Voorwoord In het Westerkwartier hebben overheden, ondernemers, burgerpartijen, natuurbeherende organisaties, en kennisinstellingen in het Westerkwartier het initiatief genomen tot structurele samenwerking en deze samenwerking te formaliseren om als partners in de beleidsontwikkeling en -uitvoering te kunnen optreden. Zij hebben in december 2013 een coöperatie nieuwe stijl opgericht: de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. In hun statuten hebben de partijen vastgelegd dat zij samen een collectieve aanpak van de gebieds– en landschapsontwikkeling en het landschapsonderhoud in het Westerkwartier willen realiseren en de economische ontwikkeling van een Gebiedscoöperatie zullen stimuleren. Als uitvoeringskantoor van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier is de Kenniswerkplaats Westerkwartier ingericht. Onder leiding van ons eigen lectoraat voeren onderwijs- en onderzoeksinstellingen samen met de leden van de Gebiedscoöperatie strategische, innovatieve en themaoverstijgende gebiedsprojecten uit. Deze projecten zijn kennisintensief. Het gaat erom bestaande kennis te ontsluiten, nieuwe kennis te ontwikkelen, toe te passen, te vertalen naar businessconcepten, te evalueren en te verspreiden. De Kenniswerkplaats draagt op die manier bij aan een duurzame ontwikkeling van het Westerkwartier. In dit document stellen we de Gebiedscoöperatie Westerkwartier kort aan u voor. U kunt hierin lezen wie we zijn, wat we te bieden hebben en hoe we dit aanpakken. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier, haar lectoraat en haar Kenniswerkplaats leven van een vitaal proces van samen leren en samenwerken. Ik nodig u van harte uit dit proces met ons te delen. Natuurlijk hopen we ook dat we hiermee kans maken op de Pro-Motor – Prijs 2015, vooral omdat we de kans voor aanvullend en ondersteunend onderzoek met beide handen aan willen grijpen. Leendert Klaassen Voorzitter Gebiedscoöperatie Westerkwartier
Inhoud
Colofon Tekst: Sabine Lutz & Willem Foorthuis, Lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen (Terra mbo & Hanzehogeschool Groningen) Opmaak en afbeeldingen: Sabine Lutz © Sabine Lutz & Willem Foorthuis, Groningen 2015 Met hartelijke dank aan allen die hun medewerking aan de totstandkoming van deze voordracht hebben verleend. Deze tekst hoort samen met een film en drie posters bij de driedelige inzending voor de Pro-Motor 2015
1. Wat is het doel van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier? Anders leren samenwerken Nieuwe rollen in de triple helix 2. Vanuit welke noodzaak is de samenwerking ontstaan? Veranderende arbeidsmarkt Veranderend ondernemerschap Kenniswerkplaats 3. Was de vraag vooraf helder of is deze tijdens het proces ontstaan? Veranderende vraag Nieuw gedeeld lectoraat in mbo en hbo Nieuwe ketens in de regio 4. Wie is de initiator? 5. Is er een cross-over met de triple helix? 6. Welk partijen zijn betrokken? 7. Is het al concreet of volbracht of (nog) in ontwikkeling? 8. Wat zijn de resultaten tot nu? Organisatorisch Inhoudelijk Veel navolging in het land en daarbuiten 9. Waarom verdienen wij de Pro-Motor? Omdat we vooruit lopen Omdat we onszelf continu willen verbeteren 10. De Gebiedscoöperatie in (iets meer dan) 200 woorden Coöperatie nieuwe stijl Lectoraat en Kenniswerkplaats Verdienmodellen op basis van de gedeelde regionale agenda
–4–
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
1. Wat is het doel van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier? Anders leren samenwerken De partijen in de Gebiedscoöperatie Westerkwartier willen een nieuwe wijze van samenwerken en samen leren in de regio ontwikkelen, uittesten en blijven verbeteren. Zij vernieuwen hun rollen en verantwoordelijkheden en vormen samen een blijvend partnerschap in een lerende regio.
