•*
- J!"
3 ^ Ö
.
^ j
"y&S
OVER I)E DRUKKnC
WAAHDMIER BET m
DOOR G4SBH\\I)EHS
GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil
p.
L.
K IJ K E.
ia©
Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii Wetenschappeu, AfdeeliiiK ,fatviirkunde, rfde Reeks lleel VIll
w.
A.MSTERÜAM,
O. (;. VAN DEK POrt I. 1874. •
ê3
'
© J J f ^ iS-fVR-
^
®5
\
™7n--.vraBT«W!SHSEWWK>«e?3'r~^^ - • ".'^|t,
OVER DE DEÜKKINQ,
WAARONDKR HET GAS DOOR GAS-BIUNDERS GEVOERD MOET WORDEN, DOOK
p.
L. E IJ K E.
Volgens het proces-verbaa] vau de vergadering der afdeeli»g Natuurkimde der Koniuklijke Akademie van Wetenschappen op 28 Pebr. 1874, heeft de heer STASIKART zich de vraag gesteld, //Hoeveel drukking wordt er voor het minst gevorderd, opdat, //ook zonder meter, door ieder gasbraader ongeveer 140 d 150 //liter gas per anr gevoerd worden?" en is het antwoord geweest: //volgens de verklaring van den heer TH. VAN DOESBURGH, //in overeenstemming met proeven in deszelfs fabriek bijge//woond, en volgens eigen waarnemingen, was daartoe ongeveer //0,7 Eng. duim of 1? a 18 mm. als minimum drukking //noodig."
-, j
11 •
Ik kan niet onderstellen, dat de Heer STAMKARÏ de drukking heeft wiUen bepalen, die vereischt werd om 140 k 150 liters gas per uur te drijven door branders, ingericht, om er minder dan 140 ^ 150 liters per uur mede te verbruiken. Zoodanig onderzoek ware toch geheel doeUoos geweest. Ik moet dus aannemen, dat de Heer STAMKART geëxperimenteerd heeft met gewone branders, die voor het genoemde gasverbruik bestemd
( 2 )
waren, en het is tegen het beweren, dat deze 17 a 18 millimeters drukking behoeven, dat ik meen te moeten opkomen. Men weet, dat, wanneer een gasmeter, volgens de bepalingen der Engelsche wet beproefd wordt, de uitlaat in gemeenschap staat met eene gasgeleiding, op welke men eenige branders aansteekt, om zich te vergewissen, dat de meter behoorlijk licht geeft, en dat, wordt dit licht onvoldoende bevonden, het werktuig moet worden afgewezen. Nu is de werkelijke drukking in den gashouder 0,5 Eng. duim, dat is 12,7 millimeters. Trekt men daarvan af de drukking, noodig om de wrijving in de gasgeleiding, alsmede in den meter te overwinnen, dan vindt men, dat het gas voor de branders moet staan met eene drukking, die ongeveer de helft is van die, welke, volgens den Heer STAMKART, vereischt wordt, en neemt men dit met den Heer STAMKART aan, dan komt men tot deze gevolgtrekking: — bij elk der in Engeland beproefde gasmeters, die bij duizendtallen geteld worden, heeft men bij de beproeving getracht behoorlijk licht te verkrijgen — dat licht is nimmer verkregen geworden, want zulks was onder de gegeven omstandigheden onmogelijk — en toch heeft men er nooit iets van gemerkt; de "lichtsterkte is altijd voldoende bevonden' In de verordening, die de Regeering mij verzocht had te ontwerpen, wenschte ik natuurlijk zooveel mogelijk ronde getallen in metrieke maat op te nemen en daarom, in plaats van 12,7 millimeters, 10 millimeters voor de werkelijke drukking, waaronder de beproeving zou geschieden, voor te stellen. Vooraf echter heb ik zeker willen zijn, dat die drukking van 10 millimeters in de praktijk zou voldoen, en daarom, tijdens mijn verblijf in Engeland, aan verschillende deskundigen gevraagd, of men het met die drukking bij de beproeving zoo nauw moest nemen, of er des noods niet één tiende duim af zou kunnen genomen worden. Yan allen heb ik hetzelfde antwoord ont-=vangen: zi] zagen daarin geenerlei bezwaar. — Zou nu, ware de in Engeland aangenomen drukking te zwak bevonden, het antwoord niet een geheel ander geweest zijn? Zoowel vóór als gedurende de enquête hier te lande, heeft geen der geraadpleegde belanghebbenden tegen de drukking van 10 millimeters eenige bedenking geopperd. Hoe is die terug»
( 3 ) houding te verklaren, zoo eene drukking van 17 a 18 millimeters (in den gashouder) nog niet voldoende is ? Doch er is meer. Heeft de heer STAMKART inderdaad eene zoo aanzienlijke drukking noodig gehad om i 4 0 a 150 liters gas per uur door zijne branders te voeren, dan kan men met grond beweren, dat hij geëxperimenteerd heeft met voor den gebruiker schadelijke toestellen, die maar een gedeelte van het licht gaven, dat met beter ingerichte branders te verkrijgen isIk zal zulks bewijzen. Verscheidene jaren geleden is er in ïrankrijk eene commissie benoemd om uitspraak te doen omtrent moeilijkheden, gerezen tusschen de stad Parijs aan den eenen en de Compagnie Parisienne pour V eclair age et Ie chauffage par Ie gas aan den anderen kant. Nadat deze commissie een gedeelte van hare taak had volbracht, zijn twee harerieden, de IIH. DUMAS en REGNAULT uitgenoodigd, het onderzoek verder alleen voort te zetten. Deze hebben aan dit verzoek voldaan, en later de HH. AUDOUIN en BÉRARD, die hen bij hunne werkzaamheden behulpzaam waren geweest, gemachtigd de verkregen uitkomsten in den jaargang 1862 der Annales de Chimie et de Physique openbaar te maken. Dat een arbeid, waaraan de naam van REGNAULT verbonden was, dadelijk groot gezag moest erlangen, was natuurlijk. Wie zou op experimenteel gebied als zijns gelijke durven op treden? Het stuk heeft dan ook spoedig zoodanige classieke waarde gekregen, dat het als hoogste aatoriteit door ieder deskundige wordt ingeroepen. En wat leeren nu de genomen proeven omtrent de quaestie die ons bezig houdt? — Het volgende: 1», Er bestaat voor eiken brander eene drukking, waarbij het gas op de meest voordeelige wijze verbruikt wordt. 2". Vergelijkt men onderling de uitkomsten, verkregen met verschiUende branders, die onder de voor hen meest voordeelige drukking gewerkt hebben, dan vindt men, dat tot het verkrijgen van dezelfde lichtintensiteit, met de branders ivaarbij het gas onder eene drukking van 2 a 3 millimeters stond, de MINSTE hoeveelheid gas vereischt werd. Het zal wellicht niet overbodig zijn hieromtrent in eenige nadere bijzonderheden te treden.
