Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 8 s e p t e mbe r 2 0 11 | nr 1 | 2 3 s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Ik geniet van het wroeten” Le ven na Leuven: david van re ybrouck, archeoloog, cultuurhistoricus en schrijver [14]
Faculteiten zoeken huiskunstenaars dertien vacatures voor ‘Facult y stars’ [2]
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
High five!
De Orientation Days waarmee de universiteit haar internationale studenten wegwijs maakt, kenden dit jaar een recordopkomst van 1.160 deelnemers. Naast een rondleiding in Leuven en Heverlee, infosessies en een dagtripje naar Brugge stond op 22 september ook een International Party in Alma 2 op het programma, georganiseerd door LOKO Internationaal. Het moge duidelijk zijn: de buitenlandse gasten zijn enthousiast over hun eerste dagen in Leuven.
De koffiekamer van de unief metaforum stelt holl ands college open voor gesprekken over de grenzen heen [3]
Vicerector Ludo Melis over de groei
“Blij maar alert” “Het aantal achttienjarigen stijgt al een tijdlang niet meer. Als je uit die groep meer generatiestudenten rekruteert, spreek je dus van reele groei.” Vicerector Onderwijsbeleid Ludo Melis is verheugd over de inschrijvingscijfers, maar toont zich bezorgd over sommige gevolgen van de flexibiliteit. Ludo Meyvis “Met onze cijfers gaat het goed. Op dit moment – 27 september – ronden we de kaap van de 6.000 generatiestudenten – studenten die zich voor het eerst inschrijven in het eerste jaar van een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs. In vergelijking met hetzelfde tijdstip van vorig academiejaar stijgt het aantal generatiestudenten met 4 %.”
Campagne heeft succes De grootste stijging doet zich voor binnen de groep Wetenschap & Technologie, waar meer dan 14 % groei is, en niet onbelangrijk: bij de meisjes zelfs 26 %. Melis: “Waaraan dat ligt, zou ik pas na grondiger onderzoek kunnen aangeven, maar het ziet ernaar uit dat de diverse campagnes om meer studenten en vooral meer meisjesstudenten aan te trekken naar de wetenschaps- en ingenieursrichtingen, éindelijk succes hebben. Bij Ingenieursweten-
schappen stijgen mannelijke en vrouwelijke generatiestudenten ongeveer gelijk, maar bij Bio-ingenieurswetenschappen zijn er dit jaar bijna 40 % meer vrouwelijke generatiestudenten. Hun mannelijke collega’s dalen daar dan weer met 10 %. Bij Wetenschappen zijn er zelfs bijna 50 % meer nieuwe meisjesstudenten. Dat zijn tamelijk indrukwekkende cijfers, vind ik.” “Bij Humane Wetenschappen is er een kleine stijging van 1,5 %, maar de generatiestudenten van Sociale Wetenschappen groeien dan weer met bijna 25 %. Die stijging kan alleszins niet volledig verklaard worden door de daling van bijna 8 % bij Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, een faculteit die jarenlang groeicijfers liet optekenen. Rechten en Economie en Bedrijfswetenschappen blijven ongeveer stabiel. Bij Theologie en Religiewetenschappen is de procentuele daling groot, net zoals de stijging bij Wijsbegeerte, maar door de
Verschijningsdata Campuskrant jg. 23
vrij kleine absolute cijfers in die faculteiten mag je dat niet te dik in de verf zetten.” “Bij Geneeskunde nemen de generatiestudenten met bijna 6 % toe, bij Farmaceutische Wetenschappen met 11,5 %, terwijl we bij FaBer een daling met 17 % noteren, een correctie na een spectaculaire groei de vorige jaren.” “Ik ben ook erg opgetogen over de groei van Kortrijk, waar 11 % meer generatiestudenten komen. Verder is er een gestage toename van het aantal schakelstudenten, momenteel 1.200. Dat zijn studenten die na een professionele bachelor een masterdiploma willen behalen.” “Wat de buitenlandse studenten betreft, zijn we uiteraard heel blij met de stijging van goed 16 %. Bij W&T zijn er bijna 12 % meer internationale studenten, bij Biomedische en Humane Wetenschappen is er een groei van 19 %.” pagina 6
nr. 2 – 26 okt 2011
nr. 3 – 23 nov 2011
“Altijd ruimte voor kwaliteitsverbetering” dubbelintervie w met rector waer en algemeen beheerder debackere [5]
Mantelzorg moet maatje groter doctor a at over nood a an e x tr a zorg in tijden van vergrijzing [8]
Vlaggen met verstand
tr ainingse xpert werner helsen helpt scheidsrechters be ter beoordelen [11]
“Bijna hele generatie gaat verloren” e xperts uit drie disciplines buigen zich over de honger in de hoorn van afrik a [13] nr. 4 – 21 dec 2011
nr. 5 – 1 feb 2012
nr. 6– 29 feb 2012
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
hoofdRedactie Griet Van der Perre, Reiner Van Hove
Redactie Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Julia Nienaber, Sigrid Somers, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Jos Stroobants, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen, Inge Verbruggen
Redactieadres Oude Markt 13 – bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 13,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
medewerkers Ward Neyrinck, Jaak Poot, Koen Vervloesem
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Inge Verbruggen T 016 32 40 15 Inge.Verbruggen@dcom. kuleuven.be
campuskrant
Gezocht: Faculty STARs! De Dienst Cultuur gaat samen met de dertien faculteiten op zoek naar evenveel Faculty Student Artists in Residence, die ze in het tweede semester zullen inzetten als huiskunstenaars. Op 10 mei komt al dat talent samen tijdens een groots slotevenement. Jos Stroobants “Wat is er aanwezig aan artistieke productie bij de studenten van onze dertien faculteiten? We willen het weten!” zegt professor Mart Buekers, die aan de K.U.Leuven alles wat met cultuur te maken heeft, bundelt. “Daarom trekken we het project Faculty STARs op gang. Dát er talent en kwaliteit is, daar ben ik rotsvast van overtuigd.” Kristien Jacobs van de Dienst Cultuur vult aan: “Elke discipline komt in aanmerking: schilderkunst, literatuur, beeldhouwen, dans, muziek, mode, design, fotografie, … noem maar op.” Tussen 26 september en 6 november kunnen studenten zich via www.facultystars.be kandidaat stellen en voorbeelden van hun kunnen uploaden. Als het om groepen of ensembles gaat, moet minstens de helft van de leden aan de betreffende faculteit studeren. Wie vindt dat een artistiek talent uit zijn kennissenkring niet mag ontbreken, kan zijn of haar naam doorspelen, waarna de
Dienst Cultuur contact opneemt met de student(e) in kwestie.
Artistieke motor In het najaar doen professionals uit elke kunstensector kritisch hun ronde van de kandidaten. Het publiek kan ondertussen meestemmen via Facebook. Uiteindelijk maakt elke faculteit een keuze uit een shortlist van vijf kandidaten – vier aangeduid door de jury, de vijfde door het publiek. Aan het begin van het tweede semester kennen we de namen van de dertien Faculty STARs. Elke STAR krijgt een peter of meter toegewezen uit de Leuvense culturele en artistieke scene, en die zorgt voor coaching en trajectbegeleiding. Op individuele websites en blogs kan je volgen welke weg er zo wordt afgelegd. Ten slotte zijn alle dertien gelukkigen aan het werk te zien en te horen op het afsluitende event in de Universiteitshal, op 10 mei. “Wat we vooral willen opzetten”, zegt professor Buekers, “is een doordachte machinerie die de geselecteerden moet ondersteu-
Professor Mart Buekers en Kristien Jacobs met het Faculty STARs-logo. (© K.U.Leuven | Rob Stevens)
nen, zowel via de eigen fans als de professionals. Dat is wat we al jaren, met succes overigens, proberen met onze subsidiepolitiek, maar nu reiken we nog verder naar de individuele artiest in spe aan onze universiteit. We willen hem kansen geven op een manier die nog geen enkele andere uni-
versiteit biedt, en onderzoeken ook nog mogelijkheden voor nawerking. Na het UUR KULtUUR en de Cultuurkaart vormen de Faculty STARs een nieuwe unieke artistieke motor aan onze universiteit.” www.facultystars.be
Oplage 32.500 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie.
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.
Joris steekt de draak Voor één keer eisen we het plekje naast de cartoon zelf op, om u welkom te heten in een nieuwe jaargang van Campuskrant. Als u door onze twintig pagina’s bladert, zult u enkele nieuwe rubrieken ontdekken. Zo belichten we onder meer een wetenschapstak die in een stroomversnelling zit en laten we knappe koppen uit verschillende disciplines los op een actueel thema. Voortaan duiken we ook elke maand een koffiekamer aan de universiteit binnen om er te luistervinken. Uw nieuws, uw lezersbrieven, uw reacties op artikels, uw suggesties: ze zijn meer dan welkom, onze mailbox zit nog lang niet vol. De krant die u vasthoudt, kwam ter wereld in een drukkerij die een milieuvriendelijk waterloos drukprocedé hanteert. Maar wees gerust: we proberen ervoor te zorgen dat de inhoud geen droge kost wordt. De redactie
[email protected]
28 september 2011
Nieuws 3 Geciteerd Eeneiig & oneens Het Nieuwsblad, 31.8.2011
Kevin Borlée won op het WK Atletiek de bronzen medaille. Zijn tweelingbroer Jonathan werd vijfde. Puik, maar is Jonathan niet een beetje jaloers? “Eeneiige tweelingen denken niet zo. Ze zien zichzelf als een eenheid en zelfs hun pijngrens is dezelfde”, zegt Robert Vlietinck, professor emiritus genetica. Hij deed veertig jaar lang onderzoek naar de wondere wereld van de tweeling. (...) “Tweelingen zijn ook identiek in smaken. Tijdens mijn onderzoeken vertelde een tweeling dat de ene een mooie das had gekocht in Brussel. Enkele dagen later komt hij zijn broer tegen en die had dezelfde das gekocht in zijn dorp, honderd kilometer verder.” Niet geheel onbelangrijk: vallen ze dan ook op dezelfde vrouw? “Neen, dat is het gekke. Hun vrouwen zijn meestal heel verschillend. Hoe dat komt, dat hebben we nog niet kunnen achterhalen.”
Spel & decibel (© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Mark Derez, Bart Pattyn en Anne Verbrugge in de kapel van het Hollands College
Opgeknapt Hollands College wordt ‘koffiekamer van de unief’
Discussiëren in (college)stijl “Een open huis voor gesprekken op het kruispunt van onderzoek, cultuur en belezenheid.” Dat moet het heropgefriste Hollands College worden, waar Metaforum een nieuw onderkomen krijgt. “We willen het zijn oorspronkelijke collegefunctie teruggeven.” Katrien Steyaert
Hollands College is typisch voor de 17de eeuw, toen Leuven ging dienen als kweekschool voor de contrareformatie. Er zijn meer dan 800 priesters voor de Hollandse Zending opgeleid”, weet Mark Derez van het Universiteitsarchief en Kunstpatrimonium. “Het is niet het oudste college in de stad maar wel het best bewaarde. Bij de afschaffing van de universiteit in 1797 en in de woelige tijden erna werden
“Als een droom…”, glimlacht Bart Pattyn, lid van de stuurgroep van Metaforum, als hij bedenkt dat die interdisciplinaire denktank van de K.U.Leuven binnenkort zijn intrek mag nemen in het Hollands College. “De samenwerking met de Divisie Monumenten van de Technische Diensten en met de Dienst Kunstpatrimonium verliep bijzonder vlot en voor Metaforum is dit een prachtige, nieuwe ontmoetingsplek.” De denktank onder leiding van Erik Schokkaert creëert ruimte voor overleg over de grenzen van faculteiten en vakgebieden heen. “Door de toenemende specialisatietendens dreigen onderzoeksgroepen aparte werelden te worden terwijl kennis voor de maatschappij pas echt rendeert in een breder kader. Metaforum zal in het Hollands College ook debatten organiseren, in het najaar bijvoorbeeld over academische vrijheid. Onze visieteksten worden vaak geraadpleegd en de reacties zijn over het algemeen positief, ook van de overheid. Dat vele colleges verkocht of gestript, we onze werking hier verder mo- uitgewoond door studenten of soldaten. Dit is het enige dat zo gen uitbouwen is ideaal.” intact is overgeleverd, lambriseParel aan de kroon ring en meubilair incluis.” Het Hollands College is niet zo- “De universiteit was dan ook maar een plek. Het is één van verheugd toen ze het pand en de ruim 40 colleges die de Oude zijn inboedel in 2008 kon kopen Universiteit telde en waar stu- van de zusters van Paridaens, die denten onderdak vonden. “Het er in 1812 een meisjespensionaat
“Dit college is een parel aan de kroon van het academisch erfgoed.”
het Huelgas Ensemble en Encantar repeteren zullen over de middag regelmatig concerten worden gehouden.” “De tuinkamer moet de koffiekamer van de universiteit worden – een primeur. We willen discussieren in een clubstijl maar zonder dat het elitair wordt. Bezoekers mogen in geen geval het gevoel krijgen dat dit het geprivilegieerde domein van een klein cenakel is. Deze plek moet echt van hen worden. Patrimonium dat een warm hart wordt toegedragen maakt meer kans op bewaring en bezieling. Maar meer nog dan dat willen we dit monument zijn oorspronkelijke collegefunctie teruggeven.” Metaforum droomt alvast Broodje debat hardop van een meer doorgedre“We zijn overtuigd van de meer- ven restauratie en op termijn een waarde van dit pand”, zegt Pat- School for Advanced Studies. tyn. “Academische reflectie impliceert historisch besef. Op dinsdag 4 oktober treedt het Begrijpen waarom we vandaag Huelgas Ensemble op in de kapel denken zoals we denken veron- (reserveren via Jelle.Zeedijk@ derstelt begrijpen waarom men oce.kuleuven.be – de plaatsen dacht zoals men dacht. Hier is zijn beperkt), op woensdag 5 de band met de geschiedenis van oktober opent rector Waer het de universiteit erg tastbaar en we Hollands College officieel (alleen willen dat met zoveel mogelijk op uitnodiging) en op dondercollega’s delen.” dagmiddag 6 oktober vindt de “De werkvergaderingen die we eerste broodjesmaaltijd plaats hier frequent zullen organiseren waar professor Mark Derez een verlopen natuurlijk in besloten lezing zal geven over de rijke kring. Maar elke donderdagmid- geschiedenis van het Hollands dag zijn alle geïnteresseerde per- College (iedereen is welkom). soneelsleden welkom in de au- Vanaf oktober is de tuinkamer thentieke refter voor een broodje toegankelijk voor het personeel en een debat. In de kapel waar van de K.U.Leuven, tussen 9 en ensembles als La Petite Bande, 17u.
waren gestart”, zegt Derez’ collega Anne Verbrugge. “We hebben meteen een inventaris gemaakt van het vroeg 19de-eeuwse kloosterinterieur met zijn erfenis uit de 18de eeuw.” “De prachtige binnenplaats, de rococokapel en –trap, en de intieme collegebibliotheek maken het tot een parel aan de kroon van het academisch erfgoed”, zegt Derez. “En dat mede dankzij de nonnen die er zich met veel liefde, vlijt en boenwas over ontfermd hebben. We kunnen alleen maar blij zijn dat Metaforum evenveel respect toont voor de genius loci en daar zelfs enig gebruikscomfort voor opoffert.”
Het Belang van Limburg, 21.9.2011
Uit een onderzoek in acht scholen blijkt dat zowel kinderen als leerkrachten op school aan schadelijke geluidsniveaus worden blootgesteld. “Op een speelplaats wordt bijna constant 90 tot 95 dbA geproduceerd”, zegt professor Lode Godderis. “Dat komt overeen met een elektrische drilboor.” De metingen werden in kleuterklassen, schoolsporthallen en op speelplaatsen gedaan. Opvallend: de schadelijke drempel van 85 dBA werd overal geregeld overschreden. In de sporthal was de luidste piek 127 dbA, wat overeenkomt met een startende straaljager. “Die uitschieter was er bij geschreeuw tijdens een spel. Door de infrastructuur van een sporthal galmt het geluid na. Dat nagalmen heeft zijn invloed op de spraakverstaanbaarheid. Hoe meer galm, hoe meer de stem verheven moet worden om verstaanbaar te zijn. Omdat leerkrachten het lawaai vaak willen overbruggen, zijn er 40 tot 60 procent leerkrachten met stemproblemen.”
Geven & nemen De Morgen, 23.9.2011
Vrouwen hebben bovenal seks omdat het hen een nieuwe handtas, een opgeruimd huis of gewoon aandacht oplevert. Tot die conclusie komt de vooraanstaande Amerikaanse psycholoog Roy Baumeister. “Ik hoor het vaak bij consultaties: als ze seks hebben, staat de vuilbak de volgende dag buiten en is de afwas gedaan”, zegt Paul Enzlin van het Interfacultair Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen. “Het is een relatief goed gedocumenteerd fenomeen. Is het verkeerd? Nee, dat zou ik niet zeggen. Veel menselijke relaties draaien om geven en nemen en dat is bij seks niets anders. In bed doen partners soms ook dingen gewoon om de ander te plezieren en omdat ze weten dat op een bepaald moment de rollen omgekeerd zullen zijn. Het hebben van seks is een vorm van uitwisseling die in wezen niet verschilt van zorgen voor de kinderen of het doen van huishoudelijke taken.”
4 Nieuws
campuskrant
Opening academiejaar 2011 2012
Een schitterende nazomerdag, behoorlijk wat volk op straat, meer heeft een mens niet nodig om het academiejaar feestelijk te openen.