Nieuwe rollen in de triple helix Dit is een veranderingsproces voor alle spelers in de triple helix. Elke van de partijen heeft naast die gemeenschappelijke doel ook een specifiek doel voor de eigen rol en ontwikkeling: • Onderwijs & onderzoek: Terra en de Hanzehogeschool Groningen spelen een actieve rol voor de werkgelegenheid door flexibel en ondernemend in te spelen op vragen vanuit de regio. Zij maken een sprong van een (hoge)school met projecten in de regio naar een betrouwbare en waardevolle partner in een lerend regionaal netwerk. • Ondernemers: De 450 regionale ondernemers in de Gebiedscoöperatie kijken verder dan hun eigen zaak en winst. Ze krijgen inzicht in gezamenlijk belang, resultaten en waardevermeerdering op de langere termijn. Zij innoveren hun bedrijfsvoering om duurzaam coöperatief te kunnen ondernemen en de regionale economie te dragen. • Overheden: de gemeenten en de provincie hebben een nieuwe rol als actieve meedenkers en facilitators. Zij maken innovaties mede mogelijk en effenen de weg naar innovatieprogramma’s op regionale, nationale en Europese schaal Wij zijn eigenlijk een CiV of een CoE 3.0. Wij noemen onszelf ook wel een ‘coöperatie nieuwe stijl’. Het ‘nieuwe’ zit hem in een aantal kenmerken. Als partners werken op basis van de gebiedsagenda(s) geprogrammeerd samen. Door deze vorm van samenwerking komt ook een gezamenlijk leerproces op gang. Door de diversiteit aan actoren uit verschillende sectoren creëren we samen meerwaarde voor de regio. Markt, landschap, leefomgeving en sociale vraagstukken worden geïntegreerd behandeld waardoor oplossingen elkaar wederzijds versterken. En niet in de laatste plaats gaan we van een subsidiestructuur gaan we over op een verdienmodel waarin meerjarige, uitvoerende opdrachten belangrijker zijn dan incidentele projecten. Hans Bergsma, directeur Gebiedscoöperatie Westerkwartier
2. Vanuit welke noodzaak is de samenwerking ontstaan? Veranderende arbeidsmarkt De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt kan niet meer gepland worden vanuit het klassieke model van arbeidsmarktprognose, aanpassing van het onderwijs en voorlichting van aankomende studenten, een cyclus die al gauw 5 jaar duurt voordat ‘nieuwe’ afgestudeerden op de arbeidsmarkt verschijnen. Zeker voor jongeren geldt dat hun werkgelegen-
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
heid steeds meer vorm krijgt via flexibele contracten, van volledige werkweken gedurende enkele jaren tot nulurencontracten en zzp’er-schap. Het mbo moet studenten helpen de competenties te ontwikkelen onder deze omstandigheden hun loopbaan vorm te geven.
Veranderend ondernemerschap Het groene onderwijs leidt meer dan andere sectoren op voor ondernemerschap. Maar dit ondernemerschap verandert. Het gaat er niet meer in eerste instantie om dat je van een bestaand bedrijf een groter bedrijf maakt. Veel belangrijker is dat we samen nieuwe bedrijfsmodellen gaan ontwikkelen die passen in en bijdragen aan een veranderende omgeving waarin circulaire economie, sociale innovatie en maatschappelijk ondernemerschap de bepalende trefwoorden zijn. Groen onderwijs richt zich vooral op kleinschalig ondernemerschap en kan daarin een verbinding vormen met ander onderwijs en met regionale overheden. Alle partijen in de regio hebben de behoefte aan een werkwijze die de ontwikkeling van nieuwe loopbaancompetenties van studenten bevordert, met een korte reactietijd en een dynamische leeromgeving waarin studenten tijdens hun opleiding hun eigen werk vorm geven. We hebben ook behoefte aan een leeromgeving voor de huidige professionals waarmee we vorm en inhoud kunnen geven aan ‘een leven lang leren’. Die omgeving kan het onderwijs niet zelfstandig scheppen. Dit kan alleen ontstaan door structurele samenwerking tussen onderwijs, bedrijven, (lokale) overheden en maatschappelijke organisaties.
Kenniswerkplaats In de Gebiedscoöperatie krijgen we dit voor elkaar omdat we werken volgens de methode van de Kenniswerkplaats. Dat houdt in dat de kennisvragen vanuit de regio het vertrekpunt zijn voor projecten. Daardoor ervaren leerlingen dat hun activiteiten daadwerkelijk van belang zijn voor de stakeholders in de regio. Dit wordt door leerlingen in onze projecten bevestigd en het is ook een van de conclusies uit onderzoek naar verhoogde leeropbrengst uit regioleren. (Zie bijvoorbeeld: ‘Op weg naar leerwinst’; Leerstoelgroep Educatie- en competentiestudies, WUR, 2013)
–5–
–6–
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
3. Was de vraag vooraf helder of is deze tijdens het proces ontstaan? Veranderende vraag Ja, die vraag was vooraf helemaal helder. Ten slotte hebben we niet voor niets al ruim 10 jaar ervaring met de Kenniswerkplaats. Maar betekent dit ook dat de vraag onveranderlijk vaststaat? Nee, absoluut niet. Bij een dynamische context hoort ook een voortdurend veranderende vraag. Als we daar niet alert op zijn, doen we het echt niet goed..
