Voorzorgsmaatregelen
VOORZORGSMAATREGELEN
BELANGRIJKE INFORMATIE. LEES DE ONDERSTAANDE INFORMATIE ZORGVULDIG DOOR ALVORENS U HET AUTONAVIGATIESYSTEEM IN GEBRUIK NEEMT. Dit autonavigatiesysteem is bedoeld om u stap voor stap tot uw gewenste bestemming te brengen. Lees de onderstaande voorzorgsmaatregelen nauwkeurig door zodat u het systeem op de juiste wijze gebruikt. L Dit autonavigatiesysteem is geen vervanging voor uw eigen beoordelingsvermogen. Plaatselijke verkeersbepalingen, uw eigen beoordelingsvermogen en/of veilig rijden dienen altijd voorrang te hebben boven eventuele instructies die het systeem verschaft. Volg onder geen enkele omstandigheid de instructies van het autonavigatiesysteem indien dit zou resulteren in een onveilige of verboden manoeuvre, indien u hierdoor in een gevaarlijke situatie terecht zou komen, of als routes worden aanbevolen die u niet als veilig beschouwd. L Kijk uitsluitend naar het scherm wanneer dit nodig is en als hierdoor de veiligheid op geen enkele wijze in gevaar wordt gebracht. Als u langer naar het scherm moet kijken, dient u eerst het voertuig op een veilige plaats langs de weg te parkeren.
2
L Tijdens het rijden mag u geen bestemming invoeren, instellingen veranderen of functies oproepen waarbij u langere tijd naar het scherm moet kijken en/of de afstandsbediening moet gebruiken. Parkeer het voertuig eerst op een veilige plaats langs de weg alvorens u het systeem gaat bedienen. L Gebruik het autonavigatiesysteem niet wanneer u in noodgevallen de weg moet zoeken naar een politiebureau, brandweer, ziekenhuis enz. In de database van het systeem zijn namelijk niet de adressen van al deze diensten opgenomen. U dient in dergelijke gevallen uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen. L De wegenkaart die op de DVD-ROM staat, bevat de meest recente informatie beschikbaar op het moment dat de disk werd vervaardigd. Aangezien echter voortdurend veranderingen in het wegennet, de straten enz. worden aangebracht, is het mogelijk dat het autonavigatiesysteem niet altijd de weg naar uw bestemming weet. In dergelijke gevallen dient u uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen.
L De wegenkaart die op de DVD-ROM staat, verschaft u informatie betreffende de route naar uw bestemming. U dient echter niet te vergeten dat het autonavigatiesysteem geen rekening houdt met de veiligheid van de route en andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op uw reisschema. Het systeem heeft ook geen informatie over wegomleggingen, plannen voor nieuwe wegen, eigenschappen van de weg (type wegdek, eventuele hellingsgraad, gewicht- of hoogte-beperkingen, enz.), files, weersomstandigheden of eventuele andere factoren die de veiligheid of de vereiste reistijd kunnen beïnvloeden. Gebruik uw eigen beoordelingsvermogen als het autonavigatiesysteem u geen alternatieve route kan geven.
L Stel de geluidssterkte van de gesproken instructies niet te hoog in, om te voorkomen dat u geluiden van buitenaf niet meer hoort. Rijden zonder dat geluiden van buitenaf hoorbaar zijn, kan resulteren in een ongeluk. L Zorg dat ook andere personen die van het autonavigatiesysteem gebruik maken deze voorzorgsmaatregelen en de hiernavolgende instructies zorgvuldig doorlezen. L Indien er zaken in de gebruiksaanwijzing zijn die u niet goed begrijpt of als de bediening van het autonavigatiesysteem niet duidelijk is, dient u contact op te nemen met een officiële Alpine dealer alvorens u het systeem gaat gebruiken.
L Er zijn gevallen waarin het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt niet juist aangeeft. Gebruik dan uw eigen beoordelingsvermogen, met inachtneming van de rijomstandigheden. Gewoonlijk zal het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt weer automatisch corrigeren. Indien dit niet gebeurt, dient u de correctie zelf uit te voeren. In dit geval parkeert u het voertuig eerst op een velige plaats langs de weg alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen.
3
Voorzorgsmaatregelen
Nuttige wenken voor een veilig gebruik a Lees de gebruiksaanwijzing van de disk en de gebruiksaanwijzingen van de diverse apparaten zorgvuldig door alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen, zodat u het systeem op een veilige en efficiënte wijze gebruikt. Alpine kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor storingen als gevolg van het niet opvolgen van de bedieningsaanwijzingen.
a In deze gebruiksaanwijzing wordt onder diverse hoofdjes informatie verschaft betreffende een veilig gebruik van het autonavigatiesysteem en eventuele gevaren als gevolg van verkeerde aansluitingen of een onjuiste bediening. Hieronder ziet u de betekenis van deze hoofdjes/symbolen. Zorg dat u weet wat de hoofdjes/symbolen betekenen zodat u optimaal profijt trekt van de informatie in de gebruiksaanwijzing.
aBetekenis van de hoofdjes/symbolen Dit symbool gaat belangrijke instructies vooraf. Waarschuwing Indien u deze niet volgt, kan dit ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
Opgelet
Tips
4
Dit symbool gaat belangrijke instructies vooraf. Indien u deze niet volgt, kan dit verwonding of beschadiging tot gevolg hebben.
Aanvullende nuttige informatie betreffende de bediening van het systeem.
Waarschuwing NIET DEMONTEREN NOCH MODIFICEREN. Om ongevallen, brand of elektrocutie te voorkomen.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. Om te voorkomen dat ze worden ingeslikt. Indien dat toch gebeurt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
STOP HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT ONMIDDELLIJK INDIEN ER EEN STORING OPTREEDT. Indien u dat niet doet, kan dit leiden tot verwondingen of beschadigint van het product. Stuur het apparaat voor reparatie naar uw erkend Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre.
BEDIEN GEEN FUNCTIE WAARBIJ UW AANDACHT VAN EEN VEILIG RIJGEDRAG WORDT AFGELEID. Elke functie die langdurige aandacht vergt, mag uitsluitend worden bediend wanneer het voertuig volledig stilstaat. Stop op een veilige plek alvorens deze functies te bedienen. Indien u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
Opgelet VOLG DE ROUTE-AANWIJZINGEN NIET ALS HET NAVIGATIESYSTEEM U BEVEELT EEN ONVEILIG OF VERBODEN MANOEUVER UIT TE VOEREN OF U IN EEN ONVEILIGE SITUATIE OF OMGEVING BRENGT. Dit product kan niet in uw plaats oordelen. Route-aanwijzingen van dit systeem mogen nooit in strijd zijn met de lokale wegcode, uw persoonlijk oordeel of een veilig rijgedrag.
DIT PRODUCT IS BESTEMD VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN. Indien dit product voor andere doeleinden wordt gebruikt, kan dit brand, elektrocutie of andere verwondingen tot gevolg hebben.
STEEK GEEN HANDEN, VINGERS NOCH VREEMDE VOORWER-PEN IN GLEUVEN NOCH OPENINGEN. Dit kan leiden tot verwondingen of beschadiging van het product.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR DE MONITOR TIJDENS HET RIJDEN. Door naar de monitor te kijken, kan de aandacht van de bestuurder worden afgeleid wat tot ongevallen kan leiden.
HOU UW VINGERS UIT DE BUURT VAN HET BEWEGEND FRONTPANEEL OF SCHERM. Om verwondingen of beschadigingen te voorkomen.
5
Voorzorgsmaatregelen
Voorwaarden voor gebruik Door deze "SMART MAP PRO" DVD-ROM (wordt hierna "Disk" genoemd), onderdeel van de Aisin AW Co., Ltd. ("Aisin AW") en Navigation Technologies Corporation ("NavTech") Database (wordt hierna "Database" genoemd), te gebruiken, verklaart u de onderstaande voorwaarden voor gebruik te accepteren. Door de verpakking te openen en uw kopie van de Database en Disk te gebruiken, toont u uw instemming met de bepalingen in deze overeenkomst. Zorg er daarom voor dat u de onderstaande informatie zorgvuldig doorleest en betekenis ervan begrijpt. • De Disk en Database mogen niet gekopieerd, gereproduceerd, gewijzigd of op andere wijze, geheel of gedeeltelijk, bewerkt worden, zonder voorafgaande toestemming van Aisin AW, Nav Tech en Alpine Electronics, Inc. ("Alpine"). • De Disk en Database mogen niet overgedragen of gelicentieerd worden aan derden voor winstbejag, huur of verhuur, of gelicenteerd worden voor hergebruik op enigerlei andere wijze. • De Disk en/of de Database mogen niet gedecompileerd worden, opgesplitst of op andere wijze bewerkt, zowel geheel als gedeeltelijk. • De Disk en Database mogen niet in een netwerk gebruikt worden of op andere wijze gelijktijdig door meerdere systemen worden gebruikt. • De Disk en Database zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik (of intern gebruik in een zaak). De Disk en Database mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt. • Aisin AW, Alpine en Nav Tech geven geen garantie dat eventuele functies in de Disk en Database tegemoet komen aan een bepaald doel van de gebruiker. • Aisin AW, Alpine en Nav Tech kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade toegebracht aan de gebruiker of aan derden als gevolg van het gebruik van de Disk en/of de Database. • De garantie op de Disk en Database bevat niet de ruil voor een nieuw product of eventuele vergoeding als gevolg van een verkeerde spelling, het ontbreken van letters of een andere miniscule fout in de layout van de Disk en/of de Database. • Het recht tot gebruik van de Disk en Database vervalt wanneer de gebruiker de software vernietigt of als de bepalingen voor het gebruik overtreden worden en Aisin AW, Alpine en/of Nav Tech gebruik maken van hun recht de licentie voor gebruik van de software in te trekken. • De hiervoor beschreven bepalingen en voorwaarden gelden voor de eerste eigenaar evenals voor alle eventuele volgende gebruikers en eigenaars. WAARSCHUWINGEN • Bediening van het systeem tijdens het rijden is gevaarlijk. Parkeer het voertuig op een veilige plaats voordat u het systeem gaat bedienen. • De feitelijke omstandigheden op de weg en eventuele plaatselijke bepalingen hebben voorrang boven de informatie die het systeem verschaft. Neem altijd alle verkeersbepalingen en rijomstandig-heden in acht. • Deze software is uitsluitend bedoeld voor gebruik in de NVE-N077P serie. De software kan en mag niet in andere apparatuur worden gebruikt.
6
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen 2 ............................................................................................... Belangrijke Informatie 4 .................................................................. Nuttige wenken voor een veilig gebruik 6 ....................................................................................... Voorwaarden voor gebruik
Voorwoord 8 ...................................................................................... Autonavigatie-terminologie 9 .................................................................................................................. Kenmerken
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen 10 ....................... Herschrijven van het besturingssysteemprogramma 11 ................. Omschakelen tussen de wegenkaartschermen
12 ..... In/uitschakelen van het display 13 ........................ Instellen van de taal 14 ................................. Backup maken
Zoeken van de bestemming 15 .................................. Landen kiezen 16 ..... Zoeken van de bestemming via de bestemming-categorielijst (snelzoekfunctie)
19 ..... Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaatsen straatnaam) (snelzoekfunctie) 21 .... Een bestemming zoeken aan de hand van het telefoonnummer. (snelzoekfunctie)
Zoeken van een punt op de kaart 22 ...... Zoeken van een toeristenpunt via de categorielijst (geavanceerde zoekfunctie) 23 ....... Zoeken van een toeristenpunt via het invoeren van het adres (geavanceerde zoekfunctie) 25 ... Een toeristenpunt zoeken aan de hand van het telefoonnummer. (geavanceerde zoekfunctie) 26 ... Verschuiven van de wegenkaart voor het opzoeken van een bepaald punt
26 ...... Zoeken van een locatie via het invoeren van de breedte- en lengtegraad 27 .............. Oproepen van thuisadres/ vertrekpunt/tussenpunt/vorige bestemming 27 .... Oproepen van geheugenpunten 28 ..... Zoeken van belangrijke punten in uw omgeving
Vastleggen van punten in het geheugen 29 ................................................................................ Registreren van uw huisadres 30 ................................................. Registreren van andere punten in het geheugen
Bewerking van geheugenpunten 31 ......................... Bewerken van uw geheugenpunten - nummer/symbool/naam/ telefoonnummer/positie/speciale informatie
Uitstippelen van de route 35 ......... Instellen van de bestemming 36 ........... Instellen van tussenpunten 37 ... Zoeken van een alternatieve route 38 ......... Instellen van de route-opties 38 ... Controleren van de gevonden route
39 ... Wijzigingen aanbrengen in de route 40 ... Wijzigen van de volgorde van de tussenpunten overeenkomstig uw reisschema 42 ....................................... Rijsimulatie
Het systeem aan uw wensen aanpassen 43 ........................ Scherm-instellingen 43 ... Weergeven van speciale punten in uw omgeving 44 ......................... Rijgids-instellingen 44 ....................... Instellen van de klok
45 ............. Corrigeren van de richting 46 ........ Verschuiven van het beeld op de monitor 46 ......................... Afstandscoëfficiënt
Extra voorzieningen 47 ................... GPS informatiescherm 47 ................................. Kilometerteller
48 ......... DVD-ROM informatiescherm
Overige informatie 50 ... Plaats en functie van de toetsen op de afstandsbediening 52 ................ Verhelpen van storingen
53 ................................. Foutmeldingen Pictogrammen op de kaat
• De informatie in deze gebruiksaanwijzing geldt bij gebruik van de Alpine NVE-N077P en de RUE-4131. Indien andere modellen worden gebruikt, kan de informatie op het monitorscherm of de plaats van de toetsen op de afstandsbediening anders zijn (zie "Plaats en functie van de toetsen op de afstandsbediening" op blz. 50). Raadpleeg voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere apparatuur in het systeem.
7
Voorwoord
Voorwoord
Autonavigatie-terminologie Autonavigatiesysteem
Tussenpunten
Een autonavigatiesysteem toont op een wegenkaart de positie van uw voertuig en tevens de weg die het voertuig heeft afgelegd. Wanneer een bepaalde bestemming wordt ingevoerd, krijgt u een route aangeboden en leidt het systeem u via afbeeldingen op een monitor en gesproken instructies naar uw eindadres.
U kunt punten aangeven waar u op weg naar uw bestemming langs wilt rijden. Deze punten worden op het scherm door middel van het tussenpuntsymbool aangeduid.
Huidige voertuig-positie
Geheugenpunten
Het autonavigatiesysteem gebruikt de GPS (Global positioning Satellite) signalen die ontvangen worden en de wegenkaart-informatie die op de DVD-ROM staat om de positie en verplaatsingsrichting van het voertuig te bepalen. Bovendien is het systeem voorzien van een gyroscoop en een snelheidssensor voor het bepalen van de voertuigpositie op plaatsen waar geen GPS signalen ontvangen kunnen worden. Huidige voertuig-positie
2
Plaatsen waar u vaak naar toe gaat, kunt u in het geheugen vastleggen en op de wegenkaart markeren. Maximaal kunt u 200 punten, inclusief uw huisadres, in het geheugen vastleggen. U kunt pictogrammen toevoegen aan de geheugenpunten zodat het systeem ook deze pictogrammen op de kaart laat verschijnen.
Tussenpuntsymbool
Aanduiding voor geheugenpunt
Autosnelweg-voorkeur selectie
Wegenkaart-aanpassingsfunctie Aangezien het GPS navigatiesysteem een foutmarge heeft van 30 – 200 meter (100 – 655 feet) is het mogelijk dat uw voertuig naast de weg wordt afgebeeld. De wegenkaart-aanpassingsfunctie zal deze fout automatisch corrigeren zodat uw voertuig op de weg wordt afgebeeld.