Ludo Meyvis foto’s Rob Stevens en Patrick Holderbeke
Eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk
Musicians in residence Encantar
De stoet der togati – en ministers – in Kortrijk
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
(© Patrick Holderbeke)
De traditionele stoet der togati van de Universiteitshal naar de Sint-Pieterskerk bracht niet alleen heel wat toeschouwers op de been – zoals steeds viel de internationale belangstelling op – maar ook een aantal demonstranten. Er waren stille protestacties tegen dierproeven voor wetenschappelijke doeleinden en tegen het ontslag van een onderzoekster. Johan Vanpée ging de academische gemeenschap voor in de traditionele openingsmis. Rector Waer opende de academische zitting in de Pieter De Someraula met een toespraak over Kiezen voor de kern. “De realiteit is dat in ons land en in Vlaanderen in het bijzonder, het hoger onderwijs bijzonder goed scoort”, stelde hij. De commotie rond valorisering van onderzoeksresultaten en rond het intellectueel niveau van de studenten was dan ook ten onrechte, aldus de rector. Toch zijn er zeker bedreigingen voor ons hoger onderwijs. Er is het sokkelcomplex, een ondoordacht streven om een vaste financiering niet enkel in de eerste geldstroom in te voeren, maar ook in tot nu toe uitsluitend competitieve financieringskanalen. Een nefaste trend, noemde de rector dit klaar en duidelijk. Verder is er het probleem van de planningsdrang, die haaks staat op het principe van serendipiteit, het ‘omkaderde toeval’ waarin veel wetenschappelijke ontdekkingen blijken te gebeuren. De rector brak verder een lans voor brede bachelors, die niet leiden tot verwatering, maar tot meer vorming. De integratie van de geacademiseerde hogeschoolopleidingen en de uitbouw van het associatienetwerk bieden volgens de rector prachtige kansen op een beter onderwijs.
benadrukten het belang van niet-directioneel onderzoek, dat samen met toegepast onderzoek een grote maatschappelijke return heeft. De universiteiten hebben nood aan een helder gestructureerd financieel kader, aan operationele autonomie en goed overleg. Vlaams Minister van Onderzoek en Innovatie Ingrid Lieten lichtte daarna het Vlaamse wetenschaps- en innovatiebeleid toe. De Vlaamse regering gaat belangrijke financiële engagementen aan en ontwikkelt een doordachte strategie rond zes multidisciplinaire innovatieknooppunten. De universiteiten spelen daarin een sleutelrol en vullen op die manier hun maatschappelijke rol in, in een internationaliserende wereld waarin Vlaanderen het zeer goed doet. In een volgende filmische impressie sprak onder meer vicerector Onderwijsbeleid Ludo Melis over de kernvragen van het hedendaagse onderwijs, dat tegelijk snel resultaat moet opleveren en op lange termijn moet werken. Alle getalenteerde jongeren moeten de weg vinden naar een geëngageerd, creatief, op teamwork gericht en activerend onderwijs. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet sprak daarna over zijn visie op het onderwijs en over de extra mogelijkheden die hij aan het hoger onderwijs wil geven. De werkdruk blijft toenemen, maar het onderwijzend personeel kan wel nog bogen op een zeer groot vertrouwen, dat uiteraard behouden moet blijven. In het onderwijsproces mag niemand ‘verloren’ gaan, wat onder meer impliceert dat het secundair onderwijs hervorming nodig heeft en dat de definitieve studiekeuze goed begeleid moet worden en niet te vroeg mag vallen.
Engagementen
Olie in het raderwerk
In een gefilmde impressie gaven vicerector Onderzoeksbeleid Peter Marynen en een aantal onderzoekers vervolgens de krachtlijnen weer van het Leuvense onderzoek. Zij
In een laatste film sprak professor Waelkens namens de Vereniging van het Academisch Personeel. Hij verzette zich tegen overcomplexe structuren en rompslomp, en wees
er met een boutade op dat het meest dringende altijd de lange termijn is. Lien Verpoest belichtte het belang van verdere inspanningen in de genderthematiek en verwelkomde de rector als feminist. Hannah Van der Deyl sprak over de gedrevenheid en de problemen van doctorandi. Nathalie De Swaef en Mieke Borremans verduidelijkten hoe het ATP de olie is in het universitaire raderwerk, op die manier onmisbaar is in onderwijs en onderzoek, en dus de juiste erkenning verdient. Bram Smits en Inge Geerardyn vertolkten de stem van de studenten. Zij wezen erop dat de ‘problematische millenniumstudent’ niet is wat de studenten willen zijn. Zij wensen een prikkelend en provocerend eigentijds onderwijs. Dat vereist gediversifieerde werkvormen en een goede technologische infrastructuur. De musicians in residence Encantar zongen de corona vervolgens uit naar de receptie, nadat rector Waer het academiejaar 2011-2012 officieel geopend had.
Groei in Kortrijk Op 27 september wees campusrector Jan Beirlant enthousiast op de sterkte van K.U.Leuven Kulak – zoals de nieuwe naam luidt. Die sterkte berust op zeer gewaardeerd onderwijs met prachtige slaagpercentages, op snel in kwantiteit en kwaliteit toenemende onderzoeksresultaten, en op een productieve samenwerking met actoren uit de regio, ook over de landsgrenzen heen. De nauwe vervlechting met Leuven kan de sterkte van Kortrijk alleen maar doen toenemen. In de uitbouw van West-Vlaanderen als kennisgedreven regio speelt de campus een centrale rol. Dat kan, maar dan is gerichte samenwerking tussen alle overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven onontbeerlijk. Emeritus professor Herman Daems sprak de corona toe met een zeer gewaardeerde bijdrage over Het nieuwe ondernemerschap. De rol van de universiteit.
28 september 2011
Beleid 5
rector mark waer en algemeen beheerder Koen debackere “Ik stel vast dat het goed gaat met de K.U.Leuven.” Rector Mark Waer en algemeen beheerder Koen Debackere hanteerden tijdens ons lange gesprek een opvallend optimistische toon. Geen onverdeelde goed-nieuws-show, uiteraard, maar doemdenkers hebben het mis.
“Er zit een prachtige dynamiek in het hoger onderwijs” Ludo Meyvis Voelen we de crisis dan niet? Waer: “Majeure financiële problemen ondervinden we goddank niet. Een daadkrachtige federale regering is vrij dringend gewenst, maar rechtstreeks hebben we daar minder last van, omdat het grootste gedeelte van de universitaire financiering zich op Vlaams niveau situeert.” Debackere: “Als het financiële dak wereldwijd instort, voelt iedereen dat, maar tot nu toe heeft de overheid haar engagement van een langetermijngroeipad in het hoger onderwijs kunnen houden. Tot 2023 is er een groei van 225 miljoen euro voorzien, en tot nader order blijven we op koers. Ook engagementen op kortere termijn lijken voorlopig niet in gevaar.” “Dat belet natuurlijk niet dat er knelpunten zijn. Zo worden indexsprongen vaak onvoldoende geïmplementeerd. Dat leidt nooit tot een discontinue daling van onze mogelijkheden, maar het creëert wel een treiterend kaasschaafeffect: het lukt allemaal nog wel, maar telkens ietsje moeilijker. Vooral wat we met onze eerste geldstroom moeten bekostigen, ondervindt daar last van. De Vlaamse overheid heeft wel een kliksysteem ingevoerd, een heel goede zaak, waardoor een indexstijging van 2 % ook tot 2 % groei moet leiden, maar het duurt een tijd voor de resultaten daarvan voelbaar zijn. De basisfinanciering blijft hoe dan een logge tanker, die maar heel traag zijn koers kan bijsturen. Daar zijn zeker goede redenen toe, maar bij sterke groei van een instelling zorgt dat wel voor uitdagingen.”
Geen salami Wenst u dan een ingrijpende wijziging in ons financieringsmodel? Debackere: “Een complete ommezwaai is niet opportuun. Waar ik wel ernstige bedenkingen bij heb, heeft niet zozeer te maken met de basismodellen van financiering, maar wel met de versnippering van het aantal financieringsbronnen en -kanalen. Zoals het nu
soms loopt, krijg je een salamisysteem: zoveel fondsen, zoveel overheden – regionaal, nationaal, internationaal. Die hebben allemaal hun eigen normen en hun eigen administratieve aanpak. Dat leidt tot enorme complexiteit, en natuurlijk ook tot een contraproductieve papierberg.” Waer: “En het leidt ook tot shopping-gedrag: ‘Als het hier niet lukt, proberen we het daar maar’. Misschien nog erger is dat het kan leiden tot een gedrag waarbij datgene onderzocht wordt waar toevallig fondsen voor gevonden zijn.”
Waer: “Een droom? Tja... Enkele Nobelprijzen zou niet slecht zijn.” Is de universiteit veranderd tegenover pakweg 10-15 jaar geleden? Waer: “Het aantal studenten blijft toenemen. Dat is prima, omdat het aangeeft dat het streven naar onderwijsdemocratisering werkt, zij het nog niet voldoende.” “Misschien zijn er daardoor meer zwakkere studenten bijgekomen, maar zonder twijfel evengoed ook meer betere.” “Dat neemt niet weg dat er altijd ruimte is voor kwaliteitsverbetering. In die context verwacht ik veel van brede bachelors. Geen verwatering, maar een inhoudelijke verruiming, langs een aantal assen. Op het vlak van kennisoverdracht doen we het goed, maar op het vlak van beoordelingsvaardigheden op maatschappelijk of ethisch vlak is er zeker nog groeiruimte. Dat moet in brede bachelors mogelijk zijn.” “Ik ben in elk geval gekant tegen een ingangsexamen. Dat opent de weg naar maatschappelijke
segregatie, zoals die in het Amerikaanse hoger onderwijs bestaat, en dat staat haaks op wat we in Vlaanderen willen. Ik ben wel gewonnen voor een betere begeleiding bij de studieoriëntatie, om de motivatie van onze studenten ten goede te beïnvloeden.” “Het succes van de schakelprogramma’s bewijst bovendien dat jongeren nood hebben aan een flexibel kader om hun studiekeuze in te laten rijpen.” Debackere: “Wetenschappelijke groei verloopt meer en meer langs interdisciplinaire wegen. In breder opgevatte bachelors kan je die interdisciplinariteit voorbereiden en laten ontluiken.” “Een belangrijke verandering is ook dat de universiteit veel internationaler geworden is. De groei van onze activiteiten, zowel kwalitatief als kwantitiatief, zorgt voor een continue nood aan grote investeringen in onze basisinfrastructuur. Wat uiteraard heel wat positieve dynamiek genereert. De organisatie is ook veel professioneler geworden, op alle vlakken. Grote braakliggende terreinen zie ik niet, al wens ik wel eens dat sommige dingen wat sneller zouden verlopen.” Waer: “Schaalvergroting en professionalisering betekent meer administratie. Daar is niet iedereen even blij mee, maar dat is een proces dat we zeker niet volledig zelf in de hand hebben. Het is een maatschappelijk fenomeen, waaraan we, soms met tegenzin, moeten participeren. Het heeft te maken met een toegenomen intolerantie voor fouten en een gedaald vertrouwen. Alles moét controleerbaar zijn, en dus moeten overal aanvragen en rapporten voor bestaan. Creëert dat overlast? Soms wel. Maar het bevordert ook de transparantie.” De stad Leuven staat ook niet stil. Hoe verloopt de samenwerking? Debackere: “Leuven is inderdaad sterk veranderd, met een erg positieve impact op de universiteit. Tien jaar geleden waren we soms wat verblind door de groei van anderen, en leefde er toch een zekere vrees voor de toekomst. Was Leu-
ven als omgeving niet te klein om met anderen te kunnen concurreren? Nu blijkt dat de Leuvense habitat juist heel aantrekkelijk is, of blijft, en dat we als kleine stad met een grote universiteit minstens even aantrekkelijk zijn als wat grotere steden, waarin een universiteit meer kans loopt om te verdwijnen in het decor.” “Het proces verloopt trouwens in twee richtingen. Als wij investeren in 3.500 studentenkamers, heeft dat gevolgen voor de tewerkstelling in de regio, de handel, de horeca, noem maar op. Vergeet
Debackere: “We zijn professioneler geworden, op alle vlakken.” in dat verband ook de werking van UZ Leuven, LRD en Imec niet, met de vele spin-offs en tewerkstelling die zij genereren.”
Droom U hebt allebei een behoorlijk aantal jaren ervaring met het besturen van de universiteit. Hoe moeilijk is dat? Waer: “Als je de mentaliteit kent, dan valt het wel mee. Zo mag je nooit iets beslissen waarvan de rationale niet duidelijk is, en evenmin iets waarover je niet geconsulteerd en gecommuniceerd hebt. We zijn een grote organisatie, maar met een rechtstreekse communicatie die je alleen in familiebedrijven aantreft. Het belang daarvan moet je goed begrijpen.” Debackere: “Wat je ook doet, je moet ervoor zorgen dat de community de beslissing formeel en informeel draagt. Dat evenwicht is soms delicaat, maar het biedt bestuursmatig een sterk voordeel
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
in vergelijking met meer hiërarchische werkomgevingen.” “Je zou kunnen zeggen dat de universiteit bestaat uit meer dan 1000 KMO’s. Zoveel kredietbeheerders zijn er immers ongeveer. We beschikken over de processen om dat hanteerbaar te houden. Ik denk dat dat voor een universiteit veel gezonder is dan een loutere top-downaanpak.” “Het feit dat we over een sterk en geprofessionaliseerd ATP-kader beschikken, maakt het bestuur zeker doenbaar en beter delegeerbaar. Het is daarom ook evident dat we de medewerker van het ATP beschouwen als de professionele collega van de onderzoeker en de docent. Feit is dat het ATP een substantieel deel van de ondersteuning voor het creatieve onderzoeks- en onderwijswerk voor zijn rekening neemt, en daar een essentiële, professionele bijdrage toe levert.” Waar droomt u nog van? Waer: “Een droom? Tja... Enkele Nobelprijzen zou niet slecht zijn. Voor een universiteit is zoiets, of je dat nu graag hebt of niet, toch het groot lot. Maar ik vind het erg fout om Nobelprijswinnaars aan te trekken alléén omdat ze een Nobelprijs hebben. Ik vind het veel belangrijker om zoveel mogelijk getalenteerde min-of-meervijfendertigers in huis te hebben. Dát is immers de toekomst. Ik heb het elders al eens gezegd: we moeten niet proberen om Real Madrid te zijn. Ajax worden, dat moet ons doel zijn.” Debackere: “Ik stel vast dat het goed gaat met de K.U.Leuven. We groeien qua studentenaantal, zeker ook internationaal. Onze onderzoeksresultaten blijven constant op hoog niveau – kijk bijvoorbeeld naar onze recente score in ERC-verband. De overheid ziet het belang van investeren in hoger onderwijs in. De Associatie creëert een prachtige dynamiek in het hele hoger onderwijs. Natuurlijk blijven er steeds dingen over die beter kunnen, véél beter misschien. Het is in elk geval iets wat het voor mij allemaal boeiend houdt.”
6 Studenten
campuskrant
LOKO-voorzitter Bram Smits over millenniumonderwijs
“Wij mengen ons niet in welles-nietes-debatten” De Leuvense Overkoepelende KringOrganisatie LOKO bestaat dit jaar 25 jaar, en met de tijden veranderen ook de uitdagingen. We spraken LOKO-voorzitter Bram Smits aan het begin van alweer een druk werkjaar. Wouter Verbeylen Tijdens de opening van het academiejaar vroeg LOKO meer aandacht voor nieuwe onderwijstechnieken, aangepast aan de millenniumstudent. Bram Smits: “Het hoorcollege heeft wat ons betreft zijn beste tijd gehad. Uit onderzoek blijkt dat hooguit tien procent van wat daar gezegd wordt, blijft hangen bij de studenten. Ik begrijp dat het handiger is om voor een grote groep – en de groepen worden steeds groter – een hoorcollege te organiseren. Maar we mogen ons niet laten verleiden door gemakkelijkheidsoplossingen. Een universiteit die de beste wil zijn, moet ambitieuzer zijn dan dat.” “Vorig jaar volgde ik zelf een cursus waar ik met hoofdzakelijk
internationale studenten zat. Zij waren heel andere onderwijsvormen gewoon en dat merkte je: ze kwamen goed voorbereid naar de les, klaar voor het debat. Dat werkt heel stimulerend.” “We vragen aan Onderwijsbeleid om actie te ondernemen, maar daarnaast nemen we ook zelf het initiatief. De studentenkring Politika heeft dit jaar bijvoorbeeld zelf een Peer Assisted Learning-project opgestart (waarbij studenten elkaar helpen bij het leren – red.).” In een opiniebijdrage in De Standaard gingen jullie in tegen het voorstel van Associatievoorzitter Oosterlinck om het inschrijvingsgeld marktgebonden te maken en knelpuntstudies gratis aan te bieden. Jullie vragen wel een verplichte niet-bindende oriënteringsproef.
Smits: “We vonden het voorstel van Oosterlinck veel te ver gaan: dat was bijna een planeconomie. Maar LOKO is zeker voorstander van een goed uitgebouwd integraal oriënteringsbeleid, met een niet-bindende oriënteringsproef: je wordt niet bij het handje genomen à la Oosterlinck, je hebt nog altijd de vrijheid om te kiezen, maar je weet tenminste waaraan je begint.” LOKO bestaat dit jaar 25 jaar. Een opvallende evolutie is dat jullie je niet meer uitspreken over brede maatschappelijke debatten. Jullie beperken je meer tot jullie ‘core business’, zeg maar. Smits: “Wij vertegenwoordigen 38.000 studenten, dan kan je niet zomaar stelling innemen in elk maatschappelijk debat. Dat zou een deel van onze achterban van ons vervreemden. De SHAMEbetoging van begin dit jaar (tegen het uitblijven van een regering – red.) is daar een voorbeeld van: we vonden het toen, ondanks expliciete vraag, niet de taak van de studentenraad om zich daarover uit te spreken. We moeten het bij
De inschrijvingscijfers pagina 1 “De verhouding tussen EU- en niet-EU-studenten blijft ongeveer stabiel. Sommigen hadden een hogere instroom van Britse studenten verwacht, vanwege de sterk gestegen inschrijvingskosten in het Verenigd Koninkrijk, maar daar blijkt niet zoveel van.”
100 man à la carte “In het algemeen zijn dat dus prima cijfers, zeker als je rekening houdt met het demografisch kader. Het aantal achttienjarigen stijgt immers al een tijdlang niet meer. Als je uit die groep meer generatiestudenten rekruteert, spreek je dus van reële groei. Moeten we daar blij mee zijn?