Nieuw gedeeld lectoraat in mbo en hbo We ontdekten al doende dat we voor de nieuwe bedrijfsmodellen ook dringend behoefte hebben aan de integratie van financieel en maatschappelijk rendement. Daarvoor moeten we onderzoek doen naar alternatieve bestuurs- en verdienmodellen die gebaseerd zijn op transparantie en evenwichtige zeggenschap. Mede daarom hebben we tijdens de rit vanuit een gemeenschappelijke inspanning in mbo (Terra) en hbo (Hanzehogeschool) het lectoraat Duurzaan Coöperatief Ondernemen ontwikkeld en ingesteld dat specifiek aan deze onderwerpen werkt.
Nieuwe ketens in de regio We hebben ook ontdekt dat we veel werkgelegenheid zijn kwijtgeraakt omdat we hoogwaardige verwerking elders laten doen. We hebben dus behoefte aan nieuwe slimme specialisaties om nieuwe ketens in de regio te kunnen bouwen. De gedachte van deze korte ketens is niet nieuw. In de EU en Amerika zien we steeds meer voorbeelden van zulke korte ketens: stadslandbouw, markten met streekproducten, boerderijwinkels, plukvelden etc. En ook de consumenten vraag neemt toe. Steeds meer mensen willen anders omgaan met eten. Ze vragen steeds meer vragen naar voedsel uit de regio, van goede kwaliteit, duurzaam geproduceerd en vervoerd, zonder verspilling en met hergebruik van resten en afval. Maar met de ultrakorte ketens en de één-op één-relaties tussen boer en consument komen we er niet. Je hebt immers als ondernemer bedrijfszekerheid nodig en als consument leveringszekerheid. Hoe je dit soort nieuwe betrouwbare ketens organiseert, realiseert, onderhoudt en doorontwikkelt – dat was ook zo’n nieuwe vraag die tijdens het proces ontstond. Dankzij onze stevige basis als Gebiedscoöperatie zijn we zelfs vanuit partners in Europa benaderd. Dit heeft ertoe geleid dat we door Europa zijn geselecteerd voor een samenwerkingsproject met 14 partners in 5 Europese regio’s.
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
4. Wie is de initiator? Je kunt niet eenduidig zeggen dat één bepaalde partij de initiatiefnemer was. We waren op een punt beland waar verschillende organisaties om uiteenlopende redenen tegen dezelfde vragen aanliepen. Toch denken we dat een beslissende rol en een doorslaggevende kracht bij het onderwijs ligt. De twee andere partijen in de triple helix hebben immers beide een eigen agenda. Een vertrouwensvolle samenwerking zoals je die in een alliantie als de Gebiedscoöperatie nodig hebt is veel lastiger tot stand te brengen wanneer het initiatief bij de markt of de overheid ligt. Het onderwijs heeft geen eigen belang. In tegendeel. Het komt met een offer you can’t refuse – kennis, ondersteuning, fris se ideeën bij de leerlingen en studenten, vakmanschap bij de docenten – zeg daar maar eens nee tegen. Je zou dus inderdaad kunnen stellen dat Terra en haar bestuur de motor achter deze nieuwe pps waren. We zijn bezig om van het oude naar het nieuwe systeem te komen. De school uit – de regio in. Dit is een hele nieuwe school. Een school waar je werkt en leert, samen met de partners in de regio. Welbeschouwd is dit een enorme stap voor het onderwijs. Terra, en later ook de Hanzehogeschool zijn lid geworden van een onderneming. In onderwijsland is dit echt een sensatie omdat er risico aan zit. Hiermee is een zeer complex intern transitieproces verbonden. Je komt veel obstakels tegen wat menige school zou doen besluiten om er maar mee te stoppen. Dat de school er toch maar mee doorgaat komt door de vertrouwensbasis die je over en weer hebt opgebouwd. We mogen falen als we laten zien dat we ervan leren en onszelf veranderen. Ton Wennink, lid van het College van Bestuur, Onderwijsgroep Noord
5. Is er een cross-over met de triple helix? Ja, zonder die cross-over zou de hele samenwerking niet tot stand zijn gekomen en ook geen stand houden. We hopen dat dit uit de antwoorden hiervoor al enigszins duidelijk is geworden. We onderscheiden ons van de vele andere coöperaties doordat we niet rond één doel of binnen één branche georganiseerd zijn. Wij verbinden groene ondernemers, natuurbeheerders, kennisinstellingen, overheden en burgers in de regio. We richten ons op de ontwikkeling van collectieve korte ketens. In die ketens gaat het om voedsel, energie, waterbeheer, natuur, biobased economy, gezondheid, welzijn en zorg – allemaal in de regio, met de regio en voor de regio. We pakken onze onderwerpen integraal aan en de aspecten van groene economie, duurzaamheid en innovatie komen duidelijk naar voren. Anders dan bij traditionele coöperaties komen de leden dus niet uit één branche en gaat het ook niet om één doel. Ze richten zich op economie, landbouw, waterbeheer, landschap & natuur, wonen, welzijn en zorg. Die onderwerpen worden integraal aangepakt en de aspecten van groene economie, duurzaamheid en innovatie spelen een hoofdrol.
