voorschrift MAGnA GeO Warmtepomp
Voor de gebruiker en installateur Bedienings- en installatiehandleiding
Bewaar dit installatievoorschrift goed in de buurt van het toestel. Bij onderhoud of reparatie kan het belangrijk zijn, dat dit boekje voorhanden is.
www.awb.nl
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 1
16-04-2009 13:54:16
Algemeen................................................................3 Typeplaatje.......................................................................3
5.11 Informatiemenu...................................................20 6
1 1.1 1.2 1.3
Aanwijzingen bij de documentatie...............3 Documenten bewaren...........................................3 Gebruikte symbolen...............................................4 Geldigheid van de gebruiksaanwijzing....................4
2 2.1 2.2
Veiligheidsaanwijzingen................................4 Koudemiddel.........................................................4 Veranderingsverbod...............................................4
3 Aanwijzingen bij installatie en gebruik........5 3.1 Gebruik volgens de voorschriften...........................5 3.2 Eisen aan de standplaats........................................5 3.3 Reiniging en onderhoud.........................................5 3.4 Operationele toestand van de warmtepomp controleren............................................................5 3.4.1 Waterdruk van CV-installatie...................................5 3.4.2 Niveau en vuldruk van Glycolcircuit........................6 3.4.3 Vrijkomend (oppervlakte) condens.........................6 3.5 Tips voor energiebesparing....................................6 3.5.1 Algemene tips voor energiebesparing.....................6 3.5.2 Besparingsmogelijkheden door correcte toepassing van de regeling......................................................7 3.6 Recycling en afvoer................................................7 3.6.1 Toestel...................................................................7 3.6.2 Verpakking.............................................................7 3.6.3 Koudemiddel.........................................................7 4 4.1 4.2 4.3 4.4
Toestel- en functiebeschrijving.....................8 Werkingsprincipe...................................................8 Werkwijze van het koudemiddelcircuit....................9 Automatische extra functies...................................9 Opbouw van de warmtepomp.............................10
5 Gebruik van het apparaat...........................11 5.1 Bedieningspaneel.................................................11 5.2 Beschrijving van het display.................................11 5.3 Weergave van het hoofdscherm...........................11 5.4 Speciale functies..................................................12 5.4.1 Spaarfunctie.........................................................12 5.4.2 Functie Party........................................................12 5.4.3 Functie incidenteel bijverwarmen.........................12 5.4.4 Functie vakantie...................................................13 5.5 Keuze van de bedrijfsmodus verwarming..............13 5.6 Keuze van de bedieningswijze warm water en warmwaterpomp.................................................13 5.7 Instellen verwarming 5.7.1 Instelling verwarmingstemperatuur “comfort min”.14 5.7.2 Instelling verwarmingstemperatuur “comfort min”.14 5.7.3 Instelling warmwatertemperatuur in de boiler.........14 5.8 Instelling van de bijverwarming............................15 5.9 Instellen van tijd en datum...................................15 5.9.1 Instelling van de huidige dag...............................15 5.9.2 Instelling van de tijd.............................................15 5.9.3 Instelling van de datum........................................16 5.10 Weekprogramma.................................................16 5.10.1 Presentatie van het weekprogramma....................16 5.10.2 Verwarmingsprogramma voor de week................16 5.10.3 Bijverwarmen van de boiler..................................17 5.10.4 Programma werking van de warmwaterpomp......18
Diagnose van de storingen..........................19
7 Bescherming tegen vorst.............................21 7.1 Bescherming van het apparaat tegen vorst...........21 7.2 Bescherming van de verwamingsinstallatie tegen vorst....................................................................21 7.3 Bescherming van de boiler tegen vorst.................21 8
Zomerfunctie...............................................21
9
Checklist voor het onderhoud.....................21
10 10.1 10.2 10.3 10.4
Onderhoud/Service.....................................21 Typeplaatje..........................................................22 Opbouw van de warmtepomp.............................23 Afmetingen..........................................................25 Bedrijfsfuncties en functies - Algemeen.................25
11 11.1 11.2 11.3
Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften.... 24 Veiligheidsaanwijzingen.......................................24 Voorschriften, regels en richtlijnen........................24 Koudemiddel.......................................................25
12 Montage en installatie................................26 12.1 Eisen aan de standplaats......................................26 12.2 Montage/Installatie - Overzicht............................26 12.3 Voorbereidende werkzaamheden in de plaatsingsruimte..................................................27 12.4 Eisen aan het CV-circuit........................................27 12.5 Leveringsomvang . ..............................................28 12.5.1 Waterpomp ........................................................28 12.5.2 Accessoires...........................................................29 12.5.3 Aansluitingen.......................................................29 12.6 Toestel uitpakken en levering controleren.............29 12.7 Warmtepomp transporteren.................................29 12.8 Transport van het apparaat..................................30 12.9 Warmtepomp plaatsen.........................................31 12.10 Installatie bij de klant...........................................31 12.11 Hydraulische configuratie direct circuit.................32 12.12 Montage CV-installatie.........................................33 12.13 Montage Glycolcircuit..........................................33 12.14 Montage buitentemperatuurvoeler.......................34 13 CV- en warmtebronsysteem vullen..............34 13.1 CV-circuit vullen...................................................34 13.2 Glycolcircuit vullen...............................................34 14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7 14.8 14.9 14.11 14.12 14.13
Veiligheid- en installatie-aanwijzingen.......36 Veiligheid- en installatie-aanwijzingen..................37 Elektrische aansluiting..........................................37 Principeschema....................................................37 Elektriciteitskast....................................................37 Aansluiting op de elektronica...............................37 Voorschriften voor elektrische installatie...............38 Aansluiting op het net..........................................38 Beschijving van de elektronica..............................38 Aansluiting van externe componenten.................38 Standaardvoeler AV10 aansluiten.........................39 Aansluiting op de elektronica...............................39 Aansluiting op de klemmenstrook........................39
2
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 2
16-04-2009 13:54:16
aanwijzingen bij de documentatie 1
14.14 Aansluiting van de externe componenten............39 14.15 Instelling van de bijverwarming............................40 14.16 Elektrisch schema.................................................41 15 15.1 15.2 15.3
Montage......................................................41 Montage van de zijpanelen..................................42 Montage van de bovenpanelen............................42 Montage van de voorpanelen..............................42
16 In bedrijf stellen..........................................43 16.1 Eerste in bedrijfstelling.........................................43 16.2 Ontluchten van het glycolwatercircuit..................46 16.3 Ontluchten van het verwarmingscircuit................46 16.4 Drogen van betonnen vloer.................................46 17 Instellingen..................................................47 17 Instellingen..........................................................47 17.1 Weergave van de informatie over de installatie.....47 17.2 Instellingen van de installatie...............................48 17.3 Fabrieksinstellingen..............................................54 17.4 Beveiligingen tijdens bedrijf.................................54 18 Storingen.....................................................55 18.1 Tijdelijke storingen...............................................55 18.2 Te corrigeren storingen........................................57
Algemeen voor de gebruiker en installateur De AWB warmtepompen MAGNA GEO Solo worden in deze handleiding algemeen als warmtepomp aangeduid en zijn in de volgende varianten verkrijgbaar: Typeaanduiding
Artikelnummer
Glycol-water-warmtepompen MAGNA GEO 10 T
0010006321
MAGNA GEO 14 T
0010006322
MAGNA GEO 17 T
0010006323
Tabel 1 Typeaanduidingen en artikelnummers
De warmtepompen zijn volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoorschriften gebouwd. De conformiteit met de betreffende normen werd aangetoond.
Dak-kwaliteitskeurmerk
19 Controle van de installatie..........................60 19.1 Algemeen............................................................60 20
Controlelijst voor in bedrijfstelling.............61
21 Informatie voor de gebruiker......................64 21.1 Informatie voor de gebruiker................................64 21.2 Referentie............................................................64 22
Reserveonderdelen......................................67
23
Service.........................................................67
24 Onderhoud..................................................67 24.1 Regelmatig onderhoud........................................67 24.2 Vervangen van elektronica of gebruikersinterface.72 25 25.1 25.2 25.3
Recycling en afvoer.....................................73 Toestel.................................................................73 Verpakking...........................................................73 Koudemiddel.......................................................73
26
Voelerkarakteristieken................................68
27
Veiligheidsregels en aanbevelingen............69
28
Garantie en aansprakelijkheid....................69
29
Technische gegevens...................................70
VDE-keurmerk en GS-keurmerk voor veiligheid en duurzaamheid Met de CE-markering bevestigen wij als toestelfabrikant dat de toestellen van de serie MAGNA GEO voldoen aan de vereisten van de richtlijn over de elektromagnetische compatibiliteit (richtlijn 89/336/EEG van de Raad). De toestellen voldoen aan de fundamentele eisen van de laagspanningsrichtlijn (richtlijn 73/23/EEG van de Raad). Verder voldoen de toestellen aan de vereisten van EN 14511 (warmtepompen met elektrisch aangedreven compressors, verwarmen, vereisten aan toestellen voor de ruimteverwarming en voor het verwarmen van warm water) evenals de EN 378 (veiligheidstechnische en milieurelevante vereisten aan koude-installaties en warmtepompen). Typeplaatje Bij de warmtepomp MAGNA GEO is binnen op de bodemplaat een typeplaatje aangebracht. In hfdst. 10.1, bevinden zich voor de technisch geïnteresseerde klanten een afbeelding van het typeplaatje en een tabel met verklaring van de afgebeelde symbolen op het typeplaatje. 1 Aanwijzingen bij de documentatie De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de volledige documentatie. In combinatie met deze gebruiksaanwijzing zijn nog andere documenten van toepassing.
3
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 3
16-04-2009 13:54:17
2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor schade die ontstaat door het niet naleven van deze handleidingen, kan AWB niet aansprakelijk gesteld worden. Aanvullend geldende documenten voor de gebruiker van de installatie: garantiekaart (Nederland) nr. 0020052754 Aanvullend geldende documenten zijn alle gebruiksaanwijzingen die de bediening van de warmtepomp beschrijven, alsmede andere gebruiksaanwijzingen van alle gebruikte toebehoren. 1.1 Documenten bewaren Bewaar deze gebruiksaanwijzing en alle aanvullend geldende documenten zorgvuldig, zodat ze direct ter beschikking staan. Geef de documenten bij verhuizing of verkoop aan de volgende eigenaar. 1.2 Gebruikte symbolen In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt voor classificatie van gevaren, voor aanwijzingen, handelingen en tips voor energiebesparing.
GEVAAR! Onmiddellijk gevaar voor lijf en leven!
GEVAAR! Gevaar voor verbranding!
Attentie! Mogelijk gevaarlijke situatie voor product en/of milieu!
2 Veiligheidsaanwijzingen Neem bij de bediening van de warmtepomp goed nota van de volgende veiligheidsaanwijzingen en voorschriften: • Laat u door uw installateur uitvoerig instrueren in de bediening van de warmtepomp. • Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. • Verricht alleen werkzaamheden die in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven.
GEVAAR! Gevaar voor verbranding door contact met onderdelen van de warmtepomp! Onderdelen van de warmtepomp kunnen zeer heet worden. Raak niet-geïsoleerde leidingen van de warmtepomp niet aan. Verwijder geen delen van de mantel.
2.1 Koudemiddel Bij levering is de warmtepomp gevuld met het koudemiddel R 407 C. Dit is een chloorvrij koudemiddel dat de ozonlaag van de aarde niet aantast. R 407 C is niet brandgevaarlijk en ook bestaat er geen explosiegevaar. GEVAAR! Gevaar voor letsel door bevriezingen bij contact met koudemiddel R 407 C! Uitstromend koudemiddel kan bij aanraken van het uitstroompunt tot bevriezingen leiden: Bij lekkages in het koudemiddelcircuit gassen en dampen niet inademen. Contact met huid en ogen vermijden. Aanwijzing! Bij normaal gebruik en normale omstandigheden vormt het koudemiddel R 407 C geen gevaar. Bij ondeskundig gebruik kan er echter letsel en schade ontstaan.
2.2 Veranderingsverbod Aanwijzing! Nuttige informatie en aanwijzingen. Dit symbool wijst u op tips voor energiebesparing. Deze instelling kunt u o.a. via de regeling van uw warmtepomprealiseren. • Symbool voor een vereiste handeling 1.3 Geldigheid van de gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing geldt uitsluitend voor warmtepompen waarvan de typeaanduidingen in tabel 1 zijn vermeld.
