(inleiding – zonder titel) Beste vrienden van speelplein Tureluur, de zomer staat voor de deur! Het begint te kriebelen in onze buik. We kunnen niet meer stil blijven staan, we wiebelen nerveus een beetje heen en weer. Nog enkele weken, nog enkele dagen, nog enkele keren slapen, … daar is de zomervakantie! Daar is speelplein Tureluur! We zijn er helemaal klaar voor! Het wordt een megazomer! Met 1025 inschrijvingen op de eerste inschrijvingsdag (een nieuw record! - ondertussen 1450 inschrijvingen geworden) belooft het in elk geval weer een drukke zomer te worden. Ons zomerteam van 75 begeleiders (61 animatoren en 14 nieuwe stagiairs) staat ongeduldig te wachten. Komaan, komaan, wanneer is die tweede juli daar? Dan kunnen we eindelijk in actie schieten! Net als de voorbije jaren zetten we ons ook dit jaar extra in voor enkele mooie projecten. We breiden het inclusieproject voor kinderen met een beperking uit naar de volledige zomer (tot vorig jaar was dit enkel in juli). Met 15 inschrijvingen, verspreid over alle leeftijdsgroepen en alle speelpleinweken, kunnen we nu al van een succes spreken. Het geeft ons een goed gevoel om alle kinderen gelijke speelkansen te bieden op ons speelplein. Onze hoofdmascotte Turbo Tuur houdt alles nauwlettend in het oog. Doet iedereen goed zijn best? Amuseren alle kinderen zich? Is er genoeg materiaal? Terwijl onze nieuwe mascotte Aapke Aap zich voornamelijk concentreert op het Open Speelaanbod. Vorig jaar nog nieuw geïntroduceerd, dit jaar op zoek naar bevestiging. Maar we zouden Tureluur niet zijn, moesten we niet méér dan bevestiging willen. Aapke Aap werkt ook deze zomer intensief samen met een groepje hoofdanimatoren om enkele verbeterprojecten op poten te zetten. Zo onderzoeken ze hoe we de vroegere “klassieke spelen” toch een plaats kunnen geven binnen het open speelsysteem. En stimuleren ze inleidende toneeltjes als voorstelling van het activiteitenaanbod. U leest het, de verwachtingen liggen weer hoog, zowel van de jeugddienst als van de (nieuwe) animatoren. En – hoe kan het ook anders? – ongetwijfeld ook van de ouders en de kinderen. We gaan ons 100% inzetten om er een megazomer van te maken. Te beginnen met een goedgevulde, leuke en interessante Tuur Times! Speelse groeten, Werkgroep communicatie Speelplein Tureluur
Wat leerden we uit de zomer van 2011? Ondertussen ligt de zomer van 2011 met de spannende introductie van het Open Speelaanbod al een hele tijd achter ons. De herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie zijn al succesvol de revue gepasseerd. Toch blikt de jeugddienst nog even terug op die eerste OSA-zomer. Omdat het zo’n leuke zomer was, maar vooral omdat we enkele werkpunten uit onze grote zomerenquête willen meenemen naar de volgende zomer. Zomerenquête 2011 De enquête werd 66 keer ingevuld. Met een aandeel van 90% gebeurde dit hoofdzakelijk door de mama’s. De deelnemers waren mooi verspreid over de verschillende leeftijdsgroepen. De enquête gaf dus een goed beeld van onze totale werking. Sarah Vanden Berghe won de hoofdprijs van 30 euro (Jungle Speed met uitbreiding). Jens Van Assel en Astrid Cnudde wonnen de kleine prijzen van 10 euro (het spelletje “regenwormen”). OSA (open speelaanbod) Opvallend cijfer: maar één ouder op drie weet precies wat het OSA is. We gaan hier dus nog meer promotie moeten rond maken. We doen dit direct met een uitgebreid interview in deze Tuur Times!
