VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
VS & Canada reisverslagen verblijfsreizen
DE NOORDAMERIKAANSE ROCKY MOUNTAINS
MET DANK AAN VOLGENDE SPONSORS
www.nuod-financien.be
www.defiscalegids.be
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
VS & CANADA, de Noord-Amerikaanse Rocky Moutains De Rocky Mountains, kortweg de Rockies en ook wel het Rotsgebergte genoemd, vormen een groot hooggebergte in het westen van Noord-Amerika. De Rockies beslaan een gebied met een lengte van meer dan 4800 km vanaf New Mexico door de Verenigde Staten naar Canada en Alaska. Het gebergte ligt tussen de Great Plains aan de oostkant en heeft een serie bassins en laagtes aan de westkant In 2004 bezochten we het grensgebied van de VS en Canada met als hoogtepunten: Glacier National Park, Nationaal park Banff en Jasper, Nationaal park Waterton Lakes en Nationaal park Yoho.
Absolute hoogtepunten waren toch de 82 km lange de ‘Going to the sun Road' in Glacier National Park en de ‘Icefields Parkway’, van Lake Louise tot Jasper.
Columbia Icefield – Icefields Parkway Uitgegeven onder de auspiciën van de NUOD – Sector Financiën, Viaductdam 98 te 2060 Antwerpen. Uitgegeven door vzw Stupef, Antwerpen. Overname van teksten mag enkel mits bronverwijzing.. Gedrukte exemplaren worden U toegezonden na betaling van 7,50 € per exemplaar op rekeningnummer BE69 646 4472831 78 met vermelding ‘reisbrochure VS & Canada’. Wettelijke Depot: D/2014/9241/1
2
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Reisverslag naar VS en Canada Juli 2004 Deel 1 - VS Vliegtuigreis Zaterdagochtend, 8 uur te Geel: geleidelijk aan stromen onze reisgezellen toe. In totaal 33 vrouwen en mannen gingen het avontuur aan om de VS en Canada te bezoeken. Maar eerst stond ons nog een lange reis te wachten: - met de bus van Geel naar Zaventem; - in Zaventem moesten we tal van vragen beantwoorden en controles doorstaan vooraleer we aan boord konden gaan van het vliegtuig. Misschien school er onder ons wel een terrorist, die zinnens was het vliegtuig te … ; - met een Boeing van United Airlines vlogen we in meer dan 8 uur van Zaventem naar Washington Dulles Airport daarbij Groenland passerend. Gelukkig is reclame bedrog (denk aan de Dexia boot die zinkt wanneer iedereen naar dezelfde kant gaat) want het vliegtuig bleef redelijk stabiel toen iedereen naar links een kijkje ging nemen terwijl we Groenland overvlogen; - in Washington Dulles Airport lieten we definitief het slechte Belgische weer achter ons. De rest van ons avontuur op het Amerikaanse continent zouden temperaturen onder 30°C uitzondering zijn. Even zoeken naar onze aansluitende vlucht en na de beschermingsriemen van onze koffers weer in orde te hebben gebracht, konden we deze terug inleveren bij de controlediensten. De paspoortcontrole verliep vrij vlot. Blijkbaar waren de Amerikaanse autoriteiten er stilaan van overtuigd dat er geen terroristen onder ons schuilgingen; - van Washington Dulles Airport vlogen we met een Boeing, wederom van United Airlines, in een goede vier uur naar Denver. In de futuristisch ogende luchthaven van Denver viel ons iets op dat ons enigszins zorgen baarde: orkaanschuilkelders! Het was lang wachten in Denver voor onze aansluitende vlucht. Vermoeiend vooral omdat het naar onze biologische klok stilaan zondagochtend werd, terwijl in Denver de avond viel. Dan werd het vertrek nog eens met meer dan een uur vertraagd door een overboeking van onze vlucht. Even dreigde een echtpaar uit ons gezelschap het slachtoffer te worden, maar gelukkig nam een Amerikaans echtpaar (omwille van het aangeboden geld) het volgende vliegtuig; - met een Dash-8 (een propeller toestel) vlogen we in een goed uur van Denver naar de plaatselijke luchthaven van Rapid City, waar onze reis zou beginnen; - gelukkig bleek onze chauffeur een geduldige vrouw te zijn. Danee was blijven wachten en bracht ons veilig naar ons hotel: Days Inn. Rapid City, gelegen in South Dakota, werd in 1876 gesticht door goudzoekers. De stad kwam tot bloei toen in 1886 de spoorweg arriveerde. Nu telt het zo’n 60.000 inwoners. Op de trottoirs van de belangrijkste straten staan bronzen standbeelden van de belangrijkste historische figuren uit de Amerikaanse geschiedenis. Het is de bedoeling dat je er mettertijd alle Amerikaanse presidenten een bezoekje kunt brengen. Het Journey Museum vertelt de geschiedenis van South Dakota en bezit een rijke verzameling materialen van de Sioux indianen, die hier ooit hun woongebied hadden.
3
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
De Black Hills van South Dakota Na een onrustige nacht (onze biologische klok wilde immers dat we rondhuppelden) konden we kennis maken met het begrip ‘core - business’: een hotel dient om te overnachten, ontbijten doe je elders. Dus de straat oversteken om te gaan ontbijten. De straat overstekend waanden we ons op onze autosnelwegen: een breedte van vier rijvakken bleek normaal te zijn. Ruimte genoeg. Het eerste ontbijt viel best mee: spek met eieren en een soort geraspte aardappelen. Later zouden we het snel vervloeken want het zou ons quasi elke dag geserveerd worden. Wat een bijkomende gewoonte zou worden: na het ontbijt een bezoek brengen aan het plaatselijke warenhuis om een voorraad drank in te slaan evenals wat etenswaren voor onze dagelijkse picknick rond het middaguur. De Black Hills is een beboste en bergachtige streek in de zuidwestelijke hoek van South Dakota. Doordat het licht op de bomen niet echt weerkaatst geven de bossen een donkerder uitzicht. Vandaar de benaming Black Hills (zwarte heuvels). De Black Hills werden 60 miljoen jaar geleden gevormd maar laat de benaming heuvels je niet misleiden. Er zijn niet minder dan 18 heuveltoppen die meer dan 7.000 voet (2100 meter) boven de zeespiegel liggen. Onze eerste bezienswaardigheid is direct een topper binnen het Amerikaanse toerisme: Mount Rushmore National Memorial. In 1927 startte beeldhouwer Gutzen Borglum een enorme uitdaging: een massieve granieten berg (Mount Rushmore) omvormen tot een monument ter ere van de geboorte van een machtige natie. In de rotsen werden de koppen van vier Amerikaanse presidenten uitgehouwen, elk meer dan 18 meter groot, die de eerste 150 jaar van de Amerikaanse historie symboliseren: George Washington [door de moed en visie van de eerste president kwamen de VS tot stand], Thomas Jefferson [stelde de onafhankelijkheidsverklaring op en kocht Lousiana], Theodore Roosevelt [onder diens leiderschap George Washington, Thomas Jefferson, Theodore Roosevelt en werden de VS rond de 20ste Abraham Lincoln uitgehouwen in de rotsen van Mount Rushmore eeuwwisseling omgevormd van een landelijke republiek naar een wereldmacht] en Abraham Lincoln [in zijn streven naar een land waar iedereen gelijk was, schafte hij de slavernij af]. Na dit bezoek vervolgden we onze weg naar Custer State Park via de Iron Mountain Road. Een (naar Amerikaanse normen) smalle weg waar we geregeld Mount Rushmore in de verte nog kunnen waarnemen. Uitzonderlijk aan deze weg zijn de talrijke pigtail-bruggen die we passeren: de weg neemt een haarspeldbocht en via een houten brug rijd je over de weg die je net gepasseerd bent. In het Custer State Park volgen we de Wildlife Loop Road in de hoop enige bizons aan te treffen. En ja, we hebben geluk. Plots
4
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
volgen tientallen bizons onze bus. Enige opwinding want een wilde bizon hebben de meesten in hun leven nog niet gezien. Stoppen en de bus verlaten om een foto te nemen is er niet bij: veel te gevaarlijk. Toen Borglum begon te werken aan zijn imposante koppen van vier Amerikaanse presidenten vonden de indiaanse bewoners van de Black Hills dat maar niets. Hun gewijde Black Hills werden immers onteerd door het machtsvertoon van de blanken. Ze hoopten eens een gepast antwoord te geven. Toen in 1939 een zekere Korzak Ziolkowski op Mount Rushmore aan het hakken was, werd hij aangesproken door de toenmalige chief van de Sioux-indinanen: Henry Standing Bear. Deze maakt hem duidelijk dat er ook onder de indianen grote leiders waren. Uiteindelijk stemt Ziolkowski toe om een immens standbeeld te maken van Crazy Horse: op Thunderhead mountain verrijst het grootste standbeeld ter wereld. Inderdaad verrijst, want na 55 jaar is het beeld (dat 171,5 meter hoog en 195,4 meter lang moet worden) nog ver van afgewerkt. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat het een niet winstgevend opvoedkundig en een sociaal project is dat niet mag gefinancierd worden met overheidsgelden. Het Sioux-opperhoofd Crazy Horse, de meest Indiaanse indiaan, heeft nooit enig verdrag getekend, heeft nooit in een reservaat willen leven en plooide zich niet naar de wil van de blanke man. Hij leidde in 1876 een zegevierende aanval op de zevende cavalerie van generaal Custer in de ‘Battle of the Little Bighorn’.