Gevaar! Gevaar voor letsel door ondeskundige veranderingen! Voer in geen geval zelf ingrepen of veranderingen bij de warmtepomp of andere delen van de CV- of warmwaterinstallatie uit. Het veranderingsverbod geldt voor: - de MAGNA GEO warmtepompen - de omgeving van de MAGNA GEO warmtepompen - de toevoerleidingen voor water en stroom
4
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 4
16-04-2009 13:54:18
Aanwijzingen bij installatie en gebruik 3
Voor veranderingen bij de warmtepomp of in de omgeving ervan moet u een beroep doen op een erkend installateur. • Vernietig of verwijder geen verzegelingen en borgingen van onderdelen. Enkel erkende installateurs en de servicedienst van de fabriek zijn bevoegd om verzegelde en geborgde onderdelen te veranderen. 3 Aanwijzingen bij installatie en gebruik De AWB warmtepompen van het type MAGNA GEO zijn gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoorschriften. Toch kunnen er bij het ondeskundige of oneigenlijke gebruik gevaren voor lijf en leven van de gebruiker of derden resp. beschadigingen aan het toestel en andere voorwerpen ontstaan. Dit toestel is er niet voor bestemd te worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of zonder ervaring en/ of zonder kennis, tenzij deze onder toezicht staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of van deze instructies kregen hoe het toestel moet worden gebruikt. Kinderen moeten onder toezicht staan, om ervoor te zorgen dat zij niet met het toestel spelen. Gevaar! Levensgevaar door niet-gekwalificeerd personeel! De installatie, inspectie en reparatie mogen alleen worden uitgevoerd door een installateur. Met name werkzaamheden aan de elektrische onderdelen en aan het koudemiddelcircuit vereisen een dienovereenkomstige kwalificatie. 3.1 Gebruik volgens de voorschriften De AWB warmtepompen van het type MAGNA GEO zijn ontworpen als warmteopwekkers voor gesloten warmwater CV-installaties. Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit voortvloeit, kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk worden gesteld. Uitsluitend de gebruiker is hiervoor verantwoordelijk. Tot het gebruik volgens de voorschriften hoort ook het in acht nemen/naleven van: - de gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - alle andere aanvullend geldende documenten - de inspectie- en onderhoudsvoorwaarden
Attentie! Elk misbruik is verboden.
• Vraag uw installateur welke geldende nationale bouwvoorschriften in acht genomen moeten worden. De standplaats moet droog en altijd vorstvrij zijn. 3.3 Reiniging en onderhoud Gebruik geen schuur- of reinigingsmiddelen die de mantel kunnen beschadigen.
Aanwijzing! Reinig de mantel van uw warmtepomp met een vochtige doek en een beetje zeep.
3.4 O perationele toestand van de warmtepomp controleren In tegenstelling tot warmteopwekkers op basis van fossiele energiedragers zijn bij de AWB warmtepomp MAGNA GEO geen intensieve onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk.
Aanwijzing! Laat uw systeem regelmatig controleren door een installateur, om een rendabele werking van uw warmtepomp te garanderen.
3.4.1 Waterdruk van CV-installatie Controleer regelmatig de waterdruk van de CV-installatie, deze moet tussen 1 en 2 bar bedragen. Als de waterdruk beneden 0,5 bar daalt, wordt de warmtepomp automatisch uitgeschakeld en verschijnt een storingsmelding.
Attentie! Gevaar voor beschadiging door uitstromend water bij lekkage van het systeem. Sluit bij lekkages in de warmwaterleidingen onmiddellijk de koudwaterstopkraan. Schakel bij lekkages in de CV-installatie de warmtepomp uit, om verder leeglopen te verhinderen. Laat de lekkages verhelpen door een installateur.
Aanwijzing! De koudwaterstopkraan is niet bij de levering van de warmtepomp inbegrepen. Deze wordt apart door de installateur geïnstalleerd. Hij geeft u uitleg over de positie en de bediening van het onderdeel.
3.2 Eisen aan de standplaats De standplaats moet een zodanige afmeting hebben dat de warmtepomp correct kan worden geïnstalleerd en onderhouden. 5
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 5
16-04-2009 13:54:18
3.4.2 Niveau en vuldruk van Glycolcircuit Controleer regelmatig het Glycolniveau resp. de Glycoldruk van het Glycolcircuit. Deze dient tussen 1 en 2 bar te liggen. Als de Glycoldruk beneden 0,2 bar daalt, wordt de warmtepomp automatisch uitgeschakeld en verschijnt een storingsmelding.
Attentie! Gevaar voor beschadiging door uitstromende Glycolvloeistof bij lekkage van het systeem. Schakel bij lekkages in het Glycolcircuit de warmtepomp uit, om verder leeglopen te verhinderen. Laat de lekkages verhelpen door een installateur.
Attentie! Het Glycolcircuit moet gevuld zijn met de juiste hoeveelheid vloeistof, anders kan het systeem beschadigd worden. Als het niveau van de Glycolvloeistof zo ver is gedaald dat dit in het Glycolreservoir niet meer zichtbaar is, moet u Glycolvloeistof bijvullen.
Attentie! Gevaar voor beschadiging Het Glycolcircuit van uw warmtepompsysteem mag alleen worden gevuld door geautoriseerd geschoold personeel. Controleer het niveau van het Glycolcircuit regelmatig en informeer uw installateur, als het niveau in het Glycolreservoir te laag mocht zijn.
3.4.3 Vrijkomend (oppervlakte) condens De verdamper, de Glycolpompen, de buisleidingen in het warmtebroncircuit evenals onderdelen van het Koudemiddelcircuit zijn binnenin de warmtepomp geïsoleerd, zodat er geen condenswater kan ontstaan. Mocht toch eens een beetje condens vrijkomen, dan wordt dit opgevangen door de condensbak. De condensbak bevindt zich aan de binnenkant in het onderste deel van de warmtepomp. Door de warmteontwikkeling binnenin de warmtepomp verdampt het vrijkomende condens in de condensbak. Geringe hoeveelheden vrijkomend condens kunnen onder de warmtepomp worden afgevoerd. Condenswater dat in geringe hoeveelheden ontstaat, is daarom geen storing van de warmtepomp. 3.5 Tips voor energiebesparing Hierna krijgt u belangrijke tips die u helpen bij een energieen kostenbesparend gebruik v an uw warmtepompsysteem. 3.5.1 Algemene tips voor energiebesparing
Afb. 3.4.2 Niveau van het Glycolreservoir
Als het niveau van de Glycolvloeistof in de eerste maand na inbedrijfstelling van het systeem iets daalt, is dat normaal. Het niveau kan ook naargelang temperatuur van de warmtebron variëren. Dit mag echter nooit zo ver dalen dat het in het Glycolreservoir niet meer zichtbaar is.
U kunt door uw algemeen gedrag al energie besparen door: - Correct te ventileren: De ramen of deuren niet op kiepstand zetten, maar 3-4 keer per dag gedurende 15 minuten de ramen wijd openen en tijdens het ventileren de thermostaatkranen of kamerthermostaten laag te zetten. - De radiators niet afdekken, zodat de verwarmde lucht in de kamer kan circuleren. - Een ventilatiesysteem met warmteterugwinning gebruiken. - Een ventilatiesysteem met warmteterugwinning garandeert altijd een optimale luchtwisseling in het gebouw (ramen hoeven daarom voor ventileren niet meer te worden geopend). Eventueel kan het luchtvolume op de afstandsbediening van het ventilatietoestel aan de individuele eisen worden aangepast. - Controleer of ramen en deuren dicht zijn en houd luiken en jaloezieën ‘s nachts gesloten, zodat er zo weinig mogelijk warmte verloren gaat. - Als een kamerthermostaat als toebehoren is geïnstalleerd, blokkeer deze thermostaat dan niet door meubels enz., zodat deze de circulerende lucht in de kamer ongehinderd kan registreren. - Bewuster met water omgaan, bijv. douchen in plaats het nemen van een bad, afdichtingen bij druipende waterkranen onmiddellijk vervangen.
6
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 6
16-04-2009 13:54:18
3.5.2 Besparingsmogelijkheden door correcte toepassing van de regeling Door de correcte toepassing van de regeling van uw warmtepomp kunnen nog meer mogelijkheden voor besparing ontstaan. De regeling van de warmtepomp maakt besparingen mogelijk door: - De juiste keuze van de CV-aanvoertemperatuur: uw warmtepomp regelt de CV-aanvoertemperatuur afhankelijk van de gewenste kamertemperatuur die u heeft ingesteld. Kies daarom een kamertemperatuur die voldoende is voor uw gevoel van behaaglijkheid, bijvoorbeeld 20°C. Iedere graad daarboven betekent een hoger energieverbruik van ongeveer 6% per jaar. - Voor vloerverwarmingen moeten stooklijnen < 0,4 worden gebruikt. Radiatorverwarmingen moeten zodanig zijn ontworpen, dat deze het bij de laagste buitentemperatuur redden met een maximale aanvoertemperatuur van 50°C; dit komt overeen met stooklijnen < 0,7. - Een geschikte instelling van de warmwatertemperatuur: Het warme water slechts zover opwarmen als voor gebruik noodzakelijk is. Elke verdere opwarming leidt tot onnodig energieverbruik; warmwatertemperaturen van meer dan 60°C veroorzaken bovendien in versterkte mate kalkaanslag. - Instelling van individueel aangepaste verwarmingstijden. - Gelijkmatig verwarmen: Door een praktisch ingesteld verwarmingsprogramma bereikt u, dat alle kamers in uw woning gelijkmatig en overeenkomstig hun gebruik worden verwarmd. - Thermostaatkranen gebruiken: Met behulp van thermostaatkranen in combinatie met een kamerthermostaat (of weersafhankelijke thermostaat) kunt u de kamertemperatuur aanpassen aan uw individuele behoeftes en bent u zeker van een efficiënt gebruik van uw CV-installatie. - De werktijden van de circulatiepomp moeten optimaal worden aangepast aan de daadwerkelijke behoefte. - Vraag uw installateur. Hij stelt uw CV-installatie volgens uw persoonlijke behoeftes in.
3.6 Recycling en afvoer Zowel uw warmtepomp als alle toebehoren en de bijbehorende transportverpakkingen bestaan voor verreweg het grootste deel uit recyclebaar materiaal en horen niet in het huishoudelijke afval thuis.
Aanwijzing! Neem de geldende nationale wettelijke voorschriften in acht. Zorg ervoor dat het oude toestel en eventuele toebehoren op een verantwoorde manier afgevoerd worden.
Attentie! Gevaar voor het milieu door ondeskundige afvoer! Laat het koudemiddel alleen door gekwalificeerd geschoold personeel afvoeren.
3.6.1 Toestel Als uw warmtepomp met dit symbool is gekenmerkt, dan mag deze na afloop van de gebruiksduur niet met het huisvuil worden meegegeven. Zorg er in dit geval voor dat uw AWB toestel alsmede de evt. aanwezige toebehoren na afloop van de gebruiksduur correct worden afgevoerd. Aangezien deze warmtepomp niet valt onder de wet inzake het op de markt brengen, terugnemen en milieuvriendelijk afvoeren van elektrische en elektronische apparaten (WEEE-richtlijn), is een gratis afvoer bij een gemeentelijk verzamelpunt niet voorzien. 3.6.2 Verpakking Het afvoeren van de transportverpakking kunt u het beste overlaten aan de installateur die het toestel geïnstalleerd heeft. 3.6.3 Koudemiddel De AWB warmtepomp is gevuld met het koudemiddel R 407 C.
7
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 7
16-04-2009 13:54:19
4 Toestel- en functiebeschrijving
GEVAAR! Gevaar voor letsel door bevriezingen bij contact met koudemiddel R 407 C! Lekkend koudemiddel kan bij het aanraken van het uitstroompunt bevriezingen tot gevolg hebben. Bij lekkages in het koudemiddelcircuit gassen en dampen niet inademen. Contact met huid en ogen vermijden. Het koudemiddel uitsluitend door gekwalificeerde installateurs laten afvoeren.