Niet gecorrigeerd
Wanneer u het autonavigatiesysteem een route laat zoeken, kunt u aangeven of u autosnelwegen of normale wegen wilt gebruiken. Wanneer u aangeeft dat u over de autosnelweg wilt rijden, zoekt het navigatiesysteem automatisch een route die zo veel mogelijk gebruik maakt van autosnelwegen en wordt u langs die route geleid.
Gecorrigeerd
Bestemming Het punt op de wegenkaart dat uw bestemming is, wordt aangeduid met het bestemmingssymbool.
Route (Blauw)
Route
8
Wanneer u een bepaalde bestemming invoert, krijgt u Bestemmingssymbool door het autonavigatiesysteem een route aangeboden die in blauw op de wegenkaart wordt afgebeeld.
Afgelegde weg De weg die u heeft afgelegd wordt door blauwe puntjes aangegeven. Maximaal kan 50 km (max. 31 mijls) afgelegde weg in het geheugen worden vastgelegd en op het scherm worden aangegeven. Wanneer deze afstand wordt overschreden, wordt het eerste gedeelte van de afgelegde weg gewist.
Afgelegde weg
Kenmerken • Automatisch uitstippelen van de route
• Gesproken instructies terwijl u rijdt Tijdens het rijden wordt u via gesproken instructies geïnformeerd betreffende de afstand tot de volgende koersverandering, in welke richting u moet afslaan, enz. Met behulp van de VOICE toets kunt u de spraakgids op ieder gewenst moment oproepen.
• Zoeken van een alternatieve route Deze functie bestaat uit twee delen: 1. U geeft de opdracht om een alternatieve route te zoeken wanneer er bijvoorbeeld een file optreedt. 2. U bepaalt zelf hoe veel langer de alternatieve route mag zijn (1 tot 5 km of 0,6 tot 3 mijls).
• Automatische instelling van het grenspunt Wanneer u de kaartgrenzen overschrijdt, kiest het navigatiesysteem automatisch een geschikt grenspunt bij het kiezen van uw bestemming. Om een bestemming buiten de kaartgrenzen te kiezen, kiest u het gewenste land in het menu "landkeuze". Meer details vindt u op pagina 17.
• Rechtstreekse invoer van een telefoonnummer Het systeem kan de bestemming zoeken aan de hand van het telefoonnummer van een toeristenpunt op de disk of een opgeslagen geheugenpunt.
• Gesproken instructies bij een afrit of knooppunt op de autosnelweg. Bij het naderen van een afrit of knooppunt op de autosnelweg, geeft het systeem gesproken instructies met dezelfde namen als langs de weg staan aangegeven.
• Gids voor links of rechts afslaan Wanneer u een punt nadert (ongeveer 300 meter ervoor) waar u moet afslaan, wordt u via gesproken instructies en op de wegenkaart geïnformeerd welke kant u uit moet rijden.
• Zoomfunctie U kunt de kaart in 13 verschillende schalen bekijken (100, 200, 400, 800, 1,6K, 3,2K, 6,4K, 12K, 25K, 50K, 100K, 200K en 400K meter) voor een meer gedetailleerd of groter overzicht.
• Rechtstreekse ingave van het toeristenpunt, etc. waar u naar toe wilt gaan U hoeft enkel de naam van het toeristenpunt in te voeren (de plaatsnaam is niet nodig) om snel de route naar het betreffende punt uit te stippelen.
Voorwoord
Na het invoeren van de bestemming stippelt het autonavigatiesysteem automatisch de route naar de bestemming voor u uit. U kunt bovendien aangeven of u een route wilt hebben die gebruikt maakt van de autosnelweg of van normale wegen.
• Rechtstreekse ingave van de straatnaam Om de route naar een bepaalde straat te zoeken, hoeft u enkel de naam van de straat in te voeren (de plaatsnaam hoeft niet ingevoerd te worden).
• Wijzigen van de volgorde van de tussenpunten overeenkomstig uw reisschema Het autonavigatiesysteem kan automatisch de volgorde van de tussenpunten wijzigen zodat deze gerangschikt worden op basis van de afstand tot de huidige voertuig-positie. Indien gewenst, kunt u ook handmatig de volgorde van de tussenpunten wijzigen.
• Automatische zoomfunctie voor kruisingen Wanneer u een kruising of rotonde nadert, wordt automatisch ingezoomd zodat u een duidelijker beeld heeft. Dit betekent dat u de zoomtoets in dit geval niet hoeft in te drukken.
• Ingebouwde gyroscoop en snelheidssensor De gyroscoop kan de richting waarnemen waarin het voertuig beweegt en de snelheidssensor kan de afstand bepalen die het voertuig heeft afgelegd, zodat ook op plaatsen waar geen GPS signalen ontvangen kunnen worden (tussen hoge gebouwen, in tunnels enz.) het autonavigatiesysteem de positie van het voertuig weet.
• Autosnelweg-informatie Wanneer u over de autosnelweg rijdt, is er een basis-rijinstructiescherm (met een pijl) dat u de afstand toont tot het eerstvolgende benzinestation/restaurant/parkeerplaats/ knooppunt (op/afrit).
• Gids voor rotondes Bij een rotonde geeft het systeem aan welke afslag u moet nemen door het wegnummer op te geven vanaf de weg waar die u op de rotonde heeft gebracht.
9
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
Herschrijven van het besturings-systeemprogramma
2
Als u voorheen een andere wegenkaartversie heeft gebruikt, zal het besturingssysteemprogramma automatisch herschreven worden om deze SMART MAP PRO disk te kunnen lezen.
1
Als de taal nog niet is ingesteld (wanneer het systeem de eerste maal wordt gebruikt), verschijnt het taal-selectiemenu op het scherm. Kies met de joystick de gewenste taal zodat deze oplicht en druk dan op de ENTER toets. (Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf "Instellen van de taal".) Opmerking: zie pagina 50 en 51 voor de plaats en de functie van de afstandsbedieningstoetsen.
Neem de andere wegenkaartversie uit het DVD-ROM station en plaats vervolgens deze SMART MAP PRO disk. (Zie de gebruiksaanwijzing van het autonavigatiesysteemapparaat voor het plaatsen en uitnemen van de disk.) Op het scherm verschijnt eerst de melding "Set Original CD-ROM" en daarna de melding "Programma wordt van de DVD geladen". Vervolgens wordt het besturingssysteemprogramma automatisch herschreven.
3
Het beginscherm verschijnt. Zie "Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen" op blz. 12 voor de hiernavolgende procedure.
Opmerking: Als u een andere wegenkaartversie plaatst nadat het systeemprogramma is herschreven, verschijnt het selectiemenu op het scherm. Kies de gewenste menu-optie met de joystick en druk op de ENTER toets van de joystick. Het beginscherm zal dan verschijnen.
10
Bezig met herschrijven
Omschakelen tussen de wegenkaartschermen Nadat de route is ingesteld en de reis begonnen is, verschaft het autonavigatiesysteem de bestuurder de vereiste route-informatie via
gesproken instructies en afbeeldingen op het monitorscherm. Indien gewenst, kunt u handmatig tussen de diverse schermen omschakelen. Het basis rij-instructiescherm verschijnt automatisch wanneer de reis begint. Druk op de toets van de afstandsbediening om het detailwegenkaartscherm op te roepen. Druk toets om weer terug te nogmaals op de keren naar het basis rij-instructiescherm.
Basis-rijinstructiescherm
Huidige voertuig-positie Richting voor volgende afslag Richting voor tweede afslag
Kompas-aanduiding Toont de kompasrichting voor de huidige wegenkaart. N : Noorden : Noorden boven
Detail-wegenkaartscherm
: Rij-richting wijst naar boven (Het pijltje wijst naar het noorden.) *Kleurcode GPS-signaalsterkte Geen pictogram: er wordt geen satellietinformatie ontvangen. Rood: satellietinformatie wordt verwerkt. Blauw: informatie van 1 tot 3 satellieten wordt ontvangen. Breedte- en lengtegraad kunnen worden bepaald. Groen: informatie van 4 of meer sallieten wordt ontvangen. Duidt op maximale signaalsterkte. Breedtegraad, lengtegraad en hoogte kunnen nauwkeurig worden bepaald. Wanneer u een kruising nadert, verschijnt het inzoomscherm van de kruising. Dit scherm biedt informatie in aanvulling op de gesproken instructies. (Soms verschijnt het inzoomscherm ook wanneer u recht door rijdt en niet hoeft af te slaan.)
Kruising-inzoomscherm
• Normale weg: Naam van de eerstvolgende weg of straat • Autosnelweg: Naam van het eerstvolgende knooppunt (op/afrit) • Naam van de straat waar u nu bent
Afstand en richting tot de bestemming
Schaal 100 m
←→
De afstand tussen de pijlen is 100 meter ( 1 mijl). 16
Als u op de toets drukt terwijl het kruising-inzoomscherm getoond wordt, kunt u omschakelen tussen het kruising-inzoomscherm en het detailwegenkaartscherm.
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
Nummer van autosnelweg-afslag Afstand tot de volgende instructie Richting en afstand tot de bestemming Verwachte aankomsttijd en vereiste reistijd Huidige tijd
Basis-rijinstructiescherm
Dit gedeelte wordt op de autosnelweg alleen getoond wanneer een breedbeeld-monitor aangesloten is. Toont het verloop van de rit tussen het vertrekpunt (of laatste halte) en de bestemming. Het gekleurde gedeelte Parkeerplaats toont de resterende afstand tot de Autosnelweg-knooppunt bestemming. (op/afrit) Afgelegde afstand
Aankomstscherm
Dit symbool verschijnt wanneer u de bestemming nadert.
Dit gedeelte wordt alleen getoond wanneer een breedbeeld-monitor aangesloten is. Het gekleurde gedeelte toont door middel van kleuren de afstand tot het volgende knooppunt/kruising; vanaf 800 meter eraan voorafgaand op de autosnelweg of 300 meter op een normale weg. Autosnelweg Normale weg 150 - 800 meter Groen: 150 - 300 meter 50 - 150 meter Geel: 50 - 150 meter 0 - 50 meter Rood: 0 - 50 meter
11
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
In/uitschakelen van het display
2
Druk op de ENTER toets nadat u de belangrijke informatie gelezen heeft. De wegenkaart verschijnt op het scherm.
Het beginscherm van het autonavigatiesysteem zal automatisch verschijnen als u de contactsleutel naar ACC of ON draait terwijl de monitor in de autonavigatiesysteem-weergavestand of de extern-signaal weergavestand staat. Zie blz. 50 van de gebruiksaanwijzing voor de autonavigatiesysteem-apparatuur voor het gebruik van de afstandsbediening.
1-1
Als het systeem voor de eerste keer wordt gebruikt, verschijnt het taalkeuzemenu. Kies met de joystick de gewenste taal (licht op). Druk vervolgens op de ENTER toets. (Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf "Instellen van de taal".)
3
Als u op de OFF toets van de afstandsbediening drukt terwijl de wegenkaart wordt getoond, wordt de monitor uitgeschakeld. Als u op de POWER toets drukt, verschijnt het beginscherm.
Opmerking: Als u Engels als de taal instelt, kunt u kiezen voor afstandsindicatie in M (miil) of km (kilometer). Bij de andere talen is alleen afstandsindicatie in kilometer beschikbaar.
Tips
1-2
12
Nadat het beginscherm is getoond, verschijnt een scherm met de titel “Belangrijke informatie!”. U dient de informatie op dit scherm aandachtig te lezen.
a Als er geen disk aanwezig is, verschijnt de melding "Plaats een Wegenkaart DVDROM." Zie de paragrafen "Plaatsen van een disk" en "Uitnemen van een disk" in de gebruiksaanwijzing van het autonavigatiesysteemapparaat voor nadere bijzonderheden. a Als de geplaatste disk niet gelezen kan worden, verschijnt de melding "DVDROM kan niet gelezen worden. Controleer de DVDROM." Plaats in dit geval de juiste disk. a Als u de monitor voor langere tijd aan laat staan terwijl de motor niet draait, kan de accu van het voertuig uitgeput raken.
Instellen van de taal
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu. Het submenu zal automatisch verschijnen. Kies de optie "TAAL" in het submenu en druk op de ENTER toets. Dit driehoekje geeft aan dat de lijst nog langer is. Gebruik de joystick om de lijst naar boven of beneden te schuiven.
Opmerking: Sommige bedieningshandelingen kunnen niet worden uitgevoerd wanneer het voertuig in beweging is. Parkeer het voertuig in dat geval eerst op een veilige plaats langs de weg, trek de handrem aan en voer dan de bediening uit.
2
De wegenkaart verschijnt op het scherm.
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
Voor de visuele/gesproken instructies en de tekst kunt u kiezen uit 6 talen. • German (Deutsch) • English (M or km) • French (Français) • Italian (Italiano) • Nederlands (Dutch) • Spanish (Español) Volg de onderstaande aanwijzingen om de gewenste taal in te stellen, of om de ingestelde taal te wijzigen.
3
De melding "Belangrijke informatie!" verschijnt. Druk op de ENTER toets nadat u deze informatie gelezen heeft.
Er verschijnt een submenu op het scherm. Kies de gewenste taal en druk op de ENTER toets.
Opmerking: Als u Engels als de taal instelt, kunt u kiezen voor afstandsindicatie in M (mijl) of km (kilometer). Bij de andere talen is alleen afstandsindicatie in kilometer beschikbaar.
13
Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen
Backup maken
3
Het beeld op de monitor wordt donkerder en het autonavigatiesysteem begint met het maken van een backup van alle geheugengegevens. U ziet het beginscherm en daarna het "Belangrijke informatie!" scherm.
4
Druk op de ENTER toets nadat u de informatie gelezen heeft.
De gemaakte instellingen (bijv. voor de geheugenpunten) worden automatisch in het geheugen bewaard wanneer het contact wordt afgezet. Mocht u de accu van het voertuig loskoppelen, dan dient u eerst handmatig een backup te maken van alle instellingen voordat u de accu losmaakt, om te voorkomen dat de gegevens verloren gaan.
1
2
14
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, daarna "BACKUP" in het submenu en druk op de ENTER toets.
De vraag "Systeem gegevens bewaren" verschijnt. Als uw antwoord ja is, kiest u "Ja" en drukt dan op de ENTER toets.
De wegenkaart verschijnt op het scherm.
Zoeken van de bestemming Landen kiezen Om bestemmingen of toeristenpunten in andere landen wilt zoeken op basis van adres of categorie, moet u eerst het gewenste land kiezen aan de hand van de onderstaande procedure.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best." (Bestemming) in het hoofdmenu om een bepaalde bestemming te zoeken of kies "Zoeken" om een bepaald toeristenpunt te zoeken. Het submenu verschijnt automatisch.
Tips
(Als "Best" is gekozen.)
2
(Als "Zoeken" is gekozen.)
Kies "LAND" in het submenu en druk op ENTER om de huidige landkaart te laten verschijnen.
(Als "Best" is gekozen.)
5 Huidige landkaart (hier Nederland)
3
Het hoofdmenu verschijnt automatisch weer op het scherm.
(Als "Zoeken" is gekozen.)
Nu is het gewenste land geactiveerd. Zoek nu naar de bestemming of het toeristenpunt van uw keuze. Rechtstreeks een bestemming zoeken kan op twee manieren: op categorie (pagina 16 tot 18) of op adres (pagina 19 en 20). Zoek een plaats aan de hand van de categorie (pagina 22) of het adres (pagina 23 en 24).
Zoekenvan de bestemming
4
U kunt bestemmingen in 15 landen kiezen. Sommige kaarten beslaan ook naburige landen, zoals: Gebied FRANKRIJK: Frankrijk (F), Andorra (AND) en Monaco (MC) Gebied ITALIE: Italië (I), San Marino(RSM) en Vaticaanstad (V) Gebied SPANJE: Spanje (E) en Andorra (AND) Gebied OOSTENRIJK: Oostenrijk (A) en Liechtenstein (FL) Gebied SWITZERLAND: Zwitserland (CH) en Liechtenstein (FL)
Kies het land met de joystick en druk op ENTER. Als u bijvoorbeeld naar Amsterdam wil, kiest u "ZWITSERLAND".