Maar 3% stond negatief tegenover de introductie van het OSA. Naast de 44% die het neutraal bekeek, vond 41% het positief en 12% zelfs zeer positief. Deze ouders zagen dankzij het OSA een duidelijke stijging in het enthousiasme van hun kinderen om naar speelplein Tureluur te komen. We steken het niet onder stoelen of banken, de lokalen waren minder goed opgeruimd dan anders. Dit kwam doordat de nieuwe OSA werking veel uitgebreider is dan vroeger en we hier nog niet genoeg rekening mee hielden tijdens de dagplanning. Slechts 6% van de ouders vond dit storend. De andere 94% vonden dit niet storend of vonden het zelfs een bewijs dat er intensief gespeeld werd. Oef. Alle ouders (100%!) weten dat de kleren van hun kinderen vuil kunnen worden op het speelplein. 58% van de kinderen vertrekt thuis zelfs met de expliciete mededeling dat ze zich vuil mogen maken omdat het vakantie is en ze naar het speelplein gaan. We kunnen dit enkel blijven aanmoedigen! Animatoren De animatoren kregen over het algemeen goede punten. Met gemiddelde punten tussen 7 en 8 op 10 scoorden ze goed op behulpzaamheid, vriendelijkheid, communicatie, … De ouders vinden de animatorenploeg een enthousiaste, goed gemotiveerde ploeg die op een leuke en actieve manier bezig is. De hoogste score was voor “speelplezier met de kinderen”, namelijk 8,2/10. Hier kunnen wij ons volledig in vinden. Waar enkele ouders zich een beetje ongerust over maakten is de leeftijd van sommige animatoren. “Ze zijn toch nog zo jong, meneer”, zou Raymond van het Groenewoud zingen. We begrijpen die bezorgdheid, maar kunnen de ouders toch enigszins geruststellen. Over heel Vlaanderen worden animatoren vanaf 16 jaar ingeschakeld. Speelpleinwerk is een zuivere vorm van jeugdwerk. In tegenstelling tot veel andere speelpleinen hebben ze bij ons allemaal verplicht een voorbereidende animatorcursus gevolgd. En ze worden altijd begeleid door ervaren animatoren van +18 en zelfs +20 jaar. Inclusieproject Een duidelijk merendeel van de ouders (87%) zegt het inclusieproject voor kinderen met een beperking te kennen. Niemand van de deelnemers vindt het inclusieproject negatief. Integendeel, 88% van de ouders gelooft (net als ons) dat dit project zeer interessant en leerrijk is, voor de kinderen met een beperking én voor alle andere kinderen. Daaruit volgend vindt 87% van de ouders het een goed idee om dit project uit te breiden naar de volledige zomervakantie, wat we deze zomer doen. Algemene tevredenheid Maar liefst 99% van de deelnemers liet weten tevreden tot zeer tevreden te zijn. 82% zou speelplein Tureluur actief aanraden aan vrienden als vrijetijdsbesteding. Onze werking blinkt voornamelijk uit in prijs-kwaliteitverhouding, de mogelijkheid tot opvang en speelplezier met de kinderen. De communicatie naar de ouders toe kan volgens jullie nog beter. De jeugddienst haalt, toch met enige trots, de volle 100% binnen. Iedereen zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn. We zijn bereikbaar, behulpzaam, communicatief, … Sommige ouders zouden wel graag een beter zich hebben op wie er precies op de jeugddienst werkt. Het is ook niet altijd even duidelijk op welke locatie het speelplein precies doorgaat. Zomer 2012 De zomerenquête 2011 was een interessante bron van informatie voor ons. We hebben een deel van de resultaten hierboven besproken, maar kwamen nog veel meer dan dat te weten. We sommen hieronder enkele punten op die we de komende vakantie verder gaan uitwerken: -
We schenken meer aandacht aan communicatie naar de ouders, via e-mail. We maken nog meer promotie rond het speelsysteem “OSA”. We organiseren het inclusieproject tijdens heel de zomervakantie. We blijven onze jonge animatoren en nieuwe stagiairs ondersteunen door ervaren animatoren. We hangen op elke locatie een voorstellingsfiche van de jeugddienst op. We voorzien elke locatie van vlaggen en baniers zodat het van op afstand duidelijk is waar het speelplein is.
En op het einde van de zomer 2012 gaan we opnieuw een enquête organiseren om nóg beter te weten wat onze werkpunten zijn.
