Voorwaardelijke toelating tot het basispakket VvAA zorgverzekering 2016 Voorwaardelijke toelating tot het basispakket Chronische clusterhoofdpijn Percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) Autologe vet transplantatie (AFT) bij borstreconstructie na borstkanker Systemische Lupus Erythematosus (SLE) Gemetastaseerd melanoom Colorectaal carcinoom Acute pancreatitis met geïnfecteerde pancreasnecrose Ziekte van Crohn Therapieresistente hypertensie Intra-arteriële behandeling bij herseninfarct
2 3 4 4 5 6 7 8 9 10 11
Risicodraagster voor de VvAA zorgverzekering Basis is ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V. (handelsregister Utrecht: 30135168, AFM-nr.12000633) en voor de aanvullende verzekeringen ONVZ Aanvullende Verzekering N.V. (handelsregister Utrecht: 30209308, AFM-nr. 12001024), beide gevestigd te Houten. Postbus 168, 3990 DD Houten.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket U heeft een zorgverzekering Basis gesloten bij VvAA zorgverzekering. Zorginstituut Nederland beoordeelt welke behandelingen wel en niet onder de aanspraken van de Zorgverzekeringswet, het zogenaamde basispakket, vallen. Als het zorginstituut oordeelt dat een behandeling niet tot het basispakket behoort, kan de zorgverzekeraar die niet vergoeden uit de zorgverzekering Basis. Welke zorg behoort tot het basispakket? Zorg die tot het basispakket behoort, is zorg die voldoet aan het criterium van ‘de stand van de wetenschap en praktijk’. Dit houdt in dat de effectiviteit en doelmatigheid van de behandeling, het geneesmiddel of het hulpmiddel voldoende is aangetoond op basis van de onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan. Wat is een voorwaardelijk toegelaten behandeling? Een behandeling die voorwaardelijk toegelaten is tot het basispakket voldoet nog niet aan het criterium van ‘de stand van de wetenschap en praktijk’. Dit houdt in dat de effectiviteit en doelmatigheid van de behandeling nog onvoldoende is aangetoond op basis van de onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan. Enkele van deze behandelingen worden al wel in de praktijk toegepast, omdat deze in bepaalde situaties en voor bepaalde groepen mogelijk wel effectief zouden zijn. Zorginstituut Nederland kan aan de Minister voorstellen om een dergelijke behandeling voor een vooraf vastgestelde periode (meestal vier jaar) op te nemen in het basispakket. In deze periode moet onderzoek plaatsvinden of de behandeling ook daadwerkelijk effectief is. Bij positieve uitkomsten van het onderzoek kan de behandeling dan na die periode definitief in het basispakket worden opgenomen. Bij negatieve resultaten wordt de behandeling definitief van het basispakket uitgesloten. Dit betekent dat een voorwaardelijk toegelaten behandeling dan voor de vastgestelde periode voorwaardelijk is opgenomen in de dekking van de zorgverzekering Basis. De duur van de periode is aangegeven per voorwaardelijk toegelaten behandeling in de hierna volgende toelichting. U start met een voorwaardelijk toegelaten behandeling na 1 januari 2014 Met ingang van 1 januari 2014 vergoedt de zorgverzekeraar de kosten van de zorg alleen voor zover u deelneemt aan het hoofdonderzoek naar de effectiviteit van de behandeling. Veelal is dit een landelijk onderzoek dat door ZonMW wordt gefinancierd. ZonMW is een organisatie die met subsidieprogramma’s gezondheidsonderzoek en zorginnovatie stimuleert. De vergoedingsregeling geldt veelal ook voor zover u deelneemt aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek naar de zorg dat in samenwerking met het hoofdonderzoek wordt opgezet en verricht én sprake is van één van de volgende situaties: u voldoet, behoudens de zorginhoudelijke criteria, niet aan de criteria voor deelname aan het hoofdonderzoek; u heeft niet deelgenomen aan het hoofdonderzoek en de inclusie voor dat hoofdonderzoek is beëindigd; u heeft deelgenomen aan het hoofdonderzoek zonder de zorg te hebben ontvangen en de deelname aan het hoofdonderzoek is voltooid. Dit is het geval als u deel uitmaakte van de zgn. controlegroep in het hoofdonderzoek. Let op: Niet alle ziekenhuizen nemen deel aan het onderzoek. Als u dezelfde behandeling buiten het onderzoek, in een ander ziekenhuis in Nederland of in het buitenland, ondergaat, komen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking. U bent gestart met een voorwaardelijk toegelaten behandeling voor 1 januari 2014 Als u voor 1 januari 2014 bent begonnen met een op dat moment voorwaardelijk toegelaten behandeling en daarbij deelneemt aan het erkende onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling, verandert er niets. U krijgt vergoeding op grond van de polisvoorwaarden. Als u voor 1 januari 2014 bent begonnen met een op dat moment voorwaardelijk toegelaten behandeling buiten het onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling (veelal een landelijke door ZonMW erkend onderzoek), geldt een overgangsregeling. De zorgverzekeraar vergoedt de afronding van deze behandeling: als deze volgens de zorgverzekering Basis 2013 werd vergoed, voor de periode dat deze behandeling voorwaardelijk is toegelaten in de zorgverzekering Basis en zolang u bij ons een zorgverzekering Basis heeft. Welke behandelingen zijn voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket? De behandelingen die voorwaardelijk zijn toegelaten tot het basispakket kunt u vinden in deel B van de zorgverzekering Basis, onder artikel 6, lid 3. Daarin is ook aangegeven dat de Minister in de loop van een kalenderjaar nieuwe behandelingen, geneesmiddelen en hulpmiddelen voorwaardelijk kan toelaten. De kosten van de behandelingen vallen onder uw eigen risico.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 2
Dit document bevat de voorwaardelijk toegelaten zorg per 1 januari 2016. Hieronder volgt een toelichting per aandoening waarvoor een behandeling voorwaardelijk is toegelaten. Daarbij vindt u ook de ziekenhuizen die deelnemen aan het onderzoek naar de behandeling.
