Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Verkeersveiligheid en ik Wat denk jij over verkeersveiligheid? Vink de beweringen aan als je akkoord gaat.
In mijn wijk is er nooit een probleem met verkeersveiligheid. Verkeersveiligheid hangt af van de staat van de wegen. Politieagenten schrijven te snel boetes uit. De snelheidsbeperking van 50 km/u in steden en dorpen is noodzakelijk. Auto’s rijden vaak te snel. Vrachtwagens zou men uit de steden moeten weren. Ik rij niet met de auto, verkeersveiligheid interesseert me dus niet. Aan een zebrapad heb ik voorrang, dus kijk ik niet vóór ik oversteek. Als ik fiets, kijk ik goed uit omdat ik kwetsbaar ben. In de auto ben ik soms bang voor de rijstijl van de bestuurder.
2
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
De verkeersovertredingen De overtredingen: 4 graden Graad 1 • Onrechtmatig op de busstrook rijden • Richtingaanwijzers niet gebruiken wanneer verplicht • ‘s Nachts zonder verlichting fietsen • Onrechtmatig op de pechstrook rijden Graad 2: onrechtstreeks gevaar • Gordel niet dragen • Oranje verkeerslicht negeren • Als bestuurder bellen met GSM in de hand • Rechts inhalen waar dit verboden is • Veiligheidsafstand vrachtwagens niet naleven • Achtermistlichten niet aanzetten wanneer verplicht • Gevaarlijk en/of hinderlijk parkeren (bepaalde gevallen) • Onrechtmatig parkeren op plaatsen voorbehouden voor personen met handicap Graad 3: rechtstreeks gevaar • Rood verkeerslicht negeren • Inhaalverbod niet naleven • Dubbel inhalen waar dit verboden is • Inhalen nabij een oversteekplaats • Voetgangers of fietsers in gevaar brengen • Regels betreffende kruisen niet naleven Graad 4: onvermijdelijk gevaar • Links inhalen op een helling of in een bocht • Aansporen tot overdreven snel rijden • Verkeerstekens op een overweg negeren • Rechtsomkeer maken op de autosnelweg • Straatraces
3
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Risico’s nemen of niet?
«Jongeren zijn roekeloos. Ze doen maar wat! Ze hebben geen besef! »
Dit soort uitlatingen nemen sommige volwassenen vaak in de mond. Ze vergeten dat risico’s nemen in het leven gewoonweg onvermijdelijk is, voor jong én oud. Het kind leert lopen wanneer het de moed heeft om op een dag de hand van zijn ouder of de tafelrand los te laten en op eigen benen te staan. Wie samen is met iemand waarop hij/zij verliefd is, heeft het risico genomen om een relatie aan te knopen, om de eerste stap te zetten. Wie voor de eerste keer alleen met de bus of de trein reist, neemt het risico zich te vergissen of de halte te missen. Wie een nieuwe sport uitprobeert of deelneemt aan een buitenschoolse activiteit, neemt het risico op zijn bek te gaan, maar dat is onvermijdelijk om te groeien en te leven. Je kunt risico’s nemen die positieve gevolgen hebben voor je ontplooiing of resulteren in dramatische gevolgen voor de rest van je leven. Als je bijvoorbeeld een straat oversteekt zonder te kijken, kun je voor de rest van je leven in een rolstoel belanden. 4
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Hier zijn een aantal risico’s. Alleen de bus of de trein nemen. Geen veiligheidsgordel in de auto dragen. In het donker met de fiets rijden zonder reflecterende kleren en zonder verlichting. In een auto stappen met een bestuurder die alcohol heeft gedronken. In een auto stappen als er niet genoeg zitplaats is voor iedereen. Mijn rijbewijs proberen te halen. Deelnemen aan een activiteit terwijl ik niemand in de groep ken. ‘s Nachts alleen naar huis gaan. Mensen durven aanspreken die ik niet ken. Deelnemen aan een toneelstuk. Een toespraak houden voor vrienden of familie.