Uiteraard wel, als het tenminste gaat om goede en goed gemotiveerde studenten.” “Op korte termijn verwacht ik geen echt ingrijpende wijzigingen in onze populatie. Maar op wat langere termijn is er wel degelijk iets op til. We zijn immers op weg naar een groei in het TSO en BSO, en een relatieve daling in het ASO. De verklaring daarvoor moet je wellicht zoeken in de impact van de samenstelling van onze bevolking, en de relatief kleinere participatie van nieuwe inwoners in het ASO. Het is onze verantwoordelijkheid als samenleving met grote urgentie de participatie van een aantal bevolkingsgroepen aan het ASO te versterken: democratisering, maatschappelijke
cohesie, ontwikkeling van talent eisen dit zonder meer.” “Een andere bezorgdheid heeft te maken met de impact van de groei op de flexibiliteit van ons onderwijs, of correcter: de impact van de toegenomen flexibiliteit zelf. Het is een maatschappelijk verschijnsel dat iedereen maatwerk wil, in de zorg, in de bankwereld, en dus ook op onderwijsvlak. In de huidige maatschappelijke context is dat perfect legitiem, maar er dreigt een capaciteitsprobleem. Als je met vijf of tien mensen à la carte wil eten, kan elk restaurant dat aan, maar als er plots voor honderd man à la carte gekookt moet worden, lukt het niet meer. Het komt er dus op aan de terechte vraag naar flexibiliteit
onze thema’s houden, zoals de kwaliteit van het onderwijs.” “Maar ook daar moeten we onze gevechten kiezen. Neem nu de recente artikels in De Standaard die stelden dat het niveau van de student sterk gedaald is. Die waren gebaseerd op een hoogst onwetenschappelijk rondvraag: ‘Wat vind je van de kwaliteit van de studenten?’ Wat kunnen we daar als studentenvertegenwoordiging op zeggen? We mengen ons niet in dat soort welles-nietes-spelletjes. De voorzet van Oosterlinck kaderde wèl in een interessant debat: moeten we onze opleidingen volledig richten op de arbeidsmarkt?” Een oud zeer is de kloof tussen LOKO en de studenten: die blijft groot. Jullie hebben het ook moeilijk om voldoende vertegenwoordigers te vinden voor alle raden. Smits: “Ik ontken niet dat de kloof met de ‘gewone student’ groot is, en dat we moeten blijven werken aan onze zichtbaarheid. Communicatie is daarbij essentieel: we doen ons uiterste best om onze achterban in te lichten over wat wij doen. Dat is onder meer
LOKO-voorzitter Bram Smits
(© RS)
de taak van Veto, en we trachten ook via nieuwe media als Facebook, en dit jaar ook via Twitter, zo zichtbaar mogelijk te zijn voor alle studenten.” “Aan het grote verloop binnen LOKO, en de organisationele problemen die dat af en toe geeft, valt weinig te doen. De carrière van een student duurt vier à vijf jaar. In het eerste jaar ‘went’ hij nog, ten vroegste in het tweede jaar komt hij in een kring terecht, en pas in het derde of vierde jaar volgt LOKO. Zo is het ook bij mij gegaan. Momenteel hebben we inderdaad nog een aantal vacatures, vooral in de onderwijspoot van LOKO. Iedereen die wil meewerken, is in ieder geval welkom. Onze deur staat altijd open.” www.loko.be
binnen redelijke proporties te je studiegenoten op de duur niet houden. Wat goed bedoeld is, kan meer, omdat ‘iedereen’ een ander programma volgt. Dat zijn dinimmers ook uit de hand lopen.” gen die we heel acuut beginnen Mentaliteitswijziging te voelen, en die we ook nú moe“Een groei van enkele procenten ten aanpakken. Dat zie ik overiin onze populatie van generatie- gens wel lukken. Het Flexibilisestudenten kunnen we qua infra- ringssdecreet is nu aan evaluatie structuur en begeleiding zonder toe, en langs die weg zal er dus problemen aan, maar een verveel- wel wat bijgestuurd worden. Ook voudiging van de flexibiliteit niet. via de Associatie zie ik heel wat Op dat vlak zullen we een menta- mogelijkheden, als we de diversiliteitswijziging moeten bevorde- teit in het aanbod van de partners ren, en verder onze reglementen laten bestaan. Een willekeurig en ons aanbod optimaliseren.” voorbeeld: als onze partners hun “De problemen situeren zich eigen ingenieursopleidingen en bijvoorbeeld op administratief ingenieursvakken aanbrengen, vlak. Eén programma voor hon- en we integreren die zinvol in het derd studenten, zoals we dat in de nieuwe geheel, kunnen we onze jaren 60 kenden, en waar ik voor studenten een rijke keuze aanbiealle duidelijkheid niet terug naar- den, zonder dat we zelf een storttoe wil, is nu eenmaal eenvoudi- vloed aan geïndividualiseerde trager dan honderd individuele pro- jecten moeten uitwerken.” gramma’s. Op pedagogisch vlak “Flexibiliteit is een kostbaar kan je evenmin onbeperkt nieu- goed, dat we zorgvuldig moeten we vakken en subvakjes blijven koesteren. Maar er is een verschil aanmaken. Ook sociaal komen tussen flexibiliteit en ‘alles kan’. er ongewenste gevolgen: je kent Dat laatste kan niét.”
De tussenstand De inschrijvingscijfers evolueren nog volop, maar we zetten er alvast enkele – genoteerd op 27 september – op een rijtje. Naast elk cijfer zetten we telkens het aantal inschrijvingen op hetzelfde moment vorig jaar. in Leuven 5.449 generatiestudenten tegenover 5.282 in 2010 (+3.16 %) in Kortrijk 672 generatiestudenten tegenover 605 in 2010 (+11.07 %) Groep Biomedische Wetenschappen: in totaal 1.461 generatiestudenten tegenover 1.429 in 2010 (+2.24 %) Groep Humane Wetenschappen: 3.383 generatiestudenten tegenover 3.342 in 2010 (+1.23 %) Groep Wetenschap & Technologie: 1.278 generatiestudenten tegenover 1.116 in 2010 (+14.52 %) in totaal 33.864 studenten tegenover 31.024 in 2010 (+9.15 %) 4.934 internationale studenten tegenover 4.246 in 2010 (+16.20 %)
28 september 2011
Studenten 7
Bart Swings, student en wereldkampioen
“Blokken doe ik tussen de trainingen door” Op zijn achttiende was hij al wereldkampioen skeeleren, in 2014 wil hij als schaatser op de Olympische Spelen staan en ondertussen studeert hij ingenieurswetenschappen aan de K.U.Leuven. Topsporter en student, het is geen evidente combinatie, maar met een goede planning en ondersteuning van het begeleidingscentrum Topsport ABC lukt het Bart Swings heel aardig. Koen Vervloesem
goed. Tijdens de examenperiodes was het uiteraard wel druk, maar De twintigjarige student verza- ik was voor al mijn vakken in de melde onlangs zes medailles op eerste zittijd geslaagd. Toen ik het WK skeeleren. In Zuid-Korea pakte hij meteen goud op de eerste dag, in de 10km punten-afvalling op de piste. Daarna greep hij nog drie keer zilver en werd hij samen met zijn ploegmaats tweemaal derde in de aflossing, zowel op de piste als op de weg. Bart rolschaatst al sinds zijn achtste, eerst recreatief, maar na enkele jaren nam hij al deel aan wedstrijden. “Ik greep vaak juist naast de podiumplaatsen, en ook op mijn eerste Europees Kampioenschap in 2005 bij de cadetten in Italië haalde ik net geen me- vorige winter naast skeeleren ook daille met mijn vierde plaats. Het begon met ijsschaatsen, besloot is pas sinds dat EK dat ik doorge- ik wel om de twee volgende bachelorjaren te spreiden over drie broken ben”, blikt hij terug. jaar.” Spaarzaam spreiden Bart heeft een A-topsportstaIn 2009 begon Bart aan het eerste tuut, waardoor hij ook zijn exajaar ingenieurswetenschappen: mens mag spreiden, wat hij vorig “Ik heb alle vakken gevolgd en jaar slechts voor één vak deed: “Ik dat proberen te combineren met probeer niet te veel van die facilisport, en dat ging eigenlijk heel teit gebruik te maken; ik laat een
“Ik laat een examen alleen verplaatsen als het echt niet anders kan.”
examen alleen verplaatsen als het echt niet anders kan.” Hij benadrukt dat een goede planning essentieel is: het is niet gemakkelijk om veel tijd aan één stuk te vinden, dus het studeren moet vaak tussen trainingen door.
Zekerheid Dat Swings ook op de ijzers potten kan breken, werd al snel duidelijk: in februari stelde hij tijdens een wereldbekerwedstrijd schaatsen in Salt Lake City het Belgisch record op de 10.000 meter scherper. Bij die gelegenheid voorspelde de vorige recordhouder Bart Veldkamp hem in Het Laatste Nieuws een grote toekomst: “België zal nog veel plezier beleven aan Swings. Er staat een goeie kop op én hij heeft een goed gevoel op het ijs. Dan kan het snel gaan. Ik zie hem dicht bij de wereldtop geraken en België vertegenwoordigen op de Winterspelen.” Dat is inderdaad de ambitie van de topsportstudent: “Mijn doel is om in 2014 naar de Olympische
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Bart Swings
Spelen te kunnen gaan als schaatser. Dan moet ik me wel meer op de sport focussen – ik ben nu volop bezig met de voorbereidingen. Ik blijf ook skeeleren, want dat maakt me sterker in het schaatsen.” Hoe het daarna verder moet, is nog koffiedik kijken: “Ik ben nog maar een halfjaar bezig met schaatsen, dus het is moeilijk in te schatten hoe goed ik het zal doen. Maar ik hoop dat ik mijn sportcarrière verder kan zetten in
het schaatsen. Ik zie mezelf ook wel ooit als ingenieur werken. Ik studeer graag en beschouw mijn studies als een extra zekerheid voor wanneer het sportief niet meer goed gaat.” De boog hoeft gelukkig niet altijd gespannen te staan: ondanks de combinatie van topsport en een moeilijke studie, heeft Bart toch behoorlijk wat vrije tijd. “Het is druk, maar ik pik er wel regelmatig een avond uit om eens van het studentenleven te genieten...”
Onze fotograaf Rob Stevens richt zijn lens op de mens achter de actualiteit aan de universiteit, en vuurt vrank en vrij vragen af. UITGELICHT
Bij één der toegangswegen naar de International Party in Alma 2 staat studentensteward Jeff Bortels op piket. Achter hem schuiven een paar honderd studenten van wereldwijde pluimage rustig aan voor het feestpaleis. Ondanks die massale toeloop valt er op straat nauwelijks iets te merken. “Dat is nu net het opzet van de studentenstewards”, vertelt Jeff, derdejaarsstudent wijsbegeerte en kringencoördinator bij Loko. “We willen ervoor zorgen dat de studenten zich kunnen amuseren zonder dat dat leidt tot overlast voor de buurt. De stewards vatten post bij fuiven maar ook bij de fakbars, met als doel het straatlawaai
te voorkomen of aan te pakken. Sinds het rookverbod is dat trouwens extra nodig, we kunnen rokende studenten nu niet meer naar binnen sturen.” “In het begin van het jaar geeft de politie een ‘opleiding’, waar de stewards te horen krijgen wat mag en wat niet, gevolgd door workshops met een acteur waarin geoefend wordt op conflictbeheersing.” “Per jaar zijn er honderden studenten die vrijwillig hun tijd opofferen. Ik wil bij deze dan ook een stevige oproep doen om hun werk te respecteren, aangezien we allemaal streven naar hetzelfde doel: dat het feesten in Leuven kan blijven duren.”
8 Onderzoek
campuskrant
Mantelzorg moet maatje groter Tegen 2050 zal een kwart van de Belgische bevolking ouder dan 65 jaar zijn. De meesten van hen zullen op een bepaald moment zorg nodig hebben, maar de professionele zorgsector zal niet de hele vraag kunnen dekken. Dus moet een beroep worden gedaan op mantelzorg, informele zorg door naasten. Maar zijn familie en informele zorgsector daar klaar voor? Sociologe Amandine Masuy onderzocht het in haar doctoraat.
Babyboomers De ouderenzorg staat door de vergrijzing en de pensionering van de babyboom-generatie voor enorme uitdagingen. Masuy: “De levensverwachting stijgt, en dus zal ook de vraag om zorg toenemen. Tegelijk neemt het aantal kinderen, en dus het aantal mogelijke mantelzorgers af. Momenteel is de levensverwachting op 65 jaar bij vrouwen nog 21 jaar, en bij mannen 17,5 jaar. Maar beiden zullen gemiddeld slechts tien jaar daarvan zonder problemen doorbrengen. In België zijn vandaag 600.000 zorgbehoevende ouderen, tegen 2060 zal hun aantal verdubbeld zijn.”
Onderzoek kort Ongeveer de helft van de adolescenten is akkoord met de stelling dat het tegenwoordig te gemakkelijk is om uit de echt te scheiden. Dat blijkt uit de jaarlijkse bevraging van tweeduizend jongeren tussen twaalf en achttien jaar door het Leuvens Adolescenten- en GezinnenOnderzoek (LAGO) van de K.U.Leuven. Verder blijken meisjes van zestien jaar en ouder met gescheiden ouders een
Regionale verschillen Een overkoepelend statuut voor mantelzorgers zou ideaal zijn, maar dat wordt volgens Masuy niet makkelijk. Er zijn immers sterke regionale verschillen, een gevolg van culturele verschillen en uiteenlopende politieke beleidskeuzes. “In Vlaanderen is er meer langdurige zorg door familieleden dan in Brussel en Wallonië. Dat heeft er onder meer mee te maken dat de generatie Vlamingen uit mijn steekproef – geboren tussen 1900 en 1929 – meer kinderen heeft, en er dus meer mogelijke mantelzorgers zijn. Brussel telt dan weer meer alleenstaanden, die vooral terugvallen op professionele zorg.”
kwetsbare groep te vormen: één op drie à vier geeft aan vaak depressieve gevoelens en angst te hebben. Een belangrijke voorwaarde voor een succesvol verblijfsco-ouderschap is dat ouders goed overeen komen met elkaar en met hun kinderen – vooral meisjes zijn daar gevoelig voor. Uit de bevraging bleek verder dat de gemiddelde leeftijd van de adolescenten bij hun eerste seksuele ervaring vijftien jaar is. Acht op tien van de jongens verwacht later voltijds te werken, voor meisjes is dat slechts één op twee. http://soc.kuleuven.be/lago
Advertentie “In Vlaanderen heeft het beleid ook al van in de jaren 80 de informele thuiszorg gestimuleerd. In Wallonië en Brussel heeft men meer de institutionele weg gekozen, en is ingezet op professionele zorgdiensten, rusthuizen en verzorgingscentra. Ondertussen wil men ook daar de kaart van de mantelzorg trekken: de Franse Gemeenschap pleit nu heel erg vóór een mantelzorgstatuut, maar de Vlamingen, die al enkele decennia ervaring hebben, hebben er veel minder behoefte aan.” Masuy roept beleidsmakers ook op om preventie en ondersteuning nog veel meer te richten op specifieke groepen. “Ik denk bijvoorbeeld aan migranten, die heel moeilijk hun weg vinden naar geïnstitutionaliseerde zorg. Of denk aan het ‘kwetsbare koppel’, twee samenwonenden die beiden ouder worden: we weten dat mensen in die situatie niet snel hulp zullen inroepen. We moeten hen helpen voor ze verplicht zijn hulp te vragen.” Een overzicht van alle actuele doctoraatsverdedigingen vindt u op www.kuleuven.be/ doctoraatsverdediging/
*** Een grote vis in een kleine vijver (een getalenteerd scholier in een gemiddelde groep) schat zichzelf hoger in dan een kleine vis in een grote vijver (een getalenteerd scholier in een getalenteerde groep). Dat big-fishlittle-pond-effect is nu ook aangetoond voor Vlaamse scholieren, door schoolpsychologe Sofie Wouters, die aan een doctoraat werkt over het academisch zelfconcept. Ze gebruikt onder andere gegevens over meer dan 2.700 Vlaamse scholieren, die gevolgd werden van het eerste tot het laatste jaar van de middel-
6G@S@ESDQXNTQ/G#
$&$'(0,$
32/,&<
%86,1(66 ,1'8675<
BQNRR CHRBHOKHM@QXINAE@HQENQ/G#RSTCDMSR@MCONRSCNBR
2FWREHU G G HMBKTCHMF%1$$+4-"'
-XELOHXP]DDO -@@LRDRSQ@@S +DTUDM
PROCOPIA
Amandine Masuy: “Ik analyseerde de ouderenzorg in de periode 1992-2002 bij meer dan duizend 65-plussers uit de Panel Study of Belgian Households. Daarbij wilde ik nagaan wie de zorg geeft en krijgt, of er regionale verschillen zijn, en of die zorg verandert doorheen de tijd.” “Momenteel is de naaste familie zonder meer de belangrijkste factor in ouderenzorg. De grote meerderheid van de 65-plussers wenst zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, en doet dat in de praktijk ook,” vertelt Masuy. Ze stelde echter vast dat de zorg die thuis door de partner verleend wordt, momenteel zwaar onderschat wordt. “Binnen een koppel wordt de zorg voor de partner als vanzelfsprekend beschouwd. Zij zullen het zelf niet snel aangeven als die zorg bij het ouder worden een probleem wordt, en zullen het zo lang mogelijk zonder externe hulp willen stellen. We zouden een sociaal beleid moeten ontwikkelen dat die extra zorg erkent en ondersteunt.”
“Ook de aard van de familiale relaties verandert met de generaties: er zijn meer echtscheidingen, waarbij de kans groter is dat de man geen goede relatie heeft met zijn kinderen; de kinderen wonen vaker ver weg en ze zijn ook met minder. Op dit moment zijn de partner en de kinderen nog de meest stabiele mantelzorgers, maar steeds meer ouderen zullen zonder familie vergrijzen. Ouderen van vandaag voelen zich ook schuldig als hun kinderen voor hen moeten zorgen, wat voor de vorige generatie geen punt was. Er zal dus meer en meer buiten de familie gezocht worden naar informele zorg, maar ook de professionele zorgsector zal niet aan de vraag kunnen voldoen.” Het concept ‘mantelzorg’ zou dus moeten worden uitgebreid. Masuy: “‘Familiale steun’ moet ‘nabije steun’ worden, steun door vrienden en buren bijvoorbeeld. Er moet een sociaal beleid komen dat die extra-familiale mantelzorgers ondersteunt en erkent.”
printed by
Wouter Verbeylen
5HJLVWHU#ZZZNXOHXYHQEHSKGMREIDLU
/NVDQDCAX
bare school. “Het is niet noodzakelijk zo dat kinderen die schoollopen in hoog aangeschreven scholen ook grotere ambities hebben – net omdat ze zich een kleine vis voelen”, zegt Wouters. “En scholieren met een positiever academisch zelfbeeld hebben duidelijk meer kans om zich goed aan te passen en te slagen in het hoger onderwijs.” *** Een internationaal team van sterrenkundigen onder leiding van Leen Decin van de K.U.Leuven heeft bij de stervende reuzenster CW Leonis een reeks schillen van koud stof
ontdekt. De ster heeft die schillen in de loop van haar leven uitgepuft: de buitenste schil is zo’n 16.000 jaar geleden door de ster afgestoten en nu al meer dan 7.000 miljard kilometer van de ster weggedreven. CW Leonis is een stervende ster die een koolstofrijke rode reus is geworden. Ook onze zon zal over zo’n vijf miljard jaar opzwellen tot een rode reuzenster. Doordat ze afkoelt, gaat ze grote hoeveelheden stof produceren in de buitenste lagen van haar atmosfeer. De episodes in de geschiedenis van CW Leonis helpen astronomen het lot van de zon in te schatten.