Het systeem bestaat uit gescheiden circuits die middels warmtewisselaars met elkaar gekoppeld zijn. Deze circuits zijn: - Het warmtebroncircuit, waarmee de energie van de warmtebron naar het koudemiddelcircuit wordt getransporteerd. - Het koudemiddelcircuit, waarmee door verdampen, verdichten, condenseren en expanderen warmte wordt afgegeven aan het CV-watercircuit. - Het CV-watercircuit, waarmee de CV en de warmwaterbereiding in de warmwaterboiler worden gevoed.
koud water
Aanwijzing! Bij normaal gebruik en normale omstandigheden vormt het koudemiddel R 407 C geen gevaar. Bij ondeskundig gebruik kan er echter letsel en schade ontstaan.
warm water warmtesysteem
warmwaterboiler
extra verwarming
4.1 Werkingsprincipe Warmtepompsystemen bestaan uit gescheiden circuits waarin vloeistoffen of gassen de warmte van de warmtebron naar het CV-systeem transporteren. Aangezien deze circuits met verschillende media (Glycolwater/water, koudemiddel en CV-water) werken, zijn deze via warmtewisselaars met elkaar gekoppeld. In deze warmtewisselaars gaat warmte van een medium met hoge temperatuur over naar een medium met lagere temperatuur. De AWB warmtepomp MAGNA GEO wordt met de warmtebron aardwarmte gevoed.
omschakelventiel
cv-watercircuit
cv-pomp
3 condensor expansieventiel compressor verdamper 4
2
koudemiddelcircuit
1
brijnpomp
warmtebroncircuit warmtebron
Afb. 4.2
Werkwijze van de warmtepomp
Afb. 4.1 Gebruik van de warmtebron aardwarmte
8
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 8
16-04-2009 13:54:20
4.2 Werkwijze van het koudemiddelcircuit Via de verdamper (1) is het koudemiddelcircuit aan de aardwarmtebron gekoppeld en neemt de warmte-ener-gie ervan op. Daarbij verandert de aggregatietoestand van het koudemiddel, het verdampt. Via de condensor (3) is het koudemiddelcircuit met het CV-systeem verbonden, waaraan het de warmte weer afgeeft. Daarbij wordt het koudemiddel weer vloeibaar, het condenseert. Aangezien warmte-energie alleen van een element met hogere temperatuur kan overgaan naar een element met lagere temperatuur, moet het koudemiddel in de verdamper een lagere temperatuur hebben dan de aardwarmtebron. Daarentegen moet de temperatuur van het koudemiddel in de condensor hoger zijn dan die van het CV-water, om de warmte daar te kunnen afgeven. Deze verschillende temperaturen worden in het koelmiddelcircuit via een compressor (2) en een expansieklep (4) opgewekt, die zich tussen de verdamper (1) en de condensor bevinden. Het dampvormige koudemiddel stroomt van de verdamper (1) komend in de compressor en wordt door deze verdicht (gecomprimeerd). Daarbij stijgen de druk en de temperatuur van de koudemiddel-damp sterk. Na dit proces stroomt het door de condensor, waarin het zijn warmte door condensatie afgeeft aan het CV-water. Als vloeistof stroomt het naar de expansieklep, daarin ontspant het sterk en verliest daarbij extreem aan druk en temperatuur. Deze temperatuur is nu lager dan die van het Glycolwater resp. het water dat door de verdamper (1) stroomt. Het koudemiddel kan daardoor in de verdamper (1) nieuwe warmte opnemen, waarbij het weer verdampt en naar de compressor stroomt. Het proces begint weer van voor af aan. Indien nodig kan via de geïntegreerde thermostaat de elektrische hulpverwarming evt. worden ingeschakeld. Om vrijkomend condens binnenin het toestel te verhinderen, zijn de leidingen van het warmtebroncircuit en van het koudemiddelcircuit geïsoleerd. Indien er toch condens optreedt, wordt het in een condensbak (zie afb. 4.2) verzameld en onder het toestel geleid. Druppelvorming onder het toestel is dus mogelijk.
4.3 Automatische extra functies Vorstbeveiliging De thermostaat is uitgerust met een vorstbeveiligingsfunctie. Deze functie waarborgt in alle bedrijfsfuncties de vorstbeveiliging van de CV-installatie. Daalt de buitentemperatuur beneden een waarde van 3 °C, dan wordt automatisch voor elk CV-circuit de ingestelde verlagingstemperatuur ingesteld. Boilervorstbeveiliging Deze functie start automatisch, als de werkelijke boilertemperatuur beneden 10 °C daalt. De boiler wordt dan naar 15 °C opgewarmd. Deze functie is ook actief in de bedrijfsfuncties “Uit” en “Auto”, onafhankelijk van tijdprogramma’s. Controle van de externe Sensoren Door de door u bij de eerste inbedrijfstelling opgegeven hydraulische basisschakeling zijn de noodzakelijke sensors vastgelegd. De warmtepomp controleert voortdurend automatisch of alle Sensoren geïnstalleerd zijn en functioneren. Beveiliging CV-watergebrek Een analoge druksensor bewaakt een mogelijk watergebrek en schakelt de warmtepomp uit, wanneer de waterdruk beneden 0,5 bar manometerdruk ligt, en weer in, wanneer de waterdruk boven 0,7 bar manometerdruk ligt. Pompblokkeer- en klepblokkeerbeveiliging Om te voorkomen dat een CV-, circulatie-, Glycolpomp of de omschakelklep warmwater vast gaat zitten, worden elke dag de pompen en de klep die 24 uur lang niet in werking waren, achtereenvolgens gedurende ca. 20 sec. ingeschakeld. Beveiliging Glycolwatergebrek Een analoge druksensor bewaakt een mogelijk Glycolgebrek en schakelt de warmtepomp uit, wanneer de Glycoldruk eenmalig beneden 0,2 bar manometerdruk daalt en in het storingsgeheugen wordt de fout 91 weergegeven. Vloerbeveiligingsschakeling bij alle hydraulische systemen zonder bufferboiler. Als de in het vloerverwarmingscircuit gemeten CVaanvoertemperatuur continu gedurende meer dan 15 minuten een waarde (F.H.PR.) overschrijdt, schakelt de warmtepomp met de storingsmelding 72 uit. Als de CVaanvoertemperatuur weer beneden deze waarde gedaald is en de storing gereset werd, schakelt de warmtepomp weer in.
Attentie! Gevaar voor beschadiging van de vloer! Stel de waarde voor de vloerbeveiligingsschakeling slechts zo hoog in dat verwarmde vloeren niet worden beschadigd door te hoge temperaturen.
9
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 9
16-04-2009 13:54:21
Fasebewaking De volgorde en de aanwezigheid van de fasen (rechtsdraaiend veld) van de 400 V voedingsspanning worden bij de eerste inbedrijfstelling en tijdens werking continu gecontroleerd. Als de volgorde niet correct is of een fase uitvalt, dan vindt een uitschakeling door storing van de warmtepomp plaats, om een beschadiging van de compressor te vermijden. Antibevriezingsfunctie De uitgangstemperatuur van de warmtebron wordt voortdurend gemeten. Daalt de uitgangstemperatuur van de warmtebron beneden een bepaalde waarde, dan schakelt de compressor met de storingsmelding 20 of 21 tijdelijk uit. Treden deze storingen drie keer achter elkaar op, dan vindt een uitschakeling door storing plaats. Voor de MAGNA GEO warmtepompen kunt u de waarde (fabrieksinstelling -10 °C) voor de bevriezingsbeveiliging in de installatieassistent instellen.
4.4 Opbouw van de warmtepomp In de MAGNA GEO warmtepomp is een solo waterpomp. De warmtepomp is in de hieronder vermelde types leverbaar. De warmtepomptypes onderscheiden zich vooral qua vermogen. Typeaanduiding
Verwarmingsvermogen (kW)
Glycolwater-warmtepompen
(SO/W35)
0010006321
10,4
0010006322
13,8
0010006323
17,3
Tabel 4.1 Typeoverzicht
675
920
675
920
±8
6548 ±
600
654 600 Afb. 4.2 Vooraanzicht
75 260 75 15
260
75 75
15
698 698
Afb. 4.3 Achteraanzicht
10
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 10
16-04-2009 13:54:21
5 Gebruik van het apparaat
5.1 Bedieningspaneel
1
6
7
2
5 3
4
Legenda 1 Display 2 Menutoets 3 Programmeer-/informatietoets 4 t toets
5 s toets 6 Indicator voor de werking van het apparaat 7 Storingsindicator
5.2 Beschrijving van het display
5.3 Weergave van het hoofdscherm
1
8
1
7
2
7
2
6
3
6
3
5
4
5
4
Legenda 1 Speciale functies 2 Instellingsmogelijkheden bedrijfsmodus 3 Gedeelte voor multifunctionele weergave 1 4 Dagen van de week 5 Gebied voor multifunctionele weergave 2 6 Actuele werking 7 Informatiemenu 8 Installeermenu
Legenda 1 Gekozen bedrijfsmodus 2 Omgevingstemperatuur in het vertrek waar de omgevingsthermostaat geïnstalleerd is (*) 3 Actuele dag van de week 4 Actuele tijd 5 Symbool voor aanwezigheid externe voeler 6 Buitentemperatuur 7 Actueel bedrijf (*) Weergave alleen mogelijk als een omgevingsthermostaat geïnstalleerd is
11
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 11
16-04-2009 13:54:22
5.4 Speciale functies Er kan slechts één speciale functie tegelijkertijd aangezet worden. 5.4.1 Spaarfunctie Door inschakeling van deze functie is het mogelijk uw woning maximaal 24 uur te verwarmen op de temperatuur Comfort Min • Druk op de [menu] toets totdat het volgende scherm verschijnt om deze functie in te schakelen. • Gebruik de s en t toets om het tijdstip te kiezen dat deze functie moet stoppen. De functie zuinig bedrijf wordt na 10 seconden ingeschakeld.
Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt weergegeven. Het uitschakelen van de functie gebeurt automatisch na het geprogrammeerde tijdstip. • Om de functie handmatig uit te schakelen moet u éénmaal op de [menu] toets drukken. Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt niet meer weergegeven. 5.4.3 Functie Incidenteel bijverwarmen
Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt weergegeven. Het uitschakelen van de functie gebeurt automatisch na het geprogrammeerde tijdstip. • Om de functie handmatig uit te schakelen moet u éénmaal op de [menu] toets drukken.
Opmerking De functie Incidenteel bijverwarmen is alleen beschikbaar als een boiler geïnstalleerd is. Door de functie Incidenteel bijverwarmen in te schakelen wordt het water in de boiler bijverwarmd tot de ingestelde temperatuurwaarde.
Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt niet meer weergegeven. 5.4.2 Functie Party Door inschakeling van deze functie is het mogelijk uw woning maximaal 24 uur te verwarmen op de temperatuur Comfort Max • Druk op de [menu] toets totdat het volgende scherm verschijnt om deze functie in te schakelen. • Gebruik de s en t toets om het tijdstip te kiezen dat deze functie moet stoppen. De functie Party wordt na 10 seconden ingeschakeld.
• Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om deze functie in te schakelen. De functie Incidenteel bijverwarmen wordt na 10 seconden ingeschakeld. Het hoofdscherm verschijnt opnieuw. Het symbool verschijnt als de ingestelde temperatuur hoger is dan de temperatuur van de boiler.
12
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 12
16-04-2009 13:54:23
Is de ingestelde temperatuur eenmaal bereikt, dan wordt de functie Incidenteel bijverwarmen automatisch uitgeschakeld. • Druk eenmaal op de [menu] toets om de functie handmatig uit te schakelen.
5.5 Keuze van de bedrijfsmodus verwarming • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de bedrijfsmodus te veranderen.
Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt niet meer weergegeven. 5.4.4 Functie vakantie Wanneer deze functie ingeschakeld wordt, worden de bedrijfsmodi verwarming en warm water van het apparaat tijdens uw afwezigheid op [OFF] gezet. De vorstbescherming van het apparaat wordt ingeschakeld. • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om deze functie in te schakelen. De instelling van de duur van de vakantie [00] knippert gedurende ongeveer 10 seconden.
1
Legenda 1 HEA.M = bedrijfsmodus verwarming • Gebruik de s en t toets om de bedrijfsmodus van uw verwarmingsinstallatie te kiezen. Het symbool van de gekozen bedrijfsmodus knippert. Automatisch: al naargelang de tijdsindeling vanhet verwarmingsprogramma schakelt het apparaat tussen de bedrijfsmodi Comfort Max en Comfort Min. Eco: al naargelang de tijdsindeling van het verwarmingsprogramma schakelt het apparaat tussen de bedrijfsmodi Comfort Max en [OFF].
1
Comfort Max: de verwarming loopt volgens de ingestelde omgevingstemperatuur Comfort Max. Comfort Min: de verwarming loopt volgens de ingestelde omgevingstemperatuur Comfort Min.
Legenda 1 ON = functie ingeschakeld • Druk op de s en t toets om de duur van uw afwezigheid te selecteren in het aantal dagen (0 tot 99). De functie Vakantie wordt na 10 seconden ingeschakeld. Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt weergegeven. De functie wordt daarna ingeschakeld voor het geprogrammeerde aantal dagen (de dan lopende dag inbegrepen). Als de geprogrammeerde vakantieduur eenmaal bereikt is, wordt de functie Vakantie uitgeschakeld. • Druk éénmaal op de [menu] toets om de functie handmatig uit te schakelen.