15
Zoekenvan de bestemming
Zoeken van de bestemming via de bestemming-categorielijst (snelzoekfunctie)
4
Dit is de plaatsnaam van de laatst 4 uitgevoerde zoekopdracht.
Als u de categorie weet waartoe uw bestemming behoort, kunt u de bestemming opzoeken door de betreffende categorie te selecteren uit de categorielijst. Stel dat u bijvoorbeeld het Holiday Inn hotel (Amsterdam) wilt zoeken. De bestemming kan ook op basis van het adres worden opgezocht. Zie blz. 19 t/m 20.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best." (Bestemming) in het hoofdmenu. Het "Invoer bestemming via categorie" menu zal dan verschijnen.
2
Kies "CATEGORIE" en druk op de ENTER toets om de categorielijst op te roepen.
3
De categorielijst verschijnt op het scherm. Kies de gewenste categorie (in ons voorbeeld "HOTEL") en druk dan op de ENTER toets. Dit driehoekje geeft aan dat de lijst nog langer is. Gebruik de joystick om de lijst naar boven of beneden te schuiven.
Opmerking: Kies de "ALLE CATEGORIEËN" optie als u de naam van de bestemming weet maar niet de categorie waartoe deze behoort. De letterset (letters van het alfabet) verschijnt dan en u kunt de naam van de bestemming invoeren op dezelfde wijze als de plaatsnaam (zie stap 4 t/m 6). Ga door naar stap 7 wanneer u klaar bent.
16
Het plaatsnaam-selectiemenu verschijnt. U heeft vier opties in dit menu. Kies de gewenste menu-optie en druk dan op de ENTER toets.
• Als u "PLAATSNAAM INVOEREN" kiest, ga dan door naar stap 5. • Als u "DICHTSTBIJZIJNDE 5 PLAATSEN" kiest, verschijnen de namen van vijf dichtbijgelegen steden op het scherm. Kies de gewenste plaatsnaam en druk op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 7. • Als de gewenste plaatsnaam reeds getoond wordt, selecteert u deze en drukt dan op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 7. • Als u "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" kiest, verschijnt de letterset. Ga door naar stap 7.
5
De letterset (letters van het alfabet) verschijnt op het scherm. Kies met de joystick de eerste letter van de plaatsnaam en druk dan op de ENTER toets. De gekozen letter verschijnt op de eerste positie in het tekstvenster.
De ingevoerde letters verschijnen achter elkaar in het tekstvenster. a b c
d e f
g
a Plaatsnaam b Tekstvenster Hier verschijnen de ingevoerde letters. c LAND Om andere landen te kiezen dan het land waar u zich bevindt. d LIST Toont een lijst van namen die overeenkomen met de ingevoerde letters. e BSP (wistoets) Wissen van de vorige letter. f CLR (totaalwistoets) Wissen van alle letters in het tekstvenster. g Letterset Dit zijn de letters die gekozen kunnen worden.
Tips
a Nadat de eerste letter is ingevoerd, verdwijnen de letters die geen betekenis meer hebben uit de letterset (d.w.z. de letters die niet meer gebruikt kunnen worden voor het invoeren van de naam verdwijnen). a U kunt ook een bepaalde plaats zoeken door slechts de eerste letter(s) van de naam in te voeren en dan "LIST" te kiezen. a Wilt u de lijst van mogelijke plaatsnamen zien, kies dan "LIST" en druk vervolgens op de ENTER toets. Ga dan door naar stap 7.
Zoeken in andere landen:
6
Herhaal stap 5 totdat u alle letters van de plaatsnaam heeft ingevoerd.
7
Voer de naam van de bestemming in zoals beschreven in stap 5 en 6.
8
Nadat u alle letters heeft ingevoerd, drukt u op "LIST" bovenaan de letterset en vervolgens op de ENTER toets.
Tips
9 Huidige landkaart (Nederland).
Kies het land met de joystick en druk op ENTER. Als u bijvoorbeeld naar Parijs wil, kiest u "DUITSLAND".
Als er geen plaatsnaam is die met de ingevoerde letters overeenkomt, verschijnen de plaatsnamen met een soortgelijke spelling.
Zoekenvan de bestemming
In dit voorbeeld verschijnt het gezochte land als "NL" (Nederland). De gekozen landkaart verschijnt.
De lijst met namen van mogelijke bestemmingen verschijnt. Kies de gewenste naam en druk op de ENTER toets. Dit driehoekje geeft aan dat de lijst nog langer is. Gebruik de joystick om de lijst naar boven of beneden te schuiven.
De details van het toeristenpunt
Het scherm "PLAATSNAAM INVOEREN" verschijnt met "Duitsland" als gekozen gebied.
op het scherm aangege10 worden ven. Als deze juist zijn, kiest u "ROUTEBEREKENING" en drukt dan op de ENTER toets.
17
Zoekenvan de bestemming
11
Het autonavigatiesystemen begint met het uitstippelen van de route naar de bestemming. Wanneer het zoeken van de route begint, verschijnt op het scherm de melding "Berekening met snelweg voorkeur (of berekening met normale-wegen-voorkeur)".
12
Tijdens het zoeken van de route worden de details van de plaats van bestemming en de vordering van het zoekproces op het scherm aangegeven. Zodra de route gevonden is, verschijnt automatisch de wegenkaart met de huidige voertuig-positie op het scherm.
Wilt u omschakelen van autosnelwegvoorkeur naar normale-wegen-voorkeur, of omgekeerd, druk dan op de ROUTE toets terwijl deze melding wordt getoond.
Tips
18
De route naar uw bestemming wordt automatisch gezocht in de "autosnelweg-voorkeur" of de "normale-wegen-voorkeur" stand. De beginmelding bij het zoeken van de route toont welke voorkeur is ingeschakeld. Wilt u deze instelling veranderen, druk dan op de ROUTE toets terwijl deze melding getoond wordt. Bij indrukken van de ROUTE toets wordt beurtelings omgeschakeld tussen de "autosnelwegvoorkeur" of de "normalewegen-voorkeur" stand.
De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden.
Tips
a Met een druk op de toets wordt omgeschakeld tussen het basis-rijinstructiescherm en het detail-wegenkaartscherm. a Nadat u op de bestemming bent aangekomen, moet u niet vergeten om de bestemming te wissen (zoals beschreven op blz. 39), omdat de rij-instructies anders herhaald worden wanneer u weer gaat rijden.
Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaats- en straatnaam) (snelzoekfunctie)
4
De letterset (letters van het alfabet) verschijnt op het scherm. Kies met de joystick de eerste letter van de plaatsnaam en druk dan op de ENTER toets. De gekozen letter verschijnt op de eerste positie in het tekstvenster. Plaatsnaam
Als u het adres van de bestemming weet, kunt u de bestemming op de kaart vinden door het adres (plaats- en straatnaam) in te voeren.
2
Kies "ADRES" in het submenu en druk op de ENTER toets.
3
Het "Ingave van bestemming via adres" menu zal dan verschijnen. U heeft vier opties in dit menu. Kies de optie "PLAATSNAAM INVOEREN" en druk dan op de ENTER toets om de bestemming te zoeken via het invoeren van de plaats- en straatnaam.
De ingevoerde letters verschijnen achter elkaar in het tekstvenster. a b
c d e
f
• Als u "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" kiest, ga dan door naar stap 6. • Als u "DICHTSTBIJZIJNDE 5 PLAATSEN" kiest, verschijnen de namen van vijf dichtbijgelegen steden op het scherm. Kies de gewenste plaatsnaam en druk op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 6. • Als de gewenste plaatsnaam reeds getoond wordt, selecteert u deze en drukt dan op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 6.
a Tekstvenster Hier verschijnen de ingevoerde letters. b LAND Om andere landen te kiezen dan het land waar u zich bevindt. c LIST Toont een lijst van mogelijke namen die overeenkomen met de gekozen letters. d BSP (wistoets) Wissen van de vorige letter. e CLR (totaalwistoets) Wissen van alle letters in het tekstvenster. f Letterset Dit zijn de letters die gekozen kunnen worden.
Tips
5
Zoekenvan de bestemming
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best." en druk op de ENTER toets zodat het submenu verschijnt.
a Nadat de eerste letter is ingevoerd, verdwijnen de letters die geen betekenis meer hebben uit de letterset (d.w.z. de letters die niet meer gebruikt kunnen worden voor het invoeren van de naam verdwijnen). a U kunt ook een bepaalde plaats zoeken door slechts de eerste letter(s) van de naam in te voeren en dan "LIST" te kiezen. a Wilt u de lijst van mogelijke plaatsnamen zien, kies dan "LIST" en druk vervolgens op de ENTER toets.
Herhaal bovenstaande stap 4 totdat u alle letters van de plaatsnaam heeft ingevoerd.
19 (Wordt vervolgd)
Zoekenvan de bestemming
6
Voer de naam van de straat in zoals beschreven in stap 4 en 5.
7
Nadat u alle letters van de straat heeft ingevoerd, drukt u op "LIST" bovenaan de letterset en vervolgens op de ENTER toets.
Opmerking: Als de naam erg lang is, voert u een gedeelte van de naam in (bijv. voor Olympiaplein). Op het scherm zullen dan de straatnamen verschijnen die overeenkomen met de ingevoerde letters.
9
Het Gedetailleerde Informatie scherm verschijnt. Kies "Huisnummer" in het menu en druk op de ENTER toets.
10
De cijferset verschijnt op het scherm. Kies de cijfers voor het huisnummer en druk dan op de ENTER toets.
Bereik van opzoekbare huisnummers
Tips
8
Als er geen plaatsnaam is die met de ingevoerde letters overeenkomt, verschijnen de plaatsnamen met een soortgelijke spelling.
De lijst met straatnamen verschijnt op het scherm. Kies de gewenste straatnaam en druk dan op de ENTER toets.
Opmerking: Als u de "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" optie gekozen heeft en de ingevoerde straatnaam wordt in meerdere steden gevonden, ziet u de lijst met steden waarin de straatnaam is gevonden op het scherm. Kies de gewenste stad en druk op de ENTER toets.
Opmerking: Het is mogelijk dat er in het bereik huisnummers voorkomen die niet opgezocht kunnen worden.
11
Nadat het huisnummer is ingevoerd, kiest u "OK" en drukt dan op de ENTER toets.
12
Het autonavigatiesysteem begint met het uitstippelen van de route. Zodra de route gevonden is, verschijnt automatisch het scherm met de huidige voertuig-positie.
Het scherm met de gedetailleerde informatie verschijnt. Als de informatie juist is, kiest u "ROUTEBEREKENING" en drukt dan op de ENTER toets. Als u "AANGRENZENDE STAAT" kiest, verschijnt de tweede lijst met straatnamen. Kies de gewenste straatnaam en druk op de ENTER toets.
Opmerking: U kunt uw bestemming nauwkeuriger opzoeken door het huisnummer van het adres in te voeren.
20
De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden.
Tips
a Met een druk op de toets wordt omgeschakeld tussen het basis-rijinstructiescherm en het detail-wegenkaartscherm. a Nadat u op de bestemming bent aangekomen, moet u niet vergeten om de bestemming te wissen (zoals beschreven op blz. 39), omdat de rij-instructies anders herhaald worden wanneer u weer gaat rijden.
Een bestemming zoeken aan de hand van het telefoonnummer. (snelzoekfunctie) Indien u een telefoonnummer samen met een geheugenpunt hebt opgeslagen, kunt u dat punt als uw bestemming laten verschijnen door gewoon het telefoonnummer in te voeren. Om punten te memoriseren, zie "Registreren van andere punten in het geheugen" op pagina 30. Om telefoonnummers toe te voegen aan geheugenpunten, zie "Telefoonummers voor geheugenpunten registreren" op pagina 31 en 33.
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best.". Het submenu verschijnt automatisch.
2
Kies "TELEFOONNR." in het submenu en druk op ENTER.
Als er nog geen telefoonnummer is opgeslagen, verschijnt "Er zijn geen Tips telefoonnummers beschikbaar" op het scherm.
3
Het scherm "Ingave van bestemming via telefoonnr." verschijnt. Kies het gewenste cijfer voor de eerste positie van het telefoonummer en druk op ENTER. Het ingevoerde cijfer verschijnt in de eerste positie van het tekstvenster. Voer het telefoonnummer in, met inbegrip van het zonenummer.
4
Herhaal stap 3 hierboven om de invoer van cijfers voor het telefoonnummer te voltooien.
5
Wanneer het gewenste telefoonnummer is ingevoerd, kiest u "OK" en drukt u op ENTER.
6
De details van het toeristenpunt verschijnen. Als deze correct zijn, kies dan "ROUTEBEREKENING" en druk op ENTER.
7
Het systeem begint de route te berekenen. Wanneer de berekening is voltooid, toont het systeem automatisch de huidige positie van het voertuig op het scherm.
Zoekenvan de bestemming
1
Tips
a Het telefoonnummer kan worden ingevoerd met de cijfertoetsen op de afstandsbediening. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening. a Als er 1 cijfer wordt ingevoerd, worden de mogelijkheden voor het volgende cijfer verkleind (en verdwijnen de andere uit de cijferset). a Door "Wissen" te kiezen, wordt het vorige cijfer gewist.
De gekozen cijfers verschijnen in het tekstvenster. a
Wanneer u deze route begint te volgen, wordt u begeleid.
b
a Tekstvenster Hier verschijnen de gekozen cijfers. b Cijferset Kies de gewenste cijfers.
Tips
a Met een druk op de toets wordt omgeschakeld tussen het basisrijinstructiescherm en het detailwegenkaartscherm. a Wanneer u ter bestemming bent, moet u die altijd wissen (zoals uitgelegd op pagina 39), zoniet worden de instructies voortdurend herhaald.
21
Zoeken van een punt op de kaart
Zoeken van een punt op de kaart Om het gewenste punt te zoeken, Zoeken van een u stap 3 t/m 9 van het hoofd3 volgt stuk "Zoeken van de bestemming toeristenpunt via de categorielijst (geavanceerde zoekfunctie)
via de bestemming-categorielijst (snelzoekfunctie)" (blz. 16 t/m 18).
Als u de categorie weet waartoe het toeristenpunt (T.P.) behoort, kunt u het punt opzoeken en op het scherm tonen door de betreffende categorie te selecteren uit de categorielijst. Stel dat u bijvoorbeeld het Holiday Inn hotel wilt zoeken.
1 2
22
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu. Het "Opzoeken via categorie" menu zal dan verschijnen.
4
De details van het toeristenpunt worden op het scherm getoond. Als deze correct zijn, kiest u "KAART WEERGAVE" en drukt dan op de ENTER toets.
5
Het "Lokatie invoer op kaart mogelijk." menu verschijnt. U ziet tevens de wegenkaart met het gezochte punt op het scherm. Kies de gewenste menu-optie en druk op de ENTER toets om het punt in te stellen als bestemmingspunt, tussenpunt, enz.
Kies "CATEGORIE" en druk op de ENTER toets om de categorielijst op te roepen.
Zoeken van een toeristenpunt via het invoeren van het adres (geavanceerde zoekfunctie) Als u het adres van het toeristenpunt (T.P.) weet, kunt u het punt op de kaart vinden door het adres in te voeren. In het onderstaande voorbeeld wordt beschreven hoe u Olympiaplein kunt vinden.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu. Het "Opzoeken via adres" menu zal dan verschijnen.
2
Kies "ADRES" en druk op de ENTER toets. De letterset verschijnt op het scherm.
4
De details van het toeristenpunt worden op het scherm getoond. Als deze correct zijn, kiest u "KAART WEERGAVE" en drukt dan op de ENTER toets.
Opmerking: U kunt de locatie nauwkeuriger opzoeken door het huisnummer van het adres in te voeren.
