voorwoord Per 1 januari 2008 is de Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland (VrZW) tot stand gekomen. In de veiligheidsregio werken negen gemeenten (Beemster, EdamVolendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang), de regionale brandweer (RBZW), de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en de politie met elkaar samen ten behoeve van de multidisciplinaire voorbereiding op en de bestrijding van rampen en crises. Met het oprichten van de veiligheidsregio is een samenwerkingsverband gerealiseerd dat ons weer een stap dichterbij een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, crisisbeheersing en rampenbestrijding brengt onder een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Dit beleidsplan tot en met 2012 is een vervolg op het visiedocument ‘Arm in arm voor veiligheid’. Met dit beleidsplan wordt gewerkt aan een kwalitatief hoogwaardige en sterke veiligheidsregio. De bestuurders, de leden van het Regionaal Management Team en de medewerkers slaan de handen ineen. In voorliggend beleidsplan leest u waar de veiligheidsregio voor staat en hoe daaraan uitvoering wordt gegeven. Eén ding is zeker, een nieuw tijdperk dient zich aan in Zaanstreek-Waterland. Een tijdperk waarin veiligheid, samenwerking en kwaliteit(sverbetering) kernbegrippen zijn en waarin de veiligheidsregio vanuit de noodzaak van multidisciplinaire samenwerking deze kernbegrippen uitdraagt. De organisatie is met gedrevenheid en veel enthousiasme aan het werk. Dat betekent proactief handelen en daarmee op kwalitatieve wijze tijdig voorbereid zijn. De VrZW wil de zaken op orde hebben en zoekt daarvoor ook de uitwisseling en samenwerking met andere veiligheidsregio’s. En dat gaat het verschil maken, zodanig dat we trots kunnen zijn op deze regio: voor elkaar en met elkaar! November 2008 mr. G.H. Faber, voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ing. G.J.M. Ruijs, directeur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
1.1
Aanleiding en belang van het plan
4
1.2
Organisatie van de Veiligheidsregio
Zaanstreek-Waterland
4
1.3
Afwegingen
5
1.4
Leeswijzer
5
2
Relevante ontwikkelingen
7
2.1
Landelijke ontwikkelingen
2.2
Regionale ontwikkelingen
3
7
GMK
46
7.1
Beoogde resultaten
50
7.1.1 Informatiemanagement
50
7.1.2 Overige besluiten en resultaten
50
8
Politie
52
8.1
Beoogde resultaten
55
7
9
Gemeenten
56
8
9.1
Beoogde resultaten
59
Arm in arm voor veiligheid
10
10
Op weg naar een professionele
62
3.1
Missie
10
veiligheidsregio
3.2
Visie op veiligheid, samenwerking en kwaliteit
10
10.1 Personeel & Organisatie
3.2.1 Visie op veiligheid
10
10.2 Middelen
63
3.2.2 Visie op samenwerking
11
10.3 Communicatie
64
3.2.3 Visie op kwaliteit
11
10.4 Kwaliteitszorg
65
10.5 Convenant en project regionalisering
65
63
3.3
Arm in arm voor veiligheid, voor burgers,
voor elkaar
12
10.5.1 Basisvereisten crisismanagement
65
3.4
Randvoorwaarden en uitgangspunten
13
10.5.2 Veiligheidsregio
66
3.5
Wederzijdse verwachtingen
13
10.5.3 Project regionalisering
66
3.6
Strategische doelstellingen
14
10.5.4 GHOR, politie en gemeenten
66
4
Veiligheidsbureau
16
11
Consequenties en risico’s
69
4.1
Organisatie veiligheidsbureau
19
4.2
Beleid veiligheidsbureau
19
4.3
Beheer geïmplementeerd beleid
20
4.4
Met kracht doorzetten van het ingezette
beleid
4.5
Professionalisering crisisbeheersing en
20
rampenbestrijding 2009-2010
21
4.6
Blik op de toekomst
23
5
RBZW
26
5.1
Hoofddoelstellingen RBZW 30
5.1.1 Samenwerking met de partners
normenstelsel 31
5.1.3 Het verbeteren van de kwaliteit van de
versterken 30
5.1.2 Ontwikkelen van een gedeeld
basisprocessen 31
5.1.4 Verbeteren van de ondersteunende
en specialistische taken 35
5.2
Kwaliteitsfoto gemeenten 37
6
GHOR
Bijlage
71
Afkortingenlijst 40
6.1
Ontwikkelingen GHOR
44
6.2
Beoogde resultaten / speerpunten
44
Figuren- en tabellenlijst Colofon
72
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
1. Inleiding De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW) is op de goede weg. Na een opstartfase op multidisciplinair gebied en een roerige tijd voor de regionale brandweer, zijn er in 2008 diverse mooie resultaten opgeleverd. Dit beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 markeert een volgende stap in het bestaan van de VrZW. In de volgende paragrafen wordt toegelicht wat de bedoeling van het plan is, wat de organisatorische context is en welke afwegingen het bestuur heeft gemaakt.
1.1 Aanleiding en belang van het plan Veiligheid is een veelbesproken onderwerp. De wereld van
1.2 Organisatie van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
de crisisbeheersing en rampenbestrijding is momenteel volop
Het organogram van de veiligheidsregio ziet er als volgt uit:
in ontwikkeling. Er is veel aandacht voor de versterking van de multidisciplinaire samenwerking, de verdere professionalisering
Figuur 1. Organogram VrZW
van de brandweer, de opgave voor de gemeenten om de gemeentelijke processen op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding in gezamenlijkheid beter te organiseren,
Algemeen Bestuur
Openbaar Ministerie
Regionaal College
RGF
Korpschef
en de geneeskundige hulpverlening die zich een stevige positie moet verwerven als intermediair voor het openbaar bestuur en de zorgsector.
Dagelijks Bestuur
Elke regio moet hier op inspelen, binnen de eigen mogelijkheden en beperkingen, en dat in plannen beschrijven. Het beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 is in dat opzicht een instrument.
RMT bestaande uit: Coör. GS
Voorz. RMT
Reg. Cdt.
Het biedt een beleidsmatig en financieel kader voor de uitvoering van de taken. Wat het plan echter vooral interessant maakt, is dat we ook onze eigen ambities uitspreken.
mono gemeenten
veiligheidsbureau
Met andere woorden, we laten zien wat wij in ZaanstreekWaterland belangrijk vinden, hoe wij daar uitvoering aan geven en wie daarin een rol hebben. Dat doen we door een eigen missie en visie neer te leggen; een visie op veiligheid,
Gemeenten
GMK
RBZW
GHOR
Politie
kwaliteit en samenwerking, met als motto ‘Arm in arm voor veiligheid’. Verder is kenmerkend voor dit plan het feit dat de (multidisciplinaire) speerpunten van de verschillende partners in de veiligheidsregio voor het eerst overzichtelijk bijeen zijn gebracht en in samenhang zijn gepresenteerd.
Het veiligheidsbureau, de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) vallen onder de gemeenschappelijke regeling en dus onder het Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB). De politie valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het regionale college (met koppeling naar Openbaar Ministerie). De gemeenten worden aangestuurd door hun colleges van burgemeester en wethouders.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
Multidisciplinaire verantwoordelijkheden
lokaal kan en wat regionaal moet worden opgepakt. Met de
Het samenwerkingsverband veiligheidsregio is gericht op de
komst van de Wet veiligheidsregio’s krijgt het bestuur meer
multidisciplinaire voorbereiding en bestrijding van rampen en
regionale verantwoordelijkheden. Hierdoor wordt van bestuur-
crises. Bestuurlijk verantwoordelijk voor de multidisciplinaire
ders gevraagd om meer van de regionale schaal uit te gaan en
taken zijn de negen burgemeesters van de gemeenten in
zaken met regionale blik te bezien. Er is onderscheid te maken
Zaanstreek-Waterland; zij vormen zowel het veiligheidsbestuur
tussen het organiseren van nieuwe (wettelijke) taken en het
(het dagelijks bestuur) en het algemeen bestuur van de
overhevelen van bestaande taken (vrijwillig of op last van de
veiligheidsregio als het regionale college van politie.
minister). Belangrijk is om zelf het heft in handen te nemen
Het RMT staat voor Regionaal Managementteam, dit team is
en niet af te wachten tot de minister bepaalde maatregelen
de directie van de veiligheidsregio. De voorzitter van het RMT
treft. We willen immers samenwerken omdat dit ons sterk
is het aanspreekpunt voor het bestuur voor de multidisciplinaire
maakt in het bieden van veiligheid voor de burgers, niet omdat
samenwerking en de uitvoering van het daarop gerichte
de minister deze samenwerking oplegt.
multidisciplinair werkprogramma. De uitvoering van dit werkprogramma ligt in handen van het veiligheidsbureau.
Op diverse fronten is er beweging naar meer regionale samenwerking. In de eerste plaats is dat op het multidisciplinaire vlak.
Overige verantwoordelijkheden
Jaarlijks wordt een multidisciplinair werkprogramma opgesteld
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de (monodiscipli-
en uitgevoerd. In 2009 dienen de gevolgen van de Wet veilig-
naire) taken van de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
heidsregio’s te worden gevat in bestuurlijke besluiten
(RBZW) en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
over onder meer informatiemanagement en de GMK (zie
Rampen (GHOR). De gemeenten hebben besloten om op het
hoofdstuk 7). Ook zullen in Zaanstreek-Waterland aanpassingen
gebied van de gemeentelijke crisisbeheersings- en rampen-
in de rampenbestrijdingsstructuur nodig zijn, onder andere
bestrijdingsprocessen ook samen te werken. Zij worden
omdat de voorzitter van het RBT2 doorzettingsmacht krijgt in de
hierbij ondersteund door de sectie gemeenten, die met twee
nieuwe wet.
medewerkers deels mono- en deels multidisciplinaire taken verricht en is ondergebracht in het veiligheidsbureau. Voor de
Verder krijgt de regionale ondersteuning van de gemeentelijke
monodisciplinaire gemeentelijke processen zijn in een apart
rampenbestrijding en crisisbeheersing steeds meer vorm.
hoofdstuk in dit plan ook de speerpunten weergegeven.
Het bestuurlijke zwaartepunt lag en ligt monodisciplinair echter
Momenteel is het bestuur wel verantwoordelijk voor de
vooral bij de brandweer. De bestuurders van de regio
meldkamer van de brandweer (organisatorisch in de RBZW),
Zaanstreek-Waterland willen op eigen wijze en in eigen tempo
maar nog niet voor de GMK in zijn geheel. Met de komst van
een kwaliteitsverbetering realiseren, aan de hand van de
de Wet veiligheidsregio’s zal dat gaan veranderen. Het bestuur
resultaten van de kwaliteitsmeting die in 2008 verricht is
dient dan te zorgen voor een GMK waarbinnen de drie hulp-
(kwaliteitsfoto). Regionalisering van de brandweer wordt niet
verleningsdiensten (politie, brandweer, ambulance) op één
uitgesloten, als dat het middel blijkt te zijn om tot die kwali-
locatie zijn gehuisvest en met elkaar samenwerken in multi-
teitsverbetering te komen. Nader onderzoek naar de meer-
disciplinaire situaties1.
waarde van regionalisering voor de regio is noodzakelijk; met die insteek heeft het bestuur bij meerderheid besloten om het convenant met de minister af te sluiten. Dit betekent dat er
1.3 Afwegingen
op korte termijn een visie op regionalisering wordt uitgewerkt.
Op het gebied van veiligheid staat de lokale schaal onder
Deze visie zal vervolgens in het kader van lokale besluitvorming
druk. Het is voor bestuurders niet meer reëel om inhoudelijk
gedeeld worden met de lokale achterban, opdat alle betrok-
complexe veiligheidsvraagstukken eenzijdig te benaderen.
kenen ruim op tijd weten hoe het traject van verdere regionale
Bedreigingen van veiligheid, maatschappelijke verstoringen
samenwerking en organisatie eruit komt te zien. Deze mono-
en zelfs de dagelijkse hulpverlening beperken zich niet tot
disciplinaire visie zou een logisch vervolg zijn op de recent
de gemeentegrenzen. Het ligt dan ook meer voor de hand
ontwikkelde multidisciplinaire visie op veiligheid, kwaliteit en
om samen op te trekken, met buurgemeenten en
samenwerking die in dit beleidsplan aan de orde is.
buurregio’s. Zaanstreek-Waterland is de regionale schaal waarbinnen de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland,
1.4 Leeswijzer
Zaanstad en Zeevang op tal van gebieden samenwerking
In het plan worden de beleidsthema’s, speerpunten en
hebben gezocht en georganiseerd.
beoogde resultaten op hoofdlijnen weergegeven. Als afgeleide
De bestuurders maken voortdurend afwegingen tussen wat
van dit beleids- en financieel kader worden jaarplannen
1 Zie artikel 29, Voorstel van wet, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 2. Het eerste lid beschrijft de verantwoordelijkheid van het regionale college van politie voor het in stand houden van de meldkamer politie als onderdeel van de GMK. 2 RBT: Regionaal BeleidsTeam; treedt op in geval van rampen en crises en staat onder voorzitterschap van de coördinerend burgemeester.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
opgesteld en uitgevoerd. Hierover wordt (tussentijds) verantwoording afgelegd. Jaarlijks vindt evaluatie en bijstelling van het plan plaats, waarbij wordt aangegeven in hoeverre prioritering en fasering nodig zijn. In 2010 wordt de overstap gemaakt naar een Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2011-2014. Dat is nodig, omdat de VrZW dient te zorgen voor de realisatie van de verplichte planfiguur beleidsplan veiligheidsregio – opvolger van het huidige Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding (RBR) in de Wet veiligheidsregio’s. Vaststelling gebeurt op basis van een actueel risicoprofiel. Het opstellen van het beleidsplan en het risicoprofiel zijn als speerpunten in dit plan opgenomen. Het plan is als volgt opgebouwd: •
hoofdstuk 1 en 2 zijn de inleidende hoofdstukken over de organisatie van de veiligheidsregio en de relevante ontwikkelingen,
•
in hoofdstuk 3 worden de missie en visie van de VrZW toegelicht,
•
hoofdstuk 4 tot en met 10 vormen de inhoudelijke hoofdstukken van het veiligheidsbureau, de RBZW en de GHOR en de hoofdstukken over de gemeentelijke processen, GMK, politie en bedrijfsvoering,
•
het afsluitende hoofdstuk 11 gaat in op consequenties en risico’s,
•
de bijlage bevat een afkortingenlijst en een figuren- en
tabellenlijst. Het nieuwe en gewijzigde beleid is uitgewerkt in planning en financiële gevolgen, per hoofdstuk is dit in een tabel af te lezen. In de hoofdstukteksten is achter elk onderwerp tussen haakjes een nummer gezet. Dit nummer correspondeert met de nummering in de tabel.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
2. Relevante ontwikkelingen Ontwikkelingen die van belang zijn voor en van invloed zijn op de verantwoordelijkheden (taakstelling en -uitvoering) van de VrZW zijn onder te verdelen naar landelijke en regionale ontwikkelingen.
2.1 Landelijke ontwikkelingen
in een historisch perspectief te plaatsen. Niet alleen kan
Hieronder zijn de bestuurlijk meest relevante landelijke
hiermee worden teruggekeken op (recent) genomen besluiten,
ontwikkelingen weergegeven. Dit heeft als doel om de ontwik-
het biedt ook een blik op de toekomst; op de afwegingen die
kelingen in de regio Zaanstreek-Waterland door de jaren heen
het bestuur van de VrZW nog moet gaan maken.
Tabel 1. Landelijke ontwikkelingen Jaar / periode
Onderwerp
1975
Nota over hulpverlening bij ongevallen en rampen Naar aanleiding van een onderzoeksrapport en enkele grote ongelukken in binnen- en buitenland kwam het besef dat de brandweer een professionaliseringsslag moest maken, maar ook dat de gemeenten dat niet alleen konden. In 1975 verscheen de Nota Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, waarin het Rijk een deel van de verantwoordelijkheid op zich nam. Daarmee begon een proces van professionalisering en regionalisering, gestimuleerd door rijksbijdragen. Uitgangspunt was dat de regionale brandweer de kern van de samenwerkende diensten voor het bestrijden van rampen en het verlenen van hulp moest zijn (zie www.nbdc.nl).
1985
Brandweerwet Gemeenten worden verplicht gezamenlijk een regionale brandweer op te richten. Eén van de wettelijke taken van de regionale brandweer is de alarmcentrale (meldkamer brandweer). De regionale brandweer wordt belast met de voorbereiding op de coördinatie van de rampenbestrijding.
1985
Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) Het college van burgemeester en wethouders wordt verantwoordelijk voor de voorbereiding op een doelmatige bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente. Hierbij inbegrepen is de verantwoordelijkheid voor het houden van oefeningen. De gemeenteraad stelt de rampenplannen vast.
1991
Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) De gemeenten dienen een gemeenschappelijke regeling te treffen inzake de geneeskundige hulpverlening en de voorbereiding daarop teneinde een doelmatige en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening te bewerkstelligen. Eén van de taken is het instellen en in stand houden van een centrale post voor het ambulancevervoer3.
1995
Project versterking brandweer (Pvb) Alternatief voor een wetsvoorstel voor volledige regionalisering van de brandweer dat het niet gehaald heeft. De bedoeling was om van onderop tot een versterking te komen (vanuit de gemeentelijke korpsen met een regierol voor de regionale brandweer). Alle regio’s hadden de opdracht om een regionaal versterkingsplan (organisatieplan) op te stellen.
2003
Project veiligheidsregio De complexiteit van de taakverdeling (brandweer, GHOR, gemeenten, politie) maakt gezamenlijke voorbereiding op een optreden bij rampenbestrijding moeilijk. Bestuurlijke en operationele slagkracht moeten worden vergroot.
2004
Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding (Wkr) Deze wet vormt een samenstel van wijzigingen van de Brandweerwet 1985, de Wrzo en de Wghor. Doel is de bevordering van de kwaliteit van de rampenbestrijding door een planmatige aanpak en verscherpt toezicht door de provincie. Gemeenten en regio’s moeten risico’s inventariseren. Het college van b&w stelt voortaan het gemeentelijke rampenplan vast in plaats van de gemeenteraad.
2006
Wet veiligheidsregio’s (conceptvoorstel) Medio 2006 is het conceptvoorstel voor het eerst ter consultatie voorgelegd. Meest heikele punt: de uitvoering van de gemeentelijke brandweerzorgtaken wordt aan het bestuur van de veiligheidsregio opgedragen. Besluit instelling taskforce management overstromingen (TMO) TMO is een door de regering ingesteld ‘aanjaagteam’ om Nederland beter voor te bereiden op de gevolgen van een overstroming. Nederland is onvoldoende ‘klaar’ voor een watersnoodramp. TMO heeft daarom een reeks opdrachten gekregen om de organisatie rondom een waterramp te verbeteren.
3 Er was toen sprake van een andere regio-indeling. Zaanstreek en Waterland werden wel bediend, maar hadden geen eigen gemeenschappelijke regeling voor GHOR / RAV op de huidige regionale schaal.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
Vervolg tabel 1. Landelijke ontwikkelingen Jaar / periode
Onderwerp
2007 / 2008
Regeerakkoord 2007 Het realiseren van veiligheidsregio’s gaat onverminderd door, waarbij er voldoende zorg en aandacht is voor (lokale) democratische legitimatie. Er komt geen wettelijke verplichting tot regionalisering van de brandweer. Convenant veiligheidsregio’s Per brief (nov. 2007 / mrt. 2008) stelt de minister de besturen van de veiligheidsregio’s voor om een convenant af te sluiten met wederzijdse (prestatie)afspraken. Doel is de crisisbeheersing en rampenbestrijding zo snel mogelijk op orde te brengen (in lijn met de eisen die worden gesteld in het ontwerp Besluit veiligheidsregio’s). De regio’s die een convenant afsluiten, kunnen een aanzienlijke eenmalige subsidie tegemoet zien, in twee tranches. De eerste tranche subsidie wordt uitgekeerd als het bestuur van een veiligheidsregio de intentie uitspreekt om toe te werken naar één regionale brandweerorganisatie4. Het verkrijgen van de tweede tranche subsidie is afhankelijk van de instemming van de gemeenteraden met het regionaliseringsplan.
Beoogde inwerkingtreding 1 juli 2009
Wet veiligheidsregio’s (aangepast voorstel) Beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, crisisbeheersing en rampenbestrijding onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. Met de veiligheidsregio wordt uitvoering gegeven aan de in de afgelopen jaren gebleken noodzaak om de bestuurlijke en operationele slagkracht te vergroten. Het wetsvoorstel integreert de Brandweerwet 1985, de Wghor en de Wrzo. Ook bevat het de verankering van het beleid over de informatie- en communicatievoorziening bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing (zie kabinetsstandpunt ACIR). Het advies van de Raad van State is in het voorstel verwerkt. De Raad vond dat de veiligheidsregio’s in een aantal opzichten te weinig bevoegdheden kregen om een effectief veiligheidsbeleid te kunnen voeren. Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer. Belangrijke discussiepunten zijn de positie van de Commissaris van de Koningin, de positie van de vrijwillige brandweer en de eisen die in het Besluit veiligheidsregio’s worden gesteld. Besluit veiligheidsregio’s (ontwerp) Dit besluit stelt nadere regels aan de veiligheidsregio’s en de brandweer. Zo zijn onder andere de basisvereisten crisismanagement en de opkomsttijden van de brandweer opgenomen. In het besluit wordt het basisniveau vastgesteld waaraan de regio’s en de brandweerzorg moeten voldoen, met als doel uniformiteit in de organisatie en de prestaties van de regio´s te realiseren. Uniformiteit is van belang voor het verlenen van interregionale bijstand en bovenregionaal optreden.
Overige aanstaande wet- en regelgeving
Besluit kwaliteit brandweerpersoneel5 November 2007 heeft de minister bij brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zij het huidige Besluit brandweerpersoneel gaat vervangen door het nieuwe Besluit kwaliteit brandweerpersoneel. Dit heeft als uitgangspunt dat er sprake is van een integrale benadering; naast eisen aan opleiden en examineren worden ook eisen gesteld aan bijscholen en oefenen. Het is functiegericht in plaats van ranggericht. Eisen aan vrijwilligers en beroeps zijn gelijk. De regio’s krijgen een grotere rol. Ingangsdatum in 2009 is nog niet bekend. Wet ambulancezorg (Waz) De Waz biedt meer mogelijkheden om invulling te geven aan de noodzakelijke innovaties in het ambulancevervoer. Het markeert de ontwikkeling van een vooral op vervoer gerichte ambulancedienst naar een volwaardige zorginstelling. De minister van SZW beoogt kwaliteitsverbeteringen ten aanzien van de dagelijkse prestaties en voor wat betreft de inzet, hulpverlening en informatievoorziening in opgeschaalde situaties. De Waz gaat uit van 24 regio’s (Zaanstreek-Waterland valt onder Amsterdam-Amstelland), terwijl de Wet veiligheidsregio’s uitgaat van 25 regio’s. Minister Klink heeft op 1 juli per brief aan de Eerste Kamer aangegeven dat de Waz hierin de Wet veiligheidsregio’s zal volgen (zie http://www.minvws.nl/kamerstukken/cz/2008/nadere-toelichting-waz.asp).
Naleving wet- en regelgeving
op het terrein van arbeidsbescherming en bestrijdt arbeids-
Er zijn diverse instanties die ervoor dienen te zorgen dat de
marktfraude. De prioriteit ligt bij het aanpakken van ernstige
wet- en regelgeving ook wordt nageleefd. Op het gebied van
schendingen van de wet.
veiligheid zijn de drie belangrijkste:
Op dit moment heeft ook de Provincie nog een toezicht-
•
Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV); houdt
houdende rol. Maar zoals het er nu naar uit ziet, komt deze
toezicht op de wijze waarop organisaties en besturen invul-
met de nieuwe wetgeving te vervallen.
ling geven aan hun verantwoordelijkheden op het gebied van politie, politieonderwijs, brandweer en rampenbestrijding.
•
•
In Zaanstreek-Waterland is in 2008 de Algemene Doorlichting
2.2 Regionale ontwikkelingen
Rampenbestrijding (ADR) gehouden; deze loopt in 2009 door
Zaanstreek-Waterland is vanaf 2003 de regionale schaal voor
als RADAR6. Recent opgeleverde brandweergerelateerde
het vastleggen van samenwerkingsafspraken op het gebied van
onderzoeksrapporten betreffen de OGS/WVD organisatie,
brandweer. In het korte bestaan van de regionale brandweer is
organisatie waterongevallenbestrijding en opkomsttijden
een bestuurlijk traject afgelegd om de gemeentelijke en regio-
brandweer.
nale taken en belangen inzichtelijk te krijgen.
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ); bevordert de
Dit traject is niet ten einde, maar krijgt wel steeds meer richting
volksgezondheid door effectieve handhaving van de kwaliteit
en heeft zich gaandeweg bovendien verbreed naar aspecten
van zorg, preventie en medische producten.
van de veiligheidsregio.
ArbeidsInspectie (AI); bevordert de naleving van de wetten
4 Die organisatie kenmerkt zich in ieder geval doordat er sprake is van eenhoofdige leiding, één rechtspositie voor beroepsmedewerkers, één rechtspositie voor vrijwilligers, beheer en inkoop van materieel op regionaal niveau. Bovendien dient al het brandweerpersoneel in regionale dienst te zijn. 5 Gaat waarschijnlijk Besluit personeel veiligheidsregio’s heten, in juli 2008 als zodanig ter consultatie aan het veld voorgelegd. 6 RADAR: RAmpenbestrijding Doorlichtings ARrangement.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
Mijlpalen tot dusver: Brandweer Per 1 juli 2007 komt er een einde aan de vervlechting tussen Brandweer Zaanstad en de RBZW. Hierdoor hebben alle gemeentelijke brandweerkorpsen een gelijkwaardige positie in de regio. Ten behoeve van de (financiële) transparantie is fors ingezet op de verbetering van de P&C-cyclus. In februari 2008 wordt opdracht gegeven om een kwaliteitsmeting te verrichten naar het huidige niveau van brandweerzorg, met als resultaat een kwaliteitsfoto van de negen korpsen en de RBZW. Op 27 juni 2008 wordt een bestuursovereenkomst gesloten: de tien organisaties zorgen ervoor dat ze binnen twee jaar (30 juni 2010) een score van 62,5% op alle normen halen. GHOR Per 1 januari 2008 is het bestuur verantwoordelijk voor de GHOR. In 2007 wordt besloten om geen eigen GHOR-bureau in te richten maar de GHOR-taken uit te besteden aan de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Veiligheidsregio Het besluit is genomen om een zelfstandige, sterke en veilige regio te willen zijn. Hieruit volgen de oprichting van de VrZW en het instellen van een veiligheidsbureau per 1 januari 2008. Op 26 september is bij meerderheid besloten om een convenant met de minister af te sluiten. Het convenant bevat zowel afspraken over de verbetering van de crisisbeheersingen rampenbestrijdingsorganisatie als, in dat kader, de afspraak dat het bestuur de intentie heeft om te komen tot een besluitvormingsproces dat uiterlijk 31 december 2009 kan leiden tot regionalisering van de brandweer. Huisvesting meldkamer Het besluit om met de verhuizing van de RBZW naar een nieuw onderkomen ook de meldkamers van brandweer en politie op die locatie samen te brengen (een zogenaamd gecolokeerde meldkamer). In de planperiode staat de VrZW voor nieuwe mijlpalen. In de volgende hoofdstukken wordt aangegeven waar het om gaat en wat dit vraagt van bestuurders, management en medewerkers.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
10 3. Arm in arm voor veiligheid In dit hoofdstuk treft u de missie en de visie van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland aan. Een missie en een visie gaan verder dan alleen mooie woorden. Bij het opstellen van het beleid is aangesloten op de missie en de visie van de regio en voor de uitvoering hiervan wordt van alle betrokkenen een inspanning verwacht.