Stop: de verwarming wordt stilgezet. De functie van vorstbescherming wordt ingeschakeld. De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt. 5.6 K euze van de bedieningswijze warm water en warmwaterpomp • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de bedrijfsmodus warmwater en warmwaterpomp te wijzigen.
Het hoofdscherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt niet meer weergegeven.
1
13
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 13
16-04-2009 13:54:25
Legenda 1 DCM = bedrijfsmodus voor warm water en warmwaterpomp • Gebruik de s en t toets om de bedrijfsmodus voor uw warmwater installatie te kiezen. Het symbool van de gekozen bedrijfsmodus knippert. Automatisch: al naargelang de tijdsindeling van het bijverwarmingsprogramma van de boiler schakelt het apparaat tussen de bedrijfsmodi ingestelde warmwatertemperatuur en [OFF].
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt. 5.7.2 Instelling van de verwarmingstemperatuur “Comfort Min” • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de “Comfort Min” omgevingstemperatuur in te stellen.
Ingestelde warmwatertemperatuur: het warme water wordt verwarmd volgens de voor het warme water ingestelde temperatuur. Stop: het apparaat produceert geen warm water meer, de warmwaterfunctie is uitgeschakeld.
1
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt. 5.7 Instellen verwarming 5.7.1 Instelling van de verwarmingstemperatuur “Comfort Max”
Legenda 1 SAVE = de ingestelde “Comfort Min” omgevingstemperatuur • Gebruik de s en t toets om de “Comfort Min” omgevingstemperatuur in te stellen. De ingestelde temperatuur knippert.
• Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de “Comfort Max” omgevingstemperatuur in te stellen. Temperatuurinstelling (°C)
1
min.
5
aanbevolen
15
max.
30
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt.
Legenda 1 COMF = de ingestelde “Comfort Max” omgevingstemperatuur • Gebruik de s en t toets om de “Comfort Max” omgevingstemperatuur in te stellen. De ingestelde temperatuur knippert.
5.7.3 Instelling van de warmwatertemperatuur in de boiler • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de warmwatertemperatuur in te stellen.
Temperatuurinstelling (°C) min.
5
aanbevolen
20
max.
30
1
14
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 14
16-04-2009 13:54:26
Legenda 1 DHW = temperatuur van het warme water in de boiler • Gebruik de s en t toets om de warmwatertemperatuur in te stellen. De ingestelde temperatuur knippert.
5.9 Instelling van tijd en datum 5.9.1 Instelling van de huidige dag • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de huidige dag in te stellen.
Temperatuurinstelling (°C) min.
50
aanbevolen
53
max.
65
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt. 5.8 Instelling van de bijverwarming • Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de bedrijfsmodus van de bijverwarming te wijzigen.
• Gebruik de s en t toets om de huidige dag in te stellen. De geselecteerde dag knippert. 1 2 3 4
= = = =
maandag dinsdag woensdag donderdag
5 = vrijdag 6 = zaterdag 7 = zondag
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt.
1 5.9.2 Instelling van de tijd
Legenda 1 BH = bijverwarming • Gebruik de s en t toets om de bedrijfsmodus van de bijverwarming te wijzigen. Modus
Automatisch
Beschrijving De bijverwarming wordt automatisch ingeschakeld via de instelling van de warmtepomp
Alleen bij verwarming
De warmtepomp werkt alleen samen verwarming met de bijverwarming. Deze instelling is alleen interessant als het glycolwatercircuit nog niet geïnstalleerd is of als het koudecircuit buiten werking is.
• Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de huidige tijd in te stellen. • Gebruik de s en t toets om het lopende uur in te stellen. • Druk op de [menu] toets. • Gebruik de s en t toets om de minuten in te stellen. De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 10 seconden: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt.
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt.
15
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 15
16-04-2009 13:54:27
5.9.3 Instelling van de datum
5 Eindtijdstip van het tijdsindeling 6 Tijdgebied 7 Programmakeuze U kunt per programma tot 3 tijdsindelingen kiezen. Voorbeelden van combinaties: • [1]: de hele dag • [1]: ’s morgens en [2]: ’s avonds • [1]: ’s morgens, [2]: ’s middags en [3]: ’s avonds
Opmerking De tijden van de 3 programma’s mogen elkaar niet overlappen.
• Druk op de [menu] toets tot het volgende schermverschijnt om de huidige datum in te stellen. • Gebruik de s en t toets om de huidige datum in te stellen: dag/maand/jaar. Tijdsindeling
De instelling wordt bevestigd: • automatisch na 1 minuut: het hoofdscherm verschijnt. • of na een druk op de [menu] toets: de volgende instelling verschijnt.
[1]
[2] [3]
5.10 Weekprogramma
Weekdag/ groep van dagen
Begintijdstip
Eindtijdstip
5 6 7
06:00
22:00
1 2 3 4 5 6 7
07:30
23:30
1 2 3 4 5 6 7
07:30 -
22:00 -
1
2
3
4
-
Fabrieksinstellingen van de tijdsindeling:
Opmerking Als u naar de dagprogrammering wilt overgaan, neem dan contact op met uw installateur
5.10.2 Verwarmingsprogramma voor de week
Opmerking Het verwarmingsprogramma voor de week is alleen actief in de bedrijfsmodus Automatisch en Eco.
5.10.1 Presentatie van het weekprogramma U kunt de 3 volgende programma’s van parameters voorzien: weekverwarming
5
bijverwarming van de boiler
• V oorbeeld van een verwarmingsprogramma voor de week in de bedrijfsmodus Automatische:
1
status van de warmwaterpomp
4 2
1
3
2
7
3
6
4
5
Legenda 1 Geprogrammeerde modus 2 Cursor (geeft de te wijzigen waarde aan) 3 Dag of groep van dagen 4 Begintijdstip van de tijdsindeling
Legenda A Begintijdstip van de tijdsindeling B Eindtijdstip van het tijdsindeling 1 Temperatuur ingesteld in bedrijfsmodus Comfort Min en Comfort Max Comfort Min 2 Functioneren in bedrijfsmodus 3 Uren van de dag 4 Tijdsindeling Comfort Max 5 Functioneren in bedrijfsmodus Comfort Max • Voorbeeld van een verwarmingsprogramma voor de week in de Eco-modus:
16
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 16
16-04-2009 13:54:28
5.10.3 Bijverwarmingsprogramma van de boiler 5 1 4 2 3
Legenda A Begintijdstip van de tijdsindeling B Eindtijdstip van het tijdsindeling 1 Temperatuur ingesteld in bedrijfsmodus Comfort Max 2 Functioneren in bedrijfsmodus [OFF] 3 Uren van de dag 4 Tijdsindeling Comfort Max 5 Functioneren in bedrijfsmodus Comfort Max
• Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de bijverwarming van de boiler te programmeren. • Druk op de s toets om het symbool te selecteren. Het symbool knippert. U kunt de functie “bijverwarming van de boiler” programmeren. • Druk op de toets: het nummer tijdsindeling “[1]” knippert. • Kies de tijdsindeling die u wil programmeren met behulp van de s en t toets. • Druk op de toets en kies in onderstaande tabel met behulp van de s en t toets de dag van de week of de groep dagen die u wenst voor de gekozen tijdsindeling. Hele week
• Druk op de [menu] toets tot het volgende scherm verschijnt om de verwarming te programmeren. • Druk op de toets: het nummer van tijdsindeling “[1]” knippert. • Kies de tijdsindeling die u wil programmeren met behulp van de s en t toets. • Druk op de toets en kies in onderstaande tabel met behulp van de s en t toets de dag van de week of de groep dagen die u wenst voor de gekozen tijdsindeling. Hele week Van maandag t/m vrijdag Weekend Voor elke dag van de week
,, ,,
,, ,,
etc... ,, etc... etc... ,, etc...
• Druk op de toets en kies met behulp van de s en t toets het begintijdstip en dan het eindtijdstip van de tijdsindeling. • Druk nogmaals op de toets om de volgende tijdsindeling(en) te programmeren. • Begin opnieuw met de voorafgaande programmeer stappen. • Druk ongeveer 5 seconden op de toets om hetprogrammeermenu te verlaten. Het hoofdscherm verschijnt..
Van maandag t/m vrijdag Weekend Voor elke dag van de week
,, ,,
,, ,,
etc... ,, etc... etc... ,, etc...
• Druk op de toets en kies met behulp van de s en t toets het begintijdstip en dan het eindtijdstip van de tijdsindeling. • Druk nogmaals op de toets om de volgende tijdindeling(en) te programmeren. • Begin opnieuw met de voorafgaande programmeer-stappen. • Druk ongeveer 5 seconden op de toets om het programmeermenu te verlaten. Het hoofdscherm verschijnt. 5.10.4 P rogramma Werking van de warmwaterpomp Door de werking van de warmwaterpomp krijgt u praktisch onmiddellijk warm water ook op de tappunten die verder van het vat verwijderd liggen. Opmerking Voor een zuinige werking wordt geadviseerd om de warmwaterpomp alleen te programmeren op de normale tijden waarop warm water afgetapt wordt. 17
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 17
16-04-2009 13:54:29
• Om de werking van de warmwaterpomp te programmeren moet u op de [menu] toets drukken tot het volgende scherm verschijnt.
5.11 Informatiemenu Met dit menu is het mogelijk om de diverse instellingen van het apparaat weer te geven. • Vanaf het hoofdscherm drukt u net zo vaak op de toets als nodig is om de volgende informatie weer te geven. Het symbool verschijnt. Scherm Omschrijving Geeft een foutcode aan als er een fout zit in het systeem.
• Druk op de s toets om het
symbool te selecteren.
symbool knippert. U kunt de functie “Werking van Het de warmwaterpomp”programmeren. • Druk op de toets: het nummer van tijdsindeling “[1]” knippert. • Kies met behulp van de s en t toets de tijdsindeling die u wil programmeren. • Druk op de toets en kies in onderstaande tabel met behulp van de s en t toets de dag of groep dagen die u wenst voor de gekozen tijdsindeling wil hebben.
Geeft de energiebesparing aan die behaald is tijdens de uren die het apparaat gewerkt heeft.
Geeft de gekozen bedrijfsmodus aan voor de verwarming.
Hele week Van maandag t/m vrijdag
Aanwijzing! Het volgende menu verschijnt alleen als de boiler is geïnstalleerd
Weekend Voor elke dag van de week
,, ,,
,, ,,
etc... ,, etc... etc... ,, etc...
• Druk op de toets en kies met behulp van de s en t toets het begin- en eindtijdstip van de tijdsindeling. • Druk nogmaals op de toets om de volgende tijdindeling(en) te programmeren. • Begin opnieuw met de voorafgaande programmeerstappen. • Druk ongeveer 5 seconden op de toets om het programmamenu te verlaten. Het hoofdscherm wordt afgebeeld.
Geeft de gekozen bedrijfsmodus aan voor de warmwaterproductie en voor het warmwatercircuit.
Geeft de waarde aan van de ingestelde “Comfort Max”-temperatuur.
Geeft de waarde aan van de ingestelde “Comfort Min”-temperatuur.
18
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 18
16-04-2009 13:54:31
diagnose van de storingen 6
6 Diagnose van de storingen Aanwijzing! Het volgende menu verschijnt alleen als de boiler is geïnstalleerd
Geeft de waarde aan van de ingestelde temperatuur van de boiler.
Geeft de ingestelde starttemperatuur van de verwarming aan zoals door het apparaat is berekend.
Geeft de gemiddelde buitentemperatuur van de laatste 24 uur aan.
Geeft de bedrijfsmodus van de bijverwarming aan.
1
Legenda 1 Gebied voor multifunctionele weergave In geval van een storing geeft het apparaat foutmeldingen door in het gebied voor multifunctionele weergave (1) van het display.
Pas op! Probeer nooit zelf over te gaan op het onderhoud of op reparaties van uw apparaat en stel dit pas opnieuw in bedrijf als de storing door een erkende installateur verholpen is.
Geeft de dag en het tijdstip aan.
Aanwijzing! Het volgende menu verschijnt alleen als datuminstellingen is vrijgegeven door de installateur. (DATE = 1) Geeft de datum aan.
Geeft om beurten de softwareversie van de elektronica en de gebruikersinterface aan.
19
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 19
16-04-2009 13:54:32
Storing
Oorzaak
Oplossing
De installatie werkt niet meer of het display staat uit
Geen spanning aanwezig
Controleer de positie van de hoofdschakelaar van uw woning. Controleer de positie van de beschermingsschakelaar van de voedingskabel van het apparaat in de algemene schakelkast van uw woning. Zet de hoofdschakelaar opnieuw aan. Neem contact op met een erkend vakman als het probleem blijft bestaan.