5 3
Voer het adres in door stap 3 t/m 8 van het hoofdstuk "Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaats- en straatnaam) (snelzoekfunctie)" te volgen (blz. 19 en 20).
Het Gedetailleerde Informatie scherm verschijnt. Kies "Huisnummer" in het menu en druk op de ENTER toets.
Zoeken van een punt op de kaart
Als u "AANGRENZENDE STAAT" kiest, verschijnt de tweede lijst met straatnamen. Kies de gewenste straatnaam en druk op de ENTER toets.
23
Zoeken van een punt op de kaart
6
De cijferset verschijnt op het scherm. Kies de cijfers voor het huisnummer en druk dan op de ENTER toets.
Bereik van opzoekbare huisnummers
Opmerking: Het is mogelijk dat er in het bereik huisnummers voorkomen die niet opgezocht kunnen worden.
24
7
Nadat het huisnummer is ingevoerd, kiest u "OK" en drukt dan op de ENTER toets.
8
Het "Lokatie invoer op kaart mogelijk." menu verschijnt. U ziet tevens de wegenkaart met het gezochte punt op het scherm. Kies de gewenste menu-optie en druk op de ENTER toets om het punt in te stellen als bestemmingspunt, tussenpunt, enz.
4
Wanneer het gewenste telefoonnummer is ingevoerd, kiest u "OK" en drukt u op ENTER.
Indien u een telefoonnummer samen met een toeristenpunt hebt opgeslagen, kunt u dat punt als uw bestemming op de kaart laten verschijnen door gewoon het telefoonnummer in te voeren. Om speciale punten te memoriseren, zie "Registreren van andere punten in het geheugen" op pagina 30. Om telefoonnummers toe te voegen aan geheugenpunten, zie "Telefoonummers voor geheugenpunten registreren" op pagina 31 en 33.
5
De details van het toeristenpunt verschijnen. Als deze correct zijn, kies dan "KAART WEERGAVE" en druk op ENTER.
6
Het menu "Lokatie invoer op kaart mogelijk" met de kaart van het gebied rond het toeristenpunt verschijnt. Kies het gewenste menu item en druk op ENTER om het punt in te stellen als bestemming, richtpunt, enz.
1 2
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu en het menu "Telefoonnr. op kaart zoeken" verschijnt automatisch op het scherm. Kies "TELEFOONNR." en druk op ENTER. De cijferset verschijnt.
Tips
3
Als er nog geen telefoonnummer is opgeslagen, verschijnt "Er zijn geen telefoonnummers beschikbaar" op het scherm.
Zoeken van een punt op de kaart
Een toeristenpunt zoeken aan de hand van het telefoonnummer. (geavanceerde zoekfunctie)
Voer het telefoonnummer in voor het punt na stap 3 tot 4 van "Een bestemming zoeken aan de hand van het telefoonnummer" (pagina 21).
25
Zoeken van een punt op de kaart
Verschuiven van de wegenkaart voor het opzoeken van een bepaald punt U kunt de wegenkaart met de joystick in acht verschillende richtingen schuiven. Om een bepaald punt te vinden, kijkt u eerst op een wegenkaart waarop een groot gebied wordt afgebeeld en zoekt daarop de plaats waar het punt zich ongeveer bevindt. Vervolgens zoomt u in om een meer gedetailleerde kaart te verkrijgen. Wanneer het punten-menu verschijnt, kunt u uw route door middel van een druk op de toets opzoeken. (Zie blz. 35.)
1
2
Zoeken van een locatie via het invoeren van de breedteen lengtegraad Als u de breedte- en lengtegraad van de locatie weet, kunt u de locatie opzoeken door deze getallen in te voeren.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "COÖRDINATEN" in het submenu en druk dan op de ENTER toets.
2
Het breedte/lengtegraad-invoerscherm verschijnt. Gebruik de joystick voor het kiezen van de cijfers en druk vervolgens op de ENTER toets. Zorg dat u alle cijfers invoert. Kies "EINDE" wanneer u klaar bent met het invoeren van de cijfers en druk dan op de ENTER toets.
Duw de joystick van de afstandsbediening in een van de acht richtingen terwijl de wegenkaart op het scherm wordt weergegeven.
De wegenkaart schuift in de richting waarin de joystick wordt geduwd.
Naar vorige of volgende kolom
(Joystick wordt naar rechts gedrukt)
Er zijn twee snelheden voor de verschuiving van de wegenkaart, afhankelijk van hoe lang tegen de joystick wordt gedrukt. • Om de route te zoeken, verschuift u de kaart totdat het bestemmingspunt onder het dradenkruis ligt en vervolgens drukt u op de ENTER toets. (Zie blz. 35.) • Druk tweemaal op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm.
3
De wegenkaart kan niet verschoven worden wanneer een menuscherm getoond wordt. In dat geval dient u eerst op de POS. toets te drukken zodat het wegenkaartscherm verschijnt en daarna kunt u de kaart verschuiven.
De positie die correspondeert met de ingevoerde breedte- en lengtegraad verschijnt onder het dradenkruis en u ziet tevens het punten-menu op het scherm. • Zie blz. 35 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. • Druk tweemaal op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het puntenmenu niet verschijnen.
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Tips
26
3
4
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Oproepen van thuisadres/vertrekpunt/ tussenpunt/vorige bestemming Als u uw huisadres/vertrekpunt/tussenpunt/vorige bestemming in het geheugen geregistreerd heeft, kunt u dit punt via een eenvoudige bediening oproepen. Zie blz. 29 voor nadere bijzonderheden betreffende het registeren van een van deze punten. Onder het vertrekpunt wordt de huidige positie van het voertuig op de route verstaan.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu en selecteer dan het punt dat u wilt zien: THUIS, VERTREKPUNT, TUSSENPUNT of VORIGE BESTEM. Druk vervolgens op de ENTER toets. Wanneer "Thuis" gekozen wordt
Het gekozen punt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart. Bij het oproepen van uw huisadres verschijnt tevens het puntenmenu. • Zie blz. 34 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. • Druk tweemaal op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het puntenmenu niet verschijnen.
3
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Als er geheugenpunten geregistreerd zijn, kunt u deze punten via een eenvoudige bediening oproepen. Zie blz. 29 voor nadere bijzonderheden betreffende het registeren van geheugenpunten.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GEHEUGEN PUNT" in het submenu en druk dan op de ENTER toets.
2
Het scherm met de geregistreerde geheugenpunten verschijnt. Kies het gewenste geheugenpunt en druk dan op de ENTER toets.
3
Het gekozen geheugenpunt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart en tevens ziet u het punten-menu op het scherm. • Zie blz. 35 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. • Druk tweemaal op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het puntenmenu niet verschijnen.
4
Zoeken van een punt op de kaart
2
Oproepen van geheugenpunten
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
27
Zoeken van een punt op de kaart
Zoeken van belangrijke punten in uw omgeving
3
Het autonavigatiesysteem kan vijf belangrijke punten in een straal van 10 km (6 mijls) rondom het dradenkruis aangeven zoals ziekenhuizen, parkeergarages, benzinestations, restaurants, spoorwegstations, vliegvelden, hotels, toeristen-informatiebureau's en veerboten. U kunt deze punten vervolgens als uw bestemming ingeven.
1
Toont de afstand/ richting vanaf de huidige voertuigpositie tot de locale punten (gerangschikt op afstand).
Roep bij gebruik van een van de zoekfuncties het PUNT INSTELLEN menu op of druk op de LO.PT. toets van de afstandsbediening (RUE-4131). Kies vervolgens "LOKALE PUNTEN" en druk dan op de ENTER toets.
• Zie blz. 35 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. • Druk tweemaal op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het puntenmenu niet verschijnen.
4 2
28
De lijst met locale punten verschijnt. Kies het gewenste punt en druk dan op de ENTER toets.
Het gekozen punt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart en tevens ziet u het punten-menu op het scherm. Kies het gewenste toeristenpunt en druk op ENTER.
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Vastleggen van punten in het geheugen verschijnt een bericht waarin Registreren van uw wordt of u dit punt als u 3 Ergevraagd huisadres wilt registreren. huisadres
Als u dit inderdaad wilt doen, kiest u "JA" en drukt dan op de ENTER toets.
U dient te beginnen met het registreren van uw huisadres. Wanneer u dit eenmaal gedaan heeft, is het instellen van de bestemming bij terugkeer naar huis bijzonder eenvoudig. Gebruik een zo gedetailleerd mogelijke wegenkaart om een nauwkeurige instelling te kunnen maken.
1
Deze vraag verschijnt als u nog geen huisadres heeft geregistreerd.
Breng het punt op de kaart dat u wilt registreren als uw huisadres onder het dradenkruis of plaats uw voertuig voor uw eigen huis. Druk vervolgens op de ENTER toets.
Tips
4
Als u "NEE" kiest of als u geen keuze maakt, wordt het punt als een normaal geheugenpunt vastgelegd met het laagste geheugennummer dat vrij is.
De geheugenpuntenlijst verschijnt voor 5 seconden waarmee wordt aangegeven dat de procedure is voltooid. Vervolgens verschijnt de wegenkaart weer op het scherm. Druk op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm.
2
Het punten-menu verschijnt. Kies "GEHEUGEN PUNT" en druk op de ENTER toets.
5
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. Vastleggen van punten in het geheugen
29
Vastleggen van punten in het geheugen
Registreren van andere punten in het geheugen
2
De geheugenpuntenlijst verschijnt voor 5 seconden waarmee wordt aangegeven dat de procedure is voltooid. Vervolgens verschijnt de wegenkaart weer op het scherm. • Druk op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm.
U kunt in totaal 199 punten van de kaart in het geheugen vastleggen, zoals bijvoorbeeld plaatsen waar u vaak voor werk of recreatie naar toe gaat. Gebruik een zo gedetailleerd mogelijke wegenkaart om een nauwkeurige instelling te kunnen maken.
1
Zoek het gewenste toeristenpunt en laat het puntmenu verschijnen. Kies "GEHEUGEN PUNT" en druk op de ENTER toets.
3
Nadat de bevestigingsmelding is verschenen, wordt weer de wegenkaart op het scherm getoond.
• Het geheugensymbool verschijnt bij het geregistreerde punt. • Het punt wordt geregisteerd met het laagste geheugennummer dat vrij is.
4
30
Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Bewerking van geheugenpunten Bewerken van uw geheugenpunten nummer/symbool/ naam/telefoonnummer/positie/speciale informatie
a c d e f
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GEH.PUNTEN BEW." in het submenu en druk dan op de ENTER toets.
Het gekozen punt wordt op de wegenkaart aangegeven. b Wissen De bevestigingsmelding voor het verwijderen verschijnt. (Zie onder.) g
c
d
e
2
f
9
3
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm verschijnt. Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen en druk dan op de ENTER toets.
h
i
Kies "Ja" om de bewerking uit te voeren. Nummer Wijzigen van het nummer van het geheugenpunt. A Zie "Nummer wijzigen" op blz. 32. Symbool Kiezen van een symbool voor het geheugenpunt. A Zie "Symbool toevoegen" op blz. 32. Naam Toevoegen van een naam aan het geheugenpunt. A Zie "Benaming" op blz. 33. Kies "Ja" om te wissen. Naam 2 U kunt een tweede naam geven aan een geregistreerd punt. A Zie "Benaming" op blz. 33. Telefoonnummer Toevoegen van een telefoonnummer aan het geheugenpunt. A Zie "Telefoonnummer toevoegen" op blz. 33. Positie Veranderen van de positie van het geheugenpunt. A Zie "Positie van geheugenpunt veranderen" op blz. 34. Speciale instelling Toevoegen van speciale informatie zoals wegen die u wilt vermijden, waarschuwingspieptonen enz. A Zie "Speciale instellingen" op blz. 34.
(Wordt vervolgd)
Bewerking van geheugenpunten
De geheugenpuntenlijst verschijnt. Kies het geheugenpunt dat u wilt bewerken en druk dan op de ENTER toets.
g h i
a Wegenkaart-weergave
Indien gewenst, kunt u de geheugenpunttelefoonnummers wijzigen of symbolen/namen aan de geheugenpunten toevoegen.
1
b
31
Bewerking van geheugenpunten Nummer wijzigen
Symbool toevoegen
4
Kies "Nr." en druk op de ENTER toets.
4
Kies "SYMBOOL" en druk op de ENTER toets.
5
Er verschijnt een lijst. Kies het gewenste nummer en druk op de ENTER toets.
5
Er verschijnt een lijst met symbolen. Kies het gewenste symbool en druk op de ENTER toets.
6
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm met het gewijzigde nummer verschijnt.
6
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm met het gekozen symbool verschijnt.
Tips
32
a De symbolen die u instelt worden ook op de wegenkaart getoond. Tijdens het rijden en tijdens het verschuiven van de kaart zijn de symbolen op de kaart niet gekleurd. a U kunt kiezen uit vijf symbolen voor uw huisadres en 15 symbolen voor de andere geheugenpunten.
Benaming
Telefoonnummer toevoegen
4
Kies "NAAM" en druk op de ENTER toets.
4
Kies "TEL. Nr." en druk op de ENTER toets.
5
De letterset verschijnt op het scherm. Kies de gewenste letters en druk telkens na het kiezen van een letter op de ENTER toets.
5
De cijferset verschijnt. Kies de gewenste cijfers en druk telkens na het kiezen van een cijfer op de ENTER toets. Nadat 11 cijfers zijn ingevoerd, verschijnt automatisch het geheugenpuntbewerkingsscherm. Wilt u een 9 cijferig telefoonnummer invoeren, selecteer dan "EINDE" en druk vervolgens op de ENTER toets na het invoeren van het laatste cijfer.
b
a
c d e
a Spatie b Hier verschijnen de ingevoerde
letters. c Selecteer deze EIND nadat u alle
letters ingevoerd heeft. d Wistoets
Wissen van de vorige letter.
6
Selecteer "EINDE" nadat u alle letters ingevoerd heeft en druk daarna op de ENTER toets.
7
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm met de ingevoerde nieuw naam verschijnt.
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm met het ingevoerde nieuw telefoonnummer verschijnt.
Tips
Telefoonnummer wijzigen: U kunt een bestemming of toeristenpunt zoeken aan de hand van het telefoonnummer dat hier wordt ingevoerd of gewijzigd. (Zie pagina 21 en 25).
(Wordt vervolgd)
Bewerking van geheugenpunten
e Terug/vooruit
6
33
Bewerking van geheugenpunten Positie van geheugenpunt veranderen
4
Kies "POSITIE" en druk op de ENTER toets.
5
Het dradenkruis staat boven het geheugenpunt waarvan de positie veranderd wordt. Gebruik de joystick om de wegenkaart te verschuiven.
6
Druk op de ENTER toets.
Nadat de bevestigingsmelding is verschenen, wordt weer het geheugenpunt-bewerkingsscherm getoond.
Speciale instellingen
34
4
Kies "SPECIAAL" en druk op de ENTER toets.
5
De lijst met speciale instellingen verschijnt. Kies het gewenste onderdeel en druk op de ENTER toets.