3.1 Missie
van het maatschappelijke leven. Ogenschijnlijk kleine gebeur-
Door bestuur en RMT is de volgende missie geformuleerd:
tenissen kunnen leiden tot ernstige verstoringen, bijvoorbeeld in de energie-, voedsel-, ICT- en gezondheidsketen. De gevol-
De partners in de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan
gen van veiligheidsinbreuken worden minder geaccepteerd,
‘Arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te
waardoor de incidenten en verstoringen ook vaker onderwerp
versterken en een herkenbare organisatie neer te zetten voor
van het publieke debat en verontwaardiging zijn. Het is dus
de burgers van de negen gemeenten, opdat maatschappelijke
enerzijds noodzakelijk om hoog in te zetten op risicobeheersing
verstoringen worden voorkomen of beperkt.
en het versterken van het risico- en veiligheidsbewustzijn van de burgers. Anderzijds is het van belang om te zorgen voor
Deze missie vereist:
een kwalitatief hoogwaardige voorbereiding op en bestrijding
•
een klantgerichte benadering,
van incidenten, ongevallen, rampen en crises omdat de burger
•
multidisciplinaire samenwerking van politie, brandweer,
een krachtige en effectief optredende overheid verwacht
gemeenten en geneeskundige diensten,
en verdient.
•
• • •
eenheid van beleid en aansturing om een basisniveau te waarborgen voor de aanpak van fysieke veiligheid voor elke
De hulpverleningsdiensten en de gemeenten in de regio
inwoner in het verzorgingsgebied,
Zaanstreek-Waterland dienen ervoor te zorgen dat de burgers
een regionaal georganiseerde bestuurlijke en operationele
in een veilige omgeving kunnen wonen, werken en recreëren
leiding bij grootschalige incidentbestrijding,
en hebben hierin elk hun eigen – monodisciplinaire – verant-
regionale coördinatie van de gemeentelijke processen op het
woordelijkheid. Maar door de toenemende complexiteit van
gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding,
de samenleving, conflicterende beleidsterreinen en de veelal
afspraken met naastgelegen veiligheidsregio’s en andere
ingewikkelde regelgeving is het steeds lastiger om veiligheids-
relevante partijen zoals Defensie, Rijkswaterstaat,
inbreuken en hulpverleningsvragen alleen monodisciplinair te
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, enz.
benaderen. Integraliteit, multidisciplinaire samenwerking en denken en handelen in samenhangende ketens – in plaats van in functionele kolommen – worden meer en meer een nood-
3.2 Visie op veiligheid, samenwerking en kwaliteit
zakelijk handelingsperspectief voor de overheid. Bestuur en RMT van de VrZW zijn ervan overtuigd dat het
3.2.1 Visie op veiligheid
bieden van goede zorg – als het gaat om fysieke veiligheid –
In de huidige dynamische maatschappij stellen burgers steeds
sterke disciplines en een grote gezamenlijke, samenhangende
meer eisen aan de overheid ten aanzien van de toegevoegde
inzet vereist van zowel de partners binnen Zaanstreek-
waarde en kwaliteit van diensten en producten op het gebied
Waterland als van partijen daarbuiten.
van veiligheidszorg. Behalve voor sociale veiligheid (onder
In een visie op veiligheid dienen ook samenwerking en
andere overlast, drugs) geldt dit ook steeds vaker voor fysieke
kwaliteit te worden betrokken, omdat dat randvoorwaarden zijn
veiligheid. Dat uit zich specifiek bij incidenten en verstoringen
voor het verbeteren van de kwaliteit van de crisisbeheersing en
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
11 rampenbestrijding en daarmee bijdragen aan het vergroten van
Een belangrijk aandachtspunt is de interregionale samenwer-
(het gevoel van) de fysieke veiligheid.
king. Voor een kleine regio is een goede relatie met de buren onontbeerlijk, zeker waar het gaat om (operationele) bijstand.
3.2.2 Visie op samenwerking
Zaanstreek-Waterland is een zelfstandige en sterke regio die
In het denken en handelen van burgers en hulpverlenings-
niet alleen hulp wil vragen, maar ook iets te bieden wil hebben
diensten zit een wisselwerking. Immers, de overheid kan een
om een goede partner in het interregionale krachtenveld te
bepaalde mate van veiligheid garanderen, maar er ligt ook een
kunnen zijn.
verantwoordelijkheid bij de burger. Het gaat dan enerzijds om zelfbewustzijn van mensen (burgers en hulpverleners) over
Op grond van de eigen sterkten, zwakten en behoeften en
hun eigen veiligheid, waarbij de nadruk ligt op het voorkomen
die van de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland,
en beheersen van incidenten en crises. Anderzijds betreft het
Kennemerland en Noord-Holland Noord beoogt de VrZW
de mate van zelfredzaamheid, gericht op actief handelen van
dan ook nieuwe specialismen te ontwikkelen en de huidige
burgers wanneer zich daadwerkelijk iets voordoet.
specialismen verder uit te bouwen.
Het streven is om het risico- en veiligheidsbewustzijn van de
3.2.3 Visie op kwaliteit
samenleving te versterken en de zelfredzaamheid van de
Kwaliteit is een breed begrip. De VrZW richt zich op de thema’s:
risicodragers en hun vermogen een eigen verantwoordelijkheid
ambities, regionale risico’s, wettelijke eisen, bedrijfsvoering,
te nemen te bevorderen. Ook in Zaanstreek-Waterland, een
management en organisatie. Hieruit volgt een conclusie.
regio met diverse grote en kleine veiligheidsrisico’s, is het van belang dit na te streven en met de burgers de dialoog aan
Ambities
te gaan. Op landelijk niveau wordt al actief gewerkt aan het bij
De ambities van de VrZW zijn tweeledig: enerzijds gericht op
elkaar brengen / naar elkaar toe laten bewegen van burgers en
het gevoel van veiligheid bij de burgers en anderzijds gericht op
hulpverleningsdiensten waar het veiligheid betreft (crisis.nl). Op
de positie van de VrZW.
regionaal en lokaal niveau worden ook steeds vaker initiatieven genomen om wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden te peilen. De VrZW gaat zich in de komende periode richten op het
Gevoel van veiligheid bij de burger staat voorop!
proactief communiceren met burgers over de rol van de
De VrZW wil binnen de mogelijkheden het beste voor
veiligheidsregio en de mate waarin de VrZW aan de wensen
de burgers. Met het oog op risico- en crisisbeheer-
van de samenleving tegemoet kan komen (begrenzing). De
sing wordt er dan ook geïnvesteerd in het hebben en
VrZW zal duidelijk maken wat de burger mag en kan verwach-
(onder)houden van een duurzame relatie met de
ten, en omgekeerd.
samenleving, ten aanzien van:
Partijen verbinden
de maatschappij door de burgers kenbaar te maken
Om de doelstelling van de VrZW te realiseren is netwerkregie
hoe zij de VrZW, de afzonderlijke gemeenten en
•
toegankelijkheid. Inspelen op informatisering van
vereist. De VrZW dient een veelheid aan partijen met elkaar te
hulpverleningsdiensten kunnen bereiken voor infor-
verbinden, waarbij het geheel meer is dan de som der delen.
matie, vragen en opmerkingen,
De VrZW als netwerkorganisatie vraagt van de gemeenten, de
•
brandweer, de GHOR en de politie:
beleid op toezicht, controle en handhaving,
•
samenwerking gericht op gezamenlijk gedefinieerde doelen
•
en te bereiken resultaten, zowel op operationeel niveau als
optreden en daarmee het gevoel van veiligheid van
op bestuurlijk niveau (synergie),
de burgers vergroten. Daarnaast laten zien dat ook
een transparante rol- en verantwoordelijkheidsverdeling,
wanneer de gemeenten en hulpverleningsdiensten
het maken en nakomen van afspraken over efficiënte inzet
niet op straat te vinden zijn, er toch hard gewerkt
van beschikbare capaciteit, kunde en middelen,
wordt aan de fysieke veiligheid.
• • •
openheid en eenduidigheid in communicatie, het ‘spreken met één mond’ en het dagelijks uitdragen van de gemaakte afspraken,
•
de rollen van de verschillende actoren naar behoefte en omstandigheden in samenhang met elkaar te verbinden.
het ontwikkelen en uitvoeren van een integraal het dagelijks zichtbaar, actief, snel en adequaat
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
12 Voor een goed presterende veiligheidsregio is een goede Hoogwaardig kwaliteitsniveau: ‘in het linkerrijtje’
bedrijfsvoering essentieel: het realiseren van de visie, missie
Bij rampen en crises moeten de burgers op de
en strategische doelstellingen valt of staat met een profes-
overheid kunnen rekenen. De VrZW streeft daarom
sionele organisatie die de gekozen weg ook daadwerkelijk
naar een hoogwaardig kwaliteitsniveau van de crisis-
realiseert en hierover verantwoording kan afleggen. Er wordt
beheersing en rampenbestrijding in de regio Zaanstreek-
nadrukkelijk gestuurd op efficiëntie en effectiviteit.
Waterland. Dat wordt gerealiseerd door enerzijds te voldoen aan de eisen van de minister en anderzijds door binnen de beleidsruimte die de wet- en regelgeving laat in te spelen op specifieke behoeften in de regio. Ten
3.3 Arm in arm voor veiligheid, voor burgers, voor elkaar
opzichte van de andere 24 regio’s ambieert de VrZW een positie ‘in het linkerrijtje’; een sterke veiligheidsregio en voorbeeld voor anderen.
Regionale risico’s Het is van groot belang om inzicht te hebben in bestaande en nieuwe risico’s in de regio. Het risicoprofiel is bepalend voor de inspanningen in risicobeheersing, incidentbeheersing en
Burgers
herstel. Met andere woorden, vanuit het risicoprofiel kunnen
Burgers in deze regio worden met verschillende risico’s gecon-
risico’s voor zowel burgers als hulpverleners worden weg-
fronteerd, afhankelijk van of men zich bevindt in Purmerend en
genomen of beheersbaar worden gemaakt en gehouden.
Zaanstad of juist in een gebied met een meer dorps karakter, bijvoorbeeld Zeevang of Wormerland. Dat vraagt om maatwerk
Wettelijke eisen
bovenop het basisniveau van gemeenten, brandweer, politie
Per 1 juli 2009 zal naar verwachting de Wet veiligheidsregio’s
en geneeskundige diensten. De VrZW gaat hierover proactief
in werking treden. Tegelijk met deze wet wordt het Besluit
communiceren met burgers. Onder deze vorm van communi-
veiligheidsregio’s genomen, waarin de eisen die gesteld
catie valt ook de communicatie met raadsleden, die burgers
worden aan onder andere crisisbeheersing en rampen-
én volksvertegenwoordigers zijn. Burgers krijgen informatie
bestrijding worden vastgelegd. Met de wet wordt beoogd
over wat de VrZW in de dagelijkse situatie doet. Als de burger
de kwaliteit van de crisisbeheersing en rampenbestrijding in
bijvoorbeeld weet dat er regelmatig wordt geoefend, dan kan
alle veiligheidsregio’s te verhogen van een 6- naar een 7+. De
dit bijdragen aan een goed gevoel over de voorbereiding op
regio’s dienen per 1 januari 2010 het vereiste niveau bereikt te
crises en rampen.
hebben. De VrZW neemt deze taakstelling serieus; zodra de
Ten slotte wordt aangegeven wat mensen in de regio
vereisten bekend zijn, zal een analyse moeten uitwijzen wat er
Zaanstreek-Waterland zelf kunnen doen ter voorbereiding op
in deze regio (nog) benodigd is om aan de vereisten te voldoen
crises en rampen. Samengevat kan worden gesteld dat de
en zal hieraan worden gewerkt. Vanzelfsprekend worden de
VrZW klantgericht werkt: de partners in de VrZW hebben voor
resultaten en verbeterpunten van de Algemene Doorlichting
ogen waarom ze doen wat ze doen, voor wie, en hoe zij de
Rampenbestrijding (ADR), die in het voorjaar van 2008 is
klant (burger) hierover kunnen informeren.
gehouden, hierin meegenomen. Vooruitlopend daarop zijn vanaf oktober 2008 voor de VrZW de afspraken en eisen in het
Organisatie
convenant met de minister leidend. De minister heeft zich bij
De VrZW is ambitieus, maar verliest de realiteit niet uit het oog.
het opstellen van de convenanten gebaseerd op de basisvereis-
De specifieke regionale context van de regio Zaanstreek-
ten crisismanagement7 die geheel of grotendeels in de nieuwe
Waterland is daarom leidend. Vanwege de beperkte (schaal)-
wet- en regelgeving zullen worden opgenomen.
grootte van de regio moet bovendien ook rekening worden gehouden met de organisatorische mogelijkheden, onmoge-
Bedrijfsvoering, management en organisatie
lijkheden en kwetsbaarheden in de regio. Op grond van het
Zowel op multidisciplinair als op monodisciplinair niveau is een
regionaal risicoprofiel, de huidige kwaliteit van de crisisbe-
hoge bereidheid om te leren van (bijna) incidenten en klach-
heersing en rampenbestrijding en de bestuurlijke ambities en
ten en wordt de opgedane kennis structureel ingebed in een
standpunten wordt het gewenste kwaliteitsniveau bepaald. Het
systeem van kennismanagement en kwaliteitsontwikkeling.
is mogelijk dat op monodisciplinair niveau een inhaalslag moet
7 Basisvereisten Crisismanagement. De decentrale normen benoemd, Landelijk Beraad Crisisbeheersing, De Haag, november 2006.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
13 worden gemaakt om op multidisciplinair niveau een bijdrage te
Als belangrijkste factor om de veiligheidsregio en het gefor-
kunnen leveren. Elke discipline is zelf verantwoordelijk voor
muleerde beleid succesvol te laten zijn, zien wij het menselijke
zijn eigen basiskwaliteit. De strategische discussie over de
kapitaal. In een netwerkorganisatie is elke afzonderlijke schakel
(eventuele) regionalisering van de brandweer wordt in dat licht,
nodig om het grotere geheel tot een succes te laten worden.
vanuit de inhoud, gevoerd.
Elke werkzame persoon in de veiligheidsregio heeft dan ook invloed op het uiteindelijke resultaat. Zonder menskracht
Bestuur
bestaat er geen organisatie, immers: mensen zitten niet in een
In de VrZW werken diverse disciplines intensief met elkaar
organisatie, mensen zíjn de organisatie.
samen, met behoud van de eigen professie, om de fysieke veiligheid van en de zorg aan de burger in een steeds veranderende en hoogcomplexe samenleving te waarborgen.
3.5 Wederzijdse verwachtingen
Dit gebeurt onder aansturing van het bestuur dat erop toeziet
Binnen de organisatie zijn op drie niveaus functionarissen
dat de veiligheidszorg optimaal is. De bestuurders vervullen
actief: bestuurders, managers en medewerkers. Om met elkaar
een actieve rol waar het gaat om het (vast)stellen van
tot een verbeterslag te komen, zal er nadrukkelijk aandacht
(financiële) kaders en normen voor crisisbeheersing en
moeten zijn voor de cultuur binnen de organisatie. Essentie
rampenbestrijding.
van de veiligheidsregio als samenwerkingsverband is de netwerkgedachte: de VrZW als smeerolie tussen de verschillende partijen. We willen partijen met elkaar verbinden en
3.4 Randvoorwaarden en uitgangspunten
eveneens – op termijn – de regisseur zijn van de veiligheids-
In dit meerjarenbeleidsplan is de ambitie van de VrZW
regio hoog in het vaandel heeft, te weten: samenwerking,
voor de komende vier jaren uiteengezet. Voor de vertaling van
resultaatgericht werken en het leveren van kwaliteit en
de visie naar de praktijk spelen verschillende randvoorwaarden
efficiency. Het bijdragen aan de drie kernwaarden vraagt
en uitgangspunten een belangrijke rol. Bij het vaststellen van
zowel van bestuur, management als van de medewerkers
het beleid voor de periode 2009-2012 heeft het aansluiten
belangrijke inspanningen.
vraagstukken. Hiertoe zijn drie kernwaarden benoemd die de
bij de realiteit hoog in het vaandel gestaan. Beleidsplannen kunnen alleen dan een kader voor handelen schetsen, als bij
Van bestuurders vraagt dat nog veel meer het besef dat we
het opstellen ervan nadrukkelijk wordt stil gestaan bij de reële
het samen moeten doen, het besturen vanuit de regionale
situatie en het concreet haalbare niet uit het oog wordt
gedachte, het verenigen van lokale belangen met het regionale
verloren. In deze paragraaf worden de randvoorwaarden die
belang. Dat geldt ook voor de monodisciplinaire verantwoor-
een rol spelen bij de mate van succes van het beleidsplan
delijkheden binnen de gemeenschappelijke regeling VrZW, in
nader uiteengezet.
het bijzonder de brandweer. Uniformiteit staat voorop. Daarnaast behoren afspraken over maatwerk tot de mogelijkheden,
In de eerste plaats kunnen in dat opzicht de financiële kaders
zoals dit nu ook bij de politie het geval is. Met het oog op het
genoemd worden. Alhoewel de ambitie voor de regio niet
onderzoek naar mogelijke regionalisering en de aankomende
door financiële middelen kan worden ingegeven, zullen de
wet- en regelgeving is op korte termijn afstemming tussen
beschikbare financiën wel van invloed zijn op het tempo waarin
het regionale en het lokale takenpakket vereist, doordat er
gestelde doelen behaald kunnen worden. De keuzes die hierin
gemeentelijke besluitvorming moet plaatsvinden over het
gemaakt worden, zijn uiteindelijk bepalend voor wat burgers
behoud en het takenpakket van de lokale brandweer.
van de VrZW mogen verwachten. Nu en in de toekomst. De
Bestuurders kunnen niet te allen tijde op de hoogte zijn van
komende jaren wordt een kwaliteitsslag ingezet en wordt het
alle ins en outs, zij moeten kunnen vertrouwen op hun
risicobeeld van de regio geactualiseerd. Met die kennis en
adviseurs. Om de bestuurders goed te kunnen bedienen en
inzichten kan een nog concreter beeld geformuleerd worden
hun vertrouwen te krijgen, zullen de adviseurs (de RMT-leden)
van de mate van veiligheid die voor burgers gegarandeerd kan
hun adviesrol sterker op gaan eisen.
worden. Dit wordt in het Beleidsplan veiligheidsregio 2011-2014 verder uitgewerkt. Ook ontwikkelingen op landelijk niveau en
De RMT-leden en andere leidinggevenden hebben een voor-
de nieuwe kaders zoals gesteld in de Wet veiligheidsregio’s zijn
beeldfunctie voor de medewerkers. Zij zijn voortdurend bezig
belangrijke uitgangspunten bij het invullen van regionaal beleid
om medewerkers voor ogen te houden waar de organisatie
(zie ook hoofdstuk 2). Bij het nemen van verschillende beleids-
voor staat, wat de organisatie uniek maakt. Het management
matige beslissingen is reeds geanticipeerd op de aankomende
dient primair aandacht te hebben voor het scheppen van condi-
wet- en regelgeving.
ties voor het behalen van resultaten en zich minder op de resul-
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
14 taten zelf concentreren. Zij willen de medewerkers nog
Bestuur en RMT willen deze doelstellingen vooral bereiken
actiever betrekken, maar hen in hun waarde laten en een
door de kerntaken goed, dus op voldoende niveau, uit te
eigen verantwoordelijkheid laten nemen in de weg naar het
voeren en snel op te (kunnen) treden bij (eventuele) crises en
resultaat. Voldoende ruimte voor evaluatie en reflectie zijn
rampen. In dit beleidsplan is aangegeven wat in de jaren 2009
vanzelfsprekend.
tot en met 2012 extra aan inzet, capaciteit en middelen nodig is om aan deze doelstellingen te kunnen voldoen.
De medewerkers ten slotte hebben binnen de bepaalde kaders hun eigen verantwoordelijkheid en dienen deze te nemen,
In de volgende hoofdstukken wordt uitgewerkt welke taken
op een proactieve, resultaatgerichte manier. Zij zijn de profes-
en inspanningen vereist zijn voor het behalen van de doel-
sionals waarop de leidinggevenden kunnen bouwen.
stellingen. Het zwaartepunt ligt in dit opzicht bij de regionale brandweer, omdat het bestuur naast multidisciplinaire verant-
De visie van de VrZW is ‘Arm in arm voor veiligheid’. Deze visie
woordelijkheid ook de monodisciplinaire verantwoordelijkheid
draagt de VrZW uit naar buiten, maar heeft ook intern beteke-
voor de hele regionale brandweerzorg heeft. Bovendien moet
nis. ‘Arm in arm voor veiligheid’ betekent eveneens: veiligheid
er (operationeel) veel gebeuren bij de brandweer.
bieden voor de eigen medewerkers. Zowel letterlijk als figuurlijk moet een ieder kunnen rekenen op een veilige werkomgeving.
Eigen onderzoek en/of dat van anderen zal uitwijzen of de
De VrZW wil daarom een open en uitdagende werkomgeving
strategische doelstellingen behaald zijn. De resultaten vormen
bieden aan alle medewerkers, opdat een ieder de eigen verant-
input voor de volgende beleidscyclus.
woordelijkheid kan nemen in door het management en bestuur gestelde kaders. Een uitdagende werkomgeving is ook een prikkelende werkomgeving. Werknemers worden gestimuleerd om zich te vernieuwen in werk- en denkprocessen. Het is belangrijk om tijdens het werk niet in routines te vervallen, maar steeds kritisch naar de eigen werkzaamheden te blijven kijken en te bedenken of binnen deze werkzaamheden vernieuwing mogelijk is. Sommige medewerkers doen dit al bewust of onbewust, maar het is nadrukkelijk de bedoeling dat hier organisatiebreed aandacht voor is en dat men inzicht krijgt in de voordelen. Een werkgroep zal hiermee aan de slag gaan. Het uiteindelijke doel van innovatie in en op het werk is het vergroten van de veiligheid in (en buiten) de regio (effectiviteit) en het nog beter samenwerken met elkaar en met de partners (efficiëntie). Ook kan het constant kritisch tegen het licht houden van de taken en prioriteiten beleidsruimte creëren zonder dat hiervoor extra financiën nodig zijn. Als alle schouders gezamenlijk onder het beleid worden gezet, kan de VrZW echt arm in arm gaan voor veiligheid.
3.6 Strategische doelstellingen Uit voorgaande missie en visie volgen de strategische doelstellingen die weergeven wat de VrZW eind 2012 gerealiseerd wenst te hebben, te weten: •
in 2012 is het gevoel van veiligheid bij de burger in deze regio verbeterd,
•
de VrZW heeft eind 2012 een positie ‘in het linker rijtje’ van veiligheidsregio’s verworven.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
15
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
16
4.
veiligheidsbureau In dit hoofdstuk worden de taken en projecten van het veiligheidsbureau Zaanstreek-Waterland uiteengezet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het beheer van geïmplementeerd beleid, het voortzetten van eerder ingezet beleid en de nieuw op te starten projecten in de planperiode. Het doel is te komen tot een professionalisering van de crisisbeheersing en rampenbestrijding.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
17
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
19 Vanaf 1 januari 2008 is het veiligheidsbureau formeel werkzaam binnen de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Binnen dit bureau vindt de multidisciplinaire beleidsmatige voorbereiding op rampen en crises plaats. Het veiligheidsbureau is daarmee een belangrijke schakel in de netwerkorganisatie die de veiligheidsregio is. Om tot meer en betere multidisciplinaire samenwerking te komen, fungeert het veiligheidsbureau als het ware als smeerolie tussen de vier betrokken disciplines (brandweer, politie, GHOR en gemeenten).
Het bureau levert voor multidisciplinaire beleidsmatige
kern ondersteund door projectmedewerkers vanuit de afzon-
werkzaamheden vooral de project(bege)leiding, waarbij de
derlijke (monodisciplinaire) organisaties. Hiertoe wordt jaarlijks
disciplines voor aanvullende capaciteit en expertise zorgen,
een capaciteitsclaim bij de afzonderlijke organisaties neer-
om zodoende de projecten in gezamenlijkheid vorm te laten
gelegd. Bij goedkeuring van de jaarprogramma’s van het veilig-
krijgen. Kernwoorden voor dit bureau zijn: compact, adviserend,
heidsbureau (het multidisciplinair werkprogramma) committeert
regisserend, flexibel en hoogwaardig.
elke organisatie zich aan het leveren van aanvullende capaciteit.