OSA, OSA, OSA… wat is nu eigenlijk dat OSA? Sinds de zomer van vorig jaar is het al OSA dat de klok slaat op onze speelpleinwerking. OSA hier, OSA daar, OSA overal. Maar wat is nu eigenlijk precies dat OSA? Voor wat staat OSA en hoe wordt dat in de praktijk gebracht op speelplein Tureluur? Een interview met onze jeugdconsulent, Thomas Van Roy. Wat betekent de afkorting OSA? Thomas: OSA staat voor Open Speelaanbod. Het is een nieuw speelsysteem dat sinds vorig jaar, de zomer van 2011, op speelplein Tureluur gebruikt wordt. Nu ja, nieuw? Zo nieuw is het niet, maar voor speelplein Tureluur is het wel nieuw. Mocht er een animator, die vijf jaar geleden gestopt is als animator (en toen eigenlijk nog “monitor” heette) ons speelplein nu opnieuw bezoeken, hij zou onze werking in de verste verte niet herkennen. We hebben onszelf een volledig nieuwe manier van spelen aangeleerd. Een nieuw “speelsysteem” zei je? Bedoel je dat de kinderen een structuur opgelegd krijgen waarbinnen ze moeten spelen? Thomas: Opgelegd krijgen is veel gezegd, maar inderdaad, het is een echt “speelsysteem”. Als je denkt dat de kinderen vroeger naar het speelplein konden komen om ongeremd te spelen dan ben je fout. Die spelen toch gewoon, zou je denken. Wel, je zou er van verschieten hoeveel regeltjes er vroeger bestonden. De kinderen werden verplicht in groepjes verdeeld, of ze nu bij hun vrienden zaten of niet. De kinderen moesten verplicht meedoen aan bepaalde activiteiten, of ze er nu zin in hadden of niet. De kinderen moesten verplicht een half uur aan tafel blijven zitten, of hun boterhammen nu al lang op waren of niet. Heel veel speelpleinregels werden vroeger opgelegd omdat dat het “gemakkelijkst” was voor de begeleiding. We zijn het altijd zo gewoon geweest. We hebben het nooit anders gekend. Met de introductie van het Open Speelaanbod bekijken we het speelplein niet door de ogen van de begeleiding, maar door de ogen van de kinderen. Betekent dat dat er geen regels meer zijn? Neen, zeker niet. Natuurlijk zijn er nog regels! Een speelpleinwerking zonder regels is niet mogelijk. Maar we proberen de regels die enkel vertrekken vanuit het standpunt van de begeleiders stilletjes weg te werken. En wat verandert het Open Speelaanbod daar dan aan? Thomas: De term “Open Speelaanbod” op zich verklaart al veel. Het is duidelijk dat ze een zekere vorm van vrijheid garandeert. De kinderen kunnen kiezen wat ze doen. Ze kiezen met welke vrienden ze spelen, aan welke activiteiten ze deelnemen, welk materiaal ze daarvoor gebruiken. Het zijn de kinderen zelf die bepalen wanneer ze doorschuiven naar een andere activiteit. Het zijn met andere woorden zijzelf die hun volledige speelpleindag invullen. Hebben ze geen zin om mee te knutselen of om een bosspel te spelen? Dan hebben ze misschien wel zin om een kamp te bouwen of een strip te lezen. Hebben ze gisteren al een hele dag gevoetbald? Dan willen ze vandaag misschien een gezelschapsspel spelen. Of toch knutselen? De kinderen zijn dus vrij om te doen wat ze willen? Thomas: Goh, dat is ook niet helemaal juist. In de term “Open Speelaanbod” zit ook het woord “aanbod”. De kinderen kiezen uit het aanbod. Dat betekent dat ze zelf mogen kiezen, maar dat die keuze natuurlijk beperkt is door bepaalde praktische grenzen. Er is maar een beperkte locatie, een beperkte hoeveelheid materiaal, een beperkt aantal animatoren die hen begeleiden. We proberen de kinderen een leuke vakantie te bezorgen door hen zelf te laten kiezen uit het mogelijke aanbod, maar het is evident dat niet altijd alles mogelijk is. Er blijven trouwens regels gelden op het speelplein. Zo mag je bijvoorbeeld niet van tafel als je boterhammen nog niet op zijn, mag je niet spelen in de toiletblokken of mag je niet rollerbladen in de zaal. Het Open Speelaanbod geeft veel keuzevrijheid aan de kinderen, maar het is geen vrijgeleide om te doen wat ze willen.