Crazy Horse – zoals het moet worden en zoals het nu is Crazy Horse verdedigde zijn volk en hun manier van leven wanneer, nadat goud werd ontdekt en een verdrag van 1868 (dat, ondertekend door de Amerikaanse president, vermelde: “zolang de rivieren stromen, het gras bloeit en de bomen bladeren dragen, zullen de Black Hills van South Dakota voor altijd het heilige land van de Sioux Indianen zijn”) werd verbroken. In 1877 werd hij neergestoken door een Amerikaanse soldaat toen hij zich verzette tegen zijn arrestatie in Fort Robinson. Onze laatste stopplaats is Deadwood. Dat klinkt angstwekkend en ja er werd en wordt nogal wat afgeschoten in dit kleine stadje. In Deadwood, gelegen in het midden van de Black Hills, verbleven vroeger goudzoekers en een aantal kleurrijke persoonlijkheden zoals Wild Bill Hickok en Calamity Jane. In 1876 werd ene Wild Bill Hickok in de saloon doodgeschoten terwijl hij aan het kaarten was (poker uiteraard). Blijkbaar werd het stadje in die tijd wel meer bezocht door beruchte figuren uit de omgeving. Zo ook ene Calamity Jane, een welopgevoede dame die echter wegliep op zoek naar avontuur en rondliep in mannenkleren, een expertschutter werd, zoop als een zeerob, vloekte als satan en stierf aan een longontsteking. Naar haar wens werd ze begraven naast Wild Bill Hickok.
5
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Dus bezochten we hun graven op het plaatselijke kerkhof. De bus zette ons af in het centrum terwijl wij een vrij steile klimwandeling voor de boeg hadden. De Amerikanen maken het zich gemakkelijk: zij rijden met de wagen tot aan het kerkhof. Na de nodige foto’s trokken we ons terug in Deadwood om aldaar een plaatselijke (nagespeelde) schietpartij bij te wonen. Enkele acteurs riepen voor mij onverstaanbare woorden naar elkaar, begonnen te schieten met luide knallen (een mens schrikt zich een ongeluk) en ze vielen met bosjes. Enige tijd later werd de moord op Wild Bil Hickok nog eens overgedaan in Saloon n° 10 in Main Street. Ondertussen waren we tot de vaststelling gekomen dat iedere stad of ieder dorp blijkbaar een Main Street (hoofdstraat) heeft. De Amerikaanse tegenhanger van onze kerkstraat zeg maar.
Badlands Onze tweede reisdag in de VS stond in het teken van twee natuurmonumenten: de Badlands en Devil Tower. Tussendoor gingen we nog een glas water drinken in Wal Mart Drug Store.
Impressie van de Badlands Badlands National Park is in het zuidwesten van South Dakota gelegen en wordt gekenmerkt door scherp geërodeerde bergtoppen. Dat is het werk van eeuwenlange prairiewinden in combinatie met water en dat geeft maanachtige landschappen. De Lakota-indianen kende het gebied als ‘mako sica” terwijl de eerste Franse trappers het gebied ‘les mauvaises terres à traverser’ noemden. Met andere woorden: slecht land – bad lands. De droge, door diepe kloven doorsneden hoogvlakte was een moeilijk te nemen hindernis. De kolonisten moesten, omwille van hun karren, er mijlenver voor omrijden. Gelukkig ligt er nu een mooie weg door, die de toeristen toelaat het wilde gebied te bewonderen. Bij verschillende uitzichtpunten werd gestopt om ons toe te laten de nodige foto’s te maken en vol bewondering te staan voor wat de natuur ons allemaal schenkt. Hier hadden we ook onze eerste kennismaking met de Amerikaanse prairiehond. Een klein diertje dat op de prairies leeft en bij het minste gevaar in holen onder de grond verdwijnt. Toen de bus even stopte op een vlakte om de nodige kiekjes te nemen, dwaalde in de verte een cyote over de prairie op zoek naar … prairiehondjes. Hij eet er zo’n vijf per dag op, naar het schijnt.
6
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Na een 20 km lange tocht via verschillende passen (Dillon Pass, Big Foot Pass en Cedar pass) arriveren we bij het Ben Reifel Visitor Center, genoemd naar de eerste Indiaan die deel uitmaakte van het Huis van Afgevaardigden.
Tijdens onze reis in de VS zouden we uiteindelijk vier Amerikaanse staten doorkruisen. In het eerste gedeelte doorkruisten we South Dakota, Wyoming en Montana, vooraleer we Canada binnenreden. Ter afsluiting keerden we van Canada terug naar Seattle en kwamen daardoor in Washington State terecht.
De Badlands ligt immers gedeeltelijk in ‘Pine Ridge Indian Reservation’ en het park wordt van in den beginne beheerd in overleg met de Oglala Sioux. Geen goud, ondoordringbaar, daar konden de kolonisten dus ook niets mee aanvangen, dus mochten de indianen er blijven.
South Dakota oppervlakte: 196.552 km2 inwoners: 756.600 hoofdplaats: Pierre 40ste staat binnen de USA (1889) toeristische attracties: Mount Rushmore, Crazy Horse Moutain Carving, Badlands, Black Hills
Net buiten Badlands National Park ligt het stadje Wall (nu ja, stadje – 800 inwoners). Waarom zou een toerist dit onooglijke dorpje toch bezoeken. Omwille van ‘Wall Drug Store’.