28 september 2011
Onderzoek 9
Wetenschap in stroomversnelling
Volledig genetisch profiel binnen handbereik Welke erfelijke ziektes zal u krijgen en voor welke aandoeningen bent u meer vatbaar? Uw genen bevatten een schat van informatie over die vragen. In het vorige millennium was analyse van de 22.000 genen van een mens monnikenwerk en beperkten onderzoekers zich meestal tot één gen. Dankzij nieuwe technologie kan nu een volledig genetisch profiel van iemand worden samengesteld. Ilse Frederickx Professor Joris Vermeesch is hoofd constitutionele cytogenetica aan het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid van de K.U.Leuven en coördinator van Genomics Core. Hij schetst wat de nieuwe technologie in de menselijke genetica met zich meebrengt, zowel voor de wetenschap als voor de maatschappij. Met welke technologie is de genetica in een stroomversnelling geraakt? “In de genetica sporen we de laatste jaren steeds kleinere mutaties op. In de jaren 50 bekeek men de chromosomen nog in hun geheel onder de microscoop. De helixstructuur van het DNA in de chromosomen was toen al wel gekend. Maar de basen binnen in het DNA onderscheiden, kon pas vanaf de jaren 80 met de moleculaire genetica, via technieken die toelieten de volgorde van de basenparen af te lezen. Dat proces noemen we sequencen.” Dat ging toen om kleine stukjes DNA? “Inderdaad, men onderzocht dan meestal één gen. Een volledig genoom – alle genen van een persoon – brengen we nog maar een paar jaren in kaart. Dat kan steeds sneller en goedkoper: voor 1.000 euro en in twaalf dagen tijd. Dat betekent een stroom aan informatie. Terwijl onderzoekers zich vroeger vooral toelegden op aandoeningen die ontstaan door een afwijking in één enkel gen, kun-
nen ze nu genomen van gezonde en zieke mensen vergelijken, om zo een groep verantwoordelijke genen voor een bepaalde ziekte te vinden.” Betekent dat dat we binnenkort weten welke ziektes we zullen krijgen? “Zo eenvoudig is het niet. Sommige variaties in genen leiden met 100 procent zekerheid tot een ziekte, maar niet allemaal. Soms zijn mutaties onschuldig. Maar vele mutaties in genen verhogen alleen je vatbaarheid voor een ziekte, in samenspel met de omgevingsfactoren. De kennis over die laatste categorie van complexe aandoeningen is nu pas aan het exploderen.” Welke gevolgen zal dat hebben voor de geneeskunde? “De komende jaren zullen we een veel beter inzicht krijgen in de genetische componenten die bijdragen aan ziektes. Met die informatie kunnen diagnose en therapie verbeteren. Een belangrijke toepassing is wellicht de farmaco-genetica: genetische informatie kan helpen om te voorspellen of een patiënt wel of niet zal reageren op bepaalde medicatie. Je kan dan medicatie op maat voorschrijven. Het geeft ook mogelijkheden tot preventie: als een ziekte ook bepaald wordt
door omgevingsfactoren, kan je je levenswijze aanpassen.” Is deze doorbraak van een zelfde grootteorde als bijvoorbeeld klonen? “Ik meen van wel. Misschien is de directe maatschappelijke impact zelfs groter dan bij klonen. We zijn op het punt dat het goedkoper is om het hele genoom te laten screenen dan een klein stukje van dat genoom. Dat roept heel wat ethische vragen op. Als u zich laat testen op borstkanker, wil u dan ook weten of u de ziekte van Huntington gaat krijgen? Van wie is een genoom? U heeft het recht om niet te weten, maar u deelt uw genen met uw familie. Wat als een moeder niet wil weten of ze een erfelijke ziekte zal krijgen, maar haar zoon wel? Zijn gegevens beschikbaar voor verzekeringsdiensten of werkgevers? Wanneer moeten artsen communiceren? Moeten we pre- of postnataal testen? Over al die ethische vragen bij genoomanalyse houdt Metaforum Leuven (de interdisciplinaire denktank van de K.U.Leuven, red.) trouwens een symposium op 3 december.” Hoe werkt het sequencen van genomen eigenlijk? “Meestal gebruiken we een bloedstaal of een tumorstaal, maar elk weefsel komt in aanmerking. Daar wordt DNA uitgehaald: door
*** Gibbons zijn kleine mensapen die gekend zijn als behendige armslingeraars. Onderzoek van de K.U.Leuven, University of Liverpool en Universiteit Antwerpen in het Dierenpark Planckendael toont nu aan dat ze ook uitblinken in springen. De onderzoekers noteerden sprongen van meer dan 5 meter, heel wat voor een aapje van ongeveer 6 kg. De gibbons hebben hiervoor geen anatomische aanpassingen, maar gebruiken een speciale techniek waarbij ze hun lange armen naar voren zwaaien. De bijzon-
dere springcapaciteiten zijn voor gibbons erg belangrijk in het wild: door van boom tot boom te springen mijden ze de woudbodem, waar ze kwetsbaar zijn voor predatoren. *** Tijdens de 100m sprint op de Memorial Van Damme van 16 september werd de snelheid van Usain Bolt (foto Isopix) voor het eerst tijdens een competitie via een laser gemeten en geanalyseerd door een team van de Faculteit Bewegingsen Revalidatiewetenschappen. De onderzoekers vergeleken de race in Brussel (9”76) met de wereldrecord-
race (9”58) die hij liep in Berlijn. Bolt verloor het meeste tijd tijdens de eerste 4 passen van de race in Brussel. Zijn snelheid begon te dalen na 67m13, terwijl hij in Berlijn nog één stap langer kon versnellen. Bolts topsnelheid in Berlijn was 44,5 km/h, in Brussel ‘slechts’ 43,99 km/h. “Zijn tijden zijn perfect referentiemateriaal om fase per fase te zien waar we onze eigen sprinters nog kunnen bijschaven”, zegt professor Christophe Delecluse, wiens team topsprinters begeleidt in trainingscentra in China, Zuid-Afrika en Nederland.
Professor Joris Vermeesch naast de Illumina HiSeq2000 sequencer
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
ultrasone golven wordt dat DNA dan opgedeeld. Al die kleine fragmentjes DNA worden op een microscoopglaasje gelegd. Dan lezen we de volgorde van de letters – de basen – af met lichtsignalen. Dat gebeurt in vier maal: een lichtsignaal per base. Met krachtige computers wordt die grote hoeveelheid gegevens dan verwerkt.” Dat vergt dus enorm veel technologie? “Ja, we hebben een enorm grote behoefte aan technologie en informatica. In 2008 werd Genomics Core opgericht: het is een faciliteit waarbij UZ Leuven en K.U.Leuven de krachten bundelen en investeren in deze nieuwe genetische spitstechnologie. Wij beschikken als eerste en enige in België over een machinepark met de laatste generatie van genoomscanning-technologie evenals krachtige computers. Die technologie en knowhow staat ook ter beschikking van derden, aan een minimale kost. Onderzoekers die een volledig genoom van een gist, een koe of een appel willen analyseren, komen bijvoorbeeld hier terecht. Genoomanalyse zorgt dus niet enkel in het domein van de menselijke genetica, maar in alle biologische wetenschappen voor een ware omwenteling.” www.uzleuven.be/genomicscore
Genen in een notendop In elke cel van uw lichaam zit een celkern met 46 chromosomen, die opgebouwd zijn uit strengen DNA – de belangrijkste drager van erfelijke informatie. Ons DNA heeft de vorm van een dubbele helix: een wenteltrap. Een aantal treden van de trap samen vormen een gen, het ene gen al wat langer dan het andere. Al het genetisch materiaal per cel samen noemt men het menselijk genoom: dat bestaat uit ongeveer 22.000 genen, die eigenlijk de productiecode bevatten voor alle eiwitten die ons lichaam moet aanmaken. Onze genen maken slechts vijf procent van ons DNA uit. De functie van de rest – ‘junkDNA’ of ‘niet-coderend DNA’ – is nog niet helemaal gekend. Onze chromosomen kan je dus vergelijken met een encyclopedie van 46 delen. De betekenisvolle woorden komen overeen met genen, en worden geschreven met de vier letters van het genetisch alfabet: de vier basen (A, C, G, T) waaruit ons DNA bestaat. Ons DNA bevat zes miljard basen, die in paren voorkomen. Genoomsequentie brengt de opeenvolging van al die basenparen in kaart. Het internationaal opgezette Menselijk Genoomproject reconstrueerde voor de eerste keer een volledig menselijk genoom. Hierbij werd het DNA van verschillende testpersonen gebruikt, zodat het eindresultaat in feite een mengeling is. Alle mensen verschillen een beetje van dit referentiegenoom. Tijdens de groei van een embryo wordt via celdeling het DNA verdubbeld. Bij het maken van die kopieën gebeurt al eens een foutje: dat zijn mutaties, die mee de gevoeligheid van een persoon voor ziektes bepalen en die ook leiden tot kankers.
10 Onderzoek
campuskrant
Röntgenfoto van een fietsgekke regio De Vlaming fietst zelden in clubverband, de gemiddelde fietser is ouder geworden en de sport vervrouwelijkt. Dat blijkt uit Vlaanderen fietst!, het eerste academische referentiewerk over fietssport in Vlaanderen. Wouter Verbeylen
Dat Vlaanderen iets met fietsen heeft, is een open deur intrappen. Van Vlaanderens Mooiste tot het fietsknooppuntennetwerk, van het profwielrennen tot fietsrecreatie, telkens is duidelijk dat Vlaanderen een fietsgekke regio is. Fietssport is dan ook een van de populairste sporten in Vlaanderen, zowel op de buis als op de baan. Deze sport kent niet alleen een heel omvangrijk, maar tegelijkertijd ook een zeer divers deelnemersveld en kijkerspubliek. Vlaanderen fietst! brengt de Vlaamse fietssportmarkt vanuit een sociaalwetenschappelijk perspectief in kaart.
Dit boek is vanuit meerdere onderzoeksdisciplines opgebouwd. Zo wordt de fietssport zowel vanuit historische, economische, juridische, psychologische, sociologische als marketinginvalshoek bestudeerd. In het eerste deel ligt de focus op het tijdstrendperspectief. Hier staan de evoluties in de fietssport en de ontwikkelingen op het gebied van wielersponsoring centraal. Het tweede deel zoomt in op de actieve deelname aan de fietssport. Hier worden zowel het sociale, het sociaalpsychologische als het uitgavenprofiel van fietssporters in beeld gebracht. Daarnaast wordt ook een typologie van fietssporters gepresenteerd. In het derde deel ligt de klemtoon op de professionele wielersport. Meer bepaald wordt hier de marketingwaarde van en de betalingsbereidheid voor de Ronde van Vlaanderen onderzocht. Vervolgens wordt ook het veldrijden vanuit een marketingperspectief bestudeerd. Elk deel wordt afgerond met een specifieke case. Dit werk richt zich op eenieder die professioneel of vrijwillig betrokken is bij het beleid, de organisatie en/of de marketing van de fietssport en het wielrennen. Daarnaast biedt dit boek ook een schat aan informatie voor al wie geïnteresseerd is in fietssport, bijvoorbeeld onderzoekers, docenten, journalisten, beoefenaars, toeschouwers, etc.
Wim Lagae is professor marketing(communicatie) en sportmarketing aan Lessius Antwerpen en de K.U.Leuven. Zijn onderzoek richt zich op sportsponsoring en op de impact van de wielercompetitie ProTour/Worldtour op stakeholdersconflicten en sponsoring. Filip Boen is professor sport- en bewegingspsychologie aan de K.U.Leuven. Hij verricht onderzoek naar de sociaalpsychologische processen die binnen en tussen (sport) groepen spelen, en naar de motivatie om verschillende vormen van fysieke activiteit te beoefenen. Met een voorwoord van Karel Van Eetvelt (UNIZO)
cover.indd 1
J e r o e n S c h e e r d e r, W i m L a g a e & F i l i p B o e n ( e d s .)
Jeroen Scheerder is professor sportbeleid en sportmanagement aan de K.U.Leuven. Zijn onderzoeksinteresse gaat uit naar de deelname en uitgaven aan vrijetijdssport enerzijds en het (marketing)beleid van publieke en particuliere aanbieders inzake sport en fysieke activiteit anderzijds.
nonnen die hyperprofessioneel georganiseerd en gepromoot worden”, zegt Wim Lagae, professor sportmarketing aan Lessius Antwerpen en K.U.Leuven. “Denk bijvoorbeeld aan Flanders Classics van Wouter Vandenhaute dat de voorjaarsklassiekers groepeert.” En dan is er nog het fenomeen van het veldrijden, internationaal een dwergsport, maar in Vlaanderen immens populair. “Niet verwonderlijk. Het veldrijden is het ideale televisieformat: in de periode waarin het buiten koud is, kan je binnen voor de buis de renners in het veld zien ploeteren, in een wedstrijd die niet te lang duurt, met veel spektakel en vaak het verloop van een thriller.”
Een boer die urenlang op zijn tractor moet rondrijden om zijn veld te bewerken… binnenkort is het misschien verleden tijd. Een recent ontwikkelde veldrobot kan zonder tussenkomst van een bestuurder een gewenst traject zeer nauwkeurig afleggen. Flanders’ Mechatronics Technology Centre (FMTC) bouwde in samenwerking met de Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren (MeBioS) van de K.U.Leuven een tractor van New Holland om tot een autonome veldrobot. Ze brachten aandrijvingen aan om het gaspedaal in te drukken en te sturen, en installeerden een computer en verschillende extra sensoren zoals een gps-systeem. Daarna wachtte de grootste uitdaging: een gepaste sturing ontwerpen die de complexe rol van de bestuurder overneemt. De
tractor moest ook zowel op een harde als een natte ondergrond kunnen rondrijden. Het team ontwikkelde daarom een sturing waarbij de tractor de bodemcondities aanleert en een inschatting maakt van het verwachte slipgedrag van de wielen. Vervolgens berekent hij de optimale snelheid en stuurhoek. Door deze lerende sturing behaalt de tractor een nauwkeurigheid van enkele centimeters. En net dat is één van de troeven van deze veldrobot. “Het belang van precisie in de sturing van landbouwmachines is de laatste tijd sterk toegenomen”, zegt professor Wouter Saeys van de Afdeling MeBioS, “vooral door de opkomst van de biologische landbouw, waar een accurate positionering van het gereedschap onontbeerlijk is.” De onderzoekers stelden een eerste prototype voor tijdens de 30ste Internationale Werktuigendagen, op 24 en 25 september in Oudenaarde. De veldrobot kwam tot stand binnen het project Lerende Controle voor Productiemachines (LeCoPro), waarbij kennisinstellingen samenwerken met een Vlaamse industriële partner.
Vlaanderen fietst!
Samenstellers Jeroen Scheerder, Wim Lagae en Filip Boen vroegen 24 auteurs om hun licht te laten schijnen over uiteenlopende onderwerpen, van het sociale profiel van de fietser tot de historiek van wielersponsoring. “Fietsen is in Vlaanderen populair als doe- én als kijksport. Daarin verschilt het van loopsport, vandaag de nummer 1 bij actieve sporters, maar niet echt een kijksport”, zegt Jeroen Scheerder, professor sportbeleid en sportmanagement aan de K.U.Leuven en eerder auteur van Vlaanderen loopt! “Sinds de jaren 60 heeft recreatief fietsen in Vlaanderen altijd bovenaan gestaan in de lijst van sportparticipatie, en ook wielertoerisme staat sinds ’79 steevast in de toptien.” Eerst enkele cijfers: 1.250.000 Vlamingen fietsen sportief. Het recreatief fietsen staat weinig verrassend bovenaan met 700.000 deelnemers. Scheerder: “Wielertoeristen zijn ‘slechts’ met 200.000, maar in absolute fietsuren zullen zij waarschijnlijk boven de recreanten uitstijgen. Een opvallende groeier de afgelopen jaren is het mountainbiken, met nu al 100.000 beoefenaars.”
laatste tijd vervrouwelijkt de fietssport, en de gemiddelde fietser is ook ouder geworden. Scheerder: “Fietsen kan je op elke leeftijd, terwijl lopen op latere leeftijd een zwaardere belasting vormt. Vooral vrouwen beginnen tussen 40 en 49 massaal te fietsen.” De Vlaming fietst zelden in vast clubverband: slechts 12 procent is aangesloten bij een club. Scheerder: “De meeste fietsers van vandaag behoren tot ‘lichte fietssportgemeenschappen’: ze gaan even samen een toertje maken, en gaan nadien hun eigen weg. Zelfs de ‘serieuzere’ prestatiesporters kiezen veel vaker voor eenmalige evenementen dan voor een club.” “Nochtans hebben clubs heel wat ervaring op het gebied van gezond sporten, verzekering en veiligheid. Uit onze Leuvense Fietssport Survey, waarin meer dan 5.000 fietssporters werden bevraagd, blijkt dat ruim de helft van de Vlaamse fietsers nooit een fietshelm draagt, terwijl slechts een derde hem altijd opzet. Bij de vrouwen draagt zelfs 80 procent nooit een helm. Hier is dus duidelijk nood aan sensibilisering, bijvoorbeeld via de wielerclubs.”
Deze tractor rijdt zichzelf wel rond
Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt
J e r o e n S c h e e r d e r, W i m L a g a e & F i l i p B o e n ( e d s .)
05-09-2011 22:36:52
Het ideale tv-format
Als kijksport is wielrennen geBeginnen kan altijd evolueerd van lokale folklore tot De ‘typische fietser’ is manne- een commercieel gebeuren. “De lijk en hoger opgeleid. Maar de klassiekers zijn kijkcijferka-
Jeroen Scheerder, Wim Lagae en Filip Boen (red.), ‘Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt’, Academia Press, 2011
Gluren? Observeren? Experimenteren? Ben jij tussen 8 en 13 jaar? Kom naar de Kinderuniversiteit en maak een reis naar je toekomst.