L Instellen van punten die u wilt vermijden (TE VERMIJDEN PUNT) • Gebruik deze optie wanneer u bepaalde punten wilt vermijden bij het uitstippelen van de routes. De routes worden dan zo opgesteld dat de betreffende plaatsen vermeden worden. • U kunt maximaal vijf punten instellen die vermeden moeten worden. (Deze worden aangegeven als X0 t/m X4 in de lijst.) L Instellen van punten waar een pieptoon moet klinken (ALARM PUNT) • Gebruik deze optie wanneer u wilt dat er een pieptoon klinkt wanneer u tijdens het rijden een bepaald punt nadert (bijv. een kruising waar vaak verkeersongelukken optreden). • U kunt maximaal 10 punten instellen (inclusief de rijrichting) waar een pieptoon moet klinken (B0 t/m B9). L Instellen van de rijrichting waarbij de pieptoon moet klinken (ALARM RICHTING) • Zie "Corrigeren van de richting" op blz. 45 voor nadere bijzonderheden betreffende het instellen van de rijrichting. • Het punt waar een pieptoon moet klinken en de rijrichting kunnen gelijktijdig worden vastgelegd. Dit betekent dat u het systeem bijvoorbeeld een pieptoon kunt laten produceren wanneer u langs Utrecht komt, enkel als u op weg bent van Eindhoven naar Amsterdam. • U kunt maximaal 10 pieptoon-punten met rijrichting instellen (B0 t/m B9). L Instellingen laten vervallen (GEEN) • Gebruik deze optie wanneer u de instellingen voor de te vermijden punten/ pieptoon-punten/pieptoon-punten met rijrichting, wilt laten vervallen.
6
Het scherm voor het invoeren van de instelling verschijnt. Maak de gewenste instelling en druk dan op de ENTER toets.
7
Het geheugenpunt-bewerkingsscherm verschijnt.
Uitstippelen van de route Wanneer de route gevonden is, Instellen van de bede vereiste tijd en de 5 verschijnen afstand naar de bestemming op het stemming
scherm.
Wanneer u de plaats gevonden heeft waar u naar toe wilt gaan, kunt u het autonavigatiesysteem de route voor u laten uitstippelen.
1
Zoek uw bestemming op de wegenkaart en druk dan op de ENTER toets. Zie blz. 16 – 27 voor het zoeken van de bestemming op de wegenkaart.
Tips
6 2
Het punten-menu verschijnt. Kies "BESTEMMING" en druk dan op de ENTER toets.
De scherm-inhoud wordt bepaald door de instellingen die gemaakt zijn bij de "GIDS" optie (zie blz. 44).
De route wordt op het scherm weergegeven. De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden.
Route naar bestemming
3
Wanneer het zoeken van de route begint, verschijnt op het scherm de melding "Berekening met snelweg voorkeur (of berekening met normale-wegen-voorkeur)". Wilt u omschakelen van autosnelwegvoorkeur naar normale-wegen-voorkeur, of omgekeerd, druk dan op de ROUTE toets terwijl deze melding wordt getoond.
U ziet het routezoekscherm.
LET OP
De route naar uw bestemming wordt automatisch gezocht in de "autosnelwegvoorkeur" of de "normale-wegen-voorkeur" stand. De beginmelding bij het zoeken van de route toont welke voorkeur is ingeschakeld. Wilt u deze instelling veranderen, druk dan op Tips de ROUTE toets terwijl deze melding getoond wordt. Bij indrukken van de ROUTE toets wordt beurtelings omgeschakeld tussen de "autosnelweg-voorkeur" of de "normalewegen-voorkeur" stand.
NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatie-systeem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt.
Uitstippelen van de route
4
Tips
a Met een druk op de toets wordt omgeschakeld tussen het basis-rijinstructiescherm en het detailwegenkaartscherm. a Nadat u op uw bestemming bent aangekomen, dient u de bestemming te wissen (zie blz. 39). Als u dit niet doet, worden de instructies herhaald wanneer u weer gaat rijden. Bij het wissen van de bestemming komen tevens de tussenpunten te vervallen.
35
Uitstippelen van de route
Instellen van tussenpunten
4
Nadat de route gevonden is, wordt uw huidige positie op het scherm aangegeven. De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden.
U kunt vijf tussenpunten instellen tussen uw huidige voertuig-positie en uw eindadres. Stel de tussenpunten in nadat het autonavigatiesysteem de route naar uw bestemming heeft uitgestippeld.
1
Zoek het gewenste tussenpunt op de wegenkaart en druk dan op de ENTER toets.
2
Het punten-menu verschijnt. Kies "TUSSENPUNT" en druk dan op de ENTER toets. Tips
a De tussenpunten worden aangegeven door , … en de bestemming wordt aangegeven door . a Wanneer u de bestemming wist, worden tevens de tussenpunten gewist. a Indien u niet meer naar een bepaald tussenpunt wilt gaan, dient u dit te wissen. Als dit niet gedaan wordt, zal het autonavigatiesysteem u naar dit punt blijven leiden. De hele route is blauw gekleurd.
• Herhaal stap 1 en 2 voor ieder tussenpunt dat u wilt instellen. • De tussenpunten dienen vanaf de huidige voertuig-positie in oplopende volgorde te worden genummerd (TUSSENPUNT 1, TUSSENPUNT 2, TUSSENPUNT 3 enz.). Maximaal kunnen vijf tussenpunten worden ingesteld.
3
Stel het laatste tussenpunt in en druk dan op de ENTER toets. Druk vervolgens op de POS. toets.
Tussenpunt 1 Huidige Present car voertuigposition positie
Waypoint1
Tussenpunt 2
Waypoint2 Waypoint3 Tussenpunt 3 Destination Bestemming
Het routezoekscherm verschijnt.
LET OP NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatie-systeem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt.
36
Zoeken van een alternatieve route Het systeem kan drie verschillende soorten routes zoeken: aanbevolen routes, kortste routes of andere mogelijke routes. Schakel de zoekbewerking in nadat u de route heeft ingesteld.
1
2
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ALTERN. ROUTE" en druk dan op de ENTER toets.
Tips
Meteen nadat u een route heeft uitgestippeld, kunt u de ROUTE toets gebruiken om een alternatieve route te zoeken. 1. Druk meteen nadat u een route heeft uitgestippeld op de ROUTE toets. Het NIEUWE ROUTE menu verschijnt. Als u "OPN.-ZOEKEN" kiest: Het systeem schakelt om tussen zoeken rondom uw voertuig-positie → zoeken naar bestemming → voorkeur-selectie. Als u "ROUTE 1 /ROUTE 2" kiest: De reeds gevonden routes worden weergegeven. 2. Druk op de POS. toets wanneer u geen keuze maakt.
Er verschijnt een submenu op het scherm. Kies het gewenste menuonderdeel en druk dan op de ENTER toets.
LET OP
Tips
Uitstippelen van de route
a Met de ROUTE toets kunt u een van de twee route-typen kiezen. a In sommige gevallen, bijv. wanneer de afstand erg kort is, is het mogelijk dat er geen twee routes mogelijk zijn.
NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt.
37
Uitstippelen van de route
Instellen van de route-opties
1
2
Controleren van de gevonden route
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE VOORKEUR" en druk dan op de ENTER toets.
Er verschijnt een submenu op het scherm. Gebruik de joystick om de gewenste instelling te kiezen en druk dan op de ENTER toets.
Voordat u vertrekt, verdient het aanbeveling de volledige route op het scherm te laten verschijnen en de route te controleren.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE WEERGAVE" en druk dan op de ENTER toets.
2
De wegenkaart wordt zodanig aangepast dat de volledige route op het scherm kan worden weergegeven.
a b c d
a HERBEREK.
Kies "AUTO" om automatisch een nieuwe route te zoeken wanneer u de oorspronkelijke route verlaat. b AUTOSNELWEG Kies "Ja" voor autosnelweg-voorkeur of "Nee" voor normale-wegen-voorkeur. c TIJD TOEGANKELIJKE WEG Kies "AAN" om een route te zoeken via private wegen. Kies "UIT" indien u geen private wegen wenst te gebruiken. d Er zijn drie instellingen voor de voorkeursroute. Kies de gewenste instelling. • KORTSTE: De kortste route. • SNELSTE: De snelste route. • HOOFDWEG: Gebruik van hoofdwegen (geen secundaire wegen).
Tips
3
Uw huidige positie, de tussenpunten en het bestemmingssymbool worden eveneens getoond.
Druk op de POS. toets om terug te keren naar het normale wegenkaartscherm.
LET OP
38
NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt.
Wijzigingen aanbrengen in de route Indient gewenst, kunt u bepaalde gedeelten van de route laten vervallen, de voorkeursinstelling (autosnelweg ↔ normale wegen) veranderen of diverse andere route-wijzigingen uitvoeren.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE BEWERKEN" en druk dan op de ENTER toets.
2
Het route-bewerkingsscherm verschijnt. Wist de huidige route
Tussen twee punten van de route
Kies het gedeelte van de route dat het punt dat u wilt wijzigen u wilt wijzigen (XX.X km autosnel3b (BESTEMMING/TUSSENPUNT 1/ 3a Kies weg) en druk dan op de ENTER VERTREKPUNT) en druk dan op de toets.
ENTER toets. Als bestemming gekozen wordt: De wegenkaart voor het gebied rondom de bestemming verschijnt. De bestemming en de tussenpunten worden gewist als u "ALLES WISSEN," dan "JA" kiest in het bevestigingsvenster.
Als tussenpunt gekozen wordt:
Als vertrekpunt gekozen wordt: De wegenkaart voor het gebied rondom het vertrekpunt verschijnt.
Voorkeur voor autosnelwegen/normale wegen Route wordt gewist
Toont de voorkeursinstelling voor een bepaald gedeelte van de route
voertuig-positie wordt op het scherm aangegeven. 4b De Uitstippelen van de route
U krijgt geen instructies voor de route via het ingegeven tussenpunt.
De wegenkaart voor het gebied rondom het tussenpunt verschijnt. Het gekozen tussenpunt wordt gewist als u "WISSEN," dan "JA" kiest in het bevestigingsvenster. U krijgt instructies voor de route via het ingegeven tussenpunt.
Als de route-instelling gewijzigd wordt, zal automatisch een nieuwe route worden uitgestippeld.
het gewenste onderdeel in het 4a Kies submenu. Het gekozen onderdeel wordt op het scherm weergegeven.
39
Uitstippelen van de route
— Wijzigen van de volgorde van de tussenpunten overeenkomstig uw reisschema U kunt het autonavigatiesysteem automatisch de volgorde van de tussenpunten laten wijzigen zodat deze gerangschikt worden op basis van de afstand tot de huidige voertuig-positie, of u kunt de volgorde van de tussenpunten naar eigen wens handmatig wijzigen.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu en druk dan op de ENTER toets.
2
Het "Route bewerken" menu verschijnt. Kies "ROUTE BEWERKEN" en druk op de ENTER toets. Het route-bewerkingsmenu verschijnt.
KORTST "KORTST" en druk op de ENTER toets. 3a Kies
Het autonavigatiesysteem zoekt de kortste route. U ziet de bestemming en de tussenpunten op het scherm.
vraag "Inclusief uw bestemming?" verschijnt. Als uw ant4a De woord ja is, kiest u "Ja" en drukt dan op de ENTER toets.
Als uw antwoord nee is, kiest u "Nee" en drukt dan op de ENTER toets. De volgorde van de tussenpunten (exclusief de bestemming) wordt gewijzigd zodat deze gerangschikt worden op basis van de afstand tot de huidige voertuig-positie. Ga vervolgens door naar de volgende stap.
reisschema met de nieuwe volgorde verschijnt op het scherm. 5a Het Als dit in orde is, kiest u "EINDE" en drukt dan op de ENTER toets. Als u niet tevreden bent met de nieuwe volgorde, kunt u het oorspronkelijke reisschema weer instellen door "RESET" te kiezen en dan op de ENTER toets te drukken.
autonavigatiesysteem zoekt de 6a Het nieuwe route en toont het reisschema op het scherm.
40
SORT "SORT." en druk op de ENTER toets. 3b Kies
nu eerst de bestemming en druk dan op de ENTER toets. Kies 4b Kies vervolgens de gewenste volgorde van de tussenpunten.
Het reisschema met de nieuwe
verschijnt op het scherm. 5b volgorde Als dit in orde is, kiest u "EINDE" en drukt dan op de ENTER toets. Als u niet tevreden bent met de nieuwe volgorde, kunt u het oorspronkelijke reisschema weer instellen door "RESET" te kiezen en dan op de ENTER toets te drukken.
6b
Het autonavigatiesysteem zoekt de nieuwe route en toont het reisschema op het scherm. Uitstippelen van de route
41
Uitstippelen van de route
Rijsimulatie Om de gevonden route te controleren, kunt u een rijsimulatie uitvoeren door de optie "Info" in het hoofdmenu te kiezen en vervolgens de optie "DEMONSTRATIE". Het symbool voor de huidige voertuig-positie volgt dan de route en u hoort en ziet de instructies die verschaft zullen worden, zoals bijvoorbeeld de instructies bij kruisingen e.d. Indien er een tussenpunt(en) is ingesteld, wordt de rijsimulatie tot aan het tussenpunt uitgevoerd. Als dit niet het geval is, wordt de rijsimulatie tot aan de bestemming uitgevoerd.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Info" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DEMONSTRATIE" en druk dan op de ENTER toets.
3
Druk op de RETURN toets om de rijsimulatie te stoppen. U ziet de melding "Demonstratie gestopt" waarna weer de wegenkaart op het scherm verschijnt.
Tips
Tijdens de rijsimulatie kunnen de volgende toetsen gebruikt worden: , VOICE, POS., OFF en RETURN.
* Bij gebruik van de rijsimulatiefunctie worden de gesproken instructies eerst in de ingestelde taal gegeven en daarna in de andere talen. Er wordt bijvoorbeeld in de onderstaande volgorde tussen de talen omgeschakeld. → Duits → Engels → Frans → Italiaans Spaans ← Nederlands ←
Tips
2
De rijsimulatie voor het gekozen gebied begint.
Tips
42
a De bevestigingsmelding verschijnt alleen als er een bestemming is ingesteld. a Tijdens de rijsimulatie kunnen de volgende toetsen gebruikt worden: , VOICE, POS., OFF en RETURN.
Met een druk op de toets wordt omgeschakeld tussen het basis-rijinstructiescherm en het detail-wegenkaartscherm.
Opmerking: Nadat de rijsimulatie is afgelopen, dient u de gewenste taal opnieuw in te stellen zoals beschreven op blz. 13.
Het systeem aan uw wensen aanpassen Scherm-instellingen
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DISPLAY" en druk dan op de ENTER toets. U ziet nu het scherm waarop u de gewenste scherm-instellingen kunt maken.
Tips
De wegenkaart-weergave kan rechtstreeks met behulp van de afstandsbediening worden veranderd. Wanneer u de POS. toets op de afstandsbediening ingedrukt houdt, verandert de wegenkaart-weergave als volgt: NOORDEN ↔ HEAD-UP
Weergeven van speciale punten in uw omgeving U kunt vijf speciale punten (zoals parkeergarages, restaurants, benzinestations en hotels) in de buurt van de huidige voertuig-positie op het scherm weergeven.
2
Kies het gewenste menu-onderdeel met de joystick en druk dan op de ENTER toets.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DISPLAY" en druk dan op de ENTER toets.
a Wegenkaart-weergave NOORDEN: De wegenkaart wordt altijd afgebeeld met het noorden boven. HEAD-UP: De wegenkaart wordt altijd afgebeeld met de richting waarin u rijdt boven. b Wegenkaart-kleur DAG: Felle kleuren voor goede afleesbaarheid. NACHT: Donkere kleuren voor minimale schittering. AUTOM. OMSCHAKELEN: Automatisch omschakelen tussen dag/nachtinstelling, afhankelijk van de dimschakelaar van het voertuig. c Afgelegde weg AAN: De afgelegde weg wordt in intervallen van 100 meter tot maximaal 50 km op het scherm afgebeeld. Wanneer deze afstand wordt overschreden, wordt het eerste gedeelte van de afgelegde weg gewist. UIT: De afgelegde weg wordt niet aangegeven. WIS: Wissen van de afgelegde weg. d Voor weergave van speciale punten in uw omgeving (zie "Weergeven van speciale punten in uw omgeving" voor nadere bijzonderheden)
Het scherm waarop u de scherm-instellingen kunt maken verschijnt.
2
Kies "CATEGORIE KEUZE" en druk dan op de ENTER toets.
a
b c
a AAN:
De speciale punten in de gekozen categorieën worden op de wegenkaart getoond. b UIT: De speciale punten worden niet getoond. c CATEGORIE KEUZE: Het categorieën-selectiemenu verschijnt.