De eerste inwoners van South Dakota waren nomaden die de graslanden van de grote vlakten (Great Plains) bewoonden. Rond 1500 verschenen de eerste indianen: de Arikara gevolgd door de Cheyenne, de Kiowa, de Pawnee en de Crow. Rond 1700 immigreerden de Sioux vanuit Minnesota waardoor de andere stammen noord- west en zuidwaarts gedreven werden. Gedurende 150 jaar zouden de (oorlogszuchtige) Sioux (of Lakota) over een enorm gebied heersen met het huidige South Dakota als centrum. Op het einde van de 18de eeuw heersten ze over een gebied met een grootte van 350.000 km2. In 1803 kocht Thomas Jefferson (de derde president van de VS) Louisana Territory (wat ook het huidige South Dakota omvatte) van Napoleon. Lewis en Clark werden op verkenning uitgestuurd om de streek in kaart te brengen voor latere kolonisatie. Ondertussen hadden pelshandelaars en trappers reeds hun eerste stappen gezet in het gebied. De expansiedrift van de kolonisten noodzaakte de regering het ‘Fort Laramie Treaty’ van 1868 te ondertekenen waarbij het land ten westen van de Missouri-rivier tot aan de Bighorn Mountains exclusief indiaans reservaat werd met terbeschikkingstelling van eten, kleding en geld. Toen een expeditie, onder leiding van luitenantkolonel Custer, bevestigde dat er goud gevonden werd in de Black Hills, brak de hel los: er ontstond een enorme toevloed van goudzoekers. Toen het leger er niet in slaagde hen tegen te houden en de regering geen akkoord verkreeg om de gronden van het reservaat te kopen, was een oorlog niet meer te vermijden. Ondanks een eerste succes bij Little Bighorn River zouden de Sioux het onderspit delven met een zinloze moordpartij bij Wounded Knee als triest hoogtepunt. De kolonisten bleven toestromen, goud werd gedolven in de Black Hills en de spoorweg ontsloot het land. In 1889 was de bevolking van South Dakota voldoende talrijk om als 40ste staat toe te treden tot de USA.
Ted Hustead, net getrouwd, kocht in de jaren ’30 een drugstore (apotheek) in Wall maar de zaken gingen slecht. Tot hij een lumineus idee kreeg. In de bloedhete zomer van 1936 bood hij alle bezoekers een glas water, komende uit een bron, aan. Het werd een succes: de kopers stroomden toe en kochten dankbaar nog een ander item. Als je vandaag in Canada of de VS een restaurant binnenstapt, wordt onmiddellijk en gratis een glas water geserveerd aan de gasten. Dit gebruik zou zijn oorsprong gevonden hebben in het gratis glas water dat Ted en zijn vrouw Dorothy aanboden in hun winkel. Vandaag is de winkel een kakafonie van kitch. Het enige goede dat ik eraan vond was airco waardoor je de zengende hitte wat kon ontvluchten. Uiteraard dronken we van het (wereldberoemde) water. Het smaakte naar … water. Onze volgende stopplaats was het ‘Sturgis Motorcycle Museum & Hall of Fame’ in Sturgis. Vooral motorfreaks spreekt dit aan: iedere eerste week van augustus wordt Sturgis, dat 7.000 inwoners telt, overspoeld door zo’n 700.000 motorfreaks voor één van de grootste motorhappenings ter wereld. Het museum op zich is niet al te groot en bevat hoofdzakelijk een verzameling van moto’s. In de uitgestrekte vlakten van het zuidwestelijke deel van South Dakota werd in de omgeving van de Belle Fourche rivier [gelegen tussen Sturgis en Rapid City] het
7
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
grootste gedeelte van de beroemde film ‘Dances with wolves’ met Kevin Costner opgenomen. Na Sturgis verlaten we South Dakota en rijden Wyoming binnen om onze laatste attractie van de dag te bezoeken: ‘Devils Tower. Devils Tower ligt in het Devils Tower National Monument in het noordoosten van Wyoming en is voornamelijk gekend van Spielbergs film ‘Close Encounters of the Third Kind’ waar deze toren een centrale rol speelt. Devils Tower is een reusachtige monoliet die 264 meter boven het Visitors center, gelegen aan de voet, uitsteekt. Het visitors center op zich ligt 1.295 meter boven de zeespiegel. Bij de indianen is deze berg gekend als ‘Bears Lodge’. Volgens de legende van de Kiowa waren daar 7 meisjes met hun broer aan het spelen. Plotseling werd de broer sprakeloos, begon te beven en op handen en voeten te lopen. Zijn vingers werden klauwen en zijn lichaam was bedekt met een vacht. Plotseling was er een beer waar de jongen speelde. De zusters, vol schrik, liepen weg met de beer achter hen. Aan de stam van een grote boom gekomen, sprak de boom tegen hen en smeekte hen in de boom te klimmen. Terwijl de meisjes in de boom klommen, werd deze laatste groter en groter. De beer, die op het punt stond om de meisjes te doden, zag hen vluchten en kon niet anders dan zijn klauwen plaatsen in de stam van de boom. Die klauwen van de beer Wyoming staan nog steeds gegrift in de rots. De meisjes oppervlakte: 251.501 km2 werden opgenomen door de hemel en vormen sindsdien het sterrenbeeld van de Pleiaden. inwoners: 494.423 hoofdplaats: Cheyenne 44ste staat binnen de USA (1890) benaming: genoemd naar het woord van de Delaware-indianen voor grasland toeristische attracties: Yellowstone National Park, Devils Tower, Big Horn Mountains
De huidige naam werd toegekend door Kolonel Richard Dodge, die in 1875 een militaire expeditie leidde op zoek naar goud in de Black Hills. In ieder geval is Devils Tower een indrukwekkend natuurmonument waar je even stil van wordt. Na een korte wandeling naar de voet van Devils Tower (waarbij we best op de verharde wandelwegen bleven om niet het pad van een ratelslang te kruisen) reden we verder naar Sheridan waar we in Best Western Sheridan overnachtten. In de verte zien we de ‘Big Horn Mountains’ liggen. Achter deze bergketen ligt ‘Yellowstone National Park’ dat spijtig genoeg niet op ons reisprogramma staat.
Little Bighorn Battelfield Vertrekkende vanuit Sheridan reden we vanuit Wyoming Montana binnen. Met het overschrijden van de staatsgrens duikelen we meteen ook het ‘Crow Indian Reservation’ binnen. Het reservaat is, gezien van de highway, ongerept gebleven. Je komt er nauwelijks een huis tegen. Het land van de Crow indianen is een goed land. De Great Spirit heeft het precies op de juiste plek gelegd. Zolang je er bent, gaat het je goed. Zodra je het verlaat, waarheen je ook mag reizen, het zal je minder goed gaan... Het land van de Crow ligt precies op de goede plek. Er zijn besneeuwde bergen en zonnige vlakten. Er zijn wisselende klimaten en voor elk jaargetijde heeft het iets goeds te bieden... Er is geen beter land dan dat van de Crow. Chief Arapooish
8
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Devils Mountain Montana
Onze belangrijkste stopplaats was het ‘Little Bighorn Battelfield National Monument’. Tijdens twee warme junidagen in 1876 werden meer dan 260 Amerikaanse soldaten van de zevende cavalerie onder leiding van kolonel Custer gedood door enkele duizenden Lakota en Cheyenne indianen onder leiding van Crazy Horse. Deze slag wordt gezien als één van de laatste in een eeuwenlang conflict dat begon met de aankomst van de eerste Europeanen in Noord-Amerika. Het contact tussen de indianen en de immigranten verliep meedogenloos: soms rond het kampvuur, soms uitmondend in verdragen maar meestal op het slagveld. Het conflict bereikte haar hoogtepunt tijdens de eeuw van de burgeroorlog toen meer en meer kolonisten westwaarts trokken. Deze kolonisten toonden nauwelijks begrip voor de levenswijze van de indianen en
9
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
nog minder respect voor hun heilige gronden of voor de verdragen gesloten tussen de regering en de indianen. In 1868 sloot die regering een verdrag met de Lakota- en Cheyenne indianen waarbij het grootste gedeelte van het oosten van Wyoming een permanent indiaans reservaat werd. Het was immers goedkoper hen te voeden dan hen te bevechten. Toen in 1874 goud werd ontdekt in de Black Hills, centraal gelegen in dit reservaat, brak de hel los. Snel zwermden duizenden goudzoekers naar de Black Hills daarbij het verdrag schendend.