Zaterdag 15 oktober en 5 november in Leuven Zaterdag 22 oktober in Kortrijk
Krijg les van echte proffen én ga zelf aan de slag tijdens tal van workshops. Ontdek het programma en schrijf je in voor een hele dag gratis plezier!
28 september 2011
Onderzoek 11
Twee assistent-scheidsrechters beoordelen een buitenspelsituatie...
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
... en zien vervolgens of ze het bij het rechte eind hadden.
Scheidsrechterstraining zet perceptuele illusie buitenspel Wat brengt een Japanse filmploeg naar één van de kunstgrasvelden van het Universitair Sportcentrum? Professor trainings- en bewegingsleer Werner Helsen geeft er buitenspeltraining aan assistent-scheidsrechters, en net als de Japanners zijn we benieuwd naar het wetenschappelijke verhaal daarachter. Ward Neyrinck Naast de fysieke begeleiding van scheidsrechters houdt Helsen (met witte polo op de foto rechts) zich als FIFA- en UEFA-trainingsexpert ook bezig met trainingsmethodes om buitenspel beter te beoordelen. Vandaag zien we hoe dat in zijn werk gaat. Samen met de filmploeg kijken we toe hoe een tiental spelers van de beloftes van Oud-Heverlee Leuven (OHL) buitenspelsituaties ‘acteren’. De aanwezige assistentscheidsrechters uit de Belgische profcompetitie moeten per twee de situatie beoordelen en in één of twee seconden beslissen of ze buitenspel signaleren door hun vlag te heffen… of niet. Dat doen ze elk weekend, maar deze keer wordt alles – ook hun eventuele foutieve beslissing – genadeloos geregistreerd door een camera. “Het leerproces verloopt op-
timaal wanneer meteen na de beslissing de vertraagde videobeelden aan de scheidsrechter getoond worden”, zegt Helsen. “Een scheidsrechter moet leren de mentale foto die hij maakt te corrigeren, en hoe sneller deze beelden aan hem getoond worden na zijn beslissing, hoe beter.” Mentale foto? Corrigeren? Inderdaad, voetbal pleziert onze ogen maar leert ons ook iets over hoe die dingen werken – of beter: over hoe ons brein uit optische prikkels een zinvol beeld creëert. Helsen: “Onze cortex heeft 0,1 seconde nodig om visuele input tot een beeld te maken. Het brein gaat hierdoor bewegende voorwerpen verder inschatten dan ze effectief zijn op het ogenblik dat ze worden waargenomen. Dat noemen we het flash-lag-effect. Het gaat om een illusie in de perceptie die volstrekt natuurlijk is en die geen scheidsrechter in de
wereld niet heeft.” Om te voorkomen dat hij mooie aanvalsacties ten onrechte de vlag geeft, moet een scheidsrechter dus leren om niet te veel op zijn eigen ogen te vertrouwen en om de
“De één vlagt en de ander vlagt niet! Geweldig!” perceptuele fouten te compenseren. Voormalig assistent-scheidsrechter Roland Van Mylen paste voor zichzelf de één-meter-regel toe. Zag hij de aanvaller één meter verder dan de laatste verdediger, dan floot hij geen buitenspel. Uit
TopSportsLab scoort ook in Nederlandse Eredivisie De software van TopSportsLab helpt voetbalclubs om de prestaties van hun spelers te verbeteren en blessures te vermijden. Dat is onze noorderburen niet ontgaan: op zijn tweede verjaardag kan de spin-off uitpakken met een handvol Nederlandse topclubs in zijn portfolio. Reiner Van Hove TopSportsLab biedt softwaretoepassingen aan in de vorm van een online tool voor bestuur, stafleden en spelers van een club. Via een persoonlijke login kunnen ze inloggen en, afhankelijk van hun functie binnen de club, resultaten voor meer dan 250 tests vergelijken met de testresultaten van andere clubs en spelers die met
TopSportsLab werken. In één oogopslag kan een trainer zien hoe zijn speler of zijn hele team scoort op een hele reeks fysieke parameters zoals kracht, flexibiliteit en snelheid. Dat maakt het mogelijk om gerichter te trainen. “Bovendien kunnen jonge, beloftevolle spelers ook zelf zien welke progressie ze maken, wat hen extra motiveert”, zegt professor trainings- en bewegingsleer Werner Helsen, voorzitter
van de raad van bestuur van de spin-off. De software brengt ook de risicozones van alle spelers in kaart, via eenvoudige kleuraanduidingen op een voor- en achteraanzicht van het lichaam. “In het begin wilden we vooral blessures voorspellen, maar nu kunnen we ook dreigende overbelasting signaleren”, zegt medeoprichter Jan Van Winckel. “Op die manier verhogen we de
ervaring wist hij dat de aanvaller niet buitenspel liep. Die ervaring wil Helsen de scheidsrechters met zijn training meegeven.
Geplaatst voor het EK Ondanks de nobele missie, de geleerde woorden en de ernst waarmee de training verloopt, is het duidelijk dat deze heren ook gewoon houden van het spelletje: “De één vlagt en de ander vlagt niet! Geweldig!” horen we Helsen regelmatig roepen, waarna hij en de scheidsrechters nieuwsgierig naar het videoscherm spurten. “Aargh, daar gaat mijn 8.3”, horen we een assistent-scheidsrechter kreunen wanneer de tergend langzame beelden aantonen dat hij buitenspel vlagde, terwijl de aanvaller in kwestie nog meer dan anderhalve meter had. Het is niet meer dan een grapje, want hoewel deze professionals inderdaad op hun wedstrijden gequoteerd
beschikbaarheid van spelers.”
Olympische Spelen In de zomer van 2010 trok TopSportsLab over de grenzen en ging het samenwerken met AZ Alkmaar. Inmiddels zijn onder andere FC Twente, ADO Den Haag en Roda JC gevolgd. Een nieuwe naam geeft die internationale ambities van de spin-off weer: het voormalige TopSportLab heet voortaan TopSportsLab – een extra s met het oog op uitbreiding naar andere, Engelstalige landen. In eigen land begeleidt de spin-off sinds dit seizoen ook de scheidsrechters op het vlak van prestatieverbetering en blessurepreventie. Daarnaast maken Anderlecht, KV Mechelen, Beerschot en neo-eersteklasser Oud-Heverlee Leuven gebruik van de know-how. Zowel OHL,
worden – zoals Peter Hermans, trouwe assistent-scheidsrechter van Frank De Bleeckere ons uitlegt – komt de training van vandaag niet op het rapport. Wat vinden de spelers van de ervaring? Stijn Torremans, jeugdspeler bij OHL: “Dit is plezant en leerrijk. Het is wel moeilijk, want wij leren net om niet zo dicht tegen buitenspel aan te lopen.” Dat houdt steek, want door het flashlag-effect vlaggen scheidsrechters dan te vaak, tenzij ze er goed op getraind zijn. Dat is dan ook de les die we het vaakst horen vandaag: “Als je twijfelt, hou je arm naar beneden!”. Een les die Helsen overigens niet alleen de Belgische arbiters in de oren knoopt: hij zal ook de scheidsrechters op het komende EK begeleiden en deze testopstelling gebruiken als trainingsinstrument bij de beste assistent-scheidsrechters van Europa.
KV Mechelen als FC Twente gebruiken de software ook om de individuele opvolging van de spelers van alle jeugdploegen te monitoren. Daarnaast begeleidt de spinoff al twee jaar de verschillende nationale ploegen van de Belgische Hockeybond. De mannenploeg wist zich tijdens het recente EK te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Er is ook interesse voor TopSportsLab vanuit andere sporttakken zoals tennis, en zelfs vanuit het ballet. Die boot houden Helsen en co nog even af, wat niet betekent dat ze stilzitten: recent ontwikkelde TopSportsLab een applicatie voor iPad, een mobiel testcentrum en een softwarepakket voor amateurploegen. www.topsportslab.com
12 Internationaal
campuskrant
Buiten de zone
Internationale experts bij W&T
In deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de K.U.Leuven schaamteloos de hoogte in. Maar wél met een achtenswaardig journalistiek doel: achterhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buitenland zich zoal mee bezighouden. In deze aflevering Vicky Wandels (stafmedewerker International Policy Unit). Ine Van Houdenhove Waar zit je ergens? “Samen met onze directeur Bart Hendrickx en een delegatie van Biomedische Wetenschappen ben ik voor zes dagen in Shanghai om goede kandidaten te zoeken om een PhD te komen doen aan de K.U.Leuven. Deze week hebben we tijdens de K.U.Leuven Days aan onze twee partneruniversiteiten vooral promotie gevoerd om de universiteit en de beschikbare projecten voor te stellen. De komende maanden gaan we nog een aantal keer terug naar China om andere universiteiten aan te doen en in december houden we selectieinterviews.” Welke indruk heb je van de omgeving? “Ik heb sinologie gestudeerd en had China al een paar keer bezocht. Het is ongelofelijk hoe snel het land verandert. Helaas heb ik deze week hoofdzakelijk in vergaderzalen en auditoria doorgebracht, de stad bezoeken is me niet gelukt. En over een uurtje vertrekken we al dus het zal er ook niet meer van komen. De volgende bezoeken zullen nog korter en dus drukker zijn.” “De universiteitscampussen die we hebben bezocht, zijn allebei erg mooi en groen. Het viel me ook op dat de kwaliteit van de lucht in Shanghai best meevalt. Er rijden hier ook opvallend veel elektrische brommers
Vicky Wandels (rechts) naast een student van Shanghai Jiaotong University
en scooters rond.” Is het een succesvol bezoek geweest? “Ik was aangenaam verrast over de opkomst, we hebben toch een dikke 250 studenten bereikt en een heel aantal van hen stelden heel concrete vragen over de K.U.Leuven en ons PhD-aanbod. Als we een paar echt goede kan-
(© ingezonden)
didaten kunnen selecteren, is niet weet wat het is. Soms valt dat de missie geslaagd; het gaat om heel goed mee, soms – zoals in een pilootproject.” het geval van gebakken zeekomkommer, een zeer slijmerige vis Heb je een beetje kunnen proe- – iets minder. Maandagavond ven van de lokale cultuur? waren we uitgenodigd in de zaal “We zijn verschillende keren te waar Chiang Kai Shek (voormagast geweest op een officieel – en lig politiek leider, red.) getrouwd traditioneel – diner. Dan krijg je is en waar de laatste vrouw van altijd heel speciale dingen voor- Mao een tijdje gewoond heeft; geschoteld, waarvan je meestal dat vond ik wel bijzonder.”
Tip voor deze rubriek? Mail naar:
[email protected]
Eind september bezocht een zestigtal buitenlandse experts alle departementen van de Groep Wetenschap & Technologie, met het oog op een peer review van hun strategische visie op onderzoek. In verschillende panels bestudeerden de experts het beleidsplan dat de departementen en hun onderzoekseenheden opstelden. “Het is bijzonder interessant om samen met 57 topexperts in discussie te treden en de ambitie in onderzoek van de departementen af te toetsen aan de frisse blik van een buitenstaander”, zei vicerector Wetenschap & Technologie Karen Maex. Volgens vicerector onderzoek Peter Marynen is de systematische visitatie van een volledige wetenschapsgroep, met focus op de onderzoeksstrategie, nieuw voor Vlaanderen: “Deze visitatie kwam er op initiatief van de universiteit zelf en moet de maatschappelijke rol van de K.U.Leuven als kennisinstelling versterken.” Het is de bedoeling om voortaan om de vijf jaar een onderzoeksvisitatie te organiseren. Volgend jaar komt de Groep Humane Wetenschappen aan de beurt, in 2013 de Groep Biomedische Wetenschappen.
Ambassador’s Lectures Ook dit academiejaar organiseert de K.U.Leuven een reeks Ambassador’s Lectures, waarin maandelijks een ambassadeur op post in Brussel uitgenodigd wordt om een toespraak te houden rond een maatschappelijk relevant thema. Op maandag 10 oktober bijt de Indonesische ambassadeur Arif Havas Oegroseno de spits af, met een lezing rond de vraag “How to keep a fast growing economy green”. www.kuleuven.be/english/ ambassador_lectures/home. html
Metropole Universiteit Op 12 september werd in het Palais des Beaux Arts van Lille een samenwerkingsakkoord voorgesteld tussen de Université Lille Nord de France, de Facultés Universitaires Catholiques de Mons en de Kulak. Het akkoord past in het Interregproject ‘Metropole Universiteit / Université Métropolitaine’. De bestaande ad-hocuitwisseling van studenten en docenten wordt geïntegreerd in het curriculum. Studenten van Lille, Kortrijk en Mons kunnen bij elkaar colleges volgen, en op die manier kennismaken met een andere of buitenlandse universitaire cultuur. De partneruniversiteiten werken ook modaliteiten voor bidiplomering uit en zetten grensoverschrijdende onderzoeksprojecten op. Een nieuwe vorm van samenwerking is het Honours College, waarin sterk gemotiveerde bachelorstudenten van de drie regio’s samen verbredende of verdiepende cursussen en seminaries krijgen, begeleid door docenten van de drie regio’s. Op de foto: campusrector Jan Beirlant (© Patrick Holderbeke)
28 september 2011
Maatschappij 13
DE RAAD een actueel vraagstuk belicht vanuit drie expertises
“Er gaat bijna een hele generatie verloren” In de Hoorn van Afrika worden momenteel miljoenen mensen getroffen door hongersnood. De onvermijdelijke tol van de droogte, of zijn er oplossingen? Wat maakt de toestand in Somalië extra uitzichtloos? En moet rampenmanagement verplicht deel uitmaken van de artsenopleiding? Katrien Steyaert
“Betere selectie en voorbereiding medische hulpverleners”
Urgentiearts Marc Sabbe “In zulke rampsituaties komt het meestal neer op medische hulp bieden aan ondervoede en uitgedroogde kinderen en volwassenen. De arts dient vocht en voedingsstoffen toe want zeker voor kinderen is het extreem belangrijk dat zij een aantal essentiële aminozuren opnemen. Anders dreigt groei- en ontwikkelingsachterstand die niet meer in te halen is.” “De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft behandelingsschema’s en voorziet basiskits per 10.000 patiënten. Ter plaatse bekijkt de arts of hij daar nog iets aan kan toevoegen. Ook de WHO-modellen voor vaccinaties moet hij aanvullen met eigen kennis van de lokale ziektebeelden. Een cursus van bijvoorbeeld het Instituut voor Tropische Geneeskunde is essentieel. Ook basishygiëne is cruciaal. Als je mensen leert hun handen te wassen nadat ze naar het toilet zijn geweest, red je op termijn misschien honderden kinderen van de infectiedood.” “Je moet voor zo’n groot mogelijk deel van de bevolking minimale zorg voorzien en enkel diegenen helpen
van wie je weet dat ze nog een kans hebben. De anderen geef je tender love and care, een soort palliatieve zorg omdat er niet genoeg middelen zijn. Zulke bijna mathematische afwegingen gaan in tegen de natuur van een hulpverlener die elke patiënt optimaal wil verzorgen. Hij moet omschakelen van een individuele naar een collectieve ethiek. Wie met een groot hart maar onvoorbereid vertrekt – wat nog vaak gebeurt – dreigt een psychisch trauma op te lopen.” “Al sinds 1988 verzorgt de K.U.Leuven de cursus ‘Rampenmanagement: slachtoffergericht’. Dat soort geneeskunde wordt een specialiteit op zich en zou een deel moeten zijn van de algemene artsenopleiding. Ik ben aangenaam verrast over hoe gemotiveerd de jeugd nog is maar ik vrees dat we ze niet altijd goed selecteren. Ik denk dat er bij het ingangsexamen geneeskunde soms gemotiveerde mensen uit de boot vallen, bijvoorbeeld omdat we onvoldoende testen op social skills. In mijn tijd haalden de idealisten niet de hoogste scores maar ze betekenden veel als hulpverleners in Afrika.” “In de Hoorn gaat er nu bijna een hele generatie verloren. Er zullen zich kinderen handhaven – dat is the survival of the fittest – maar het duurt decennia eer een populatie zich herstelt. Daarom is het zo belangrijk dat we gul blijven.”
Vluchtelingen wachten op bijstand op de grens tussen Somalië en Kenia.
(© Sipa Press | Zed Jameson)
knowledge gebeuren.” “Er zijn delen van de Hoorn, zoals Somalië, waar het gebrek aan betrouwbare, georganiseerde partners dat onmogelijk maakt. Het Westen is vaak terughoudend om te werken met groepen die een uitgesproken, Hans Bruyninckx, hoofd religieus karakter hebben zoals de islamitische milities daar. Somavan HIVA – Onderzoekslië zal intern oplossingen moeten instituut voor Arbeid en zoeken maar ook het Westen kan Samenleving een rol spelen. Zo hebben staten in “De milieudegradatie en conflicten de Hoorn een groot probleem van om natural resources zijn in Oost- schuld. Maar we leven in een wereld Afrika niet verminderd sinds ik er waar er jaarlijks nog altijd meer loin de jaren 90 onderzoek verrichtte. Ons team bleef de regio bezoeken en stelt vast dat de bevolkingsdruk verder toeneemt in een gebied dat erg gevoelig is voor kleine verschuivingen, bijvoorbeeld in de weerpatronen. Er is steeds meer bewijs dat droogtes als deze geen incidenten zijn maar veroorzaakt worden door fundamentele klimaatveranderingen.” nen en bonussen uitgekeerd wor“Wij wetenschappers kunnen met den op Wall Street dan het totale nieuwe inzichten en onze beste wereldbudget voor ontwikkelingsmeetmethodes bijdragen aan het samenwerking.” adaptatiebeleid, waarbij de lokale “Geld alleen is niet de oplossing. bevolking zich aanpast aan de ver- Oost-Afrika zal op termijn tot de anderde context. Dat moet altijd in hardst door de klimaatveranderineen wisselwerking met hun local gen getroffen gebieden behoren.