Het veiligheidsbureau speelt een verbindende rol in de voor-
De personele invulling van het veiligheidsbureau kent voor de
bereiding op de crisisbeheersing en rampenbestrijding binnen
komende jaren enkele wijzigingen ten opzichte van het eerste
de regio. Het bureau positioneert zich als hét platform voor
jaar (2008). Het veiligheidsbureau draagt op regionaal niveau
multidisciplinaire afstemming tussen de verschillende publieke
zorg voor beleid en coördinatie over multidisciplinaire, voor-
organisaties onderling en waar nodig met private partijen.
bereidende taken binnen de crisisbeheersing en rampen-
Dit doet het veiligheidsbureau door het RMT en het bestuur
bestrijding. Om hierin eenduidig te zijn, worden enkele taken
beleidsmatig te ondersteunen vanuit een brede maatschap-
vanuit de afdeling crisisbeheersing & rampenbestrijding van
pelijke betrokkenheid.
de RBZW overgeheveld naar het veiligheidsbureau. Vanuit het
Het veiligheidsbureau streeft er naar om de komende jaren
principe ‘mens volgt taak’ betekent dit tevens een verschuiving
haar rol als adviseur verder uit te bouwen naar een positie
van functionarissen.
als regisseur, waarbij aan de gegeven adviezen tevens een passend uitvoeringsvoorstel gekoppeld wordt. Het veiligheidsbureau streeft er naar een volwaardig partner in veiligheid te
4.2 Beleid veiligheidsbureau
worden, een bureau waarvan de gevraagde en ongevraagde
Het beleid dat het veiligheidsbureau voor de komende jaren
adviezen gehoord en gewaardeerd worden en waarvan de
nastreeft, wordt in dit beleidsplan uiteengezet. De taken en
ondersteuning aan de vier disciplines tot een daadwerkelijke
projecten waarover het veiligheidsbureau zich buigt, worden
verlichting van het eigen takenpakket zal leiden.
jaarlijks uitgewerkt in een multidisciplinair werkprogramma. Voor ieder jaar wordt een onderscheid gemaakt tussen struc-
4.1 Organisatie veiligheidsbureau
turele taken, doorloop van projecten uit het voorgaande jaar en
Het veiligheidsbureau heeft een kleine kernbezetting. Elke
nieuw te starten projecten. De nieuw te starten projecten zijn
discipline levert één of enkele beleidsadviseurs voor de kern-
op dit moment alleen voor 2009 en 2010 uitgewerkt. De VrZW
bezetting. Voor de realisatie van de projecten wordt de vaste
bevindt zich in een groeiproces. De Wet veiligheidsregio’s, die
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
20 een wettelijk kader vormt voor de ontwikkeling van de veilig-
4.3 Beheer geïmplementeerd beleid
heidsregio, is nog steeds in behandeling bij de Tweede Kamer.
Binnen het veiligheidsbureau wordt een groot deel van de tijd
Dit betekent dat de regio in het najaar van 2008 te maken heeft
ingezet op de realisatie van projecten. Zodra deze projecten
met onduidelijkheden over het ontwikkelpad van de veiligheids-
afgerond zijn, dienen zij op juiste wijze geïmplementeerd
regio en daarmee van het veiligheidsbureau.
te worden om er voor te zorgen dat de resultaten geborgd worden in de onderliggende organisaties. Indien projecten
Desalniettemin hebben het bestuur en het RMT met elkaar
beheersmatige taken met zich meebrengen, kan dit beheer
voor de komende jaren een visie op crisisbeheersing en ram-
worden ondergebracht bij één van de organisaties binnen de
penbestrijding geformuleerd. Afgesproken is om met elkaar de
veiligheidsregio of bij het veiligheidsbureau. In principe wordt
veiligheidsregio verder te versterken en daarvoor met name
er naar gestreefd het beheer over projecten zoveel mogelijk
de samenwerking tussen de vier kolommen te verstevigen.
bij de afzonderlijke organisaties te beleggen. Waar het door
Immers, elke kolom is noodzakelijk om de veiligheidsregio een
de aard van de taken meer voor de hand ligt om het beheer bij
succes te laten zijn. De gemaakte afspraken zijn in het visie-
het veiligheidsbureau te beleggen, kan dit een uitbreiding in
document ‘Arm in arm voor veiligheid’ nader uitgewerkt (zie
capaciteit van het veiligheidsbureau betekenen. Immers, het
tevens hoofdstuk 3 van dit beleidsplan). Belangrijk is, om met
bureau is ingericht om voornamelijk op projectmatige basis te
elkaar te komen tot een niveau van veiligheid waar de burger te
werken. Het beleggen van veel beheersmatige taken bij het
allen tijde op kan vertrouwen. Het veiligheidsbureau maakt de
veiligheidsbureau staat op gespannen voet met de ‘lean and
komende jaren concreet inzichtelijk welke activiteiten onder-
mean’ opzet van het bureau.
nomen moeten worden om tot een voor iedereen herkenbaar en acceptabel kwaliteitsniveau te komen en stimuleert tege-
Projecten die in de periode van 2009-2012 in elk geval beheerd
lijkertijd de betrokken disciplines om de figuurlijke armen stevig
worden door het veiligheidsbureau, zijn:
vast te pakken én vast te houden.
•
Evenementenkalender [V13a],
•
Risicoanalyse en advisering evenementen [V13b],
Voor de komende twee jaar zijn de belangrijkste aandachts-
•
Meerjarenbeleidsplan Opleiden, trainen en oefenen [V12] 8,
punten voor het veiligheidsbureau inzichtelijk gemaakt. Met
•
Regionaal Crisisplan [V2],
de geformuleerde projecten voor het veiligheidsbureau voor
•
Regionaal Coördinatie Centrum [V1b] 9.
2009 en 2010 wordt gewerkt aan het op orde brengen van de crisisbeheersing en rampenbestrijding zoals gewenst door
De taakomschrijving van deze beheersmatige aspecten,
de minister.
inclusief de structurele taken van het veiligheidsbureau,
Wat het beleid voor de daarop volgende jaren (2011 en 2012)
worden jaarlijks uitgewerkt in het multidisciplinair
wordt, is echter op dit moment nog niet eenduidig vast te
werkprogramma.
stellen. Door het uitstel van de Wet veiligheidsregio’s is nog geen landelijke lijn zichtbaar. Tevens vindt in onze regio in 2009 zoals eerder genoemd de toetsing van de IOOV plaats, RADAR. De uitslag van deze toetsing is van cruciaal belang voor het
4.4 Met kracht doorzetten van het ingezette beleid
bepalen van de verdere koers van Zaanstreek-Waterland. 2011 en 2012 zullen vooral in het teken staan van het verbete-
Kwaliteitsverbetering GRIP, evaluatie [V1a]
ren van de kwaliteit van crisisbeheersing en rampenbestrijding.
In regio Zaanstreek-Waterland is besloten de coördinatie van
Op dit moment is het voor het tweede deel van de looptijd van
de rampenbestrijding beter te organiseren en de opschalings-
het beleidsplan slechts mogelijk om op hoofdlijnen inzichtelijk
systematiek te herstructureren door het invoeren van de
te maken welke taken het veiligheidsbureau te wachten staan.
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). Vanaf 1 november 2007 werken de operationele
In het verdere verloop van dit vierde hoofdstuk wordt in de
diensten en de gemeenten conform de GRIP- opschalings-
eerste plaats gekeken naar de taken van het veiligheidsbureau
systematiek. Nu dient een kwaliteitsverbetering ingezet te
die in 2008 zijn gestart en een doorloop kennen in 2009.
worden om de doeltreffendheid van de coördinatie van de
Vervolgens wordt ingegaan op de nieuwe taken en opgaven
operatie en het beleid bij rampen en crises te vergroten.
voor 2009 en 2010 en afgesloten wordt met een korte vooruit-
Hiertoe wordt ingezet op de volgende speerpunten:
blik op de belangrijkste opgaven voor het veiligheidsbureau in
•
de daarop volgende jaren.
het verhogen van de transparantie in procedures en systemen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van teams en functionarissen voor, tijdens en na het handelen bij een ramp/crisis,
8 Dit plan wordt vierde kwartaal 2008 opgeleverd en bevat alle multidisciplinaire oefeningen, zoals ROT-oefeningen en bestuurlijke oefeningen. 9 Onder voorbehoud van nadere besluitvorming over positionering van deze taak.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
21 •
•
het vaststellen of de implementatie GRIP voldoet aan de
waterschappen, provincies en ministeries alert te
afspraken en de verwachtingen door het opzetten
houden en te oefenen.
van een evaluatiesystematiek voor proces- en incident-
In november 2008 houdt de TMO een grote oefenweek
evaluaties en het implementeren van de geformuleerde
‘Waterproef’, waarin landelijk wordt getoetst in hoeverre
verbeterpunten,
de voorbereiding op overstromingen in Nederland in de
het realiseren van adequate voorzieningen in het
afgelopen twee jaar is verbeterd. Het veiligheidsbureau is
Regionaal Coördinatie Centrum (RCC) en in de Commando
de spil in deze professionalisering van de voorbereiding op
Haakarmbak (COH).
overstromingen voor onze regio.
Voor een uitwerking van de vier deelprojecten die hieraan ten werkprogramma 2009.
4.5 Professionalisering crisisbeheersing en rampenbestrijding 2009-2010
Opstellen van het Crisisplan [V2]
Verbetering informatiemanagement [V5]
Het regionaal crisisplan is de wettelijke opvolger van het
De afgelopen jaren is uit evaluaties van incidenten en oefening-
rampenplan. Het crisisplan is van het gemeentelijk niveau
en regelmatig het belang van een tijdige en juiste informatie-
naar het regionale niveau gebracht, omdat voor een multidis-
uitwisseling naar voren gekomen. Zonder een compleet en
ciplinaire voorbereiding en uitvoering van de crisisbeheersing
gedeeld beeld van de situatie verloopt de bestrijding moeizaam.
en rampenbestrijding regionale samenwerking noodzakelijk is.
Informatiemanagement is tevens als nadrukkelijk verbeterpunt
Het plan beschrijft de organisatie, taken, verantwoordelijk-
naar aanleiding van ADR 1 genoemd. De veiligheidsregio
heden en bevoegdheden op het gebied van de crisisbeheersing
krijgt daarom de taak om bij de crisisbeheersing en rampen-
en rampenbestrijding. Het is een operationeel plan, dat de
bestrijding op een centraal punt een totaalbeeld bij te houden
generieke aanpak van rampen en crises in de regio beschrijft.
met informatie over het incident zelf, de hulpverlening, de
Het regionaal crisisplan wordt opgesteld op basis van
prognose en de aanpak en de getroffen maatregelen evenals
landelijke uniforme richtlijnen waardoor de operationele
de resultaten ervan.
grondslag liggen, wordt u verwezen naar het multidisciplinair
plannen van de verschillende regio’s ook op elkaar aansluiten. Het veiligheidsbureau heeft de ambitie om het regionaal
Het is een taak van de veiligheidsregio ervoor te zorgen dat de
crisisplan in 2009 vast te stellen om het in 2010 verder
informatievoorziening op orde is. Het veiligheidsbureau speelt
te implementeren.
hierin een coördinerende en uitvoerende rol. Op dit moment is nog onvoldoende duidelijk op welke wijze de informatievoor-
Begeleiden en faciliteren RADAR [V3]
ziening binnen de VrZW vormgegeven moet worden. Vanaf
Eén van de taken van het veiligheidsbureau is het verzorgen
2008 wordt geïnventariseerd wat de omvang en reikwijdte van
van een goede voorbereiding op en begeleiding van RADAR,
het project ‘Informatiemanagement VrZW’ zal zijn. Vervolgens
dat wordt uitgevoerd door de IOOV. Na het eerste deel van de
wordt een meerjarenprojectplan opgesteld voor de verbetering
ADR, dat heeft plaatsgevonden in 2008, wordt de regio in 2009
van de informatievoorziening binnen de regio. Door het ont-
verder getoetst aan de hand van RADAR (vervanger van ADR
breken van capaciteit voor dit project binnen het veiligheids-
2 en 3). Dit onderzoek bestaat uit een omvangrijke praktijktest,
bureau (in kwantitatieve en kwalitatieve zin) dient hiervoor een
waarbij een incident op GRIP 3 of 4 niveau beoefend wordt.
externe projectleider aangetrokken te worden.
Het doel van de test is om te onderzoeken in hoeverre de regio voorbereid is op het voorkomen, beperken en bestrijden van
Continuïteit van organisaties / Continuïteits-
rampen of grootschalige incidenten. Tevens wordt ingegaan op
management [V6]
het verbeterpotentieel van de regio. Aan de hand hiervan wordt
De kwetsbaarheid van de maatschappij wordt blootgelegd
een verbetertraject opgesteld.
tijdens een verstoring van de continuïteit in bedrijfsvoering ten gevolge van crises, zoals een pandemie of aantasting van de
Evaluatie Taskforce Management
vitale infrastructuur (bijvoorbeeld langdurige stroomstoring of
Overstromingen (TMO) [V4]
overstroming). De effecten die optreden kunnen liggen op het
De TMO brengt bestaande kennis en ervaring op het gebied
gebied van gezondheid, maatschappelijke ontwrichting en
van watersnoodrampen bij elkaar. Dit netwerk van experts
economie. Het veiligheidsbureau buigt zich in 2009-2010 over
heeft de ambitie om een betere organisatie op te zetten voor
het opstellen van een regionaal kader (handreiking continuïteits-
het geval een deel van Nederland overstroomt. Bewustwording
plan) ten behoeve van het waarborgen van de continuïteit van
is nodig om de vele betrokken organisaties, gemeenten,
organisaties ten tijde van een calamiteit en het beperken van
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
22 mogelijke schadelijke effecten. Hiermee wordt aangesloten bij
wordt ook een belangrijke stap gezet in de interregionale
verschillende initiatieven die al lopen op landelijk niveau (zoals
samenwerking op het gebied van de crisisbeheersing en
de werkwijze Nationale Veiligheid en het project Bescherming
rampenbestrijding.
Vitale Infrastructuur). Uitvoering regionale werkzaamheden Opstellen (geactualiseerd) risicoprofiel [V7]
risicocommunicatie [V9]
Volgens de Wet veiligheidsregio’s moeten regio’s ter onder-
In 2008 is een regionaal (model)plan voor risicocommunicatie
bouwing van het regionale beleidsplan veiligheidsregio’s een
ontwikkeld. Op basis van dit plan dienen in 2009 en in 2010
bestuurlijk vastgesteld risicoprofiel kennen. Het risicoprofiel
activiteiten op het gebied van risicocommunicatie regionaal te
moet voldoen aan nieuwe vereisten die momenteel op landelijk
worden afgestemd. Het veiligheidsbureau zal in samenwerking
niveau worden opgesteld. Het omvat een overzicht van risico-
met de vier kolommen activiteiten voor risicocommunicatie
volle situaties in de regio die tot een ramp of crisis kunnen
regionaal ontwikkelen. Hierbij kan worden gedacht aan het
leiden. Ook moet een overzicht worden gemaakt van soorten
opstellen van een format voor een informatiebrochure en het
branden, rampen of crises en de effecten, zowel voor risico’s in
nader uitwerken van een specifieke communicatieaanpak voor
de eigen regio als in de buurregio’s. Het risicoprofiel is tevens
specifieke regiobrede risico’s.
gebaseerd op risico’s met betrekking tot nationale veiligheid (pandemie, stroomstoring).
Zelfredzaamheid [V10] Tot enkele jaren geleden had de overheid de neiging om naar
Belangrijke aandachtspunten bij het opstellen van het
de burgers te communiceren dat zij de veiligheid van burgers
risicoprofiel zijn:
kan waarborgen. In de afgelopen jaren is steeds duidelijker
•
adequate prioritering van risico’s,
geworden dat in onze complexe maatschappij de overheid
•
betrokkenheid van alle partners (met een brede multi-
volledige veiligheid niet kan garanderen. De overheid kan
disciplinaire insteek).
proberen de grootste risico’s te vermijden en te verminderen en te zorgen voor een adequate rampen- en crisisbestrijdings-
Om een landelijk risicoprofiel te krijgen, is het van belang
organisatie. Maar burgers en bedrijfsleven zijn voor een
dat de verschillende regio’s werken volgens een landelijk
belangrijk deel ook op zichzelf aangewezen. De overheid heeft
uniforme werkwijze. De VrZW sluit aan bij het toepassen van
wel de verantwoordelijkheid om burgers en bedrijfsleven te
dit in ontwikkeling zijnde instrument.
informeren over de risico’s die zij lopen en op welke wijze zij zich op incidenten kunnen voorbereiden. Belangrijk speerpunt
Opstellen Beleidsplan veiligheidsregio 2011-2014 [V8]
bij deze aanpak zijn de zogenaamd niet of minder zelfred-
De Wet veiligheidsregio’s bepaalt dat het bestuur van de
zamen. Voor deze doelgroep heeft de overheid een speciale
veiligheidsregio eens per vier jaar een beleidsplan vaststelt.
verantwoordelijkheid. In 2010 ontwikkelt het veiligheidsbureau
Het voormalige planfiguur ‘regionaal beheersplan rampen-
in overleg met de kolommen een gezamenlijke visie en aanpak
bestrijding’ beoogde een gestructureerde en planmatige
over de wijze waarop in de regio wordt omgegaan met zelfred-
voorbereiding op de rampenbestrijding. Het beleidsplan veilig-
zaamheid in het algemeen en voor verminderd zelfredzamen
heidsregio verbreedt deze doelstelling naar crisisbeheersing en
in het bijzonder.
plaatst het binnen de context van de veiligheidsregio. Inzicht materiaal/materieel [V11] In het beleidsplan veiligheidsregio wordt de wijze beschreven
Op regionale schaal kan een efficiencyslag gemaakt worden
waarop de multidisciplinaire voorbereiding en uitvoering van
wanneer de partners in de rampenbestrijding gebruik maken
de crisisbeheersing en rampenbestrijding wordt vormgegeven
van elkaars kapitaal (mensen en middelen). Ook het Hoog-
en de wijze waarop de kwaliteit wordt geborgd. Het opstellen
heemraadschap (en mogelijk ook Rijkswaterstaat) is in dit
van een beleidsplan veiligheidsregio geeft invulling aan het
verband een partij met wie afspraken over het gebruik van
gestructureerd en planmatig ontwikkelen van beleid ten
materieel en materiaal gemaakt kunnen worden. Daarom buigt
aanzien van de taken van de veiligheidsregio. Het beleids-
het veiligheidsbureau zich in 2010 over het multidisciplinair
proces om te komen tot een beleidsplan moet bijdragen aan
inzichtelijk maken van materiaal en materieel in de regio. De
het structureren van de opgaven, het stellen van prioriteiten en
politie beschikt over een geautomatiseerd systeem waarin voor
het richting geven aan de inspanningen van de veiligheidsregio
de regio’s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek-
en haar partners. De VrZW sluit in de werkwijze en aanpak aan
Waterland al het uitleenbare materiaal en materieel is
bij het landelijk format dat interregionale samenwerking bij de
opgenomen. Korpsen kunnen in dit systeem zoeken naar
totstandkoming van het beleidsplan bevordert. Hierdoor
de benodigdheden en deze online bestellen. Op deze manier
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
23 kan elk korps een beperkte hoeveelheid materieel en materiaal aanschaffen, wat een kostenbesparend effect heeft. Een dergelijk systeem zou ook binnen en tussen de overige partners in rampenbestrijding van nut kunnen zijn.
4.6 Blik op de toekomst Het op orde brengen van de crisisbeheersing en rampenbestrijding is het streven voor 2009 en 2010. De speerpunten voor de jaren erna zijn, zoals eerder uiteengezet, op dit moment nog moeilijk inzichtelijk te maken. Naar het zich laat aanzien zal het beleid voor 2011 en 2012 zich richten op: • •
implementatie van (nieuwe) wettelijke bepalingen, een kwaliteitsimpuls naar aanleiding van RADAR (voortvloeiend uit het verbetertraject dat reeds in 2009 en 2010 zal plaatsvinden), [V14]
•
het bepalen van een eigen, regionale ambitie, bijvoorbeeld ten aanzien van integraal veiligheidsbeleid.
De eerste twee punten kunnen vooralsnog niet ingevuld worden. Wel kan al nagedacht worden over beleidsmatige aspecten die de regio Zaanstreek-Waterland zelf hoog in het vaandel heeft staan. Na twee jaren voornamelijk de nadruk te leggen op het implementeren van landelijke richtlijnen, wordt in 2011 de tijd rijp om eigen accenten aan te brengen in de doorontwikkeling van de veiligheidsregio. Het veiligheidsbureau ziet daarin voor zichzelf een sterke, adviserende rol. De komende jaren wil het bureau zich verder ontwikkelen in de functie als ‘vraagbaak’ voor de regio. Voor alle multidisciplinaire vragen die betrekking hebben op rampenbestrijding en crisisbeheersing dient het veiligheidsbureau door een ieder gevonden te kunnen worden. Ook het RMT en het bestuur moeten te allen tijde kunnen vertrouwen op een vakkundig en onafhankelijk multidisciplinair advies. Daarnaast streeft het veiligheidsbureau er naar om de kwaliteit van alle betrokkenen in de rampenbestrijding en crisisbeheersing verder te verhogen. Hiertoe zal geïnventariseerd worden wat het huidige kwaliteitsniveau is, om vervolgens inzichtelijk te maken op welke wijze hierin door opleiding, oefening en middelen een stap voorwaarts gezet kan worden. Om voor de burgers uit de regio een hoogwaardig niveau van veiligheid te kunnen garanderen, dient de samenwerking tussen de kolommen optimaal te zijn. De medewerkers van het veiligheidsbureau maken zich hier de komende jaren hard voor, immers: ook zij gaan ‘Arm in arm voor veiligheid’!
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
24 Tabel 2. Veiligheidsbureau Nr.
Onderwerp / resultaat Achtergrond
V1a
Kwaliteitsverbetering GRIP, o.a. opzetten evaluatiesystematiek / verbeteren multidisciplinaire evaluatie
Voortkomend uit implementatie GRIP Kwaliteitsfoto nr. 55
V1b
Regionaal Coördinatie Centrum: beheer en realisatie adequate voorzieningen (VC / COH)
Kadernota 2009 Kwaliteitsfoto nr. 46, 52
V2
Opstellen en beheren van het Regionaal Crisisplan (knoppenmodel)
Wet veiligheidsregio’s Kwaliteitsfoto nr. 43, 44, 45
•
V3
Faciliteren RADAR (communicatie, bijeenkomsten)1
Toetsing Inspectie OOV
•
A
V4
Taskforce Management Overstromingen (TMO): evaluatie oefenweek en implementatie van de uitkomsten
Landelijke organisatie door de regering ingesteld om Nederland beter voor te bereiden op de gevolgen van een overstroming
•
O
V5
Informatiemanagement: verbeteren tijdige en juiste informatie-uitwisseling (0,5 fte beleidsmatige borging, zie GMK1)
Wet veiligheidsregio’s Verbeterpunt Inspectierapport ADR ZaanstreekWaterland
•
V6
Continuïteit van organisaties / continuïteitsmanagement: regionaal kader
Strategie Nationale veiligheid en Programma Bescherming vitale infrastructuur van Min. BZK / NAVI (Nationaal Adviescentrum Vitale Infrastructuur)
•
•
O
V7
Opstellen (geactualiseerd) risicoprofiel
Wet veiligheidsregio’s Kwaliteitsfoto nr. 3 t/m 6, 39
15.000
15.000
A
V8
Opstellen Beleidsplan veiligheidsregio 2011-2014
Wet veiligheidsregio’s
•
•
A
V9
Uitvoering regionale werkzaamheden risicocommunicatie
Regionaal (model)plan risicocommunicatie
V10
Zelfredzaamheid (incl. visie en aanpak verminderd redzamen), daarna onderhoud
Verantwoordelijkheid overheid om burgers en bedrijven te informeren over de risico’s die zij lopen en op welke wijze zij zich zelf op incidenten kunnen voorbereiden
20.000
V11
Multidisciplinair inzichtelijk maken materieel / materiaal
Inzicht t.b.v. samenwerking en efficiency / kostenbesparing
15.000
V12
Beheer Multidisciplinair Beleidsplan Opleiden, Trainen, Oefenen (MBOTO, 2008)2
Vloeit voort uit de totstandkoming van genoemd beleidsplan, betreffen vooral coördinerende werkzaamheden Kwaliteitsfoto nr. 36, 37 (en 42) Wet veiligheidsregio’s / besluit veiligheidsregio’s
50.000
105.000
110.250
115.763
A
V13a Risicoanalyse en advisering evenementen
Project evenementenveiligheid (2008), zie ook Kwaliteitsfoto nr. 40, 41
•
•
•
•
O
V13b Beheer evenementenkalender
Project evenementenveiligheid (2008), zie ook Kwaliteitsfoto nr. 41
•
9.000
9.450
9.923
O
V14
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€) 2009 Inc.
Kwaliteitsimpuls rampbestrijdingspotentieel: voorbereiding (2011) en uitvoering (2012), daarna structureel via MBOTO Totaal in €
Str.
Inv.
2010 Inc.
Str.
Inv.
2011 Inc.
Str.
Inv.
2012 Inc.
A /O Str.
•
A
•
•
•
•
A
7.500
7.500
7.500
A
•
•
50.000
•
•
•
A
O
5.000
5.000
O
O
Inspectierapport RADAR Zaanstreek-Waterland (vgl. Kwaliteitsimpuls operationele leiding brandweer) 15.000
Inv.
50.000 121.500
15.000
10.000
15.000 132.200
10.000 138.186
A
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr.) Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering. 1 = Kosten bedragen 15.000,- en worden gefinancierd binnen budget communicatie VrZW. 2 = Kosten eerste jaar bedragen 100.000,- waarvan 50.000,- wordt gedekt door levering structurele formatie door één van de partners in de VrZW.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
25
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
26
5.
RBZW Binnen de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland heeft de brandweer een eigen identiteit. In dit hoofdstuk worden de missie, visie en hoofddoelstellingen van de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) beschreven. Per hoofddoelstelling wordt aangegeven waar de RBZW zich, naast de reguliere taken, op gaat richten gedurende de planperiode om de brandweerzorg en de bijdrage aan de crisisbeheersing en rampenbestrijding te verbeteren.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
27
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
29 Sinds de ontvlechting10 per 1 juli 2007 heeft het managementteam (MT) van de RBZW een nieuwe koers. Feitelijk krijgt de koers pas in dit plan zijn definitieve vorm. De afgelopen periode is hard gewerkt aan het op orde brengen van de (interne) organisatie. En we zijn er nog niet, dat hebben de kwaliteitsfoto en de ADR onlangs uitgewezen. De belangrijkste hobbels, zoals het verbeteren van de planning & control-cyclus, zijn echter genomen. Het gaat nu nog vooral om het zetten van de laatste stappen. De blik is weer vooruit gericht, de RBZW kijkt en handelt met open vizier vanuit een eigen missie en visie.