Montana oppervlakte: 376.91 km2 inwoners: 904.433 hoofdplaats: Helena 41ste staat binnen de USA (1889) benaming: genoemd naar het Spaanse woord voor bergachtig toeristische attracties: Glacier National Park, Little Bighorn Battlefield
Toen de eerste blanken het gebied bezochten, in 1743, leefden in Wyoming voornamelijk Shoshoni en Arapaho Indianen. Maar ook Cheyennes, Sioux, Blackfeet, Arikara, Crow en Nez Perce leefden in het gebied. Dit waren allen nomadische Plains Indianen. De eerste treinverbinding van de staat werd in 1867 afgemaakt bij Cheyenne, tegenwoordig de hoofdstad van de staat. De staat was de eerste die (in 1869) stemrecht aan vrouwen gaf, iets wat in 1889 ook in de Constitutie van Wyoming vastgelegd werd. In 1925 had Wyoming ook de primeur van de eerste vrouwelijke gouverneur van de VS.
De eerste bewoners van Montana waren de Indianen, o.a. vertegenwoordigd door de Blackfoot, Sioux, Shoshone, Arapahoes, Kootenai, Cheyenne en Salish. Tot het begin van de 19e eeuw leefden ze daar zonder blanken gezien te hebben, maar in 1803 veranderde dat snel. In dat jaar werd het gebied dat nu Montana is Amerikaans grondgebied door Jefferson's aankoop van de Louisiana Territory. De eerste blanken lieten daarna niet lang op zich wachten: al in 1805 kwam de Lewis and Clark Expedition, op weg naar de westkust, door het gebied. De rivieren in het gebied waren zowel voor de oorspronkelijke bewoners als de blanken van levensbelang. Langs de Bighorn werd al in 1807 een handelspost geopend, waarna blanke 'fur trappers' (bontjagers) al snel De vlag vanin grotere aantallen vanuit uitvalsbasis St. Louis Wyoming in Missouri het gebied instroomden. RoomsKatholieke missionarissen kwamen het gebied in de jaren '40 van de 19e eeuw binnen, maar de echte kolonisatie van het gebied begon pas na de ontdekking van goud in Montana in 1852. In de daaropvolgende 15 jaar trokken duizenden gelukszoekers naar het gebied en richtten snel groeiende mijnstadjes op. De Indianen, geschrokken door de snelle groei van het aantal blanken, begonnen daarop terug te vechten, en niet zonder succes. Hun weerstand werd pas in 1876 gebroken na de Slag bij Little Big Horn, toen de Sioux een compagnie onder generaal George Custer in de pan hakten. Het Amerikaanse leger begon na die nederlaag een grote opruimingsactie en dreef de Indianen uiteindelijk naar reservaten.
Het leger trachtte hen nog tevergeefs tegen te houden. De regering trachtte dan het gebied te kopen van de indianen: tevergeefs. De Lakota en Cheyenne verlieten hun reservaat en begonnen nederzettingen aan de rand buiten het reservaat te overvallen. In december 1875 werd hun een ultimatum gesteld: voor 31 januari 1876 terugtrekken in het reservaat zoniet als vijandig beschouwd te worden door het leger. De indianen legden het ultimatum naast zich neer en het Amerikaanse leger trok met drie divisies (generaal George Crook vanuit Fort Fetterman, Wyoming; kolonel John Gibbon vanuit Fort Ellis, Montana en generaal Alfred Terry vanuit Fort Lincoln in Dakota) de indianen tegemoet die zich in het zuidoosten van Montana verzamelden onder leiding van Sitting Bull en Crazy Horse.
De troepen van Crook werden door de indianen uitgeschakeld, die daarna optrokken naar de Little Bighorn River. Ondertussen hadden de troepen van Gibbon en Terry zich verenigd en kolonel Custer werd uitgezonden om de indianen te zoeken in de Little Bighorn Valley. Daar werden ze verrast door de indianen en door hen in de pan gehakt. Het nationaal monument herinnert aan deze veldslag met een Visitors Center, een kerkhof en tal van gedenkplaten die de strijd verklaren. Er werden wandelwegen aangelegd, maar op zijn Amerikaans ontbreekt er geen weg waar je met de wagen het hele gebeuren kunt bezoeken.
10
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains ‘Little Monument’
Bighorn
Battelfield
National
Het monument ter herdenking van de gesneuvelde indianen werd slechts in 2003 opgericht! Na nog een korte stop in een plaatselijke souvenirwinkel zette we onze tocht verder door Montana. Op de middag reed onze rondborstige chauffeuse ons naar het Big Horn County Historical Museum in Hardin voor onze picknick. Het bleek, naast een uitstekende lokatie voor een picknick, ook nog het plaatselijke Bokrijk te zijn met een tiental historische gebouwtjes zoals een kerk, een boerderij, een station, een schooltje, … Historisch betekent hier wel de eerste helft van de 20ste eeuw. Terwijl onze reisgezellen overlegden in welke stad we zouden stoppen (Billings of Bozeman) bleek dit een overbodig overleg. Problemen met de airco van de bus noopten ons tot een noodstop in Billings. We werden gedumpt in de plaatselijke Mall (winkelcentrum) waarna de bus verdween richting garage voor herstelling. Zodoende maakten we kennis met een Amerikaans winkelcentrum. Al snel vluchtten we naar een plaatselijke bookstore om in hun cafetaria koffie of frisdrank te nuttigen. Na de plaatselijke winkels zesmaal doorlopen te hebben en na meer dan twee uur wachten, werd de terugkomst van onze bus met applaus onthaald. Oh ja, we stelden vast dat een echte Amerikaan, om een andere winkel te bezoeken, zich met de wagen verplaatst. Door dit technisch defect bleek er geen tijd meer om het centrum van Billings of Bozeman te bezoeken. In Bozeman, gelegen in de mooie ‘Gallatin Valley’ stopte de bus dan maar bij een plaatselijk Chinees restaurant, ‘all you can eat’ voor 10 US § (8,5 €). Niet voor niets dat Amerikanen zo dik worden. De stad ‘Boze-man’ boezemde mij geen al te best vertrouwen in. Of dit de reden was, weet ik niet maar toen we het restaurant verlieten, konden we in de verte een onweer aanschouwen. Blikseminslagen alom. Ook de wolkenformaties gaven me geen goed gevoel. Ze leken wel wat op het begin van een tornado. ‘Niet waar’, volgens onze chauffeuse, maar ze maakte toch maar haast om via de highway snel richting Helena te rijden over de heuvels van Montana. Helena is de hoofdstad van Montana en vooraleer we er arriveerden, staken we verschillende keren de Missouri River over, met zijn 4.130 km de langste van de VS. De Missouri mondt uit in de Missisippi.