5
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
. flijk zijneval e e g r e v o ng e on sico’s diad een ernstig jn helm i r n j i z “Er , 17 jaar, h ij droeg zi n H Maarte jn bromfiets. ij verlamd. “ i z h met niet. Nu is jaar , 17 Jelle
Welke risico’s zijn volgens jou redelijk en noodzakelijk (om te groeien in het leven) en welke zijn buitensporig (de gevolgen kunnen negatief of ernstig zijn en moeten vermeden worden). Noodzakelijke en redelijke risico’s:
........................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Domme en onnodige risico’s:
................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Welke onnodige risico’s nemen jongeren van je leeftijd op straat? ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
ng dat zijn altijd ba n ontvoering. rs e d u o n ij e “M geval, e omt: een on en daarom neem rk e v o ts ie e m ervelend Ik vind dat vrisico’s. Gelukkig toomt in.” eetje ik meer din me een b n e ri v e st e b mijn Elke, 16 jaar
6
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
En jij?… En als je vrienden aandringen? Soms doe je dingen, zoals alcohol drinken, … omdat vrienden of vriendinnen het doen en je denkt dat je het ook moet doen om erbij te horen. Denk aan twee risico’s die je zeker niet wil nemen in het verkeer.
“Voor mij is opgroeien het verschil leren mak tussen wat ik wel en niet wil doen met mijnen leven. En er zijn risico’s die ik niet wil nem en, zoals drugs. Het kan me niet schelen als sommigen dat belachelijk vinden. Ik vind dat ik gelijk heb.” Xander, 15 jaar
En mijn ouders? Welk risico vinden ze te groot voor me?
Ik ben akkoord/niet akkoord. Welke risico’s aanvaarden ze van me?
7
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Overtredingen van autobestuurders die je in gevaar brengen Parkeren Aan een bushalte
Op of te dicht bij het zebrapad
! !
Op het voetpad
8
!
Dubbel parkeren
!
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Onderweg Te snel rijden
!
!
!
n Een fietser rakelings inhale
rang verlenen De fietser geen voor Denk aan een andere overtreding die je in gevaar kan brengen:
Door
het r
ode l
icht
rijde
n
! 9
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Waar dient de gordel voor? Tijdens een ongeval blijven de autobestuurder en de passagiers zich enkele milliseconden lang verplaatsen aan dezelfde snelheid die ze hadden net vóór het ongeval. De inzittenden van de auto botsen dus aan deze snelheid tegen voorwerpen aan of vliegen tegen elkaar als ze hun gordel niet vastmaken.
De gordel maakt je aan de auto vast en verhindert dat je: • in de auto wordt rondgeslingerd en gewond raakt als je met een zware klap tegen het dashboard, de zetels, de portieren of de andere passagiers aansmakt. • door de voorruit van de auto vliegt en uit de auto wordt gekatapulteerd.
10
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
En de airbag? Zelfs in een auto met airbags moet je de gordel dragen. De gordel houdt je in de juiste positie zodat de airbag je de beste bescherming biedt.
Voor- en achteraan vastklikken:
VER-PLICHT! Velen denken dat de gordel dragen achterin de auto minder belangrijk is. Het gevaar om buiten geslingerd te worden is echter even groot als voorin. Bovendien kan je de passagiers voorin verwonden, zelfs als ze de gordel om hebben. De gordel dient dus niet alleen om jezelf te beschermen, maar ook de anderen!
Je veiligheidsgordel moet strak zitten om je goed te beschermen. Het is net zoals je broeksriem die weinig nut heeft als je hem niet strak genoeg aanspant.