Speelplein Tureluur bestaat al sinds 1984, toen opgericht onder de naam Speelplein Destelbergen. Waarom wordt er opeens, na 27 jaar(!), een andere richting in geslagen? Thomas: Het is nooit te laat voor verandering hé? Het is niet omdat het altijd zo geweest is, dat het niet beter kan. We hebben de voorbije jaren hard gewerkt aan de kwaliteit van ons speelplein. We merkten dat de kinderen en de animatoren het speelplein leuker en leuker vonden, maar dat we op een bepaald moment vast zaten in onze gedachtegang. We zaten vast in onze spelstructuur waarbij monitoren spelletjes voorbereiden, de kinderen in groepjes verdeeld worden en alle kinderen moeten meespelen met het voorbereide spel. We zagen steeds meer dezelfde spelen terugkeren, ook al zaten ze soms in een nieuw kleedje. En we zagen steeds meer kinderen zich daarvan afzetten. Je moet je inbeelden, sommige kinderen komen in de zomervakantie zes weken naar het speelplein omdat hun ouders moeten werken. Dag in dag uit worden die verplicht om mee te spelen met de activiteiten die de monitoren voorbereid hebben. Je zou dat zelf toch ook na één à twee weken beu zijn? En dan hebben ze nog vier weken te gaan! En hoe biedt het OSA daar dan een oplossing voor? Thomas: Binnen het Open Speelaanbod laten we vooral de creativiteit van de kinderen werken. De animatoren (dus niet “monitoren”) bieden geen volledig uitgewerkte activiteiten meer aan. Ze geven impulsen. Ze creëren een bepaalde context, een speelsituatie, en geven die impuls aan de kinderen. De kinderen gaan daar op in, beginnen te spelen en laten hun fantasie werken. Eigenlijk beginnen ze op dat moment zelf impulsen te verzinnen en versterken ze elkaars spel. Ze blijven spelen, blijven spelen, en opeens moeten ze stoppen omdat het middagpauze is. Dat is het OSA! Euh… ik weet niet of iedereen hiermee mee is? Thomas: Ok, ik geef een concreet voorbeeld. De speelsituatie is bijvoorbeeld… een lijnbus. In het toneeltje ’s ochtends is er een man die werkloos is en hij wil solliciteren bij De Lijn. Hij heeft zijn rijbewijs al, dat is geen probleem, maar hij heeft geen ervaring met al de rest dat daar bij komt kijken. En hij wil de job echt wel graag hebben. Je voelt het komen, hij vraagt aan de kinderen of ze hem willen helpen. Een deel van de kinderen – sowieso niet allemaal – roept heel enthousiast “ja” en ze beginnen er aan. Ze zetten stoelen klaar om de bus te maken, ze maken geld om te betalen, ze maken busticketjes om af te stempelen. De buschauffeur krijgt een kostuum aangemeten. Ze maken een pet met “De Lijn” op. Ze oefenen het rijden met de bus – de bochten zijn moeilijk met zo’n trolleybus -, het vertrek en de aankomst. Ze chronometreren of de bus wel op tijd komt, hoeveel tijd hij precies over de afstand tussen de verschillende haltes doet en hoe lang hij moet stilstaan als er veel mensen moeten opstappen. Daarbij komt dat ze ook een keer moeten oefenen om iemand in een rolwagen mee te nemen, en dat ze zeker moeten te weten komen hoeveel tijd ze verliezen als ze in de file staan door een ongeluk. Genoeg speelimpulsen om een hele voor- of namiddag mee in te vullen, denk ik dan! Als je dan weet dat de kinderen constant zelf impulsen verzinnen zoals “Oh wacht, ik ben de politieagent die het verkeer regelt” en “Ik denk dat we duurdere busticketjes moeten maken want de benzine is opgeslagen”, dan kan je je met de startimpuls van een solliciterende man een hele dag amuseren! Een hele week zelfs! Want de volgende dag blijkt dat hij niet aangenomen is, en dat hij wil oefenen om bakker, slager, tuinman, leerkracht, politieagent, dokter, …te worden. Je merkt het, dit speelsysteem ligt mijlenver van het oude speelsysteem, waarbij we telkens vertrokken van een kringspel, een bosspel, een pleinspel, … En wat met de andere kinderen die, zoals je zelf zei, geen interesse hebben om mee te spelen in de bus? Thomas: Die kiezen iets anders uit het aanbod. Ofwel binnen het thema van het toneeltje. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de verantwoordelijke van het interimbureau helpen om sollicitaties af te nemen of kunnen ze een carwash maken om de bus te wassen. Ofwel iets totaal anders dat niets met het toneeltje te maken heeft: kampen bouwen, strips lezen, voetballen. Sommige kinderen zitten een hele dag te schaken of met soldaatjes te spelen. Ja, juist. Is dat dan niet spijtig, dat die kinderen totaal niet meedoen met het aanbod? Thomas: Ze doen wel mee hé. Gezelschapsspelen zijn een deel van het aanbod. Als die kinderen het schaken beu zijn en ze hebben zin om te tekenen of, ik zeg maar iets, vliegers te vouwen, dan is dat ook een deel van het aanbod. We stellen namelijk papier ter beschikking om dat te doen. Voor hetzelfde geld beginnen andere kinderen daar mee mee te doen en organiseren we opeens een grote
vliegerwedstrijd: om ter verst gooien, of om ter mooiste krullen in de lucht maken. Daar kan je je weer een uur mee amuseren! Als je die vliegers schildert, of je bouwt een luchthaven uit karton, dan heb je zeker een plezante voor- of namiddag gehad. Zonder één of ander moeilijk spel in elkaar te moeten boksen. Gewoon door mee te spelen met de kinderen. Eerlijk gezegd, bij de introductie van het OSA was dat ook voor ons nog wennen. We wisten niet goed, wat kan wel en wat kan niet? Zo waren op een bepaalde dag – in de paasvakantie 2011, nog voor de officiële introductie in de zomer – enkele meisjes zich aan het amuseren met strijkkralen. Ze maakten allerlei vormpjes, streken die aan elkaar, legden het resultaat opzij en begonnen aan een nieuw ontwerp. Ze vonden het in de voormiddag zo leuk dat ze in de namiddag heel de tijd wouden verder doen. Toen kreeg ik de vraag of dat wel kon. Moesten ze niet eens iets anders doen? De animatoren hadden voor de namiddag eigenlijk een ander aanbod voorzien. Het antwoord was simpel. Amuseerden ze zich? Ja. Zouden ze ’s avonds met een goed gevoel naar huis gaan? Ja. Waarom zouden ze dan iets anders moeten doen? Er is toch niets mis met strijkkralen? Zolang ze zich amuseren, spelen ze toch gewoon verder? En als ze er morgen genoeg van hebben, dan zullen ze wel iets anders doen. Wat is het grootste positief verschil dat je merkt sinds de overschakeling op OSA? Thomas: Dat de animatoren niet meer hees zijn op het einde van de week. Dat lijkt banaal, maar dat is een zeer groot verschil. In het oude speelsysteem begon elke activiteit met een lange uitleg. De monitoren moesten uitleggen hoe het spel in elkaar zat, wat het doel was en welke spelregels er allemaal bestonden. De kinderen werden lastig en luisterden niet, de monitoren moesten roepen, de monitoren werden hees. Sommige monitoren waren op de maandagavond al volledig hees. En ze hadden dan nog vier dagen te gaan! In het nieuwe systeem moet er minder uitgelegd worden. Daardoor moeten de kinderen minder luisteren en dus minder nodeloos stilzitten. We werken veel meer op fantasie en eigen creatie. Doordat de kinderen zelf kiezen aan welke activiteiten ze deelnemen, amuseren ze zich beter. Vinden ze een activiteit niet leuk? Dan beginnen ze niet meer lastig te doen. Ze gaan gewoon naar een andere activiteit die ze wel leuk vinden. De kinderen amuseren zich beter, waardoor de animatoren zich beter amuseren. En omdat de animatoren zich beter amuseren, amuseren de kinderen zich beter. Resultaat: iedereen heeft een leuke week gehad, en de animatoren zijn niet meer hees. Dat klinkt allemaal zeer positief en zeer leuk, maar er zijn toch ook wel nadelen aan het OSA verbonden? Thomas: Ja, natuurlijk. Maar als het systeem werkt zoals het zou moeten werken, dan denk ik dat er veel meer voor- dan nadelen zijn. Ik geloof echt dat het OSA een beter systeem is dan ons vorig systeem. Maar er zijn natuurlijk altijd gevaren. Zo bestaat bijvoorbeeld