Helena, hoofdstad van Montana In de voormiddag konden we vrij verblijven in de hoofdstad van Montana, Helena. Nu moet je je van zo’n hoofdstad niet veel voorstellen want Helena telt slechts 30.000 inwoners. Iedere hoofdstad van een Amerikaanse staat heeft een ‘State Capitol’, dus ook Helena en net daar werden we afgezet door de bus. Dus bezochten we dit gebouw terwijl mijn dochter telefonisch contact zocht met het thuisfront. Er is immers een tijdsverschil van acht uur: 10 uur in de VS is dus 18 uur in België. Na heel wat problemen lukte het toch uiteindelijk om vast te stellen dat het regenachtig en koud was in België. In Montana gingen we weer flirten met de 30°. Rond de middag vertrokken we om de afstand naar onze volgende verblijfplaats, Kalispell te overbruggen. De eerste hindernis was de Mac Donald Pass. Via Missoula bereikten we het ‘Flathead Indian Reservation’ om aldaar het Flathead Lake te bezoeken. Dit meer is het grootste natuurlijke zoetwaterbekken van Amerika dat geheel binnen de grenzen van één
11
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
enkele staat ligt. Het is 61 km lang en 24 km breed met een zeer onregelmatig gevormde oever, gelegen in een mooi berglandschap. We vervolgen onze weg naar Kalispell, de grootste stad in het noordwesten van Montana.
Glacier National Park Via Columbia Falls en West Glacier rijden we de volgende dag naar het ‘Glacier National Park’ één van de spectaculairste natuurparken van de VS. Het park vormt één geheel met ‘Waterton Lakes National Park’ gelegen in Alberta, Canada. Het vormt één van de mooiste, ongerepte wildernisgebieden in de Rocky Mountains. Glacier National Park te!t 50 gletsjers, 200 meren, watervallen en dichte woudgebieden. In totaal is het zo’n 522.000 ha groot.
Glacier National Park We nemen de ‘Going to the sun Road', één van de mooiste landschapsroutes in Noord-Amerika. De weg is 82 km lang, werd in 1932 in gebruik genomen nadat er 11 jaar aan gewerkt werd en is een ‘National Historic landmark'. Deze weg verbindt het oostelijke, naar dennen en sparren ruikende deel van het park met het westelijke, dat vol staat met pondorosa, pijnbomen en cedars. Hij is echter te smal voor onze bus en daarom stappen we over in kleinere busjes van het Glacier National Park: origineel gebouwd in de jaren '30 maar gelukkig voor ons door Ford enkele jaren geleden gerestaureerd. Met open dak vertrokken we voor een adembenemende rit. Onze eerste stop omvat een houten brug over een snellopende bergrivier waarna de weg gestaag begint te klimmen. Dat levert prachtige vergezichten op van het McDonald Lake en Avalanche Creek en hier en daar maken we ook kennis met de ravage van bosbranden. Het volgende hoogtepunt (althans voor onze chauffeur) was een
12
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
arendsnest maar bleek, terwijl iedereen naar bover loerde, een druppelende waterval op onze hoofden te zijn. Voor ons echter was het de 'Weeping Wall' (wenende muur), smeltwater dat permanent van een rotsmuur loopt. Even later bereikten we het hoogste punt: de 2.031 m hoge Logan Pass. Hier bevindt zich de 'Continental Divide': de lijn langs de centrale toppen van de Rocky Mountains, die als waterscheiding tussen de westwaarts en oostwaarts stromende rivieren fungeert. Na een korte pauze boven op de top rijden we verder richting St-Mary. Hier passeren we het langgerekte StMary Lake. Na ons bezoek aan het ‘Glacier National Park’ rijden we via Babb richting Canadese grens. Links van ons zien we het 'Blackfeet Indian Reservation’ liggen evenals de indrukwekkende ‘Chief Mountain’, een heilige berg van de Blackfeet. Even heerst er paniek in de bus wanneer de airco het weeral laat afweten. Na telefonische contactname door de chauffeuse met haar thuisfront kan alles snel opgelost worden en bereiken we veilig en fris Canada.
Seattle en Mount Rainier Na een verblijf van 8 dagen in Canada [het reisverslag in Canada = deel 2] rijden we via de ‘International Peace Arch’ terug de VS binnen. De grensovergang vormde een minder prettige ervaring: koffers uit de bus en langs politie en douane passeren om een paar appels en appelsienen te moeten afgeven. Niemand die er het nut van inziet. De ‘International Peace Arch’ is eigenlijk een gewoon park met een vredesboog opgericht ter herinnering aan het honderdjarig bestaan van het Verdrag van Gent van 24 december 1814, dat een einde stelde aan de oorlog, sedert 1812, tussen de VS en Groot-Brittannië en die uitgevochten werd op het Noord-Amerikaanse continent.
Washington State oppervlakte: 172.447 km2 inwoners: 5.987.973 hoofdplaats: Olympia 42 ste staat binnen de USA (1889) benaming: genoemd naar George Washington toeristische attracties: Mount Rainier, Mount St-Helens, Seattle
Uiteraard kunnen de Amerikanen met hun wagen vlak langs de vredesboog de grens oversteken. Ze hoeven zo hun wagen niet te verlaten om de vredesboog te bewonderen. Vanop het plein heb je zicht op de Stille Oceaan. Via Bellingham en Everett bereiken we Seattle waar we direct een bezoek brengen aan de 'Space Needle'. Samen met de monorail een overblijfsel van de wereldtentoonstelling van 1962. Op deze 180 meter hoge toren heeft men uiteraard een schitterend zicht over de stad, de haven en het omliggende landschap. Tijdens de vooravond, op zoek naar een hapje om te eten, belandden we in het plaatselijke Wijnegem Shopping Center. Op de bovenverdieping een enorme keuze aan fastfood restaurants: pizza, Chinees, Thai, soepbar, ... noem maar op. Toch had ik me enigszins vergist: je liep er van het ene Wijnegem Shopping Center in het andere. Gelukkig werd het snel 10 uur ‘s avonds, sluitingsuur.
13
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Seattle ontstond op het einde van de 19de eeuw en werd genoemd naar een vriendelijk opperhoofd van een naburige stam (1852). In de beginjaren trotseerden enkele jonge mannen de lange tocht per huifkar. Om de toekomstige groei van de stad veilig te stellen, haalde burgemeester Asa Merner meer dan 100 dames of weduwen op. Bijna alle families die meer dan een eeuw in Seattle wonen, stammen af van die vrouwen. Seattle is de stad van Boeing met kilometers lange startbanen en hangars. Seattle is de stad van Bill Gates en zijn Microsoft waardoor duizenden computerjongens Seattle overspoelden. Seattle is de stad waar 'Starbucks Coffee' haar eerste espressobar opende en Amerika leerde koffiedrinken.
Seattle is gelegen aan de Stille Oceaan en heeft daardoor tal van fraaie zeepanorama's. Voor de rest is de skyline van Seattle gelijkaardig aan die van andere Amerikaanse steden. Het grote verschil is echter 'de berg'. Beoogd wordt hier ‘Mount Rainier' een meer dan 4.000 m hoge vulkaan die op 155 km van de stad ligt. Doordat deze kolos meestal verscholen ligt achter de wolken vragen de inwoners van Seattle zich dagelijks af of hij vandaag tevoorschijn zal komen.