3
Het categorieën-selectiemenu verschijnt. Kies de gewenste categorie(ën) en druk dan op de ENTER toets. U kunt maximaal vijf categorieën kiezen.
4
Druk op de POS. toets om terug te keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie.
Het systeem aan uw wensen aanpassen
a b c d
43
Het systeem aan uw wensen aanpassen
Rijgids-instellingen
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GIDSEN" en druk dan op de ENTER toets.
2
Het submenu verschijnt op het scherm. Kies het gewenste menuonderdeel met de joystick en druk dan op de ENTER toets.
Instellen van de klok
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu. Kies dan "TIJD" en druk op de ENTER toets.
2
Het "Instellingen tijd" menu verschijnt. Kies de gewenste optie en druk op de ENTER toets. a b c d
a a Onderbreking door gesproken instructies AAN: U hoort de gesproken instructies ook als er een radio-uitzending wordt ontvangen. UIT: U hoort de gesproken instructies in dit geval niet.
Tips
Afhankelijk van de gebruikte apparatuur is het mogelijk dat deze functie niet werkt. Raadpleeg uw Alpine dealer tevens voor de geluidsapparatuur die gebruikt moet worden.
a Kloktijd-aanduiding Als de "AAN" instelling wordt gekozen, bepaalt het systeem de kloktijd op basis van het tijdssignaal dat ontvangen wordt van de GPS (Global Positioning System) satellieten. De tijd wordt links op het scherm aangegeven. U hoeft de klok in dit geval niet met de hand in te stellen. b Zomertijd-instelling Kies de "AAN" instelling voor het aangeven van de zomertijd. c Aanduiding van de verwachte aankomsttijd en reistijd Als de "AAN" instelling wordt gekozen, bepaalt het systeem de aankomsttijd en de reistijd tot de bestemming nadat de route naar de bestemming is gevonden. De analoge klok toont de verwachte aankomsttijd en deze tijd wordt automatisch bijgesteld naarmate de reis vordert. De digitale klok toont de verwachte reistijd en deze tijd wordt eveneens automatisch bijgesteld naarmate de reis vordert. d Instelling van de gemiddelde rijsnelheid voor het berekenen van de reistijd Zie stap 3 en 4.
3 44
Kies "SNELWEG" of "NORM." (normale weg) voor het instellen van de gemiddelde rijsnelheid.
4
Het scherm voor de gekozen menu-optie verschijnt. Duw de joystick naar rechts of links om de rijsnelheid te verhogen of verlagen. Nadat u de instelling heeft gemaakt, drukt u op de ENTER toets om de procedure af te sluiten.
Corrigeren van de richting Als de ware richting van uw voertuig en de richting van het voertuig-positie symbool dat getoond wordt, niet hetzelfde zijn, kunt u de richting van het symbool veranderen door de onderstaande procedure te volgen.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "KALIBRATIE" en druk dan op de ENTER toets.
2
Er verschijnt een submenu. Kies de optie "RICHT. CORR." en druk dan op de ENTER toets.
3
Het richting-correctiescherm verschijnt. Duw de joystick naar links of rechts om de richting te corrigeren.
(Autosnelweg)
(Normale weg)
Tips
4
Het systeem aan uw wensen aanpassen
Opmerking: Stel de snelheid niet hoger in dan de wettelijke maximumsnelheid.
U kunt het pijltje ook draaien met de draaiknop op de afstandsbediening.
Druk op de ENTER toets zodra u de gewenste afstelling heeft gemaakt. Het voertuig-positie symbool wijst nu in de juiste richting.
45
Het systeem aan uw wensen aanpassen Verschuiven van het beeld op de monitor Bij sommige monitors is het beeld van het autonavigatiesysteem niet midden op het scherm. U kunt het beeld verschuiven zodat dit precies midden op het monitorscherm is.
1
2
3
4
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "KALIBRATIE" en druk dan op de ENTER toets.
46
Het autonavigatiesysteem meet de afgelegde afstand aan de hand van de snelheidsmeterpulsen. Aangezien de snelheidsmeterpulsen verschillen afhankelijk van het voertuig en de bandenmaat, dient u bij de aanschaf van een nieuw voertuig of nieuwe banden, de snelheidsmeterpulsen te vergelijken met de afstand gemeten door de GPS golven, zodat de afstandscoëfficiënt opnieuw gecalibreerd wordt. U kunt op het scherm controleren of de snelheidsmeterpulsen geteld worden.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "KALIBRATIE" en druk dan op de ENTER toets.
2
Er verschijnt een submenu. Kies de optie "COEFFICIENT" en druk dan op de ENTER toets.
3
Kies de optie "GELEERDE WAARDEN WISSEN" en druk dan op de ENTER toets.
Er verschijnt een submenu. Kies de optie "SCHERM CORR." en druk dan op de ENTER toets.
Het afstelscherm verschijnt.
a b
Duw de joystick in de gewenste richting totdat het beeld midden op het scherm is. Het beeld schuift in de richting waarin u de joystick duwt.
5
Afstandscoëfficiënt
Druk op de ENTER toets. Het beeld is nu midden op het monitorscherm.
c
a Het calibratieniveau wordt door middel van een streepjesgrafiek aangegeven. b De cumulatieve telling van de snelheidsmeterpulsen wordt aangegeven. c Als u deze functie kiest na het vervangen van de banden, is de tijd vereist voor de correctie korter.
4
Er verschijnt een melding waarin gevraagd wordt of u de wisopdracht wilt uitvoeren. Kies "Ja" als u dit inderdaad wilt doen.
Extra voorzieningen GPS informatiescherm Het GPS informatiescherm toont de GPS signalen die ontvangen worden. Wanneer de foutmarge voor de huidige voertuig-positie te groot is, kunt u aan de hand van dit scherm controleren hoeveel GPS signalen u ontvangt. U kunt tevens de huidige richting van uw voertuig zien en de rijsnelheid.
1
Kilometerteller De kilometerteller toont de afgelegde afstand/reistijd sinds het autonavigatiesysteem werd ingeschakeld.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Info" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "REIS INFO." en druk dan op de ENTER toets.
2
De afgelegde afstand/reistijd verschijnen op het scherm.
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Info" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GPS INFO." en druk dan op de ENTER toets.
De bevestigingsmeldeing voor het terugstellen verschijnt. (Zie stap 3.)
2
Het GPS informatiescherm verschijnt.
b a
Zie "Alvorens het systeem in gebruik te nemen" op blz. 12 voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
d
Snelheidsmeter
Tips
3
Druk op de POS. toets. De wegenkaart verschijnt weer op het scherm.
3
Extra voorzieningen
a Afgelegde afstand/reistijd Afgelegde afstand/reistijd sinds het begin van de reis. b RESET Afstand/tijd op nul stellen. De bevestigingsmelding voor het terugstellen verschijnt. Kies "Ja" om de bewerking uit te voeren. c Totale afgelegde afstand Totale afgelegde afstand sinds het autonavigatiesysteem werd ingebouwd. d Ritteller e Start Afgelegde afstand sinds het contact van de auto werd ingeschakeld. Wanneer het contact wordt afgezet, komt de afgelegde afstand weer automatisch op nul te staan. f Afgelegde afstand van de vorige reis g Afgelegde afstand twee reizen geleden
Rijrichting van voertuig
a De satellieten waarvan u een signaal ontvangt zijn groen en de satellieten waarvan u geen signaal ontvangt zijn rood. Blauw betekent dat uw positie berekend wordt. a Onder de richting wordt de rijrichting van het voertuig verstaan. a De snelheidsmeter toont de rijsnelheid van het voertuig. a De SNELHEIDSPULS aanduiding knippert wanneer een snelheidsmetersignaal ontvangen wordt.
c e f g
Om de dagteller (afstand/tijd) op nul te stellen, kiest u "WISSEN" en drukt dan op de ENTER toets. Kies vervolgens "Ja" in het "Wissen?" menu en druk op de ENTER toets.
47
Extra voorzieningen
DVD-ROM informatiescherm Dit scherm toont informatie betreffende de gebruikte DVD-ROM.
1
Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Info" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DVD-ROM INFO" in het submenu en druk dan op de ENTER toets.
2
Het DVD-ROM informatiescherm verschijnt.
a
a PROGR.VERSIE Toont de versie van de DVD-ROM wegenkaart die gebruikt wordt.
3
48
Druk op de POS. toets. De wegenkaart verschijnt weer op het scherm en u ziet tevens de huidige voertuigpositie.
Memorandum
Extra voorzieningen
49
Overige informatie
Overige informatie
Plaats en functie van de toetsen op de afstandsbediening RUE-4131
RUE-4167
VO LU P
L.DN VO
1 (
ENTER
2 4
RETURN
MEN U
VOI CE
ROUTE
POS.
ENT
(
3
2
5
4
DEST.
6
7 ZOOM
9 ! #
" POWER
$
%
50
5
6
7
8
9
BS
0
OK
BAND
5
A.SEL VOICE
A.PROC DEFEAT
MUTE
ROUTE
POS.
DEST.
LO.PT. TUNER
ZOOM DISC CHG
POWER
V.SEL
NAVI POWER
NAVI OFF
7 8 ! #
(met de klep geopend)
3
4
3
"
OFF
2
LIST RETURN
9
(met de klep geopend)
1
DISP MENU
6
8 LO.PT.
1 )
&
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DEL
0
OK
$
%
&
Toets nr. 1
RUE-4131
3
MEN U
VOIC E
Druk op deze toets om nogmaals de route uit te stippelen en om autosnelweg-voorkeur of normalewegen-voorkeur bij het zoeken van de route in te stellen.
ROUTE
6 7
Druk op deze toets om terug te keren naar de huidige positie van het voertuig of om de breedte-/lengtegraad op het scherm aan te geven. Houd de toets ingedrukt voor het omschakelen tussen de weergaveschermen. (NOR.UP ↔ HEAD UP) Druk op deze toets om de huidige positie van het voertuig op het scherm aan te geven of om belangrijke lokale punten aan te geven. Bij indrukken van de toets verschijnt het selectiemenu voor de getoonde lokale punten op het scherm.
POS.
8
LO.PT.
A.SEL VOICE
BAND
A.PROC
ROUTE MUTE
DEST.
DEFEAT
POS.
LO.PT. TUNER
ZOOM
ZOOM
!
LIST RETURN
Druk op deze toets voor het oproepen van het straatnaam-invoerscherm.
DEST.
9
DISP MENU
Druk op deze toets voor gesproken instructies. Druk tevens op de toets voor het omschakelen tussen de wegenkaartfunctie en de gidsfunctie (met pijl). Schakelt tijdens de begeleiding om tussen het detailwegenkaartscherm en het basis-rijinstructiescherm.
5
ENT
Druk op deze toets voor weergave van het menuscherm. Druk op deze toets om het autonavigatiesysteem weer in de vorige zoekstand te zetten.
RETURN
4
RUE-4167
Gebruik de joystick om menu-opties te kiezen en om de wegenkaart in een van de acht richtingen te schuiven. Druk op de ENTER toets om een oplichtende menuoptie te selecteren.
ENTER
2
Beschrijving
Verhoogt of verlaagt de schaal van de kaart.
DISC
CHG
POWER
"
Inschakelen van de beeldweergave. POWER
NAVI POWER V.SEL
Uitschakelen van de beeldweergave. OFF
$
NAVI OFF
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Invoeren van nummers
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
0
%
BS
Wissen van het vorige cijfer bij het invoeren van nummers.
DEL
&
OK
Activeren van de numerieke invoer en beginnen met zoeken.
OK
—
Voor het omschakelen tussen de audio-regelfunctie en de autonavigatiesysteem-regelfunctie van de afstandsbediening.
NAVI / AUDIO
Deze knop heeft meerdere functies. Bij wegenkaartweergave: in/uitzoomen van de wegenkaart. Bij lijstweergave: doorlopen van de lijstpagina's. Bij invoeren van de coördinaten: verplaatsen van de cursor. Bij invoeren van letters: doorlopen van de letters.
(
)
Overige informatie
#
51
Overige informatie
Verhelpen van storingen Raadpleeg de onderstaande lijst als er een storing optreedt. Aan de hand van deze lijst kunt u bepalen of het systeem defect is. Indien dit niet het geval is, controleert u eerst de aansluitingen en neemt dan zonodig contact op met een officiële Alpine dealer.
Storing
Maatregel
Er is een zekering gesprongen.
Vervang de zekering door een nieuwe met het juiste amperage.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
Zorg dat de temperatuur in het voertuig lager dan 50°C wordt door bijvoorbeeld een raam open te draaien of de airconditioning aan te zetten.
Er is condenswater in het apparaat.
Wacht totdat het condenswater is verdampt (dit kan ongeveer 1 uur duren).
De huidige voertuig-positie wordt niet juist aangegeven.
De positie van het voertuig is veranderd nadat het contact is afgezet. • Het voertuig heeft op een veerboot gestaan. • Het voertuig heeft in de autolift van een parkeergarage gestaan. • Het voertuig werd door een andere wagen gesleept.
Rijd een tijdje met het voertuig terwijl het GPS signaal wordt ontvangen.
De positieberekening is erg onnauwkeurig.
Geen goede ontvangst van de GPS signalen.
Ga naar een plaats waar de ontvangst van de GPS signalen beter is.
Er verschijnt niets op het monitorscherm.
De autonavigatiesysteemaanduidingsfunctie is uitgeschakeld.
Druk op de POWER toets van de afstandsbediening.
De melding "DVDROM kan niet gelezen worden" verschijnt op het scherm.
De disk is vuil.
Reinig de disk.
De pickup-lens is vuil.
Laat de pickup-lens regelmatig schoonmaken.
De afstandsbediening werkt niet goed.
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
Vervang de batterijen van de afstandsbediening.
Er wordt niet automatisch een nieuwe route gezocht.
De "Automatisch nieuwe route zoeken" optie is niet ingeschakeld.
Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GIDSEN" en schakel de functie in. (Zie blz. 44.)
Het systeem werkt in het geheel niet.
52
Oorzaak
Er wordt een tweedimensionale positieberekening uitgevoerd.
Foutmeldingen Tijdens het gebruik van het autonavigatiesysteem verschijnen diverse meldingen op het scherm. Sommige meldingen verschaffen informatie omtrent de huidige status van het systeem of de uit te voeren bedieningsstappen, andere maken u attent op eventuele fouten in de bediening, enz. Indien een foutmelding verschijnt, dient u de aanwijzingen in de onderstaande "Maatregel" kolom op te volgen. Melding Plaats een Wegenkaart DVD-ROM.
DVD-ROM kan niet gelezen worden. Controleer de DVD-ROM.
DVD-ROM wordt gecontroleerd.
Niet bedienen tijdens het rijden. Parkeer het voertuig en voer dan de bediening uit. Huisadres is niet geregistreerd. Registreer uw huisadres alvorens deze functie te gebruiken. Niet geregistreerd. Registreer alvorens deze functie te gebruiken. Geef uw bestemming aan alvorens deze functie te gebruiken.
Er kan geen route worden gevonden. Verschuif het punt en probeer opnieuw. Er kan geen route worden gevonden. De vorige route wordt weer op het scherm aangegeven.
Kan alleen gebruikt worden na het instellen van een tussenpunt.