Chronische clusterhoofdpijn Clusterhoofdpijn is een vrij zeldzame, maar buitengewoon hevige vorm van hoofdpijn die in aanvallen optreedt. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Een clusterhoofdpijnaanval voel je niet aankomen, treedt vaak ‘s nachts op en duurt onbehandeld gemiddeld 60 tot 90 minuten. De pijn is zeer heftig, aan één kant van het hoofd en zit vaak rondom het oog. Tijdens de aanval treden klachten op zoals tranenvloed, verstopte neus, loopneus, zweten van het gezicht en/of een afhangend of gezwollen ooglid. Clusterhoofdpijn kan episodisch of chronisch zijn. Episodisch wil zeggen dat de aanvallen in perioden optreden (de clusterperioden), waarna ze tijdelijk weer verdwijnen. Bij chronische clusterhoofdpijn zijn er geen langere perioden zonder hoofdpijn. De standaardbehandeling De behandeling van chronisch clusterhoofdpijn is gericht op het voorkomen en bekorten van hoofdpijnaanvallen. Dit bestaat uit het vermijden van factoren die de clusterhoofdpijn uitlokken, zoals alcohol, het voorkomen van aanvallen met medicatie en het behandelen van een aanval door het inademen van zuurstof of gebruik van medicijnen tijdens de aanval. Een kleine groep patiënten reageert niet of onvoldoende op de medicatie of heeft van de medicatie teveel bijwerkingen. Voor deze groep is nog geen goede alternatieve behandeling beschikbaar. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Nieuwe inzichten in het werkingsmechanisme van clusterhoofdpijn heeft de laatste jaren geleid tot het experimenteel toepassen van neurostimulatie bij patiënten met chronische clusterhoofdpijn, die niet reageren op medicatie. Deze methoden berusten op het principe dat het geven van elektrische prikkels, die zelf niet pijnlijk zijn, pijn kunnen onderdrukken. De voorwaardelijk toegelaten interventie betreft de behandeling met occipitale neurostimulatie (‘achterhoofdzenuwstimulatie’). Hierbij wordt onderhuids een elektrode geplaatst die wordt verbonden met een onderhuidse neurostimulator. De stimulator geeft signalen af aan zenuwbanen in het achterhoofd waardoor reacties die de clusterhoofdpijn veroorzaken worden doorbroken. In het onderzoek wordt de occipitale zenuwstimulatie toegevoegd aan de standaard (onderhouds)behandeling. De verwachting is vooral dat met de neurostimulatie het aantal hoofdpijnaanvallen zal afnemen. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 januari 2016 tot 1 januari 2020. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn medicamenteus onbehandelbare chronische clusterhoofdpijn. 2. Voorwaarde is deelname aan het door ZonMW gefinancierde hoofdonderzoek (de ICON-studie) of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 3. Niet iedereen kan meedoen aan dit onderzoek. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis Leids Universitair Medisch Centrum Erasmus MC Radboud UMC Atrium MC Canisius Wilhelmina Ziekenhuis* Boerhaave MC*
Stad Leiden Rotterdam Nijmegen Heerlen Nijmegen Amsterdam
* In deze ziekenhuizen worden patiënten in het onderzoek opgenomen, maar de implantatie van de neurostimulator vindt plaats in respectievelijk het Radboud UMC en het Erasmus MC.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 3
Percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) Lumbosacraal radiculair syndroom (in bil en/of been uitstralende pijn) wordt meestal veroorzaakt door een hernia, een uitstulping van de tussenwervelschijf, die drukt op een uittredende zenuwwortel. Als de pijnklachten te hevig zijn of met een conservatief beleid (goede pijnstilling en het uitvoeren van activiteiten naar vermogen) niet verbeteren, kan worden gekozen voor een operatieve ingreep. De standaardbehandeling In Nederland wordt ongeveer drie maanden gewacht met operatief ingrijpen. De standaard operatietechniek is de open microdiscectomie. Daarbij wordt de zenuwwortel vrijgelegd door het verwijderen van de uitstulpende inhoud van de tussenwervelschijf. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Naast de open chirurgie, zijn er ook minder invasieve operatietechnieken in opkomst, waarbij de toegang naar de tussenwervelschijf wordt verkregen via een endoscoop. Zo wordt de open microdiscectomie inmiddels ook endoscopisch uitgevoerd. Groot voordeel daarvan is niet alleen een kleiner litteken, maar ook een sneller herstel van de operatie. Percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) is ook zo’n endoscopische operatietechniek, waarbij de benaderingsweg verschilt. Deze operatietechniek is nu voorwaardelijk toegelaten bij behandeling van een lumbosacraal radiculair syndroom bij een lumbale hernia. Via punctie met een naald wordt de wervel bereikt. Deze naald wordt vervangen door een smalle buis die ruimte biedt voor een endoscoop. Met een chirurgisch instrument wordt dan onder endoscopisch zicht de hernia verwijderd. Om de effectiviteit te onderzoeken wordt de PTED nu in een landelijk onderzoek vergeleken met de open microdiscectomie (standaardbehandeling). Daarbij wordt vooral gekeken of het resultaat van de PTED met betrekking tot de uitstralende pijn niet slechter is dan bij de standaardbehandeling. Bij gelijke resultaten geven de voordelen van vooral het snellere herstel immers de doorslag. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 januari 2016 tot 1 januari 2020. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van een indicatie voor operatief ingrijpen bij een lumbosacraal radiculair syndroom ten gevolge van een lumbale hernia. 2. Voorwaarde is deelname aan het door ZonMW gefinancierde hoofdonderzoek of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 3. De PTED-behandeling is tijdens de periode van voorwaardelijke toelating niet beschikbaar voor alle patiënten met een medische indicatie voor deze zorg. De belangrijkste reden daarvoor is dat er beperkt aantal chirurgen is dat voldoende opgeleid en getraind is in deze techniek. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben een bepalende rol hierin. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis Rijnstate Ziekenhuis Rijnland Ziekenhuis Park Medisch Centrum Sint Franciscus Gasthuis Albert Schweitzer Ziekenhuis St. Elisabeth Ziekenhuis
Stad Arnhem Leiderdorp Rotterdam Rotterdam Dordrecht Tilburg
Autologe vet transplantatie (AFT) bij borstreconstructie na borstkanker Borstkanker is de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen in Nederland. Eén op de acht vrouwen in Nederland krijgt borstkanker. In veel gevallen dient een borstamputatie te worden uitgevoerd. Na zo’n operatie kiezen veel vrouwen voor een borstreconstructie. Deze borstreconstructie heeft als doel de kwaliteit van leven na borstkanker te verbeteren. De standaardbehandeling Huidige borstreconstructietechnieken waarop aanspraak kan worden gemaakt in de zorgverzekering Basis bestaan uit een reconstructie met een (inwendige) borstprothese en een reconstructie met eigen weefsel, ook wel autologe reconstructie genoemd. Bij dit laatste brengt men een groot stuk huid, spier en vetweefsel uit
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 4
bijvoorbeeld buik of rug over naar de borststreek om een nieuwe borst te modelleren. Dit is een intensieve en langdurige ingreep, die alleen mogelijk is als er voldoende huid en onderliggend weefsel op de buik of rug aanwezig is en geen litteken van een eerdere ingreep zoals een keizersnede. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Autologe vet transplantatie (autologous fat transfer, AFT) bij een borstreconstructie is de voorwaardelijk toegelaten behandeling. Dit wordt ook wel lipofilling genoemd. Dit is een chirurgische techniek waarbij lichaamseigen vetcellen worden gebruikt. Het vet wordt vanuit een deel van het eigen lichaam naar de borst gebracht, met als doel de contour van de borst te reconstrueren. Bij een volledige borstreconstructie wordt autologe vettransplantatie toegepast in combinatie met het BRAVA systeem, een externe weefsel-expander. AFT met externe pre-expansie wordt gezien als de ideale borstreconstructietechniek voor vele vrouwen met of na borstkanker die een borstreconstructie willen ondergaan door de unieke combinatie van een minimaal-invasieve ingreep en het gebruik van eigen weefsel. Dit laatste verkleint het risico’s op complicaties zoals allergieën of afstoting. Bij het transplanteren van vetcellen, bestaat er een nauwe balans met het aantal getransplanteerde vetcellen en het weefsel waarin dit moet ingroeien. Nadeel is dan ook dat niet binnen één operatie een volledige borst gecreëerd worden met AFT. Er zijn meerdere sessies nodig, gemiddeld drie operaties. Om de effectiviteit te onderzoeken, zal deze methode in een gerandomiseerd onderzoek worden vergeleken met de borstreconstructie met prothese. Dit onderzoek heet ‘The Breast Trial: the Breast Reconstruction with External pre-expansion and Autologous fat transfer versus Standard Therapy’. Verwachting is een betere kwaliteit van leven, waarbij ook gekeken wordt naar borstvorm, borstvolume, esthetisch resultaat, complicaties, oncologische gebeurtenissen en kosteneffectiviteit. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 oktober 2015 tot 1 april 2020. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van een borstamputatie na mammacarcinoom. 2. Voorwaarde is deelname aan het onderzoek ‘The Breast Trial’. 3. Niet iedereen kan meedoen aan dit onderzoek. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis VUmc Alexander Monro Ziekenhuis Amphia Ziekenhuis Stichting Medisch Centrum Haaglanden, Bronovo-Nebo Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Academisch ziekenhuis Maastricht (AZM)
Stad Amsterdam Bilthoven Breda Den Haag Hengelo Maastricht
