meeste wijn werd gemaakt voor inlands gebruik. Door het gebrek aan kennis produceerden de Spanjaarden alcoholische rode wijnen en waren de witte wijnen oxidatief. Als uitzondering verwierf Spanje, in bescheiden mate, internationale faam met versterkte of zoete wijnen zoals Jerez (Sherry) en Malaga in de 19e eeuw. Pas eind negentiende eeuw baarde Spanje opzien met de eerste rode tafelwijn, de Rioja. De productie van mousserende wijnen kwam rond 1900 in Catalonië van de grond. Onder de naam Cava zouden die wereldwijd groot succes gaan oogsten. Eind jaren 80 kwam voor Spanje de grote doorbraak in het leveren van kwaliteitswijnen. Het herstel van de democratie en de toetreding tot de Europese Unie bracht een moderniseringsproces in de wijnbouw op gang. Ook nu nog is het moderniseringsproces zichtbaar en worden kleine traditionele wijnboeren opgekocht door coöperaties die daarmee hun
marktaandeel vergroten. In opmars zijn tevens de vaak oudere familiebodega’s, waar jonge oenologen deze bodega’s nieuw leven inblazen. Zij vertegenwoordigen de nieuwe generatie met soms verbluffend mooie wijnen. Spanje weet zich inmiddels te onderscheiden met zowel ‘mondiale’ wijnen, gemaakt van internationaal populaire druiven en met heel typische, oer-Spaanse wijnen, gemaakt volgens de modernste inzichten. Spanje heeft een grote verscheidenheid in klimatologische omstandigheden. Het milde klimaat van de mediterrane gebieden verschilt enorm met de hete, maar ook ijzig koude hoogvlakten in het binnenland. Het klimaat loopt uiteen van zeer koel en vochtig in het noordwestelijk gelegen Galicië tot de lange hete zomers van het zuidelijk gelegen Andalusië. De droogte is in Spanje een algemeen probleem, omdat irrigatie van de wijngaarden verboden is. Dit komt tot uiting in het lage aantal stokken per hectare, waardoor de opbrengst veel lager is dan in andere Europese landen. De meeste Spaanse wijngaarden liggen in het noorden en het oosten van het land. Het grootste wijngebied ter wereld, La Mancha, ligt echter ten zuiden van Madrid. Het bekendste Spaanse druivenras is de Tempranillo. Hij staat in zo veel gebieden aangeplant dat het aantal synoniemen legio is. Je vindt hem onder meer in Rioja, Navarra, Ribera del Duero, La Mancha, Valdepeñas en langs de Middellandse Zee. Andere bekende blauwe druivenrassen van Spaanse origine zijn de Mourvèdre en de Garnacha, internationaal beter bekend als Grenache. Bekende Spaanse witte druivenrassen zijn de Macabeo, de Albariño, de Verdejo en de Palomino. De Macabeo levert het fruit voor een groot aantal wijnen in het noordoosten van Spanje, de Albariño voor Rías Baixas, de Verdejo voor Rueda en de Palomino voor Jerez. In gebieden die pas recent ontwikkeld zijn hebben
internationale druivenrassen, vanwege de tolerante Spaanse wetgeving, een sterke positie verworven. In de regel dragen Spaanse kwaliteitswijnen een gecontroleerde herkomstbenaming. Inmiddels zijn er zo’n 60 gebieden die sterk in omvang variëren, van enkele tientallen tot vele tienduizenden hectaren. Spaanse wijnproducenten laten hun rode wijnen graag op hout en op fles rijpen. Afhankelijk van de totale duur van de rijping mogen ze hun wijnen de volgende aanduidingen geven: Crianza, Reserva en Gran Reserva. Een wijn met de aanduiding Jovén (jong) heeft geen rijping ondergaan. Spanje kent een eeuwenoude wijntraditie. Millennialang groeien er druiven in Spanje en men vermoedt dat de Feniciërs de druiven in Spanje hebben geïntroduceerd, in Andalusië. Ook werd er al iets wijnachtigs gemaakt; een eenvoudig, azijnachtig goedje. In de tijd van de Romeinse bezetting (bijna zes eeuwen lang) werden verschillende technieken met betrekking tot het maken van wijn ingevoerd en verfijnd. Als Rome valt, wordt Spanje bezet door de Moren. Onder de Moren is alcohol verboden,
al is het wel toegestaan om te verwerken in andere producten, en staat de ontwikkeling van wijn een beetje stil, totdat deze in de middeleeuwen weer volledig opbloeit als de christelijke cultuur terugkeert in Spanje. Met de komst van de christelijke cultuur neemt de vraag naar wijn, binnen en buiten de kerk, weer toe en in de eeuwen die volgen, wordt het maken van wijn en de Spaanse wijnen verder ont-
wikkeld en verfijnd en groeit de industrie. Als Nederland heeft gewonnen drink ik een goed glas rode Spaanse wijn om dit te vieren en heeft Nederland verloren dan drink ik een goed glas Spaanse rode wijn om te vergeten. À Votre Santé Erik van Kampen is sommelier bij Licores Maduro.
Eten & drinken
zaterdag 14 juni 2014
Food for thought . Kies bewust! Een nieuwe serie voor u: Kies Bewust! Allerhande tips en adviezen met betrekking tot uw gezondheid, preventie en gewichtshandhaving kunt u verwachten. Tekst: Miriam de Windt De zomervakantie is altijd al een markerende periode geweest in een kalenderjaar. Zoals: er goed uitzien om op vakantie te gaan... Of... lekker veel vrije tijd voor uzelf of samen met uw familie... Of ook... u voorbereiden op een nieuwe start met uw nieuwjaarsvoornemens. Een doorstart of een herstart? Welke intentie u dan ook kunt hebben voor de komende vakantieperiode, u krijgt in deze serie informatie en adviezen om goede beslissingen te kunnen nemen.
Analyserend
Behalve zout, is dit gerecht hoog in alle voedingsstoffen. Goede voedingsstoffen meegenomen. Let op de hoeveelheid vetten, verzadigde vetten en cholesterol. 50 Gram boter voor 4 personen komt ongeveer overeen met 1 afgestreken eetlepel per persoon. Boter en olie in dit recept is om de paddenstoelen te fruiten. Voor 500 gram paddenstoelen heeft u voldoende vet nodig anders branden ze aan. Voor minder vetten kunt u de boter halveren en een goede pan gebruiken die niet aanbakt (gietijzer, RVS; liefst geen aluminium noch anti-aanbaklaag). U kunt ook als de paddenstoelen gebakken zijn, wat van het vet af-
Miriam de Windt is diëtiste en natural nutritionist. T 889-1788 C 520-6932 E
[email protected].
gieten voordat u de saus verder afmaakt.
Paddenstoelen
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de gezondheidsbevorderende effecten van paddenstoelen. Paddenstoelen bevatten veel anti-oxydanten en zijn rijk aan selenium, diverse vitamines van de B-complex-groep en vitamine D2. Paddenstoelen zijn een uitstekende aanvulling in uw voeding. Een belangrijk advies is echter wel om biologische paddenstoelen te kiezen, aangezien paddenstoelen stoffen uit de ambiance waar ze in groeien kunnen absorberen en concentreren. Zowel goede als slechte stoffen (zware metalen, verontreinigingen in water en uit de lucht). Kritieke factor is dus een gezonde cultuuromgeving voor paddenstoelen. Zelf wilde paddenstoelen plukken wordt afgeraden te doen behalve als u heel zeker weet welke niet giftig zijn.
Pasta
Koolhydraten zijn boosdoeners. Een beetje meer vet zal uw gewicht niet zo snel doen toenemen. Maar koolhydraten wel. Koolhydraten vindt u in brood, crackers, granen, peulvruchten, aardappelen, rijst, pasta en alle banketwaar gemaakt met bloem. Suiker valt ook onder koolhydraten. Indien u weinig brood of rijst/ aardappelen/pasta eet, denk ook aan zoetigheid en suiker in dranken. De meeste mensen eten teveel koolhydraten. Siginificante vermindering van koolhydraten kan betekenen dat u eindelijk eens van dat gewichtsplateau af bent en weer begint af te vallen. Het probleem is dat een voeding met veel koolhydraten kan leiden tot overmatige aanmaak en opslag van lichaamsvet. Alleen door veel te sporten kan dit u bespaard blijven. Met andere woorden... al bevat een koolhydraatrijk voedingsmiddel geen vet, uw lichaam
maakt vet. Het aantal pasta per persoon in dit recept is iets minder dan 100 gram rauw. Pasta neemt 3 maal het gewicht aan water op. 100 Gram rauwe pasta, wordt 300 gram per persoon. Oftewel, 1 opscheplepel wordt 3 opscheplepels. Gezien bovenstaande pleidooi voor minder koolhydraten in uw voeding, is het aan te raden minder pasta te gebruiken. Minder pasta betekent ook minder saus nodig. Maar het vulsel kan wel evenveel blijven. Op deze manier krijgt u een pastamaaltijd met naar verhouding meer groente en minder koolhydraten.
7
Voedingswaarde voor 1 portie: Voedingsstoffen Hoeveelheid % DAH Calorieën/ kJoules 655 / 2751 33% Natrium 174 mg 9% Eiwitten 22 g 22% Kalk 229 mg 33% Vetten 32 g 47% IJzer 3.4 mg 23% Verzadigde vetten 17 g 85% Vitamine A 314 mcg 39% Cholesterol 75 mg 27% Vitamine B1 0.19 mg 19% Koolhydraten 70 g 28% Vitamine B2 0.58 mg 45% Voedingsvezels 6g 20% Vitamine C 12 mg 17% De percentages zijn berekend op basis van 2000 calorieën per dag lactose-intolerantie: zorg voor harde kazen. Hoe langer een kaassoort rijpt, wordt de lactose verteerd door de enzymen en bacteriën tijdens de kaasbereiding. Aan het eind kan het zijn dat de kaas bijna geen lactose meer bevat. Harde, langgerijpte, oude kazen zijn onder meer Cheddar, Stilton, Monterey Jack en jaaa... Parmezaanse kaas. Voor dit gerecht kunt u dus wat Parmezaanse kaas erin behouden, ondanks een eventuele lactose-intolerantie.
Matig gebruik en niet te vaak is wijsheid in deze.
Bewust kiezen
U kiest bewust wanneer u informatie heeft, uw opties nagaat, evalueert en dan een beslissing neemt. Wij beogen u met deze nieuwe serie ‘stepping stones’ te geven om bewuste keuzes te kunnen maken inzake uw voeding. Uitgebreidere informatie kunt u altijd krijgen via internet of bij ondergetekende.
Kook mee met May.