11
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Autopassagier er : ijn vad em t e em t ob aag meeen goeie au altijd r g j i r “Ik hem j remt ik vindder want hi ijd.” stuur ruim op t ar ja
at graag dindt t e i n “Ik heb ef zich opwr.” e mijn n ter het stuu h c a aar is, 15 j Jor
6 Lina, 1
Bijna elke dag worden we met de auto gebracht. Een situatie die een beetje vergelijkbaar is met die van een blinde, want we kunnen niets doen om een obstakel te vermijden of om het voertuig onder controle te houden. Het verschil is dat we zien wat op ons afkomt en dat kan voor stress zorgen. Sommigen hebben een hekel aan de rijstijl van hun autobestuurder. Anderen voelen zich dan weer erg op hun gemak. Soms willen we iets zeggen tegen de autobestuurder, maar zijn we verward: we voelen dat er iets niet gaat, maar wat precies?
Zelfs aan 50 km/u sta je niet onmiddellijk stil!
12
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
f rtie wel o p t s e van t ik h eetje u ho da n b n.” “Ik n, om nd ee ebbe i e h ar rijd leuk v rik te , 14 ja a sch Laur
he t e r d o o r he t d e o m mijn et me aan as m gs reed “Onlan cht omdat ze og, maar het w al.” i l n e rod was. Ik riep jna een ongev praten We hadden bi jaar 16 te laat. Malik,
De autobestuurder/-bestuurster die ik als passagier het meest waardeer is: ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Domme en onnodige risico’s:
................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Hoe zeg je aan een autobestuurder dat je je niet op je gemak voelt of dat zijn/haar rijstijl je bang maakt? Gebruik de « IK-boodschap »: zeg wat je ervaart zonder kritisch of agressief te zijn. Zeg wat je voelt en wat je dwars zit. De autobestuurder kan de rijstijl dan aanpassen. Als je niets zegt, erger je je in stilte en neem je het de autobestuurder kwalijk… Daarom moet je verantwoordelijkheid nemen en zeggen wat je voelt. Denk aan een situatie waarbij je je ongemakkelijk voelde in de auto door de rijstijl van de autobestuurder: ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Wat was je reactie? ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Wat had je hem/haar kunnen zeggen om dit verkeersgedrag te veranderen? ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
13
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
De auto: een noodzakelijk kwaad? verguisd, een n e n e z re ep g t owel word « Een dier dat z k… tegelijk gevaarlij n e p a ch ls e z e g chten. Het slikt li goed p o ts ch a n ‘s ee ogen die Dit dier heeft tw omt. p uit de aarde k ie d t a d l ur se w u een bro et een sterke ge h t a la t, ts a la rp h ve Wanneer het zic zitten zo’n dier. e b n se n e m le e achter. V gesloten zodat p o je is u h n e e het in als een koning ‘s Nachts wordt t rd o w r ie d it n stelen. D ken niemand het ka en, worden stro p lo n te la te r e ll het sne erk over het tw e behandeld. Om n n e e s al h n gestort die zic asfalt en beton huizen en tuine , n e ss o b n e n e en. Weid de hele land uitroll ende en brullen m m ro g In . n e k m wij rheen kinderen moeten voor he o o v r a a w , p o l dier overa n meuten rukt dit en ontmoeten e d n o k r a a lk e n en mense konden spelen .» samen keuvelen dossier pedagogisch ilité futée », ob M « r ar, aa (n t 5e tot 9e ja assen van he kl or vo d em best Zwitserland) E ATA, 1996, WWF, VCS AT
14
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
De auto en de bus: beide hebben voordelen. Welk vervoermiddel komt met welk voordeel overeen? Vink het juiste vak aan. Auto
Bus
1. Kan vele personen tegelijk vervoeren. 2. Kan veel bagage vervoeren. 3. Veroorzaakt minder ongevallen. 4. Laat toe om te vertrekken wanneer je wil. 5. Laat toe om precies aan te komen waar je wil. 6. Parkeren is nooit een probleem.
Vind een ander voordeel Van de auto:
.....................................................................................................................................................................................................................................................................................
Van de bus of tram:
........................................................................................................................................................................................................................................................
Steeds meer auto’s België telde in 1980, 9.855.110 inwoners en 3.158.737 auto’s, wat ongeveer overeenkomt met 1 auto voor
personen.