Het is dan ook terecht dat ze eisen dat het Westen drastisch actie onderneemt om de driving forces van klimaatverandering weg te nemen en onze uitstoot te verminderen. We moeten ons ook voorzichtig opnieuw engageren in de regio om bij te dragen aan hun adaptatiebeleid.” “Wat in de Hoorn gebeurt, staat zeker niet los van ons. Zo moeten we kritische vragen durven stellen over onze rol in de voedings- en productiekettingen. Oost-Afrika ziet een deel van zijn al beperkte economische potentieel verdwijnen als grote multinationals zijn zeeën komen leegvissen.” “De universiteit moet haar ogen openhouden voor waar de grootste noden zijn. Het fenomeen van donor darlings – waarbij sommige gebieden alle fondsen en hulp aantrekken ten koste van anderen – is begrijpelijk maar rationeel niet altijd de beste keuze. Bart De Moor, vicerector internationalisering, geeft belangrijke impulsen voor empowerment van de juiste, lokale universiteiten. En bij een pak collega’s zie ik het besef dat wij als wetenschappers ook keuzes maken en daarin het verschil kunnen maken.”
de opbrengsten vergroten. We moeten de bevolking de juiste technieken bijbrengen en het prangende probleem van bodemvruchtbaarheid aanpakken met onder andere meststoffen. Omdat ze die niet kennen en ze vaak te duur vinden, gebruiken Oost-Afrikanen die nog te weinig. Ook droogteresistente gewassen kunnen helpen.”
belangrijk bij de herbebossing, iets waar de K.U.Leuven de laatste jaren op focust. Zo restaureren we het landschap en herstellen we de bodem. Op termijn kan je tussen de groene bomen weer gewassen kweken maar je moet die gebieden de eerste jaren beschermen. Niets mag er grazen, niemand mag er kappen. In Noord-Kenia en -Ethiopië past de bevolking zich goed aan en de overheid besteedt 10% van het nationale budget aan landbouw.” “Het kan dus zeker, behalve in Somalië. Dat is een niemandsland geregeerd door war lords en milities waar geen enkele Belgische ngo of universiteit structureel werkt. Het bewijst dat landbouwontwikkeling alleen maar kan binnen een goede structuur en overheid. In de Sahel heerst ook droogte maar zonder catastrofale gevolgen. Ze hebben daar hun lesje geleerd tijdens de grote droogtes in de jaren 80 en zijn sindsdien veel beter voorbereid. We kunnen alleen maar hopen dat Somalië ook zo’n stap vooruit zet.”
“Onze eigen rol kritisch bekijken”
Emeritus professor landbouweconomie Eric Tollens “Landbouwtechnisch is het perfect mogelijk om in Oost-Afrika voldoende voedsel te produceren. Dry land agriculture, dat je ook ziet in de VS en Israël, is heel goed bestudeerd. De K.U.Leuven heeft tal van projecten in de Hoorn van Afrika, met name in Kenia en Ethiopië, en bouwde veel ervaring op rond irrigatie, herbebossing en bodemvruchtbaarheid. Er worden waterputten gegraven en zelfs in drogere gebieden kun je water oppompen om groenten, fruit en een beetje rijst te kweken.” “Met de voorspelde bevolkingsverdubbeling in de regio tegen 2050 moeten we de teelt intensifiëren en
“De bestaande kennis intensiever toepassen” “Tenminste, als de koeien ze niet kaal vreten. Ethiopië telt zo’n 40 miljoen koeien en ook in de buurlanden is veeteelt een hoofdactiviteit. Maar de kuddes moeten gesedentariseerd worden. Dat is erg
14 Leven na Leuven
campuskrant
archeoloog, cultuurhistoricus en schrijver
David Van Reybrouck Eerst was hij een eenzelvige student aan een stuk of vijf universiteiten, daarna een collega van Bart De Wever aan de K.U.Leuven en nu één van de jongsten die de prestigieuze Cleveringa Leerstoel in Leiden mag bekleden. David Van Reybrouck (40) is nooit ver van de wetenschap, al kiest de man achter het bejubelde Congo en het burgerinitiatief G1000 in de eerste plaats voor literatuur. “Al schrijvend kom ik steeds dichter bij mezelf en bij de wereld.”
“Ik geniet van de schoonheid van concentratie” Katrien Steyaert “Tijdens de opendeurdag van geneeskunde aan de Kulak heb ik mijn eerste dooie gezien”, zegt David Van Reybrouck, niet gespeend van West-Vlaamse nuchterheid. De Bruggeling die intussen in Brussel woont, vertelt het terloops terwijl hij zijn studiekeuze toelicht. “Ik overwoog psychiatrie maar eerst zeven jaar geneeskunde studeren leek me toch te lang. Het werd archeologie omdat dat mij altijd geïnteresseerd heeft en het een kleine richting is waarin zeer veel samenkomt. Je werkt met je handen en met je hoofd, je krijgt scheikunde en bodemkunde maar ook esthetica en kunstgeschiedenis. Heel bijzonder.” “Ik was een eenzelvige student. In die eerste jaren aan de unief leefde ik als een monnik. In het begin had ik niet eens een radio of een poster aan de muur. Op de middelbare school zat ik in de sociale werkgroep, speelde theater en was hoofdredacteur van het schooltijdschrift – er is niet zo veel veranderd – maar aan de unief had ik geen behoefte aan zo’n sociaal leven. Ik heb twee kanten: de ene is de solitaire wandelaar die nogal dol is op de Pyreneeën en op zijn 40ste verjaardag alleen gaat wandelen aan de Semois, de andere is – zeker na Congo – de publieke figuur die met heel veel mensen praat, nu bijvoorbeeld voor G1000.”
Haatmails Op 11 november wil G1000, een idee van Van Reybrouck, 1000 willekeurig gekozen Belgen samenbrengen op een burgertop om over de politieke toestand van ons land te denken. “Ik vind het van belang dat de democratie zich herinnert dat ze meer is dan particratie.” Terwijl hij het zegt, klopt Fatima Zibouh aan, één van de organisatoren. “Een ongelooflijke madam”, zegt hij achteraf,
“en wellicht de eerste gesluierde moslima die in België zal doctoreren. Hoe zou ik niet graag kunnen werken aan een project waarin ik zulke formidabele mensen ontmoet?” Ook Fatima’s boodschap maakt hem zeer gelukkig. Al Jazeera, dat hen beiden net heeft geïnterviewd, zal de reportage over G1000 wereldwijd uitzenden. “Fantastisch!”, glundert hij. “We hebben nu al geld voor 500 deelnemers maar alle hulp is nog welkom. De tweede helft wordt misschien de moeilijkste maar dat maakt het sportief. We hebben onszelf de beperking opgelegd dat niemand meer mag geven dan 35.000 euro. Het gaat om geloofwaardigheid en een diverse fundraising. We willen de kritiek vermijden die Itinera nu krijgt.” G1000 krijgt andere kritiek: dat het anti-politiek, anarchistisch, hyperneoliberaal of te soft zou zijn. Hij ontkent. “We vegen het conflict niet onder de mat maar geven het nu een kans om gekanaliseerd te worden. Als soortgelijke initiatieven in Israël en Noord-Ierland tienduizenden mensen laten praten, moet het hier ook kunnen en zinvol zijn. In vijf dagen tijd vonden we 650 laaiend enthousiaste vrijwilligers. Dat bewijst dat het mogelijk is in een gepolariseerd en zelfs vijandig geworden klimaat toch een constructieve en genereuze dynamiek op gang te brengen. Voor mij is de G1000 nu al geslaagd, al blijft 1000 natuurlijk ons streefdoel.” Deze man is niet snel uit zijn lood te slaan. “Als ik me engageer voor iets waarin ik zeer geloof, dan neem ik dat engagement totaal op mij. In goede en kwade dagen. Mensen uit mijn dichte omgeving zeiden: Je hebt twintig jaar gewerkt om te staan waar je nu staat met Congo en nu gooi je je in een initiatief dat ook tegenkanting zal krijgen?! Waarop ik zei: We gaan ons engagement
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
kroond toneel, essays, een roman en recent de bestseller Congo. Maar voor hij zijn eerste boek schreef – De Plaag, dat prompt de Debuutprijs 2002 kreeg – opereerde hij vanuit de academische wereld. Na zijn studies archeologie en filosofie in Leuven met een Erasmusjaar in Barcelona haalt hij een Master in World Archeology in Cambridge, volgt nog Ruimteschip een halfjaar lessen in Parijs en Van Reybroucks enthousiasme promoveert in 2000 aan de uniover deze “politiek extreem in- versiteit van Leiden. “Ik heb zeer
toch niet censureren, zeker, en iets waar we in geloven niet uitvoeren omdat er zeurderige stemmen zullen klinken? Ja, je krijgt haatmails maar ik vind dat folklore. Dat betekent niet dat ik een olifantenvel heb maar dat ik besef dat er meer is dan de publieke opinie of het gescheld op De Standaard online.”
“Ik voel geen enkele druk om het succes van Congo te evenaren.” teressante tijden” doet de vraag naar een politiek mandaat rijzen. Hij schudt het hoofd. “Ik vind politiek te belangrijk om enkel aan partijpolitiek over te laten. Ik blijf een wakkere burger maar voor mij blijft literatuur centraal staan.” “Op mijn vijftiende hoopte ik enkele gedichten te publiceren in het tijdschrift van de Heemkundige Kring van Assebroek maar dat is niet gelukt”, grinnikt hij. Wel schreef hij veelvuldig be-
lang getwijfeld of ik wel een leven in de wetenschap wou. Maar ik heb graag aan de universiteit gewerkt.” Van 2000 tot 2005 doet hij dat op het Departement Geschiedenis van de K.U.Leuven, waar Bart De Wever een tijdland een collega is. “De discussies met hem waren interessant omdat we elkaar niet moesten beconcurreren. Dat was uitzonderlijk aan de universiteit, waar op de generositeit van de nieuwsgierigheid altijd de rem
van de concurrentie staat. De druk om te publiceren in gespecialiseerde bladen zorgt er bovendien voor dat veel onderzoek niet bij bredere bevolkingslagen terechtkomt. Het is nog lang niet zo ver, maar de academische wereld moet oppassen dat het niet als een vijandig gepercipieerd ruimteschip boven de samenleving gaat hangen. Het is van groot belang de poort naar de samenleving open te houden.”
Wroeten Precies zes jaar geleden trok Van Reybrouck de academische deur achter zich dicht. “Dat is nog altijd de beste beslissing van mijn leven. Ik geloofde dat er voor mij zinvollere manieren waren om met intellect, engagement en schoonheid om te gaan. Mijn rol is die van zelfstandig kunstenaar. Het was een financiële sprong maar ik ben mijn hart gevolgd. En ik kwam steeds dichter bij mezelf en bij de wereld.” “Ik heb de wetenschap zeker niet de rug toegekeerd. De G1000 is een wetenschappelijk onderbouwd project met schitterende jonge doctorandi en ook tijdens het researchen voor Congo zoog ik me met plezier als een spons vol academische kennis. Maar ik wilde die uitknijpen op een plek waar mensen dorsten naar die kennis. Ik ben dan ook heel gelukkig dat Congo zowel respect krijgt van echte kenners als Filip Reyntjens als van laaggeletterden die dankzij het boek lezers zijn geworden.”
28 september 2011
Het boek rondde de kaap van de 200.000 exemplaren en de Engelse wereldrechten zijn verkocht. Van Reybrouck schreef het in zijn sobere kantoor in Brussel. Het zijn details zoals de doorleefde houten vloer en de gestreepte zwembroek die op de verwarming ligt te drogen die het een warme toets geven. “Hier ben ik offline. Ik ben ongelooflijk slecht in multitasken en geniet van de schoonheid van concentratie. Met Congo overtrof ik het ideaal dat ik voor ogen had. Dat was geweldig. Op het einde wist ik dat ik iets uitzonderlijks had gepleegd. Maar ik ben even trots op mijn gedicht ‘De ganzen’, of Slagschaduw, mijn meest innige boek. Een Amsterdamse vrouw zei me ooit dat ze het boek altijd bij zich draagt omdat ze een kleinkind was verloren. Het boek gaat over verlies van dierbaren en is een verre echo van het feit dat ik zelf vijf van mijn beste vrienden ben verloren in het ongeluk met de kabelbaan in Cavalese. De reactie van die vrouw deed me zeer veel.” Toch vallen krachttoeren als Congo het meest op. “Het is waar. Ik heb veel voldoening van zo’n lang proces. Het is als de Pyreneeën oversteken maar dan in dwarse richting.” Hij zwijgt even. “Ik denk dat ik een West-Vlaming ben die kan genieten van het wroeten. Ik heb geen talent voor hedonisme en ik vind dat ook niet erg.”
Vlegel En hij wroet met succes, afgaande op de rist bekroningen. “Natuurlijk zijn de Libris- en Akoprijs voor Congo geweldig qua zichtbaarheid en verkoop maar de Arkprijs voor het Vrije Woord (voor zijn toneelstuk ‘Missie’, red.) is me nog dierbaarder. Toen heb ik gejankt. Mijn vader was net gestorven en ik stond op het strand in Nederland, waar ik toen woonde. Het is toch een beetje onze Vlaamse Nobelprijs voor de Vrede en Literatuur ineen en ik voelde me beloond als mens.” “De Cleveringa-leerstoel in Nederland doet me nu ook veel plezier, zeker omdat ik hem op zo’n jonge leeftijd mag bekleden. Ik werk nu aan mijn inaugurale rede, die ik houd op de dag van de Congolese presidentsverkiezingen (28 november, red.)”, glimlacht hij. Nog op de agenda: een nieuw theaterstuk voor KVS. Het speelt zich af op de camping van een muziekfestival en vraagt nu plots wat herwerking na de ramp op Pukkelpop. Maar hij blijft rustig. “Ik voel geen enkele druk om het succes van Congo te evenaren. De enige noodzaak is mijn eigen goesting. Ik denk zoals Beckett, die op het einde van zijn leven zei: I’ve never been on a road to somewhere. I’ve just been on a road. Veertig worden vond ik ook niet erg, integendeel. Ik ben iemand bij wie de puberteit en midlifecrisis naadloos in elkaar zullen overvloeien, zonder het gebruikelijke tussenstadium van de volwassenheid. Of zoals Ter Braak zei: Je moet altijd een beetje een vlegel blijven.” G1000 steunen kan door sms ‘g1000’ te sturen naar 4445 (1,5 euro/sms) of te storten op rekening 523-0812345-45 (Stichting voor Toekomstige Generaties). Fiscaal attest vanaf 40 euro. www.g1000.org
Cultuur 15
De expo in musem M toont de evolutie van zeven eeuwen Gregoriaanse muzieknotatie in Vlaanderen.
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Goddelijke Klanken hoorbaar én zichtbaar gemaakt De tentoonstelling Goddelijke Klanken in museum M bewijst dat Vlaanderen beschikt over een rijke schat aan oude muziekhandschriften uit de periode tussen 1100 en 1800. De expo toont een exquise selectie uit die manuscripten en laat de bezoeker via een multimediale installatie proeven van de belevingskunst die de Gregoriaanse muziek is. Jos Stroobants Goddelijke Klanken is het resultaat van intensief onderzoek door de Alamire Foundation, een samenwerkingsverband tussen K.U.Leuven en Musica, Impulscentrum voor muziek. Voor het tentoonstellingsproject sloot ook Illuminare aan, het Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst van de universiteit. De expo toont een beperkte maar verhelderende selectie van dertien zeer diverse handschriften, die de evolutie van zeven eeuwen Gregoriaanse muzieknotatie in Vlaanderen blootlegt. Het oudste handschrift toont bijvoorbeeld aan dat de muziek aanvankelijk uit het hoofd werd uitgevoerd: de notatie bestaat uit tekens zonder notenbalken. De grootte van de bronnen nam doorheen de eeuwen toe tot het formaat van grote koorboeken, waaruit een hele groep zangers tegelijk zong. Binnen de selectie is het Antifo-
narium Tsgrooten een topstuk van wereldniveau. Het werd in 1522 vervaardigd in opdracht van de Norbertijnerabdij van Tongerlo en is rijkelijk verlucht met tekeningen en miniaturen. Maar deze tentoonstelling maakt de klanken ook hoorbaar én zelfs zichtbaar. Multimediakunstenaar Rudi Knoops ging aan de slag met vier van de getoonde handschriften en maakte audio- en filmopnames van enkele vooraanstaande Vlaamse ensembles. Het resultaat is DIORAMATIZED #2, een indrukwekkende installatie die ongetwijfeld zal bijdragen tot de binnen- en buitenlandse belangstelling voor dit project. “We vonden het inderdaad belangrijk om alles wat we leerden door wetenschappelijk en artistiek onderzoek om te zetten in een beleving”, zegt professor Bart Demuyt, directeur van de Alamire Foundation. “De bezoeker die midden in de installatie
van Rudi Knoops gaat staan, ziet rondom zich de zangers, hoort hun ademhaling en zang, de kleine oneffenheden als ze inzetten, en voelt hun reacties op de handbewegingen van de koorleider. Tegelijk maken de uitvoeringen ook het verschil duidelijk tussen
Antifonarium Tsgrooten.
de vier getoonde fragmenten uit zangboeken, die uit vier verschillende eeuwen dateren. Gregoriaans is een belevingskunst en dat wordt hier meteen duidelijk.” Goddelijke Klanken, tot 27 november in museum M Info: www.mleuven.be
(© collectie Vlaamse Gemeenschap)
Openlesweek Kiezen? Aanscherpen? Doorbijten?
Wil je weten hoe een les aan de universiteit verloopt? Kom dan langs tijdens de herfstvakantie! 3-4 november 2011 Lesaanbod en inschrijvingen op www.kuleuven.be/openlesweek
16 Universiteitsfonds Telex Alumni *** Geen idee welke cijfers tienkamper Hans van Alphen als student kinesitherapie haalde, maar op 18 september vergaarde de alumnus tijdens de Décastar in het Franse Talence 8.200 punten. Daarmee won Van Alphen niet alleen de wedstrijd, hij haalde ook een Belgisch record én de limiet voor de Olympische Spelen van 2012 in Londen. “Ik was een jaar of elf toen ik een spreekbeurt gaf over de Olympische Spelen. Als kleine jongen was dat een droom van me, daar wilde ik naartoe”, liet Van Alphen ooit optekenen in deze pagina’s. In 2008 kwam die droom een eerste keer uit in Peking, zij het met een zuur nasmaakje: hij raakte tijdens de 100 meter geblesseerd en moest later opgeven. *** Olympiërs in de wereld van de wetenschap: Pieter Abbeel en Gert Lanckriet, beiden in 2000 afgestudeerd als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur, horen volgens MIT’s Technology Review bij de 35 top young innovators for 2011. Een mooie erkenning, zeker als je weet dat in het verleden ook Facebook-oprichter Mark Zuckerberg en Googleoprichters Sergey Brin en Larry Page de titel kregen. Pieter Abbeel, nu assistent professor aan UC Berkeley, ontwerpt robots die menselijke handelingen kunnen observeren en imiteren. Zijn gewezen studiegenoot Gert Lanckriet, associate professor aan UC San Diego, ontwikkelt software die liedjes kan karakteriseren. Dat moet op termijn bijvoorbeeld leiden tot toepassingen waarmee je computer nummers kan zoeken die bij je gemoedsgesteldheid van het moment passen.