Seattle skyline Mount Rainier Onze laatste dag staat in het teken van een bezoek aan deze berg. Het eerste gedeelte van onze weg is eerder alledaags met winkels en vervallen panden. Daarna verandert het landschap geleidelijk naarmate de weg hoger klimt. Mount Rainier is 4.392 m hoog en bedekt met eeuwige sneeuw. Via Nisqually en Cougar Rock bereiken we Paradise (1.647 m hoog) met het mooiste zicht op Mount Rainier. Na onze laatste picknick wandelen we door een Alpijnse weide met tal van mooie bloemen en kunnen we, met onze verrekijkers, tal van alpinisten volgen die de berg beklimmen over de verschillende gletsjers.
Via Washington terug naar huis 's Ochtends vroeg vertrekken we vanuit Seattle naar de luchthaven Tacoma voor onze eerste vlucht van Seattle naar Washington. Kort daarna schepen we in voor onze vlucht naar Brussel. Na een uur gewacht te hebben op de startbaan stijgen we eindelijk op om probleemloos te landen in België na een adembenemende reis door de VS en Canada.
14
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
'Space Needle' in Seattle
Vlag South Dakota
Vlag Montan
Vlag Wyoming
Vlag Washintong
15
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Reisverslag naar VS en Canada Juli 2004 Deel 2 - Canada Eerste kennismaking met Canada: Cardston en Calgary Na een tocht door South Dakota en Montana (en waarvan U verslag vindt in een van de vorige nummers van DZG) rijden we Canada binnen met op de achtergrond Chief Mountain - richting Cardston, onze eerste stopplaats in Canada en tevens overnachtingplaats. Cardston is een klein (slaapverwekkend) plaatsje waar in 1923 de eerste tempel van de Mormonen in Canada werd ingehuldigd. Dat is er nog te merken: de leer der Mormonen verbiedt ieder opwekkend middel. En dat gaat ver: niet alleen alcoholische dranken zijn verboden, maar ook koffie. Je vindt in het stadje dan ook nergens een glas bier. Gelukkig bleek de bibliotheek open alwaar we, via het wonder van internet, contact met onze thuisbasis konden zoeken.
Eerste ontmoeting met een zwarte beer De eerste bestemming van de volgende dag is het Waterton Lakes National Park, het Canadese zusterpark van het Amerikaanse Glacier National Park. Eénmaal het natuurreservaat binnengereden komen we al snel een meer tegen, want het natuurreservaat wordt gedomineerd door drie meren: het Lower, Middle en Upper Waterton Lake. Het hoogste meer (Upper) ligt op een hoogte van 1279 m is 11,1 km lang en met zijn 157 meter diepte het diepste gletsjermeer van de Rocky Mountains. Op weg naar het meer bemerkten sommigen in de verte bovenop een helling een zwarte berin met twee jongen: onze eerste ontmoeting met een beer. Aan het Upper meer bevindt zich ook het ‘Prince of Wales Hotel’ waar Schots uitziende bedienden een Britse sfeer proberen uit te stralen. Het schitterende uitzicht bekoorde me echter veel meer. Te snel dienden we het Upper Lake te verlaten voor een tegenvallende rit door ‘Bison Paddock’ waar in een afgesloten ruimte een kleine kudde bizons leeft. Rond de middag arriveerden we via Fort Macleod bij ‘Head-smashed-in-buffalo-jump’. Na onze traditionele middag picknick werden we verwacht voor een bezoek aan dit museum en site. De buffalojump was een uitvinding van de Zwartvoet-indianen die, gehuld in bizonhuiden, een hele kudde over een steile klif dreven zodat ze te pletter storten waarna de dode dieren ontdaan werden van vlees, huid en botten. Na dit bezoek zetten we onze reis verder richting Calgary waar we het Olympisch park (waar in 1988 de Olympische winterspelen plaatsvonden) bezochten vooraleer ons hotel op te zoeken.
16
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Upper Lake in Waterton Lakes National Park ’s Avonds stond dan nog een bezoek aan de Stampede op het programma.
De Calgary Stampede is een jaarlijks georganiseerde happenning rond het (wilde) westen. Gedurende 10 dagen lokt ‘The greatest outdoor show on earth’ (de grootste buiten plaatsvindende show ter wereld), zoals de organisatoren het omschrijven, meer dan 1 miljoen bezoekers. Je kunt drie grote brokken onderscheiden in de Stampede: er is een kermis, een markt (standen met eten, drinken en allerlei goederen) en er zijn de verschillende wedstrijden. Om die wedstrijden gaat het natuurlijk: stierrijden, rijden op wilde paarden, een kalf neerleggen, een kalf zijn poten vastbinden, … en huifkarkoers. Onze reisleider had kaartjes op de kop kunnen tikken voor die‘chuckwagon’-races: een spectaculaire snelheidswedstrijd van huifkarren getrokken door 4 paarden. De
17
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
wedstrijd werd gevolgd door een wervelende show, genaamd ‘Spirit of the West’. Voor velen van onze reisgezellen indrukwekkender dan de huifkarkoersen. Maar, voor ons nog het meest ongewone: de show wordt ingezet met het Canadese volkslied. Op het einde wordt Canada dan nog eens uitgebreid geloofd in de afsluiter van de show (Canada O’ Canada). Het geheel wordt afgesloten met vuurwerk: dat begint al een half uur voor het einde en net als je denkt dat zal het wel geweest zijn, doen ze er nog een schepje bovenop. Dit alles geeft de indruk van een miljoenenbedrijf te zijn maar wat blijkt: het geheel drijft op zo’n 2.000 vrijwilligers !
Calgary De volgende dag werd ingezet met een ontbijt in het restaurant van de 191 m hoge Calgary Tower. Gelukkig moesten we de 802 trappen niet oplopen, maar bracht de lift ons in exact 62 seconden naar boven. Vanuit het (roterend) restaurant heb je uiteraard een prachtig uitzicht op de stad en zijn omgeving. Calgary is een snel groeiende stad, telt bijna 1 miljoen inwoners en is de grootste stad van de provincie Alberta. Na het ontbijt bezoeken we, via een rondrit, de stad, die dank zij de olie-industrie floreert sinds de jaren ’70, wat zich uit in wolkenkrabbers van staal en glas. Historische gebouwen, zoals wij die kennen in onze Europese steden, vind je hier nergens. Gelukkig leidde de gids ons naar een pleintje waar, in het kader van de Stampede, dagelijks een parade wordt gehouden. De in kleurrijke gewaden getooide indianen impressioneerden ons het meest. Na de middag reden we over de Trans Canada Highway n° 1 verder tot in Banff. In Banff hielden we even halt om te kuieren door de hoofdstraat met talrijke souvenirwinkels. Eigenlijk was de stop iets te kort om of de omgeving te verkennen of om grondig te kuieren door alle winkeltjes. Onze volgende stop (en tevens overnachtingsplaats) was Lake Louise gelegen aan het zogenaamde meer in het Banff National Park. Het meer biedt een indrukwekkende impressie: saffierblauw, omgeven door besneeuwde bergen, gletsjers en bossen.