Lactose
We spreken van lactose-intolerantie wanneer uw lichaam onvoldoende van het enzym lactase maakt om lactose te kunnen verteren. Zonder (voldoende) lactase, wordt lactose niet opgesplitst in de simpele suikers glucose en galactose. Deze simpele suikers kunnen geabsorbeerd worden, onverteerde lactose niet. Dan veroorzaakt het oncomfortabele symptomen. Onder meer gasvorming, schuimende diarree, buikpijn en krampen, misselijkheid, overgeven, opgeblazen gevoel, hoofdpijn, weinig energie, slaperig, niet goed kunnen concentreren. Lactose zit in zuivelproducten. Melk, yoghurt, kwark, karnemelk en ook in kaas. Begrijpelijk... om meteen alle zuivel uit uw voeding te schrappen is moeilijk. Zelfs kan het zijn dat als u helemaal geen zuivel meer gebruikt, u onvoldoende van sommige voedingsstoffen binnen krijgt (kalk, B-vitamines, vitamine A en D). Het recept van deze aflevering bevat room en kaas. Wat moet u doen met dit recept in het geval van lactose-intolerantie? De room kunt u vervangen door kookroom op basis van soja of ongezoete sojamelk, amandelmelk, havermoutmelk of hazelnootmelk. In de meeste grote supermarkten zijn deze vervangers voor melk tegenwoordig te krijgen. Met betrekking tot kaas bij
Pasta met paddenstoelen Ingrediënten: 375 gram pasta naar smaak 50 gram ongezouten roomboter 1 eetlepel extra vigin olijfolie 500 gram gesorteerde paddenstoelen naar smaak, in stukjes of plakjes gesneden 1 teen knoflook, gekneusd 1 of 1/2 promèntè, zaadjes verwijderd, heel fijn gesneden 1/2 theelepel geraspte nootmuskaat vers gemalen zwarte peper 150 ml dunne room 3 eetlepels vers geraspte Parmezaan + extra voor erbij 2 eetlepels fijn gehakte Italiaanse peterselie Bereidingswijze: De pasta in een grote pan water met zout koken tot al dente. De boter en olie in een koekenpan verhitten boven een middelmatig heet vuur. Als de boter is gesmolten de paddenstoelen toevoegen en 2 minuten meebakken. De paddenstoelen uit de pan nemen en de knoflook en peper even meebakken. De nootmuskaat, peper, room en Parmezaan toevoegen en nog 2 minuten al roerend laten pruttelen. De pasta afgieten en in een grote schaal de pasta, saus, paddenstoelen en peterselie mengen. Serveren met extra Parmezaan. Voor 4 personen. Evetueel als vegetarische schotel Eet smakelijk, May
Literatuur
8
zaterdag 14 juni 2014
Deugden, gevoel Blaise Pascal (1623-1662), het mathematische en filosofische wonderkind, formuleerde het zo: er zijn twee soorten mensen, rechtvaardigen die denken dat ze zondaars zijn en zondaars die denken dat ze rechtvaardig zijn. Je kunt het ook zo formuleren: er zijn mensen die het belang inzien van kritische zelfreflectie en er zijn mensen die nog nooit van kritische zelfreflectie hebben gehoord. Tekst: Brede Kristensen
V
raag: wat spoort ons aan kritisch over ons ‘zelf ’ of over onze ‘ziel’ na te denken? En wat houdt ons tegen? Socrates had het hier vaak over. Hij vond dat een leven dat niet kritisch onder de loep wordt genomen, niet de moeite van het leven waard is. Pas door kritisch naar jezelf te kijken ben je mens. Door zelfkritiek te schuwen, ben je bezig jezelf voor de gek te houden. Je staat jezelf, je eigen ontwikkeling in de weg. Wat is zelfkritiek? Sommige mensen vinden dat ze best kritisch zijn jegens zichzelf, maar ze kijken alleen naar hun vermogen doelen te realiseren. Iets lukt niet goed. Dan gaan ze kritisch nadenken wat ze fout hebben gedaan en wat ze moeten doen om dat doel alsnog te bereiken. Is dat zelfkritiek? Nee, dat is prestatie-kritiek. Heel nuttig, maar anders dan zelfkritiek. Prestatie-kritiek is het gevolg van kijken naar je eigen (gebrekkige) prestatie vanuit jezelf. Zelfkritiek is het gevolg van kijken naar jezelf vanuit de ander. Je verplaatst jezelf in de ander en je kijkt naar jezelf vanuit die ander. Zonder de ander ‘zijn’ we niets. Hooguit een goed of minder goed functionerende robot. In ieder geval niet iemand met gevoel voor rechtvaardigheid, want daarvoor moet je je echt heel goed in een ander kunnen verplaatsen. Emmanuel Levinas (1906-
1995), afkomstig uit Litouwen, had een buitengewoon originele kijk op de vraag waar ons eventueel aanwezig rechtvaardigheidsgevoel vandaan komt. Hij stelde: In het gelaat van de ander worden we ons bewust van ons eigen zijn. Het gelaat van de ander is een spiegel waarin we ons van onszelf bewust worden. Alleen bewustwording? Nee, het gelaat van de ander doet een appel op ons: aanvaard me als gelijkwaardige medemens, reduceer me niet tot een object dat uit de weg moet worden geruimd of tot een object om je doelen te realiseren, of tot ‘benchmark’ om niet uit de toon te vallen of, omgekeerd, je van hen te onderscheiden. Gehoor geven aan dat appel betekent dat we ons van onszelf als morele wezens bewust worden, dat ons geweten in gang wordt gezet en daarmee ons denken over onszelf. Kritisch denken wel te verstaan. Levinas heeft iets uitzonderlijks gedaan. Eeuwenlang heeft de filosofie zich beziggehouden met de vraag hoe wij de wereld, onze omgeving kunnen verstaan en hoe wij ons tot die omgeving
moeten verhouden. Hij draaide het om. Er is geen ‘ik’, geen gezonde zelfkritiek, geen denken zonder dat mijn omgeving, mijn naaste een appel op me doet en zonder dat ik besluit me daarvoor open te stellen. Dat laatste, het je open stellen, gebeurt natuurlijk niet zo vaak. Dat snapte Levinas ook wel. In de meeste situaties is het erg verleidelijk onze ogen voor zo’n appel te sluiten. Dostojevski, die een eeuw eerder in zijn romans zijn personages in diezelfde richting liet denken, had al eens gezegd dat het wel rustig zou zijn indien mensen geen gezicht hadden. Onbekommerd zouden we een amoreel bestaan kunnen leiden, zonder de kwelling van kritische zelfreflectie te hoeven ondergaan. Heel saai dus. We zouden ons in de gekste avonturen storten en ons omringen met weelde, slaven en macht, om het leven op te leuken. Precies wat we om ons heen zien gebeuren. Wi l l e n we dat? Z o ’ n soort leven is erg verslavend. Het roer is moeilijk om te gooien. Maar, zo houden Levinas en Dostojevski ons voor, de medemens heeft wel een gelaat en soms ontkomen we er niet aan de ander in de ogen te zien. Inclusief het appel dat ervan uitgaat. Scherper gezegd: we ontkomen niet aan onszelf. Vaak zijn het extreme situaties waarin er geen ontkomen meer is. Mensen die een concentratiekamp of een kamp in de Goelag Archipel hebben overleefd, hebben erover geschreven hoe uitgerekend in die omstandigheden iets van een rechtvaardigheidsgevoel bij mensen begint te dagen. Helaas niet bij iedereen. Het is geen wet van Meden en Perzen. Nu naar Aristoteles, die rechtvaardigheidsgevoel als een deugd bestempelde en omschreef als de erkenning dat alle mensen gelijkwaardig zijn en dezelfde rechten op ontplooiing hebben. Rechtvaardigheid is een kwestie van ‘fairness’ in combinatie met gelijke kansen. Hij was ervan overtuigd dat ieder mens in principe hier gevoel voor kan ontwikkelen. Juist, ‘ontwikkelen’, want het komt niet vanzelf. Het moet worden aangeleerd. Zoiets als met leren fietsen. Je ziet het anderen doen, je begrijpt dat je alleen met hulp van trappers en vaart zo’n wankele tweewieler in evenwicht houdt en dan gaat het ineens vanzelf. Je leert het zelf. Je kunt ook besluiten niet te leren fietsen. Wat
Met het vingertje wijzen is geen kunst
Stripboeken en films over superhelden doen vaak een beroep op het gevoel van rechtvaardigheid van de lezer of kijker en laten zich daar zelf meestal ook door leiden.
heb je nodig? Een fiets, evenwichtsgevoel en de uitdrukkelijke wens het te leren. Over de oorsprong van die wens hebben we het al gehad. Dit is het interessante van Aristoteles. Hij weet dat alles met alles samenhangt, dat niets op zichzelf staat, dat er altijd vele factoren in het spel zijn. Als geen ander verstaat hij de kunst de cruciale factoren te selecteren en te combineren. Wat het aanleren van rechtvaardigheidsgevoel betreft zijn er drie dingen in het spel. Het eerste is ons eigen menselijke vermogen dat gevoel te ontwikkelen. Het tweede zijn de normen, regels en wetten die aangeven of iets oké is of niet. Het derde is de praktijk: zijn er mensen om ons heen die de regels en wetten toepassen om het doel gerechtigheid te realiseren. Het is de interactie tussen deze drie aspecten die rechtvaardigheid als deugd ontwikkelt. Gevoel, wetten en praktijk beïnvloeden elkaar continu. Als het gevoel er niet is, zal de praktijk ook niet wat je noemt rechtvaardig zijn. Misschien gelden er strenge wetten en wordt veel energie in handhaving gestopt, maar we komen altijd voor allerlei keuzes te staan. Dan komt het erop aan het juiste te kiezen. Zonder een gevoel voor rechtvaardigheid zullen we foute keuzes maken. Als de praktijk onrechtvaardig is en als ouders, rechters, bazen en bestuurders continu roepen ‘houd je mond’, en zich afsluiten voor het appel dat op hen wordt gedaan, dan ontstaat een tweedeling in de samenleving. De kans is groot dat de zwakkere partij zich lijdzaam neerlegt bij de arrogantie van de macht. Met als gevolg dat de sterkere partij niet wordt uitgedaagd om rechtvaardigheidsgevoel te ontwikkelen. Regels en wetten zullen worden aangepast in hun voordeel. Dan wordt het helemaal een zootje. Daarover maakt ook Pascal zich zorgen. Hij zag het goed. Ver voordat Marx het zag. Meestal zijn het de machtigen die wetten vaststellen om hun macht zeker te stellen, constateerde hij. Dergelijke wetten tartten ons rechtvaardigheidsgevoel. Dan is burgerlijke ongehoorzaamheid gerechtvaardigd. De burgerrechtenbeweging van Martin Luther King kwam in opstand tegen ongelijkheid van kansen en nog veel meer. Pascal zou niet van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ maar van ‘burgerlijke deugdzaamheid’, zoniet ‘burgerlijke plicht’ hebben gesproken. De plicht een appel op medemensen te doen, als bij hen het rechtvaardigheidsgevoel zoek is. Zowel Aristoteles als Pascal en Levinas hebben nog iets gezegd: rechtvaardigheidsgevoel komt
Literatuur
zaterdag 14 juni 2014
9
voor rechtvaardigheid niet op gang als je het zelf niet in praktijk probeert te brengen. Met het vingertje wijzen is geen kunst. Dat kan iedereen. Mooie programma’s bedenken om structuren te verbeteren is ook niet zo moeilijk. De kunst is zelf ‘fairness’ te beoefenen en medemensen die een appel op ons doen te geven wat hen toekomt of zich voor hen in te zetten. Geen gek idee het eens van die kant te bekijken: het in praktijk brengen van rechtvaardigheidsgevoel als deugd heeft gevolgen. Het leidt tot herstel van vertrouwen en afname van wantrouwen. Het bindt mensen samen en verzacht conflicten. Beide kunnen we erg goed gebruiken. Wantrouwen en polarisatie lijken overal terrein te winnen. Als mensheid bevinden we ons in de gevarenzone. Conflicthaarden zijn er volop. Kortgeleden was ik in Moldavië (buurland van Oekraïne). Ik werd door een Russische taxichauffeur opgehaald. In het Roemeens maakte ik een praatje met hem (2/3 van de bevolking spreekt Roemeens, de regering ook).Vrolijk verkondigde hij me dat hier volgend jaar alles weer ‘gewoon Russisch’ zou zijn. En de Roemenen dan? Het enige wat ze kunnen is op het land werken, was zijn antwoord. Hij deed geen enkele moeite om zijn gevoel van minachting die doorklonk in zijn stem te verbergen. Integendeel. Laten ze zorgen dat er voldoende brood, wijn en cognac is! Ahh... vooral dat laatste hè... Met een forse klap op mijn knie liet hij me lachend weten dat ik het goed begrepen had. Opvallend is het groeiend aantal denkers dat de laatste halve eeuw aansluiting bij Aristoteles en zijn deugdenleer zoekt (zoals Bertrand
De Jouvenel, John Rawls, Elizabeth Anscombe). Terwijl de ongelijkheid zienderogen toeneemt, ook in landen als Nederland, wijzen zij op het belang van rechtvaardigheidsgevoel en het verkleinen van de snel groeiende ongelijkheid van kansen en bezit. Een samenleving kan een geringe hoeveelheid ongelijkheid aan, maar niet te veel. Ze propageren ’justice as fairness’ in alle geledingen van de samenleving en ook tussen de landen, in internationale samenwerking. De tegenstem beweert dat vergroting van gelijkheid - ondermeer door rijke personen zwaarder te belasten en grote bedrijven te dwingen hun winsten niet weg te sluizen naar belastingparadijsjes - de economische groei zal afremmen. De tegenstem wil de gevolgen van wereldwijde ongelijkheid niet onder ogen zien. De tegenstem klinkt bijna dreigend en intimiderend. In de tegenstem klink angst door. Alle intimidatie vloeit voort uit angst en is bedoeld die angst te overstemmen. Dat die angst doorklinkt is hoopvol, zei Levinas. Want dat duidt erop dat ergens, wellicht heel diep weggestopt, nog een herinnering aan het appel van de ander voortleeft, dat het gevoel voor rechtvaardigheid sluimert. Er is weinig nieuws onder de zon. De oude Egyptische wijsheidsleraar Amenemope (circa 3000 jaar geleden) zei het al: behandel je ondergeschikte goed en luister naar hem, want als je niet naar je ondergeschikte luistert, luister je niet naar jezelf. Ik neem aan dat zijn conclusie was: en daar komt ellende van. Maar dat stukje tekst is in de loop der eeuwen weggevallen. Zijn inzicht niet.
Aristoteles wist dat niets op zichzelf staat
Bronnen: Aristoteles, Nicomachean Ethics, Engelse vertaling, Cambridge, 1999. Emmanuel Levinas, Het Menselijk Gelaat, Nederlandse vertaling, 1969. Blaise Pascal, Pensées, uitgave Parijs, zonder jaar. C.Jacq, La sagesse vivante de l’Egypte ancienne, 1998.