In 2012 waren er 11.035.948 inwoners en 5.443.807 auto’s, wat ongeveer overeenkomt met 1 auto voor
Wat denk je? Sinds 198O
personen. (vink het juiste vak aan)
veroorzaakt het verkeer meer luchtvervuiling. gaan jongeren vaker te voet of met de fiets naar school. geven gezinnen minder geld uit aan hun verplaatsingen. Oplossing: 1980: één auto voor 3 personen / 2012: één voor 2 personen
15
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Leve het openbaar vervoer!
Het openbaar vervoer is het begin van het zelfstandig-zijn: je hangt niet meer af van een familielid als je ergens naartoe wil. Bovendien is de kans op een ongeval veel kleiner dan met de auto. En het is minder vervuilend. Een traject per bus heeft ongeveer 10 keer minder verkeersruimte nodig en bijna 100 keer minder parkeerruimte dan hetzelfde traject afgelegd door 50 alleen zittende autobestuurders. Het traject slorpt ook 5 keer minder energie op.
Voor meer inlichtingen over uren en tarieven: • • • •
16
NMBS (trein): www.belgianrail.be MIVB (Brusselse openbare vervoermaatschappij): www.mivb.be De Lijn (Vlaamse openbare vervoermaatschappij): www.delijn.be TEC (Waalse openbare vervoermaatschappij): www.infotec.be
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
De 7 geboden van de (tram- of) buspassagier
Wat vind je van deze “geboden”? Leef je ze allemaal na?
1
lijf op het voetpad tot de bus B stilstaat.
2
aat de mensen eerst uit de bus L stappen. Stap dan kalm in.
3
toor de chauffeur niet en maak S niet te veel lawaai.
4
Leg je voeten niet op de zitbank.
5
op voor zwangere vrouwen, Sta bejaarden en mindervaliden.
6
et op voetgangers en fietsers bij L het uitstappen.
7
acht tot de bus is vertrokken W vóór je oversteekt of steek ver van de bus over.
....................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................
17
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Met de scooter of de bromfiets
Om achterop een passagier te mogen vervoeren, moet de bestuurder van de scooter of bromfiets (of motorfiets) minimum 18 jaar zijn. Het is dus verboden om achterop te zitten bij een 16 of 17-jarige vriend(in)! Bovendien moeten scooters en bromfietsen voorzien zijn van een zitje, voetsteunen en handvatten die speciaal ontworpen zijn voor de passagier. Passagier en bestuurder moeten een helm dragen.
18
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
De helm en andere beschermende kledij De helm: verplicht op alle scooters en bromfietsen. De helm biedt de bestuurder en passagier de beste bescherming. De helm beschermt een vitaal lichaamsonderdeel: het hoofd met daarin onze hersenen. Een hoofdletsel kan ernstige gevolgen hebben: de dood, geheugenverlies, persoonlijkheidsstoornissen, littekens in het gezicht…
Ook de rest van het lichaam moet beschermd worden. In de zomer ziet men veel bestuurders op een scooter in short, met sandalen, in T-shirt. Ze zullen het in elk geval niet te warm krijgen, maar o wee als ze vallen… Heb je ooit al met je hand over asfalt gewreven? Je herinnert je misschien nog dat je als klein kind op de speelplaats aan het lopen was en plotseling viel… De schade was toen al aanzienlijk. Beeld je eens in wat er gebeurt bij een snelheid van 25 of 40 km/u.
19
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Te voet
Wandelen, da’s heel natuurlijk
Wandelen: ook een sport? Als je een kwartier stapt, leg je ongeveer 1 km af. Om wandelen een sport te kunnen noemen, moet je minimum een half uur stappen. Hoe ver geraak je te voet in een half uur?
Wandelen, ja maar waar?
Rangschik de plaatsen, te beginnen met waar je het veiligst bent:
links op de weg op het voetpad op het fietspad op de berm
20
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Naar muziek luisteren
Als voetganger ligt de wereld aan je voeten! Ken je de betekenis van deze uitdrukkingen?