Systemische Lupus Erythematosus (SLE) Systemische Lupus Erythematosus (SLE) is een chronische auto-immuunziekte. Bij een auto-immuunziekte produceert het lichaam antistoffen tegen onderdelen van het eigen lichaam. Op deze manier beschermt het afweersysteem het lichaam niet meer, maar valt het juist aan. Door deze antistoffen kunnen er ontstekingen in alle organen van het lichaam ontstaan. Vaak gaat het om de huid, gewrichten, spieren en nieren. Op dit moment is SLE niet te genezen, maar wel medicamenteus te behandelen. De behandeling is erop gericht om complicaties te voorkomen en de ontstekingen in het lichaam, die de klachten veroorzaken, tot rust te brengen. Als de diagnose SLE wordt gesteld, is de ziekte meestal erg actief. Op dat moment is het vaak noodzakelijk hoge doses medicijnen te geven om de ziekte onder controle te krijgen en schade aan de organen te voorkomen. Meestal komt de SLE door de behandeling tot rust. Wel kan de ziekte bij het afbouwen van de medicatie weer opvlammen. Standaardbehandeling SLE kan zich in verschillende organen apart uiten of in meerdere organen tegelijk. Daardoor kunnen patiënten heel verschillende klachten hebben en een heel verschillend beloop. Zowel in Nederland als internationaal bestaan dan ook geen eenduidige richtlijnen voor de standaardbehandeling bij SLE-patiënten. De gebruikelijke behandeling naar keuze omvat als basis antimalaria middelen soms in combinatie met NSAID’s, zoals ibuprofen, en/of corticosteroïden. Voor de meer ernstige vormen van SLE worden hieraan immunosuppressieve middelen
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 5
toegepast zoals azathioprine, mycofenolaatmofetil en in het uiterste geval cyclofosfamide. Bij refractaire ziekte zijn combinatietherapieën aangewezen en is er plaats voor behandeling met rituximab. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Bij een aantal mensen slaat de behandeling niet of onvoldoende aan en blijft de ziekte zeer actief. Ondanks behandeling met hoge doses medicijnen houden zij klachten en ontstaat veel schade aan organen. Voor deze groep volwassen patiënten wordt onderzocht of het geneesmiddel belimumab verbetering kan geven. De voorwaardelijk toegelaten behandeling met belimumab is een toegevoegde behandeling aan een bestaande ‘gebruikelijke behandeling naar keuze’. Behandeling met belimumab zal naar verwachting leiden tot afname van het gebruik van andere medicatie. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van volwassen patiënten met actieve auto-antilichaampositieve systemische lupus erythematosus met een hoge mate van ziekte-activiteit en met een geschiedenis van behandelfalen op de standaardbehandeling. 2. Voorwaarde is de deelname aan het hoofdonderzoek naar de effectiviteit van de behandeling en registratie van de gegevens in het DAiRE-register, of aan aanvullend observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. Beide onderzoeken zijn vermeld in het advies van Zorginstituut Nederland van 29 april 2015. 3. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis AMC VU medisch centrum Ziekenhuisgroep Twente Medisch Spectrum Twente UMC Groningen Martini Ziekenhuis
Stad Amsterdam Amsterdam Almelo Enschede Groningen Groningen
Ziekenhuis LUMC UMCM Radboud UMC Erasmus MC UMC Utrecht
Stad Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam Utrecht
Gemetastaseerd melanoom Een melanoom is een kwaadaardige moedervlek en een agressieve vorm van huidkanker. Soms verschijnt deze moedervlek uit het niets, maar vaker ontstaat een melanoom uit een bestaande moedervlek. Melanoom komt overal op het lichaam of op de slijmvliezen voor. De tumor kan uitzaaien naar de bloedbaan en lymfeklieren. Ook treedt soms een lokale terugkeer van de tumor op. Bij een stadium III melanoom: is de tumor uitgezaaid naar de lymfeklieren, of zijn er groepen tumorcellen gevonden op minder dan 2 cm van de oorspronkelijke tumor of op weg van de tumor naar de lymfeklieren. Stadium III is ingedeeld in stadium IIIA, IIIB en IIIC. Dit is afhankelijk van de plaats, het aantal en de omvang van de uitzaaiingen. Bij een stadium IV melanoom is de tumor uitgezaaid: voorbij de regionale lymfeklieren naar een deel/delen van de huid of andere lymfeklieren, of naar andere organen zoals de lever, longen of de hersenen Standaardbehandeling Wanneer er weinig uitzaaiingen zijn, zal geprobeerd worden deze operatief te verwijderen. Als uitzaaiingen op plaatsen zitten waar zeer lastig of niet geopereerd kan worden of als er al veel uitzaaiingen zijn, is dit geen optie. Op dit moment kunnen patiënten met uitgezaaid melanoom alleen met dure geneesmiddelen worden behandeld die niet voor alle patiënten effectief zijn en/of veel bijwerkingen met zich mee kunnen brengen. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Behandeling met tumor infiltrerende lymfocyten (TILs) is een behandeling waarbij witte bloedcellen uit de tumor van de kankerpatiënt wordt gehaald. Deze worden in het laboratorium gekweekt en dan weer ingebracht bij de
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 6