Letra Civil Rights Act 50 jaar
Precies een halve eeuw geleden was het eindelijk zover: de Civil Rights Act die een einde moest maken aan tal van segregatie- en discriminatie-toestanden in de Verenigde Staten, werd op 10 juni ondertekend door president Lyndon Johnson. Ter ere daarvan zijn verschillende boeken uitgekomen, waaronder ook enkele belangrijke historische studies. Iedereen kent de rol van Martin Luther King en zijn beweging voor burgerrechten en zijn moed tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Of eigenlijk ‘burgerlijke plicht’, want segregatie en democratie zijn onverenigbaar. De nieuwe wet verbood segregatie in publieke ruimtes en discriminatie in welke vorm dan ook. Purdum schreef ‘An Idea whose Time has come’, Two presidents, Two parties and the battle for the Civil Rights Act of 1964’. Toen Kennedy als president
aantrad, heeft hij aanvankelijk geprobeerd de burgerrechtenbeweging te negeren. Hij vermoedde dat een ‘civil rights act’ in het Congres geen schijn van kans zou hebben. Toen zich in 1963 ernstige ongeregeldheden voordeden, begreep hij dat hij niet langer zijn kop in het zand kon blijven steken. De publieke opinie was omgeslagen. Zo werden eindelijk stappen gezet om een aanvaardbare wet te ontwerpen. Purdum kijkt vervolgens naar de politici in Washington ‘whose personal acquaintance with black Americans was limited to their own domestic servants and the leaders of the movement who had provided the moral impetus and historical arguments for its fierce necessity’. Hij beschrijft uitvoerig de rol van twee Republikeinen: William McCulloch en Everett Dirksen, die hun nek durfden uitsteken en de zuidelijke Republikeinse bar-
rières doorbraken. En vooral Lyndon Johnson, de door de politieke wol geverfde, kersverse president die in wezen een democraat was en die met handig gemanoeuvreer opmerkelijk snel en effectief de wet geaccordeerd wist te krijgen. Purdum steekt zijn bewondering voor deze politici niet onder stoelen of banken. Al die principiële politici die maar bleven hameren op het zelfde aambeeld bereikten niets. Een voor idealisten behoorlijk ontnuchterend relaas. Clay Risen schreef ‘The Bill of the Century, The Epic Battle of the Civil Rights Act’. Risen bespreekt vooral de invloed van de burgerrechtenbeweging op de publieke opinie en de politiek (die lange tijd ongevoelig was voor de veranderingen in de publieke opinie). Ineens vormde zich een ‘coalition of consciousness’ die als buitenparlementaire lobby grote invloed uit-
oefende. Risen vertelt van de conservatieve senator Roman Hruska die wekelijks op en neer vloog naar Washington, maar thuis op Omaha Airport herhaaldelijk werd aangesproken door burgerrechtenactivisten. Op de luchthaven kregen ze het voor elkaar met hem in discussie te gaan en hem ervan te overtuigen dat hij het wetsvoorstel moest steunen. Hetgeen uiteindelijk gebeurde. Risen laat prachtig zien hoe de ‘policy discourse’ in de toenmalige Verenigde Staten werkte. Kort voor het jubileum overleed op 82-jarige leeftijd Vincent Harding, medewerker van Martin Luther King en historicus. Hij schreef ondermeer ‘There is a River: the Black Struggle for Freedom in America’ (1981). De protestbeweging wordt hierin als de loop van een eeuwenoude rivier beschreven, die met de komst van Martin Luther King in een stroomversnel-
ling geraakt. Interessant is dat Harding de geschiedenis beschrijft vanuit twee standpunten: de afstandelijke historicus en de betrokken strijder voor burgerrechten, die zich inzet voor ‘justice, equity and truth’.
Lyndon Johnson (l) en Martin Luther King schudden elkaar de hand na ondertekening van de Civil Rights Act.
10
zaterdag 14 juni 2014
Toerisme Colombia komt tot wasdom Terwijl het interne geweld de laatste 10 jaar meer en meer aan banden wordt gelegd, ontdekken steeds meer toeristen Colombia als bestemming. Curaçao was vorig jaar goed voor 6.069 toeristen. Reden genoeg voor Ñapa-bladmanager Linda van Eekeres om op uitnodiging van Avianca te proeven van wat Colombia te bieden heeft. De reis voert van Bogotá via onder meer Villa de Leyva, San Gil en Chicamocha, naar Bucaramanga.
J
Tekst en foto’s: Linda van Eekeres arenlang stond Colombia synoniem voor drugs, guerrilla en geweld. Het reisadvies van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken klinkt nog steeds weinig hartversterkend. De positieve geluiden van reizigers staan hiermee echter in een schril contrast. Terwijl het geweld de laatste 10 jaar meer en meer aan banden wordt gelegd, kiezen toeristen in steeds grotere getale voor Colombia. Ook op de ABC-eilanden is Colombia meer en meer in trek als vakantiebestemming. De gezondheidszorg staat op hoog niveau en patiënten van de eilanden worden veelvuldig uitgezonden naar diverse ziekenhuizen aldaar. Ook gaan steeds meer mensen, aangestoken door enthousiaste vakantiegangers die hen voorgingen, naar grote steden als Bogotá en Medellin. De nieuwsgierigheid was dus gewekt en toen vliegmaatschappij Avianca de Ñapa uitnodigde voor een zesdaagse rondreis met reisagenten uit Curaçao, Bonaire, St. Maarten en Colombia zelf, van Bogotá naar Bucaramanga langs enkele toeristische trekpleisters, was het tijd om het land eens te verkennen. Ondertussen zijn er heel wat kwalificaties bijgekomen: prachtige natuur, zeer divers land, heel veel te zien, lekker eten en vriendelijke mensen. En ik heb me eigenlijk geen moment onveilig gevoeld. Evelyn Peña en Olando Ortega zitten al jaren in de reisbusiness. Peña is sinds 13 jaar eigenaar van Delfines Tours in Cartagena en Ortega runt al 20 jaar Costa Tours vanuit Baranquilla. Allebei zijn ze vertegenwoordiger van de nationale organisatie van reisagenten Confetur voor hun regio. Inspelend op de groeiende belangstelling van Colombia als vakantiebestemming, zijn ze dit jaar een
samenwerkingsverband aangegaan: Magical Travel and Tours. De focus ligt op een groter volume en meer bereik. Het is de bedoeling om door heel Colombia samen te werken met aanbieders in de toeristische sector en reisagenten in het buitenland. Het is een van de ontwikkelingen die erop wijst dat de Colombiaanse reiswereld een tikkeltje groter aan het worden is. De meerderheid van de Colombianen wil breken met hun verleden en omarmt het steeds meer opkomende toerisme. Alles ademt de sfeer dat je als buitenlander meer dan welkom bent. De kaartjesknipper bij het Chicamochapark waar je een rit kan maken met een spectaculaire kabelbaan, vraagt geinteresseerd waar ons bonte gezelschap vandaan komt. Iedereen wil een praatje met je maken of doet zijn best je te helpen, zelfs als je gebrekkig Spaans spreekt.
Veiligheid
Colombia heeft die slechte naam natuurlijk niet voor niets. Sinds de jaren 60 werd het land geteisterd door geweld, heersen de drugskartels en guerrillagroepen en waren ontvoeringen en overvallen aan de orde van de dag. Colombia is echter een stuk veiliger geworden, ook dankzij de inzet van de regering. Grote drugsbazen zijn opgepakt en de macht van de FARC is een stuk beperkt. “De strenge veiligheidspolitiek van Uribe, voortgezet door president Santos, heeft tot gevolg dat de veiligheidssituatie in Colombia verbeterd is”, aldus het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. En dat het land veiliger en rustiger is geworden, zie je ook terug in de toeristische statistieken.
6.069 Toeristen uit Curaçao
Toerisme in Colombia is booming. Volgens cijfers die desgevraagd verstrekt zijn door toerismebureau ProExport Colombia, bezochten In 2013 meer dan 1,8 miljoen buitenlandse toeristen het land. Dit is exclusief de meer dan 300.000 cruisetoeristen en bezoekers uit aangrenzende buurlanden. De meeste toeristen komen uit de Verenigde Staten. Uit het Caribisch gebied kwamen vorig jaar meer dan 35.000 toeristen naar Colombia. De Dominicaanse Republiek is de grootste markt in de regio, gevolgd door Puerto Rico. Curaçao staat op de derde plaats met 6.069 toeristen. Tussen 2004 en 2011 kwamen er 15.245 nieuwe hotelkamers bij, destijds een toename van 25 procent. Dit jaar wordt er verwacht dat er bijna 7000 hotelkamers bijkomen. Het negatieve beeld van Colombia dat bij velen nog heerst, is grotendeels gebaseerd op het verleden, maar is in sommige gebieden helaas nog bittere werkelijkheid. Je kunt je beter niet wagen in de
landelijke gebieden waar nog steeds confrontaties plaatsvinden tussen guerrillagroeperingen, nieuwe illegaal gewapende groeperingen, drugskartels en de Colombiaanse strijdkrachten. Op het platteland worden regelmatig aanslagen gepleegd, soms ook in stedelijke gebieden.
Ontraden gebieden
Het ministerie van Buitenlandse Zaken ontraadt in verband met de aanwezigheid en activiteit van illegaal gewapende groeperingen reizen naar de grensgebieden met Venezuela, Panama en Ecuador, het zuiden en oosten van Meta, de regio’s Guaviare, Putumayo, Nariño (exclusief Pasto), Norte de Santander (exclusief Cucuta), Caqueta (exclusief Florencia, mits aangevlogen), Arauca en het Nationale Park La Macarena en omgeving. Daarnaast is er een aantal gebieden waar je beter niet kunt komen als je er niet per se hoeft te zijn: het noorden en westen van Meta (exclusief Villavicencio), Huila, Cauca (exclusief Popayán), het zuiden en westen van Valle del Cauca, Chocó, Bolivar, Sucre, Cesar en Antioquia (exclusief Medellin). Als je het complete reisadvies leest, durf je bijna niet meer naar Colombia. De Directie Buitenlandse Betrekkingen (DBB) op Curaçao zet dit enigszins in perspectief. Tussen Curaçao en Colombia is er veel verkeer over en weer, zowel qua toeristen, familiebezoeken alsook zakelijk. Colombia is een veiliger land geworden. “De BES-eilanden, Bonaire, St. Eustatius en Saba, sturen al hun patiënten naar Colombia. Dat is wel een indicatie dat het veilig genoeg is”, aldus Kenneth de Haseth, Chef protocol bij DBB. DBB onderhoudt nauwe contacten met de ambassade in Colombia en het consulaat in Willemstad. De dienst geeft geen officieel reisadvies voor Colombia. DBB kent alleen negatieve reisadviezen en als die worden afgegeven, gebeurt dat in samenspraak met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. “Bijvoorbeeld als ergens opstanden zijn en het te gevaarlijk is voor toeristen.” Voor Colombia is dit dus niet het geval. De Haseth geeft aan dat het Koninkrijk onlangs de visumeisen voor Colombianen heeft versoepeld. Met een visum voor de Verenigde Staten, Canada of een Schengenland mogen Colombianen nu ook het Koninkrijk binnen. De Haseth: “Dat is ook een indicatie dat het beter gaat met Colombia.” Ook belangrijk is dat het de ervaring is van de consulaire afdeling van DBB dat ‘zeer weinig mensen’ van Curaçao in Colombia in de problemen komen. “We hebben zeer goede ervaringen”, aldus De Haseth. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat de Curaçaose toerist over het algemeen doelgericht het land bezoekt. Er wordt een congres bezocht of een kliniek en als er vakantie wordt gevierd is de bestemming meestal
een grote stad of een bekende toeristische bestemming. Ook is het spreken van de taal een groot voordeel. Europeanen willen vaker op eigen houtje avontuurlijke reizen gaan maken, de jungle in en van gebaande paden afwijken. Die zijn daarmee eerder geneigd zichzelf in problemen te brengen. De Haseth geeft de toerist nog mee om altijd en overal voorzichtig te zijn op reis. “Of je nu naar Colombia gaat of de Verenigde Staten, er zijn altijd buurten in de grote steden waar je niet heen moet gaan.” Dit wordt onderstreept door het reisadvies van Buitenlandse Zaken voor de Verenigde Staten waarin wordt aangegeven ‘waakzaamheid te betrachten’. Colombia is groot (ter vergelijking: twee keer Texas, vier keer Duitsland of Frankrijk, Spanje en Portugal samen) en de situatie per departement, en soms per stad, verschilt sterk. Er blijven nog genoeg plekken over om wel naartoe te gaan. “Een bezoek aan de toeristische gebieden zoals het koffiegebied (‘Eje cafetero’), Cartagena, Santa Marta, San Andrés, Providencia en Leticia levert ook volgens het Nederlandse ministerie geen veiligheidsrisico’s op. “Dit geldt ook voor de rijkere wijken in de grote steden Bogotá, Medellín, Cali, Barranquilla, Popayán, Pasto en Villavicencio en de departementen Cundinamarca en Boyaca.” ProExport Colombia, het Colombiaanse toerismebureau, schijnt zich er goed van bewust te zijn waar het toeristen naartoe stuurt. Op de website van ProExport Colombia (www.colombia.travel) worden eigenlijk alleen de veilige gebieden gepromoot. Woordvoerder Silvia Morales: “Onze meest recente campagne ‘Colombia is magical realism’ biedt buitenlanders de kans om plaatsen te ontdekken die unieke ervaringen bieden. Ze kunnen niet alleen reizen naar de al bekende steden Cartagena, Bogotá en Medellin, maar naar een groot aantal bestemmingen.” ‘Unieke ervaringen’ die worden gepromoot zijn onder meer het spotten van roze dolfijnen in de Colombiaanse Amazone, het carnaval van Barranquilla, het goudmuseum in Bogotá, een bezoek aan Cocuy dat een divers landschap biedt met bos, sneeuwtoppen en een lagoon, salsadansen in Cali en kennismaken met het inheemse volk Wayuu in La Guajira in het noorden van het land.