het gevaar dat niet alle animatoren er mee weg zijn. Een animator die niet goed doorheeft hoe hij impulsen moet geven, zou kunnen denken dat hij niets meer moet doen. “De kinderen kiezen toch gewoon zelf wat ze spelen? Wij moeten toch niets meer voorbereiden?” Dat is natuurlijk niet waar. Neem nu het voorbeeld van de strijkkralen: Dat was een schitterende startimpuls, want zonder veel extra impulsen hebben de kinderen zich een hele dag geamuseerd. Het materiaal op zich was een zeer sterke impuls, omdat ze daar nog niet veel mee geknutseld hadden. Maar dat blijft natuurlijk niet zo. Als een animator nu denkt “Ik ga met strijkkralen werken, daar zullen ze zich wel een hele dag mee kunnen bezig houden”, dan kan die zeer bedrogen uitkomen. Het is een uitdaging voor de animatoren om telkens met veel goesting creatieve impulsen op de kinderen af te vuren. Als ze dat niet kunnen of willen, dan gaan ze de kinderen ook niet kunnen aanzetten tot intensief spelen. Een laatste slotvraag: Hoe denk je, of hoop je, dat het OSA deze zomer op speelplein Tureluur zal verlopen? Thomas: Vorig jaar was het onze eerste OSA-zomer. We hebben vóór die zomer (en ook voor deze zomer trouwens) heel wat vorming georganiseerd, zodat alle animatoren goed op de hoogte waren van de werking van een Open Speelaanbod. Dat betekende nog niet dat alle animatoren ook echt het OSA konden toepassen. Het is niet zo simpel om een nieuw speelsysteem in een vorming uit te leggen, zonder het in de praktijk te brengen. De beste leerschool was de zomer zelf. Heel wat animatoren begonnen na een paar dagen speelplein te voelen waar de verschillen zitten, en wat de voor- en nadelen zijn. Op het einde van de zomer waren de meesten er volledig mee weg.
We hebben tijdens onze eerste OSA-zomer al heel wat leuke, creatieve en uitdagende impulsen gezien. Ik denk bijvoorbeeld aan vliegeren met een parachute, een tafelkar ombouwen tot een dubbeldekker en een regendans dansen rond een kampvuur. Ik heb toen veel animatoren zich volledig zien geven in het meespelen met de kinderen. Dat hoop ik deze zomer weer te zien: animatoren en kinderen die zich samen rot amuseren!
Het inclusieproject voor kinderen met een beperking breidt uit Speelplein Tureluur werkte de voorbije jaren hard om de drempel voor kinderen met een beperking te verlagen. Zo geven we het volledige werkjaar extra aandacht aan kinderen die het soms moeilijk hebben. In de zomervakanties organiseren we telkens een heus inclusieproject. Omdat we dit project jaar na jaar positief konden evalueren, breiden we het nu uit. Vanaf dit jaar loopt ons inclusieproject niet alleen in juli, maar ook in augustus - de volledige zomervakantie dus. Alle kinderen met een beperking, ongeacht de aard van hun beperking, zijn welkom op speelplein Tureluur. We stellen, indien nodig, extra begeleidende animatoren aan en zorgen voor laagdrempelige activiteiten. We voorzien extra structuur met pictogrammen, richten een snoezelruimte in voor eventuele time-outs, houden de spelvoorkeuren en begeleidingstips bij in overzichtelijke speelfiches. Als de ouders dat willen, krijgen ze voor de zomervakantie een huisbezoek. Zo maken de animatoren in de vertrouwde omgeving kennis met het kind. Voor de eerste keer meedoen aan een speelpleinkamp kan namelijk voor de ouders en voor het kind een grote stap in het ongewisse zijn. Om dit project succesvol te laten verlopen, wordt speelplein Tureluur van dichtbij begeleid door de ervaren medewerkers van de VDS en Yieha! vzw. Zij delen hun knowhow met ons en geven vormingen op maat. Zo leren de animatoren bijvoorbeeld stil te staan bij de beperkingen voor een rolstoelgebruiker, maar evenzeer zich in te leven in de denkwijze van een kind met autisme. We zijn er van overtuigd dat dit project leerrijk is voor de kinderen met én zonder beperking. We hopen zo elk kind zich thuis te laten voelen bij Tureluur.