Voorstel UHB voor de Gezondheidscommissie – Hoorzitting van 20.03.2013 Wie zijn wij ? De Unio Homoeopathica Belgica is de beroepsvereniging van artsen, tandartsen en dierenartsen die naast hun medische universitaire opleiding een bijkomende postuniversitaire opleiding in de homeopathische geneeskunde gevolgd hebben. Zij passen deze twee geneeswijzen dan ook dagelijks toe: ofwel de ene, ofwel de andere, ofwel de twee samen. Het doel van een consultatie is in de eerste plaats te oordelen of een medicamenteuze behandeling noodzakelijk is en dit geldt zowel voor het voorschrijven van een conventioneel geneesmiddel als wel voor het voorschrijven van een homeopathisch geneesmiddel. Dit voorschrijven is de vrucht van een anamnese en klinisch onderzoek al dan niet aangevuld met bloedanalyse, medische beeldvorming en specialistisch advies. Alle voornoemde handelingen (anamnese, klinisch onderzoek, aanvraag van bloedanalyse/medische beeldvorming en verwijzing voor specialistisch onderzoek) zijn handelingen voorbehouden aan artsen (KB 78 d.d. 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen). In het belang van de veiligheid en het medico-legaal aspect van de patiënt is het essentieel dat de voorschrijver van homeopathische geneesmiddelen een medische universitaire vooropleiding heeft genoten en zich blijft bijscholen in de reguliere geneeskunde volgens de richtlijnen van de overheid zodanig dat de geneeskundige kennis van onze leden up-to-date blijft (vgl. rapport KCE : ,,Wat de homeopathische artsen betreft, bestaat het risico dat hun geneeskundige kennis niet meer up-to-date blijft, als zij alleen permanente bijscholing volgen op het vlak van de homeopathie”.) -
-
-
We merken op dat er zelden één diagnose is. Meestal gaat het over een complex geheel van diagnoses (chronische ziektes). Deze diagnoses moeten bovendien regelmatig bijgesteld worden. Wat met de patiënten die hun conventionele behandeling wensen te combineren met een homeopathische behandeling? De effecten van de conventionele geneesmiddelen inschatten alsook de gevolgen van een eventuele vermindering of stopzetting van de inname van deze geneesmiddelen kan alleen maar gebeuren door een geneesheer. Bij acute opstoten van chronische ziekten zoals er zijn spastische bronchitis of longontsteking bij een asthma - patiënt of een acute opstoot van de ziekte van Crohn, is alleen een geneesheer in staat om te oordelen wat de beste therapeutische houding is.
Wat is homeoapthische geneeskunde ? De homeopathische geneeskunde wordt in België al sinds de 19 de eeuw toegepast, en is anno 2013 in grote mate ingeburgerd in onze samenleving en in de medische praktijk : 18% van de bevolking doet regelmatig beroep op homeopathie. De homeopathische geneeskunde werkt volgens het gelijksoortigheidsprincipe. Dit wil zeggen dat symptomen behandeld worden met een geneesmiddel op basis van een stof die bij een gezonde persoon gelijkaardige symptomen veroorzaakt. Bijvoorbeeld: rauwe ui veroorzaakt tranen en een lopende neus. Een homeopathisch geneesmiddel bereid op basis van ui, Allium cepa, behandelt patiënten met diezelfde klachten zoals bij een acute allergische rhinitis met irriterende waterige neusloop en tranenvloed. Toepassingen in de reguliere geneeskunde van het gelijksoortigheidsprincipe, echter zonder individualisering, zijn : - Vaccinaties - Rilatine - Botox. Homeopathische geneesmiddelen worden bereid door een proces van herhaalde diluties (verdunningen: de eerste verdunning is de moedertinctuur) en dynamisaties (krachtig schudden tussen alle verdunningsstappen). 70% van de verkochte homeopathische geneesmiddelen in België hebben een verdunning onder het getal van Avogadro, hetgeen wil zeggen dat de molecule nog teug te vinden is. Omwille het proces van het dynamiseren gaat het hier bovendien niet over een gewone verdunning; het is dan ook meer dan waarschijnlijk dat de molecules zelfs over de theoretische grens van Avogadro heen nog detecteerbaar zijn. Waarom noodzaak beroepscriteria ? In het belang van de veiligheid van de patiënt. Franstalige afdeling Koninklijke Academie van Geneeswijzen (advies van 5 maart 2009) : om redenen van volksgezondheid moeten vormen van alternatieve geneeskunde zoals homeopathie voorbehouden worden aan artsen : “…il est effectivement important, pour la sécurité des