. ( 4 )
Ik zal in de eerste plaats eenige uitkomsten meedeelen, die met zoogenaamde v/eérmiusbranders verkregen zijn. Ze zijn in de onderstaande tabel vervat. Men vindt in de eerste kolom de breedte van de spleten der branders, in de tweede de drukking, waaronder men het gas telkens moest brengen, om een gasdoorvoer van 140 liters per uur te verkrijgen, in de laatste kolom de bereikte lichtsterkte, waarbij die met de spleet 0,7 millimeter breed verkregen, als éénheid is aangenomen.
Breedte der spleet.
0,2 millimeters. // 0,3 n 0,4 II 0,5 II 0,6 II 0,7 II 0,S
0,9 1,0
'I //
Drukking.
Lichtsterkte.
30,3 millim. // 12,6 II 6,3 II 4.3 n 2,S II 2,5 II 2,0
0,31 0,57 0,72 0,91 0,97 1,00 0,98
\ 1,1 ' 1 , 0
" "
I j
0^96 »,95
Men ziet, dat, worden er met deze soort van branders 14i) ters gas per uur, onder eene drukking van 17 a 18 millimeters verbruikt, men nog niet de helft bekomen zal van het licht, dat met eene drukking van 2 a 3 millimeters te verkrijgen is. Aan de vlammen van was/caarsbranders (fcecs bougies), die zooveel mogelijk moeten overeenkomen met de vlammen van wezenlijke waskaarsen, kan men bezwaarlijk eene grootere lengte dan van 100 millimeters geven. É'aadpleegt men nu de volgende tabel, dan vindt men, dat, hoe geringer de drukking is, waaronder het gas door den brander wordt gevoerd, des te geringer de hoeveelheid gas is, noodig om eene hoeveelheid licht gelijk aan die eener Carcellamp, die 42 grammen olie per uur verbraiult, te verkrijgen.
( 5 ) HOOGTE DER VLAM 1 0 0
Middellijn van de openiüg van den brander.
1
MILLIMETERS.
Berekende hoeveelheid gas noodig om de lichtsterkte een er Gareellamp te verkiijgeo.
Drukking.
11 millimeters.
264 liters.
millimeter.
1,5
//
211
'/
6
2
'/
161
'/
2
//
2,5
n
155
1
//
Overeenkomstige resultaten zijn verkregen met Argandsche branders, waarbij het gas, zooals bekend is, vloeit uit eene ringvormige reeks van kleine openingen. De volgende tabel bevat de uitkomsten van proeven die genomen zijn met branders, voorzien van openingen, waarvan de middellijnen respectieveliik 0,6, 0,7, 0,9 en 1,1 millimeters groot waren. AANTAL OPENINGEN
20.
Middeilijn der openingen.
Berekeade hoeveelhi;id gas noodig om de lichtsterkte een er Gareel lamp te verkrijgen.
Drukking.
0,6 millimeter i
155 liters
5
142
II
3
130
H
\
185
II
0
0,7
//
0,9
//
1,1
ff
;
Aanmerkingen.
de vlam " walmt'
Uit de aangevoerde proeven blijkt, dunkt mij, op afdoende wijze, dat, zal men met eene per uur te verbruiken hoeveelheid gas de voordeeligste uitwerking verkrijgen, de openingen der branders altijd zoodanige wijdte moeten hebben, dat er geene
( 6 )
grootere drukking, dan van 3 a 3 millimeters behoeft aangewend te worden om het gas met de noodige snelheid te doen uitvloeien. Nu weet ik wel dat men met gas, dat rijker is aan zwaar koolwaterstofgas, de voordeeligste werking bij eene eenigzins hoogere drukking te verwachten heeft, maar niemand zal beweren dat het verschil 14 a 15 millimeters kan bedragen. Men verlieze ook niet uit het oog dat, wanneer er meer zwaar koolwaterstofgas aanwezig is, men eene mindere hoeveelheid gas behoeft om dezelfde lichtintensiteit te verkrijgen.
-*
f
1
1
I
t
'ê