ERR CH-P : De druk in het verwarmingscircuit is lager dan 0.5 bar
Te weinig water in het verwarmingscircuit
Het apparaat valt uit zodra de druk in het verwarmingscircuit lager is dan 0.5 bar. Het apparaat start weer automatisch zodra de druk in het verwarmingscircuit hoger is dan 0.7 bar. Vul het verwarmingscircuit bij of neem contact op met uw installateur.
ERR 36
Druk in de glycolwaterHet apparaat werkt als normaal. Als de druk weer circuit is lager dan 0.6 bar boven 0.6 bar komt verdwijnt deze boodschap. Als de boodschap blijft staan neem dan contact op met uw installateur.
ERR 91
Druk in de glycolwaterHet apparaat schakelt zichzelf uit. Als de druk daalt tot circuit is lager dan 0.2 bar onder 0.2 bar neem dan contact op met uw installateur.
Overige storingen
-
Neem contact op met uw installateur.
20
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 20
16-04-2009 13:54:32
bescherming tegen vorst 7
7.1 Bescherming van het apparaat tegen vorst Dit apparaat is uitgerust met een beschermingsfunctie tegen vorst. Het beschermingssysteem tegen vorst stuurt het moment dat het apparaat gaat werken zodra de buitentemperatuur onder de 3°C zakt. Zodra de buitentemperatuur weer 4°C bereikt, wordt het apparaat weer uitgeschakeld. Bij risico op vorst: • Zorg dat de elektrische voeding van het apparaat werkt. • Gebruik de functie ”Vakantie” van het apparaat, als u enkele dagen afwezig bent. Geef daarbij de duur van uw afwezigheid aan (zie hoofdstuk 5.4.4, blz. 13 “Functie vakantie”) voor een absentie met een bepaalde duur. • Zet de bedrijfsmodus verwarming en warm water op “OFF” voor een afwezigheid met onbepaalde duur. 7.2 Bescherming van de verwarmingsinstallatie tegen vorst De bescherming van de installatie tegen vorst kan niet alleen door het apparaat gegarandeerd worden. Het is noodzakelijk dat u in het bezit bent van een omgevingsthermostaat die de temperatuur van de installatie controleert. • Bij lange afwezigheid dient u contact op te nemen met uw installateur. 7.3 Bescherming van de boiler tegen vorst Deze functie wordt automatisch actief zodra de in de boiler gemeten temperatuur lager wordt dan 10°C. Het vat wordt dan verwarmd tot 15°C.
9 Checklist voor het onderhoud Onderhoudswerkzaamheden op het hydraulisch circuit
Onderhoudsinterval
Controle van de druk in het verwarmingscircuit en het collectorcircuit. Zie hoofdstuk 29. blz. 70 “Technische gegevens”. Controle van de temperatuur van het verwarmingscircuit en het collectorcircuit. Zie hoofdstuk 29. blz. 70 “Technische gegevens”.
Continu
Continu
10 Onderhoud/Service Als het schoon en goed afgesteld is, verbruikt uw apparaat minder en gaat het langer mee. Regelmatig onderhoud van het apparaat door een erkend vakman is onontbeerlijk voor het goed functioneren van de installatie. Hierdoor kan de levensduur van het apparaat verlengd worden en het energieverbruik verminderd worden. We adviseren u om een onderhoudscontract af te sluiten met uw installateur. Realiseer u dat onvoldoende onderhoud de veiligheid van het apparaat in gevaar kan brengen en schade toe kan brengen aan materiaal en lichaam. • Kijk op de internetsite www.awb.nl of neem contact met ons op via nummer 0492 469 500 om de lijst met installateurs van door AWB erkende Technische bedrijven van uw postcode gebied in te zien. Deze installateurs volgen regelmatig trainingen voor het oplossen van problemen met onze producten.
8 Zomerfunctie Automatisch uitschakelen van het verwarmingsfunctie is gebaseerd op de gemiddeld gemeten buitentemperatuur gemeten over 24 uur. • Verwarmingsfunctie stopt als de gemiddelde buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde kamertemperatuur met een negatieve afwijking (COMF - HYST). Fabrieksinstelling van de negatieve afwijking is 3K.
GEVAAR! Elk misbruik is verboden.
De toestellen moeten worden geïnstalleerd door een erkend installateur, die verantwoordelijk is voor de naleving van de bestaande voorschriften, regels en richtlijnen.
De pompen stoppen met werken en het radiator symbool in het hoofdmenu verdwijnt. De verwarmingsfunctie start weer als de gemiddelde temperatuur zakt tot onder de genoemde limiet
21
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 21
16-04-2009 13:54:33
Verklaring van symbolen voor het typeplaatje.
10.1 Typeplaatje Bij de warmtepomp MAGNA GEO is binnen op de bodemplaat een typeplaatje aangebracht. Een typeaan-duiding bevindt zich bovenaan op het grijze frame van de kolom.
Ontwerpspanning compressor Ontwerpspanning pompen + thermostaat Ontwerpspanning extra verwarming Ontwerpvermogen max.
Serial-No. 21054500100028300006000001N4
MAGNA GEO 10 T
Ontwerpvermogen compressor, pompen en thermostaat
IP 20
Ontwerpvermogen extra verwarming 3/N/PE 400V 50Hz
1/N/PE 230V 50Hz
I I
Aanloopstroom zonder aanloopstroombegrenzer Aanloopstroom incl. aanloopstroombegrenzer
16 A
Inhoud proceswaterreservoir
3/N/PE 400V 50Hz
Toegelaten ontwerpoverdruk Koudemiddeltype
9,1 kW
Inhoud Toegelaten ontwerpoverdruk
3,1 kW
6 kW
I
I
46 A
cop
B0/W35
Vermogenswaarde bij Glycoltemperatuur 0°C en CV-aanvoertemperatuur 35°C
cop
B5/W55
Vermogenswaarde bij Glycoltemperatuur 5°C en CV-aanvoertemperatuur 55°C
<16 A
16 A
B0/W35 B5/W55 R407 C 1,9 kg 2,9 (29) MPa
Verwarmingsvermogen thermisch bij Glycoltemperatuur 0°C en CV-aanvoertemperatuur 35°C Verwarmingsvermogen thermisch bij Glycoltemperatuur 5°C en CV-aanvoertemperatuur 55°C CE-symbool
VDE-/GS-keurmerk
cop
B0/W35
4,4
cop
B5/W55
3,2
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding lezen!
B0/W35 B5/W55
10,4 kW 11 kW
Beschermklasse voor vocht Na afloop van de gebruiksduur zorgen voor een correcte afvoer (geen huisvuil) Serienummer
Afb. 10.1 Voorbeeld voor een typeplaatje Tabel 10.1.2 Verklaring van symbolen
22
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 22
16-04-2009 13:54:33
10.2 Opbouw van de warmtepomp
10.4 Bedrijfsfuncties en functies - Algemeen
Wamtepomp typen onderscheiden zich vooral qua vermogen. Typeaanduiding
Verwarmingsvermogen (kW)
Glycolwater-warmtepompen
(SO/W35)
0010006321
10,4
0010006322
13,8
0010006323
17,3
10.3 Afmetingen
Voor het CV-circuit heeft u de beschikking over vijf bedrijfsfuncties, waarmee u de warmtepomp tijd- en temperatuurgeregeld kunt gebruiken (zie Hoofdstuk 5.5 “speciale functies”). Voor de geïntegreerde warmwaterboiler staan drie extra bedrijfsfuncties ter beschikking. Bij de inbedrijfstelling deelt u de warmtepomp mee, welke van de (in hoofdstuk 12.13) vermelde aansluitconfiguraties overeenkomt met uw installatie door het nummer van het betreffende hydraulische schema in de thermostaat in te voeren. Daardoor worden alle gebruiksparameters op vooringestelde waarden gezet, zodat de warmtepomp optimaal kan werken. U kunt echter achteraf de bedrijfsfuncties en functies individueel instellen en aanpassen. In hoofdstuk 5 vindt u alle informatie over bedrijfsfuncties, extra en speciale functies. De warmtepomp is uitgerust met talrijke automatische extra functies, om een storingvrije werking te waarborgen (zie ook hoofdstuk 18)
675
920
675
920
±8
6548 ±
600
654 600 Afb. 10.3.1 Vooraanzicht
75 260 75 15
260
75 75
15
698 698
–V orstbeveiliging Verhindert bevriezing van de CV-installatie – Boilervorstbeveiliging Verhindert bevriezing van de aansloten boiler – Controle van de externe Sensoren Controle van de aangesloten Sensoren bij de eerste in bedrijfstelling aan de hand van de ingevoerde hydraulische basisschakeling – Beveiliging CV-watergebrek Uitschakelen bij te weinig CV-water en weer inschakelen bij voldoende waterdruk – Pompblokkeerbescherming Vastzitten van pompen in het systeem verhinderen – Beveiliging Glycolwatergebrek Uitschakelen bij te lage Glycoldruk en weer inschakelen bij voldoende Glycoldruk – Vloerbeveiligingsschakeling Oververhittingsbeveiliging van de vloer (belangrijk voor b.v. houten vloeren) – Fasebewaking Uitschakelen van de compressor bij foutieve 400 V spanningsvoorziening – Beveiligingsfunctie tegen bevriezing Uitschakelen van de compressor als de temperatuur van de warmtebron beneden een bepaalde waarde komt. Bovendien heeft u de beschikking over andere instelbare extra functies (zie ook hfdst.5.4 “Speciale functies”): – Tijdprogramma’s Instellen van de verwarmingstijden per CV-circuit – Vakantie programmeren Programmeren van twee vakantieperiodes met vermelding van datum en verlagingstemperatuur – Partyfunctie Voortzetten van verwarmings- en warmwatertijden na het volgende uitschakelpunt – Spaarfunctie Verlagen van de gewenste aanvoertemperatuur gedurende een instelbare periode
Afb. 10.3.2 Achteraanzicht
23
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 23
16-04-2009 13:54:34
11 Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften
–A fwerklaagdroging Afwerklaag droogstoken – Legionellabeveiliging Kiemen in de boiler en in de buisleidingen doden – Regeling met vaste waarde Vaste aanvoertemperatuur instellen – Verwarmingsfunctie zwembad Voor het verwarmen zwembad
11.1 Veiligheidsaanwijzingen De warmtepomp moet worden gemonteerd door een erkend installateur die verantwoordelijk is voor het naleven van de bestaande normen en voorschriften. Voor schade die ontstaat door het niet naleven van deze gebruiksaanwijzing, kan AWB niet aansprakelijk gesteld worden. De warmtepomp weegt in gevulde toestand ca. 200-220 kg. Let hierop bij transport en plaatsing. Neem voor de montage met name goed nota van hfdst. 12.1 “Eisen aan de standplaats”.
GEVAAR! Bovendien kunnen hoge temperaturen optreden. Het toestel mag alleen door de AWB servicedienst van de fabriek of door een gekwalificeerd installateur worden geopend en onderhouden. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde koeltechnicus.
GEVAAR! Gevaar voor elektrocutie! Schakel vóór elektrotechnische installatiewerkzaamheden altijd alle stroomtoevoeren uit. Zorg ervoor dat deze zijn beveiligd tegen abusievelijk opnieuw inschakelen.
Attentie! Gevaar voor beschadiging! Verrijk het CV-water niet met anti-vries of anti-roestmiddelen, omdat daardoor afdichtingen en andere onderdelen kunnen worden beschadigd en er zo waterlekkages kunnen optreden.
Onthard het CV-water bij waterhardheden vanaf 3,0 mmol/l.
24
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 24
16-04-2009 13:54:34
11.2 Voorschriften, regels en richtlijnen Voorschriften, regels, richtlijnen (Nederland) Bij de opstelling, installatie en het gebruik van de warmtepomp en de warmwaterboiler dienen in het bijzonder de volgende plaatselijke voorschriften, bepalingen, regels en richtlijnen - voor de elektrische aansluiting - van de exploitanten van het elektriciteitsnet - van de watervoorzieningsmaatschappijen - voor het gebruik van aardwarmte - voor het integreren van warmtebron- en cv-installaties - voor de energiebesparing - voor de hygiëne in acht te worden genomen. 11.3 Koudemiddel Bij levering is de warmtepomp gevuld met het koelmiddel R 407 C. Dit is een chloorvrij koudemiddel dat de ozonlaag van de aarde niet aantast. R 407 C is niet brandgevaarlijk en ook bestaat er geen explosiegevaar. Toch mogen onderhoudswerk en ingrepen in het koelmiddelcircuit uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur met dienovereenkomstige veiligheidsuitrusting.