patients que cette pratique soit réservée à des médecins… » (het is daadwerkelijk van belang dat, voor de veiligheid van de patiënten, deze praktijk voorbehouden wordt aan artsen.) Advies KCE juni 2011: ,,Rekening houdend met de zeer brede waaier aan redenen waarom wordt geconsulteerd en de ‘generalistische’ aanpak die homeopaten zich aanmeten, is de kennis van de beoefenaar op het vlak van diagnose en conventionele behandelingen daarom essentieel, en de vereiste competenties zijn moeilijk te onderscheiden van die voor een arts. Het uitoefenen van homeopathie door een homeopaat die ook houder is van een medisch diploma, laat toe het risico op het uitstellen of het missen van een diagnose en het
risico op het onthouden van een nodige conventionele behandeling te beheersen”. Conclusie : ,,gezien de grote verscheidenheid aan consultatieredenen en de "algemene benadering" waarop door homeopaten aanspraak wordt gemaakt, beveelt het KCE aan om de toegang tot deze geneeswijze te beperken tot de artsen die voldoen aan alle wettelijke voorwaarden om de geneeskunde uit te oefenen”. Minister Onkelinx in de Senaat (volgens Artsenkrant 31. 01. 2012) : ,,Ik ben ervan overtuigd dat er een plaats is voor deze praktijken in onze zorgverstrekking en dat het onontbeerlijk is om regels uit te werken die aan de patiënten kwalitatief hoogstaande prestaties garanderen.” Raf Mertens, directeur KCE (de Morgen, 20. 02. 2012) stelt dat het beter is dat er een kader komt want ,,anders gebeuren zulke zaken toch in de illegaliteit en daar heeft de patiënt ook geen baat bij’’. Lieven Annemans, hoogleraar gezondheidseconomie aan de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (RUG) stelt in hetzelfde artikel : ,,Ik ben geen specialist in de alternatieve geneeskunde , maar elke maatregel die aan patiënten een betere garantie geeft op kwaliteit is welkom‘’. Kamer homeopathie. Advies-K3 (18. 09. 2012) betreffende de basisopleiding voor homeopaten: ,,De Kamer homeopathie verstrekt de Paritaire Commissie van advies dat de praktijk van homeopathie exclusief voorbehouden moet zijn aan de artsen, tandartsen en vroedvrouwen, en voor deze twee laatste beroepen uitsluitend in het kader van de toegestane handelingen aan de houders van deze titels.’’ Paritaire commissie (29. 11. 2012) : de paritaire commissie samengesteld uit twee vertegenwoordigers per discipline (acupunctuur, chiropraxie, homeopathie en osteopathie) en acht universiteitsprofessoren, bevestigt unaniem advies K3 van de kamer homeopathie dat ,,de praktijk van homeopathie exclusief voorbehouden moet zijn aan de artsen, tandartsen en vroedvrouwen, en voor deze twee laatste beroepen uitsluitend in het kader van de toegestane handelingen aan de houders van deze titels”. Orde van de Geneesheren, 09 februari 2013 : ,,De Nationale Raad herinnert eraan dat de uitoefening van de gezondheidszorg gebaseerd dient te zijn op een gepaste beoordeling van de toestand van de patiënt zodat een diagnose gesteld kan worden die vervolgens de behandeling zal sturen. Om een diagnose te kunnen stellen moet men kennis hebben van de geneeskunde in haar geheel en een onderbouwde toegang hebben tot bijkomende onderzoeken (biologie, beeldvorming). De Nationale Raad meent dan ook dat het onontbeerlijk is dat de keuze om in de richting van de niet-conventionele praktijken te gaan, ondergeschikt is aan een voorafgaand medisch onderzoek uitgevoerd door een erkend huisarts of specialist. Deze kunnen eventueel aanvullend zijn, maar mogen zeker geen alternatief vormen voor de wetenschappelijke klinische geneeskunde.’’ De syndicaten: BVAS, 07 maart 2013, brief aan Minister Onkelinx : « alleen artsen kunnen, na een voorafgaande diagnose, eventueel niet-conventionele praktijken toepassen, mits dit gebeurt in complementariteit met de klassieke geneeskunde en mits respect van de medische plichtenleer.
KARTEL, 07 maart 2013. Brief van Dr. Marcel BAUVAL, Secretaris van het Kartel, gericht aan de UHB : « Il est évident que quel que soit le cadre dans lequel il exerce, le practicien qui examine un patient et pose un diagnostic doit être autorisé à pratiquer l’art de guérir » (« het is evident dat wat ook het kader is waarbinnen hij praktiseert, de beoefenaar die een patiënt onderzoekt en een diagnose stelt gerechtigd moet zijn om de geneeskunst te beoefenen »).