‘Magical realism’
11
zaterdag 14 juni 2014
“Colombia is magical realism’, luidt de (Engelstalige) slogan, verwijzend naar de ZuidAmerikaanse literaire stroming waartoe de recent overleden wereldberoemde Colombiaan Gabriel Gárcia Márquez behoort en waarbij de werkelijkheid wordt vermengd met geheimzinnigheid en bijzondere fenomenen. Of dit nu de meest pakkende slogan is valt te betwijfelen. Het magisch realisme zegt de meeste mensen waarschijnlijk weinig, al klinkt magisch natuurlijk wel sprookjesachtig. De vorige slogan ‘The only risk is wanting to stay’, was naar mijn mening wel echt een schot in de roos. Aansluitend bij de perceptie van Colombia en de verbeterde veiligheidssituatie. Of zoals iemand uit ons gezelschap het verwoordde: “I am afraid I leave my heart behind.” Dat zou een goede volgende slogan zijn. Ik zou inderdaad wel langer hebben willen blijven en ben nu al, geïnspireerd door de ‘unieke ervaringen’ die het toerismebureau promoot, stiekem aan het kijken naar welke plaatsen in Colombia ik nog meer zou willen gaan!
Het belang van toerisme
Een groep kleine kinderen in schooluniform verzamelt zich nieuwsgierig in de buurt van een agent die deze dag in Villa de Leyva dienst doet als gids voor een aantal door luchtvaartmaatschappij Avianca uitgenodigde reisagenten uit Bonaire, Curaçao en St. Maarten en uw verslaggever. Ze zitten zelf ook bij de politie, vertellen de leerlingen trots. Het stadje heeft namelijk een programma waarbij de schoolkinderen een soort mini-toeristenpolitie-agenten zijn, om ze bewust te maken van het belang van toerisme. Toerisme is de hartslag van Villa de Leyva dat vaak veel meer toeristen telt dan inwoners. Het stadje met 5.000 inwoners ontvangt gemiddeld maar liefst 15.000 bezoekers per week, waarvan de meesten in het weekeinde en met de feestdagen, vertelt agent Edwin Mora. Villa de Leyva is een van de plaatsen die door de Colombiaanse regering tot nationaal erfgoed is uitgeroepen. De tijd lijkt er stil te zijn blijven staan in het jaar 1572, toen het koloniale stadje werd gesticht. Witte huizen en groene houten deuren en ramen, oranje ronde dakpannen. De
straten en pleinen zijn geplaveid met grote keien - lopen met naaldhakken is hier uitgesloten. Maar schijn bedriegt. Op een hoek van het Plaza Mayor, waaraan een kerk en restaurants liggen, staat de lokale jeugd een sigaretje te roken en midden op de koloniale keien van dit immense stadsplein van het Colombiaanse Villa de Leyva in het departement Boyacá, staat een eenzaam politiebusje geposteerd: Policia de Turismo. Dit vormt onderdeel van een plan van de Colombiaanse regering om toeristen een veilige omgeving te bieden, maar ook bijvoorbeeld hotels en restaurants op vergunningen te kunnen controleren. Niet dat er veel gebeurt in Villa de Leyva, volgens agent Mora, ‘de meeste zaken zijn huiselijk geweld en andere familieruzies’. En vandaag behoort tot zijn takenpakket dus ook het rondleiden van ons gezelschap. We lopen naar La Hostería del Molino La Mesopotamia aan de rand van het stadscentrum. Een enigszins gedateerd, maar zeer schattig hoteldorpje, waarvan er verschillende kamers uitgestrooid over het uitgestrekte terrein liggen. We passeren een voortkabbelend beekje waarvan het water drinkbaar is, zo demonstreert een Colombiaanse
reisagent uit ons gezelschap, een weiland met paarden, om uit te komen bij een zwembad met natuurlijk water dat een geneeskrachtige werking wordt toegeschreven. Twee toeristen zitten in zwemkleding aan de rand. Je kunt hier tegen betaling ook zwemmen als je geen gast bent van het hotel. La Hostería del Molino La Mesopotamia was 60 jaar geleden het eerste hotel van het dorp. Zelf verblijven we in Hospederia Duruelo, dat op nummer drie staat in de ranking van tripadvisor van hotels in Villa de Leyva. Het hoger gelegen hotel heeft een prachtig uitzicht over de stad en omstreken. En er is nog veel meer keus, want waar er 60 jaar geleden één logement was, wemelt het nu van de hotels in Villa de Leyva.
12
zaterdag 14 juni 2014
Puzzels. PRIJSPUZZEL
ZWEEDSE PUZZEL
Horizontaal: 2. Dans; 6. deel van een fiets; 12. eenheid van diamantgewicht; 15. Spaanse dans; 17. metalen staaf; 18. soort brood; 20. inhoudsmaat; 21. kraan; 22. vriendschappelijk; 25. Engels telwoord; 26. vruchtnat; 29. deel van een etmaal; 30. betelplant; 33. behoeftige; 35. gebaar; 37. schaakstuk; 39. dierentuin; 40. recept; 42. zelfkant; 43. populier; 45. boom; 46. communicatiemiddel; 48. scheepstouw; 50. ver; 51. duo; 52. Spaanse drank. Verticaal: 1. Grote bijl; 2. schop; 3. voorzetsel; 4. stad in Japan; 5. Greenwichtijd; 7. als boven; 8. vreemde munt; 9. Bijbelse figuur; 10. geliefde van Zeus; 11. groef; 13. Indische dakbedekking; 14. glimmer; 16. rivier in Italië; 18. lagere in rang; 19. kraker die geld in het laatje brengt; 23. tropische vrucht; 24. wijkplaats; 26. gegroet; 27. vogelziekte; 28. afstammeling; 29. slijmdiertje; 31. belemmering; 32. soort kat; 34. zeehond; 36. beroep; 38. uitroep van schrik; 40. appartement; 41. loven; 44. roem; 47. wier; 49. Leger des Heils (Eng. afk.); 50. symbool tantalium. 1
2
12
3
4
5
6
13
14
7
8
9
10
hoender‐ soort
aanvang
stad in Kroatië
Bijbelse figuur
braaf
18
21
22
19
23
33
aan‐ stonds geografi‐ sche mijl
serpent medisch beroep
vogel
25
30 35
39
een en ander
molen‐ trechter
per dag
als onder
Chinese maat vaartuig
kilobytes
bladzijde
CRYPTOGRAM 1
31
36
32
37
40
41
4
5
2
Horizontaal: 1. Wondertje van techniek ontwikkeld uit de aardappel (4); 4. Magazijn waar je ook op kan (5); 7. Naar zijn oordeel minder gebogen (7); 8. Thans op de thee niet schadelijk (3); 9. De tafel van Toon (3); 10. Gedeeltelijk een prul van goud (7); 12. Deze wijze weet van aanpakken (7).
3
6
38
7
42
8 43
44
45
48
46
49
47
10
Cornelia Sloterdijk Seroe Colorado 1563 Aruba
Justin Albertus Kaya Abrahamsz #1 Curaçao
De winnaar kan zijn/haar prijs na identificatie ophalen op het kantoor van de AmiBilderdijkstraat goe. Curacao: Kaya Fraterna di Skèrpènè z/n tot drie uur n.m. Aruba: Patiastraat 13,16-2 tijdens kantooruren. Bonaire: Shon Ma Carolina, Kaya Nikiboko Noord 18. Oplossingen moeten zowel op Curaçao als Aruba zijn ingediend op woensdag voor 12:00 uur. Gelieve duidelijk op de enveloppe te vermelden: Amigoe-puzzel. Vanuit Bonaire kan de oplossing gefaxt worden naar Curaçao: (00599-9) 767-4744.
SUDOKU Schrijf alle cijfers 1 t/m 9 in alle verticale kolommen, alle horizontale rijen én in alle vierkantjes van 3 x 3 vakjes.
LIGHT
HEAVY
2
5 6
7 5 3
7
4
1
9 2
8
4
9 3 5
4 5 7 8
1
8
3 4
9 5 1
7 1 6 3
8
7 4 6 5
5 8 1
6
7
3 8
2 6 8
2 9 2 5 4
1
OPLOSSINGEN VORIGE KEER 3 7 2 9 4 1 6 5 8
6 8 4 3 5 2 7 9 1
9 5 1 6 8 7 4 3 2
1 4 8 2 7 9 5 6 3
5 3 9 4 1 6 8 2 7
7 2 6 8 3 5 9 1 4
5 3 9 2 8 1 4 6 7
7 8 2 4 6 5 3 1 9
1 4 6 9 7 3 2 5 8
4 1 5 7 3 9 8 2 6
6 2 7 1 5 8 9 4 3
8 9 3 6 4 2 1 7 5
3 6 8 5 2 4 7 9 1
2 5 1 8 9 7 6 3 4
9 7 4 3 1 6 5 8 2
Heavy
8 9 5 7 2 3 1 4 6
Light
4 6 3 1 9 8 2 7 5
11
52
Uit de inzendingen van de Amigoe-puzzel van vorige week is als winnaar van de weekprijs van 25 gulden getrokken:
2 1 7 5 6 4 3 8 9
Verticaal: 2. Klopt in het centrum (4); 3. Stempel van een vogel (6); 4. Die moet je maken van de wiskundeleraar (8); 5. Drank die opwekkend is (4); 6. Hond die hoorbaar gehaakt wordt (6); 9. Aantal goede dingen (4); 11. Aangetast door ruzie (3).
9
50
51
projectie‐ plaatje
edelgroot‐ achtbaar
27
34
bedriegen
20 24
29
protest
16
26 28
groet
knorrig
bars
17
Chinese deegwaar
sieraad
11
15
Greenwichtijd
Cryptogram: Horizontaal: 1. Doos; 4. blauw; 7. telwijze; 8. ras; 9. gom; 10. auditie; 12. inkomen. Verticaal: 2. Opzij; 3. scherm; 4. bierkaai; 5. arts; 6. welgat; 9. gein; 11. dok. Woordzoeker: ONOVERDEKT
12
WOORDZOEKER W
I
S
S
E
L
T
R U C O G R
K
P
A
P
A
V
E
R O N N
E
O
I
G
E
T
E
G
E
N W
H
T
N C
F
D A
T
S N S
D
L
L
L
E
U N S
T
O
E
L
E
G H
E
L
L
E
S
A U
F
V M
R
C
E
V M K
J
A O
E
E
U
T
E
N
E
I
S
S
E
S
R
L
E
H D A N
P
T
G K
R N R
E
R
S O A U
T
V
K
S
I
D A
L
E
E
O R
I
S
A G
E
N
T
F
L
P M K U K
S
L
F
N N
M A
R
S
E
I
L
L
E
A
L
O A
M O
L
E
N S
T
E
E
N
T
E
D
O C
T
R O O
I
S
I
G N
L
E
R
A A N
P
A
B U
D
V I V A L D I
F E Z O A
P I N U P T
D R A M A
J E U K E N -
E A L S
T
T K
© Puzzelland/140614
Prijspuzzel
Zweedse puzzel H M I -
B
AANPAK ASTON BULDERBAAN CLEVER CONSULENTE DEFENSIEF ECLAT ELFTAL EVENTUEEL GEBRUIKEN GEHALVEERD HENGSEL KINDERSPEL KLEIN KUSSEN LEUNSTOEL LOAFER MARSEILLE MEEETER MENTOR MESSING
E
E
E
O U
C
S M N B
L
E
I
In deze mengelmoes van letters zijn al de onderstaande woorden verstopt. Streep alle woorden door. De resterende letters vormen dan regel voor regel van links naar rechts gelezen de oplossing van deze puzzel.
E T S L E T
H A W A I I
A U L A F L
I S R A E L
U S A O L E
R A K I O V E R I G
G R E B L E O E
J A A P Z A N G E R
O M A D O M E V A
Z I N N I G P R E T
E E A L E E R N E
F D I E N D E R L
P O R T E S A U -
A K O T E L E T L
B V B A L E N F A
U I T I N G T R I M
I R A T E L A L P
S A K E R E U T E R
G E S P E N E E
P E L T A K O L E I
MOLENSTEEN NIETJE OCTROOI PAPAVER PEDEL RECHTS REISAGENT SCHLAGER SMETSTOF SPOOKBEELD STAATSKAS TANTALIUM TEGENWICHT UITROKEN VERARMEN VERVALLEN WISSELTRUC
13
zaterdag 14 juni 2014
A Marja Berk
ls ik in een file terechtkom vanwege een aanrijding vraag ik me zuchtend af waarom op dit eiland toch zo’n ingewikkeld systeem ter afhandeling in het leven is geroepen. Men wordt geacht zich niet meer te verroeren: de auto’s moeten blijven staan. CRS doet er een half uur over om ter plekke te komen en dan begint er een bureaucratische slalom. Ondertussen neemt de daardoor ontstane file een ergerniswekkende omvang aan en als de overige automobilisten de kans krijgen te passeren wordt er weer even geremd om te kijken wat er exact gebeurd is. De mens blijft nieuwsgierig. Laatst ontving ik zelf de hoofdprijs. Met een gangetje van, pak hem beet, 40 km. per uur - want spitsuur - rijd ik over de Santa Rosaweg. In een flits schiet er een auto de weg op. Met gierende banden rem ik en terwijl ik dat doe besef ik: dit ga ik niet redden. Weet u hoe oorverdovend de klap is, zelfs bij die lage snelheid? Nog voordat ik uitstap schiet er door me heen: die file! Oh my, dat wordt een geweldige file. De tegenpartij stottert dat het haar schuld is. “Ik snap er niks van, ik heb je helemaal niet gezien!” Dat mag op zijn minst curieus worden genoemd; ik heb een knalblauwe auto. CRS is snel gebeld en ja hoor, na ongeveer een half uur arriveert het busje. Dan ontvouwt zich een danse macabre, die ik met stijgende verbazing heb gadegeslagen. De CRS-meneer komt rustig aanlopen, camera op zijn buik. Ik moet zeggen dat ik best trots was dat mijn autootje even werd gepromoveerd tot fotomodel. Voor, achter, links, rechts, weer achter, weer voor. Waarom er zoveel foto’s werden gemaakt van het deel van mijn blauwe vriendin dat géén schade opliep, is me nog steeds een raadsel. Ja, een foto van de kentekenplaat snap ik. Een foto van de schade snap ik ook nog. Het was overigens best een zielig gezicht. Haar rechterneusje helemaal plat. Terwijl me een flesje water wordt aangereikt door mijn inmiddels gearriveerde echtgenoot, rijden automobilisten langs. Vooral langzaam. De één roept iets, de ander wil geen seconde missen van het tafereel. Na de fotosessie voor de Vogue, mogen we in het busje plaatsnemen om de formaliteiten af te handelen. Een verademing want de airco draait op volle toeren. We krijgen een formulier toegeschoven en gedurende een kwartier zijn we ijverig aan het pennen. De man start zijn computersysteem en mijn respect voor hem stijgt met de minuut. Ik denk dat er een cursus van maanden nodig is om dit systeem te snappen, maar vooruit, ik zit in de airco. De man begint mij en de andere dame vragen te stellen. Dezelfde vragen die op het formulier staan. En inmiddels de antwoorden dus ook. De dame kijkt me aan, slaat haar ogen ten hemel en ik begrijp wat ze bedoelt. Er volgt een geluidsopname met ons beider verslag van het gebeurde en na een slordige drie kwartier mogen we het busje weer verlaten. Jammer. Het was er zo lekker koel. Al met al heeft de onvoorzichtigheid van mevrouw anderhalf uur in beslag genomen. Hoe anders gaat dat in het moederland. Je maakt een klapper, zet je auto aan de kant, neemt samen de schade op, vult wat formulieren in en dat is dat. Maar ach, hier gaan dingen nu eenmaal anders. De charme van dit eiland. Bovendien was het ook best gezellig in dat busje. En gezelligheid... inderdaad, kent geen tijd!