patiënt. De verwachting is dat deze bloedcellen een immuunrespons teweegbrengen die de groei van nieuwe uitzaaiingen tegengaat. De TIL-behandeling is veelbelovend. Daarom is de behandeling nu voorwaardelijk toegelaten binnen een onderzoekssetting. In het onderzoek wordt de werkzaamheid van de TIL-behandeling vergeleken met het geneesmiddel ipilimumab bij een specifieke groep patiënten met uitgezaaid melanoom. De verwachting is dat met de TILs de kans op het vertragen van de uitzaaiing en daarmee de kans op overleving kan worden vergroot. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van uitgezaaid melanoom irresectabel (niet operatief te verwijderen) stadium IIIc en stadium IV. 2. Voorwaarde is de deelname aan de door ZonMW gefinancierde klinische studie of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 3. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis
Stad Amsterdam
Colorectaal carcinoom Colorectaal carcinoom is een verzamelnaam voor kanker in de dikke darm en endeldarm. Het is de tweede meest voorkomende kankersoort in Nederland. De buikholte is de tweede meest voorkomende plaats van uitzaaiingen of terugkeer van de kanker. Peritonitis carcinomatosa (uitzaaiingen in het buikvlies) treedt op in ca. 9 tot 24% van de patiënten met colorectaal carcinoom en is geassocieerd met een slechte prognose en slechte kwaliteit van leven. HIPEC staat voor hypertherme intraperitoneale chemotherapie. Het is het spoelen van de buikholte met verwarmde cytostatica (chemotherapie) bij patiënten met uitzaaiingen in de buikholte. Deze behandeling wordt in Nederland toegepast in enkele ziekenhuizen in aanvulling op een uitgebreide operatie om die uitzaaiingen te verwijderen. De standaardbehandeling Bij een geselecteerde groep kankerpatiënten met uitzaaiingen in de buikholte bestaat de standaardbehandeling uit een uitgebreide operatie met een HIPEC behandeling. De chirurg verwijdert zichtbare tumoren en aangetaste delen van het buikvlies. Daarna wordt verwarmde chemotherapie rondgepompt in de buikholte (intraperitoneaal) om mogelijk achtergebleven uitzaaiingen aan te pakken. De chemotherapie wordt tijdens de operatie in de buikholte toegediend, hierdoor komt het direct bij de tumorcellen, wat de effectiviteit vergroot. Doordat de chemotherapie lokaal wordt toegediend, kan het in een hogere dosis worden gegeven. Er komt minder chemotherapie in de bloedbaan waardoor andere organen gespaard blijven. Daardoor treden er minder bijwerkingen op van de toegediende chemotherapie. De effectiviteit wordt vergroot doordat de chemotherapie wordt verwarmd (hypertherm). De HIPEC operatie is een zeer zware en langdurige operatie. Daarom wordt deze maar in een beperkt aantal ziekenhuizen uitgevoerd. Voorwaardelijk toegelaten behandeling De voorwaardelijke toegelaten behandeling is de adjuvante HIPEC ter preventie van het ontwikkelen van peritonitis carcinomatosa bij patiënten met een colorectaal carcinoom. Hierbij wordt de HIPEC behandeling toegepast in een eerder stadium bij patiënten die nog geen uitzaaiingen in de buikholte hebben, maar wel een hoog risico daarop. De HIPEC behandeling wordt dan toegevoegd aan de standaard chemotherapie die intraveneus (in de bloedbaan) wordt gegeven. De verwachting is dat daarmee de kans op uitzaaiingen kan worden verkleind en de overlevingskansen worden vergroot. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 april 2015 tot 1 oktober 2019.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 7
Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van operatief verwijderd colorectaal carcinoom en een hoog risico op het ontwikkelen van peritonitis carcinomatosa. 2. Voorwaarde is de deelname aan de door ZonMW gefinancierde klinische studie. 3. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis Academisch Medisch Centrum Antonie van Leeuwenhoek VU medisch centrum Catharina ziekenhuis St Antonius ziekenhuis Radboud UMC UMC Groningen
Stad Amsterdam Amsterdam Amsterdam Eindhoven Nieuwegein Nijmegen Groningen
Acute pancreatitis met geïnfecteerde pancreasnecrose Pancreas is een ander woord voor alvleesklier. De pancreas is een orgaan dat een rol speelt in het spijsverteringsproces en de bloedsuikerregulatie. Acute pancreatitis is een kortdurende of tijdelijk ontsteking van de pancreas. De ziekteverschijnselen kunnen variëren van buikpijn en braken tot pancreasnecrose. Pancreasnecrose is het afsterven (necrose) van een deel van het alvleesklierweefsel. In een ernstige situatie kan in het al afgestorven alvleesklierweefsel opnieuw een infectie (ontsteking) ontstaan, dit wordt dan geïnfecteerde pancreasnecrose genoemd. De standaardbehandeling Met de standaardbehandeling wordt er geprobeerd om het afgestorven ontstoken alvleesklierweefsel (het geïnfecteerde pancreasnecrose gebied) te ontlasten door de ontstane pus weg te zuigen. Dit gebeurt met behulp van een katheter (slangetje) door de buikwand heen. Deze standaardbehandeling wordt de chirurgische step-up benadering