Aeschylus geeft laatste duwtje aan toegepast onderzoek Tot nu toe richtten schenkingen via het Leuvens Universiteitsfonds (LUF) zich vooral naar fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in een beginfase. “Het Aeschylus filantropieplatform zoekt nu financiering voor toegepast wetenschappelijk onderzoek in de eindfase, vlak voor commercialisering via spin-off of licentie”, zegt LUFdirecteur Isabel Penne. Jaak Poot Innovation Manager Hannes De Wachter stuurt vanuit K.U.Leuven Research & Development (LRD) het gloednieuwe project aan. “In het Aeschylus filantropieplatform richten we ons tot schenkers die op korte termijn resultaat willen zien. We selecteren projecten die alle bestaande financieringsbronnen hebben uitgeput, maar nog net niet ver genoeg staan om al risicokapitaal te werven. Aeschylus geeft ze het laatste duwtje in de rug waarmee ze de laatste maanden voorbereiding naar spin-off of licentie overbruggen.” “We werken op twee niveaus. In de eerste plaats doen we aan matchmaking: de perfecte koppeling van schenker en onderzoeksproject. Om een breed draagvlak te garanderen, sluiten we daarvoor aan op het LERU-platform (League of European Research Universities). Dat is niet alleen een bijkomende kwaliteitsgarantie, het stelt ons ook in staat om internationale schenkers aan te trekken met interesse in een specifiek technologiedomein, zoals windenergie. Bij matchmaking financiert
Agenda Alumni *** Voor de redactie van Knack Weekend zou de software waarschijnlijk iets als Don’t go van Hothouse Flowers kiezen. Maar het zal niet baten: hoofdredacteur Trui Moerkerke (foto) neemt op het eind van dit jaar afscheid van het magazine. De oud-studente communicatiewetenschappen ging in 1992 aan de slag bij Knack Weekend en werd er in 2003 hoofdredacteur. Vanaf 2012 wordt ze communicatiemanager van Flanders DC, voluit Flanders District of Creativity, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. Tot die tijd zal ze nog helpen bij de selectie en begeleiding van haar opvolger bij Knack Weekend. (rvh)
campuskrant
Germaanse De oud-germanisten van de promotie 1961 vieren hun gouden lustrum. • 4 oktober, 12u, Faculty Club, Groot Begijnhof, Leuven • Info: mauritsdecoen@hotmail. com Farmaleuven Lessenreeks rond het thema ‘Virale infecties: nieuwe trends in preventie en behandeling’ • 6 oktober tot 6 december, O&N2, Auditorium BMW 1, Herestraat 49, Leuven • Info: farmaleuven@pharm. kuleuven.be, 016 32 34 56 • alum.kuleuven.be/farmaleuven/ Alfagen Therapiedag ‘Anatomopathologie: Zo ver van mijn bed en toch zo dichtbij’ • 15 oktober, 8u30-14u, O&N1, auditorium GA3, Herestraat 49, Leuven
de schenker het volledige bedrag dat nog nodig is. Het gaat dan om bedragen vanaf 100.000 euro. Daarnaast is er het Pooled Fund: daar bundelen we de middelen van verschillende schenkers. Een jury selecteert hiervoor elk jaar de projecten.”
Resultaat zien “Ik kreeg vaak de bedenking: ‘Allemaal goed, maar misschien leef ik niet lang genoeg om nog te zien wat de onderzoekers met mijn geld tot stand brengen’”, vertelt Isabel Penne. “Aeschylus-financiering streeft naar een doorbraak binnen een termijn van zes maanden tot drie-vier jaar.” Hannes De Wachter: “Wie een schenking doet, krijgt van ons regelmatige opvolgingsrapporten en geniet van bevoorrechte contacten met gerenommeerde onderzoekers. Leidt het toegepaste onderzoek binnen • Info:
[email protected], 016 33 06 24 • www.vesaliusonline.be Ekonomika Alumni Alumnidag met academische zitting, receptie en avondprogramma • 15 oktober, vanaf 15u30, Universiteitshal, lokaal 01.46 / 01.05, Naamsestraat 22, Leuven • Info: regina.wolfs@econ. kuleuven.be, 016 32 66 90 • www.ekonomika-alumni.be VRG-Alumni De VRG-Alumni presenteren hun tweede Galabal. Wie wenst, kan mee aanschuiven voor aperitief en aansluitend diner. De openingsdans staat gepland rond de klok van tien. • 5 november, vanaf 19u, Universiteitshal, Naamsestraat 22 • Info:
[email protected]. be, (t) 016 25 06 00 • www.vrgalumni.be/galabal/ Sinalumni Professor internationaal milieubeleid en HIVA-directeur Hans Bruyninckx komt spreken over de
enkele jaren tot een spin-off? Dan staat de schenker op de eerste rij om te investeren als hij dat wenst. Hij weet bovendien dat een deel van de winst uit commercialisering enkele jaren later naar het Aeschylusfonds terugvloeit voor steun aan nieuwe projecten.” Isabel Penne: “Aeschylus is een verlengstuk van de bestaande mecenaatsformules zoals fondsen en leerstoelen. Ook hier garanderen LRD en LUF de vrijheid van onderzoek. Het blijft filantropie, inclusief fiscale voordelen voor de schenkers.” Op www.aeschylus-philanthropy.eu vindt u meer informatie en een lijst met projecten, inclusief hun resterende looptijd en de gezochte financiering. Onderzoekers kunnen er ook hun projecten voorstellen voor opname in het fonds. milieugevolgen van het Chinese groeimirakel en de rol van China in het internationale milieu- en klimaatbeleid. • 8 november, 20u, Erasmushuis, zaal Justus Lipsius, Blijde-Inkomststraat 21 • Info:
[email protected], (t) 0495 73 32 04 • sinalumni.studentenweb.org Nos Iungit Academia Causerie: ‘Het stadhuis van Leuven: Beeldschoon’ door Gilbert Huybens • 7 oktober, 20u45, Clublokaal, Koning Leopold I-Straat 18, 3000 Leuven NIA-lustrum 1961-2011: academische zitting met toespraken door voorzitter Denis Claessens, oudvoorzitters Bert Huyberechts en Hugo Geeraerts, schepen Dirk Vansina en rector Mark Waer. Aansluitend receptie en feestmaal in Salons Georges. • 15 oktober, 16u, wandelzaal stadhuis Leuven en Salons Georges (Hogeschoolplein, Leuven) • Info:
[email protected], 016 60 09 00 • www.niaclub.be
Op de website van Aeschylus is een inventaris te vinden van projecten die gesponsord kunnen worden. Een paar voorbeelden: Bone4Kids is een toegepast onderzoeksproject naar stamceltherapie voor regeneratie van niet-genezende beenbreuken bij kinderen en adolescenten. Bionic Eye Lenses ontwerpt bionische ooglenzen voor mensen boven de 50, met cataract of andere gezichtsproblemen – als alternatief voor de huidige operaties. BananaBio4S zoekt een variant van de bananenplant die bestand is tegen de nieuwe schimmelziekte die vanuit Azië oprukt en de bananenproductie wereldwijd bedreigt. OncoCidia zoekt financiering voor het opstarten van de klinische trials voor een kankertherapie met een radioactief geneesmiddel dat de gezonde lichaamscellen minder beschadigt dan bestraling.
Meeting Leuven De K.U.Leuven, de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant hebben samen Meeting Leuven opgericht, een uniek aanspreekpunt voor organisatoren van conventies, congressen, beurzen, motivatiereizen, vergaderingen en evenementen. Meeting Leuven, gehuisvest in de Universiteitshal, wil als uniek loket voor zakentoerisme kosteloos en professioneel advies verstrekken over Leuven en Vlaams-Brabant als bestemming. De K.U.Leuven en haar spin-offs bezitten een groot potentieel voor de organisatie van meetings, als organisator én als aanbieder van diverse locaties en expertise. Toerisme Leuven wil de stad met haar erfgoed en waaier aan vrijetijdsactiviteiten uitbouwen tot een topbestemming voor zakentoerisme. Toerisme Vlaams-Brabant ziet in Meeting Leuven een uitgelezen kans om het zakentoerisme in het Hageland verder uit te bouwen. www.meetingleuven.be
28 september 2011
In memoriam 17
Hertog Jean-Engelbert van Arenberg (1921-2011) Op 15 augustus overleed in Lausanne-Ouchy in Zwitserland Z.D.H. Jean-Engelbert, 12de hertog van Arenberg, 18de hertog van Aarschot en Prins van het Heilig Roomse Rijk van de Duitse Natie. Hij werd geboren op 14 juli 1921 in Den Haag. In de VS behaalde de latere hertog aan de Georgetown University een MA en een doctoraat in de rechten. Na zijn terugkeer naar Europa bouwde hij in ons land een carrière uit in de bankwereld. De hertog was gehuwd met prinses Sophie van Beieren. Het echtpaar had vijf kinderen, onder wie prins Charles-Louis, alumnus van onze universiteit en lid
van de Raad van Bestuur van de K.U.Leuven. Voor de K.U.Leuven is de familie van Arenberg een van haar grootste vrienden en belangrijkste weldoeners geweest. Daar bestaan nog tal van tastbare voorbeelden van. In 1909 schonk de familie het Arenberg-Instituut aan de universiteit, die er het Instituut voor Scheikunde in onderbracht. Momenteel heeft het Kunstencentrum STUK er zijn thuisbasis.
In de jaren 20 stond de familie het kasteel en bijhorend domein in Heverlee af aan de universiteit. Ook veel archieven en materiële historische erfstukken werden aan de universiteit overgedragen. Voor hertog Jean-Engelbert hielden de idealen van de hoge, oude adel een opdracht in. Hij deed wat mogelijk was om wetenschap en cultuur te bevorderen – hij was zelf trouwens een niet onverdien-
In 1994 ontving Jean-Engelbert een eredoctoraat van de K.U.Leuven uit handen van toenmalig rector Dillemans. (© Grapa | Leuven)
stelijk historicus, met een aantal zeer originele publicaties op het vlak van de adellijke geschiedenis op zijn naam. De hertog richtte wetenschappelijke prijzen in, hij
stelde zeer rijke privé-archieven ter beschikking van de wetenschap, enzovoort. In 1994 kende de K.U.Leuven hem een eredoctoraat toe.
Aartshertog Otto von Habsburg (1912-2011) In Pöcking (Duitsland) overleed op 4 juli aartshertog Otto von Habsburg, de oudste zoon van de laatste regerende keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije, en alumnus van onze universiteit. Aartshertog Otto werd geboren in Reichenau (Oostenrijk) op 20 november 1912. Na Wereldoorlog I werd de familie onteigend en moest ze gedwongen uitwijken naar Zwitserland. Otto’s vader, keizer Karel I, overleed in 1922. Hij werd in 2004 door paus Johannes-Paulus II zaligverklaard. Zijn moeder belandde met de kinderen uiteindelijk in ons land, in Steenokkerzeel. Otto begon zijn studies in de sociale wetenschappen in Leuven, en promoveerde bij professor Terlinden. Beroemde of beruchte jaargenoten waren onder anderen de Franse troon-
pretendent Henri d’Orléans en Léon Degrelle. Aartshertog Otto ageerde tegen de ontwikkeling van het nationaal-socialisme en verzette zich fel tegen de Anschluss van Oostenrijk. Hij werd in nazi-Duitsland bij verstek ter dood veroordeeld. Door de Duitse inval in België moest de familie von Habsburg naar de VS uitwijken. Aartshertog Otto knoopte daar nauwe vriendschapsbanden aan met president F.D. Roosevelt. In 1944 keerde hij terug naar Europa. In 1951 huwde hij met prinses Regina von Sachsen-Meiningen. Het
echtpaar kreeg zeven kinderen en woonde vanaf 1954 in Pöcking in Oberbayern. Pas in 1966 kreeg de aartshertog de toelating om opnieuw Oostenrijk te bezoeken.
Europa Aartshertog Otto leidde een zeer druk politiek leven, praktisch volledig in het teken van het prille en groeiende Europa. In 1973 werd hij voorzitter van de Paneuropese Unie, in 1923 opgericht en daarmee de oudste beweging die op het moderne concept ‘Europa’ gericht was. In 1979 werd de aartshertog verkozen tot Eu-
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van
Professor Jozef Victor Joossens Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde geboren op 12 februari 1915 en overleden op 29 juni 2011
Remi De Vis Voormalig administratief secretaris aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 26 februari 1926 en overleden op 13 juli 2011
Julien Dumoulin Bachelorstudent in de biomedische wetenschappen geboren op 13 juli 1992 en overleden op 2 juli 2011
Herman Kenis Masterstudent in de taal- en letterkunde geboren op 26 december 1936 en overleden op 24 juli 2011
Leonard Sassaman Doctoraatsstudent in de ingenieurswetenschappen geboren op 9 april 1980 en overleden op 3 juli 2011
Professor Hugo Stijns Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen geboren op 6 augustus 1929 en overleden op 29 juli 2011
ropees parlementslid. Tot 1999 bleef hij in het halfrond als leidende figuur binnen de Europese Volkspartij. Aartshertog Otto schreef 37 boeken, onder meer over de geschiedenis van zijn familie, over de wording van Europa en tal van culturele en maatschappelijke onderwerpen. Hij onderhield levendige contacten met vrienden uit de Leuvense academische wereld. Nog in 1990 bracht hij een bezoek aan onze universiteit, op uitnodiging van de Hongaarse studenten – hij was trouwens erevoorzitter van hun vereniging in
Otto von Habsburg (© ingezonden)
Leuven. Aartshertog Otto leefde op het kruispunt van het oude en het nieuwe Europa. Hij maakte een belangrijk en lang deel van de Europese geschiedenis mee, niet vanop de zijlijn, maar voluit geengageerd en vanuit een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, dat de idealen van de oude adel combineerde met een moderne dadendrang.
Frans Kiesekoms Voormalig conciërge van ‘De Valk’, Faculteit Rechtsgeleerdheid geboren op 26 maart 1927 en overleden op 8 augustus 2011
Céline Van Haverbeke Bachelorstudent toegepaste economische wetenschappen geboren op 4 augustus 1989 en overleden op 28 augustus 2011
Professor Gaston Beunen Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen geboren op 26 juni 1945 en overleden op 13 augustus 2011
Professor Ernest Meulepas Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde geboren op 24 december 1929 en overleden op 29 augustus 2011
Marc Ventôse Medewerker bewaking geboren op 23 oktober 1960 en overleden op 17 augustus 2011 Professor Herman Verdin Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren geboren op 9 september 1925 en overleden op 19 augustus 2011
Rik Cammaer Emeritus werkleider aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen geboren op 22 februari 1934 en overleden op 6 september 2011
18 Portret
campuskrant
Het emeritusexamen Volgens het emeritibeleid van onze universiteit mag elke ZAP’er die minstens vijfentwintig academische dienstjaren heeft, de extra titel van emeritus voeren wanneer hij of zij met pensioen gaat. Campuskrant maakt voor enkele professoren een uitzondering. Als tegenprestatie voor alle examens die ze tijdens hun carrière hebben afgenomen, worden ze door ons nog één keer zelf op de rooster gelegd. Pas dan willen ook wij hen emeritus noemen. ine van houdenhove
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
ingenieur
Jan Engelen Stoppen of doorgaan? “Ik kijk ernaar uit om meer tijd te hebben voor mijn zes kleinkinderen en om in de tuin te werken, maar ik heb het nodig om ook nog andere dingen te doen. Daarom heb ik het statuut van ‘emeritus met opdracht’ aangevraagd en ben ik jaren geleden al begonnen met voorbereiden wat ik na mijn emeritaat nog zou kunnen doen. Het ziet ernaar uit dat het best druk zal worden: ik heb een zevental projecten klaarliggen. Als hoofd van de SCD-Docarch groep had ik een grote autonomie, nu zal ik meer afhankelijk zijn van de goodwill van de collega’s. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat men mij nog een grote vrijheid zal geven in de dingen die ik wil doen.”
met de Universiteitsbibliotheekdiensten samenwerken rond de optimale verspreiding van toegankelijke documenten. Ik blijf ook voorzitter of consulent bij onder meer het door ons gestarte Infovisie – technisch adviescentrum voor mensen met een visuele handicap –, de Anysurfergroep, die werkt rond webtoegankelijkheid, Kamelego (de vroegere Braillekrant, red.) en een werkgroep van de Vlaamse Onderwijsraad rond het toegankelijk maken van wiskunde voor mensen met een visuele beperking: hoe stel je iets wat tweedimensionaal is lineair voor? Gezien de gevoeligheden is dit ook een oefening in diplomatie.”
Arabisch of Kikongo? “Iets waar ik, nu ik het iets rustiger ga krijgen, zeker tijd voor wil maken, is Arabisch leren. Ik heb ooit drie jaar les gevolgd maar ben moeten stoppen uit tijdsgebrek. Sinds een reis naar Syrië, samen met mijn vrouw, ligt de Palestijnse zaak ons nauw aan het hart, vandaar. Ik leer graag talen maar er moet een concrete reden voor zijn. Zo heb ik Kikongo geleerd toen ik begin jaren 70 docent in Congo was, en Spaans omdat twee van onze vier geadopteerde kinderen uit Guatemala komen. En mochten de andere twee ooit hun geboorteland willen bezoeken, dan staat Koreaans op het programma…”
Onderzoek of onderwijs? “Inhoudelijk gezien ben ik binnen ESAT altijd een buitenbeentje geweest. Ik ben steeds een paar erg gespecialiseerde vakken, zoals optische telecommunicatie, blijven doceren, maar ik concentreer me al sinds de jaren 70 op assistive technology, technologische hulpmiddelen voor mensen met een beperking. Dat heeft me altijd bijzonder veel genoegen verschaft: ik vind het belangrijk iets nuttigs te doen. Zo hebben we bijvoorbeeld een tiental jaar geleden een systeem ontworpen voor permanente conversie van wiskundebraille naar gewoon schrift en omgekeerd, iets wat zijn nut bewijst in geïntegreerd onderwijs.” “Ik heb me altijd op de eerste plaats een onderzoeker gevoeld maar onvermijdelijk steek je steeds meer tijd in projectmanagement. Onze onderzoeksgroep heeft sinds 1991 gedraaid op Europese projecten, drieëntwintig in totaal, waarvan we er zes geleid hebben. Ik ga nog een lopend project verder opvolgen, inzake digitale toegankelijkheid voor studenten met een beperking. Verder blijf ik lid van de Werkgroep Digitale Toegankelijkheid van de K.U.Leuven en ga ik
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
hartchirurg
Willem Flameng Op tijd uit de OK? “Ik ben eigenlijk al een jaar over tijd met mijn emeritaat – ik word 66 in oktober. En ook nu stop ik er nog niet helemaal mee: als emeritus met opdracht ga ik onder meer advies verlenen aan een pas opgerichte spin-off die voortbouwt op ons onderzoek naar ‘Tissue engineering van hartkleppen en bloedvatprothesen’. Met opereren hou ik op, dat is mooi geweest na zeven- à achtduizend operaties. Vier uur aan een stuk in de OK staan, gaat niet in je koude kleren zitten. Al is opereren ook geweldig stimulerend en uitdagend: het blijft een beetje met vuur spelen. Als je een hart
stillegt, heb je op zijn hoogst an- al zou ik niet meteen onder woorderhalf uur om je werk te doen. den kunnen brengen waarom…” Daarna zal het nooit meer tikken. Maar bang om te falen was ik nooit. Je moet je vak kennen.”