Huntu Kòrsou.
Helpende handen overzee (7)
Bladerend door de digitale versie van deze krant, werd mijn aandacht getrokken door een bericht over een project waarin 14 vrijwilligers van Fundashon Desaroyo di Marie Pampoen eind vorig jaar een training hebben gevolgd, zodat zij zich professioneler kunnen inzetten en inspelen op issues binnen de wijk Marie Pampoen en in andere organisaties. Tekst: Shakti-Aroena Lakhi
M
aar wat mij vooral aansprak is dat dit allemaal mogelijk is gemaakt door de Nederlandse stichting Calibris. Weer een mooi voorbeeld van een organisatie die duizenden kilometers hier vandaan haar bijdrage levert aan onze ‘better quality of life’. Calibris is een maatschappelijke organisatie die bijdraagt aan een duurzame arbeidsmarkt in zorg, welzijn en sport. Op haar website omschrijft zij dit als volgt: ‘Een kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport. Concreet
komt het erop neer dat Calibris er onder meer voor zorgt dat er een goede aansluiting is tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, zodat op ieder moment vraag en aanbod afgestemd zijn op elkaar. Te allen tijde de juiste mensen op de juiste plek. Zo worden studenten zodanig opgeleid dat die over de kennis en vaardigheden beschikken waarnaar gevraagd wordt in de praktijk. Hiermee voorkomt Calibris dat er een gat ontstaat op langere termijn.” In mijn ogen een duurzame aanpak binnen het kader van investeren in kenniskapitaal.
Waarom duurzaam? Omdat hiermee zelfbewuste en onafhankelijk denkende burgers worden gecreëerd. Veerkrachtige burgers die in moeilijke en slechte tijden zich kunnen aanpassen. Kennis maakt immers macht. Dankzij het krantenartikel ben ik er dus achter gekomen dat Calibris niet alleen in Nederland, maar ook op ons eiland duurzaam bezig is. Afgelopen tijd zijn er verschillende projecten uitgevoerd en hebben verschillende Curaçaose organisaties zich dankzij financiële ondersteuning van Calibris verder kunnen professionaliseren. Van Reginald Rosario, contactpersoon voor Calibris op Curaçao krijg ik inzicht welke andere initiatieven tot stand zijn gebracht. In de afgelopen twee jaar zijn dit er een stuk of acht geweest. Rosario geeft mij een paar voorbeelden: “Voor het rehabilitatiecentrum Brasami is in 2013 ondersteuning geweest voor het verder professionaliseren van hun zorg.” Brasami is een stichting die mannelijke verslaafden opvangt, behandelt en begeleidt. Daarnaast heeft Verpleeghuis Betèsda in 2012 een financiële bijdrage gekre-
gen. Rosario licht toe waar dit aan is besteed: “Voor competentietraining van verzorgers en begeleiders die met demente patiënten werken en het vergroten van hun onderlinge samenwerkingsbereidheid.” Ik ben ook benieuwd waarom Calibris zo betrokken is op Curaçao en leg dit voor aan Rob van den Bosch, directeur van Calibris. Het wordt mij snel duidelijk dat Calibris behalve op Curaçao ook op de andere eilanden en in Suriname actief is. Hij geeft aan waarom: “Er is immers veel te doen en er zijn geen taalbarrières. Ook speelt de zeer lange verbintenis tussen Nederland en deze regio
een rol bij de keuze.” Verder geeft Van den Bosch aan dat al deze genoemde initiatieven niet rechtstreeks vanuit Calibris zelf ondersteund worden, maar vanuit het Stichting Ondersteuningsfonds. Calibris betaalt huur aan deze stichting voor het pand waarin zij zitten. Een deel van deze inkomsten wordt vervolgens gestoken in het maatschappelijk verantwoord inzetten overzee. Dus Calibris investeert via haar huur in een mooier Curaçao. Twee vliegen in één klap. Mooier kan het niet. Meer informatie: www.calibris. nl
Ir. Shakti-Aroena Lakhi is voorzitter en medeoprichtster van Huntu Kòrsou. Een stichting die zich inzet voor een ‘better quality of life’ op Curaçao. Meer lezen over dit initiatief: www.huntu-korsou. org en www.facebook.com/HuntuKorsou .
Business
14
zaterdag 14 juni 2014
Niet de afkomst,
‘Mensen weer een Het is niet meer van deze tijd om burgers categorale hulp te bieden vanwege het feit dat zij van Antilliaanse en Arubaanse afkomst zijn. Nederland is gestopt met zorg op basis van herkomst: mensen moeten zelf hun weg zoeken binnen het reguliere aanbod. Tekst en foto’s: Mineke de Vries
E
igen verantwoordelijkheid van Antillianen en Arubanen is een vereiste, maar ook culturele sensitiviteit van hulpverleners voor deze groep met haar eigen cultuur, taal, gebruiken en specifieke migratiegeschiedenis. Jurenne Hooi is één van de mensen die zich verdiepte in de omslag van zorg en daarmee in de omslag van denken, die uiteindelijk moet resulteren in een gelijkwaardiger samenleving. “Op deze manier leggen we de bouwstenen voor een nieuwe samenleving, de civil society. Dat houdt in dat burgers zich meer gaan bekommeren om elkaar, dat ze zich ervan bewust zijn dat ze de zorg voor elkaar en de omgeving op zich moeten nemen. Voor mij betekent een burgermaatschappij dat burgers hun kracht en inzicht voor de samenleving inzetten, zonder tussenkomst van de overheid.” Volgens Jurenne Hooi, directeur van MaDi, stichting voor maatschappelijke dienstverlening in Amsterdam Zuid Oost en Diemen moeten we het terugtrekken van de steun van de overheid sinds 2013 daarom zien als kans.
Migratiestromen
De afgelopen decennia kwamen tienduizenden Antillianen en Arubanen naar Nederland, van wie de meesten in de beginjaren zonder veel problemen integreerden. In de jaren tachtig - na sluiting van de Shellraffinaderij op Curaçao - en negentig trokken vooral ongeschoolde en laaggeschoolde Antillianen en Arubanen naar Nederland. Zij woonden samen in een
beperkt aantal gemeenten, waar in de loop van de jaren negentig problemen ontstonden: sociaaleconomische achterstanden, instabiele gezinnen, over¬last, criminaliteit. Om deze problemen het hoofd te bieden kregen deze 22 zogenaamde Antillianengemeenten sinds 1994 een rijksbijdrage om lokaal projecten te realiseren voor risicojongeren van Antilliaanse en Arubaanse komaf. Maar vanaf 2013 stopt deze rijksbijdrage voor het Antillianenbeleid. Het integratiebeleid krijgt een andere invulling: in plaats van etnisch minderhedenbeleid wordt gekozen voor generiek beleid om achterstanden weg te werken. Dat betekent dat de focus verandert van specifieke aanpak van Antilliaanse risicogroepen naar eigen verantwoordelijkheid om hulp te zoeken in het aanbod van reguliere instellingen. Elke burger - ongeacht etniciteit - moet op eigen kracht zelfstandig een bestaan opbouwen. De gedachtegang hierachter is dat nooit een causale relatie is aangetoond tussen etniciteit en sociale achterstanden. Bovendien stelde de nota van het kabinet ‘Integratie, binding, burgerschap’ in 2011 al dat het in een betrokken samenleving gaat om wat bindt, niet wat scheidt. Niet afkomst, maar toekomst telt.
Omslag realiseren
Jurenne Hooi was de drijvende kracht achter de denktank die werd opgericht om deze omslag te realiseren. Ook de Curaçaose gemeenschap in Nederland was actief betrokken bij het werken aan
Jurenne Hooi: “We kunnen een prachtige synergie bereiken als de Antilliaanse en Nederlandse manier van denken bij elkaar komen.”
een realiseerbaar advies aan de 22 Antillianengemeenten. Hooi: “We stelden een model op waarbij zorgvragers van Antilliaanse en Arubaanse herkomst met steun van familie en naaste omgeving de verantwoordelijkheid gingen oppakken om uit te zoeken welk hulpaanbod er was en hoe die hulp in te roepen.” Het advies werd een drievoudig pleidooi: de Antil¬liaanse en Arubaanse gemeenschap diende bij te dragen aan de burgergemeenschap, instellingen moesten zorg op maat bieden aan de burger (niet ‘de’ Antilliaan), overheden dienden dit te regisseren. Dit wordt bedoeld met de ‘kanteling’ in zorg. Vertrekpunt is de leefwereld van de burger met zijn sociale netwerken, in-
stellingen sluiten daarop aan. Daarbij heeft Hooi wel een paar indringende oproepen: “We vragen de Antillianengemeenten in Nederland die overzeese samenwerkingsverbanden hebben een einde te maken aan de versnippering van goedbedoelde inzet. Maak gezamenlijk één plan met de focus op een beperkt aantal terreinen, bijvoorbeeld onderwijs. Daarbij is het voor de eigen verantwoordelijkheid van Antillianen en Arubanen noodzakelijk om uit een vermeende slachtofferrol te stappen.”
Arbeidsethos
Jurenne Hooi loopt, druk pratend met de telefoon aan haar oor, gebarend naar iedereen, met korte pasjes door de gangen van MaDi, de instelling
waarvan ze sinds 2005 directeur is. Met haar niet aflatende inzet bereikt ze veel, maar ze kwam een aantal jaren geleden ook in opspraak vanwege misstanden bij schuldhulpverlening: fraudezaken, gebrek aan controle en slecht functioneren. Hooi vocht terug, er kwam rectificatie en ze pakte de draad onverminderd op om lijn in haar organisatie te brengen. Als dochter van een moeder van Sta Rosa en vader van Banda’bou kreeg Hooi een calvinistische strenge opvoeding. Vader - en later haar zus - had een zaak in luxe huishoudelijke spullen, La Belle interieur in Jongbloed. Ze werd gevormd door het arbeidsethos van vader, de ijzeren wil van moeder en de integriteit van beiden.
Business
zaterdag 14 juni 2014
15
maar de toekomst telt
droom geven’
“Ondanks dat het streng was, voelde ik me veilig, er waren weinig zorgen, er was nooit sprake van geweld. Mij werd geleerd dat als je met respect met jezelf omgaat, een ander ook respect heeft voor jou.” Dat zij zo vecht tegen onder meer de schuldenproblematiek van Antillianen stamt wellicht ook uit haar opvoeding: “De nadruk lag op sparen, in elk geval geen geld uitgeven wat je niet hebt.” Ook wat betreft relaties hadden haar ouders een eenduidige visie: “Als het in plaats van optellen en vermenigvuldigen uitloopt op aftrekken en delen, moet je stoppen. Eén en één kan nooit minder dan twee zijn.” Na de Jeanne d’Arc lagere school in Sta Maria en het Peter Stuyvesant College trok Jurenne Hooi naar Maastricht om gezondheidswetenschappen te studeren. Na een stage bij de GGD op Curaçao - met de bedoeling er te blijven - keerde ze toch terug naar Nederland waar ze op haar 33e promoveerde in hart- en vaatziekten. Via de GGD in Haarlem en vervolgens in Amsterdam, maakte ze in 2005 de overstap naar de psychosociale zorg van MaDi. “Behalve maatschappelijk werk bieden we sociaal raadsliedenwerk en schuldhulpverlening en richten ons op de gebieden geld en werk, huwelijk en relatie, ruzie en geweld, verlies en rouw, huisvesting, ouderenwerk en preventie. Deze sociale zorg is onlosmakelijk verbonden met gezondheidszorg, het zijn de keerzijden van een munt.” Overigens werkt MaDi nauw samen met Profor, een instelling die zich tevens richt op maatschappelijke dienstverlening (zie het artikel in de Ñapa van 15 maart 2014).