Missie
•
een open en uitdagende werkomgeving te bieden aan de
De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de
medewerkers, opdat zij hun eigen verantwoordelijkheid
RBZW hebben een wettelijke grondslag11, maar de RBZW is
kunnen nemen binnen de door het management gestelde
bovenal een samenwerkingsverband van gemeenten met als
kaders (resultaatsturing).
doel bepaalde zaken eenduidig en efficiënt te organiseren. Om dit te realiseren, is de volgende missie geformuleerd, als
Visie
basis voor de uitvoering van de werkzaamheden:
De RBZW ziet twee sporen voor de nabije toekomst, namelijk: 1. de doorontwikkeling van de brandweer in de regio
De medewerkers van de RBZW zetten zich in voor een sterke, samenhangende brandweerzorg, crisisbeheersing
Zaanstreek-Waterland, 2. het verstevigen van de positie in de veiligheidsregio.
en rampenbestrijding, waarbij samen met de partners – ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid – resultaatgericht
1. Doorontwikkeling van de brandweer
wordt gewerkt aan een hoogwaardige dienstverlening aan
De brandweer is stevig (lokaal) verankerd in de maatschappij
burgers en bedrijfsleven.
met eigen autonome taken en een ‘hands on’ reputatie. Dit uit zich binnen de brandweer vooral in het harde werken dat
Dit doet de RBZW door:
de (vrijwillige) medewerkers doen en de enorme loyaliteit aan
•
samen te werken met andere organisaties op het terrein van
elkaar en aan de organisatie. Maar, de samenleving is voort-
brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding,
durend aan veranderingen onderhevig en de brandweer moet
een transparant en toetsbaar normenstelsel te ontwikkelen
en wil daarin mee. Het is zaak het goede te behouden en met
en te borgen,
een proactieve houding in het nieuwe te stappen. Iedere
• • •
het continu op peil houden en verbeteren van de kwaliteit
medewerker heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.
van de basisprocessen,
Bij het nemen van die verantwoordelijkheid bieden de drie
een klantgerichte organisatie te zijn ten aanzien van onder-
gedeelde kernwaarden (resultaatgericht, samenwerking en
steunende en specialistische taken, in het bijzonder waar
kwaliteit & efficiency) een houvast. Tegelijk beoogt de RBZW de
het gaat om de gemeentelijke brandweren. De RBZW werkt
doelen en resultaten vooral in gezamenlijkheid (van collega’s,
samen met en voor de gemeenten, staat op gelijke voet in
korpsen, partners en relaties) te bereiken. Als motto voor de
plaats van ‘erboven’,
periode tot 10 oktober 2010 heeft de RBZW dan ook ‘(t)rots in
10 Ontvlechting van het gemeentelijke brandweerkorps van Zaanstad en de RBZW. 11 Brandweerwet en Wet rampen en zware ongevallen; beide gaan op in de Wet veiligheidsregio’s.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
30 verbondenheid’ gekozen. In dit eerste deel van de planperiode
‘Arm in arm voor veiligheid’. De partners in de VrZW hebben
wordt gewerkt aan het op een voldoende niveau brengen van
bepaald wat de gezamenlijke missie is en wat dit van de
de brandweerzorg in de regio Zaanstreek-Waterland. Daarna
disciplines vraagt. Vanzelfsprekend zorgt de RBZW voor een
kan meer energie worden gestoken in andere ambities, zoals
klantgerichte benadering en wordt hoog ingezet op samen-
het samenwerken op landelijk niveau en het doorgroeien naar
werking. In concrete inhoudelijke zin levert de RBZW een
een sterke en veilige regio. Eind 2012 moet dat zich vertalen in
bijdrage aan:
een ‘(t)rotsvast vertrouwen in veiligheid’.
•
eenheid van beleid en aansturing, om een basisniveau te waarborgen voor de aanpak van fysieke veiligheid voor elke
De doorontwikkeling van de brandweer zal alleen sneller moeten gebeuren dan in eerste instantie in de koers was uitgestippeld. In het convenant, en bij inwerkingtreding van de
inwoner in het verzorgingsgebied, •
een regionaal georganiseerde bestuurlijke en operationele leiding bij grootschalige incidentenbestrijding.
Wet en het Besluit veiligheidsregio’s per 1 juli 2009, verwacht de minister van de regio’s dat zij het gewenste niveau al op 1 januari 2010 realiseren. Het convenant is voor wat betreft
5.1 Hoofddoelstellingen RBZW
kwaliteitseisen brandweerzorg beperkt en dus haalbaar
In de dagelijkse praktijk lopen beide sporen naast elkaar of
binnen de convenantsperiode. Ten aanzien van de normen in
kruisen zij elkaar. Er zijn vier hoofddoelstellingen geformuleerd
de kwaliteitsfoto is in Zaanstreek-Waterland bestuurlijk over-
waarmee beiden tot een goed einde kunnen worden gebracht.
eengekomen om uiterlijk 30 juni 2010 een voldoende niveau
Deze vier doelstellingen zijn:
van brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding te
1. samenwerking met de partners versterken,
hebben gerealiseerd.
2. ontwikkelen van een gedeeld normenstelsel,
De brandweer staat sterker als zij dat in gezamenlijkheid doet.
3. verbeteren van de kwaliteit van de basisprocessen,
Onlangs hebben bestuurders en commandanten dan ook
4. verbeteren van de ondersteunende en specialistische taken.
uitgesproken de samenwerking tussen de brandweerkorpsen en de RBZW te willen verstevigen om een goede, regionaal
Elke hoofddoelstelling wordt in de navolgende paragrafen
functionerende brandweer te ontwikkelen. De gelijkwaardig-
(5.1.1 - 5.1.4) toegelicht. Per hoofddoelstelling zijn de belang-
heid, die tussen de negen brandweerkorpsen na de ontvlech-
rijkste inhoudelijke speerpunten / beleidsthema’s benoemd.
ting is ontstaan, vormt de basis voor het versterken van de
Beoogde resultaten op de ondersteunende processen, zoals
samenwerking.
P&O, communicatie, P&C en kwaliteitszorg worden in hoofd-
De RBZW heeft als gemeentelijk samenwerkingsverband
stuk 10 beschreven. De toelichting spitst zich toe op de jaren
een belangrijke taak om de gemeenten te ondersteunen en
2009 en 2010. Waar mogelijk wordt een doorkijk gegeven naar
faciliteren bij de uitvoering van de lokale brandweerzorgtaken.
de jaren 2011 en 2012, de periode waarin de doorontwikkeling
Meer dan alleen ondersteuning wil de regionaal comman-
zal plaats vinden. Bepalende factoren zijn de (dan) geldende
dant ook een regierol vervullen en van daaruit sámen met de
wet- en regelgeving, de bestuurlijke ambities en daaruit vol-
gemeentelijke commandanten de brandweerzorg vorm geven.
gende beleidskeuzes.
Te beginnen met de gezamenlijke aanpak van de uitvoering van het vervolgtraject kwaliteitsfoto. Bekeken wordt of dit op
In hoofdstuk 11 en in de tabellen in de hoofdstukken is een
de middellange termijn binnen de context van een regionaal
financiële vertaling gemaakt. Hieruit blijkt onder andere dat
brandweer management team mogelijk is.
(tijdelijke) inzet van extra personeel noodzakelijk is. De manier waarop hieraan in de praktijk invulling gegeven kan worden, is
2. Verstevigen van de positie in de veiligheidsregio
een afweging die nog gemaakt moet worden. Het is heel goed
Het monodisciplinaire spoor kan niet los gezien worden van het
denkbaar dat vanuit het oogpunt van samenwerking en efficiën-
multidisciplinaire spoor. Immers, om een volwaardige part-
tie medewerkers op locatie bij de grotere korpsen zoals Edam-
ner in de veiligheidsregio te kunnen zijn, dient de brandweer
Volendam, Purmerend en Zaanstad gestationeerd worden,
ook de eigen zaken op orde te hebben. Alle partners moeten
waarbij logischerwijs wordt aangesloten bij de specialismen
namelijk op elkaar kunnen vertrouwen in de voorbereiding op
c.q. sterke punten van die korpsen.
en bij de bestrijding van rampen en crises. Veiligheid, kwaliteit en samenwerking zijn zowel mono- als multidisciplinair de
5.1.1 Samenwerking met de partners versterken
kernbegrippen. Door hiernaar te handelen, dit ook uit te dragen
Vanwege de beperkte schaalgrootte van de regio Zaanstreek-
en meer in contact te treden met burgers en bedrijven is het
Waterland is het van belang de krachten te bundelen, zowel op
mogelijk het gevoel van veiligheid van burgers positief te
monodisciplinair als multidisciplinair niveau, binnen en buiten
beïnvloeden – zoals beschreven in het visiedocument
de regio. Ten aanzien van samenwerking ziet de RBZW diverse
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
31 rollen voor zichzelf weggelegd, namelijk de RBZW als:
stelsel binnen een, zo mogelijk, veiligheidsregiobreed
•
ondersteunende partner voor de gemeentelijke brandweer,
kwaliteitszorgsysteem. Dit is een logisch gevolg van de eigen
•
betrouwbare partner in de veiligheidsregio,
ontwikkeling, de opkomst van landelijke initiatieven, zoals
•
aanspreekbare partner in het regionale veiligheidsveld,
Cicero (zie paragraaf 10.4), en de wettelijke grondslag voor
•
zichtbare partner voor burgers en bedrijven,
kwaliteitszorg13.
•
stimulerende partner voor de omliggende regio’s,
•
verantwoordelijke partner voor landelijke ontwikkelingen.
5.1.3 Het verbeteren van de kwaliteit van de basisprocessen Elke organisatie heeft haar eigen basisprocessen en bijbeho-
Wat dit in de dagelijkse praktijk betekent, zal voor aanvang van
rende ondersteunende processen. De basisprocessen van
de planperiode in een notitie worden uitgewerkt. In ieder geval
de brandweer kennen een volgorde en samenhang als in een
zet de RBZW zich de komende jaren in om de samenwerking
keten. Van oudsher werkt de brandweer op basis van deze
met alle partners te intensiveren, met als beoogd resultaat
veiligheidsketen van de taakvelden proactie, preventie, prepa-
een betere en effectievere brandweerzorg, crisisbeheersing en
ratie, repressie en nazorg. Deze nog steeds gangbare keten
rampenbestrijding.
is aan verandering onderhevig, door de behoefte om taken en verantwoordelijkheden meer in samenhang op te pakken.
5.1.2 Ontwikkelen van een gedeeld normenstelsel
De begrippen risicobeheersing (proactie en preventie) en opera-
De minister is van mening dat iedereen in Nederland op elk
tionele voorbereiding (preparatie, repressie en nazorg) hebben
moment, waar men ook woont, werkt of recreëert, recht
hun intrede gedaan14.
heeft op een gelijke mate van veiligheid. In ZaanstreekWaterland wordt die gedachte ondersteund en tegelijk wordt
Eén van de hoofddoelstellingen in de koers van de RBZW is
onderkend dat dat alleen te garanderen is vanuit een uniform
het verbeteren van de kwaliteit van de basisprocessen. Dit
basisniveau voor alle burgers en bedrijven in de regio. Het
komt voort uit enerzijds de eigen ambitie om de burgers een
basisniveau wordt afgeleid van een gedeeld normenstelsel van
hoogwaardige kwaliteit van dienstverlening te bieden.
bij voorkeur een combinatie van wettelijke normen en regio-
Anderzijds volgt dit uit het streven van de minister van BZK
specifieke normen.
om de kwaliteit van de brandweerzorg, crisisbeheersing en
Bij de brandweer is een normenstelsel in ontwikkeling. De
rampenbestrijding in alle regio’s omhoog te brengen.
eerste stap is gezet met het gezamenlijk opstellen van een normenkader in 2008. Dat had tot doel een meting te kunnen
De RBZW heeft in de periode 2009-2012 de volgende speer-
verrichten naar het kwaliteitsniveau, om te weten waar de
punten ten aanzien van de basisprocessen:
burgers in ieder geval op kunnen rekenen waar het gaat om brandweerzorg. Het resultaat van die meting, een kwaliteits-
RISICOBEHEERSING
foto van de regionale brandweer en de negen gemeentelijke brandweren, vormt het formele beginpunt van de kwaliteits-
Beleidsplan risicobeheersing [B1]
verbetering in Zaanstreek-Waterland.
Onder risicobeheersing worden de taakvelden proactie en
Het normenkader van de kwaliteitsfoto omvat de belangrijkste
preventie gezamenlijk opgepakt. In het verleden zijn deze taken
processen in de veiligheidsketen en bedrijfsvoering van de
meer los van elkaar bezien, maar gezien de nauwe verweven-
brandweer. Er is onderscheid naar de gemeentelijke en de
heid is dat niet meer wenselijk. Voor risicobeheersing wordt per
regionale processen. De betreffende normen12 zijn bestuurlijk
definitie door de RBZW samengewerkt met de gemeenten15
vastgesteld. Op basis van de kwaliteitsfoto heeft het bestuur
in de regio. In 2008 is gestart om gezamenlijk de speerpunten
afgesproken dat de gemeentelijke brandweren en de regio-
voor de komende jaren te bepalen en te onderzoeken welke
nale brandweer binnen twee jaar op elke norm een score van
werkwijze daar het best bij past. Met het oog op de veran-
62,5% moeten hebben behaald. Op 30 juni 2010 is daarmee
derende regelgeving en steeds hogere kwaliteitseisen is het
de brandweerzorg in de regio Zaanstreek-Waterland op het
van belang om dit in 2009 in samenspraak met het regionale
minimale gewenste niveau.
platform risicobeheersing, Saver genaamd, nader uit te werken
Ondertussen zal het normenstelsel monodisciplinair worden
in een beleidsplan risicobeheersing. In het plan komen in ieder
doorontwikkeld, onder andere door de extra (of aangescherpte)
geval aan de orde: zelfredzaamheid van burgers en bedrijfs-
eisen in het Besluit veiligheidsregio’s als normen toe te
leven in het kader van externe veiligheid, het verder verankeren
voegen. Een tussentijdse meting in 2009 en een eindmeting
en borgen van integrale veiligheid in de gemeentelijke proces-
in 2010 moeten inzichtelijk maken of aan de bestuurlijke
sen, de ontwikkelingen rondom de ruimtelijke ordeningswet-
afspraken en wettelijke eisen is voldaan. Verder wil de RBZW
geving16, het regionaal preventieactiviteitenplan, het uitbouwen
vanaf 2010 ook investeren in een multidisciplinair normen-
van het nationale en interregionale netwerk, en het versterken
12 De totale kwaliteitsmeting van de gemeentelijke brandweer besloeg 77 normen, waarvan er 13 de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen betroffen. De kwaliteitsmeting van de RBZW betrof 66 normen. 13 Zie artikel 21, Voorstel van wet, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 2. 14 NB. Het gaat om logische bundeling van volgordelijke processen en mag niet worden verward met de manier waarop taken binnen de RBZW zijn georganiseerd in afdelingen en clusters. Operationele voorbereiding wordt bijvoorbeeld verzorgd door verschillende afdelingen en functionarissen. Het voormalige cluster bestuurlijke voorbereiding verschuift vanwege de multidisciplinaire aard van de werkzaamheden naar het veiligheidsbureau. 15 Samenwerking met functionarissen op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en brandweer. 16 Zie pagina 32.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
32 van de intergemeentelijke samenwerking. Aangezien de
bijstandsverlening) verantwoordelijkheden te maken.
complexiteit op het gebied van risicobeheersing alsmaar
De RBZW wil, in een regierol, nadrukkelijk de samenhang en
toeneemt, is steeds meer expertise nodig om de processen
samenwerking in het brandweeroptreden bevorderen.
goed uit te voeren. De RBZW heeft hierin een adviesfunctie.
De basis voor de operationele samenwerking wordt vast-
Tevens heeft de regionale brandweer in het kader van kwali-
gelegd in een regionaal operationeel dekkingsplan. In dit plan
teitszorg en kwaliteitsbewaking een belangrijke regierol te ver-
worden afspraken gemaakt over opkomsttijden en samen-
vullen. De komende jaren wordt hierop een visie ontwikkeld.
stelling van operationele eenheden, spreiding van voertuigen en kazernes in de regio, en de volgordelijkheid van alarmeren
Provinciale Uitvoeringsprogramma Externe
van de eenheden. Voor het opstellen van het dekkingsplan is in
Veiligheid II (PUEV II)
2009 eenmalige externe expertise noodzakelijk, alsmede het
[B2]
Binnen risicobeheersing wordt gewerkt aan enerzijds de in-
instrumentarium (software en data) om hieraan uitvoering te
terne en anderzijds de externe veiligheid van burgers, bedrijven
geven. Om vervolgens op elk gewenst moment de invloed van
en hun omgeving. Het externe veiligheidsbeleid is erop gericht
bepaalde maatregelen – bijvoorbeeld die van een wegafsluiting
de kans op en de effecten van ongevallen met gevaarlijke
op de aanrijdtijd – te kunnen berekenen, heeft de RBZW een
stoffen zoveel mogelijk te beperken. Per januari 2006 is een
opgeleide functionaris nodig die als ‘beheerder’ optreedt en
subsidieregeling van kracht, genaamd: Provinciaal Uitvoerings-
aanspreekpunt is voor de gemeenten en de interne organisatie.
programma Externe Veiligheid II (PUEV II). In dit programma
Tot slot vormt het feit dat de bezetting van de voertuigen vooral
worden projecten uitgevoerd die bijdragen aan een structurele
overdag steeds moeilijker wordt, terwijl de minister hard inzet
en adequate uitvoering van het externe veiligheidsbeleid.
op een aanscherping van de opkomsttijden door deze in wet-
Daarnaast worden ook kennisnetwerken en samenwerkings-
geving vast te leggen, voor de regio Zaanstreek-Waterland een
verbanden versterkt.
serieus aandachtspunt. In het dekkingsplan moeten mogelijke
In de regio Zaanstreek-Waterland heeft de RBZW in samen-
oplossingen naar voren komen. De bestuurlijke keuzes in de
spraak met de negen gemeenten (diensten milieu, ruimtelijke
operationele samenwerking en de (financiële) consequenties
ordening, brandweer) een programma opgesteld voor de
zijn op dit moment nog niet te overzien.
besteding van de subsidiegelden in de periode 2006 tot en met 2010. In de tweede helft van de programmatermijn (2008-2010)
Regionaal materieelspreidingsplan [B4]
staat nog een drietal projecten op de planning, namelijk:
Zowel de RBZW als de gemeentelijke brandweerkorpsen
•
•
VER-kennen. Projectdoel: Het borgen van fysieke veiligheid
beschikken over eigen materieel. Het regionale materieel
in ruimtelijke en milieubesluitvormingsprocessen, met nadruk
bestaat voornamelijk uit door het ministerie van BZK beschik-
op externe veiligheid. De producten die opgeleverd worden
baar gestelde materieel voor grootschalig optreden en bijzon-
zijn onder andere Checklist EV (een lijst met alle punten
dere bijstandsverlening, aangevuld met piketvoertuigen en
die bij een EV-paragraaf aan de orde moeten komen), fact
andere dienstvoertuigen17. Tot op heden heeft de RBZW alleen
sheets met praktijkvoorbeelden, Maatregelenlijst (lijst met
een overzicht bijgehouden van het regionale materieel. Echter,
kenmerken van meest voorkomende reductie maatregelen),
in het verlengde van de bevordering van de samenhang en
Regionale beleidsvisie EV,
samenwerking in het brandweeroptreden, ligt het uitwisselen
Preparatieniveau. Projectdoel: Het beschikbaar hebben van een afwegingskader voor het preparatieniveau en een
regionaal format voor uniforme planinstrumenten binnen de regio Zaanstreek-Waterland,
en inzichtelijk maken van het totale arsenaal aan materieel in de regio. De combinatie van een dekkingsplan en een spreidingsplan geeft de commandanten en de bestuurders een goed beeld van de mogelijkheden en optimale inzet van personeel en
Actualisatie risico-inventarisatie. Projectdoel: Het paraat
materieel. Daarnaast is het uit oogpunt van kwaliteit, unifor-
hebben van een actueel risicobeeld ten aanzien van inrich-
miteit en efficiciency gewenst om één plan te hebben, zodat
•
tingen met transportstromen van gevaarlijke stoffen via weg,
met inachtneming van de eigen regionale en gemeentelijke
water, lucht, spoor en buis in de regio Zaanstreek-Waterland.
(financiële) verantwoordelijkheden gestreefd kan worden naar optimale samenwerking in aanschaf en beheer van materieel.
OPERATIONELE VOORBEREIDING
Vanaf 2009 vindt de ontwikkeling van het plan plaats en wordt gewerkt aan samenwerkingsafspraken. De RBZW legt over
Regionaal operationeel dekkingsplan [B3]
de uitvoering van het plan verantwoording af aan het bestuur,
De brandweer in de regio werkt intensief samen bij de be-
onder andere ten aanzien van behaalde efficiëntievoordelen.
strijding van branden en ongevallen. Hierbij is er tegelijkertijd een onderscheid én een belangrijke relatie tussen de lokale
Doorontwikkeling operationele leiding [B5]
(basisbrandweerzorg) en bovenlokale (grootschalig optreden en
Vanuit de verantwoordelijkheid van de RBZW voor het
16 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Doel is betere dienstverlening en lastenverlichting voor burgers en bedrijven doordat zij voortaan nog maar één vergunning, de zgn. omgevingsvergunning, hoeven aan te vragen (de één loket gedachte). De verschillende vergunningen (incl. regels voor handhaving ervan) op het gebied van natuur, ruimte, wonen en milieu worden samengevoegd. Advisering over (brand)veilig- heidsaspecten dient hierin ook een plek te krijgen. Voor meer info zie http://www.vrom.nl/pagina.html?id=36562 17 Interregionale bijstand in pelotons- en compagniesverband.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
33 organiseren van het grootschalige optreden, is in 2007 het
per dag bemand is om meldingen van brand, ongevallen,
project Kwaliteitsimpuls Operationele Leiding gestart om
crises en rampen te verwerken en te zorgen voor snelle
achterstanden op dit gebied weg te werken. Doel is om
en adequate alarmering van de benodigde operationele en
uiteindelijk in voldoende mate gekwalificeerde operationele
bestuurlijke functionarissen. Om de taken van de meldkamer
functionarissen, zoals (hoofd)officieren van dienst en officieren
brandweer optimaal uit te voeren, is het van belang te zorgen
gevaarlijke stoffen, beschikbaar te hebben en te ondersteunen.
voor opleiding en oefening van de medewerkers van de
Het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel18, stelt eisen aan
meldkamer en materiële ondersteuning te bieden.
het repressieve brandweerpersoneel in Nederland, en is dus
Speerpunt voor 2009 en verdere jaren is het monodisciplinair
ook medebepalend voor de eisen die in Zaanstreek-Waterland
oppakken van de verbeterpunten vanuit de ADR deel 1 en
gesteld worden aan de functionarissen belast met operationele
RADAR en bijdragen aan de multidisciplinaire verbeterpunten,
leiding. In het derde kwartaal van 2008 wordt door middel van
zoals calamiteitencoördinatie en informatiemanagement.
competentieanalyses beoordeeld in hoeverre de huidige
In 2010 dient er op last van het Rijk een omnummering plaats
functionarissen al voldoen aan de nieuwe eisen, waarna
te vinden van alle apparatuur, voertuigen etc. Alle regio’s zijn
bepaald wordt wat nodig is aan opleiding / bijscholing van de
verplicht aan deze herziening van het landelijke nummering-
medewerkers die hier nog niet aan voldoen.
systeem mee te werken.
In 2009 komt het zwaartepunt van het project te liggen, omdat dan de daadwerkelijke implementatie moet plaatsvinden.
OPLEIDEN, TRAINEN EN OEFENEN
Het betreft het opstellen van een nieuwe regeling operationele leiding, het regelen van piketten (vervanging en uitbreiding),
Opleiden, trainen en oefenen maakt een dermate groot en
het organiseren van opleidingen en oefeningen, en doen van
belangrijk onderdeel van de operationele voorbereiding uit
vervangings- en uitbreidingsinvesteringen voor benodigde
dat het hier wordt uitgelicht en er dieper op wordt ingegaan
voertuigen, instrumenten en uitrusting. Afronding van het
dan bij de andere onderdelen. Bij het opleiden, trainen en
project vindt plaats in het jaar 2010 als de operationele leiding
oefenen staan de medewerkers vanzelfsprekend centraal,
goed geborgd is in de organisatie. Dit leidt tot taakuitbreiding
waarbij er voor wordt gezorgd dat ook de vrijwilligers – die
voor de functionaris die beheersmatig verantwoordelijk is voor
zo’n groot en belangrijk deel van het repressieve personeels-
de operationele leiding.
bestand uitmaken – goed worden ondersteund.
Inhaalslag planvorming, procedures en protocollen [B6]
Om adequaat repressief te kunnen optreden zijn opleiding,
Op vele fronten dient de brandweer plannen, procedures en
training en oefening cruciaal.
protocollen te hebben, zoals rampbestrijdingsplannen, inzet- en
De eisen aan opleiding en geoefendheid van brandweer-
uitrukprocedures. Echter, de afgelopen jaren is een achterstand
medewerkers worden steeds zwaarder omdat de brandweer
ontstaan. De RBZW en de gemeentelijke commandanten on-
in de uitoefening van het werk moet inspelen op (steeds)
dervinden daar hinder van. Eenduidige procedures zijn de basis
complexe(re) situaties waarbij de eigen veiligheid en die van
voor het brandweerwerk en dus ook voor het opleiden, trainen
collega’s en slachtoffers in het geding is. Een en ander is in
en oefenen en het beoordelen van medewerkers. Uniformiteit
wet- en regelgeving vastgelegd.
is van belang voor de samenwerking tussen gemeenten onder-
Voor opleiden zijn de landelijke modernisering van het op-
ling en met de RBZW. De noodzaak van plannen, procedures
leidingenstelsel en het op handen zijnde Besluit Kwaliteit
en protocollen voor de brandweer werd overigens al eerder
Brandweerpersoneel actueel. Voor bijscholen zijn vooral de
bevestigd in het rapport van de RI&E die in 2006 is gehouden.
zwaarwegende adviezen en aanbevelingen van de IOOV op
In de periode 2009-2010 wordt ingezet op het inhalen van deze
diverse terreinen aan de orde. De grondslag voor het oefenen
achterstand. Er wordt in kaart gebracht wat het totaal is van
is tenslotte vooral de herziene Leidraad Oefenen, waarbij ook
plannen, procedures en protocollen, wat hieraan nog ontbreekt
de advisering van de IOOV een belangrijke rol speelt.
en waar actualisatie nodig is, om dit vervolgens op te pakken. Continuering vindt plaats in 2011-2012. Voor een goede borging
De gemeentelijke brandweren en de regionale brandweer
is het de bedoeling het beheer van de plannen, procedures en
hebben hierin elk hun eigen verantwoordelijkheden, waarbij
protocollen te beleggen bij een beleidsfunctionaris van
zoveel mogelijk wordt gestreefd naar afstemming, samen-
de RBZW.
werking en waar mogelijk regionale ondersteuning en coördinatie. Voor de RBZW gaat het om een veelomvattend
Melding en alarmering [B7]
takenpakket dat meerdere doelen dient.