–7–
–8–
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
Met ingang van september 2015 hebben we ook een eigen lectoraat. Voor zover we kunnen overzien is dit de eerste keer dat een mbo-school (Terra) samen met een hogeschool (Hanzehogeschool Groningen) op deze wijze praktijkonderzoek uitvoert. Het lectoraat is verbonden aan het Instituut voor Financieel Economisch Management (FEM) aan de Hanzehogeschool en richt zich op vraagstukken op gebied van Duurzaam Coöperatief Ondernemen (DCO). Het gaat om nieuwe businessmodellen waarin ondernemers, overheden en onderwijs- en onderzoeksinstellingen samengaan in een nieuw en duurzaam geformaliseerde alliantie, naar het voorbeeld van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Daarnaast ontwikkelt het lectoraat in de stad Groningen ook een wijkcoöperatie in dezelfde aanpak.
Naast deze nieuwe samenwerkingsvormen richt het lectoraat zich op nieuw te vormen regionale en lokale ketens. Ik wil dat we samen meer inzicht verkrijgen in regionale coöperatieve ketens. In elk thema van RIS3 zitten zulke ketens, bijvoorbeeld voedselketens, maar ook zorg- en energieketens. Om van de biobased economy nog maar te zwijgen. Die is immers zonder ketens en kringlopen niet eens voor te stellen, aldus lector Willem Foorthuis. Niet op de laatste plaats heeft ook het coöperatiemodel als zodanig nieuwe en betrouwbare ketens: nodig tussen de verschillende partnerorganisaties, de betrokken mensen, en de shareholders in de regio. Praktijkonderzoek naar slimme specialisaties, nieuwe duurzame businessmodellen, hun validatie en valorisatie zijn de speerpunten die we samen met onze nieuwe lector willen aanpakken.
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
6. Welk partijen zijn betrokken? De Gebiedscoöperatie kent drie soorten partners: 1. De stichtingsleden • Terra mbo • Staatsbosbeheer • Agrarische Natuurvereniging Boer en Natuur Zuidelijk Westerkwartier • De Eendracht • Stad en Ommeland • Later aangevuld door zorgorganisatie de Zijlen 2. Ondersteuners van het eerste uur • Waterschap Noorderzijlvest • Hanzehogeschool Groningen • De gemeenten Marum, Zuidhorn, Grootegast en Leek • Gemeente Groningen • Provincie Groningen 3. De uitbreiding met vaste samenwerkingspartners in het stedelijk veld Groningen en Meppel • Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland • Gemeenten Slochteren, Haren & Stadskanaal • Agenda van de Veenkoloniën • Zonnehuisgroep Noord • Recreatieschap Drenthe • Zorgcollectief Zuidwest-Drenthe • LTO Noord • Waterschap Reest & Wieden • Glasvezel De Wolden • Ondernemersplatform De Wolden
7. Is het al concreet of volbracht of (nog) in ontwikkeling? Net zoals de maatschappelijke vragen in de regio doorlopend in ontwikkeling zijn geldt dat ook voor de coöperatieve onderneming als zodanig. Daar ben je nooit mee klaar.