In het verkeer heb je niet alleen je ogen maar ook je oren nodig!
‘s Nachts zijn alle katten grijs
Op grote voet leven. In iemands voetsporen treden. Met iemand op gespannen voet staan. Voet bij stuk houden. Iemand voor de voeten lopen. Op goede voet staan. Zich uit de voeten maken. Een voet tussen de deur krijgen. Op vrijersvoeten zijn. Op gelijke voet staan. Met beide voeten op de grond staan. Iets met de voeten treden.
Als het donker is zie je de auto’s naderen, maar de bestuurders zelf zie je niet! Twee momenten waarop je zeker goed zichtbaar moet zijn voor bestuurders: • als je de straat oversteekt • als je op de weg loopt (als er geen voetpad of berm is) Hoe kan je je zichtbaarheid voor bestuurders vergroten als het donker is? Reflectoren op je schoenen, je jas, je rugzak… Reflectoren en reflecterende accessoires zien er bij daglicht gewoon grijs uit. Maar als het donker is, lichten ze op (ze weerkaatsen het licht naar de plaats waar het vandaan komt). De bestuurder van een auto met de lichten aan, zal je reflectoren van zeer ver zien oplichten. Gelukkig, want als het donker is, ziet hij je pas op de laatste seconde, en soms is het te laat! 21
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Het zebrapad, een omweg waard Waarom? Omdat bestuurders verwachten dat je daar oversteekt. Het zebrapad is speciaal ontworpen om het oversteken voor voetgangers te vergemakkelijken. Is er een zebrapad op minder dan 30 meter, dan ben je verplicht om daar over te steken. Goed, maar 30 m, hoe ver is dat juist? Kleine tip: de gemiddelde lengte van een auto is ongeveer 4 m. Dat betekent dat 30 meter overeenstemt met achter elkaar geparkeerde auto’s. Opgelet, vergeet niet rekening te houden met een afstand van 1 m tussen elke auto!
Blijf toch voorzichtig! Op het zebrapad heb je normaal gezien voorrang op de auto’s die op de weg rijden maar VOORRANG BETEKENT NIET VEILIGHEID. Een straat oversteken, zelfs op een zebrapad, is altijd gevaarlijk. Auto’s en vrachtwagens hebben immers enkele seconden nodig om te stoppen. En tijdens die enkele seconden blijven ze verder rijden! 22
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Waar oversteken? Er is niet altijd een zebrapad dichtbij de plaats waar je wil oversteken. Kies dan een plaats uit waar je veilig kan oversteken, dus een plaats waar je de auto’s goed ziet aankomen en waar de bestuurders jou goed zien. Vink de plaatsen aan waar je veilig kan oversteken.
23
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Met de fiets De fiets, da’s handig Je bent onafhankelijk, je moet je niet meer door een ouder laten vervoeren. Je vervuilt het milieu niet met uitlaatgassen. Je doet bovendien aan sport en blijft zo in vorm.
Wanneer neem je de fiets? • Om naar school te gaan • Om naar een vriend(in) te gaan • Om een fietsuitstap te maken • Om boodschappen te doen • …
24
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Waar fietsen? Het fietspad Als het in goede staat is, ben je verplicht om erop te fietsen. Fietspaden worden aangegeven met een bord of een dubbele witte stippellijn. Op een fietspad met stippellijnen ben je verplicht om rechts en dus in dezelfde richting als de auto’s te fietsen.
Op een fietspad dat met een bord is aangeduid, fiets je in de richting waar je tegen het bord aankijkt. Soms moet je dan links van de weg fietsen.
Is er een fietspad in je wijk? JA
NEEN
Is er geen fietspad? Je moet rechts van de weg fietsen, in dezelfde richting als de auto’s.