Onder de basisprocessen valt ook het proces melding en alar-
In de tabel op de volgende pagina wordt dat inzichtelijk
mering. De RBZW heeft een meldkamer brandweer die 24 uur
gemaakt.
18 Op dit moment is nog onduidelijk wanneer het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel in werking zal treden.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
34 Tabel 3. Opleiden, trainen en oefenen Ten behoeve van / met als doel Grootschalig optreden / rampen- bestrijding (bijstandsverlening) Operationele leiding (officieren)
Repressief personeel tot officiersniveau (o.a. manschappen, bevelvoerders) Rol RBZW: efficiënt (samen) organi- seren (coördinatie & ondersteuning)
Opleiden Competentiegericht opleiden officieren op diverse niveaus (leerwerkplekken, trajectbegeleiding) (a)
Opleidingsbureau van de RBZW organiseert opleidingen voor al het repressieve personeel in de regio tot officiersniveau (b)
Trainen
Oefenen
Bijscholingen via NIFV, uitvoering in de regio zelf (c)
Pelotons- en compagniesoefeningen (f)
Bijscholingen via NIFV, uitvoering in de regio zelf (d)
(Realistisch) oefenen (g)
Regionale coördinatie bijscholingen van al het repressieve personeel in de regio (e)
Regionale coördinatie oefenen van al het repressieve personeel in de regio (h)
Hieronder worden de onderdelen van de tabel (a t/m h) toege-
Oefen(beleids)plannen [B10]
licht onder speerpunten voor de periode 2009-2012 ten aanzien
De brandweer dient zichzelf op vele verschillende terreinen te
van opleiden, trainen en oefenen.
beoefenen. Het is het beste als dit in samenhang en in samenwerking met elkaar gebeurt. Daarvoor is het van belang én
Opleiden
[B8]
vanzelfsprekend dat er gezamenlijke uitgangspunten zijn
Enige tijd geleden is de modernisering van het opleidingen-
geformuleerd en vastgelegd in een breed gedragen beleids-
stelsel landelijk ingezet volgens het principe functiegericht
document. Op multidisciplinair gebied komt er een Meerjaren-
opleiden – waar er voorheen eenmalig voor een bepaalde
beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (MBOTO) 2009-2012.
rang (‘diploma voor het leven’) werd opgeleid, is er nu sprake
Voor de brandweer stelt de RBZW een Regionaal Oefen-
van continue scholing op de werkplek. De RBZW is inmiddels
beleidsplan 2009-2012 op. Daarnaast zijn er op gemeentelijk
voldoende ingericht om de officiersopleidingen te kunnen
niveau ook oefenbeleidsplannen brandweer, opgesteld conform
faciliteren (a). Voor de overige functies (b) heeft het landelijke
de herziene Leidraad Oefenen. Afgeleid van het Regionaal
opleidingeninstituut NIFV de leergangen voor manschap a,
Oefenbeleidsplan 2009-2012 stelt de RBZW jaarlijks een
bevelvoerder en instructeur gereed. Naar verwachting volgt in
oefenplan op voor het totaal aan de door de RBZW te organi-
2009 de landelijke uitrol. Het opleidingsbureau van de RBZW
seren oefeningen (f), zowel afgestemd op het multidisciplinaire
stelt hier in 2009 een eigen implementatieprogramma voor op,
als op de gemeentelijke brandweeroefeningen. Op die manier
waarna uitvoering volgt.
ontstaat een logische opbouw in het oefenschema; van het
Verder volgt het opleidingsbureau nauwlettend de ontwikke-
beoefenen van relatief eenvoudige branden en reddingsacties
lingen op het vakgebied. Zo zal bijvoorbeeld bekeken worden
tot complexe incidenten waarin alle hulpverleningsdiensten een
of de gestopte module-opleidingen ROGS en Meetplanleider
rol hebben. Voorts wordt bij het opstellen van oefenscenario’s
(MPL) weer worden hervat, zoals de IOOV recent heeft
rekening gehouden met de regiospecifieke veiligheidsrisico’s
aanbevolen19.
(voortvloeiend uit het regionaal risicoprofiel dat begin 2009 wordt opgesteld).
Trainen
[B9]
Naar aanleiding van een aantal recente incidenten en onder-
Realistisch oefenen [B11]
zoeken heeft de IOOV de veiligheidsregio’s een aantal
Het brandweervak is één van de meest gevaarlijke beroepen in
dringende adviezen gegeven ten aanzien van bijscholing van
Nederland. Dit vraagt om een groot verantwoordelijkheidsbesef
brandweerpersoneel. De IOOV heeft onder meer de branden in
van de werkgever. Het werk van de brandweer kenmerkt zich
de Koningskerk in Haarlem en op een scheepswerf in De Punt
daarbij ook doordat de gevaarlijkste situaties, waarin het meest
onderzocht, evenals de duikongevallen in Urk en Terneuzen.
wordt gevraagd van de brandweerman of -vrouw, slechts
Veel van de adviezen van de IOOV zijn gericht op het verbete-
zelden goed kunnen worden beoefend. Theoretisch kunnen de
ren van de eigen veiligheid van de brandweermedewerkers.
situaties wel worden benaderd, maar het laten beleven van de
In de periode 2009-2012 wordt bekeken welke aanbevelingen
daadwerkelijke omstandigheden (hitte, slecht zicht, op onbe-
reeds zijn overgenomen c.q. op welke vlakken al goed gewerkt
kend terrein met mogelijke slachtoffers opereren onder grote
wordt, en waar aanvulling en verzwaring van het bijscholings-
druk) levert nog veel meer goede leerervaringen op. Door de
programma nodig zijn. In ieder geval beoogt de RBZW bij-
IOOV en andere instanties worden geregeld aanbevelingen ge-
scholingen structureel in te bedden in het samenhangende
daan om te komen tot meer realistische oefenomstandigheden.
geheel van opleiden, trainen en oefenen (c/d/e).
In de afgelopen jaren heeft de RBZW de eerste stappen gezet
19 Zie rapport Brandweeroptreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen. De voorbereiding en bestrijding door de regionale brandweer bij ongevallen met gevaarlijke stoffen, Den Haag, maart 2008.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
35 om binnen de regio te komen tot een gecoördineerde aanpak.
van alle brandweermedewerkers in de regio. Met andere
Voor het realistisch oefenen. In 2009 en 2010 wil de RBZW
woorden, het programma biedt het maatwerk dat de regio
het realistisch oefenen voor de regio verder ontwikkelen voor
wenst. Om de mogelijkheden goed te benutten, zijn extra
zowel de officieren als voor de manschappen en bevelvoerders.
investeringen op regionaal niveau en op lokaal niveau tijdens de
Dit gebeurt in overleg met de gemeentelijke korpsen. Het plan
planperiode 2009-2012 noodzakelijk.
van aanpak biedt dan ook inzicht in de financiële consequenties voor de RBZW en de afzonderlijke gemeenten. Na positieve
5.1.4 Verbeteren van de ondersteunende en
besluitvorming wordt het plan vanaf 2010 gerealiseerd (g).
specialistische taken
De hoofddoelstelling ‘Verbeteren van de ondersteunende Regionale coördinatie oefenen [B12]
en specialistische taken’ omvat in feite een drietal gebieden,
De verantwoordelijkheid voor het geoefend houden van de
namelijk:
medewerkers van de gemeentelijke brandweerkorpsen ligt bij
•
de korpsen zelf. De regionale brandweer is verantwoordelijk
•
voor het organiseren van grootschalige oefeningen. In het recente verleden was het voor veel korpsen moeilijk om te
de ondersteunende processen in de eigen organisatie, de ondersteuning, facilitering en coördinatie van gemeentelijke brandweerprocessen,
•
kunnen voldoen aan de gestelde eisen in de herziene Leidraad
het regionaal organiseren van (inter)gemeentelijke zaken zoals de specialistische taken.
Oefenen. In 2008 is daarom geïnvesteerd in zowel gemeente-
Het is van belang te erkennen dat dit wezenlijk andere dingen
lijke oefenfunctionarissen als in een regionale oefencoördinator;
(kunnen) zijn; hieronder worden de speerpunten dan ook per
dit maakt het mogelijk om de geoefendheid van het brandweer-
categorie toegelicht.
personeel naar een hoger niveau te tillen. De regie vanuit de RBZW is van belang om de gemeenten te ondersteunen ten
5.1.4.1 Ondersteunende processen RBZW
aanzien van afstemming en kwaliteitsbewaking (h).
De ondersteunende processen van de RBZW worden veelal
Gezien de (steeds) hogere eisen, wordt verwacht dat er in de
geleverd door de afdelingen staf en bedrijfsvoering, zoals
toekomst zowel gemeentelijk als regionaal nog extra functio-
ICT, facilitaire zaken, archivering, P&O, communicatie, P&C,
narissen / oefencoördinatoren nodig zijn20, te beginnen met
kwaliteitszorg en advisering. De kwaliteit van de basisproces-
1 fte uitbreiding bij de RBZW in 2009. Op basis van nader
sen wordt mede bepaald door de ondersteunende processen,
onderzoek zal eventuele uitbreiding gefaseerd worden
daarom acht de RBZW het noodzakelijk om ook de onder-
gerealiseerd vanaf 2010. Verder komt de RBZW samen met
steuning te professionaliseren. In hoofdstuk 10 is dat in veilig-
de gemeentelijke korpsen in 2009 tot een voorstel voor de
heidsregiobreed verband aan de orde, waarbij voor de brand-
wijze waarop de samenwerking op het gebied van oefenen kan
weer in ieder geval de verbeterpunten zijn meegenomen die
worden ingevuld.
voortkomen uit de kwaliteitsfoto (taakveld bedrijfsvoering).
Ondersteuning opleiden, trainen, oefenen [B13]
5.1.4.2 Ondersteuning, facilitering en coördinatie
Ten behoeve van de ondersteuning van zowel de eigen proces-
sen op het gebied van opleiden, trainen, oefenen als die van
Behalve de ondersteuning van de eigen basisprocessen
de gemeentelijke brandweren, heeft de RBZW het programma
verzorgt de RBZW op enkele terreinen ook de ondersteuning,
VeiligheidsPaspoort aangeschaft . Dit programma registreert
facilitering en coördinatie van gemeentelijke brandweer-
de opleidingen, oefeningen en uitrukken van het brandweerper-
processen. Het kan hierbij gaan om hulp aan één of meerdere
soneel. De oefen- en opleidingsresultaten kunnen vanuit dit
korpsen, van korte of langere duur, op uitgebreide of beperkte
systeem eenvoudig worden opgevraagd, waardoor er steeds
wijze, maar vrijwel altijd in de vorm van capaciteit die door de
een actueel en goed beeld is van de geoefendheid van de
RBZW wordt ingezet.
21
van gemeentelijke brandweerprocessen
brandweermensen. Het systeem heeft nog diverse – gebruikersvriendelijke – mogelijkheden ten behoeve van het voldoen
Vrijwilligersbeleid [B14]
aan de landelijke Leidraad Oefenen. Er is ook een koppeling
De brandweer is grotendeels een vrijwilligersorganisatie. Er
met de meldkamer brandweer gemaakt, waarmee elk korps
wordt veel waarde gehecht aan de inzet van deze semi-
dat gebruik maakt van VeiligheidsPaspoort eenvoudig toegang
professionals die met hun specifieke (gebieds)kennis letterlijk
kan krijgen tot bepaalde gegevens, zoals uitruk- en opkomst-
dag en nacht voor de brandweer klaar staan. Omdat de brand-
tijden. De ontwikkelingen van het programma VeiligheidsPas-
weer in Zaanstreek-Waterland in grote mate afhankelijk is van
poort sluiten aan op de wensen en ambities van de RBZW in
de vele vrijwilligers in de regio, maken bestuur en management
het waarborgen van de vakbekwaamheid en het kennisniveau
zich zorgen over het feit dat de inzet van de vrijwilligers steeds
20 De regio Zaanstreek-Waterland beschikt grofweg over 600 repressief actieve brandweermensen. Gemiddeld genomen hoort er 1 fte oefencoördinator tegenover 50 brandweermensen te staan. Daarnaast behoort er regionaal 1 fte tegenover 3 gemeentelijke oefencoördinatoren te staan. Dat betekent voor deze regio dat er op gemeentelijk niveau verspreid in de regio ca. 12 fte en bij de RBZW ca. 4 fte aan oefencoördinatoren zou moeten zijn. Het oefenplan en nader onderzoek moeten uitwijzen of de extra uitbreiding in deze regio nodig is; een onderbouwd voorstel volgt. N.B. Dit is de onderbouwing van de benodigde fte oefencoördinator; dit zegt niets over het aantal functionarissen dat verder nog benodigd is voor het goed voorbereiden, uitvoeren en registreren van oefenen op zowel regionale als lokale schaal. 21 Er is een meerjarige licentie afgesloten voor 8 korpsen en de RBZW; één korps is nog niet aangehaakt omdat dat nog geen tijd en geld beschikbaar heeft voor VeiligheidsPaspoort. De regionale brandweer faciliteert de implementatie door onder andere de oprichting en ondersteuning van een regiegroep.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
36 meer onder druk is komen te staan – een trend waarvan het
door vier instrumenten in samenhang met elkaar (verder)
einde nog niet in zicht is. Oorzaken zijn enerzijds de strengere
te ontwikkelen: werving en selectie, opleiden en oefenen,
eisen aan opleiding, geoefendheid, bereikbaarheid en op
management development (md) en doorontwikkeling (naar een
komsttijden van vrijwilligers. Anderzijds haken vrijwilligers af
eigen instrumentarium). Door een structurele inbedding van
door maatschappelijke ontwikkelingen zoals de toenemende
loopbaanbeleid kan de personeelsplanning beter afgestemd
arbeidsmobiliteit (het niet meer werken in de woonplaats)
worden op de behoeften van gemeenten en regio. Het is hierbij
en veranderingen in vrijetijdsbesteding (andere sociale ver-
van belang om al in een vroeg stadium talenten binnen de
plichtingen, zoals de gedeelde zorg voor kinderen).
organisaties een traject aan te bieden om hun ontwikkeling te
Landelijke visies en oplossingsrichtingen zijn in ontwikkeling,
bevorderen en hun carrièreperspectief te vergroten.
vooral vanuit de branchevereniging NVBR en de in 2008
In de beginfase ligt de nadruk bij de RBZW op de groep officie-
opgerichte Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV). De
ren en commandanten. In 2009 stelt de RBZW een Regionaal
22
VBV maakt zich sterk voor het behoud van de vrijwilligheid.
Management Development (RMD) beleid op voor de regio en
Deze vereniging is niet per se tegen volledige regionalisering ,
de gemeenten. Om het beleid effectief te laten worden, is het
maar is in dat verband wel bezorgd over de lokale inbedding en
van belang dat alle gemeenten hieraan meedoen. Uitwisseling
identiteit van de brandweer. Het mag ook zeker niet tot gevolg
van medewerkers is essentieel. Daarom zal in het proces om
hebben dat vrijwilligers afhaken. NVBR en VBV willen samen
te komen tot het beleid uitgebreid met de gemeentesecretaris-
optrekken als het gaat om de ondersteuning van vrijwilligers.
sen en de burgemeesters gesproken worden over de kaders.
De RBZW volgt dat op de voet en gaat in nauwe samenwer-
De verwachting is dat het RMD deels interregionaal wordt
king met de gemeentelijke commandanten een eigen visie op
opgepakt vanwege de beperkte schaal. Vanaf 2010 volgt een
vrijwilligheid ontwikkelen. De nadruk komt daarin te liggen op
verbreding naar de loopbaanontwikkeling van de overige mede-
de positie van vrijwilligers (nu en in de toekomst wanneer de
werkers. Zie ook paragraaf 10.1.
23
brandweer wellicht wordt geregionaliseerd), het behoud van de huidige vrijwilligers en de werving en selectie van nieuwe
Evaluatie brandweeroptreden [B16]
vrijwilligers. Daarnaast wil de RBZW de gemeenten ook gaan
Op het moment dat de brandweer uitrukt voor een brand,
ondersteunen bij het vinden en binden van vrijwilligers. Een
redding of hulpverlening kan er door opschaling al gauw sprake
eerste idee hierover is het opzetten van een gezamenlijke
zijn van een multidisciplinaire inzet, bijvoorbeeld als de politie
wervingscampagne. Naar verwachting vraagt dit van de RBZW
wordt opgeroepen voor de handhaving van de openbare orde.
extra inzet van capaciteit. De gemeentelijke brandweren zullen
De regionale afspraak24 is dat multidisciplinair optreden altijd
wervingskosten hebben, die mogelijk budgetneutraal kun-
ook multidisciplinair wordt geëvalueerd. Binnen de brandweer
nen zijn als het lukt om een schaalvoordeel te behalen. Verder
is echter behoefte om daarnaast ook het brandweeroptreden
wordt het inrichten van een vrijwilligersoverleg gezien als
apart te evalueren, met als doel het zelflerende vermogen te
een mogelijkheid om samen met vertegenwoordigers van de
ontwikkelen en versterken. De RBZW wil door middel van
vrijwilligers te zoeken naar oplossingen voor geconstateerde
evaluaties zorgen dat alle medewerkers met een repressieve
knelpunten op allerlei terreinen. In 2009 wordt hiervoor een
taak bepaalde (gevaarlijke) situaties leren herkennen en dat zij
voorstel voorbereid.
in staat zijn om het geleerde in de praktijk te brengen. Op die manier kunnen fouten worden voorkomen en kan de brand-
5.1.4.3 Regionaal organiseren van (inter)gemeen-
weerfunctionaris zowel zichzelf als de mogelijke slachtoffers
beter beschermen. In 2009 maakt de RBZW een plan van aan-
telijke taken
Hieronder wordt verstaan het op regionale schaal organiseren
pak voor uitvoering vanaf 2010. Verwacht wordt dat dit zowel
van taken die een gemeentelijke of gedeelde verantwoordelijk-
van de gemeenten als de RBZW extra capaciteit vraagt, maar
heid zijn. Het betreft in de periode 2009-2012 in ieder geval:
er zal zeker onderzocht worden of dit in het kader van blijvend leren ook een vaste plek kan krijgen in het officierenoverleg.
Regionaal Management Development / loopbaanontwikkeling [B15]
Specialistische taken [B17]
Het taakveld brandweer, crisisbeheersing en rampenbestrijding
In 2008 is een aanzet gedaan om te onderzoeken welke
is de laatste jaren sterk in beweging en in ontwikkeling en er
specialistische taken regionaal georganiseerd zouden moeten
worden steeds meer eisen gesteld aan de brandweer. Om
worden en op welke wijze. Hieruit volgt in 2009 een notitie
goed personeel te krijgen en te houden moet op de arbeids-
voor de commandanten op basis waarvan deze een gezamen-
markt continu een concurrentiestrijd worden gevoerd met
lijk standpunt in kunnen nemen ter advisering aan het bestuur.
andere aanbieders van interessante en goedbetaalde banen.
De visie van de RBZW is dat de specialismen zoveel mogelijk
De RBZW wil dit proces regiobreed ondersteunen en sturen
regionaal geregeld moeten worden. Dit houdt in dat de korpsen
22 De NVBR heeft hiervoor de Taskforce vrijwilligheid opgericht. Deze taskforce staat onder voorzitterschap van de commandant van de RBZW. 23 Onder volledige regionalisering wordt verstaan: alle brandweermedewerkers, beroeps en vrijwilligers, zijn in dienst van de regionale brandweer, er is sprake van een uniforme rechtspositieregeling voor de beroeps en een uniforme rechtspositieregeling voor de vrijwilligers, en de aanschaf en het beheer van al het brandweermaterieel vindt centraal plaats. 24 In het kader van de Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure (GRIP).
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
37 die al specialistische taken uitvoeren, dit zullen blijven doen,
lijke Platform Bestrijding Waterongevallen.
onder regionale vlag en op basis van een regionale kostenver-
Concrete resultaten in de planperiode zijn een voorstel voor
deling. De verwachting is dat dit tot hogere kosten zal leiden
regionale aanpak van de waterongevallenbestrijding en het
voor de regionale brandweer, echter mogelijk tot lagere
opstellen c.q. actualiseren en uniformeren van de nodige
voor de gemeentelijke korpsen die deze taken momenteel
beleidsdocumenten en procedures. Hierin worden uiteraard de
uitvoeren. Ook de wijze van financiering moet nog nader onder-
(recente) dringende adviezen ten aanzien van de duikveiligheid
zocht worden.
van de Arbeidsinspectie, de IOOV en de branchevereniging NVBR betrokken.
Regionale aanpak specialismen OGS / WVD [B18] OGS en WVD staan voor Ongevallen met Gevaarlijke Stoffen
Nazorg [B20]
en Waarschuwings- en Verkenningsdienst. Momenteel heeft
In de vorige paragraaf is aangegeven dat nazorg een basis-
ieder een eigen OGS/WVD-taak; de RBZW in beleidsmatige en
proces van de brandweer is. Dat geldt voor zowel de regionale
ondersteunende zin, de gemeentelijke brandweer vooral ten
als de gemeentelijke brandweer. Al enkele jaren is echter de
aanzien van de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stof-
wens geuit om de bedrijfsopvang / traumazorg voor brandweer-
fen en het uitvoeren van verkenningen. In de planperiode wil
personeel in Zaanstreek-Waterland regionaal te organiseren,
de RBZW haar eigen taak verder ontwikkelen en zich tevens
zowel in beleidsmatige als in uitvoerende zin. De gemeentelijke
voorbereiden op de mogelijke uitbreiding van de werkzaam-
verantwoordelijkheid voor een eigen bedrijfsopvangteam leent
heden op het gebied van OGS/WVD. In de Wet veiligheids-
zich goed voor een regionale aanpak; het is efficiënter om één
regio’s wordt de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke
regionaal bedrijfsopvangteam samen te stellen dan negen
stoffen als taak volledig belegd bij de veiligheidsregio en in het
gemeentelijke teams. In de vorming van het team en de regio-
bijbehorende Besluit veiligheidsregio’s worden de (verhoogde)
nale coördinatie ervan zal vooral aandacht zijn voor opleiding/
eisen ten aanzien van OGS/WVD vastgelegd. De minister van
bijscholing, communicatie en vergoedingen.
BZK beoogt hiermee de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren. De resultaten van recent onderzoek van de IOOV (maart 2008) ondersteunen de opvatting van de minister. Vanaf medio
5.2 Kwaliteitsfoto gemeenten
2009 gaat de RBZW met de adviezen van de IOOV aan de slag,
De verbeterpunten naar aanleiding van de kwaliteitsfoto van de
voor zover deze passen binnen de eigen bestuurlijke ambities
RBZW zijn in dit beleidsplan verwerkt. Daarnaast is gekozen
en noodzakelijk zijn om aan de wetgeving te voldoen.
voor een integrale benadering van de benodigde verbeteringen
Wat dit betekent in benodigde (financiële) middelen is op dit
die de gemeentelijke korpsen dienen door te voeren. Voor elk
moment onduidelijk.
verbeterpunt hebben de commandanten samen bekeken wat er precies moet gebeuren en hoe zij dit willen organiseren. Er
Regionale aanpak specialisme waterongevallen
[B19]
is onderscheid gemaakt naar vier niveaus, te weten:
De regio Zaanstreek-Waterland heeft twee korpsen met
•
lokaal; de korpsen pakken het verbeterpunt zelf op,
duikteams, namelijk Brandweer Purmerend en Brandweer
•
interlokaal; de korpsen pakken het verbeterpunt samen op,
Zaanstad. Van oudsher bedient het Purmerendse korps het
•
gebied Waterland en het Zaanse korps de Zaanstreek. Dit gebeurt ‘om niet’. Hoewel de samenwerking tussen beide gemeenten ten aanzien van de waterongevallenbestrijding
lokaal-regionaal; de korpsen pakken het verbeterpunt zelf op en krijgen hierbij ondersteuning van de RBZW,
•
regionaal; de RBZW neemt het verbeterpunt helemaal over en zorgt voor een regionale aanpak.
steeds beter wordt, is het wenselijk om voor een regionale aanpak te kiezen, omdat daarmee:
De keuzes voor lokaal-regionaal [B21] en volledig regionaal [B22]
•
uniformiteit in kwaliteit, beleid en uitvoering kan worden
sluiten grotendeels aan bij bestaande en/of geplande activitei-
gerealiseerd onder regionale regie,
ten van de RBZW en hebben derhalve geen extra financiële
schaalvoordelen mogelijk zijn (meer efficiëntie en
consequenties. In de tabellen per hoofdstuk zijn deze verbe-
effectiviteit),
terpunten in samenhang benoemd. Het voert te ver om alle
een zuivere, evenredige kostenverdeling over alle betrokken
gemeentelijke en regionale verbeterpunten hier te beschrijven,
partijen mogelijk is.
zie daarvoor het Plan van Aanpak Kwaliteitsverbetering
• •
brandweerzorg. Er zijn ook nog enkele verbeteracties op het In het kader van de informatievoorziening en -uitwisseling is
gebied van bedrijfsvoering (zie in de tabel bij dat hoofdstuk:
onlangs een regionaal duikoverleg in de regio Zaanstreek-
[Bv7 t/m Bv9]).
Waterland ingesteld. Dit duikoverleg krijgt in 2009 verder gestalte. Ook wordt gezorgd voor afvaardiging naar het lande-
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
38 Tabel 4. Brandweer Nr.
Onderwerp/resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€)
B1
Beleidsplan risico beheersing, regie- en vraagbaakfunctie
Kwaliteitsfoto nr. 1, 7, 11, 12, 13
B2
PUEV
Subsidieprogramma VROM, zie ook Kwaliteitsfoto 8 t/m 10
•
B3
Regionaal Dekkingsplan (incl. onderzoek en aanschaf software) Opstellen regionaal beleidsplan brandweerzorg en hulpverlening
Kwaliteitsfoto nr. 16, 17, 29, 47, 48, 49 Kwaliteitsfoto gemeenten
20.000
B4
Regionaal materieelspreidingsplan (inclusief beheersparagraaf) Gezamenlijke/centrale inkoop materieel/ materiaal
Kwaliteitsfoto nr. 20
B5
Doorontwikkeling operationele leiding (incl. opstellen van meerjarig operationeel opleidingsplan)
Kwaliteitsfoto nr. 21, 30 Kadernota 2009 Project loopt, implementatie vanaf 2009
B6
Inhaalslag planvorming, procedures en protocollen, o.a. professionalisering uitrukprocedures Opstellen Regeling beheer en onderhoud sirenenetwerk
Kwaliteitsfoto nr. 18, 19, 28, 44, 45
35.000
B7a
Monodisciplinaire verbeterpunten ADR, o.a. halen vastgestelde verwerkingstijd en technische aanpassingen (investering en daarna onderhoud)
Inspectierapport ADR Zaanstreek-Waterland Kwaliteitsfoto nr. 50
5.000
B7b
Project omnummering voertuigen, mobilofoons, portofoons etc.