Kootenay en Yoho National Park Via de Transcanadian Highway nr. 1 verlaten we Lake Louise. Na de Vermillion Pass gepasseerd te zijn, reden we het Kootenay National Park binnen. Onze eerste stopplaats was een wandeling naar de ‘Paint Pots’: via een aantal meertjes komen we aan de bronnen waaruit okerachtig water vloeit. Het verkrijgt zijn kleur doordat ijzerhoudend water uit minerale bronnen borrelt. Indianen kwamen zich hier bevoorraden om hun kleding, tipi’s en gezichten te beschilderen. Volgende stop is ‘Radium Hot Springs’ waar je kunt zwemmen in water bevoorraad uit warmwaterbronnen. Eigenlijk viel het wat tegen zodat ik me tevreden moest stellen met een Canadees ijsje. Langs de Columbia River Valley zetten we onze reis verder richting Golden om aldaar het Yoho National Park in te duikelen. Daar had onze gids een wandeling voorzien naar de ‘Hoodoos’: tot pilaren geërodeerde rotsformaties. Een half uurtje lopen voorspelden de reisgidsen. Viel dat even tegen. Het wandelpad was weliswaar maar 1,6 km lang, maar steeg op die afstand wel meer dan … 300 meter. Ik heb het dan ook niet gehaald. Het laatste stuk was trouwens zo steil dat – bij terugkeer - alleen dalen niet aan te raden viel. Emerald Lake en Natural Bridge waren daarentegen beter bereikbaar. Emerald Lake is een diepblauw meer met op de achtergrond een ruim 3.000 meter hoge gletsjer. Er zouden nog meerdere van die meertjes volgen. Natural Bridge is een door erosie van de rotsen natuurlijk gevormde brug die de Kicking Horse River omspant.
18
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Natural Bridge en Kicking Horse River Onze weg verder zettend, richting Lake Louise, werd onze aandacht getrokken door de Kicking Horse Corridor: 18 spiraaltunnels die de trein toelaten om de Kicking Horse Pass te kunnen passeren. Je kunt de kop van de trein al uit de tunnel zien komen terwijl het eind er nog niet in is. En jawel, terwijl we de borden aan het bestuderen waren, kwam er een trein aan om de theorie duidelijk te maken. Op onze terugweg was er enige consternatie in de bus: sommigen hadden in de verte een zwarte beer zien wegrennen voor een trein die in aantocht was.
Icefields Parkway De Icefields Parkway (parkweg door ijsvelden) kondigde zich aan als het hoogtepunt van onze reis en het is het ook geworden: één van de mooiste routes ter wereld die je eens in je leven moet gezien hebben. Van Lake Louise tot Jasper loopt een 230 km lange weg door pure wildernis langs enorme sneeuwbedekte toppen, immense ijsvelden, meer gletsjers dan je kunt tellen, diepblauwe meren, watervallen … met slechts twee stopplaatsen waar je je kunt bevoorraden: Saskatchewan Crossing (na 77 km) en Columbia Icefield (na 127 km). Half oktober wordt de weg afgesloten tot half april wanneer men probeert de weg sneeuwvrij te krijgen. Onze eerste bezienswaardigheid is Moraine Lake, het zoveelste diepblauwe meer gelegen op 1887 m hoogte in de ‘Valley of the Ten Peaks’. Na Moraine Lake vangen we de eigenlijke Icefields Parkway aan. Bow Lake, Peyto Lake, gletsjers waarvan de naam me ontgaan, onze verwachtingen worden ingelost. Saskatchewan Crossing geeft ons de tijd om even op adem te komen en te vluchten voor een regenbui (we hebben geluk, de chauffeur wist ons te vertellen dat hij twee weken geleden naast regen en zon, ook sneeuw had moeten trotseren).
19
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Moraine Lake Na een adembenemende klim stoppen we bij de Sunwapta Pass (2035 m). Indrukwekkend !
20
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Onze volgende stop werd alweer een onvergetelijke belevenis: met een snowcoach de Columbia Icefield gletsjer oprijden. Eerst echter de tijd nemen om onze picknick te verorberen. Toen onze chauffeur zag dat één van onze reisgezellen een vogel voederde, schoot hij toch in paniek. In Canada kost zoiets 3.000 dollar. Door de dieren te voederen in de zomer verleren ze voedsel te zoeken en overleven ze de harde winters niet! Na onze middagpauze werden we eerst met een gewone bus een kilometer verder richting gletsjer gereden. Daar stapten we over op een snowcoach, een bus speciaal ontworpen om over een gletsjer te rijden. Eerst een helling van meer dan 30 % en dan over de gletsjer naar een uitkijkpunt. Geen schrik: je zakt hier niet door het ijs. Het is immers gemiddeld 365 m dik. Columbia Icefield is de grootste ijs- en sneeuwmassa van de Rocky Mountains, 325 km2 groot. Op het uitzichtpunt hield ik het minder lang vol: ijsregen verbrodde de pret. Dat is geen lachertje als je daar in je korte broek staat.
Met de snowcoach op de Columbia Icefield gletsje Nog twee bezienswaardigheden restten ons voor we Jaspar bereiken, twee watervallen: de Sunwapta Falls en de Athabasca Falls. De watervallen van Coo stellen niet veel meer voor in vergelijking met deze watervallen. Snelstromende rivieren doen het water over meer dan 20 meter naar beneden kolken. Tussen de twee watervallen in zagen we plots langs de weg talloze wagens geparkeerd. Op de Icefields Parkway betekent dit een ‘natuurlijke’ bezienswaardigheid. En ja: een ‘kleine’ zwarte beer stond langs de weg te grazen. Het kon hem allemaal niet deren dat tientallen toeristen foto’s stonden te nemen. Gelukkig voor ons was mama zwarte beer niet te bespeuren. Dat een bezoek aan Mount Edith Cavell en Angel Glacier niet mogelijk was omdat onze bus te lang was, kon ons niet meer deren. We hadden immers onze zwarte beer ontmoet. Met pijn in het hart neem ik afscheid van ‘Wonder Trail’ (zoals de pelsjager hem in de 19de eeuw noemde) of ‘het venster op de wildernis’. We komen aan in Jasper, alwaar we onze intrek nemen in het Marmot Lodge.