Wetenschappelijk bewijs In plaats van het woord placebo hadden wij graag gesproken van ,,een geneesmiddel waarvan de werking volgens de huidige stand van de wetenschap nog niet voldoende is aangetoond’’. Want hoe te verklaren dat > homeopathische geneesmiddelen bij baby’s, kinderen en dieren werken ? > homeoapthische artsen als het gaat over voorschrijfvolume van antibiotica, ontstekingswerende middelen, zuurremmende middelen en psychofarmaca, een sterk afwijkend RIZIV-profiel hebben? Dit feit is gebleken uit onze analyse van het RIZIVprofiel van onze leden. Graag hadden wij dit eveneens onderzocht gezien door het RIZIV Eén van de oorzaken voor een eventueel tekort aan bewijsniveau is ongetwijfeld het tekort aan middelen die aan het onderzoek in de homeopathie besteed kunnen worden. De omzet van de homeopathische industrie inclusief de antroposofische industrie is werelwijd 1/450ste van de omzet van de pharmaïndustrie. Volgens de beginselen van de op bewijzen gefundeerde geneeskunde (EBM) zijn er verschillende trappen om de doeltreffendheid van een therapeutische benadering te staven (Oxford University Scale). Om te beginnen, zijn er de ervaringen van de deskundigen in een bepaald vakgebied (gepubliceerde klinische gevallen). Ook in de reguliere geneeskunde wordt het belang van goede ,,case reports’’ meer en meer ingezien (Milos Janicek : ,,Clinical case reporting in EBM’’). In de homeopathische geneeskunde zijn er duizenden goed gerapporteerde ,,case reports’’. Vervolgens is er de observatie van patiëntencohorten die ook nog vragen om bevestiging. Deze observaties moeten nog bevestigd worden door bijkomende cohorten. Voorts zijn er gecontroleerde, gerandomiseerde studies. Op het hoogste niveau bevinden er zich de meta-analyses en de reviews van alle studies. 21.164 patiënten werden opgevolgd in 22 cohortstudies (bewijsniveau 3). Deze 22 cohortstudies besluiten dat de doeltreffendheid van de homeopathie in geval van ontsteking van de luchtwegen, in geval van spier- en botaandoeningen, in geval van angsttoestanden, depressie en slaapstoornissen (dit zijn de meest voorkomende diagnoses in de eerstelijnsgeneeskunde) ten minste gelijk is aan de doeltreffendheid van de conventionele benadering. En dit zonder enig risico voor de patiënten. Dit bewijsniveau is ontegensprekelijk. Als gevolg van deze studies beseffen de verzekeringsmaatschappijen meer en meer dat ze er alle baat bij hebben om hun patiënten naar de homeopathie te oriënteren.
Er zijn meer en meer gecontroleerde gerandomiseeerde studies (placebo) die herhaald werden en waarvan de resultaten bekrachtigd werden, zelfs in de spoedafdeling van ziekenhuizen en op intensieve zorgen. Terugbetaling. Homeopathische geneesmiddelen Het homeopathisch geneesmiddel ondergaat momenteel een proces van registratie in de Registratiecommissie Homeopathische Geneesmiddelen van het FAGG. Het homeopathisch geneesmiddel wordt dus ,,de facto” beschouwd als zijnde een geneesmiddel. De verschillende mutualiteiten bieden via een bijkomende verzekering een terugbetaling aan van de homeopathische geneesmiddelen. Homeopathische consultatie Eén mutualiteit biedt via een bijkomende verzekering voor 5 consultaties per jaar per persoon een extra terugbetaling aan van 10 € per consultatie. Deze terugbetaling gaat uit van de mutualiteiten en staat los van het RIZIV. Hier wordt er dus geen beroep gedaan op gemeenschapsgelden Daarnaast wordt de consultatie van de complementair homeopatisch werkende arts terugbetaald zoals bij een enkel conventioneel werkende arts. Hier wordt dus gebruik gemaakt van gemeenschapsgelden. In deze context moeten wij opmerken dat de homeopathisch geneesheer tijdens één consultatie regelmatig beide geneeswijzen toepast. Bovendien betekent de toepassing van de homeopathische geneeskunde een enorme besparing voor de ziekteverzekering en dus van gemeenschapsgelden : 2% van de ziekenhuisopnamen zijn het gevolg van de inname van reguliere geneesmiddelen (iatrogene werking). Inname van minder conventionele geneesmiddelen betekent zowel een directe als een indirecte besparing (minder ziekenhuisopnamen). grote cohortstudies (8659 patiënten zijn gedurende één jaar opgevolgd geweest) hebben bewezen dat de homeopathische geneeskunde ertoe leidt dat : - het gebruik van antibiotica met 56% afneemt, - het gebruik van ontstekingsremmers met 46% afneemt, - het gebruik van psycofarmaca met 71% afneemt. Dit allemaal met een op zijn minst vergelijkbare doeltreffendheid met de conventionele behandeling, waarbij de patiënt bovendien geen enkel risico loopt voor zijn gezondheid. Dr. Philippe Devos Voorzitter Unio Homoeopathica Belgica.