genoemd. Voorwaardelijk toegelaten behandeling De voorwaardelijk toegelaten behandeling wordt de transluminale endoscopische step-up benadering genoemd. Ook bij deze behandeling is het doel om het afgestorven ontstoken alvleesklierweefsel te ontlasten door de ontstane pus weg te zuigen. Dit gebeurt met behulp van een katheter (slangetje) dat via de mond, slokdarm en maag op de juiste plek terecht komt. De katheter hoeft nu dus niet door de buikwand heen. Er zijn aanwijzingen dat deze nieuwere behandeling effectiever zou zijn. Daarom is besloten de hierboven beschreven ‘standaardbehandeling’ te vergelijken met de ‘voorwaardelijk toegelaten behandeling’ in de zgn. TENSION studie. De TENSION studie onderzoekt welke behandelstrategie, de endoscopische of chirurgische benadering het best is, met als doel de genezingskans van deze patiënten te verbeteren. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 januari 2014 tot 1 januari 2018. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Voorwaarde is de deelname aan de door ZonMW gefinancierde TENSION-studie of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 2. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 8
Welke ziekenhuizen doen mee aan de TENSION-studie: In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis AMC Amphia ziekenhuis AZM Catharina ziekenhuis CWZ Erasmus MC Gelre ziekenhuis Isala klinieken Jeroen Bosch ziekenhuis LUMC Maasstad ziekenhuis Maxima Medisch Centrum MCL
Stad Amsterdam Breda Maastricht Eindhoven Nijmegen Rotterdam Apeldoorn Zwolle Den Bosch Leiden Rotterdam Veldhoven Leeuwarden
Ziekenhuis Meander MC Medisch Spectrum Twente OLVG Reinier de Graaf Groep St Antonius ziekenhuis St. Elisabeth ziekenhuis UMC St Radboud UMCGroningen UMCUtrecht VUMC Ziekenhuis Gelderse Vallei Ziekenhuis Rijnstate
Stad Amersfoort Enschede Amsterdam Delft Nieuwegein Tilburg Nijmegen Groningen Utrecht Amsterdam Ede Arnhem
Ziekte van Crohn De ziekte van Crohn begint met kleine ontstekingen (zweren) in de wand van het spijsverteringskanaal. De kleine ontstekingen kunnen uitgroeien tot grotere ontstekingen tot diep in de wand van het spijsverteringskanaal. In principe kunnen de ontstekingen zich langs het gehele spijsverteringskanaal bevinden, van mond tot anus. In de meeste gevallen is er sprake van een ontsteking van een dunne-, dikke en/of endeldarm. De ontstekingen zijn plaatselijk en worden omgeven door gezonde delen van het spijsverteringskanaal. Het verdedigingsmechanisme van ons lichaam is het afweersysteem (immuunsysteem). Het afweersysteem kan schadelijke indringers, zoals bijvoorbeeld bacteriën, schimmels, parasieten en virussen herkennen en door middel van een ontsteking verwijderen. Bij de ziekte van Crohn ontstaat er zonder de aanwezigheid van schadelijke indringers toch een ontstekingsreactie. Het afweersysteem gaat aan het werk terwijl dit niet zou moeten. De standaardbehandeling De standaardbehandeling voor de ziekte van Crohn is een behandeling met afweerremmende medicijnen. Met de afweerremmende medicijnen wordt geprobeerd de ontstekingen af te remmen en nieuwe ontstekingen te voorkomen. Met deze medicatie wordt de ziekte van Crohn dus niet genezen, maar worden de klachten en ziekteverschijnselen onderdrukt. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Bij mensen met een therapie refractaire ziekte van Crohn blijven de ontstekingen ontstaan ondanks de behandeling met afweerremmende medicijnen. Zij zijn dus niet meer te behandelen met behulp van medicatie. De voorwaardelijk toegelaten behandeling: een autologe stamceltransplantatie, is bedoeld voor deze groep mensen. Er zijn aanwijzingen dat door een autologe stamceltransplantatie de ziekteverschijnselen (de ontstekingen van de darmwand) langdurig kunnen verminderen. Door onderzoek wil men inzicht verkrijgen in de kosteneffectiviteit en pathofysiologie (functie van het zieke orgaan) van het kennelijke succes van stamceltransplantatie bij Crohn patiënten. Het afweersysteem werkt met bloedcellen. Stamcellen zijn cellen waaruit veel nieuwe bloedcellen kunnen ontstaan. Bij een autologe stamceltransplantatie worden (eigen) stamcellen bij de patiënt weggehaald. Hiervan worden de gezonde en goedwerkende stamcellen buiten het lichaam bewaard. Dan ontvangt de patiënt een behandeling waardoor goede en niet goede bloedcellen in het lichaam worden vernietigd. Na deze behandeling worden de bewaarde gezonde stamcellen weer teruggeplaatst. Hieruit ontstaan nieuwe bloedcellen voor het afweersysteem. Het afweersysteem zou hierna niet meer continue voor nieuwe ontstekingen in de darmwand moeten zorgen. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering: Basis 1 januari 2014 tot 1 januari 2018. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van een therapie refractaire ziekte van Crohn. 2. Voorwaarde is de deelname aan het door ZonMW gefinancierde onderzoek of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 9
3.
Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in.
Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? In andere ziekenhuizen wordt de zorg dus niet vergoed. Ziekenhuis St. Antonius ziekenhuis
Stad Nieuwegein
Therapieresistente hypertensie Hypertensie of verhoogde bloeddruk is een aandoening die gepaard gaat met een sterk verhoogd risico op harten vaatziekten. Geschat wordt dat in de westerse wereld 30 - 40 % van de volwassen bevolking een te hoge bloeddruk heeft. Meestal kan geen specifieke oorzaak worden gevonden: men spreekt dan van essentiële hypertensie. De standaardbehandeling De standaardbehandeling voor essentiële hypertensie is gebaseerd op aanpassing van de leefstijl (zoutgebruik aanpassen, alcoholconsumptie aanpassen, gewichtsreductie) en gebruik van bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Deze behandeling dient levenslang te worden voortgezet. Als de bloeddruk daalt door deze behandeling neemt het risico op hart- en vaatziekten met 50% af. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Bij een aanzienlijk aantal patiënten (naar schatting ongeveer 20-30 %) daalt de bloeddruk ondanks deze standaardbehandeling niet of niet voldoende. Men spreekt dan van therapieresistente hypertensie. Vaak ligt een gebrekkige therapietrouw hieraan ten grondslag. Behandeling en leefstijlaanpassing dienen in principe levenslang te worden volgehouden. Voor de mensen met therapieresistente hypertensie is de voorwaardelijke toegelaten behandeling: percutane renale denervatie, een nieuwe behandelmogelijkheid. Percutane renale denervatie is een eenmalige en relatief eenvoudige ingreep waarbij de sympathische zenuwen van en naar de nier worden uitgeschakeld. De naam denervatie betekent letterlijk “ontzenuwen” hoewel in werkelijkheid de zenuwen alleen beschadigd worden, waardoor de prikkels niet meer doorgegeven worden. Via de slagader in de lies wordt een katheter opgevoerd tot in de nierslagaders. Via deze catheter wordt radiofrequente ablatie uitgevoerd in de wand van de nierslagaders, waar zich de sympathische zenuwen bevinden. Dat betekent dat de elektroden op de punt van de katheter worden verwarmd door middel van radiofrequente stroom. Door de verhitting wordt de zenuw voor langere tijd uitgeschakeld. Door uitschakeling van deze sympathische zenuwen zou de hypertensie beter behandelbaar worden. In een aantal gevallen kan ook de medicatie worden verminderd. Er zijn aanwijzigen dat deze nieuwe behandeling effectiever zou zijn dan aanpassing van de leefstijl alleen. Daarom is besloten de hierboven beschreven ‘standaardbehandeling’ te vergelijken met de ‘voorwaardelijk toegelaten behandeling’ in combinatie met de standaardbehandeling. In de zgn. SYMPATHY studie wordt dit onderzocht bij patiënten met hoge bloeddruk ondanks het feit dat ze drie of meer hoge bloeddruk medicamenten gebruiken. Meer gedetailleerde informatie over het onderzoek is beschikbaar op www.renaledenervatie.nl of www.sympathy.nu. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de Basisverzekering: 1 januari 2013 tot 1 januari 2017. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van therapieresistente hypertensie. 2. Voorwaarde is de deelname aan de door ZonMW gefinancierde Sympathy-studie of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 3. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 10
Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? Ziekenhuis AZM ASZ AMC Amphia Ziekenhuis Anthonius ziekenhuis CWZ Catharina Ziekenhuis IJsselland Ziekenhuis Isala Klinieken Jeroen Bosch Ziekenhuis LUMC Maasstad Ziekenhuis Martini Ziekenhuis Meander MC Medisch Centrum Alkmaar MCHaaglanden MCL OLVG Rijnstate Ziekenhuis Scheper Ziekenhuis TweeSteden Ziekenhuis UMC VUmc Ziekenhuisgroep Twente Zorgsaam
Stad Maastricht Dordrecht Amsterdam Breda Nieuwegein Nijmegen Eindhoven Capelle a/d IJssel Zwolle ’s-Hertogenbosch Leiden Rotterdam Groningen Amersfoort Alkmaar Den Haag Leeuwarden Amsterdam Arnhem Emmen Tilburg Utrecht Amsterdam Almelo Terneuzen
Arts Dr. A. Kroon Dr. O.E. Elgersma Dr. C.T.P. Krediet Dr. M. Meuwissen Dr. H.H. Vincent Dr. M.E.R. Gomes Dr. W.AL. Tonino Dr. J.E. Heeg Drs. J. Polad Dr. J. Rotmans Dr. M van der Ent Dr. R.C. Steggerda Drs. B.J.B. Hamer Dr. H.O. Peels Dr. A.J. Wardeh Dr. M.H. Hemmelder Dr. J.P.R. Herrman Dr. K. Parlevliet Dr. F. van der Kleij Dr. M. Winkens Dr. P.J. Blankestijn Dr. G Laverman
Voor actuele informatie verwijzen we u naar http://www.sympathy.nu/verwijzers/lijst-met-deelnemendeziekenhuizen.