• De disk kan niet gelezen worden omdat er condenswater op de disk is. • De disk is pas in het station geplaatst. • De disk kon niet gelezen worden als gevolg van trillingen, enz. • De MENU toets werd ingedrukt terwijl het voertuig in beweging was. • Er werd een menu-selectie uitgevoerd terwijl het voertuig in beweging was. • U wilde het systeem een route laten uitstippelen vanaf uw huisadres, maar uw huisadres was niet geregistreerd. • U wilde het systeem een route laten uitstippelen vanaf een bepaald geheugenpunt, maar het geheugenpunt was niet geregistreerd. • U wilde het systeem een route laten uitstippelen vanaf het vertrekpunt, maar er was geen bestemming ingesteld. • Het volledige-route scherm, de volledigeroute zoekfunctie of de route-wisfunctie werd ingeschakeld terwijl er geen bestemming was ingesteld. • U probeerde een tussenpunt aan te geven terwijl er geen bestemming was ingesteld. • U probeerde meer dan 99 punten in het geheugen te registreren. • Er is geen weg in het gebied rondom de bestemming of het tussenpunt, zodat er ook geen route kan worden uitgestippeld. • Er kan geen route worden gevonden als gevolg van een bepaalde verkeerssituatie in het gebied waar gezocht wordt, enz. • Tijdens het gebruik van de routezoekfunctie wordt op de ROUTE toets gedrukt voor het omschakelen tussen autosnelweg-voorkeur/normalewegen-voorkeur, maar dan kan er geen andere route gevonden worden. • U probeerde een tussenpunt te wissen terwijl er geen tussenpunt was ingesteld.
Maatregel Plaats een disk.
Plaats een wegenkaartdisk. Neem de disk naar buiten en controleer of deze verkeerd om naar binnen gestoken was. Maak de disk indien nodig schoon en steek hem weer naar binnen. Neem de disc uit het apparaat en laat het condenswater verdampen (dit kan ongeveer 1 uur duren). Steek de disc dan weer in het apparaat. Nadat de disk gecontroleerd is, zal automatisch het volgende scherm getoond worden. Parkeer het voertuig op een veilige plaats langs de weg en trek de handrem aan. Voer vervolgens de gewenste bediening uit. Registreer uw huisadres en probeer opnieuw. Registreer het geheugenpunt en probeer opnieuw.
Stel uw bestemming in en probeer opnieuw. Stel uw bestemming in en activeer de functie opnieuw. Stel uw bestemming in en geef dan het tussenpunt aan. Wis de overbodige geheugenpunten en probeer opnieuw. Zoek een weg in de buurt van de bestemming of het tussenpunt en verplaats de bestemming of het tussenpunt naar deze weg. Verschuif het punt naar een andere plaats en druk dan op de ROUTE toets om de routezoekfunctie opnieuw in te schakelen. Gebruik de oorspronkelijke route (autosnelweg-voorkeur/normale-wegenvoorkeur) of kies een andere plaats en druk vervolgens op de ROUTE toets om de routezoekfunctie in te schakelen.
Overige informatie
Te veel geregistreerde geheugenpunten. Wis overbodige geheugenpunten. Geen wegen in het aangegeven gebied. Kies een hoofdweg in het gebied.
Oorzaak • De disk werd tijdens het gebruik uit het station verwijderd. • Bij het inschakelen van het apparaat is er geen disk in het station. • Er is een disk in het station die niet gelezen kan worden. • De disk is verkeerd om in het station gestoken.
Deze melding maakt u erop attent dat er geen tussenpunt is ingesteld. De melding zal weer spoedig verdwijnen.
53
Overige informatie
54
Referenz
Kategoriesymbole auf der Karte/Icone sulle mappe/Pictogrammen op de kaart Zeichenerklärung
Legende
Krankenhaus
Ospedale
Ziekenhuis
Hotel
Albergo
Hotel
Tankstelle
Distributore di benzina
Tankstation
Restaurant
Ristorante
Restaurant
Flughafen
Aeroporto
Luchthaven
Fähren-Anlegestelle
Terrninale ferry
Veerhaven
Parkplatz
Parcheggio
Parkeerterrein
Yachthafen
Molo
Jachthaven
P+R
P+R
P+R
Altre strutture
Andere lnrichtingen
Andere Einrichtungen
54
Legenda
Voorzorgsmaatregelen
VOORZORGSMAATREGELEN
Nederlands
BELANGRIJKE INFORMATIE. LEES DE ONDERSTAANDE INFORMATIE ZORGVULDIG DOOR ALVORENS U HET AUTONAVIGATIESYSTEEM IN GEBRUIK NEEMT. Dit autonavigatiesysteem is bedoeld om u stap voor stap tot uw gewenste bestemming te brengen. Lees de onderstaande voorzorgsmaatregelen nauwkeurig door zodat u het systeem op de juiste wijze gebruikt. ✵ Dit autonavigatiesysteem is geen vervanging voor uw eigen beoordelingsvermogen. Plaatselijke verkeersbepalingen, uw eigen beoordelingsvermogen en/of veilig rijden dienen altijd voorrang te hebben boven eventuele instructies die het systeem verschaft. Volg onder geen enkele omstandigheid de instructies van het autonavigatiesysteem indien dit zou resulteren in een onveilige of verboden manoeuvre, indien u hierdoor in een gevaarlijke situatie terecht zou komen, of als routes worden aanbevolen die u niet als veilig beschouwd. ✵ Kijk uitsluitend naar het scherm wanneer dit nodig is en als hierdoor de veiligheid op geen enkele wijze in gevaar wordt gebracht. Als u langer naar het scherm moet kijken, dient u eerst het voertuig op een veilige plaats langs de weg te parkeren. ✵ Tijdens het rijden mag u geen bestemming invoeren, instellingen veranderen of functies oproepen waarbij u langere tijd naar het scherm moet kijken en/of de afstandsbediening moet gebruiken. Parkeer het voertuig eerst op een veilige plaats langs de weg alvorens u het systeem gaat bedienen. ✵ Gebruik het autonavigatiesysteem niet wanneer u in noodgevallen de weg moet zoeken naar een politiebureau, brandweer, ziekenhuis enz. In de database van het systeem zijn namelijk niet de adressen van al deze diensten opgenomen. U dient in dergelijke gevallen uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen. ✵ De wegenkaart die op de DVD-ROM staat, bevat de meest recente informatie beschikbaar op het moment dat de disk werd vervaardigd. Aangezien echter voortdurend veranderingen in het wegennet, de straten enz. worden aangebracht, is het mogelijk dat het autonavigatiesysteem niet altijd de weg naar uw bestemming weet. In dergelijke gevallen dient u uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen.
2
✵ De wegenkaart die op de DVD-ROM staat, verschaft u informatie betreffende de route naar uw bestemming. U dient echter niet te vergeten dat het autonavigatiesysteem geen rekening houdt met de veiligheid van de route en andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op uw reisschema. Het systeem heeft ook geen informatie over wegomleggingen, plannen voor nieuwe wegen, eigenschappen van de weg (type wegdek, eventuele hellingsgraad, gewicht- of hoogte-beperkingen, enz.), files, weersomstandigheden of eventuele andere factoren die de veiligheid of de vereiste reistijd kunnen beïnvloeden. Gebruik uw eigen beoordelingsvermogen als het autonavigatiesysteem u geen alternatieve route kan geven.
✵ Er zijn gevallen waarin het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt niet juist aangeeft. Gebruik dan uw eigen beoordelingsvermogen, met inachtneming van de rijomstandigheden. Gewoonlijk zal het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt weer automatisch corrigeren. Indien dit niet gebeurt, dient u de correctie zelf uit te voeren. In dit geval parkeert u het voertuig eerst op een velige plaats langs de weg alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen. ✵ Stel de geluidssterkte van de gesproken instructies niet te hoog in, om te voorkomen dat u geluiden van buitenaf niet meer hoort. Rijden zonder dat geluiden van buitenaf hoorbaar zijn, kan resulteren in een ongeluk. ✵ Bevestig de monitor zodanig dat de bestuurder van het voertuig het scherm van de monitor in een oogopslag kan zien. Indien afstellingen vereist zijn, dient u het voertuig eerst op een veilige plaats langs de weg te parkeren. ✵ De monitor mag niet op een plaats worden aangebracht waar deze het zicht van de bestuurder zou kunnen belemmeren (het zicht op de weg, spiegels, instrumenten of rondom het voertuig), aangezien dit bijzonder gevaarlijk kan zijn tijdens het rijden. Ook dient de monitor niet op een plaats te worden ingebouwd waar deze de werking van de airbags kan hinderen. ✵ Zorg dat u altijd de veiligheidsgordel draagt wanneer het voertuig in beweging is. Dit om te voorkomen dat u bij een aanrijding tegen voorwerpen in het voertuig, inclusief het autonavigatiesysteem, wordt geslingerd. ✵ Zorg dat ook andere personen die van het autonavigatiesysteem gebruik maken deze voorzorgsmaatregelen en de hiernavolgende instructies zorgvuldig doorlezen. ✵ Indien er zaken in de gebruiksaanwijzing zijn die u niet goed begrijpt of als de bediening van het autonavigatiesysteem niet duidelijk is, dient u contact op te nemen met een officiële Alpine dealer alvorens u het systeem gaat gebruiken.
3
Voorzorgsmaatregelen
Nuttige wenken voor een veilig gebruik a Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen en zorg ervoor dat u het systeem op een veilige wijze gebruikt. Alpine kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor storingen als gevolg van het niet opvolgen van de bedieningsaanwijzingen. a In deze gebruiksaanwijzing wordt onder diverse hoofdjes informatie verschaft betreffende een veilig gebruik van het autonavigatiesysteem en eventuele gevaren als gevolg van verkeerde aansluitingen of een onjuiste bediening. Hieronder ziet u de betekenis van deze hoofdjes/symbolen. Zorg dat u weet wat de hoofdjes/symbolen betekenen zodat u optimaal profijt trekt van de informatie in de gebruiksaanwijzing.
aBetekenis van de hoofdjes/symbolen Dit symbool gaat belangrijke instructies vooraf. Waarschuwing Indien u deze niet volgt, kan dit ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
Opgelet
Tips
4
Dit symbool gaat belangrijke instructies vooraf. Indien u deze niet volgt, kan dit verwonding of beschadiging tot gevolg hebben.
Aanvullende nuttige informatie betreffende de bediening van het systeem.
Waarschuwing NIET DEMONTEREN NOCH MODIFICEREN. Om ongevallen, brand of elektrocutie te voorkomen.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. Om te voorkomen dat ze worden ingeslikt. Indien dat toch gebeurt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
VERVANG ZEKERINGEN DOOR EXEMPLAREN MET DE JUISTE AMPERAGE. Om brand of elektrocutie te voorkomen. DIT PRODUCT IS BESTEMD VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN. Indien dit product voor andere doeleinden wordt gebruikt, kan dit brand, elektrocutie of andere verwondingen tot gevolg hebben.
BEDIEN GEEN FUNCTIE WAARBIJ UW AANDACHT VAN EEN VEILIG RIJGEDRAG WORDT AFGELEID. Elke functie die langdurige aandacht vergt, mag uitsluitend worden bediend wanneer het voertuig volledig stilstaat. Stop op een veilige plek alvorens deze functies te bedienen. Indien u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR DE MONITOR TIJDENS HET RIJDEN. Door naar de monitor te kijken, kan de aandacht van de bestuurder worden afgeleid wat tot ongevallen kan leiden.
VOLG DE ROUTE-AANWIJZINGEN NIET ALS HET NAVIGATIESYSTEEM U BEVEELT EEN ONVEILIG OF VERBODEN MANOEUVER UIT TE VOEREN OF U IN EEN ONVEILIGE SITUATIE OF OMGEVING BRENGT. Dit product kan niet in uw plaats oordelen. Routeaanwijzingen van dit systeem mogen nooit in strijd zijn met de lokale wegcode, uw persoonlijk oordeel of een veilig rijgedrag.
5
Voorzorgsmaatregelen
Opgelet STOP HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT ONMIDDELLIJK INDIEN ER EEN STORING OPTREEDT. Indien u dat niet doet, kan dit leiden tot verwondingen of beschadigint van het product. Stuur het apparaat voor reparatie naar uw erkend Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre.
STEEK GEEN HANDEN, VINGERS NOCH VREEMDE VOORWERPEN IN GLEUVEN NOCH OPENINGEN. Dit kan leiden tot verwondingen of beschadiging van het product.
GEBRUIK GEEN NIEUWE BATTERIJEN SAMEN MET OUDE. PLAATS BATTERIJEN OP DE JUISTE MANIER. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat de + en – in de juiste richting wijzigen. Barsten of lekken kunnen brand of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
6
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen 4 .................................. Nuttige wenken voor een veilig gebruik 5 ........................................................................... Waarschuwing 6 ........................................................................................Opgelet
Voorwoord 8 ............................................................... Autonavigatiesysteem
Benaming en functie van de onderdelen 10 ...................................................... Afstandsbediening en display
Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen 12 ..........................................................................Hoofdapparaat 13 .................................................................. Afstandsbediening 14 .............................................. In/uitschakelen van het display
Overige informatie 15 ......................................................... Verhelpen van storingen 16 .......................................................................... Foutmeldingen 17 ............................................................. Technische gegevens
7
Preface
Voorwoord
Autonavigatiesysteem Dit autonavigatiesysteem maakt gebruik van drie verschillende inrichtingen voor het bepalen van de huidige positie van het voertuig en om de verplaatsing van het voertuig te volgen. Deze drie inrichtingen zijn: een GPS (Global Positioning System) receiver die de digitale signalen van de GPS satellieten ontvangt om de huidige positie van het voertuig te bepalen, een gyroscoop die de richting bepaalt waarin het voertuig draait en een snelheidsmeterpulssensor die bepaalt hoe ver het voertuig gereden heeft. Aangezien het systeem is uitgerust met een gyroscoop en een snelheidssensor, kan het systeem ook de positie van het voertuig aangeven en de verplaatsing van het voertuig volgen wanneer in een gebied gereden wordt waar het GPS signaal niet ontvangen kan worden. De wegenkaartgegevens staan op een DVD-ROM (los verkrijgbaar). Nadat u een bepaalde bestemming heeft ingevoerd, gebruikt het autonavigatiesysteem de wegenkaartgegevens in combinatie met de hierboven beschreven inrichtingen om de beste route voor u uit te stippelen. Op weg naar de bestemming toont het systeem op de monitor de weg, straat e.d. waar u bent en leidt u via gesproken instructies veilig en zeker naar uw eindadres.
GPS (Global Positioning System) Het systeem ontvangt de signalen van drie of meer GPS satellieten (deze worden beheerd door het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten) die op een hoogte van 21.000 km rondom de aarde cirkelen en bepaalt op basis van deze signalen via triangulatiemeting de huidige positie van het voertuig.
Benodigde tijd voor het bepalen van de huidige positie Het bepalen van de huidige positie van het voertuig begint wanneer de contactsleutel naar ACC of ON wordt gedraaid en stopt wanneer de contactsleutel weer op OFF wordt gedraaid. Wanneer de contactsleutel de eerste maal naar ACC of ON wordt gedraaid, duurt het 1 à 2 minuten voordat de huidige positie van het voertuig op het scherm kan worden aangegeven.
Mate van afwijking tot de ware positie van het voertuig Als GPS signalen van vier of meer satellieten ontvangen kunnen worden, kan een driedimensionale positie-berekening (hoogte, breedtegraad, lengtegraad) voor het voertuig worden uitgevoerd. In dit geval is de afwijking tot de ware positie van het voertuig maximaal 30 tot 200 meter (100 tot 655 feet). Als slechts van drie satellieten GPS signalen ontvangen kunnen worden, kan alleen een tweedimensionale positie-berekening (breedtegraad en lengtegraad) worden uitgevoerd, waardoor de afwijking iets groter is. Wanneer van minder dan drie satellieten GPS signalen ontvangen worden, kan het GPS de positie van het voertuig niet bepalen. Behalve de afwijkingen als gevolg van de eigenschappen van het GPS kan er ook een grotere foutmarge optreden wanneer het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten opzettelijk de accuratesse van het systeem wijzigt.