Verplichting vanuit Ministerie van BZK
B8
Implementatie van competentiegericht opleiden
Besluit Kwaliteit brandweerpersoneel. In 2008 is landelijk competentiegericht opleiden voor officieren ingevoerd, voor overige personeel vanaf 2009
•
•
•
•
A
B9
Bijscholingen structureel inbedden
Inspectierapporten en i.h.k.v. kwaliteitszorg / lerende organisatie
•
•
•
•
O
B10
Regionaal Oefenbeleidsplan 2009-2012 Oefenplannen 2009-2012
Kwaliteitsfoto nr. 22, 31, 33
•
•
•
•
A
15.000
15.000
A
2009 Inc.
B11 PvA Realistisch oefenen B21e Regionale kwaliteitsnorm afspreken, efficiënt organiseren onder regionale regie
15.000
Str.
Inv.
2010 Inc.
2.000
10.000
Str.
15.000
•
30.000
36.000
80.000
2011 Inc.
67.000
•
32.000
Inv.
Str.
Inv.
2012 Inc.
73.000
70.000
•
A/O Str.
•
•
A
O
35.000
37.000
40.000
A
•
68.000
71.000
A
60.000
63.000
66.150
A
73.000
76.000
80.000
A
5.000
5.000
5.000
A
80.000
Inspectierapporten Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 32
Inv.
A
•
B12
Samenwerkingsvoorstel en coördinatie oefenen
Herziene Leidraad Oefenen Kadernota 2009 nodig t.b.v. B8, B9, B10
•
•
•
•
A
B13
Ondersteuning opleiden, trainen, oefenen: Veiligheidspaspoort
Kwaliteitsfoto nr. 23, 33 nodig t.b.v. B8 t/m B12
•
•
•
•
A
B14
Vrijwilligersbeleid (visie en voorstel)
Ontwikkelingen branche (NVBR en VBV)
•
•
B15
RMD / loopbaanontwikkeling
Besluit Kwaliteit brandweerpersoneel
•
•
B16
Evaluatie brandweer optreden (PvA)
Kwaliteitsfoto nr. 54, samenhang met B6 en B21j
•
O
•
62.500
65.000
A
•
•
A
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
39 Vervolg tabel 4. Brandweer Nr.
Onderwerp / resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€)
B17
Specialistische taken (notitie / advisering)
Bestuursbesluit Zie Kadernota 2009 Koppeling met B18 en B19
•
B18
Regionale aanpak OGS / WVD (doorontwikkeling + voorbereiding op taakuitbreiding)
Inspectierapport Kwaliteitsfoto nr. 25, 26, 27 Koppeling met B17 en B19
15.000
B19
Regionale aanpak water ongevallen (voorstel, actualiseren en uniformeren beleidsdocumenten en procedures)
Bevindingen Inspectie duikongevallen Koppeling met B17 en B18
•
B20
Nazorg: regionale coordinatie, opleiding/ bijscholing, comm., vergoedingen
Bestuursbesluit Zie Kadernota 2009 Zie ook Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 63 (B21i)
•
B21a Kwaliteitsfoto: regionale ondersteuning t.a.v. gemeentelijke verantwoordelijkheden, zie verder b t/m k
Samenwerkingsafspraken commandanten
•
B21b Afstemming gemeentelijke en regionale proactie d.m.v. werkgroep, formats etc.
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 1 t/m 9, nr. 38 Zie ook B1
2009 Inc.
Str.
Inv.
2010 Inc.
Str.
Inv.
2011 Inc.
Str.
Inv.
2012 Inc.
A /O Str.
•
Inv. A
63.000
66.150
A
•
•
O
•
•
A
•
•
•
A
•
•
•
•
A
B21c Preventieve voorlichtings- Kwaliteitsfoto activiteiten (regionaal gemeenten nr. 20 beleid, lokale uitvoering)
•
•
•
A
B21d Beleid bedrijfsbrand weren (regionaal beleid opstellen, lokaal vaststellen en implementeren)
•
•
•
A
•
•
•
•
•
A
•
A
•
A
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 21
B21e Gezamenlijke actie regio en gemeenten onder B11
20.000
15.000
60.000
•
•
•
B21f Regionale standpunt opkomsttijden innemen, regelingen opstellen, lokaal inbedden, vervolgstappen bepalen
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 56, 57
B21g Samenhang vr. 49 Kwaliteitsfoto RBZW
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 58
B21h Regionale standpunt bezetting tankautospuit innemen, doorvertalen naar lokale situaties
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 62 (en 59 meenemen)
•
B21i Nazorgprocedure BOT
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 63; wordt opgepakt onder punt B20
•
B21j Regionaal model / procedure / richtlijnen evaluatie uitruk (bredere nazorg lokaal oppakken)
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 65; wordt opgepakt i.h.k.v. inhaalslag planvorming, procedures en protocollen (zie B6)
•
•
•
•
A
B21k Ervaring grootschalig optreden en rampen elders, meenemen in regionaal beleid (o.a. kaderdagen, GRIP evaluaties) en lokaal ook bespreken in korpsen
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 66; wordt opgepakt i.h.k.v. inhaalslag planvorming, procedures en protocollen (zie B6)
•
•
•
•
A
Samenwerkings afspraken commandanten Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 64; wordt opgepakt i.h.k.v. inhaalslag planvorming, procedures en protocollen (zie B6)
•
•
•
•
A
95.000 135.000 300.000
459.500
481.300
B22
Kwaliteitsfoto: regio naal oppakken van (inter)gemeentelijke verantwoordelijkheden: Opstellen en vaststellen procedure voor rapportage na incidenten + beschikbaar stellen Totaal in €
86.000
A
94.000
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
40
6.
GHOR In de werkzaamheden van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) staat de gezondheid van (potentiële) slachtoffers van een ramp of crisis centraal. Belangrijk daarbij is dat de kwaliteit van de spoedeisende hulpverlening aan een groot aantal slachtoffers tegelijkertijd, zoveel mogelijk van dezelfde kwaliteit is als de dagelijkse hulpverlening aan één slachtoffer. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe de GHOR georganiseerd is en op welke wijze de GHOR bijdraagt aan een veilige, sterke regio.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
41
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
43 De aandacht van de GHOR richt zich steeds meer op crisisbeheersing in brede zin en niet alleen maar op ‘klassieke rampen’. Crisisbeheersing is gericht op het beheersen van situaties waarin mensen risico’s lopen of zich onveilig voelen en waar de openbare orde en veiligheid in het gedrang kunnen komen. Het gaat daarbij om preventie door het nemen van goede voorzorgmaatregelen en om het organiseren van goede en snelle hulpverlening en nazorg in het geval dat er toch slachtoffers zijn gevallen. Samenwerking met uitvoerende zorginstellingen in de regio, maar ook met de brandweer, de politie en de gemeenten is daarbij van groot belang.
Met het slachtoffer als primaire focus, richt de GHOR zich op
2. De geneeskundige hulpverlening somatisch
het faciliteren van de overige organisaties binnen de genees-
Bij deze vorm van hulpverlening gaat het om de opvang van
kundige keten, opdat deze in samenhang kunnen opereren.
en de zorg aan slachtoffers.
Over de te volgen procedures en over de beschikbaarstelling
3. De psychosociale hulpverlening bij ongevallen
van mensen en materiaal maakt de GHOR afspraken met de
en rampen (PSHOR)
partners binnen de geneeskundige keten en stemt dit af met
Hierbij gaat het om de collectieve psychosociale opvang en
de partners in veiligheid.
nazorg aan slachtoffers en hun verwanten.
Aangezien de GHOR zich bevindt op het snijvlak van de
Sinds 1 januari 2008 is Zaanstreek-Waterland een aparte
openbare gezondheidszorg en de openbare veiligheid, zorgt
GHOR-regio en is een eigen Regionaal Geneeskundig
zij voor een optimale aansluiting van de medische keten
Functionaris (RGF) aangesteld. De functie van RGF is gekop-
op die van de veiligheidspartners (brandweer, politie,
peld aan de functie van directeur GGD. Deze wordt hiervoor
gemeenten). Ten behoeve van de burger verricht de GHOR
beleidsmatig en secretarieel ondersteund. Met deze onder-
ook activiteiten ter voorkoming van inbreuken op zijn / haar
steuning wordt de RGF in de gelegenheid gesteld zijn verant-
veiligheid. De hiervoor genoemde activiteiten zijn onder-
woordelijkheid ten aanzien van de geneeskundige keten waar
gebracht in een drietal processen, waarvoor (het bestuur
te maken, inclusief het houden van toezicht op de uitvoering
van) de GHOR eerstverantwoordelijk is.
van het bestuurlijke convenant dat met de Veiligheidsregio
Het betreft de volgende processen;
Amsterdam-Amstelland is afgesloten in het kader van samenwerking op het terrein van de GHOR.
1. De preventieve openbare gezondheidszorg (POG)
Op basis van dit driejarige convenant (looptijd 2008-2010) is
De POG is erop gericht om voor, tijdens en na incidenten
een groot deel van de operationele en uitvoerende werkzaam-
nadelige invloeden op de gezondheid via verspreiding van
heden op het terrein van de GHOR uitbesteed aan de
voedsel en drinkwater in de leefomgeving te kunnen
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland [GH1]. Het GHOR-bureau
beoordelen en zo nodig maatregelen te (laten) treffen.
Amsterdam-Amstelland voert deze werkzaamheden uit.
Ook is de beheersing van eventuele achterblijvende
De werkzaamheden die het bureau voor de beide veiligheids-
besmetting na het incident een taak die onder deze proces-
regio’s uitvoert, zijn vastgelegd in een jaarplan.
verantwoordelijkheid valt.
Het feit dat een groot aantal GHOR-taken aan de Veiligheids-
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
44 regio Amsterdam-Amstelland is uitbesteed, betekent niet dat
intentie is uitgesproken. Bovendien heeft het gescheiden zijn
de GHOR in Zaanstreek-Waterland niet over een eigen
van de meldkamer ambulancezorg van de reeds gecolokeerde
identiteit zou beschikken. Waar mogelijk worden regiospeci-
meldkamers van politie en brandweer in Zaandam in geval van
fieke accenten gelegd en neemt de GHOR een herkenbare
een ramp of crisis een aanzienlijk afbreukrisico in zich. Tijdens
positie in, zowel als onderdeel van de VrZW als in relatie tot
de onlangs gehouden ADR test 1 is gebleken dat reeds bij een
de ketenpartners.
relatief kleine piekbelasting de informatie-uitwisseling onder druk komt te staan en afneemt naar een risicovol niveau25. Bij
Naast het GHOR bureau Amsterdam-Amstelland neemt de
de behandeling van het Wetsvoorstel veiligheidsregio’s in de
GGD Zaanstreek-Waterland een bijzondere positie in, omdat
Tweede Kamer is vanuit de regio gewezen op de incongruen-
een belangrijk aantal taken van de GGD GHOR-gerelateerd zijn.
tie tussen deze wet en de Waz. Er zijn inmiddels signalen dat
Genoemd worden infectieziektebestrijding, medische milieu-
deze ongewenste situatie ook door het betrokken departement
kunde, openbare gezondheidszorg en psychosociale hulp-
(VWS) wordt onderkend en de bereidheid bestaat aan deze
verlening bij rampen. Met de koppeling van de functie van
incongruentie een einde te maken26.
RGF aan die van directeur GGD is uitvoering van deze taken ten behoeve van de GHOR geborgd en wordt tevens gebruik
De derde ontwikkeling heeft betrekking op het bestuurlijke
gemaakt van het brede netwerk dat door deze functionaris in
convenant inzake samenwerking op het terrein van de GHOR.
de gezondheidszorgketen is opgebouwd.
Dit convenant is in 2007 door de besturen van de VrZW en de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland voor een periode van drie jaar aangegaan. In 2010 zal besloten moeten worden of de
6.1 Ontwikkelingen GHOR
dienstverlening vanaf 2011 op dezelfde wijze wordt voortgezet
Op het terrein van de GHOR doen zich ontwikkelingen voor in
of dat gekozen wordt voor een andere wijze van organiseren.
het kader van de nieuwe Wet veiligheidsregio, op het meldkamerdomein (de meldkamer ambulancezorg) en de wijze waarop de GHOR in de regio op de middellange termijn wordt
6.2 Beoogde resultaten / speerpunten
georganiseerd. Deze ontwikkelingen worden kort aangestipt.
Om het uiteindelijke doel, een zo veilig mogelijke leefomgeving voor de burgers van de negen gemeenten in de regio te berei-
Met het Wetsvoorstel veiligheidsregio’s wordt onder meer
ken en een herkenbare organisatie van de GHOR in Zaanstreek-
beoogd een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige crisis-
Waterland neer te zetten, gaat de GHOR zich de komende jaren
beheersingsorganisatie neer te zetten. Voor de GHOR bete-
richten op:
kent dit bijvoorbeeld dat afspraken met de zorgaanbieders en
•
opbouwen van een netwerk met de spelers in het zorgveld
de regionale ambulance- en gezondheidsdiensten over hun
die een bijdrage leveren aan de taakstelling van de GHOR:
voorbereiding op en inzet bij rampen en crisissituaties schrif-
periodieke informatie-uitwisseling en kennisdelen over
telijk (moeten) worden vastgelegd. De voorzitter krijgt in het
relevante en actuele GHOR-aangelegenheden,
wetsvoorstel doorzettingsmacht richting zorginstellingen door
•
actief relatiemanagement: onderlinge diensten, inzet en
middel van een aanwijzingsbevoegdheid. Hiervan zal in de
verwachtingen worden vastgelegd in convenanten met
praktijk vooral gebruik worden gemaakt op advies van de
ziekenhuizen, huisartsen en andere daarvoor in aanmerking
directeur GHOR (nieuwe benaming RGF volgens wetsvoorstel). Bij de inwerkingtreding van de wet kan overwogen worden
komende zorginstanties, •
verder ontwikkelen en implementeren van een generiek
om de bevoegdheid, al dan niet onder voorwaarden, te man
crisisbestrijdingsplan grootschalige infectieziekten: in
dateren aan de directeur GHOR.
samenwerking met de GGD en de 1e en 2e lijnsvoorzieningen generieke GHOR-processen beschrijven in
Als enige van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland beschikt
aanvulling op de reguliere infectieziektebestrijding en taken
Zaanstreek-Waterland niet over een eigen meldkamer voor ambulancezorg, omdat in het Wetsvoorstel ambulancezorg
van huisartsen, apothekers en ziekenhuizen, •
systematische beoordeling van de kwaliteit en kwantiteit van
(Waz) wordt uitgegaan van 24 RAV-regio’s (Zaanstreek-
de dienstverlening GHOR tijdens de looptijd van het bestuur-
Waterland is bij Amsterdam-Amstelland ingedeeld). De RAV-
lijk convenant: in samenspraak met het GHOR-bureau vindt
regio’s zijn verantwoordelijk voor de realisering en instand-
periodiek de evaluatie van de dienstverlening plaats,
houding van een meldkamer ambulancezorg. Door deze incon-
•
onderzoek naar de realisering van een meldkamer ambu-
gruente regio-indeling is het niet mogelijk een gemeenschappe-
lancezorg in de regio als onderdeel van de gemeenschap-
lijke meldkamer in Zaanstreek-Waterland te realiseren, waartoe
pelijke meldkamer: onderzoek zal plaatsvinden naar de
bij de voorbereiding van de veiligheidsregio wel de bestuurlijke
haalbaarheid hiervan, zowel in financieel als in organisa-
25 Brief IOOV dd. 9 juni 2008 inzake resultaten ADR. 26 Brief minister van VWS dd. 1 juli 2008 inzake WAZ.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
45 torisch opzicht. In dat verband kan ook een mogelijke
en financiële opzet is, waarbij de evaluatie van de uitvoering
verbreding van de meldkamerfunctie ambulancezorg aan
van het convenant en actuele interregionale en landelijke
de orde komen door hier ook meldpunten op het terrein
ontwikkelingen een belangrijke randvoorwaarden
van de openbare geestelijke gezondheidszorg en jeugd-
vormen [GH3],
problematiek onder te brengen •
,
•
[GH2]
voortzetting en verdieping van de uitvoering van de
onderzoek naar de positionering van de GHOR voor afloop
basistaken van de GHOR, zowel in mono- als in multi-
van het bestuurlijk convenant: beoordeeld zal worden wat
disciplinair verband.
op dat moment voor de regio de beste organisatorische
Tabel 5. GHOR Nr.
Onderwerp / resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€) 2009 Inc.
GH1 Basisdienstverlening GHOR
Wet GHOR / Wet veiligheidsregio’s
GH2 Onderzoek Meldkamer ambulancezorg / RAV
Wet veiligheidsregio’s / Wet ambulancevoorziening
GH3 Onderzoek positionering GHOR per 1 januari 2011
Wet veiligheidsregio’s
Totaal in €
Str.
Inv.
2010 Inc.
2.000
Str. 2.100
Inv.
2011 Inc.
Str. 13.000
Inv.
2012 Inc.
A /O Str. 13.000
•1
Inv. A A
40.000 2.000
40.000
A 2.100
13.000
13.000
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering. 1 = Als eigen witte tafel wettelijke verplichting wordt (Wet veiligheidsregio’s) en de kosten niet door BZK worden gedragen: € 37.500,- onderzoekskosten en P.M. uitvoeringskosten.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
46
7.
GMK Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) is de benaming van het geheel van de meldkamers van politie, brandweer en ambulancezorg. In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen op (multidisciplinair) meldkamer gebied en hun implicaties in beeld gebracht.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
47
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
49 Ook het meldkamerdomein krijgt veel aandacht in de aankomende wet- en regelgeving. Logisch, want de GMK is het zenuwcentrum bij ongevallen, rampen en crises. Er zijn in ieder geval twee belangrijke ontwikkelingen te benoemen. Dat betreft enerzijds de bestuurlijke aspecten van de GMK en anderzijds de inhoudelijke (door)ontwikkeling.
Om met dit laatste te beginnen, de IOOV heeft vanaf 2003
De oorzaak van de knelpunten is, zoals blijkt uit het onderzoek,
alle regio’s getoetst op de taakuitvoering die de kolommen
terug te voeren op een tweetal factoren:
ieder voor zich en gezamenlijk hebben als het gaat om de
1. er is sprake van een meldkamer ambulancezorg die niet
(voorbereiding op) crisisbeheersing en rampenbestrijding.
middels geborgde voorzieningen informatie uitwisselt met
Begin 2008 heeft deze ADR bij Zaanstreek-Waterland
de andere betrokken meldkamers,
plaatsgevonden, die onder andere bestond uit een meld-
2. het ontbreekt binnen de structuur van de rampenbestrijding
kamertest. Op elk van de drie kritische processen heeft
aan aangewezen informatiemanagers per niveau, dit vertaalt
de IOOV conclusies en aanbevelingen gedaan. De belangrijkste
zich onder andere in het ontbreken van een calamiteiten-
geconstateerde knelpunten voor de GMK zijn opgenomen
coördinator. Onder deze huidige omstandigheden staan de
in tabel 6.
informatie-uitwisseling en de gecoördineerde rampenbestrijding al bij een relatief kleine piekbelasting sterk onder druk.
In grote lijnen is de conclusie van de IOOV na de ADR deel 1 dat de meldkamers monodisciplinair naar behoren
Bestuurlijk heeft de Wet veiligheidsregio’s de implicatie
functioneren, maar dat er multidisciplinair nog een aantal knel-
dat het bestuur verantwoordelijk wordt voor de GMK. De
punten op te lossen is.
gemeenschappelijke meldkamer wordt een aparte entiteit in de
Tabel 6. Knelpunten voortkomend uit ADR Kritisch proces
Norm
Resultaat / conclusie
Leiding en coördinatie
De opschaling onder rampomstandigheden dient multidisciplinair te verlopen.
De regio kent geen multidisciplinaire coördinerende functionaris op de meldkamer die met een dergelijke check is belast.
Opschaling rampenbestrijdingsorganisatie
De werkzaamheden, met name het opschalingsproces en de alarmering van de staven, worden binnen de meldkamers multidisciplinair gecoördineerd. De coördinatie omvat in elk geval maatregelen die het mogelijk maken om GMS effectief te gebruiken.
De meldkamer politie en de meldkamer brandweer maken gebruik van één gemeenschappelijke GMS-omgeving. Een check op volledigheid en validiteit van de gegevens maakt geen deel uit van de werkzaamheden. Coördinatie of controle is niet ondergebracht bij een multidisciplinair coördinerend functionaris.
Informatiemanagement
Multidisciplinaire samenwerking en coördinatie zijn op de meldkamer georganiseerd.
Op meldkamerniveau is geen multidisciplinaire coördinerende functionaris benoemd. De geldende, niet schriftelijk vastgelegde, werkafspraak is dat politie en brandweer elkaar zowel via GMS als verbaal informeren. Met de meldkamer ambulancezorg is afgesproken dat informatie telefonisch wordt uitgewisseld. Gaande de meldkamertest is waargenomen dat de informatie-uitwisseling minder werd terwijl de informatiebehoefte toenam. De informatie uit de aan de meldkamer ambulancezorg gedane meldserie is in zijn geheel niet beschikbaar gekomen bij de andere disciplines.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
50 veiligheidsregio waarvoor het bestuur een directeur GMK dient
•
aan te stellen. Tevens wordt het bestuur in de wet opgedra-
•
27
gen een gecolokeerde gemeenschappelijke meldkamer in te stellen en in stand te houden. Dit met het doel de kwaliteit
veredelde informatie / zuiverheid bronbestanden, voldoen aan de eisen zoals genoemd in basisvereisten crisismanagement (zie ook convenant),
•
versterking samenwerking met regio’s / kolommen.
van de crisisbeheersing en rampenbestrijding te verbeteren. In het Besluit veiligheidsregio’s (en vooruitlopend daarop, in
De informatievoorziening kan verbeterd worden met de
het convenant) zijn normen opgenomen die zowel de integrale
netcentrische werkwijze. In de netcentrische werkwijze is
informatie-uitwisseling, niet alleen op de meldkamer maar voor
alle informatie (inclusief media watching) voor de hele
de gehele rampenbestrijdingsorganisatie, als ook de aanwezig-
keten beschikbaar en kunnen de besluiten op basis van het
heid van een calamiteitencoördinator voorschrijven. Bestuurlijke
actuele situationele beeld genomen worden.
visie en besluitvorming zijn randvoorwaardelijk om aan al deze aspecten invulling te geven.
Middels het netcentrische werken wordt gerealiseerd: •
opbouw van een gemeenschappelijk multidisciplinair (bovenregionaal) journaal met geautoriseerde views op de
7.1 Beoogde resultaten
informatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke /
Voor de doorontwikkeling van de GMK is het onderzoeksrapport van de IOOV een goed beginpunt. Aan de hand van de
juridische kaders, •
resultaten, conclusies en aanbevelingen vanuit de ADR deel 1 wordt een verbeterplan opgesteld waarvan de eerste resul-
gemeenschappelijke techniek (landelijk) informatiesysteem en koppelingen,
•
taten al voor april 2009 zichtbaar zijn. Deze snelle aanpak is
informatievoorziening is een cruciale schakel en wordt ook zo ingevuld,
gestoeld op het advies van de IOOV om op de geconstateerde
•
actueel totaalbeeld versnelt het multidisciplinaire optreden,
punten verbeteringen door te voeren voordat de volgende
•
inzicht in acties draagt bij aan effectief handelen,
toetsing plaatsvindt28. De IOOV verwacht namelijk dat bij de
•
ontsluiten van (gemeenschappelijke) bronnen
uitvoering van de praktijktest bij een ongewijzigde situatie een
verbetert actualiteit,
onvoldoende beoordeling zal volgen, en dat is niet gewenst.
•
leiding en coördinatie worden effectiever en flexibeler,
Belangrijkste resultaten in het verbeterplan ADR zijn het
•
opleiden, trainen en oefenen wordt een gesloten cirkel,
invullen van de calamiteitencoördinatie29 en het projectmatig
•
rampenbestrijding op orde (kunnen voldoen aan de basisvereisten).
oppakken en organisatorisch inbedden van informatiemanagement [GMK1].
7.1.2 Overige besluiten en resultaten 7.1.1 Informatiemanagement
Het bestuur is op grond van de Brandweerwet ook verant-
De informatievoorziening van een organisatie wordt gedefini-
woordelijk voor de monodisciplinaire werkzaamheden van de
eerd als het geheel van mensen, middelen en maatregelen,
meldkamer brandweer (momenteel ondergebracht in de RBZW,
gericht op de informatiebehoefte van die organisatie. Infor-
afdeling alarmcentrale & verbindingen). De beoogde resultaten
matiemanagement houdt zich bezig met de wijze waarop
zijn te vinden in paragraaf 5.1.3.
organisaties nu en in de toekomst op een effectieve en efficiënte wijze in hun informatiebehoefte kunnen voorzien.
Het bestuur dient voorts – binnen de wettelijke kaders –
Gezien de huidige situatie in de regio Zaanstreek-Waterland
besluiten te nemen over:
(onder andere resultaten ADR, basisvereisten) is het nood-
•
zakelijk de informatievoorziening te verbeteren op de volgende
de organisatie van de GMK met inbegrip van de aanstelling van een directeur GMK,
aspecten:
•
•
eigen effectiviteit door informatiepositie,
•
•
betere en snellere besluitvorming door gezamenlijke
het borgen van de meldkamer ambulancezorg, de mate van samenwerking met de politie (uitwerking in een bestuurlijk convenant),
informatiepositie, sneller en effectiever optreden,
•
het vaststellen van een ADR verbeterplan,
•
snellere en betrouwbaardere voorlichting,
•
informatiemanagement.
•
snelle en effectieve bijstand bij grootschalig optreden,
•
continuïteit en aflossing bij langdurig optreden,
Om het meerjarige kader te kunnen schetsen, is in dit plan
anticiperen op ontwikkelingen in andere regio’s
in financiële zin al voorgesorteerd op deze besluitvorming,
of kolommen,
zie tabel 7.
• •
verbeteren van eigen optreden door evaluatie,
•
beter gebruik van (preparatieve) informatie,
27 Zie artikel 29, Voorstel van wet, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 2. Zie ook: Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 3. 28 De vroegere delen 2 en 3 van de ADR worden samengevoegd in één praktijktoets onder de naam RADAR. Voor de regio Zaanstreek-Waterland is de praktijktoets gepland in april / mei 2009. 29 Calamiteitencoördinatie ontbreekt nu in het geheel op de meldkamers brandweer, politie en ambulance. De IOOV heeft het bestuur dringend geadviseerd om hieraan invulling te geven in het kader van de verbetering van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Vanaf 2009 is een uitbreiding van capaciteit nodig (gefaseerde invoering tot en met 2010).