Oneigen procedures
“Het merendeel van onze hulpvragers zijn Surinamers en Afrikanen, vooral Ghanezen en sinds ons project drie jaar geleden ook veel Antillianen. Een derde is autochtoon Nederlands. Onze hulpverleners zijn zeer divers qua nationaliteit: Marokkaans, Turks, Arubaans, Curaçaos, Spaans, Pakistaans, Afghaans, Surinaams, zij begrijpen vaak de hulpvraag beter. De culturele sensitiviteit, de effecten van opgroeien in de Cariben, speci-fieke communicatiecodes zijn noodzakelijk
voor het goed begeleiden van Antillianen. Ik werk graag met Surinaamse/Antilliaanse hulpverleners, die pakken problemen op vanuit hun creativiteit, kunnen als geen ander out of the box denken.” Het grootste probleem is volgens Hooi de familie-systeemproblematiek. “Al zijn we zes generaties verder, het lost niet snel op, gaat generatie op generatie verder. Het zit hem hierin: mensen van andere culturen dan de Nederlandse hebben niet direct tools om deze maatschappij te begrijpen. Zwarte mensen hebben veelal een orale traditie, die van Nederland is op papier.” Je moet behalve het systeem van communicatie dus ook de taal goed beheersen én de discipline bezitten alles te lezen en te begrijpen. “Ondanks dat zwarte mensen juist door hun slavernijverleden hun creatieve kant hebben ontwikkeld - omdat ze niet mochten schrijven en lezen overleefden ze door creativiteit - geloof ik er niet in dat ze met deze verworvenheden ooit de Nederlandse procedures, processen en structuren onder de knie krijgen. Zij bereiken hun doel op zo’n andere manier. Ik maakte het mee met carnaval. De praalwagens waren in de verste verte niet klaar, maar als om tien uur wordt begonnen is al-
les gereed, zonder enig plan van aanpak. Het gebeurt gewoon, het is niet in plannen vast te leggen. Men weet het resultaat.” Deze creativiteit is onmogelijk in Nederlandse protocollen vast te leggen. Nederlandse planmatigheid Hooi voert deze Nederlandse planmatigheid terug op het overleven van het land. De eeuwige strijd tegen het water, daarvoor moet je plannen maken, de vier jaargetijden die je dwingen vooruit te kijken, oogsten om ook voor de winter voldoende te hebben. “Het zit in dit volk zo te denken en te organiseren vanuit overleven. Beide volken hebben een geheel andere manier van overleven aangeleerd, maar hoe breng je die samen? Als we een gelijke basis voor de twee denkwijzen vinden, kunnen we een revolutie in denken en handelen ontketenen.” De Antillianenproblematiek in Nederland baart Hooi grote zorgen. “Ons dagelijks werk in Zuid Oost is het oplossen van schulden, huisvesting, taal en juridische kwesties.” Eén van de dingen die moet veranderen is de kijk op Nederland vanuit de eilanden. “Stap uit die droom dat Nederland het paradijs is. Als je hier je huur niet kan betalen, sta je
op straat. Op Curaçao vind je altijd wel een bord eten, hier niet. Voordat je naar Nederland komt, bereid je voor. Je tante kan zeggen dat je bij haar kunt wonen, maar wat als haar uitkering stopt en ze jou op straat zet. Je hebt niet meteen een baan, huisvesting. Ik kan niet vaak genoeg zeggen, het is zo anders dan waar je vandaan komt. De regering wil ik aanraden, open een loket voor mensen die naar Nederland willen en geef ze informatie.” Grote zorgen maakt Hooi zich ook om het eiland Curaçao. “Ik zie het achteruitgaan, alle verhalen over seksueel misbruik, het feit dat er kinderen zijn die geen eten hebben. Door het ontbreken van een fatsoenlijk politiek beleid de afgelopen tijd verdwijnt langzaam het gemeenschappelijk gevoel. In de materialistische samenleving waar de grote auto en het goud tellen en waar de rapcultuur - waarin vrouwen worden gezien als hoeren - wordt geromantiseerd, zijn de rolmodellen ver te zoeken. We moeten mensen weer een droom geven, de gemeenschapszin teruggeven. We moeten elkaar helpen, het samen doen. Het is net zoals met een leger: vecht je in je eentje, win je nooit een oorlog, met een heel leger zijn je
overlevingskansen een stuk groter.” Daarmee is direct weer de brug geslagen naar de nieuw te vormen burgermaatschappij, waarbij categoraal denken moet stoppen. Er zijn inmiddels mooie voorbeelden van. De Stichting Welzijnsbevordering Antillianen en Arubanen (SWA) maakte in 2012 een doorstart als instelling voor interculturele zorg en welzijn (IcZW) en ‘kantelde’ daarmee als zodanig de zorg. Een ander voorbeeld betreft Amsterdam; toen de stad constateerde dat de verbetering van de positie van de Caribische Amsterdammers niet snel genoeg ging, werden concrete projecten samengebracht onder één Programma Caribische Amsterdammers, PCA, waarbij een integraal team, dat feeling heeft met de doelgroep, samenwerkt maar waar de verantwoordelijkheid bij de zorgvrager ligt. Hooi: “Eigenlijk is de boodschap, u bepaalt zelf hoe snel u uit de problemen bent. Gaat u zitten, zitten we mee, gaat u slapen, slapen we mee, gaat u rennen, rennen we mee.” Kortom, de zelfstandige burger centraal, die ongeacht zijn afkomst zijn weg weet te vinden in de Nederlandse samenleving en indien nodig in de Nederlandse hulpverlening.
Business
16
Geweld op de werkvloer
zaterdag 14 juni 2014
Mens & Werk
Steeds meer mensen worden op hun werk geconfronteerd met agressief gedrag. De gevolgen daarvan kunnen ingrijpend zijn. De werkgever is verantwoordelijk voor een veilige werkplek en de werkgever moet verplicht maatregelen treffen die voorkomen dat de werknemers niet te maken kunnen krijgen met verbale of fysieke agressie. Tekst: Judice Ledeboer
O
nder agressie worden alle verbale en fysieke handelingen verstaan waarbij iemand wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen door collega’s, klanten, gasten, burgers of patiënten. Aan verbale en fysieke agressie gaat vaak een periode vooraf van spanningsopbouw, waarbij er gevoelens van frustratie bij de ‘dader’ worden opgeroepen. Mensen die verbaal niet sterk zijn uiten hun frustratie dan op een fysieke wijze. Zij gaan met deuren slaan, trappen tegen stoelen en bureaus, en erger, ze gaan slaan, pakken iemand bij de keel, dreigen met een wapen of ze gaan zelfs vechten. Als er fysiek geweld plaatsvindt zijn de mensen die daarbij betrokken zijn vaak geschokt en ze weten op het moment zelf niet zo snel hoe ze moeten handelen. In eerste instantie is het belangrijk dat er geen gewonden kunnen vallen en moe-
ten mensen een veilige plek zoeken en zo snel mogelijk weggaan bij de gewelddadige persoon. De persoon die fysiek gewelddadig is moet natuurlijk gekalmeerd worden, maar dat zal met de grootste voorzichtigheid gedaan moeten worden. In discussie gaan helpt niet. Het helpt wel om de gewelddadige persoon te kalmeren, zodat de onrust er niet meer is. En als de gewelddadige persoon een wapen bij zich heeft, al is het maar een bos sleutels waar hij (of zij) mee loopt te zwaaien is het belangrijk om te zorgen dat dat wapen wordt afgegeven of in ieder geval ergens wordt neergelegd zodat niemand er meer aan kan komen. Er zijn beroepen waar het risico dat men met geweld te maken krijgt groter is dan bij andere beroepen. Dat zijn beroepen zoals veiligheidsbeambte, chauffeur van geld- en waardetransporten, politieagent of gevangenenbewaarder, maatschappelijk werker en hulpverlener. Deze mensen
krijgen trainingen om te leren om te gaan met agressie, verbaal en fysiek, maar als het gebeurt is iedereen toch altijd diep geschokt en er zijn mensen die nooit meer kunnen werken door een opgelopen trauma. Iedereen denkt: het zal mij nooit overkomen en als het zover is weet ik wat ik moet doen. Maar in de praktijk werkt dat vaak niet op die manier. Emoties worden te diep geraakt door schrik en angst. Maar ook op de ‘gewone’ werkvloer komt verbaal en fysiek geweld voor. Onlangs vond er bij een middelgrootbedrijf een gebeurtenis plaats waarbij een medewerker een directielid fysiek aanviel. De medewerker pakte de directeur hardhandig bij de keel beet. Hij liet gelukkig snel los en liep weg. De directeur schrok van wat de medewerker had gedaan en reageerde niet direct. Hij was niet voorbereid op een fysieke aanval van een medewerker. Hij had er nog nooit aan gedacht dat hij ooit op het werk zou wor-
den aangevallen. Deze actie van de medewerker was reden voor ontslag op staande voet, maar de directeur was overdonderd door deze aanval. Hij wilde zich ook niet laten verleiden tot een heftige tegenreactie waardoor de situatie weleens uit de hand had kunnen lopen. In deze situatie was de spanning tussen beide heren al geruime tijd aanwezig. In dit geval toont de agressieve medewerker zeer manipulerend gedrag en weigert hij bepaalde werkzaamheden die wel bij zijn taken horen te doen. In het verleden werd hij daar nooit op aangesproken, maar de nieuwe directeur deed dat wel. En daar was de medewerker niet van gediend. De spanning liep op toen de directeur hem een keer aansprak op iets wat er moest gebeuren. De medewerker werd boos en greep de directeur naar de keel. De directeur heeft zich na dit incident laten adviseren over de mogelijkheden die er zijn om te reageren op fy-
siek geweld van medewerkers. Er is in het dossier van de medewerker een aantekening gemaakt. Dit is de medewerker ook gemeld. En er is een mededeling uitgegaan naar al het personeel dat er bij iedere vorm van fysiek geweld wordt opgetreden en dat er zelfs op staande voet ontslag kan volgen. Er is nooit meer over het incident gesproken. Gezien de vele spanningen die mensen tegenwoordig hebben zijn mensen soms wandelende tijdbommetjes en wil niemand het slachtoffer worden van een onverwachte uitbarsting. Preventieve maatregelen zijn dus belangrijk. Verbale agressie komt vaker voor. Onder verbale agressie valt het spreken met stemverheffing, schreeuwen, schelden, vloeken en lastigvallen. Ook discriminerende opmerkingen kunnen als agressief worden opgevat. Deze uitingsvormen zijn zowel in het persoonlijke als in telefonisch contact mogelijk en tegenwoordig vindt er ook via de e-mail veelvuldig verbaal agressief geweld plaats. Veel mensen voelen zich eenzaam en bang in situaties waarin verbale agressie plaatsvindt. Ze weten niet hoe ze moeten reageren en reageren dan helemaal niet. Ze accepteren het, maar de spanning kan oplopen en dat kan weer tot allerlei problemen leiden, zoals langdurige ziekte. Werkgevers zijn verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van ‘arbeidsbelasting’ (verbaal en fysiek geweld) aan te pakken. Strenge regels en de mogelijkheid om melding te doen van verbale en fysieke agressie moeten er bij ieder bedrijf zijn en de werknemers moeten er ook op kunnen vertrouwen dat er iets gedaan wordt met hun klacht inzake verbaal en fysiek geweld op het werk.
Business
zaterdag 14 juni 2014
17
Over organiseren, ondernemen, managen De toekomst (11) In 1982 publiceerde Tom Peters zijn baanbrekende werk ‘In Search of Excellence’. Baanbrekend ook omdat dit het eerste managementboek was dat wereldwijd gelezen werd door managers, ondernemers, aankomende managers en door iedereen die belangstelling had voor management en voor het begrip kwaliteit. Er werden maar liefst 7 miljoen kopieën van verkocht in vele talen en het leidde tot de ontdekking van het werk van W. Edwards Deming, de grootste en beste kwaliteitsexpert die de wereld ooit gekend heeft.