Gyroscoop
8
De gyroscoop is een sensor die nauwkeurig de hoek kan meten waarin de richting van een voertuig verandert. Gyroscopen worden gebruikt in traagheidsnavigatiesystemen voor de lucht- en scheepvaart. In uw
autonavigatiesysteem wordt de gyroscoop in combinatie met de snelheidssensor gebruikt om op plaatsen waar de GPS signalen niet doorkomen de positie van het voertuig te bepalen.
Plaatsen waar de GPS signalen gemakkelijk ontvangen kunnen worden De ontvangst van GPS signalen is optimaal in een open omgeving, d.w.z. op plaatsen zonder hoge gebouwen, bomen of andere objecten die de signalen kunnen blokkeren. Voorwoord
Plaatsen waar de GPS signalen niet ontvangen kunnen worden Op de volgende plaatsen of bij de volgende omstandigheden kunnen de GPS signalen niet ontvangen worden. In deze gevallen zorgen de gyroscoop en de snelheidssensor voor de positie-bepaling van het voertuig zodat het autonavigatiesysteem de verplaatsing van het voertuig kan blijven volgen.
In tunnels en parkeergarages
Op de onderste weg van een dubbeldecks autosnelweg
Op plaatsen met veel hoge gebouwen
Op plaatsen met veel hoge bomen
Wanneer de GPS satelliet erg laag staat (minder dan 10° boven de horizon) kan het signaal vaak niet ontvangen worden als gevolg van obstakels tussen de satelliet en het voertuig.
9
Benaming en functie van de onderdelen
Benaming en functie van de onderdelen
Afstandsbediening en display De bediening verschilt afhankelijk van de DVD-ROM die gebruikt wordt. Zie de gebruiksaanwijzing van de DVD-ROM voor nadere bijzonderheden.
Zender van afstandsbediening Dit is de zender van de afstandsbedie-ning. Richt dit gedeelte van de afstandsbediening naar de monitor wanneer u bedieningssignalen uitstuurt.
Draaiknop Heeft diverse functies: in- en uitzoomen bij kaartweergave, pagina's overlopen bij lijstweergave, cursor bedienen bij invoer, letters verplaatsen bij tekeninvoer.
Invoertoets (ENTER) Druk op deze toets om een oplichtende menuoptie te selecteren. Als u de toets indrukt totdat u een klikgeluid hoort, wordt de gekozen opdracht uitgevoerd.
Menutoets (MENU) Druk op deze toets om het hoofdmenu op te roepen. (Zie Tips)
ENTER
MEN U
RETURN
VOIC E
ROUTE
POS.
DEST.
Spraaktoets (VOICE) Druk op deze toets voor gesproken instructies. (U wordt dan tijdens het rijden via gesproken instructies naar uw bestemming geleid.)
DEST (Destination) toets
LO.PT.
ZOOM
POWER
OFF
Toont het straatinvoerscherm.
Routetoets (ROUTE) Druk op deze toets om nogmaals de route uit te stippelen of voor omschakelen tussen autosnelwegvoorkeur/normale-wegen-voorkeur bij het zoeken van de route.
Inschakeltoets (POWER On) Druk op deze toets om het beeld op het scherm te laten verschijnen.
Uitschakeltoets (Power OFF) Druk op deze toets om het beeld te laten verdwijnen.
Tips
10
a Trek de handrem aan alvorens u het menu gaat gebruiken. Indien dit niet wordt gedaan, kunt u geen bediening uitvoeren. a Als u een niet toegestane bediening uitvoert, hoort u een pieptoon. a Zie “Afstandsbediening” op blz. 13 voor nadere bijzonderheden betreffende het gebruik van de afstandsbediening. a Stel de geluidssterkte in met de geluidssterkteregelaar op de monitor, etc.
BS toets Wist het ingevoerde teken.
Cijfertoetsen • Gebruik deze toetsen om telefoonnummers, adresnummers of straatnamen met nummers (b.v., 42nd St.) in te voeren. • Raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING (geleverd met DVD-ROM) voor softwarebedieningsinstructies.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
BS
0
OK
Zend-indicator Deze indicator knippert wanneer bedieningssignalen worden uitgezonden. Gebruik de joystick om items in menu's te kiezen of de wegenkaart in één van de acht richtingen te schuiven.
Terugkeertoets (RETURN) Druk op deze toets om de vorige zoekopdracht weer in te stellen.
toets Gebruik deze toets voor het omschakelen tussen de wegenkaartfunctie en de gidsfunctie (met pijl).
Positietoets (POS.) Druk op deze toets om terug te keren naar de huidige positie van het voertuig of om de breedte-/ lengtegraad op het scherm aan te geven. Als u deze toets ingedrukt houdt, verandert de aanduiding op het scherm als volgt: → Noth-up → Heading-up
Voorbeelden van bevestiging van de stickers Bovenkant ENTER
RETURN
MENU
Zoomtoetsen (ZOOM, 5, 6)
VOICE
Gebruik deze toets om de kaartvergrotingsfactor in 13 stappen te vergroten of te verkleinen (400 km, 200 km, 100 km, 50 km, 25 km, 12 km, 6,4 km, 3,2 km, 1,6 km, 800 m, 400 m, 200 m, 100 m)
POS.
ROUTE
LO.PNT.
BEST.
ZOOM
AAN
UIT
Stickers
Locaaltoets (LO.PT.) Druk op deze toets om de huidige positie van het voertuig op het scherm aan te geven of om belangrijke locale punten aan te geven. Bij indrukken van de toets verschijnt het selectiemenu voor de getoonde locale punten op het scherm.
Benaming en functie van de onderdelen
Joystick
Tips
a Stickers voor de vijf talen (Duits, Frans, Spaans, Italiaans en Nederlands) zijn bij de afstandsbediening geleverd. Kies de stickers in de gewenste taal en bevestig hem op de afstandsbediening. a In de gebruiksaanwijzing staan de toetsen op de afstandsbediening afgebeeld in het Engels. Als u de stickers aanbrengt verandert de benaming van de toetsen. a De stickers kunnen bovenaan of onderaan op de zijkant van de afstandsbediening worden bevestigd.
Onderkant ENTER
MENU
TERUG
STEM
OK toets Om cijfers in te voeren en het zoeken te starten.
Stickers
11
Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen
Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen
Hoofdapparaat DVD-ROM klepje
a Zorg dat het schuifklepje dicht is, behalve wanneer u de DVD-ROM plaatst of uitneemt. a Draai de contactsleutel naar ACC of ON voordat u de DVD-ROM plaatst of uitneemt. Plaatsen of uitnemen van de Tips DVD-ROM is niet mogelijk wanneer de contactsleutel in de OFF stand staat. a Plaats geen DVD videodiscs of kaartDVD-ROM.
De DVD-ROM plaatsen
1
Druk lichtjes op het klepje en schuif het omlaag.
Als er al een DVD-ROM in het hoofdapparaat zit, wordt die DVDROM automatisch half uitgeworpen.
2
Plaats de DVD-ROM met de labelzijde naar boven. Nadat u de DVD-ROM gedeeltelijk naar binnen heeft geschoven, zal deze automatisch verder naar binnen worden getrokken. Tips
3
1
Druk lichtjes op het klepje en schuif het omlaag. De DVD-ROM wordt half uitgeworpen. Als de DVD-ROM niet wordt verwijderd, wordt hij na een tijdje automatisch weer in de speler getrokken. Opgelet Sluit nooit het kleppen terwijl een DVD-ROM wordt uitgeworpen om te voorkomen dat de DVD-ROM wordt gekrast of de speler beschadigd.
Raak het oppervlak van de disk niet met uw vingers aan.
Sluit het klepje. Sluit het klepje om te voorkomen dat er stof in terechtkomt.
Tips
12
De DVD-ROM verwijderen
a Een DVD-ROM is kwetsbaar. Zorg ervoor dat hij niet valt of wordt gekrast. a Hou de DVD-ROM uit de buurt van stof en vocht.
Afstandsbediening
Tips
a De afstandsbediening is een licht en compact apparaatje. Laat de afstandsbediening niet vallen en stoot deze ook nergens tegen. Steek de afstandsbediening niet in uw broekzak. Als dit wel gedaan wordt, kan de afstandsbediening beschadigd raken of kunnen de batterijen voortijdig leeg raken. a Gebruik een droge doek om de afstandsbediening schoon te maken. (Hardnekking vuil kan met een licht bevochtigde, goed uitgewrongen doek worden verwijderd.) Gebruik nooit wasbenzine, terpentijn of andere sterke oplosmiddelen voor het reinigen, aangezien de behuizing en afwerking hierdoor aangetast kunnen worden. Leg de afstandsbediening niet op het dashboard of op een andere plaats blootgesteld aan direct zonlicht.
Vervangen van de batterijen Gebruik twee AA-type batterijen
Verwijder het dekseltje.
Het batterijdeksel openen. Druk op het deksel en schuif het in de richting van de pijltjes, waarna het kan worden verwijderd.
2
3
Vervang de batterijen.
De batterijen vervangen. Verwijder de oude batterijen en plaats nieuwe met de (+) en (–) in de juiste richting zoals afgebeeld in de afstandsbediening.
Breng het dekseltje weer aan.
Het deksel sluiten. Duw het deksel in de richting van het pijltje tot u een klik hoort.
− + + −
Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen
1
Bevestiging afstandsbedieningshouder • Als de afstandsbediening is blootgesteld aan directe zonnestraling, haal ze dan uit de houder en berg ze op in het handschoenenkastje. • Als de houder niet stevig kan worden bevestigd met dubbelzijdige kleefband bevestig hem dan met schroeven. Opmerking: bevestig de dubbelzijdige kleefband met de kant van het blauwe beschermpapier op de consolebox, enz.
Versterkingsschroeven Afstandsbediening Afstandsbedieningshouder Blauw beschermpapier Consolebox enz.
Dubbelzijdige kleefband (Maak het bevestigingsvlak schoon alvorens de houder aan te brengen.)
13
Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen
In/uitschakelen van het display Het beginscherm zal automatisch verschijnen als u de contactsleutel naar ACC of ON draait, mits de monitor in de autonavigatiesysteem-weergavestand of de extern-signaal weergavestand staat.
1-1
Als het systeem voor de eerste keer wordt gebruikt, verschijnt het taalkeuzemenu. Kies met de joystick de gewenste taal (licht op). Druk vervolgens op de ENTER toets. Opmerking: Als u Engels als de taal instelt, kunt u kiezen voor afstandsindicatie in M (miil) of km (kilometer). Bij de andere talen is alleen afstandsindicatie in kilometer beschikbaar.
ENTER
1-2 2
Nadat het beginscherm is getoond, verschijnt een scherm met de titel “Lees deze informatie aandachtig!”. U dient de informatie op dit scherm aandachtig te lezen.
Druk op de ENTER toets nadat u de belangrijke informatie gelezen heeft. De wegenkaart verschijnt op het scherm. ENTER
3
Als u op de OFF toets drukt terwijl de wegenkaart wordt getoond, wordt de monitor uitgeschakeld. Als u op de POWER toets drukt, verschijnt het beginscherm.
OFF
Tips
14
a Als er geen disk aanwezig is, verschijnt de melding “Plaats een Wegenkaart DVD ROM”. Zie “Plaatsen van een DVD-ROM” en “Uitnemen van een DVD-ROM” op blz. 12 voor nadere bijzonderheden. a Als de disk niet gelezen kan worden, verschijnt de melding “DVD ROM kan niet gelezen worden. Controleer de DVD ROM.” Plaats de disk opnieuw in het station en kijk of het probleem verholpen is. Indien dit niet het geval is, dient u contact op te nemen met een officiële Alpine dealer. a Als u de monitor langere tijd aan laat staan terwijl de motor niet draait, kan de accu van het voertuig uitgeput raken. a De bediening verschilt afhankelijk van de gebruikte disk. Zie de handleiding van de DVD ROM voor nadere bijzonderheden.
Référence En cas de difficulté En cas de problème, veuillez passer les points de la liste suivante en revue. Ce guide vous aidera à déterminer le problème. Sinon assurez-vous que le reste du système est correctement raccordé ou consultez votre revendeur Alpine.
Symptôme
Rien ne fonctionne.
L'erreur de calcul est trop importante. Pas d'affichage. Affichage de "Disque illisible" pour une certaine opération. Fonctionnement discontinu.
Le fusible a sauté.
Remplacez-le par un fusible de l'ampérage recommandé.
La température ambiante est supérieure à 50°C.
Réduisez la température dans le véhicule en dessous de 50°C, en roulant toute vitre ouverte ou en utilisant la climatisation.
Condensation d'humidité.
Laissez la condensation s'évaporer (environ 1 heure).
La position du véhicule a changé après l'arrêt du moteur. • Déplacement en ferryboat. • Rotation de la plaque tournante d'une entrée de parking. • Véhicule remorqué.
Roulez un instant pour recevoir les signaux GPS.
Mauvaise configuration des satellites
Allez dans un endroit où la réception des signaux GPS est meilleure. (Voir page 9.)
Positionnement bidimensionnel seulement.
Référence
La position actuelle du véhicule ne peut pas être mesurée correctement.
Solution
Cause
L'écran de navigation est éteint.
Appuyez sur la touche POWER de la télécommande.
Le disque est sale.
Nettoyez-le.
La tête de lecture est sale.
Nettoyez-la régulièrement.
Les piles de la télécommande sont épuisées.
Remplacez-les par des neuves. (Voir page 13.)
15
Référence
En cas de message Divers messages apparaissent à l'écran quand l'aide à la navigation fonctionne. Outre les messages qui vous indiquent le statut actuel ou vous guident, les messages d'erreur suivants peuvent aussi apparaître. Si un de ces messages est affiché, suivez scrupuleusement les instructions données dans la colonne de solutions. Message
Cause
Veuillez insérer le DVD-ROM.
• Le disque a été enlevé. • Il n'y avait pas de disque dans le système à la mise sous tension.
Insérez un disque (vendu séparément).
DVD-ROM illisible. Veuillez vérifier le DVD-ROM.
• Le disque inséré ne peut pas être lu par le système. • Le disque est sale ou à l'envers.
Insérez le disque (vendu séparément).
• Le disque ne peut pas être lu à cause de la condensation.
16
Solution
Sortez le disque, vérifiez s'il était à l'envers et nettoyez-le au besoin, puis remettez-le en place. Sortez le disque, laissez l’humidité d’évaporer (1 heure environ) et réinsérez le disque.
Vérification DVD-ROM.
• Vous venez juste d'insérer un disque. • Des vibrations ou un problème similaire gêne la lecture du disque.
Quand le contrôle est terminé, l'écran suivant apparaît automatiquement.
Ne pas opérer pendant la conduite. Arrêter le véhicule et opérer.
• Vous avez appuyé sur la touche MENU pendant la conduite du véhicule. • Vous avez effectué une sélection de menu pendant la conduite du véhicule.
Garez-vous dans un lieu sûr et arrêtezvous. Actionnez la pédale de frein puis effectuez l'opération souhaitée.
Spécifications Alimentation
14,4 VCC (11 – 16 V permissible) masse négative
Température de fonctionnement (appareil pilote)
–10°C à +50°C (+14°F à +122°F)
Type d'antenne
Antenne plane microruban
Fréquence de réception
1575,42 ±1 MHz
Sensibilité de réception
–130 dB max.
Méthode de réception
8 canaux parallèles
Dimensions externes
Appareil (I × H × P)
196 (7 – 3/4) × 50 (2) × 191,5 mm (7 – 9/16")
Télécommande (I × H × P) 45 (1 – 3/4) × 45 (1 – 3/4) × 135 mm (5 – 1/4") Poids
Appareil
1,7 kg (3 li. 12 on.)
Télécommande
0,07 kg (2,5 on.)
Accessoires Produit Pièces de fixation Antenne Télécommande Piles (AA)
Quantité 1 jeu 1 jeu 1 jeu 2
Produit Connecteur d'alimentation Cordon-rallonge RVB 13 broches
Mode d'emploi, passeport audio, etc.
Quantité 1 1 1 jeu
Référence
17