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
51 Tabel 7. Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) Nr.
Onderwerp / resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€) 2009 Inc.
Wet veiligheidsregio’s GMK1 Verbeterplan ADR incl. informatiemanagement: Inspectierapport ADR o.a. netcentrisch werken, Zaanstreek-Waterland informatiemanager, technische en functio nele voorzieningen, beleidsmatige borging, beheer, onderhoud en verzekering Projectmatige aanpak multidisciplinaire verbeter punten (voorbereiding en implementatie) Totaal in €
Str.
Inv.
2010 Inc.
99.450
93.500
93.500
99.450
93.500
93.500
Str.
Inv.
2011 Inc.
Str.
Inv.
2012 Inc.
A /O Str.
322.250 47.500
300.000 47.500
312.338
322.250 47.500
300.000 47.500
312.338
Inv. A
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
52
8.
politie Dit hoofdstuk beschrijft de politietaak en de positie van de politie in de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. De opgave voor de politie en de VrZW is om op diverse gebieden de aansluiting te zoeken en deze vast te leggen.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
53
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
55 De politie is medeverantwoordelijk voor de veiligheid en leefbaarheid in de samenleving en heeft daartoe de volgende, in de politiewet omschreven taken: het zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde, waaronder ook het opsporen van strafbare feiten en het verlenen van hulp aan hen die dat nodig hebben. Uit deze taken vloeit een andere belangrijke verantwoordelijkheid van de politie voort: het signaleren van onveilige situaties en het adviseren daarover. Ten slotte levert de politie vanuit haar hulpverleningstaak ook een bijdrage aan de voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen.
De Politie Zaanstreek-Waterland is een partner in de VrZW,
onderdelen toevoegen om de samenwerking nog verder vorm
maar maakt geen deel uit van de gemeenschappelijke
te geven. Voorts ligt het voor de hand om in het convenant ook
regeling. De politie heeft een eigen bestuur, het regionale
afspraken vast te leggen over de wijze waarop wordt samen-
college, bestaande uit de negen burgemeesters en de hoofd-
gewerkt, de besluitvormingsprocedures, de verantwoordelijk-
officier van Justitie. Voorzitter van het regionale college is de
heden van de verschillende actoren en het afstemmen van
korpsbeheerder en burgemeester van de grootste gemeente in
de beleidsplannen.
de regio, Zaanstad. Het ministerie van BZK zorgt volledig voor de financiering van de regionale politie30, dit in tegenstelling tot de organisaties RBZW en GHOR in de gemeenschappelijke
8.1 Beoogde resultaten
regeling VrZW die grotendeels worden gefinancierd door
Stafmedewerkers van de veiligheidsregio en de politie
de gemeenten .
zullen in 2009 het convenant opstellen, ter bespreking en
31
ondertekening door het bestuur en het regionale college. In de Wet veiligheidsregio’s benadrukt de minister het belang
Het RMT is vervolgens verantwoordelijk voor de naleving van
van goede samenwerking van de vier kolommen waar het gaat
het convenant en het afleggen van verantwoording hierover
om de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het wetsvoorstel
aan beide besturen.
gaat uit van de huidige organisatie van de politie. Het bestuur
De taken van de Politie Zaanstreek-Waterland zijn nader
van de veiligheidsregio en het regionale college van politie
uitgewerkt in het reeds vastgestelde meerjarenbeleidsplan
zullen als juridische entiteiten naast elkaar blijven bestaan, ook
2008-2011, Waakzaam en dienstbaar. Waar nodig wordt dit
al hebben zij vrijwel dezelfde leden.
bijgesteld om aan te sluiten bij het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012. Dit betreft zowel de
De minister wil af van de vrijblijvendheid in de multidisciplinaire
aansluiting op de missie en visie op de multidisciplinaire taken
regionale samenwerking en draagt de besturen van de veilig-
als in concrete zin de (extra) capaciteitsvraag vanuit het
heidsregio’s op om een convenant met de politiebesturen af te
veiligheidsbureau.
sluiten. De wet schrijft voor32 dat het convenant in ieder geval betrekking heeft op de meldkamerfunctie, de informatievoorziening en informatie-uitwisseling, het multidisciplinair oefenen en de operationele prestaties van de politie bij rampen en crises. De regio’s kunnen daarnaast naar eigen inzicht 30 Er is sprake van functioneel bestuur, zogenaamd ‘beheer op afstand’ door de minister van BZK. 31 Bij een gemeenschappelijke regeling van gemeenten is er sprake van verlengd lokaal bestuur. 32 Art. 17, lid 2, Voorstel van wet, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 2.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
56
9.
gemeenten De VrZW wordt gevormd door negen gemeenten. Deze gemeenten werken afzonderlijk, maar vooral ook in onderlinge samenhang met elkaar, aan de voorbereiding op rampen en crisis. In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen binnen de gemeentelijke kolom kort uiteengezet. Vervolgens zijn de voorgenomen activiteiten voor deze planperiode weergegeven. Het betreft hier de monodisciplinaire taken, de bijdrage aan het multidisciplinaire programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
57
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
59 De gemeentelijke ‘kolom’ ontwikkelt zich gestaag tot een professionele en volwaardige partner binnen de VrZW. Dit is van groot belang omdat de gemeente, bij een ramp of een crisis, een belangrijke taak heeft. Ze geeft voorlichting aan de bevolking, registreert slachtoffers en schade, richt opvangcentra in en regelt vervangende woonruimte. De gemeenten realiseren zich steeds meer dat zij deze taken niet alleen kunnen uitvoeren. Daarom werken zij in regionaal verband steeds intensiever samen, zowel op het gebied van planvorming, als bij een daadwerkelijke operationele inzet.
Om deze sterke en volwaardige partner te kunnen worden,
In het streven om de AOV (Ambtenaren Openbare orde en
is in 2007 het Actieprogramma Versterking Gemeentelijke
Veiligheid) meer te betrekken bij de advisering van het
Processen opgestart en is een sectie gemeenten binnen
RMT (en het bestuur), is in 2008 besloten om een platform
het veiligheidsbureau ingesteld33, die aan dit programma (in
AOV in te richten, dat – naast het Regionaal Overleg Rampen-
nauwe samenwerking met de gemeenten) uitvoering geeft.
bestrijding (ROR) – specifiek de coördinerend gemeente-
Voor 2009 is in overleg met de gemeenten het vervolg op dit
secretaris ondersteunt en daarmee de verbinding vormt
actieprogramma bepaald. In de hierna volgende paragraaf zijn
tussen de gemeentelijke organisatie en de gezamenlijke,
de voorgenomen activiteiten voor deze planperiode weerge-
regionale ontwikkelingen.
geven. Het betreft hier de monodisciplinaire taken, de bijdrage aan het multidisciplinaire programma is opgenomen in
Daarnaast zal de sectie in overleg met gemeenten
hoofdstuk 5.
beleid ontwikkelen op het gebied van opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke processen en de uitvoering
De Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s
hiervan coördineren. Ook zal zij een operationele bijdrage
zullen de komende planperiode leidend zijn. Ook zijn de
leveren aan de ondersteuning van het ROT en regionale
uitkomsten van de kwaliteitsfoto brandweerzorg en wensen
bestuurlijke oefeningen. Deze activiteiten en andere structurele
vanuit de gemeenten meegenomen. Vanzelfsprekend wordt
en beheerstaken vragen een aanzienlijk deel van de beschik-
afstemming gezocht met de andere disciplines.
bare capaciteit.
In 2008 is gebleken dat actuele ontwikkelingen gevraagd hebben om onvoorziene inzet van de sectie gemeenten van
9.1 Beoogde resultaten
het veiligheidsbureau. Dit geldt voor zowel mono- als multi-
In 2009 / 2010 worden de volgende resultaten beoogd:
disciplinaire activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn: de gemeentelijke voorbereiding op het verschijnen van de film Fitna
Ondersteuning gemeenten en coördinerend
(draaiboek Vrede), inzet op het regionaal oefenprogramma,
gemeentesecretaris [G1]
begeleiden van regionale werkgroepen en de deelname aan de
Een deel van de werkzaamheden van de sectie gemeenten
landelijke Taskforce Management Overstromingen (TMO).
van het veiligheidsbureau zal bestaan uit structurele taken
Ook laat de invoering van de nieuwe wetgeving langer op
die dienen ter ondersteuning van de gemeenten en de
zich wachten dan verwacht. Een tweetal voor 2008 geplande
coördinerend gemeentesecretaris. Deze taken lopen uiteen
activiteiten ondervinden daardoor vertraging en zullen daarom
van het voeren van het secretariaat van het ROR, Stuurgroep
doorlopen in 2009.
Organisatie Regionale Rampenbestrijding (SORR) en Platform
33 De sectie gemeenten maakt voor haar monodisciplinaire taken formeel geen deel uit van het veiligheidsbureau, maar heeft wel een fysieke plek in het bureau.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
60 AOV tot beleidsadvisering ten behoeve van deze overleggen,
voor 2010 en 2011. De uitvoering zal worden gecoördineerd
de coördinerend gemeentesecretaris en het bestuur.
door het veiligheidsbureau, wederom in samenwerking met de gemeenten.
Beheerstaken voor de sectie gemeenten van het veiligheidsbureau [G2]
Beschrijven taken gemeentelijke
Zoals eerder opgemerkt zijn de beheerstaken voor het
functies binnen GRIP [G6]
veiligheidsbureau in 2009 in omvang toegenomen. In de
Een taak die ook in 2009 zal worden opgepakt, betreft het
komende planperiode zal het voor de sectie gemeenten
beschrijven van taken van gemeentelijke functionarissen
vooral gaan om het beheer van regionale convenanten en
binnen GRIP. In GRIP-verband hebben we te maken met een
bestaande modeldraaiboeken voor gemeentelijke processen.
aantal gemeentelijke functies, die een beschrijving behoeven. Het gaat dan in ieder geval om de functies binnen het ROT
Bijdrage leveren aan bestuurlijke oefeningen en
(coördinerend voorlichter en -AOV) en de rol/taak van de
operationele inzet ROT-ondersteuning
AOV binnen de gemeentelijke rampenstaf.
[G3]
In 2008 is al een aanvang gemaakt met het inzetten van de sectie gemeenten als ROT- ondersteuning. Hiermee krijgt
Coördineren en faciliteren werkgroepen
de sectie gemeenten ook een operationele rol. Tevens is de
gemeentelijke processen [G7]
sectie ingezet bij de bestuurlijke oefeningen. Dit zal in 2009
Gebleken is dat behoefte bestaat aan het initiëren, coördineren
worden gecontinueerd.
en faciliteren van regionale werkgroepen voor gemeentelijke processen. Doel hiervan is het versterken van de gemeente-
Consequenties Wet veiligheidsregio’s in
lijke processen en de multidisciplinaire afstemming. In 2008 is
beeld brengen, besluitvorming voorbereiden
gestart met de werkgroepen voor crisiscommunicatie en voor
en implementeren [G4]
registratie en informatie.
Een belangrijke rol van de sectie gemeenten van het veiligheidsbureau zal in 2009 zijn weggelegd voor het in beeld
Bijdrage leveren aan uitvoering
brengen van de gevolgen voor de gemeenten van de nieuwe
multidisciplinair werkprogramma [G8]
wetgeving voor de veiligheidsregio’s, het organiseren van
De hierboven beschreven activiteiten vormen de invulling
afstemming over de noodzakelijk te nemen stappen, het
van de regionale ondersteuning bij de taken van gemeenten.
voorbereiden van besluitvorming en het opstellen van een
Het gaat daarbij dus om monodisciplinaire taken. Daarnaast
implementatieplan. Vanzelfsprekend werken zij hierbij nauw
levert de sectie gemeenten van het veiligheidsbureau
samen met de gemeenten. Een volgende stap is het verzorgen
een bijdrage aan de uitvoering van het multidisciplinair
van deze implementatie. Parallel hieraan loopt het RADAR-
werkprogramma.
traject. De gemeenten anticiperen zoveel mogelijk op de uitkomsten van deze toets. Verwacht gevolg van de nieuwe
Medio 2010 wordt in overleg met de gemeenten het
wetgeving is een versterkte noodzaak tot samenwerking
programma voor 2011 en 2012 bepaald.
tussen de gemeenten onderling. Monodisciplinair meerjarenbeleidsplan voor opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke processen [G5] In 2008 heeft het bestuur een kwaliteitsfoto brandweerzorg laten maken, waarin ook over de voorbereiding op rampenbestrijding vragen zijn opgenomen. Hieruit komt naar voren dat op het terrein van opleiden en oefenen verbeteringen noodzakelijk zijn. Een regionaal opleiding- en oefenplan voor de gemeentelijke functionarissen is een vereiste om te komen tot een gelijkwaardig niveau van de afzonderlijke gemeenten binnen de regio. Daarom zal de sectie gemeenten van het veiligheidsbureau in samenwerking met de gemeenten in 2009 een monodisciplinair meerjarenbeleidsplan opstellen voor opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke processen. Ook is tijd ingeruimd voor het opstellen van een jaarprogramma
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
61 Tabel 8. Gemeenten Nr.
Onderwerp /resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€)
G1
Ondersteuning gemeenten en coördinerend gemeentesecretaris
Behoeften gemeenten
•
•
•
•
O
G2
Beheertaken voor de sectie gemeenten
Behoeften gemeenten
•
•
•
•
O
G3
Bijdragen aan bestuurlijke Multidisciplinair Beleidsoefeningen en operatiplan Opleiden, Trainen, onele inzet ROT-onderOefenen (MBOTO, 2008) steuning
•
•
•
•
A
G4
Consequenties Wet Wet veiligheidsregio’s veiligheidsregio’s in beeld Behoeften gemeenten brengen en implemen(OOV) teren
•
G5
Monodisciplinair meer jarenbeleidsplan opleiden, trainen, oefenen en uitvoering daarvan
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 49 t/m 53
•
G6
Beschrijven taken gemeentelijke functies binnen GRIP
Voortkomend uit implementatie GRIP
•
G7
Coördineren en faciliteren werkgroepen gemeentelijke processen
Behoeften gemeenten (sleutelfiguren deel processen)
•
•
•
•
O
G8
Bijdragen aan uitvoering multidisciplinair werkprogramma
Multidisciplinair Werk programma 2009-2010
•
•
•
•
A
2009 Inc.
Str.
Inv.
2010 Inc.
Str.
Inv.
2011 Inc.
Str.
Inv.
2012 Inc.
A /O Str.
•
Inv.
A
•
•
•
A
O
Totaal in € O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
62 10. Op weg naar een professionele veiligheidsregio Een goede uitvoering van de kerntaken van de VrZW staat of valt met de kwaliteit van de ondersteunende processen. In 2008 zijn vele inspanningen geleverd om zaken als planning & control en communicatie beter op de rit te krijgen, maar dat is nog lang niet voldoende. We willen dan ook op weg naar een professionele veiligheidsregio.
De organisatie van de veiligheidsregio is in ontwikkeling. Het is
voor het algemeen beheer van de totale organisatie en heeft
mogelijk dat, om te voldoen aan de Wet veiligheidsregio’s, nog
(in de rol als voorzitter van het RMT) de eindverantwoording
enkele wijzigingen nodig zijn. Een voorbeeld is het feit dat de
voor de multidisciplinaire taken.
GMK in de wet een aparte entiteit wordt, direct onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Hiertoe dient een directeur
Om alle gevolgen van de nieuwe wet- en regelgeving,
GMK te worden aangesteld die verantwoording aflegt aan het
bijvoorbeeld aanpassing van de gemeenschappelijke regeling
bestuur. Het is de bedoeling om de organisatorische wijziging-
VrZW, te kunnen overzien en in goede banen te kunnen leiden,
en te verwerken in een nog op te stellen organisatieplan voor
is juridische ondersteuning onontbeerlijk. Momenteel heeft
de VrZW, maar het ziet er naar uit dat de verschillende verande-
de VrZW hiervoor onvoldoende capaciteit in huis. Om dit op
ringen leiden tot het volgende organisatieschema:
te vangen, wordt vanaf 2009 enerzijds gezorgd voor scholing van de beleidsadviseurs in de afdeling staf, en anderzijds zal op piekmomenten tijdelijk extra capaciteit worden ingehuurd.
Figuur 2. Organisatieschema
Wanneer blijkt dat de werkzaamheden steeds meer een structureel karakter krijgen, zal vanaf 2011-2012 eventuele formatie-uitbreiding nader onderzocht moeten worden.
directeur VrZW
In bestuurlijke zin hebben de brandweer, en de komst van de veiligheidsregio, ook tot meer werk geleid. Van oudsher staf
leverde en bekostigde de grootste gemeente (Zaanstad) de
bedrijfsvoering
bestuurssecretaris voor de regionale brandweer, maar dat bleek niet meer reëel te zijn. Met de oprichting van de VrZW is de bestuurlijke taak verbreed van brandweer naar brandweer, GHOR en multidisciplinaire aangelegenheden. Tevens is een RMT gevormd. Inmiddels hebben de bestuurders besloten om
mono gemeenten
VHB
RBZW
GHOR
GMK
de directeur VrZW, tevens voorzitter van het RMT, aan te stellen als secretaris van het bestuur. Ten aanzien van de ambtelijke ondersteuning van bestuur en secretaris heeft een logische verschuiving plaatsgevonden van de gemeente Zaanstad naar de VrZW [Bv1].
In het schema zijn de afdelingen staf en bedrijfsvoering van de RBZW ‘omhoog’ gebracht omdat zij – nu al in de praktijk – aan meerdere partijen en functionarissen ondersteuning verlenen. De diverse onderdelen in de veiligheidsregio hebben elk een eigen directeur die eindverantwoordelijk is voor de betreffende taken van dat onderdeel. De directeur VrZW is verantwoordelijk
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
63 10.1 Personeel & Organisatie
mogelijkheid tot tijdige bijsturing in de bedrijfsvoering. Hierdoor
Na de ontvlechting van Brandweer Zaanstad en de RBZW is bij
is de VrZW in staat betere cijfers en calculaties te geven voor
de afdeling P&O grote achterstand ontstaan in de ‘going con-
projecten, begrotingen, tarieven en subsidieaanvragen.
cern’ activiteiten. Dit enerzijds omdat de ontvlechting zelf veel
In de planperiode gaat de ontwikkeling van de P&C-cyclus
extra werk met zich meebracht, anderzijds omdat zowel het
door. Administratieve processen worden gestroomlijnd en ook
onderdeel regionale brandweer als de dienst Brandweer van de
wordt in 2009 gestart met Administratieve Organisatie / Interne
gemeente Zaanstad34 zich opnieuw moesten vormen. P&O had
Controle (AO / IC) met als doel een efficiënte en effectieve
en heeft in die vorming en ontwikkeling ten aanzien van advies
bedrijfsvoering te bewerkstelligen en te borgen.
en uitvoering een niet geringe rol. Ook de komende jaren zal dit nog veel van P&O vragen. De omvang van de beide organisa-
Binnen de meeste veiligheidsregio’s worden productbegroting-
ties groeit, en een flinke professionaliseringsslag is
en gehanteerd die nauwelijks inzicht bieden in de prestaties
te verwachten.
van de regionale brandweer en de GHOR. Ook laten ze niet zien hoe de vele spelers binnen een veiligheidsregio gezamen-
Beoogde activiteiten en resultaten op het gebied van P&O
lijk multidisciplinair presteren. De netwerken Finance & Control
voor zowel Brandweer Zaanstad als de VrZW voor de komende
en Kwaliteitszorg van de NVBR, GHOR Nederland en het Rijk
vier jaar zijn:
zijn het project ‘Aristoteles; Sturing veiligheidsregio op basis
•
een gestructureerde vorm van functioneren, beoordelen en
van prestaties en kwaliteit’ gestart. Dit sturen gebeurt met een
ontwikkelen conform een cyclisch proces,
landelijk Model productbegroting en kwaliteitszorg als instru-
•
strategische opleidingsplannen,
ment. Met het model kunnen bestuurders, colleges van B&W
•
innovatie op het gebied van werving en selectie,
en gemeenteraden goed inzicht krijgen in het functioneren van
•
het opzetten en implementeren van competentie-
hun veiligheidsregio, om op die manier (budgettaire) prioriteiten
management,
te kunnen stellen. Daarnaast maakt het model landelijke
•
ontwikkelen en implementeren van (tweede) loopbaanbeleid,
vergelijking tussen de verschillende veiligheidsregio’s mogelijk.
•
het herzien van ARBO- en ziekteverzuimbeleid,
Doelen van het project Aristoteles zijn:
•
een meer uitgewerkte personeelsplanningbeleid,
•
•
een herziening van de functiebeschrijvingen en -waarderingen,
•
te komen tot één uniform model prestatiemeting en prestatieverantwoording binnen de veiligheidsregio,
•
het ontwikkelen en implementeren van een beloningsbeleid.
dit model te verankeren binnen een eenduidig ingerichte P&C-cyclus (begroting, managementrapportages en jaarrekening) van de 25 veiligheidsregio’s, in te voeren in
Met de huidige bezetting kan P&O niet aan de klantwensen tegemoet komen. Om de beschreven gewenste / vereiste
het begrotingsjaar 2009 of 2010, •
dit model te borgen in een kwaliteitszorgsysteem met
ontwikkelingen goed te kunnen begeleiden en uitvoeren,
prestatie-indicatoren op basis van regionale en landelijke
is extra formatie onontbeerlijk. Een structurele extra P&O
eisen. Dit kwaliteitszorgsysteem is geïntegreerd in
functionaris is nodig die zowel in de advisering als op uitvoerend / administratief gebied ingezet kan worden [Bv2].
de begroting, •
inzichtelijk en meetbaar maken van basisprocessen en functionele deelprocessen voor rampenbestrijding, crisisbeheersing en brandweerzorg,
10.2 Middelen In deze paragraaf wordt ingegaan op ontwikkelingen en be-
•
de prestaties inzichtelijk maken in een op dit model gebaseerde landelijke prestatiemonitor.
oogde resultaten ten aanzien van P&C / financieel beheer, ICT
De landelijke uitrol van Aristoteles wordt verwacht eind 2009.
en facilitaire zaken.
Dit gaat een groot beslag leggen op de afdeling Planning & Control, maar met de projectresultaten zal de druk op de
P&C / financieel beheer [Bv3]
afdeling uiteindelijk verlicht worden.
In 2007 is geconstateerd dat de kwaliteit van de producten vanuit de Planning & Controlcyclus niet het gewenste niveau
ICT [Bv4]
hadden. Bestuurlijk is besloten dat P&C verbeterd moest
Met het groeien van de organisatie, wordt ook de roep om
worden. In 2007 is de kwaliteitsslag ingezet en deze heeft
ondersteuning bij systeembeheer en kantoorautomatisering,
in maart 2008 een impuls gekregen door het aantrekken
inclusief (mobiele) telefonie, groter. Daarnaast is een tendens
van meer kwaliteit op dit gebied. Inmiddels zijn belangrijke
te ontdekken dat de vraag naar applicaties, die het uitvoeren
stappen gezet, zoals het werken met een maandafsluiting
van de verschillende taken van de (regionale) brandweer een
en -rapportage. Dit biedt de nodige grip op de cijfers en de
stuk betrouwbaarder en eenvoudiger maakt, enorm toeneemt.
34 De afdeling bedrijfsvoering is op grond van een dienstverleningsovereenkomst ook werkzaam voor de dienst Brandweer van de gemeente Zaanstad.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
64 Voor de inzet van de afdeling ICT betekent dit dat zij door deze
10.3 Communicatie
groei onder andere niet meer naar behoren kunnen voldoen
De ontwikkeling van RBZW naar VrZW en de ontvlechting van
aan het geven van een goed advies over de aanschaf op basis
de regionale brandweer en Brandweer Zaanstad hebben de
van gedegen (technisch) onderzoek. Tevens is de kwaliteit van
veiligheidsregio een andere positie gegeven. Om daar richting
de overige werkzaamheden van de afdeling ICT in het geding.
aan te geven, is in het voorjaar van 2008 het visiedocument
Wil de organisatie een betrouwbare, moderne, klantvriendelijke
‘Arm in arm voor Veiligheid’ opgesteld. Kernbegrippen van dit
ICT-omgeving garanderen, die op een juiste wijze beheerd kan
document zijn veiligheid, kwaliteit en samenwerking. Komende
worden, dan zijn de nodige investeringen en capaciteits-
jaren moet dit leiden tot een concreet en herkenbaar integraal
uitbreiding noodzakelijk. Voor ICT staat de komende vier jaar
communicatiebeleid. Om daar invulling aan te geven, werkt
onder meer op de planning:
de VrZW gestaag aan het opbouwen en bestendigen van haar
•
upgraden / migreren naar een nieuwere Office versie en
relatie met de bestuurders en raadsleden van de negen
Windows Vista,
betrokken gemeenten en met alle inwoners. Ook worden de
• •
onderzoek naar open standaarden (documenten)
banden met de regionale pers aangehaald. Hierover vindt
(= overheidsbeleid),
met vertegenwoordigers van GHOR, politie, brandweer en de
aanschaf MIT office voor het eenvoudig beheren van
gemeenten periodiek overleg plaats. Het uiteindelijke doel hier-
sjablonen,
van is dat de VrZW zich positioneert als professionele organisa-
•
aanschaf / vervanging Spamfilter en Virusscanner,
tie die haar verantwoording neemt voor de bestuurlijke samen
•
upgrade Exchange mailserver (hardware en software),
werking op het gebied van rampenbestrijding en veiligheid.
•
onderzoek naar security eigen netwerk (intrusion scan) en
Bij de communicatie van de betrokken gemeenten en de
beheren (monitoren) van de beveiliging van het netwerk.
politie speelt de VrZW nauwelijks een rol. Daarentegen is er een nauwe band tussen de communicatie namens GHOR,
Bij storingsmeldingen van de systemen van de meldkamer
VrZW en RBZW. Naar verwachting raken de communicatie-
brandweer is het noodzakelijk om direct tot oplossing van
activiteiten van deze partijen de komende tijd steeds vaker
het probleem te kunnen komen, omdat het type storing
met elkaar verstrengeld en zullen uiteindelijk in elkaar opgaan.
dusdanig is dat dit direct van invloed is op het goed functione-
De termijn waarop dit plaatsvindt, is afhankelijk van
ren van de meldkamerprocessen zoals melding en alarmering.
diverse ontwikkelingen.