Management
Tekst: Jan de Ruijter
W
. Edwards Deming introduceerde onder meer het begrip ‘Constancy of Purpose’ dat ons uiteindelijk de inzichten gaf van langetermijnmanagement, de drie P’s van People, Profit en Planet en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen oftewel corporate social responsibility (CSR), ook vaak betiteld als het Rijnlandse model, de Living Company, corporate conscience, corporate citizenship of responsible business, is één van de kenmerken van het goede, moderne bedrijf zoals dit in de laatste afleveringen van deze serie werd beschreven. Het wordt door talrijke goede, grote bedrijven van hoge kwaliteit bedreven en The Walt Disney Company, Google, Microsoft, Cheesecake Factory, Starbucks, Virgin Airlines, Panera Bread, Tom and Jerry’s, Johnson and Johnson, Intel, BMW, Toyota en Nestlé zijn enkele klassieke voorbeelden van organisaties die heilig geloven in de moderne bedrijfsvoering en alles afweten van de werkplaats van de toekomst en van begrippen zoals Mutual Commitment en Mutual Fulfillment. Klanttevredenheid is 100 procent bij deze bedrijven, is van-
zelfsprekend, is ieders verantwoordelijkheid, staat op de eerste plaats op een ieders job description, en er wordt heel veel gedaan voor klanten en voor het personeel en de bedrijven zijn enorm winstgevend. Betekent dit de overwinnning van de kwaliteitsbeweging, van de Malcolm Baldrige Foundation, de EFQM (European Foundation for Quality Management) en INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit)? Helaas niet. Nauwelijks. Ik herinner mij nog als de dag van vandaag hoe In Search of Excellence een paar jaar mode was in het bedrijfsleven, het werd verplichte lectuur, er werd veel over gepraat... maar de bottom-line, de maandelijkse winst bleef het enige dat gemeten werd, uiteindelijk bleef het slechts te gaan om geld, om winst, om de beurskoers van de aandelen, de korte termijn en de snelle promoties van regionale directeuren en topmanagement. Dat is en blijft de Amerikaanse instelling; de Amerikaanse manier van zakendoen is altijd gebaseerd geweest op de drie elementen van greed, sales en kortetermijndenken. Greed: In op realiteit gebaseerde films konden we zien hoe de eerste immigranten in Amerika overal vlag en bordjes in de grond staken met hun naam erop om aan te geven dat
de omliggende grond van hen was, zie bijvoorbeeld de film Far and Away met Tom Cruise over de Land Run van 1893. Sales: ook in Western movies was al te zien hoe de dorpsdokters flesjes met water of alcohol verkochten als geneesmiddel tegen wat dan ook. Zo was het en zo is het nog steeds. Van alles wordt er maar bedacht om te verkopen. In een tiental jaren heb ik meer dan 100 apparaten en machines gezien die aan de man gebracht worden om slank te worden en om een six-pack op iemands buik te toveren. En elke keer denk ik, hoe bedenken ze het toch. Het werkt voor geen meter want afvallen en sixpacks hangen af van wat je eet, de leveranciers en promoters weten dat ze de boel beduvelen maar dat mag in Amerika. Een uitgebreid rapport onthulde voor de zoveelste keer dat allerlei crèmes op je huid om er jong en rimpelloos uit te zien puur bedrog zijn, maar ook dat mag. De uitdrukking greed kwam in de mode toen de financiële wereld en de bankiers door greed en bonussen zorgden voor de wereldwijde financiële crisis maar greed heeft altijd bestaan en blijft bestaan vooral in Amerika. Larry Hagman speelde episodes in de bekende Amerikaanse soap ‘Dallas’ voor het toentertijd schandalige bedrag van 75.000 dollar, elke bekende soap-ster eist nu tussen de 400.000 en 700.000 dollar per episode. Een beetje boxer krijgt 30 miljoen dollar voor een bokswedstrijd. De wereldbekende voetballer Roberto Baggio werd in 1990 verkocht aan Juventus voor het recordbedrag van 9 miljoen euro, nu is de prijs van een topvoetballer 100 miljoen. Greed, sales, geld, winst en snel op de korte termijn zullen altijd blijven bestaan zeker in de wereld van het neo-liberalisme, de westerse wereld die met de dag meer onder invloed van Amerika en de Amerikaanse cultuur komt. Trendwatchers voorspelden dat de nieuwe jonge generatie tot een gedragsverandering zou komen onder de naam generation G, dat staat voor generosity in plaats van greed. Maar tot een doorbraak is dat nooit gekomen. In Amerika en de rest van de wereld zullen begrippen zoals Mutual Commitment en Mutual Fulfillment voorbehouden zijn aan de verlichte denkers. Voor zover we
voorspellen kunnen, blijft het Amerikaanse voorbeeld van greed, winstbejag en kortetermijndenken, nog heel lang dominerend. Heel vreemd natuurlijk voor diegenen die weten dat managen met sociale verantwoordelijkheid niet alleen veel gemakkelijker, rustiger en gezonder is maar ook nog eens meer winstgevend. Het grote probleem is helaas dat het tegen de eeuwenoude cultuur van de mens is, het is iets onnatuurlijks. Ons natuurlijk gedrag is egoïstisch, dit is van mij, daar blijf jij vanaf, ik eerst. Dat gedrag heeft nu al zo’n 130.000 jaar oefening gehad, dus van dat gedrag komen we niet zomaar even af in een paar jaar tijd. Voor zover ik het kan voorspellen blijft modern management voor verlichte denkers en delft de kwaliteitsbeweging voorlopig nog het onderspit tegen aartsvijand het Amerikaanse neoliberalisme met de drie P’s van Profit, Poen en Pegels. Tegen welke systemen vechten de CSRen de kwaliteitsbewegingen? 1. Tegen de egoïstische Ik-cultuur die 130.000 jaar oefening heeft gehad. 2. Tegen het neo-liberale systeem van Profit, Poen en Pegels. 3. Tegen alles en iedereen die het verouderde maar nog steeds gehandhaafde Command & Control-systeem beoefenen. Klantontevredenheid gaat hand in hand met Command & Control en is daar een uitvloeisel van. Op onze eilanden zijn Command & Control en de variant daarop Patriarchaal Management dat we bij bijna alle familiebedrijven nog zien, de meest toegepaste managementsystemen. 4. De McDonaldization. Helaas zie ik dit de toekomst worden. Bedrijven zijn keihard bezig door middel van kennis en innovatie alle werkprocessen dusdanig te vereenvoudigen dat het vroegere vakmanschap versimpeld wordt tot het eenvoudig bedienen van een instrument of machine waarbij de factor arbeid geen eigen vaardigheid meer behoeft, bijna hersenloos uitgevoerd kan worden en werknemers gezien gaan worden als vervangbare handen en nummers zoals aan het begin van de Industriële Revolutie, maar nu met een nieuw, mooi jasje aan. (Wordt vervolgd)
Business
18
zaterdag 14 juni 2014
Onterechte belastingaanslag: wat te doen? (1) Het opleggen van belastingaanslagen gaat merendeels goed. Soms gebeurt het echter dat een belastingplichtige een onterechte aanslag ontvangt. Bijvoorbeeld een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor spaarrente die niet genoten is of een naheffingsaanslag winstbelasting terwijl een aftrekpost ten onrechte niet is geaccepteerd.
B
ehalve te hoge belastingbedragen kan het ook zijn dat een aanslag ten onrechte is opgelegd omdat niet aan de formele vereisten is voldaan. Bijvoorbeeld de termijn voor het opleggen van de aanslag is verlopen of voldoet niet aan de vormvereisten. Wat te doen bij een onterechte belastingaanslag? In het eerste deel van dit tweeluik worden de belastingaanslag, het bezwaar en bijkomende onderwerpen behandeld. In deel 2 volgt onder meer het beroep bij de rechter en de (onterechte) boetebeschikking.
Belastingaanslag
Een belastingaanslag is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan (een besluit). Een dergelijk besluit wordt opgelegd door een Belastinginspecteur. Het is de taak van een Belastinginspecteur om de juiste omvang van een te betalen belastingbedrag vast te stellen. Zoals elk individu maakt ook een Belastinginspecteur weleens een fout. Het vervelende van een dergelijke fout is dat een belastingplichtige tijd en geld moet besteden om het besluit te (laten) corrigeren. Simpelweg een telefoontje doen volstaat helaas niet. De formele weg om een belastingaanslag door de Inspecteur te laten herzien is middels het indienen van een bezwaarschrift.
Bezwaar tegen een belastingaanslag
Een bezwaarschrift is een schriftelijke reactie van een belastingplichtige waarin hij gemotiveerd aangeeft het niet met de opgelegde belastingaanslag eens te zijn. In de bezwaarfase wordt de Belastinginspecteur verzocht zijn beslissing tot het vaststellen van het betalen van belasting te heroverwegen voordat deze aan een belastingrechter wordt voorgelegd. Een bezwaarschrift dient onder meer te vermelden: de naam van de belastingplichtige, het adres, het cribnummer en de gegevens van de aanslag waartegen het bezwaar wordt gemaakt. Verder dient de belastingplichtige gemotiveerd aan te geven waarom hij of zij het niet met de aanslag eens is. Frases als ‘het klopt niet’ of ‘ik ben het er niet mee eens’ volstaan over het algemeen niet als motivering.
Tekst: Arthur C. van Aalst
Het kan soms bijzonder lastig zijn om een bezwaarschrift te motiveren. Dit is met name het geval als een belastingplichtige iets moet bewijzen dat geen betrekking op de belastingplichtige heeft of niet heeft plaatsgevonden. Zo zijn er gevallen dat de Belastingdienst achter een buitenlandse bankrekening komt maar deze buitenlandse bankrekening gehouden wordt door iemand met exact dezelfde initialen en achternaam en niet door de belastingplichtige die is aangeslagen. Of een buitenlandse bankrekening liep van 2008 tot en met 2010 en de Belastinginspecteur legt aanslagen op tot en met 2011. Ter bescherming van haar cliënten zijn vele bankinstellingen terughoudend met het verstrekken van een verklaring over het niet (meer) hebben van een bankrekening bij die instelling. Als gevolg hiervan wordt het voor een belastingplichtige moeilijk aan te tonen dat hij bij een bankinstelling geen rekening aanhield of in 2011 geen rente heeft genoten. Het indienen van een bezwaarschrift dient op tijd te gebeuren. Omwille van de rechtszekerheid heeft bezwaar maken als het ware een ‘houdbaarheidsdatum’. Binnen twee maanden na de dagtekening van de aanslag of het ter post bezorgde afschrift van de beschikking moet het bezwaar door de Inspecteur zijn ontvangen. Heeft een belastingaanslag geen datum, dan vangt de bezwaartermijn in beginsel niet aan. Desondanks is het raadzaam binnen twee maanden na ontvangst te reageren. Het is geen geheim dat de postbezorging op Curaçao een uitdaging is. Het komt voor dat een belastingaanslag pas na twee maanden vanaf de datum van de aanslag bij de belastingplichtige wordt bezorgd. Verwacht u discussie over de datum van postbezorging; bewaar de enveloppe met daarop mogelijk een stempel en een datum. Mocht over de datum van bezorging desondanks onenigheid ontstaan dan is het goed te weten dat de bewijslast over de datum van de terpostbezorging in beginsel bij de verzender van de post ligt. De belastingplichtige doet er verstandig aan om een kopie van het bezwaarschrift bij de Belastingdienst te laten afstempelen en van een datum te
laten voorzien. Hiertoe is een Inspecteur wettelijk verplicht. Heeft een belastingplichtige door omstandigheden meer dan twee maanden nodig voor het motiveren van zijn bezwaar dan kan een belastingplichtige ervoor kiezen eerst een zogenoemd pro-forma bezwaarschrift in te dienen. Een proforma bezwaarschrift heeft alle kenmerken van een regulier bezwaarschrift maar de (uitgebreide) motivering ontbreekt. Na ontvangst van het pro-forma bezwaarschrift krijgt de belastingplichtige gemiddeld zes weken de tijd voor het motiveren van zijn bezwaar. Indiening van een bezwaarschrift na de termijn van twee maanden levert niet-ontvankelijkheid van de belastingplichtige op. Ondanks deze niet-ontvankelijkheid is de ervaring dat de Belastingdienst van Curaçao in redelijkheid met een nietontvankelijk bezwaarschrift omgaat. Is evident sprake van een onterechte belastingaanslag, dan zal de Belastinginspecteur in de meeste gevallen tot een herziening van de belastingaanslag overgaan. In belastingtermen wordt dit ook wel de ambtshalve verleende vermindering genoemd. Een belastingplichtige kan tot vijf jaren gerekend vanaf de datum van het ontstaan van de aanslag verzoeken om een ambtshalve vermindering. Formeel kan dit verzoek zich alleen richten op een belastingaanslag, echter de Belastinginspecteur zal het verzoek ook in behandeling nemen als het een aangiftebelasting betreft (zie paragraaf 3. hierna).
Bezwaar tegen een aangiftebelasting
Een bezwaarschrift kan in beginsel alleen worden ingediend tegen een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Stel nu dat een ondernemer abusievelijk een onjuiste aangifte winst- of omzetbelasting heeft ingediend. De winst- en omzetbelasting zijn beide belastingsoorten die niet via een belastingaanslag worden vastgesteld. In dat geval biedt de wetgeving de ondernemer de mogelijkheid om binnen twee maanden na betaling van de winst- of omzetbelasting, bezwaar tegen de eigen aangifte winst- of omzetbelasting te maken. De opzet van het bezwaarschrift blijft gelijk
aan hetgeen in paragraaf 2 is besproken.
Vertegenwoordiging
Als een belastingplichtige moeite heeft met het opstellen van een bezwaarschrift, meer in het bijzonder met bijvoorbeeld de motivering, mag de belastingplichtige zich laten vertegenwoordigen. Het staat een belastingplichtige vrij om elke derde als vertegenwoordiger aan te wijzen. Dit hoeft niet specifiek een belastingadviseur of fiscaal advocaat te zijn. Om een belastingplichtige in een belastingzaak te vertegenwoordigen is een schriftelijke volmacht nodig. Uit de praktijk blijkt dat een Belastinginspecteur regelmatig om deze volmacht vraagt. Een Inspecteur heeft de bevoegdheid om een vertegenwoordiger te weigeren. Dit dient de Inspecteur met redenen te omkleden. Tevens heeft de Inspecteur het recht om de vertegenwoordiger te laten vergezellen van de belastingplichtige indien deze mondeling informatie moet verstrekken.