21
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Jasper en omgeving Vandaag gaan we de omgeving van Jasper bezoeken. Onze eerste stopplaats is het Medicine Lake. Het meer kent verschillende niveaus. Tijdens droogte of in de winter zou het meer zo goed als droog komen te staan. Aangezien er geen natuurlijke afvloeiing is, vond men maar één verklaring: het water loopt via een ondergronds systeem van kanalen, tunnels en grotten leeg. Terwijl we de oever van Medicine Lake volgden, kwamen we plotseling oog in oog te staan met … bighorn sheep (bergschapen). Ondanks de vervaarlijk uitziende horens verlieten we toch de bus om de nodige foto’s te nemen. Terwijl de ene reisgezel de bergschapen aaide, vond de andere reisgezel het toch geraadzamer te vluchten via een toertje rond de bus. Na onze ontmoeting met de bergschapen bereikten we onze voormiddagbestemming: Maligne Lake. Het Maligne Lake is 22 km lang, 2 km breed, 92 m diep en omgeven door met sneeuw bedekte bergen van meer dan 3000 m hoogte. De boottocht was dan ook adembenemend. Gelukkig was er geen wandeling voorzien: deze was immers afgesloten wegens … berengevaar! Op de terugweg hielden we onze picknick aan een wild stromende rivier en omgeven door beboste hellingen. We waanden ons even trappers uit vervlogen tijden. Op de terugweg naar Jasper hielden we even halt bij Maligne Canyon: een nauwe, 11 km lange kloof. De hele kloof bewandelen, daarvoor was de tijd ontoereikend omdat we nog een afspraak hadden bij Jasper Tramway: met een kabellift werden we met een snelheid van 6 m per seconde in 7 minuten 973 m omhooggetrokken naar Whistlers Mountain. Daar vervolgden sommigen onder ons een 1,4 km pad dat ons (met een hoogteverschil van nog 179 m) naar de top van de berg leidde (2464 m). Zowel vanaf het bovenste station als van de top van de berg heb je een adembenemend uitzicht op de omgeving: Athabasca River, Miette River, Mount Robson, Rocky Mountains, …
Door wolken omgeven Mount Robson We verlaten Jasper en nemen de Yellowhead Pass (1146 m), de scheiding tussen Jasper National Park en Mount Robson Provincial Park. Vandaag hebben we tegenslag: het is bewolkt. Eénmaal aangekomen bij het ‘Visitor Center’ zien we geen Mount Robson maar enkel wolken. De grillen der natuur zorgden ervoor dat we deze 3954 m hoge berg niet konden aanschouwen, de hoogste en meest grillige berg van de Canadese Rockies. De indianen noemden hem ‘berg van de kronkelweg’ naar de opvallende rotslagen die de suggestie wekken dat er een pad naar de top loopt. Maar dat zicht werd ons niet gegund. Dus zetten we onze weg verder via Tête Jaune Cache, de sneeuwrijke Monashee Mountains en Clearwater naar Wells Gray Provincial Park. Het park is een mengeling van hoge bergen, watervallen, meren, bergweiden en diepe wouden. Via Highway 5 volgden we samen met de Canadian National Railway de Thompson River op zoek naar drie watervallen. De eerste die we bezochten is de Spahats Falls. Het water stroomt tussen een kloof over een rotsrichel 61 m dieper het ravijn in en spat uiteen op de rozerode vulkanische rotsen. Een indrukwekkend zicht. Helmcken falls in Wells Gray Provincial Park
Onze volgende stop zijn de Helmcken Falls, een 137 m hoge waterval. Het water stort van een beboste richel in het ravijn waar het verder afloopt naar een rivier.
22
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Onze laatste stop is bij de Dawson Falls. Deze waterval mag dan maar enkele meters hoog zijn maar zijn breedte (91 m) en zijn wild karakter maken veel goed. Langs een pad kon je tot aan het water van de rivier komen net voor hij zich over de rotsrichel stort. Je bent wel even stil van de kracht van de natuur! Dat is toch iets anders dan de watervallen van Coo. We vervolgen onze weg naar Kamloops waar we vorstelijk (met een receptie !) onthaald werden in de plaatselijke Ramada Inn. Kamloops ligt aan de samenvloeiing van de North en South Thompson River.
Fraser Vandaag rijden we naar Vancouver, onze laatste bestemming in Canada. Net buiten Kamloops krijgen we zicht op het imposante Kamloops Lake waarna we via Highway 1 naar Cache Creek rijden. Hierna vervolgen we onze weg naar Lillooet en via Duffey Lake Road naar Pemberton. Deze 104 km lange weg geeft ons prachtige zichten op gletsjers en talrijke meren waarvan Duffey Lake uiteraard het mooiste en grootste is en nabij Pemberton op Mount Currie. Hier en daar duiken boerderijen op waar ginseng wordt gekweekt, gekend voor zijn helende kwaliteiten.
Zowel Lillooet als Pemberton danken hun oorsprong aan de goldrush van de 19de eeuw. Zo was Pemberton een stopplaats op weg naar de goudvelden van het bovenste gedeelte van de Fraser River. De tocht, gekend als ‘the Douglas Trail’ begon met een hekwielboottrip over het Harrison Lake, een huifkartocht langs de oostzijde van Lillooet Lake en een trektocht over verschillende bergpassen naar Mile Zeor in Lillooet, één van de éérste nederzettingen in het hinterland van British Columbia, dankzij die goldrush. Vanuit Lillooet vertrok dan de ‘Cariboo wagon Road’ richting goudvelden. In die tijd liepen meer dan 16.000 goudzoekers rond in Lillooet waardoor het de tweede grootste stad ten westen van Chicago was.
Vanuit Pemberton reden we verder naar Whistler maar vooraleer we Whistler zouden bereiken, dienden we een helling van 15 % af te rijden. En dat ging niet zonder problemen. De remmen van de bus gaven op een bepaald moment een geurtje af en toen er ook nog rook opdook, vond de chauffeur het toch maar geraadzaam om een uitwijkpiste op te rijden. Van de wachttijd om de remmen te laten afkoelen, maakten we dan maar gebruik om te picknicken. Niet de gezelligste plaats, maar van nood maak je maar deugd. Zo geraakten we toch veilig in Whistler alhoewel sommigen onder ons het niet meer vertrouwden wanneer het weer wat bergaf ging. Whistler is een mondain en bekend skioord vol met winkels, winkels, winkels. Het leek wel het Knokke van de Canadese Rockies.
Na het bezoek aan Whistler rijden we via een zijarm van een enorm brede uitweg van de Stille Oceaan richting Vancouver waar we Capilano River Park opzochten met als grootste attractie een 75 m hoge en 137 m lange hangbrug boven de dichtbeboste kloof van de Capilano rivier. De hangbrug, het vergt enig evenwichtsbewustzijn om erover te lopen, geeft toegang tot een eiland met oude, nooit gerooide bomen.
Vancouver Onze laatste dag in Canada begon met een bezoek aan het Vancouver Aquarium in Stanley park. Eén van de grootste aquaria in Noord-Amerika huisvest het meer dan 600 verschillende diersoorten. Het meest opvallende dier, voor mij, was de witte dolfijn. Stanley park zelf is het grootste stadspark in Noord-Amerika: 400 ha vol met wandel- en fietspaden, stranden, formele tuinen en bossen. Genoemd naar de gouverneur-generaal van Canada (1881 tot 1893) Stanley werd het gebied door de gemeenteraad in 1886 bestempeld tot park. Wij bezochten in het park een verzameling totempalen.
23
VS & CANADA
de Noord-Amerikaanse Rocky Mountains
Na Stanley Park bezochten met een kabelbaan Grouse Mountain. In ongeveer 10 minuten worden we van 290 m hoogte naar 1250 m hoogte gebracht. Het zicht wordt langs alle kanten belemmerd door hoog groeiende sparren zodat deze uitstap ietwat tegen viel. De namiddag is vrij en we maken van de gelegenheid gebruik om even naar Gastown en Chinatown te lopen. Gastown is één van de oudste wijken van de stad en ontstaan rond een saloon, in 1867 geopend door gassy (breedsprakerige) Jack Deighton waarnaar uiteindelijk de wijk genoemd werd. Op de hoek van Water en Cambie Street staat een door stoom aangedreven klok die ieder kwartier geluid maakt. De weg van Gastown naar Chinatown loopt door een achterbuurt vol ruige figuren. We waren blij in Chinatown aangekomen te zijn. Die Chinese wijk is ouder dan Vancouver zelf en een gevolg van twee golven immigranten: 1858 vanwege de goldrush en 1880 vanwege de aanleg van de Canadian Pacific Railroad. Tegen de avond aan genieten we op een bank op ‘sunset boulevard’ van een prachtige zonsondergang waarmee we ons bezoek aan Canada afsloten.
Vancouver skyline Met dank aan Rob, die ons probleemloos (een moeizame wandeling uitgezonderd) door dit prachtig gebied loodste. Jeannine en François
24