Intra-arteriële behandeling bij herseninfarct Hypertensie of verhoogde bloeddruk is een aandoening die gepaard gaat met een sterk verhoogd risico op harten vaatziekten. Geschat wordt dat in de westerse wereld 30 - 40 % van de volwassen bevolking een te hoge bloeddruk heeft. Meestal kan geen specifieke oorzaak worden gevonden: men spreekt dan van essentiële hypertensie. De standaardbehandeling De standaardbehandeling voor essentiële hypertensie is gebaseerd op aanpassing van de leefstijl (zoutgebruik aanpassen, alcoholconsumptie aanpassen, gewichtsreductie) en gebruik van bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Deze behandeling dient levenslang te worden voortgezet. Als de bloeddruk daalt door deze behandeling neemt het risico op hart- en vaatziekten met 50% af. Voorwaardelijk toegelaten behandeling Bij een aanzienlijk aantal patiënten (naar schatting ongeveer 20-30 %) daalt de bloeddruk ondanks deze standaardbehandeling niet of niet voldoende. Men spreekt dan van therapieresistente hypertensie. Vaak ligt een gebrekkige therapietrouw hieraan ten grondslag. Behandeling en leefstijlaanpassing dienen in principe levenslang te worden volgehouden. Voor de mensen met therapieresistente hypertensie is de voorwaardelijke toegelaten behandeling: percutane renale denervatie, een nieuwe behandelmogelijkheid. Percutane renale denervatie is een eenmalige en relatief eenvoudige ingreep waarbij de sympathische zenuwen van en naar de nier worden uitgeschakeld. De naam denervatie betekent letterlijk “ontzenuwen” hoewel in werkelijkheid de zenuwen alleen beschadigd worden, waardoor de prikkels niet meer doorgegeven worden. Via de slagader in de lies wordt een katheter opgevoerd tot in de nierslagaders. Via deze catheter wordt radiofrequente ablatie uitgevoerd in de wand van de nierslagaders, waar zich de sympathische zenuwen bevinden. Dat betekent dat de elektroden op de punt van de katheter worden verwarmd door middel van radiofrequente stroom. Door de verhitting wordt de zenuw voor langere tijd uitgeschakeld. Door uitschakeling van deze sympathische zenuwen zou de hypertensie beter behandelbaar worden. In een aantal gevallen kan ook de medicatie worden verminderd.
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 11
Er zijn aanwijzingen dat deze nieuwe behandeling effectiever zou zijn dan aanpassing van de leefstijl alleen. Daarom is besloten de hierboven beschreven ‘standaardbehandeling’ te vergelijken met de ‘voorwaardelijk toegelaten behandeling’ in combinatie met de standaardbehandeling. In de zgn. SYMPATHY studie wordt dit onderzocht bij patiënten met hoge bloeddruk ondanks het feit dat ze drie of meer hoge bloeddruk medicamenten gebruiken. Meer gedetailleerde informatie over het onderzoek is beschikbaar op www.renaledenervatie.nl of www.sympathy.nu. Start- en voorlopige einddatum voor vergoeding uit de zorgverzekering Basis: 1 januari 2013 tot 1 januari 2017. Wanneer worden de kosten vergoed? 1. Er moet sprake zijn van therapieresistente hypertensie. 2. Voorwaarde is de deelname aan de door ZonMW gefinancierde Sympathy-studie of aan aanvullend landelijk observationeel onderzoek, terwijl u voldoet aan één van de situaties genoemd op pagina 1 van deze toelichting. 3. Niet iedereen kan meedoen aan deze studie. De medisch specialisten van de deelnemende ziekenhuizen hebben hier een bepalende rol in. Welke ziekenhuizen doen mee aan de studie? Ziekenhuis AMC Atrium MC Catharina ziekenhuis Erasmus MC HAGA Isala klinieken LUMC MC Haaglanden Medisch Spectrum Twente MUMC+ Reinier de Graaf Gasthuis St Antonius ziekenhuis St. Elisabeth ziekenhuis UMCG UMCN UMCUtrecht Ziekenhuis Rijnstate
Stad Amsterdam Heerlen Eindhoven Rotterdam Den Haag Zwolle Leiden Den Haag Enschede Maastricht Delft Nieuwegein Tilburg Groningen Nijmegen Utrecht Arnhem
PI Neurologist Y. Roos T. Schreuder K. Keizer D. Dippel B. de Bruyn P. van den Bergh M. Wermer
PI Interventionist C. Majoie R. Heijboer X. Tielbeek P. Brouwer L. van Dijk B. van Hasselt M. van Walderveen
H. den Hertog R. van Oostenbrugge L. Aerden W. Schonewille P. de Kort P. Vroomen E. van Dijk J. Kappelle J. Hofmeijer
D. Gerrits W. van Zwam R. Dallinga J.A. Vos W.J. van Rooij O. Eshgi J. de Vries R. Lo J. Oostaayen
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2016 versie 2
Pagina 12