GEVAAR! Koudemiddel R 407 C! Bij lekkages in het koudemiddelcircuit gassen en dampen niet inademen. Gevaar voor de gezondheid! Contact met huid en ogen vermijden. Uitstromend koudemiddel kan bij aanraken van het uitstroompunt tot bevriezingen leiden! Bij normaal gebruik en normale omstandigheden vormt het koudemiddel R 407 C geen gevaar. Bij ondeskundig gebruik kan er echter schade ontstaan.
Attentie! Dit toestel bevat het koudemiddel R 407 C. Het koudemiddel mag niet in de atmosfeer komen. R 407 C is een in het Protocol van Kyoto opgenomen gefluoreerd broeikasgas met GWP 1653 (GWP = Global Warming Potential). Het in het toestel aanwezige koudemiddel moet vóór afvoer van het toestel in zijn geheel worden afgetapt in een hiervoor geschikte container, om het daarna volgens de voorschriften te recyclen of af te voeren. De desbetreffende werkzaamheden in samenhang met het koudemiddel mogen alleen worden verricht door officieel gecertificeerd geschoold personeel. Koudemiddel (hoeveelheid zie typeplaatje) mag alleen via onderhoudskranen worden afgetapt of bijgevuld. Als er een ander toegelaten koudemiddel ter vervanging van het door AWB aanbevolen R 407 C wordt gebruikt, worden alle garanties ongeldig.
25
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 25
16-04-2009 13:54:34
12 Montage en installatie
12.1 Eisen aan de standplaats - Kies een droge ruimte die permanent vorstvrij is. Als hier niet aan kan worden voldaan geef dan de gebruiker aan dat hij de omstandigheden aan moet passen aan de gewenste situatie. Omgevingstemperatuur van de installatieruimte Min.
7ºC
Max.
35ºC
- De bodem moet vlak zijn en voldoende draagvermogen hebben om het gewicht van de warmtepomp te kunnen dragen. - De leidingen (zowel aan warmtebron-, warmwater- als CV-zijde) moeten doelmatig kunnen worden gelegd. - Houd er bij de keuze van de standplaats rekening mee dat de warmtepomp tijdens werking trillingen kan overbrengen op de vloer of op in de nabijheid liggende wanden. - Volgens DIN EN 378 deel 1 wordt voor warmtepompen de grootte van de minimale plaatsingsruimte (Vmin als volgt berekend: Vmin = G/c G = koudemiddelinhoud in kg c = praktische grenswaarde in kg/m3 (voor R 407 C geldt c = 0,31 kg/m3) Daaruit blijkt de volgende minimale plaatsingsruimte:
300 300
300
600
300
Afb. 12.1.2 M inimumafstanden voor plaatsing van de
Warmtepomptype
Koudemiddelinhoud Minimale [kg] plaatsingsruimte [m3]
0010006321
2,05
6,6
0010006322
2,9
9,4
0010006323
3,05
9,8
warmtepomp
Tabel 12.1 Minimale plaatsingsruimte
26
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 26
16-04-2009 13:54:35
12.2 Montage/installatie - Overzicht - Verpakkingsmateriaal verwijderen. - Transportbeveiligingen verwijderen. - Warmtepomp naar plaatsingsruimte transporteren. - Warmtepomp op geplande montageplaats zetten en uitlijnen. - Buizenwerk bij de klant uitvoeren. - Elektrische installatie uitvoeren. - CV-circuit vullen. - Warmtebroncircuit vullen. - Bedieningsconsole monteren. - Eerste inbedrijfstelling uitvoeren. - Controlelijst inbedrijfstelling invullen. - Systeem aan gebruiker overdragen en hem instrueren.
koud water warm water warmtesysteem
warmwaterboiler
extra verwarming
omschakelventiel
cv-watercircuit
cv-pomp
3 condensor expansieventiel compressor verdamper 4
2
koudemiddelcircuit
1
brijnpomp
warmtebroncircuit warmtebron
Werkwijze van de warmtepomp Afb. 12.3 Werkwijze van de warmtepomp
1 3 2
1 3
Het systeem bestaat uit gescheiden circuits die middels warmtewisselaars met elkaar gekoppeld zijn. Deze circuits zijn: - Het warmtebroncircuit, waarmee de energie van de warmtebron naar het koudemiddelcircuit wordt getransporteerd. - Het koudemiddelcircuit, waarmee door verdampen, verdichten, condenseren en expanderen warmte wordt afgegeven aan het CV-watercircuit. - Het CV-watercircuit, waarmee de CV en de warmwaterbereiding in de warmwaterboiler worden gevoed.
Afb. 12.2 Voorbereidende werkzaamheden in de plaatsingsruimte
12.4 Eisen aan het CV-circuit 12.3 V oorbereidende werkzaamheden in de plaatsingsruimte • Zorg ervoor dat de ondergrond voldoende draagvermogen heeft (zie vorige pagina). • Boor met inachtneming van de toestel- en aansluitingsafmetingen ten minste twee kerngaten (1). • Voor elke warmtebronbuis is een eigen kerngat nodig. • Als het gevaar van binnendringen van grondwater bestaat, moeten speciale buisdoorvoeren worden gebruikt (informatie van de fabrikant in acht nemen). • Houd rekening met de afstanden van de kernbuizen voor de verdere installatie. • Breng de warmtebronleidingen (2) van buitenaf in de plaatsingsruimte binnen. • Leg de warmtebronbuizen (2) centrisch in de kerngaten (1), om een warmte-isolatie aan alle kanten mogelijk te maken. • Dicht de ringspleet (1) zoals getoond af met een daarvoor geschikt bouwschuim (b.v. putschuim) (3). • Isoleer de warmtebronleidingen in de kelderruimtes diffusiedicht, aangezien anders oppervlaktecondens vrijkomt (mogelijke buistemperatuur tot -15 °C).
De warmtepomp is alleen geschikt voor aansluiting op een gesloten CV-installatie. Om een storingsvrije werking te garanderen, moet de CV-installatie door een erkende installateur in overeenstemming met de betreffende voorschriften worden aangelegd. Een warmtepomp is aan te raden voor lagetemperatuursystemen. Daarom moet het systeem zijn ontworpen op lage aanvoertemperaturen (idealiter ca. 30 - 35°C). Bovendien moet gewaarborgd zijn dat wachttijden van de netexploitant worden overbrugd. Voor de installatie van het CV-systeem vereist de EN 12828 het volgende: - Een vulklep, om het CV-systeem met water te kunnen vullen of water te kunnen aftappen - Een membraanexpansievat in de retourleiding van het CV-circuit - Een veiligheidsoverdrukventiel (openingsdruk 3 bar) met manometer (veiligheidsgroep) in de aanvoerleiding van het CV-circuit, direct achter het toestel - Een lucht-/vuilafscheider in de retourleiding van het CV-circuit.
27
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 27
16-04-2009 13:54:35
Ter voorkoming van energieverliezen alsmede ter bescherming tegen bevriezing moeten alle aansluitleidingen zijn voorzien van een warmte-isolatie. De leidingen moeten vrij van vervuiling zijn, evt. leidingen voor het vullen grondig doorspoelen. Bij hydraulische installaties die overwegend uitgerust zijn met thermostatisch of elektrisch geregelde kranen, moet een permanente, voldoende doorstroming van de warmtepomp gewaarborgd worden. Onafhankelijk van de keus van het CV-systeem moet de nominale volumestroom van CV-water gewaarborgd zijn.
12.5 Leveringsomvang De warmtepomp wordt geleverd op een pallet met verschillende dozen. • Controleer goed of de inhoud van de dozen niet beschadigd is. 12.5.1 Waterpomp
1
2
3
Legenda: 1 Warmtepomp 2 Gebrukers installatie handleiding garantiekaart 3 Accessoires doos 4 Mantel doos
28
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 28
16-04-2009 13:54:36
12.5.2 Accessoires
3
12.6 Toestel uitpakken en levering controleren
2
1
6
7
4
5
Legenda: 1 Expansievat waterglycol circuit 2 Overstort waterglycol circuit 3 Plug 4 Plug + schroef klem expansievat 5 Klem expansievat 6 Buitenvoeler 7 Temperatuurvoeler
(x1) (x1) (x1) (x1) (x1) (x1) (x4)
12.5.3 Aansluitingen
Afb. 12.6 Transportbeveiliging verwijderen
• Verwijder voorzichtig verpakking en vulling, zonder daarbij toesteldelen te beschadigen. • Maak de transportbeveiligingen (hoekijzers) los waarmee de warmtepomp op de pallet is vastgezet. De hoekijzers zijn niet meer nodig. 12.7 Warmtepomp transporteren
1
2
Legenda: 1 Aansluitbochten + wartels 2 Pakkingen 3 Isolatiemat water glycolcircuit
3 (x4) (x4) (x1)
De warmtepomp kan als volgt worden getransporteerd: - Als complete eenheid - Gedemonteerd, in twee delen (warmtepomp en warm-waterboiler)
29
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 29
16-04-2009 13:54:37
12.8 Transport van het apparaat
Wij adviseren om de warmtepomp te transporteren met behulp van een geschikte steekwagen.
Als complete eenheid kan de warmtepomp worden gedragen of per steekkar worden getransporteerd. < 45°
Afb. 12.8.2 Transport van de complete installatie (steekwagen) Afb. 12.8.1 Transport van de complete installatie (dragen)
Attentie! Gevaar voor beschadiging! Onafhankelijk van de wijze van transport mag de warmtepomp nooit meer dan 45° gekanteld worden. Anders kunnen er tijdens latere werking storingen in het koudemiddelcircuit optreden, wat in het ergste geval leidt tot een defect van het gehele systeem.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! De complete eenheid (warmtepomp) weegt max. 180 kg. Til deze met meerdere personen, om letsel te vermijden.
Attentie! Gevaar voor beschadiging! Zoek in de technische gegevens de gewichten van uw warmtepomp op en let erop dat het door u gekozen transportmiddel voor dit gewicht geschikt is. Let bij het transport met een steekwagen op het volgende: • Zet de steekwagen alleen aan de achterste zijde van de warmtepomp aan, omdat dan de gewichtsverdeling het gunstigste is. • Zet de warmtepomp vast met een sjorband. • Gebruik een helling, om met de steekwagen van de pallet te rijden, b.v. een kanthout en een stabiele plank.
30
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 30
16-04-2009 13:54:38
12.9 Warmtepomp plaatsen Aanwijzing! Lucht in de CV-installatie leidt tot een functiebelemmering en vermindert het verwarmingsvermogen. Breng eventueel ontluchtingskleppen aan.
6
1¼
”
1¼
”
1 2
3
4
5
Afb. 12.9 Stelvoeten instellen
• Let bij het plaatsen van de warmtepomp op de minimumafstanden tot de wand (zie afb. 12.1.2). • Lijn de warmtepomp horizontaal uit door de stelvoetjes in te stellen. 12.10 Installatie bij de klant • De buisinstallatie moet conform de maat- en aansluittekeningen op blz. 27 plaatsvinden. • De installatie dient door een installateur te worden uitgevoerd. • Bij de installatie dienen de geldende voorschriften in acht te worden genomen.
Attentie! Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van het toestel zorgvuldig door! Daarmee verwijdert u resten zoals lasdruppels, walshuid, hennep, kit, roest, grove vervuiling e.d. uit de buisleidingen. Anders kunnen deze stoffen in het toestel terechtkomen en storingen veroorzaken.
Attentie! Om lekkages te vermijden, let u erop dat bij de aansluitleidingen geen mechanische spanningen ontstaan!
Afb. 12.10 Aansluitbochten monteren
Legenda 1 Aanvoer cv 2 Retour cv 3 Bron in glycolater circuit 4 Bron uit glycolwatercircuit 5 Isolatiemat bronleidingen 6 Stoppen
Attentie! Om lekkages te vermijden, moet u erop letten dat bij de aansluitbochten de passende afdichtingen worden gebruikt! Als de afdichtingen met metalen draagring in het warmtebroncircuit niet worden gebruikt, kunnen er lekkages ontstaan! • Verwijder de blinde stoppen (6) uit de toestelaansluitingen. Deze zijn niet meer nodig en kunnen worden afgevoerd. • Monteer de twee aansluitbochten (1 en 2) met de in het toebehoren aanwezige afdichtingen met metalen draagring. • Monteer de twee aansluitbochten (3 en 4) met de in het toebehoren aanwezige geel/groene vlakke afdichtingen. • Voor warmte-isolatie van de aansluitplaat is in de bijverpakking een hiervoor bestemde isolatiemat aanwezig. Breng deze isolatiemat (5) op de beide rechter schroefverbindingen aan.
31
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 31
16-04-2009 13:54:39
12.11 Hydraulische configuratie direct circuit
Dit installatievoorbeeld laat ons een warmtepomp zien die direct is aangesloten op het verwarmingscircuit. Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende vakkrachten.