Kostenvergoeding
Belastingplichtigen maken doorgaans kosten in verband met het indienen van hun bezwaarschrift. Op verzoek van belastingplichtigen kunnen deze kosten ten laste van ‘s Lands-kas worden vergoed. Voor een kostenvergoeding moet er wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Zo dient de voor bezwaar vatbare beschikking door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht te zijn genomen. De kosten moeten zien op kosten die de belastingplichtige redelijkerwijs heeft gemaakt en zijn verleend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Er moet een redelijke verhouding zijn tussen de aard van de kosten en het geschil. Het verzoek om toekenning van een kostenvergoeding moet worden gedaan voordat de Belastinginspecteur op het bezwaar heeft beslist. Als het verzoek nadien plaatsvindt, komen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking. Om die reden adviseren we het verzoek om kostenvergoeding gelijktijdig met het indienen van het bezwaar te doen. De Belastinginspecteur beslist op het verzoek en neemt het bedrag van de kostenvergoeding op in
de uitspraak op het bezwaar.
Uitstel van betaling
De Belastinginspecteur draagt een belastingaanslag standaard ter invordering over aan een Ontvanger van de Belastingdienst. Een belastingplichtige dient binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet de aanslag te betalen (in sommige gevallen één maand). Afgezien van de verzending van het bezwaarschrift duurt de behandeling van een bezwaarschrift in de regel langer dan twee maanden. Om te voorkomen dat een belastingplichtige een onterecht opgelegde aanslag moet betalen en maanden op een teruggave moet wachten, is het raadzaam om tegelijk met het bezwaarschrift een verzoek om uitstel van betaling in te dienen. Een verzoek om uitstel van betaling wordt in een aparte brief aangevraagd en naar de Ontvanger gestuurd. Wordt slechts bezwaar gemaakt tegen een gedeelte van de aanslag, dan dient slechts voor dit gedeelte uitstel van betaling te worden aangevraagd. Uitstel van betaling wordt gevraagd voor de periode dat de belastingaanslag nog niet onherroepelijk vaststaat. Indien de bezwaarprocedure overgaat in een beroepsprocedure voor de belastingrechter valt ook deze periode onder het uitstel.
Horen
Sommige bezwaren lenen zich beter voor een mondelinge uitleg. In een bezwaarschrift kan een belastingplichtige verzoeken om te worden gehoord. Tijdens een hoorzitting kan de belastingplichtige mondeling tekst en uitleg over de feiten en omstandigheden geven. De ervaring leert dat een belastinginspecteur zelden overgaat tot het horen van een belastingplichtige en na ontvangst van het bezwaarschrift direct overgaat tot het nemen van een beslissing (de uitspraak op bezwaar). Tegen een ongunstige uitspraak staat een beroepsprocedure bij de Belastingrechter open. Hierover volgende week in het tweede deel meer. Arthur C. van Aalst is als advocaat-belastingkundige verbonden aan Baker Tilly Dutch Caribbean met vestigingen in Aruba, Bonaire, Curaçao en St. Maarten.
Business
zaterdag 14 juni 2014
Huurrecht
Alweer enige tijd geleden - in 2002 om precies te zijn - is in Aruba het Burgerlijk Wetboek (‘BW’) grotendeels gewijzigd, doch is een aantal onderwerpen terzijde gelaten. Inmiddels ligt er bij de Staten een wetsvoorstel waarmee wordt beoogd het BW verder te vernieuwen. Onder meer het huurrecht gaat in het wetsvoorstel op de schop. In deze column zal op de meest in het oog springende beoogde wijzigingen van het huurrecht worden ingegaan. Tekst: Misha Bemer
O
m te beginnen zal, wanneer het voorstel tot wet wordt, het huurrecht een stuk toegankelijker zijn dan thans het geval is. Op dit moment is het huurrecht namelijk geregeld in zowel het BW als in de Huurcommissieverordening, terwijl de Huurcommissieverordening sterk verouderd en moeilijk leesbaar is. Met het wetsvoorstel wordt beoogd om de Huurcommissieverordening te herzien én te integreren in het BW. Ook wordt beoogd de Huurcommissie meer spierballen te geven. Anders dan thans het geval is, zal met het worden tot wet van het wetsvoorstel de Huurcommissie een bevel tot ontruiming kunnen geven,
hetgeen een executoriale titel oplevert. Thans is het zo dat de Huurcommissie een verhuurder toestemming kan verlenen een huurovereenkomst te beëindigen. Echter, wanneer de verhuurder na verkregen toestemming de huurovereenkomst middels opzegging beëindigt doch de huurder weigert het gehuurde vrijwillig te ontruimen, dan dient de verhuurder vervolgens noodgedwongen naar de rechter te stappen, opdat deze een bevel tot ontruiming uitvaardigt. Met het wetsvoorstel wordt dus beoogd dat ook de Huurcommissie een dergelijk bevel kan uitvaardigen en dat wanneer de huurder na betekening van het bevel weigert te vertrekken, de deurwaarder, desnoods met assistentie van politie, tot ontruiming kan overgaan. Addertje onder het gras is
19
Op handen zijnde wijzigingen van het Arubaans huurrecht
evenwel dat de Huurcommissie - anders dan de rechter haar bevel tot ontruiming niet uitvoerbaar bij voorraad kan verklaren. Dit wil zeggen, dat wanneer de huurder beroep aantekent tegen de beslissing van de Huurcommissie - dit dient bij de rechter te geschieden - de verhuurder in ieder geval hangende de beroepsprocedure niet tot ontruiming kan overgaan. Dientengevolge blijft de gang naar de rechter in kort geding zonder meer nuttig, wanneer de huurder tekort schiet in diens verplichtingen jegens de verhuurder. Nog daargelaten dat de kortgedingprocedure een snelle procedure is, geldt dat de rechter in kort geding doorgaans desgevraagd een bevel tot ontruiming uitvoerbaar bij voorraad verklaart, zodat de verhuurder vrijwel direct tot ontruiming kan overgaan, ongeacht of de huurder hoger beroep instelt. De gang naar de kortgedingrechter blijft daarmee zonder meer het overwegen waard, te meer nu uit het wetsvoorstel volgt dat de Huurcommissie de huurder desgevraagd een termijn kan gunnen om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Kortom, heb je als verhuurder te maken met een huurder die de huur niet dan wel niet tijdig betaalt en wil je op korte termijn met een andere huurder in zee dan lijkt het aanhangig maken van een kort geding, nadat je de huurovereenkomst buitenrechtelijk hebt ontbonden, onverkort de gangbare weg. Voorts noemenswaardig is dat beoogd wordt de grens tot welke de regeling van huurprijsvaststelling door de Huurcom-
missie toepasselijk is, te wijzigen. Thans is het zo dat de Huurcommissie desgevraagd de maximale huurprijs van woonruimte - en overigens in beginsel ook van bedrijfsruimte - kan vaststellen wanneer de historische kostprijs van de woonruimte minder dan 100.000 florin bedraagt. In het wetsvoorstel wordt deze historische kostprijs losgelaten. Dit is mijns inziens een goede ontwikkeling, onder meer nu lang niet altijd de historische kostprijs kan worden achterhaald. Uit de Memorie van Toelichting blijkt voorts dat wanneer de woonruimte in andere handen is overgegaan het als onredelijk wordt beschouwd tegenover de verhuurder om de huurprijs af te leiden van de kostprijs van de eerste eigenaar in het verleden. In plaats daarvan wordt de grens tot welke de huurprijsvaststelling door de Huurcommissie toepasselijk is, gesteld op een marktwaarde van 150.000 florin. Overigens is het niet de bedoeling de beoogde wijziging van het bestaande systeem van de ene op de andere dag van toepassing te doen zijn; voor bestaande huurovereenkomsten wordt beoogd een overgangsregeling van enige jaren te hanteren. Overigens houdt het wetsvoorstel de weg open om voor woningbouwcorporaties niet de marktwaarde maar de geïndexeerde bouwkosten, waaronder de waarde van de grond, als basis te nemen en dus op de oude voet door te gaan. Dit, blijkens de Memorie van Toelichting, op verzoek van diezelfde woningbouwcorporaties. Tenslotte is noemenswaardig
dat het wetsvoorstel een nieuwe gebrekenregeling bevat, ter verdere verbetering van de positie van de huurder. Zo is in het wetsvoorstel geregeld dat de verhuurder in beginsel verplicht is gebreken te verhelpen, bij gebreke waarvan de huurder dit zelf kan doen en de daarmee gemoeide kosten op de verhuurder kan verhalen, desnoods door deze in mindering van de huurprijs te brengen. Voorts is in het wetsvoorstel geregeld dat de huurder in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek vermindering van de huurprijs kan vorderen. Al met al kan worden geconcludeerd dat het wetsvoorstel een - overigens hoognodige - facelift van het Arubaans huurrecht beoogt welke, wanneer deze wordt doorgevoerd, zowel huurders als verhuurders ten goede zal komen.
Misha Bemer is advocaat en partner bij HBN Law op Aruba
20
Business
zaterdag 14 juni 2014
Beroeponder de loep.
‘Dans leer je voor het leven’
In de rubriek ‘Beroep onder de loep’ vertellen mensen over hun ervaringen in hun beroep. Deze week: Nina Fischer. Tekst en foto: Marja Berk Nina Fischer is dansdocente bij dansschool Turning Point. Dansen is haar passie en dat blijkt uit haar enthousiasme in het verhaal. Dans even mee... Wat houdt je werk in? “Ik geef 18 tot 20 uur dansles per week aan kinderen vanaf 8 tot en met 23 jaar. Ik ben ook afgestudeerd in kinderdans, zoals dat heet, in klassiek ballet, jazz en modern. In deze disciplines geef ik dus les, heb er ook mijn hbodiploma voor en ik vind het nog steeds geweldig om te
doen.” Wat zij niet leerde was hiphop, maar Nina vindt dat zelf zo leuk dat ze zich daar in verdiepte. Ook les in hiphop dus. Ze komt oorspronkelijk uit Duitsland en studeerde in Nederland op de dansacademie in Arnhem. “Ja, dat heb ik vier jaar gedaan en in 2006 ben ik afgestudeerd.” Als docente vergadert ze ook regelmatig, praat over leerlingen, organiseert voorstellingen en overlegt soms met de ouders. “Dans doceren is ook een stukje opvoeden. Er moet discipline worden bijgebracht.” Hoe lang doe je dit werk al? “In 2006 ben ik dus afgestudeerd. Maar toen ik bij de dansschool in Duitsland nog leerling was, kreeg ik van mijn docente al de kans om les te geven. Ze vond dat ik iets met mijn talent moest doen en ik greep die kans met beide handen aan. Daarna ben ik dus naar Arnhem vertrokken om de academie te doen en ook daar werd ik gevraagd les te geven.” Nina
benadrukt dat het moeilijk en zwaar was, maar ze heeft er veel geleerd. “Het was voornamelijk een leuke periode en ik heb nog steeds mijn contacten in Arnhem.” In Dortmund gaf ze drie jaar les, danste op een cruiseboot, zat in Shanghai en San Francisco. “Maar dat was voornamelijk om te dansen en niet om te doceren.” Eens per jaar neemt zij een pauze en vertrekt gedurende een paar maanden naar het buitenland om aan dansprojecten te werken. “Ja, dat is voornamelijk om inspiratie op te doen. Het is soms moeilijk je creativiteit te voeden als je steeds op dezelfde plek bent. Als ik dan terugkom loop ik over van energie en inspiratie. Dan is de batterij weer opgeladen.” Wat is het leukste aan je werk? Daar hoeft ze niet lang over na te denken: “Het is elke dag anders. Ik werk met verschillende groepen en dat geeft
veel diversiteit.” Nina vindt veel voldoening in de groei van haar leerlingen. “Dat is emotioneel gezien mijn salaris. De kinderen begeleiden, lesgeven en te zien hoe ze zich ontwikkelen in de dans. Ik zie het plezier in hun ogen als ze dansen en dat is geweldig!” Ze straalt haar prachtige gebit bloot wanneer ze dit vertelt. “Dans leer je voor het leven en het mooie is dat ik kinderen ook discipline kan bijbrengen. Want geloof me, als je geen discipline hebt, red je het niet. Maar er zit heel veel talent op Curaçao, hoor!” Wat is het minst leuke aan je werk? Bij deze vraag blijft het even stil. Peinzend kijkt Fischer voor zich uit en dan komt het: “Soms is het lastig om steeds nieuwe dingen te verzinnen. Dat is natuurlijk de reden dat ik er soms tussenuit piep.” Daarnaast vindt ze het moeilijk les te geven aan kinderen die entertained willen worden en geen moeite
willen doen om het doel te bereiken dat ze voor ogen heeft. “Tja, als je iets wilt bereiken moet je hard werken en ik loop soms tegen dat gebrek aan discipline aan. Ik heb wel meegemaakt dat we een voorstelling hadden en ik op korte termijn daarvoor een afmelding kreeg omdat het kind een feestje had. In mijn ogen kán dat niet!” Discipline hoort niet alleen door haar bijgebracht te worden, maar ook door de ouders, vindt Nina. “Ik loop ook aan tegen het feit dat veel kinderen met hun neus op de smartphone zitten, zonder belangstelling voor hun omgeving. Maar dat zie ik niet alleen bij kinderen, ik vind het ook een mankement in onze huidige samenleving. All over the world.” Was was je geweest als je dit werk niet had gedaan? “Politieagent!” Maar omdat haar omgeving dat niet geschikt voor haar vond, werd het iets geheel anders. Gelukkig maar.