–9–
– 10 –
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
8. Wat zijn de resultaten tot nu? Organisatorisch • •
Onze pps kent een juridische verankering in de vorm van de organisatievorm als coöperatie. De Gebiedscoöperatie is actief in het ontwikkelen van innovatieve projecten (regionaal, nationaal en Europees), waarin Terra een rol heeft en de studenten en docenten in de Kenniswerkplaats bijdragen leveren aan het project, daarvan leren en deel uitmaken van de lerende netwerken met ondernemers. • Personeelsleden van de gebiedscoöperatie dragen bij aan het onderwijs en docenten dragen bij aan een leven lang leren. Dat is opbouw van capaciteit, over en weer, zowel kwantitatief als kwalitatief. • We zijn erin geslaagd om door middel van onze bijzondere aanpak extra middelen te verwerven. Afgelopen november ontvingen we bijvoorbeeld vanuit Europa goedkeuring voor een samenwerkingsproject van 5 miljoen euro, als waardering voor onze innovatieve werkwijze. We zien deze vier elementen als waarborg voor een blijvende en zich voortdurend doorontwikkelende samenwerking.
Inhoudelijk We hebben een programmastructuur met de regio ontwikkeld die bestaat uit de volgende thema’s: • Landschap, veeteelt, akkerbouw & voedsel • Energie, water & biobased economy • Leefomgeving, gezondheid, & sociaal welzijn • Coöperatievorming en het werken in nieuwe allianties • Jongeren en start-ups in de regio Deze thema’s zijn ook richtinggevend voor de projectontwikkeling. Op elk van deze thema’s zijn projecten ontwikkeld en in uitvoering. Kosten en baten worden door de partners in de triple helix gedeeld.. Winst wordt in de regio geherinvesteerd.
Veel navolging in het land en daarbuiten •
•
• •
We boeken veel succes m.b.t. de structuur en de innovatieve kracht van de Gebiedscoöperatie en krijgen daar ook veel bijval voor. Dat gaat zelfs zo ver dat zich andere coöperaties naar dit voorbeeld gaan oprichten (in Zuidwest-Drenthe en in de Groninger stadswijken Helpman en De Wijert) Sterker nog: zelfs de samenwerkende overheden binnen de Regio Groningen Assen 2030 willen de voortzetting van hun samenwerking naar het model van de Gebiedscoöperatie structureren. Het gaat bij dit samenwerkingsverband om de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten Assen, Bedum, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Noordenveld, Slochteren, Ten Boer, Tynaarlo, Winsum en Zuidhorn. En daarmee nog niet genoeg: ook in de metropoolregio Rotterdam is een Gebiedscoöperatie in oprichting. Zelf over de grens in de metropoolregio Bremen – Oldenburg is naar het voorbeeld van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier een nieuwe coöperatie opgericht.
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
9. Waarom verdienen wij de Pro-Motor? Omdat we vooruit lopen Wij zijn een jonge onderneming en werken op een volstrekt nieuwe manier aan duurzame businessmodellen. We zijn geen traditionele sectorgebonden coöperatie. Het gaat bij ons om meer dan alleen gezamenlijke inkoop en afzet. De ruim 450 (grotendeels agrarische) ondernemers die aan onze de coöperatie zijn verbonden zetten zich in voor behoud en ontwikkeling van de regionale vitaliteit en veerkracht. Wij willen duurzame projecten ontwikkelen en die samen uitvoeren. Daarbij worden wij ondersteund door de betrokken gemeenten in het Westerkwartier, de provincie Groningen, het Waterschap Noorderzijlvest en de ministeries van EZ en OCW. De gedachte en wens hierbij is dat we als de regio onze sterke kanten ontwikkelen, innovaties omzetten in concrete oplossingen en smart specialisations stimuleren ter bevordering van de ondernemendheid van alle stakeholders in de triple helix. De partners binnen de triple helix ontmoeten elkaar in de Kenniswerkplaatsen. Dit zijn ‘living labs’ in de praktijk van de werkvloer, waar de betrokkenen met elkaar in authentieke projecten samenwerken en kennis genereren. Studenten en docenten van verschillende onderwijsinstellingen in mbo, hbo en wo, onderzoekers en professionals van de werkvloer werken in de kenniswerkplaatsen samen met andere regionale partijen, telkens in wisselende samenstellingen al naar gelang de projectinhoud. De uitkomsten worden gemonitord en voeden vervolgprojecten (zie ook http://kenniswerkplaats.eu/). We kunnen stellen dat we al vanaf de ontwikkeling en eerste toepassingen van ons Kenniswerkplaats–concept avant la lettre invulling geven aan de stelling in Naar een lerende economie, het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 2013.