Clinicus of wetenschapper? “Allebei. Een zeldzame en moeilijke combinatie maar enorm boeiend. Wat mij dreef, was de vraag hoe dat orgaan dat we opensnijden en weer dichtnaaien, wérkt. Daarom heeft een meer lucratieve carrière in de periferie me nooit iets gezegd. En anderzijds was het zeer bevredigend om nieuwe inzichten uit het onderzoek te kunnen toepassen op de operatietafel.” “Omdat we hier in het lab voor experimentele heelkunde en anesthesie hartkleppen uit de industrie uittesten, gaf ons dat een grote – financiële – vrijheid om te onderzoeken wat we wilden. We hebben het fenomeen hibernatie (waarbij het hart niet meer werkt maar ook niet dood is, red.) als eersten beschreven, zonder evenwel de term te gebruiken. Daarmee hebben we Circulation gehaald en zijn we eigenlijk wel een beetje beroemd geworden. Ik heb ook veel onderzoek gedaan naar de vraag hoe het komt dat een hart afsterft en hoe je dat kan voorkomen. Op klinisch vlak hebben we een bijdrage geleverd tot het ingeburgerd raken van het herstellen van hartkleppen – wat om verschillende redenen te verkiezen valt boven het vervangen. We hebben de toepassing gepatenteerd van een aantal menselijke eiwitten die, als ze worden gecoat op hartprotheses of vaatkleppen, ervoor zorgen dat deze vreemde lichamen niet worden aangevallen.”
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Kinderarts-geneticus
Jean-Pierre Frijns Met pensioen of toch niet?
personeel was – speelde zich in de UZ af. Tot vorige week hield ik nog raadpleging op zaterdagvoormiddag – ik was uiteindelijk de enige nog in het hele ziekenhuis. Als ik ’s avonds thuiskwam, begon ik te schrijven, gemiddeld één publicatie per week, 1.425 in totaal. Maar het is me nooit zwaar gevallen. Ik werd gedreven door de drang om mensen te helpen. We hebben ons ideaal kunnen verwezenlijken: een goed patiëntendienstbetoon, in een multidisciplinair team dat nauw aan elkaar hing. Ik heb mogen doen wat ik graag deed en voel me een gezegend man.” “Fenomenaal geheugen? Wie heeft dat gezegd? Maar het was nuttig om me van patiënten die ik twintig jaar eerder had gezien nog alle symptomen te herinneren, zodat ik parallellen kon trekken met andere. Op die manier zijn er inderdaad een tiental syndromen van aangeboren afwijkingen of verstandelijke beperking naar mij vernoemd – maar dat moet u allemaal niet opschrijven.”
“Ik voel me niet anders dan toen ik hier in ‘66 binnenwandelde en dus ga ik gewoon door met de dingen die ik doe, als emeritus Weten of niet weten? met opdracht. Ik blijf dus patiën- “Naast ons genetisch onderzoek ten zien – ik kan mensen die ik al naar verstandelijke beperkingen dertig jaar volg toch moeilijk in en aangeboren afwijkingen hebde steek laten? – en onderzoek ben we op onze dienst ook een doen: ik ben van plan meer tijd te drukke raadpleging in predictiebesteden aan mijn oude passie: ve testing voor erfelijke aandoeverstandelijke beperkingen op ningen. Zuiver wetenschappelijk het x-chromosoom. Ik stop met is dat vaak minder interessant lesgeven aan de K.U.Leuven maar maar die mensen moeten wél ik heb wel een hoogleraarschap geholpen worden. Weten of niet in Maastricht aanvaard voor vijf weten betekent het verschil tusjaar. En ik blijf het tijdschrift Ge- sen in angst leven of maatregelen netic Counseling uitgeven en de nemen, tussen een zwangerschap jaarlijkse European Dysmorpho- aandurven of niet.” logy-meeting organiseren. Nee, “Ook prenataal testen heeft vele er verandert niets, hoewel… de levens veranderd. Mensen krijwoensdagen – of toch de namid- gen keuzes, al bestaat er niet zodagen – ga ik meer vrij proberen iets als dé juiste keuze. Ik maakte Opereren of restaureren? te houden voor mijn drie jonge er een punt van steeds zelf te bel“Ik heb geweldig veel geopereerd kleinkinderen – over tien jaar is len na een vruchtwaterpunctie. en gepubliceerd, maar me ook het daarvoor te laat.” Iémand moet het nieuws toch heel hard geamuseerd, naast het overbrengen? Patiënten hebben werk. Ik heb niet enkel harten ge- Werk of hobby? recht op iemand die hen de waarrestaureerd maar ook kunstwer- “Mijn leven – en dat van mijn vrouw heid vertelt. Ik heb dat altijd met ken: via mijn vrouw ben ik daar die hier directeur financiën en empathie proberen te doen.” zo’n beetje ingerold en ik heb me daar serieus in verdiept. We zijn Advertentie samen ook vaak naar Sagalassos geweest, waar ik na verloop van tijd scherven van kostbare voorwerpen aan elkaar mocht lijmen, Surf naar www.upl.be en ontdek onze nieuwe en komende titels. onder de microscoop. Ik ben ook gepassioneerd door paleontologie: ik ga geregeld graven, in de dokken van Antwerpen bijvoorbeeld. Ik heb vorige week nog een mammoettand gevonden. Waar? In Waterloo, op de rommelmarkt (lacht).” “Ik besef nu wel dat ik mijn familie een beetje heb verwaarloosd – er is hier altijd veel teveel werk geweest voor het aantal chirurgen. Om de drie weken een week van wacht waarin je ‘s nachts werd opgebeld om te gaan opereren en na een uurtje slaap weer van dienst was… Maar ik ben het al www.upl.be
[email protected] aan het goedmaken. Ik heb twee +32 (0)16 32 53 45 kleinkinderen waar ik nu meer tijd voor krijg. Kinderen heb ik trouwens nooit willen opereren,
Onze herfstcatalogus 2011 is er!
28 september 2011
Personalia 19
DE KOFFIEKAMER
Onze fotograaf gaat aan het werk tijdens de pauze.
De Nieuwkomer
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Naam: Jack McMartin (26) Nieuw als: vertaler-redacteur op de Afdeling Nieuws van de Dienst Communicatie Sinds: 1 september 2011
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Op de koffie bij: (vlnr) Erna, Josiane en Conny van Campusservice Zone Leuven Centrum De eerste koffiekamer die ik binnenduik, wordt bevolkt door de ware heersers van de Universitaire Orde: de schoonmaakdames. Het lokaal is alles wat een koffiekamer zijn moet: witte muren, witte tegelvloer en een witte tafel badend in authentiek tl-licht. Waarover de dames zich zoal onderhouden tijdens de koffie? “Goh, meestal niets spectaculairs, hoor. Vaak gewoon over de dingen die we thuis beleefd hebben, en eigenlijk weinig over het werk”, zegt Conny. Erna: “Je komt wel op een fout moment. Wanda is er niet, onze Poolse collega, een echte flapuit die de boel hier flink draaiende houdt. Maar ze ligt in het ziekenhuis met een bijna gebarsten appendix. Toen ze terugkwam van een vakantie in haar vaderland, had ze verschrikkelijk veel pijn. Na onderzoek bleek
dat er een flinke ontsteking op haar appendix zat en nu moet ze eerst aan de antibiotica voordat ze geopereerd kan worden. We zijn haar al gaan opzoeken, alle drie apart, dan had ze meer bezoek (gelach).” “Het is fijn werken hier, de mensen waarderen ons en de boel telkens weer opgeruimd zien geeft veel voldoening”, besluit Josiane. Erna schenkt, voor de foto, nog een kopje koffie in en laat zich een toastje met confituur smaken. “Ja, ik ben ‘op regime’, schrijf dat maar in je artikel, dan kan ik er niet meer onderuit (klaterlach).” Heeft uw dienst een bijzondere of gewoon gezellige koffiekamer? Stuur een mailtje naar
[email protected]
benoemd of onderscheiden Leen Boesmans en Leen Mathys zijn de twee K.U.Leuven-laureaten van de Belgische Beurzen L’Oréal-UNESCO 2011 for Women in Science, die om de twee jaar uitgereikt worden aan drie vrouwelijke onderzoeksters. Hiermee proberen L’Oréal en UNESCO wetenschappelijke talenten aan te moedigen. Met deze prestigieuze beurs zal Leen Boesmans haar doctoraatsonderzoek over colitis ulcerosa, een ontstekingsziekte van de dikke darm, uitvoeren in de Afdeling Gastro-Enterologie (prom. prof. Kristin Verbeke). Leen Mathys zal haar doctoraatsonderzoek rond nieuwe hiv-therapieën uitvoeren in het Rega Instituut, Laboratorium Virologie en Chemotherapie (prom. prof. Jan Balzarini en prof. Dominique Schols). Op 8 april ontving Jan Emmerechts, verbonden aan het Centrum voor Moleculaire en Vasculaire Biologie, één van de vijf jaarlijkse Prof. Heimburger Awards. Hij kreeg deze prijs voor zijn project ‘Impact on haemostasis of acute and chronic air pollution by particulate matter’. Deze internationale prijs wordt uitgereikt door de firma CSL Behring aan jonge artsen die onderzoek verrichten naar bloedstolling, en houdt een beurs van 20.000 euro in. Op 16 juli heeft het ensemble Encan-
tar, musicians in residence van de K.U.Leuven, in het Engelse York de York Early Music Festival Friends Prize gewonnen. Uit 68 inzendingen vanuit Europa, Japan, Australië, Canada en de VS waren 10 ensembles geselecteerd voor de finale in York. Daarvan zijn er twee in de prijzen gevallen, waaronder Encantar.
vances in Longitudinal and Incomplete Data’, die ze tijdens de Joint Statistical Meetings (Miami, 2011) hebben gedoceerd. Beiden zijn ook als eersten in Europa door de American Statistical Association (ASA) geaccrediteerd als professionele statistici. De accreditatie is toegekend voor de periode 2010-2016.
De award voor outstanding recent research van de European Acoustics Association (EAA) werd op 27 juni in het Deense Aalborg uitgereikt aan Maarten Hornikx, verbonden aan de Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering, en Jens Forssén, verbonden aan de Chalmers University of Technology (Zweden), voor hun onderzoek naar stedelijke geluidspropagatie, en specifiek voor het voorspellen van geluidsniveaus op stille binnenplaatsen door schaalmodelonderzoek.
Tijdens de General Meeting van de European Association for Social Psychology (Stockholm, juli 2011) ontving professor Eddy Van Avermaet van het Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie de Jean-Paul Codol Life Achievement Award for Service to European Social Psychology. Deze onderscheiding wordt driejaarlijks toegekend aan personen die gedurende hun carrière een bijzondere bijdrage leverden tot de ontwikkeling en consolidatie van de sociale psychologie in Europa.
Professor Geert Molenberghs en professor Geert Verbeke, beiden verbonden aan het Interuniversitair Instituut voor Biostatistiek en statistische Bioinformatica (I-BioStat), ontvangen de Excellence in Continuing Education Award van de American Statistical Association (ASA) voor hun tweedaagse cursus ‘Foundations and Recent Ad-
Tijdens de 4th Conference of the European Survey Research Association (ESRA) in Lausanne ontving Jorre Vannieuwenhuyze, verbonden aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek, de 2011 ESRA award for best paper by an early career researcher. Hij kreeg de prijs voor de paper ‘Evaluating Relative Mode Effects in Mixed-Mode
Surveys: Three methods to disentangle selection and measurement effects’. Deze prijs werd dit jaar voor de eerste keer uitgereikt en richt zich op jonge onderzoekers die maximaal vier jaar een doctoraatstitel dragen. Professor Luc Van Meervelt, departementsvoorzitter chemie, werd tijdens het 22nd Congress and General Assembly van de International Union of Crystallography (IUCr) op 27 augustus te Madrid verkozen tot General Secretary and Treasurer. De IUCr verenigt onderzoekers uit 49 landen en is uitgever van de tijdschriften Acta Crystallographica en de referentiewerken International Tables for Crystallography. Professor Alfons Vansteenwegen heeft op een congres voor de seksuele gezondheid in Glasgow als eerste Belg een gouden medaille gekregen van de World Association for Sexual Health (WAS). Hij kreeg de onderscheiding voor zijn levenslange werk in de seksuologie. Alfons Vansteenwegen was jarenlang voorzitter van het Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de K.U.Leuven, dat dit jaar 50 jaar bestaat. Daarnaast schreef hij een aantal boeken over seks en relaties, waaronder het bekende Liefde is een werkwoord.
Waar kom je vandaan? “Ik ben opgegroeid in Idaho in de VS en heb diplomatie gestudeerd aan de universiteit van Georgetown in Washington. De liefde bracht me vier jaar geleden naar Leuven, eerst voor een jaar als internationale student, en vervolgens voor een manama literatuurwetenschap. En nu ben ik dus weer hier beland, al blijf ik in Gent wonen. Mijn partner studeert er nog en zelf maak ik een doctoraat aan de UGent, over het werk van regisseur Gus Van Sant. Ik heb er anderhalf jaar voltijds aan gewerkt en ga het nu combineren met deze nieuwe halftijdse job in Leuven.” Wat doe je hier precies? “Vertalen naar het Engels en redactie van Engelstalige teksten: artikels uit de Dagkrant, maar ook brochures, perscommuniqués, beleidsberichten en zo meer. Ook al heb ik nooit eerder vertaald, ik heb altijd een boontje gehad voor taal en schrijven. Waar ik Nederlands heb geleerd? Mijn eerste jaar in België volgde ik twaalf uur per week een intensieve cursus aan het ILT, anders was ik nooit nu al op dit niveau geraakt. Het helpt ook dat ik veel Nederlandstalige vrienden heb. Intussen denk en droom ik afwisselend in het Nederlands en het Engels. En het vertalen lukt goed, al worstel ik zo nu en dan wel met een quasionvertaalbaar woord. Overlast bijvoorbeeld.” Hoe bevalt het tot nog toe? “Erg goed, het is leuk werk. En het geeft me een reden om op te staan ’s morgens want voor een doctorandus zonder verdere verplichtingen kan dat weleens moeilijk zijn. Ik heb het hier in België erg naar mijn zin maar ooit keer ik waarschijnlijk wel terug naar de VS. Er zijn zo van die kleine dingen die ik mis… Pancake mix en maple syrup heb ik meegenomen van thuis maar American football en lacrosse spelen, daar kan ik behoorlijk naar terug verlangen.” (ivh) Ben jij of ken jij een praatgrage nieuwkomer? Mail naar
[email protected]
20 Buitenkant
campuskrant
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Gevestigd in De Vesten
Op maandag 26 september werd de nieuwe studentenresidentie ‘De Vesten’ vlakbij de sport- en Arenbergcampus officieel geopend. Het moderne complex aan de Tervuursevest telt 238 kamers, 16 studio’s en 4 appartementen met in totaal 21 gemeenschappelijke keukens. Deze bewoonster (links) krijgt alvast hulp van twee vriendinnen bij de inrichting van haar kamer.
[evolutieleer]
De enige constante is verandering.
De toga In de vijftiende eeuw moesten professoren en studenten een lang zwart gewaad tot op de hielen dragen en werden groentjes aangemaand hun toga proper te houden – ze wilden hem nogal eens opzettelijk verslijten en besmeuren met inkt, om er zo minder bleu uit te zien. Verder kon er wel wat: op Het laatste avondmaal van Dirk Bouts staat een modebewuste prof met een paarse kraag op zijn toga. Vanaf de zestiende eeuw gooiden veel studenten hun toga over de haag – een adellijke student zou je nimmer in toga gekregen hebben – en gingen
De stoet der togati in de zestiende eeuw ...
sommige professoren nog verder in hun wens om een fashion statement te maken: zo droeg Justus Lipsius steevast een kraag van luipaardvel op zijn toga. In de loop van de zeventiende eeuw werd de toga geüniformiseerd. Het huidige model – met afhangende valse mouw – werd echter pas opgelegd toen in 1816 de rijksuniversiteit Leuven werd opgericht. Bij de overgang naar de K.U.Leuven in 1834 bleef dit behouden en nog voor het grootste deel van de 19de eeuw gaven proffen les in toga – best praktisch in de nietverwarmde auditoria.
(Willem Boonen, Leuven, Museum M)
De huidige professorentoga is gebaseerd op het enige exemplaar dat de brand van de Universiteitshal in 1914 heeft overleefd. Op dat moment was de toga al enkele decennia in onbruik geraakt, behalve voor gelegenheden als de opening van het academiejaar. En zo is het nog steeds. Naar Frans voorbeeld heeft de universiteit gekleurde biesjes toegevoegd, met een vaste kleur per faculteit. Onder invloed van de democratiseringsgolf, opende Pieter De Somer in 1968 één keer het academiejaar in kostuum. Maar sindsdien is er geen verzet meer
tegen de toga. Wat grondig veranderd is, is wat men onder de toga draagt: tot in de helft van de twintigste eeuw was dat een rokkostuum; tegenwoordig zie je vaak een t-shirt… (ivh)
(Met dank aan togaspecialisten emeritus professor Jan Roegiers en protocolchef Katrijn Demin)
... en tijdens de recente opening van het academiejaar.
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)