Dit is bovendien niet door een piketfunctionaris op te pakken, omdat dit zeer specifieke kennis en kunde vraagt. Voorgesteld
Uitgangspunt van de communicatie van de VrZW is intern de
wordt om vanaf 2009 een piket functioneel / technisch
zaken op orde te hebben om op basis daarvan de organisatie
beheer ICT meldkamer in te stellen. Voor de invulling worden
extern te profileren. Het doel van de in- en externe commu-
de samenwerkingsmogelijkheden met politie en andere
nicatie is immers een voor alle betrokken partijen herkenbare
regio’s onderzocht.
en gewaardeerde organisatie neer te zetten. Daarvoor is een aantal ontwikkelingen in gang gezet die uiteindelijk zullen
Facilitaire zaken
[Bv5]
leiden tot herkenning en erkenning van de VrZW als profes-
De ontwikkelingen op het facilitair gebied zijn lastig te
sionele organisatie. Of op basis van de huidige bezetting van
voorspellen. Eigenaar van het gebouw, waarin naast de dienst
het cluster Communicatie al deze plannen en voornemens
Brandweer Zaanstad tevens de VrZW is gehuisvest, is de
zijn te realiseren, zal moeten blijken.
gemeente Zaanstad. De VrZW huurt ruimte in dat gebouw. De eigenaar is aan het onderzoeken of het beheer van het
De geïntroduceerde huisstijl van de VrZW zorgt zowel in- als
gebouw uit de dienst brandweer kan worden overgeplaatst
extern voor een herkenbaar gezicht. De kenmerkende huisstijl
naar de dienst gebouwen Zaanstad. In 2009 zal hierover
wordt al toegepast op de bestaande correspondentiereeks
helderheid komen en kunnen de consequenties, zowel
als enveloppen, briefpapier en visitekaartjes, de uitgave
financieel als formatief, in kaart gebracht worden. Een op te
VeiligheidsVisie en de huidige website. De komende jaren
lossen aspect is het aantal werkplekken dat beschikbaar is en
wordt de stijl verder doorontwikkeld en wordt ook een aantal
tevens aan de ARBO-normen voldoet. De beide organisaties
extra middelen hieraan onderworpen. De stijl, met als uiterlijke
groeien en het gebouw is bijna vol. Het komende jaar zal een
kenmerken een felgroene kleur en een eigentijds logo, past
facilitair plan gemaakt moeten worden om de groei van de
bij het beeld dat de VrZW wil uitdragen. Het groen staat voor
organisatie(s) op te kunnen vangen.
jong en onderschrijft het lichtend voorbeeld dat de organisatie wil zijn. De kleur sluit aan op de aard en de ambitie van de VrZW. Immers, volgens organisatiedeskundige De Caluwé gaan ‘groene’ organisaties er van uit dat veranderingen
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
65 bewerkstelligd kunnen worden door mensen bewust te maken
kwaliteit binnen de brandweer niet krachtig genoeg om te
van nieuwe zienswijzen en hun eigen tekortkomingen.
voldoen aan alle verwachten binnen en buiten de brandweer.
Een compleet nieuw content management systeem (CMS)
Om ten slotte de strategische doelstellingen van de VrZW te
dient eind 2008 onder meer als basis voor een geavanceerd
kunnen meten zal er een veiligheidsmonitor moeten worden
intranet en extranet. Het eerste tastbare onderdeel is de
ontwikkeld die aansluit op of onderdeel gaat uitmaken van het
nieuwe website waarin de overkoepelende rol van de VrZW ten
onderzoek dat de politie al enige jaren verricht onder de bur-
opzichte van de samenwerkende kolommen tot uiting komt.
gers in deze regio. Eind 2009 / begin 2010 moet een nulmeting
Ook individuele medewerkers worden meer dan voorheen
plaatsvinden en eind 2012 / begin 2013 een eindmeting [Bv6].
betrokken bij de digitale communicatie. Zij kunnen in de toekomst zelf content als berichten en illustraties op de website plaatsen. Dat vergroot de betrokkenheid van de medewerkers
10.5 Convenant en project regionalisering
en het komt de actualiteit van de nieuwsvoorziening en daar-
Per oktober 2008 is bij meerderheid van stemmen door het
mee de betrouwbaarheid van de organisatie ten goede.
bestuur besloten om met de minister een convenant af te
Inmiddels zijn de eerste twee multidisciplinaire producten
sluiten, getiteld Convenant Veiligheidsregio Zaanstreek-
gerealiseerd, namelijk een handzaam vormgegeven GRIP-
Waterland 2008-2009. De minister van Binnenlandse Zaken en
boekje en de veiligheidsmonitor voor evenementen. Deze
Koninkrijksrelaties (BZK) heeft twee doelstellingen benoemd
laatste brengt de mogelijke risico’s van de regionale evenemen-
ten aanzien van de veiligheidsregio’s:
ten in kaart. Op basis daarvan kan eventueel een vergunning
•
binnen twee jaar de rampenbestrijding en crisisbeheersing
worden verleend. Het zijn twee aansprekende voorbeelden van
op orde brengen,
gemeenschappelijke producten waar alle onderlinge partijen
•
gebruik van (kunnen) maken.
Door middel van convenanten met de veiligheidsregio’s wil
komen tot professioneel georganiseerde veiligheidsregio’s.
de minister van BZK regio’s stimuleren toe te groeien naar het niveau van eisen dat in het wetsvoorstel veiligheidsregio’s
10.4 Kwaliteitszorg
wordt gesteld. Ook wil zij de regionalisering van de brandweer
Kwaliteitszorg staat bij de VrZW nog in de kinderschoenen.
stimuleren. Regionalisering van de brandweer wordt door haar
Begin 2009 wordt, op basis van de ambities van het bestuur en
gezien als belangrijke voorwaarde voor het realiseren van
RMT en binnen de kaders van de vigerende en aankomende
een duurzaam slagvaardige en professionele organisatie van
wet- en regelgeving, een plan van aanpak voor de komende
rampenbestrijding en crisisbeheersing.
jaren opgesteld. Onderdelen van het plan van aanpak voor 2009
Nader onderzoek moet uitwijzen of regionalisering van de
zullen in ieder geval zijn: medewerkertevredenheidsonderzoek,
brandweer voor Zaanstreek-Waterland inderdaad die meer-
tussenmeting Kwaliteitsfoto, regie op voortgang uitvoering
waarde heeft [Bv10]. De eenmalige subsidie die de minister
verbeterpunten Kwaliteitsfoto van de RBZW en opzetten van
beschikbaar stelt, biedt de mogelijkheid dit onderzoek te doen
een kwaliteitszorgsysteem voor de VrZW. Dit laatste is zowel
en ondertussen gestaag door te werken aan de kwaliteitsver-
een behoefte van de organisatie als een eis van de minister in
beteringen op de diverse gebieden zoals in dit plan beschreven.
het wetsvoorstel (Wet veiligheidsregio’s).
Met andere woorden, de kwaliteit van de brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding staat bij de VrZW
In aansluiting op de ‘papieren’ toets op de kwaliteitsfoto
voorop. Het is mogelijk dat regionalisering een goede vorm is
komen er voor de brandweer ook zogenaamde profchecks.
om de kwaliteitsverbetering (verder) te realiseren en vooral ook
Een profcheck is een instrument dat meet of de brandweer-
te borgen.
zorg behalve in beleidsmatige / voorbereidende zin ook in
Die insteek blijft dus overeind, ook al ligt er nu een convenant.
uitvoerende zin op orde is. Vanuit praktijksituaties wordt dit op
Toch is er sprake van een veranderde situatie omdat de
meerdere vlakken beoordeeld.
middelen ook ingezet dienen te worden om de afspraken en
In 2010 volgt de eindmeting van de Kwaliteitsfoto en de verdere
eisen in het convenant binnen de looptijd te realiseren. In de
implementatie van kwaliteitszorg in de veiligheidsregio. Het
volgende paragrafen wordt toegelicht wat dit betekent.
streven is dit zo snel mogelijk te doen in lijn met de landelijk ontwikkelde visie op kwaliteitszorg, Cicero. In Cicero wordt
10.5.1 Basisvereisten crisismanagement
meerjarig richting gegeven aan de inspanningen die nodig zijn
De basisvereisten crisismanagement zijn ingedeeld in vier
om de veiligheidsregio’s, in het bijzonder de brandweer, op een
hoofdprocessen (de operationele hoofdstructuur), namelijk:
hoger kwaliteitsniveau te brengen. Ondanks een groot aantal
melding en alarmering, opschaling, leiding & coördinatie,
verbeteringen in de 25 regio’s is de huidige aanpak van
informatiemanagement. Deze komen letterlijk terug in artikel
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
66 3.1.1 van het convenant. In dit beleidsplan is op onderdelen
zoals de consequenties voor bestuurders, leiding, vrijwilligers,
bepaald wat er moet gebeuren, zie bijvoorbeeld de hoofdstuk-
bedrijfsvoering etc. Uiteraard dient ook een financiële vertaling
ken 4 en 7, maar dit dekt (nog) niet volledig de lading.
te worden gemaakt: wat levert regionalisering ons op of wat
Om binnen de convenantsperiode aan alle basisvereisten te
kost het ons extra?
kunnen voldoen, zal met behulp van een quickscan worden
De raden zullen uiteindelijk beslissen of het tot regionalisering
beoordeeld hoe dit kan worden ingepast in de reeds lopende,
van de brandweer komt. Als dit een negatief besluit is, wordt
dan wel op te starten, projecten en processen in 2009.
het convenant ontbonden. Valt het besluit positief uit, dan stelt
Kritische succesfactoren voor de realisatie zijn de aanpak en
de minister de tweede helft van het convenantsgeld beschik-
organisatie, de mogelijkheden tot fasering, het draagvlak en de
baar om de regionalisering vervolgens binnen een jaar tot stand
inbreng van alle partners, en de rol en planning van betrokken
te brengen.
partijen zoals BZK. Dit vraagt om enkele bestuurlijke keuzes die begin 2009 in een notitie voorgelegd zullen worden.
10.5.4 GHOR, politie en gemeenten In het convenant stelt de minister tot slot ook eisen aan
10.5.2 Veiligheidsregio
de GHOR, politie en gemeenten. Het betreft enerzijds zaken
Ten aanzien van de gestelde eisen in het onderdeel
die al geregeld zijn in de regio Zaanstreek-Waterland en
Veiligheidsregio van het convenant (artikel 3.2.1) dient te
anderzijds zaken die al waren ingepland voor 2009. Met andere
worden opgemerkt dat de VrZW multidisciplinair op de goede
woorden, aan die eisen kan binnen de looptijd van het
weg is. Hierbij wordt de lijn van de minister gevolgd die een
convenant worden voldaan.
sterke nadruk legt op het multidisciplinair opleiden, trainen, oefenen en in algemene zin op het P&C-beleid van de veiligheidsregio’s. In 2008 is daar al stevig op ingezet met onder andere het multidisciplinair werkprogramma van het veiligheidsbureau. Ook in het beleid voor de komende jaren staan deze onderwerpen centraal. 10.5.3 Project regionalisering Artikel 3.2.2 betreft het onderdeel brandweer in het convenant. Met de minister is het volgende afgesproken: `Met het ondertekenen van dit convenant spreekt het bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland de intentie uit om te komen tot een geregionaliseerde brandweerorganisatie. Het bestuur zal zich daartoe inspannen en zet een besluitvormingsproces in gang met daarbij de bedoeling dat dit uiterlijk 31 december 2009 kan leiden tot een onomkeerbaar besluit tot regionalisering en een bekrachtiging ervan door alle gemeenten. Met een dergelijk besluit beschikt het bestuur uiterlijk 31 december 2010 over één regionale brandweerorganisatie die wordt gekenmerkt door: •
éénhoofdige leiding,
•
al het brandweerpersoneel in regionale dienst; met één rechtspositie voor beroepsmedewerkers en één rechtspositie voor vrijwilligers,
•
beheer en inkoop van materieel op regionaal niveau.’
De VrZW zal een project starten waarin het bestuur wordt ondersteund om het besluitvormingsproces in gang te zetten. Concreet betekent dit dat er een visie op regionalisering wordt uitgewerkt en dat deze wordt voorgelegd aan de colleges en raden. Nader onderzoek is nodig om inzicht te verschaffen in de voor- en nadelen van regionalisering op de diverse gebieden,
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
67 Tabel 9. Bedrijfsvoering Nr.
Onderwerp /resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€) 2009 Inc.
Bv1a Opstellen Organisatieplan veiligheidsregio (taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, rapportagecyclus, organisatie- en besluitvormingsstructuur)
Kwaliteitsfoto nr. 59, 63, 64, 65
25.000
Bv1b Versterking juridische ondersteuning (personeel, convenanten, wet en regelgeving)
Risico Op dit moment onvoldoende specifieke capaciteit
20.000
Bv2a P&O, formatieuitbreiding (40% kosten VrZw, schaal 9)
Risico De gewenste kwaliteit en professionaliteit kan door de huidige bezetting onvoldoende worden geleverd Ook qua hoeveelheid werk is er een knelpunt (door groei van VrZW en Brw. Z’stad neemt P&O werk toe)
Bv2b Beschrijving functies RBZW, zowel repressief als niet-repressief + taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden
Kwaliteitsfoto nr. 59 Alleen haalbaar met Bv2a
Str.
Inv.
2010 Inc.
Str.
Inv.
2011 Inc.
Str.
Inv.
2012 Inc.
A/O Str.
Inv. A
20.000
20.000
20.000
O
27.300
28.656
30.098
A/O
•
•
•
•
A
Bv2c Beschrijving alle gemeen- Kwaliteitsfoto telijke repressieve en gemeenten nr. 70 niet-repressieve brandAlleen haalbaar met Bv2a weerfuncties (regionaal beschrijven, regionaal en lokaal vaststellen en met medewerkers bespreken) + taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden
•
•
•
•
A
Managementrapportages Kwaliteitsfoto nr. 65 structureel binnen P&C Landelijke uitrol cyclus - implementatie Aristoteles Aristoteles
•
Bv3
Bv4a ICT, diagnose- en beheertools, investering en daarna onderhoud
Risico Het niet investeren in ICT kan realisatie Kwaliteitsfoto vertragen (ineffectief en inefficiënt)
Bv4b ICT, formatie-uitbreiding (40% kosten VrZW, schaal 9)
Risico Het niet investeren in ICT kan realisatie Kwaliteitsfoto vertragen (ineffectief en inefficiënt)
Bv4c ICT, open standaarden. Investering en daarna onderhoud
Beleid Rijk dat (semi)overheden gebruik dienen te maken van open standaarden Onderzoek en investering nodig Alleen haalbaar in combi met Bv4b
Bv4d ICT, aanschaf MIT Office voor eenvoudig beheer sjablonen Investering en daarna onderhoud
Maakt standaardisatie eenvoudiger en werkt effectiever Alleen haalbaar in combi met Bv4b
Bv4e ICT, security eigen netwerk Investering en daarna onderhoud
Risico Onderzoek en investering nodig om beheer eigen beveiliging te verbeteren Alleen haalbaar in combi met Bv4b
Bv5
Facilitair (huisvestings)plan
Risico Huisvesting moet meegroeien met omvang organisatie
26.000
15.000
50.000
A
2.000
2.000
2.000
2.000
A/O
26.000
27.300
28.656
30.098
A/O
1.000
1.000
1.000
A/O
1.000
1.000
O
1.000
1.000
A/O
10.000
16.000
1.000
•
15.000
1.000
A/O
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
68 Vervolg tabel 9. Bedrijfsvoering Nr.
Onderwerp / resultaat Achtergrond
Realisatie resultaat (•) en Financiële consequenties (€)
Bv6
Opzetten en implementeren kwaliteitszorgsysteem, incl. herhaling kwaliteitsfoto en profchecks
Bestuursovereenkomst 27 juni 2008 Wet veiligheidsregio’s Landelijke uitrol Cicero
20.000
Bv7
Differentiatie ongevallenverzekering regionaal regelen voor RBZW en alle korpsen
Kwaliteitsfoto gemeenten nr. 67
•
Bv8
PvA RI&E vaststellen en realiseren
Kwaliteitsfoto nr. 60
•
Bv9
Werkinstructies, richtlijnen etc.
Kwaliteitsfoto nr. 58
•
2009 Inc.
Bv10 Realiseren afspraken / eisen convenant en project regionalisering Totaal in €
Convenant Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland 2008-2009
Str.
Inv.
2010 Inc.
Str. 53.000
Inv.
2011 Inc.
Str. 53.000
Inv.
2012 Inc.
A /O Str. 53.000
•
A
A
A •
A
75.000
155.000 55.000
Inv.
A
25.000 70.000 111.600 16.000 20.000 115.312
20.000 118.196
O = Overig nieuw / gewijzigd beleid A = Autonome ontwikkeling (wet-regelgeving + kw.foto + adr). Inc. = Incidenteel Str. = Structureel Inv. = Investering.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
69 11. Consequenties en risico’s In dit hoofdstuk zijn de consequenties van het hiervoor geschetste nieuwe en gewijzigde beleid in beeld gebracht. De detailinformatie is te vinden in de tabellen per hoofdstuk. De navolgende tabel geeft een meerjarig financieel perspectief voor de deelnemende gemeenten, aangezien ook de jaren 2010-2012 financieel vertaald zijn en de consequenties voor de regiobijdrage inzichtelijk zijn gemaakt.
De bedragen zijn niet cumulatief. Dit betreft de jaarlijkse projectverhoging voor bekostiging van het meerjarenbeleids-
Tabel 10. Financieel kader
plan bovenop de regiobijdrage. Voor 2009 worden de kosten
2009
2010
2011
2012
uit de te ontvangen financiële middelen vanuit het convenant 2009 + € 0,00. Voor 2010 betekent het overzicht: regiobijdrage
VHB Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
50.000 15.000 0
129.000 42.500 0
119.700 27.500 0
125.686 22.500 0
2010 + € 3,63, etc. voor 2011 betekent het overzicht:
Totaal
65.000
171.500
147.200
148.186
Brandweer Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
87.000 93.000 0
353.000 82.000 19.000
437.500 22.000 19.000
459.300 22.000 19.000
180.000
454.000
478.500
500.300
GHOR Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
2.000 0 0
2.100 40.000 0
13.000 0 0
13.000 0 0
Totaal
2.000
42.100
13.000
13.000
GMK Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
159.950 33.000 0
183.000 139.250 16.500
191.750 108.250 26.000
201.588 110.750 35.500
Totaal
192.950
338.750
326.000
347.838
Bedrijfsvoering Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
52.000 158.000 0
104.600 77.000 5.000
57.312 78.000 8.200
60.196 78.000 8.200
kwaliteitsimpuls die de grootste weerslag geeft. Later
Totaal
210.000
186.600
143.512
146.396
vallen deze kosten weg, maar door het opnemen van de de kwaliteitsimpuls, blijft de hoogte van de totale kosten
Totaal Personeelskosten Overige kosten Afschrijvingen
350.950 299.000 0
771.700 380.750 40.500
819.262 235.750 53.200
859.770 233.250 62.700
ongeveer gelijk.
Totaal
649.950
1.192.950
1.108.212
1.155.720
In de lasten is rekening gehouden met inflatiecorrectie en
Verhoging regiobijdrage
0,001
3,77
3,50
3,65
bekostigd en dus wordt de totale bijdrage: regiobijdrage
regiobijdrage 2011 + € 3,50, etc. De structurele kosten voortvloeiende uit dit project zullen uiteindelijk wel opgaan in de apparaatsbegroting van de veiligheidsregio en dus in de regiobijdrage. Deze opstelling geeft expliciet financieel inzicht in de kosten van uitvoer van het meerjarenbeleidsplan voor 2009 tot 2012. De tijdelijke en structurele bedragen zijn apart inzichtelijk gemaakt. Deze zijn ingedeeld in personeelskosten (uitbreiding formatie), overige kosten (variërend van inhuur adviesbureaus tot abonnementen software) en afschrijvingen. De kosten die in dit kostenoverzicht inzichtelijk worden gemaakt, zijn die items die niet vanuit de lopende begroting en formatie kunnen worden bekostigd. Tijdens de eerste periode van het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2010, stijgen de kosten door de
afschrijvingslasten voortkomend uit de investeringen in
Totaal
schaalverhogingen die ook een verhogend effect hebben. 1 = Kosten voor 2009 worden gedekt door financiële middelen die beschikbaar zijn gekomen na het afsluiten van het convenant met de minister.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
70 Dit komt bij de salarislasten tot uiting in een gemiddelde verhoging van 5% en bij de materiële kosten van 3%. De gemeenten kunnen uitgaan van deze bedragen. Elk jaar wordt wel opnieuw een begroting voor zienswijze aangeboden. Alleen bij onvoorziene autonome ontwikkelingen zal mogelijk begrotingswijziging worden aangevraagd. Voor kosten per onderdeel zie de afzonderlijke tabellen; de investeringen die daarin vermeld zijn, zijn in de exploitatie opgenomen als afschrijvingslasten. Personele consequenties Om aan de vereiste kwaliteitsimpuls te voldoen wordt op enkele plaatsen formatie-uitbreiding nodig geacht, dit kan incidenteel dan wel structureel zijn. In de tabel in de vorige paragraaf en in de tabellen per hoofdstuk is dit verwerkt. Risico’s De VrZW heeft veel werk te verrichten de komende jaren. Hierbij loopt de organisatie algemene bedrijfsrisico’s, bijvoorbeeld het niet adequaat en snel kunnen vervullen van vacatures. Daarnaast zijn er nog specifieke risico’s, zoals het feit dat nieuwe planvorming ook consequenties zal hebben, die nu nog niet geheel zijn te overzien. Met andere woorden, dit plan dekt heel goed alle beleidsmatige zaken af, maar is waarschijnlijk nog niet compleet als het gaat om uitvoerende aspecten en de (financiële) dekking daarvan. In de standaardtabel in de hoofdstukken 4 t/m 10 (m.u.v. hoofdstuk 8) is in de posten onderscheid gemaakt tussen A – autonome ontwikkelingen, bestaande uit gevolgen van bestuursbesluiten (o.a. kwaliteitsfoto) en (handhaving) weten regelgeving (ADR), en O – overige ontwikkelingen. Onder de categorie O is een aantal risico’s afgedekt zoals ICTvoorzieningen die beter nu in orde gemaakt kunnen worden dan dat later averij wordt opgelopen en dit inefficiëntie en hogere kosten tot gevolg heeft. In het kostenoverzicht is nog geen rekening gehouden met de mogelijke stijging van inkomsten uit de BDUR van het ministerie. Het is nu nog niet duidelijk of er in 2009 en 2010 indexatie plaatsvindt en hoe de verhoging van de BDUR eruit komt te zien die voor 2011 en verdere jaren in het vooruitzicht is gesteld. Door te kiezen voor een meer gefaseerde aanpak van het beoogde nieuwe en gewijzigde beleid – de kwaliteitsverbeteringen – loopt de VrZW het risico de aan de missie en visie gekoppelde strategische doelen niet te halen en bovendien niet tijdig te kunnen voldoen aan de afspraken in de bestuursovereenkomst en de eisen in de nieuwe wet- en regelgeving.
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
71 Bijlage Afkortingenlijst AB
Algemeen Bestuur
RBR
Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding
ADR
Algemene Doorlichting Rampenbestrijding
RBZW
Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
AI
ArbeidsInspectie
RCC
Regionaal Coördinatie Centrum
AOV
Ambtenaar (of Adviseur) Openbare Veiligheid
Reg. Cdt.
Regionaal Commandant
Reg. College Regionale College
BDUR
Besluit Doeluitkering Rampenbestrijding
RGF
Regionaal Geneeskundig Functionaris
BZK
Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
RI&E
Risico Inventarisatie & Evaluatie
RMD
Regionaal Management Development
CMS
Content Management Systeem
RMT
Regionaal Managementteam
COH
Commando Haakarmbak
ROGS
Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen
ROR
Regionaal Overleg Rampenbestrijding
ROT
Regionaal Operationeel Team
DB
Dagelijks Bestuur
EV
Externe Veiligheid
SORR
Stuurgroep Overleg Regionale
Rampenbestrijding
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen
TMO
en Rampen
GMK
Gemeenschappelijke Meldkamer
VBV
Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers
GMS
Geïntegreerd Meldkamer Systeem
VHB
Veiligheidsbureau
GRIP
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings
VrZW
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Procedure
VWS
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
GS
Gemeentesecretaris
Taskforce Management Overstromingen
Waz
Wet ambulancezorg
IGZ
Inspectie voor de Gezondheidszorg
WVD
Waarschuwings- en Verkenningsdienst
IOOV
Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
Wghor
Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen
en rampen
MBOTO
Meerjarenbeleidsplan Opleiding Trainen Oefenen
Wkr
Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding
MPL
Meetplanleider
Wrzo
Wet rampen en zware ongevallen
MT
Managementteam
ZW
Zaanstreek-Waterland
NIFV
Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid
NVBR
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg
Figuren- en tabellenlijst
en Rampenbestrijding
Figuur 1.
Organogram VrZW
Pagina 4
Figuur 2.
Organisatieschema
Pagina 62
OGS
Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen
Tabel 1.
Landelijke ontwikkelingen
Pagina 7, 8
OM
Openbaar Ministerie
Tabel 2.
Veiligheidsbureau
Pagina 24
Tabel 3.
Opleiden, trainen en oefenen
Pagina 34
P&C
Planning en Control
Tabel 4.
Brandweer
Pagina 38, 39
P&O
Personeel en Organisatie
Tabel 5.
GHOR
Pagina 45
POG
Preventieve openbare gezondheidszorg
Tabel 6.
Knelpunten voortkomend
PSHOR
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen
uit ADR
en Rampen
Tabel 7.
Gemeenschappelijke
Pvb
Project versterking brandweer
Meldkamer (GMK)
Pagina 51
Tabel 8.
Gemeenten
Pagina 61
Pagina 49
RADAR
RAmpenbestrijding Doorlichtings ARrangement
Tabel 9.
Bedrijfsvoering
Pagina 67, 68
RAV
Regionale Ambulance Voorziening
Tabel 10.
Financieel kader
Pagina 69
Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
72 Colofon Bezoekadres Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB Zaandam Postadres Postbus 150 1500 ED Zaandam Telefoon (075) 681 18 11 Fax (075) 617 41 41 E-mail
[email protected] Internet www.vrzw.nl Dit is een uitgave van: Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Fotografie Fotografie Bart Homburg, Zaandam Drukwerk De Raat & De Vries, Amsterdam Vormgeving en productie NH Vormgevers, Zaandam
De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is een samenwerkingsverband bestaande uit negen gemeenten (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang), de regionale brandweer (RBZW), de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en de politie.