Een goede raad voor je veiligheid: neem je plaats in op de rijbaan en fiets op 1 meter van de kant of van de geparkeerde auto’s. Zo zien de naderende bestuurders je beter en houden ze meer rekening met jou. Zo vermijd je ook dat er plots een portier opengaat en dat je valt. 25
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
En op een rotonde? Wie al op de rotonde fietst, heeft altijd voorrang op wie de rotonde oprijdt. Je mag enkel een rotonde opfietsen als de weg vrij is. Op de rotonde blijf je in het midden van je rijstrook, zodat de andere bestuurders je goed zien. Als je zeer dicht bij de rand rijdt, bevind je je in hun dode hoek en bestaat het gevaar dat ze je omverrijden omdat ze je niet zien.
Een fietspad op de rotonde Je bent verplicht om op het fietspad te rijden. Wees extra voorzichtig omdat het gevaar bestaat dat de bestuurders je niet zien. Probeer oogcontact te maken.
26
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Met z’n tweeën fietsen
Leuk, we kunnen met 2 naast elkaar fietsen (met meer mag niet!). MAAR je moet opnieuw achter elkaar fietsen: • als er niet genoeg plaats is om een tegenoverliggende auto te kruisen • buiten de bebouwde kom, dus buiten steden en dorpen, moet je ook opnieuw achter elkaar rijden bij een achterliggende auto. Waarom? Omdat auto’s er sneller rijden en het gevaar groter is.
27
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Eenrichtingsverkeer? Voor wie?
Eenrichtingsverkeer voor alle bestuurders. Met de fiets ben je ook een bestuurder. Als je deze straat wil nemen, moet je afstappen en te voet verder, met de fiets in de hand.
Eenrichtingsverkeer voor alle bestuurders behalve voor fietsers. Hier mag je doorfietsen. Een goede raad: goed rechts aanhouden in zo’n straat. Probeer altijd oogcontact te maken met de bestuurder die je kruist. Sommige verstrooide bestuurders vergeten dat fietsers in beide richtingen mogen rijden. Daarom moet je ook vertragen aan kruispunten en controleren of de auto’s je wel degelijk laten voorbijrijden.
28
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
VRACHTWAGEN = GEVAAR Vrachtwagen- en buschauffeurs zien niet alles wat rond hun voertuig gebeurt. Ze hebben achteruitkijkspiegels om hen te helpen maar toch blijven altijd DODE HOEKEN over. Dit zijn zones rond het voertuig die de bestuurder onmogelijk kan zien van achter het stuur. De dode hoeken zijn op deze tekening in het rood aangeduid. Fiets of sta nooit in die zones. Je bent er onzichtbaar en loopt er groot gevaar! Blijf op een kruispunt ver achter een vrachtwagen. Wacht tot hij vertrokken is, vóór jij ook vertrekt.
Je hoofd is wat je het dierbaarst is! Bescherm je hoofd daarom met een helm.
29
Verkeersveiligheid gaat ook mij aan!
Aan het werk! Dit boekje heeft je wat raad en informatie gegeven over verkeersveiligheid. Nu is het aan jou om te tonen dat verkeersveiligheid ook jou aangaat. Denk aan één of meerdere goede voornemens die je wil maken voor elk vervoermiddel. Te voet ga ik proberen om
.............................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Met de fiets ga ik proberen om
..........................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
In de auto ga ik proberen om
.................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Een ander voornemen dat ik wil maken:
...................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Stel dezelfde vragen aan een vriend(in) en aan je ouders (of een andere volwassene). Wat zijn hun goede voornemens? ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
30
Redactie : Bénédicte Vereecke, cel Jongeren, BIVV Nederlandstalige versie: Bram Verlinde, cel Jongeren, BIVV Met dank voor het nalezen aan Anne-Valérie De Barba en Liesje Pauwels, BIVV Illustraties: Frédéric Thiry Lay-out: Mazy Graphic Design Verantwoordelijke uitgever: K. Genoe, Haachtsesteenweg 1405, 1130 Brussel D/2014/0779/59