Omdat we onszelf continu willen verbeteren We lopen ook aan tegen knelpunten. De belangrijkste daarvan is dat we op dit moment de potentie van de Gebiedscoöperatie en de Kenniswerkplaats nog niet voldoende benutten. Dat betreft zowel het onderwijs als de regiopartners, en strikt genomen ook de interne structuur binnen de Gebiedscoöperatie. • Als school, maar ook als ondernemers en overheid zijn we betrokken bij twee veranderingsprocessen: We moeten ons binnenste buiten keren, uit onze cocon komen en ons daarvoor intern nieuw organiseren, willen we een (kennis)partner voor de regio te kunnen zijn. We noemen dit het interne herontwerp. • We maken allemaal deel uit van veranderingen in de regio die ons als organisaties raken. We beïnvloeden die veranderingen, maar kunnen ze niet sturen. • Beide processen als zodanig zijn complex. Om het nog ingewikkelder te maken, moeten ze bij elkaar gebracht worden in een nieuw regionaal ontwerp dat lerende organisaties aan elkaar smeedt tot een lerende regio. Wil je dit goed doen, dan
– 11 –
– 12 –
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
moet je bijna al je tijd besteden aan interne en externe communicatie. Maar tegelijkertijd eist de uitvoering, monitoring en evaluatie van de projecten minstens net zo veel tijd. We hebben dus dringend behoefte aan extra onderzoek en kennisinput. Dat is voor ons ook de reden om mee te doen aan deze Pro-Motor. Leuk dat je in het zonnetje wordt gezet, maar de ondersteuning via additioneel onderzoek is hard nodig.
10. De Gebiedscoöperatie in (iets meer dan) 200 woorden Coöperatie nieuwe stijl De Gebiedscoöperatie Westerkwartier is een maatschappelijke onderneming. Samen met de stakeholders in de regio ontwikkelen we nieuwe kennis en inzichten en passen deze toe in concrete projecten. Onze regio is het Westerkwartier, maar we werken daarnaast in het hele stedelijk veld Groningen, een gebied met een radius van zo’n 30 tot 40 km rond de stad Groningen. Dit is de schaalgrootte om te doen wat we willen doen: herstellen van oude ketens en bouwen nieuwe.
Lectoraat en Kenniswerkplaats Om goede en innovatieve ondernemingsplannen en businesscases te kunnen ontwikkelen hebben we een lectoraat en een Kenniswerkplaats ingericht. Studenten, docenten en experts van de werkvloer verzamelen en onderzoeken hier regionale kennisvragen. De Kenniswerkplaats is ruim 10 jaar geleden ontwikkeld door onze lector en zijn team. Zoals ook het lectoraat fungeert de Kenniswerkplaats als living en learning lab voor cross overs met partijen uit onderwijs & onderzoek, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, burgers en overheden.
Verdienmodellen op basis van de gedeelde regionale agenda Het meest onderscheidende aan de Gebiedscoöperatie is dat onze verdienmodellen en business cases gebaseerd zijn op een gebiedsagenda die we samen met de regionale partners hebben opgesteld. Daaruit is ons uitvoeringsprogramma ontstaan, met vijf thema’s: Landschap, veeteelt, akkerbouw & voedsel; Energie, water & biobased economy; Leefomgeving, gezondheid, & welzijn; Coöperatievorming en werken in nieuwe allianties; Jongeren en start-ups. Binnen alle thema’s voeren we projecten uit die we uiteindelijk zo veel mogelijk doorvertalen naar slimme businessplannen en start-ups. Wat we nu doen is regioleren – de school uitgaan en de regio in. Het ging in het begin niet van een leien dakje. Maar we hebben nu iemand die ons goed begeleidt, vraagt waar de valkuilen liggen, wat goed ging en wat beter kan. Het is wel prettig dat je meer vrijgelaten wordt. Je kunt iets doen, je creativiteit gebruiken. En weet je, als je alleen steeds op school zit, dan leer je gewoon niet wat er in de praktijk gebeurt. Celina Knapper en Adrian Visch, leerlingen Terra mbo
Gebiedscoöperatie Westerkwartier – Voordracht voor een CoE/CiV/PPS 3.0 (Pro-Motor 2015)
– 13 –