Aanwijzing! Pas het hydraulische schema aan in het bedieningspaneel (HYDR = 1) (zie blz. 43) 5
1
4
2
11 3
6
7 A
10
8
9
Legenda A Aanvoertemperatuursensor 1 Voeler voor de buitentemperatuur 2 Expansievat + veiligheidsklep 3 Warmtepomp 4 Expansievat + veiligheidsklep CV 5 Schakelkast 6 Retourleiding CV 7 Aanvoerleiding CV 8 “Bron in” leiding 9 “Bron uit” leiding 10 Vloerverwarming 11 Kamerthermostaat
32
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 32
16-04-2009 13:54:40
12.12 Montage CV-installatie 42a
Attentie! Gevaar voor beschadiging! Om eventuele overdruk te kunnen compenseren, moet de warmtepomp worden aangesloten op een expansievat en een veiligheidsklep, ten minste DN 20 voor max. 3 bar openingsdruk (niet bij de levering inbegrepen).
GEVAAR! Verbrandingsgevaar! De afblaasleiding van de veiligheidsklep moet ter grootte van de uitlaatopening van de veiligheidsklep in een vorstvrije omgeving worden geïnstalleerd. Deze moet altijd open blijven. Deze moet zodanig worden ingebouwd dat bij het afblazen niemand in gevaar wordt gebracht door heet water of stoom. • Monteer de CV-aanvoer- en -retourleiding met alle onderdelen. • Isoleer alle leidingen. 12.13 Montage Glycolcircuit • Monteer de warmtebronleidingen met alle bijbehorende componenten.
57
65
1
Afb. 12.13.2 Glycolreservoir monteren
Aanwijzing! Het Glycolreservoir heeft een volume van ca. 6 liter en is derhalve voldoende voor Glycolcircuits tot max. 1900 liter.
Attentie! Materiële schade door lekkend Glycolwater! De schroefverbindingen op het Glycolreservoir moeten met hennep worden afgedicht. Door het afdichten met bijv. teflonband kunnen er lekkages in het Glycolcircuit optreden.
42a 57
65
58
58
Collector
49
58
49 61
33
61
Afb. 12.13.1 Warmtebroncircuit
Legenda 33 Luchtafscheider/vuilfilter 42a Veiligheidsklep 49 Doorstroominsteller 57 Glycolreservoir 58 Vul- en aftapkraan 61 Glycolcircuit 65 Glycolwateropvangbak
• Monteer de houder van het Glycolreservoir met de plug en de schroef aan de wand. • Maak de voorgemonteerde aansluitstukken van het Glycolreservoir (57) los. • Draai de buitendraad van de aansluitstukken met hennep in. • Monteer het eerste aansluitstuk op de 3 bar veiligheidsklep (42a), die bij de warmtepomp is meegeleverd. • Installeer het Glycolreservoir (57) uit de toebehoren met het tweede aansluitstuk in de leiding (1) van de warmtebron naar de warmtepomp. • Zet het Glycolreservoir vast met behulp van de houder. • Monteer het aansluitstuk met veiligheidsklep op het Glycolreservoir. • Installeer de Glycolwateropvangbak (65) drukloos op de veiligheidsklep (42a). De Glycolwateropvangbak mag niet helemaal gesloten zijn, aangezien anders het functioneren van de veiligheidsklep niet gewaarborgd is. • Voorzie alle leidingen van een dampdiffusiedichte warmte-isolatie. Het toebehoren bevat de isolatiemat die bestemd is voor warmte-isolatie van de aansluitplaat.
33
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 33
16-04-2009 13:54:40
12.14 Montage buitentemperatuurvoeler Monteer de voeler conform de meegeleverde montagehandleiding. 13 CV- en warmtebronsysteem vullen Voordat de warmtepomp in gebruik kan worden genomen, moeten het CV-circuit en het Glycolcircuit worden gevuld.
Aanwijzing! De manteldelen van de warmtepomp worden pas na het vullen en daarop volgende ontluchten van het CV-circuit gemonteerd.
13.1 CV-circuit vullen
Attentie! Vul het CV-circuit via de geïntegreerde vul-/ aftapkraan in het CV-circuit, zodat het CVcircuit helemaal wordt ontlucht.
1
Afb. 13.1 Vul en aftapkraan van het CV-circuit
• Draai alle thermostaatkranen van het CV-systeem open. • Sluit een vulslang op een waterkraan aan. • Bevestig het vrije uiteinde van de vulslang op de vul- en aftapkraan van het CV-circuit • Open de vul- en aftapkraan van het CV-circuit (1). • Draai de waterkraan langzaam open en vul zo lang water bij tot op de manometer een systeemdruk van ca. 1,5 bar is bereikt. • Draai de vul- en aftapkraan van het CV-circuit (1) dicht en maak de vulslang los. • Ontlucht het systeem opnieuw op de hiervoor bestemde punten. • Controleer vervolgens nogmaals de waterdruk van het systeem (herhaal indien nodig het vullen).
13.2 Glycolcircuit vullen De Glycolvloeistof bestaat uit water gemengd met een geconcentreerde warmtedragende vloeistof. Als additief adviseren wij propyleenglycol (alternatief: ethyleenglycol) met corrosieremmende additieven. Een collectorslang DN 40 heeft een capaciteit van ca. 1 liter per strekkende meter. Welke Glycolvloeistoffen gebruikt mogen worden, verschilt sterk van regio tot regio. Win a.u.b. informatie m.b.t. hiertoe in bij de bevoegde instanties (NL: provinciaal waterschap). AWB staat het gebruik van de warmtepomp alleen toe met de volgende Glycolmedia: – max. 30% ethyleenglycol/water – max. 33% propyleenglycol/water – max. 60% ethanol/water
34
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 34
16-04-2009 13:54:41
CV- en warmtebronsysteem vullen 13
Afb. 13.2.1 Glycolcircuit
Legenda 29 Glycolpomp 57 Afsluitklep 58 Ontluchtingsklep 59 Glycolreservoir 60 Veiligheidsklep 61 Afsluitklep 62 Afsluitklep 64 Afsluitklep 65 Glycolwateropvangbak 66 Glycolwatertank 67 Vulpomp
Attentie! Gevaar voor het milieu! Glycolmedia mogen bij een lekkage geen vervuiling van het grondwater of van de bodem tot gevolg hebben. Er moeten substanties worden gekozen die niet giftig en biologisch afbreekbaar zijn.
Aanwijzing! Monteer de manteldelen van de warmtepomp pas na het vullen en aansluitend ontluchten van het CV-circuit.
Om het Glycolcircuit te vullen, gaat u als volgt te werk: • Meng de propyleenglycol met water in de verhouding 1 : 2. Zo ontstaat een vorstbeveiliging tot -15 °C. • Meng in een extern reservoir (bijv. plastic jerrycan, 13.2.2 pos 66) water en antivries in de voorgeschreven concentratie. Elke mengserie moet zorgvuldig worden vermengd. • Controleer de mengverhouding van de Glycolvloeistof. AWB adviseert hiervoor het gebruik van een refractometer. • Vul daarna het warmtebronsysteem met het Glycolmengsel uit het reservoir (66). Hiervoor is een vulpomp (67) nodig die het collectorcircuit bij het vullen tevens ontlucht. • Sluit de afsluitklep (57). • Open de afsluitkleppen (62) en (64). • Open de afsluitklep (61) en sluit een in het glycolmengsel uitmondende slang op de klep aan. • Start de vulpomp (67), om de collectorslang te vullen. • Laat de vulpomp (67) lopen tot uit de slang van de afsluitklep (61) vloeistof zonder luchtbellen naar buiten komt. Om de stift van de Glycolwatermengklep met de hand in te drukken, gaat u als volgt te werk: • Verwijder de kabel van de stroomvoorziening (2) van de Glycolmengermotor (1). • Druk nu de klepstift ca. 50 % van de veerweg in en houd deze positie gedurende ongeveer 30 seconden aan. Gedurende deze tijd stroomt het Glycolwatermedium in de beide aftakkende hydraulische buissystemen. Om de veerdruk te overwinnen, is een star voorwerp, bijvoorbeeld een houten blokje, zeer handig. • Laat na ongeveer 30 seconden de stift los. • Plaats de motorbehuizing weer op de Glycolwatermengklep. • Sluit de voorheen losgemaakte stroomkabel weer op de motorbehuizing van de Glycolwatermengklep aan.
35
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 35
16-04-2009 13:54:41
14 Veiligheids- en Installatie-aanwijzingen
Attentie! Gevaar voor beschadiging! De stand van de Glycolwatermengklep niet handmatig via de motorkop verstellen, omdat deze na uitdraaien en opnieuw inzetten niet automatisch teruggaat naar de uitgangstoestand. • Open de afsluitklep (zie vorige pagina), zodat de lucht tussen de afsluitkleppen (61) en (62) kan ontsnappen. • Sluit de afsluitklep (61) en zet het Glycolcircuit met de vulpomp (67) onder druk. Let erop dat de druk niet hoger komt dan 3 bar. • Sluit nu ook de afsluitklep (62). • Schakel de vulpomp (67) uit en verwijder de vul- en aftapslang van het Glycolcircuit. • Open de veiligheidsklep (60) om een eventuele overdruk te laten ontsnappen. Het Glycolreservoir (59) moet voor 2/3 met vloeistof gevuld zijn. Zorg ervoor dat de klep (61) is gesloten. • De verdere ontluchting vindt na de montage van de manteldelen en de inbedrijfstelling van de warmtepomp plaats (zie hoofdstuk 16.2, blz 46). Eventuele resten van de Glycolvloeistof worden in een geschikte tank (b.v. plastic jerrycan) voor later bijvullen bewaard (en aan de klant gegeven). Niveau van de Glycolvloeistof controleren.
Attentie! Gevaar voor beschadiging! Het niveau is correct als het water/glycolreservoir nog voor 2/3 is gevuld. Als het niveau te hoog is, kan het systeem beschadigd raken. • Vul Glycolvloeistof bij, wanneer het niveau zover daalt dat dit niet meer zichtbaar is in het Glycolreservoir. 1
2
Afb. 13.2.2 Niveau van het Glycolreservoir
In de eerste maand na inbedrijfstelling van het systeem kan het niveau van de Glycolvloeistof iets dalen, wat heel normaal is. Het niveau kan ook afhankelijk van de temperatuur van de warmtebron variëren, maar het mag nooit zo ver dalen dat het in het Glycolreservoir niet meer zichtbaar is.
14.1 Veiligheids- en installatie-aanwijzingen
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schok! Schakel vóór elektrotechnische installatiewerkzaamheden altijd alle stroomtoevoeren uit. Zorg ervoor dat deze zijn beveiligd tegen abusievelijk opnieuw inschakelen.
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schok! De elektrische aansluiting moet via een bij de klant aanwezige scheidingsinrichting met een contactopening van min. 3 mm (b.v. leidingveiligheidsschakelaar) over alle polen kunnen worden uitgeschakeld. Het is praktisch om deze scheidingsinrichting in directe nabijheid van de warmtepomp te installeren.
Attentie! Gevaar voor beschadiging! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkend installateur.
Attentie! Gevaar voor kortsluiting! sluiting op de stekker uit veiligheidsoverwegingen over een lengte van maximaal 30 mm. Als u meer stript, bestaat het gevaar van kortsluitingen op de printplaat, als u de leidingen niet correct in de stekker bevestigt.
Attentie! Gevaar voor defect! De leidingen voor buitentemperatuurvoeler en kamerthermostaat brengen kleine en zwakke stromen over. Storingsinvloeden uit de omgeving kunnen een uitwerking hebben op de voelerleidingen en verkeerde informatie overbrengen naar de warmtepompthermostaat, daarom moeten de voelerleidingen absoluut correct worden gelegd. Zwakstroomleidingen moeten op voldoende afstand van krachtstroomleidingen worden gelegd. Als zwak- en krachtstroomleidingen parallel worden gelegd, geldt bij een lengte vanaf 10 m een minimum afstand van 25 cm.
36
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 36
16-04-2009 13:54:42
14.4 Elektriciteitskast
Bij inbedrijfstelling controleert de thermostaat automatisch de juiste fasevolgorde. Verwissel bij een storingsmelding twee fasen met elkaar.
4
Let bovendien op het volgende: • Voor de stroomvoorziening sluit u de warmtepomp aan op een 400 V draaistroomnet met 3 fasen en een nul- en een aarddraad. Beveilig deze aansluiting zoals vermeld in de technische gegevens. • Installeer de warmtepomp via een vaste netaansluiting. • De noodzakelijke leidingdoorsneden moeten door een gekwalificeerde installateur aan de hand van de in de technische gegevens aangegeven waarden voor het maximale ontwerpvermogen worden bepaald. Houd in elk geval rekening met de installatieomstandigheden bij de klant. • Als de lokale netexploitant voorschrijft dat de warmtepomp via een blokkeersignaal moet worden geregeld, monteert u een dienovereenkomstige, door de netexploitant voorgeschreven contactschakelaar die u met een 2-aderige leiding aansluit op de warmtepomp.
B
A
5
1
3
2
14.2 Elektrische aansluiting • Breng op de elektrische installatie van uw woning de mogelijkheid aan om de voeding van het apparaat af te sluiten met een schakelaar of een zekering met een afstand van minimaal 3 mm wanneer de contacten open zijn. 14.3 Principeschema
1 2 Legenda 1 Schakelkast van de woning 2 Warmtepomp 3 Omgevingsthermostaat 4 Voeler voor buitentemperatuur
4 3
Legenda A 1/4 slag draaien open B 1/4 slag draaien dicht 1 afschemplaat 2 user interfase 3 elektronica 4 bevestigings schroeven 5 schroef • Verwijder de bevestigingsschroef (4) uit de afschermplaat (1) om toegang te krijgen tot de elektriciteitskast. 14.5 Aansluiting op de elektronica
1
3
2
30 mm max.
Legenda 1 Connector 2 Elektriciteitsdraden 3 Kabelmantel
37
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 37
16-04-2009 13:54:43
14.6 Voorschriften voor elektrische installatie
14.8 Beschrijving van de elektronica
De maximale leidinglengte van de voelerleidingen van 50 m mag niet worden overschreden. Aansluitleidingen met 230 V/400 V en voeler- of busleidingen moeten vanaf een lengte van 10 m apart worden gelegd.
7
6
5
4
3
2
1
8 9 10
Vrije klemmen van het toestel mogen niet als steunklemmen voor andere bedrading gebruikt worden.
18 11 16
pas op! Wanneer u de elektrische bedrading op een connector van de hoofdkaart aansluit
17 19 21
12 13
• Een afstand van maximaal 30 mm aanhouden tussen de connector (1) en de gestripte mantel (3). • In het tegengestelde geval de elektriciteitskabels (2) samenbinden met een plastic beugel. • Bevestig de kabels in de kabelklem van de elektriciteitskast. 14.7 Aansluiting op het net • Breng de voedingskabel van het apparaat aan volgens de in de volgende illustratie aangegeven weg.
2 1
1
14
15
20
Legenda 1 Aansluiting extra pomp voor radiatorcircuit 2 Aansluiting driewegklep voor zwembad 3 Interne pomp van het verwarmingscircuit 4 Voeding van de electronica printplaat 5 Interne pomp van het glycolwatercircuit 6 Aansluiting voor externe schakelaar voor het glycolwatercircuit 7 Niet aangesloten 8 Drukschakelaars 9 Compressorcontact 10 Besturing van de startstroombegrenzer 11 Connector voor druksensoren 12 Connector voor temperatuurvoelers 13 Gebruikersinterface 14 LED voor controle van de stroomtoevoer 15 E-BUS-connector 16 Zekering 17 Regelaar van de werkingsfasen van de compressor startstroombegrenzer 18 Zekering 19 E-BUS-adresselectie (default 1) 20 Laagspanningsvoeding voor externe componenten aan de PAC 21 Hoogspanningsvoeding voor externe componenten van de PAC 14.9 Aansluiting van externe componenten • Zie hoofdstuk 12.11, blz. 32 “Hydraulische configuratie” om te weten welke elektrische aansluitingen u moet maken. Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateurs.
Legenda 1 Voedingskabel van het apparaat 2 klemmenstrook • Sluit de voedingskabel van het apparaat aan op het enkelfasige net van 400 volt met nul en aarde.
38
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 38
16-04-2009 13:54:44
14.11 Standaardvoeler AV10 aansluiten
14.13 Aansluitingen op de klemmenstrook
Naargelang installatieconfiguratie zijn extra voelers als aanvoer-, retour-, collector- of boilervoeler nodig. De standaardvoeler is zodanig uitgevoerd dat deze naar keuze als dompelvoeler, b.v. als boilervoeler in een boilervoelerbuis of als aanvoervoeler in een open verdeler, kan worden gebruikt. Met de meegeleverde spanband kunt u deze ook als contactvoeler op de verwarmingsbuis in de aanvoer- of retourleiding bevestigen. Wij adviseren de buis met voeler te isoleren, om de best mogelijke temperatuurregistratie te waarborgen.
3 2 1 Legenda 1 Extra pomp voor radiatorcircuit 2 Driewegklep voor zwembad 3 Externe schakelaar voor druk in het glycolwatercircuit
Afb. 14.11.1 Standaardvoeler AV10
14.14 Aansluitingen van de externe componenten
14.12 Aansluitingen op de elektronica
4
3
2
Aanwijzing! De regeling van het apparaat herkent automatisch op de elektronica aangesloten temperatuurvoelers.
1
5 6
4
3
2
1
5 6 7 Legenda 1 Bijverwarming (elektrisch element of ketel) 2 Driewegklep voor boiler 3 Pomp voor warmwatercircuit 4 Extra pomp voor glycolwatercircuit 5 Extra pomp voor vloerverwarmingscircuit 6 Driewegmengklep (optioneel)
Legenda 1 Temperatuurvoeler aanvoerleiding verwarmingscircuit 2 Temperatuurvoeler voor het buffervat beneden 3 Temperatuurvoeler voor het buffervat boven 4 Temperatuurvoeler voor de boiler 5 E-BUS omgevingsthermostaat 6 Voeler buitentemperatuur 7 Externe regeling voor zwembad Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateurs.
39
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 39
16-04-2009 13:54:45
14.15 Instelling van de bijverwarming
1 3
U hebt de mogelijkheid om de werking en het vermogen van de bijverwarming te wijzigen. Met deze twee instellingen kunt u de door het apparaat gebruikte stroom aanpassen al naargelang de elektrische installatie van de woning.
2
Legenda 1 Aansluitklemmen van de thermostaat 2 Kabel van de omgevingsthermostaat 3 Omgevingsthermostaat (niet meegeleverd) • Sluit een kabel van 2 x 0.75 mm² (2) aan tussen de 1 (3) en de3aansluitklemmen (1). omgevingsthermostaat
1 Legenda 1 Werkshunt van bijverwarming 4 mm2 - Geen shunt = 2 kW - Een shunt = 4 kW - Twee maal shunt = 6 kW
2
Legenda 1 Aansluitklemmen van de buitenvoeler 2 Kabel van de buitenvoeler 3 Buitenvoeler • Sluit de kabel (2) aan tussen de buitenvoeler (3) en de aansluitklemmen.
40
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 40
16-04-2009 13:54:46
montage 15
14.16 Elektrisch schema
15 Montage
1
1
B
Legenda
3
2 1 Paneel
2 Gat voor de bevestigingsclip 3 Bevestigingsclip A
2
• Klik de bevestingsclips (3) in de bovenpanelen en voorpanelen.
3 58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 41
41
16-04-2009 13:54:47
15.1 Montage van de zijpanelen
15.3 Montage van de voorpanelen
1
2
A
A
1
B
B
C
3 Legenda 1 Voorpaneel
Legenda 1 Linker zijpaneel 2 Bevestigingsschroeven 3 Rechter zijpaneel • Monteer de beide panelen (1 en 3) met behulp van de bevestigingsschroeven (2). 15.2 Montage van de bovenpanelen
1
2
pas OP! Start de warmtepomp niet voordat alle bekleding aangebracht is opmerking Tijdens de in bedrijfstelling voert de regeling van het apparaat een automatische controle uit op de werking van het apparaat en van alle componenten waarop het aangesloten is.
Legenda 1 Boven paneel 2 bevestigingschoef • Monteer de bovenplaat met behulp van de bevestigingsschroef.
42
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 42
16-04-2009 13:54:49
in bedrijf stellen 16
16.1 Eerste in bedrijfstelling • Zorg voor de elektrische voeding van het apparaat. “INSTALL” verschijnt gedurende 3 seconden op het scherm. • De “LA”-instelling verschijnt op het scherm. NB: Om deze instellingen te verlaten mogen de “APCO” en “HYDR” menu’s niet op 0 staan. • Gebruik de s of t toets om de gewenste waarde te selecteren. • Druk op de [menu] toets om door te gaan naar het volgende menu (zie tabel hieronder). • Bevestig alle instellingen door langer dan 10 seconden op de [menu] toets te drukken. Menu
LA.
1
Symbool
Titel
Taalkeuze
Instelling van de dag van de week
Actie/informatie
Kies de passende taal: FR = Frans NL = Nederlands EN = Engels Stel de huidige dag van de week in 1 = maandag
5 = vrijdag
2 = dinsdag
6 = zaterdag
3 = woensdag
7 = zondag
4 = donderdag
«15»:30
Instellen van de uren
Stel het uur in
«15»:30
Instellen van de minuten
Stel de minuten in
De volgende 3 menu’s worden weergegeven als de “DATE”-functie ingeschakeld is. DAG MAAND JAAR
APCO
Huidige dag
Kies een waarde tussen 1 en 31. (fabrieksinstelling: 1)
Huidige maand
Kies een waarde tussen 1 en 12. (fabrieksinstelling: 1)
Huidig jaar
Kies vanaf 2000. (fabrieksinstelling: 2000)
Product code
De productcode van het apparaat wordt in de fabriek ingesteld. Wijzig deze niet. 102 = MAGNA GEO 10 BPT 104 = MAGNA GEO 14 BPT 106 = MAGNA GEO 17 BPT Kies de hydraulische code die overeenkomt met uw installatie: (fabrieksinstelling = 0)
HYDR
FP.EV
Keuze van de hydraulische code
Bescherming tegen bevriezen van het glycolwatercircuit.
Buffervatverwarming
Boiler
1
Nee
Nee
2
Ja
Nee
3
Nee
Ja
4
Ja
Ja
Kies een temperatuur tussen -13°C en 4°C vanaf welke u wenst dat de bescherming tegen bevriezen van uw glycolwatercircuit actief is (fabrieksinstelling = -10°C)
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende vakkrachten. 43
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 43
16-04-2009 13:54:50
Menu
Symbool
Titel
Actie/informatie
HC.DI
Stooklijn van het directe circuit.
HC.MI
Stooklijn van het mengcircuit (verschijnt als de hydraulische code 2 of 4 vooraf geselecteerd is.)
Kies een waarde tussen 0.2 en 4 (fabrieksinstelling = 0.3). Om te weten welke waarde u moet selecteren moet u de minimale buitentemperatuur weten van de regio waar het apparaat geïnstalleerd wordt. Kies volgens de kromme hieronder de waarde die overeenkomt met de maximale temperatuur toevoerleiding verwarming die gewenst wordt voor de minimale buitentemperatuur van de regio. Opmerking: hoe beter het rendement van de warmtezenders is, des te lager is de waarde van de stooklijn. [0.2 – 0.6] voor de lage temperatuurradiatoren of de vloerverwarming. [= 1.5] voor standaard radiatoren. [2.5 - 4] voor ondermaatse radiatoren. Let op! Bij te lage temperatuur instelling kan condens ontstaan.
Temperatuur aanvoerleiding verwarming (°C)
1
2
3
Legenda 1 Ondermaatse radiatoren 2 Standaardradiatoren 3 Lage temperatuurradiatoren of vloerverwarming Menu
BL.HS:
Symbool
Titel
Actie/informatie
Ontluchten van het glycolwatercircuit
0=Functie ontluchten uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1=Functie ontluchten ingeschakeld Met deze functie kan het glycolwatercircuit ontlucht worden. De pomp van het glycolwatercircuit loopt 50 minuten lang en stopt dan 10 minuten. Deze cyclus wordt 24 uur lang herhaald. Op het einde van de cyclus werkt het apparaat weer in normale modus. U kunt de functie stoppen door de instelling weer op 0 te zetten. De driewegklep wisselt elke 5 min tussen het CV en het boiler circuit.
44
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 44
16-04-2009 13:54:51
BL.CH
BH.LO
BH
Ontluchten van het verwarmingscircuit
0=Functie ontluchten uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1=Functie ontluchten ingeschakeld Met deze functie kan het verwarmingscircuit ontlucht worden. De pomp van het verwarmingscircuit loopt 50 minuten lang en stopt dan 10 minuten. Deze cyclus wordt 24 uur lang herhaald. Aan het einde van de cyclus werkt het apparaat weer in normale modus. U kunt de functie stoppen door de instelling weer op 0 te zetten. De driewegklep wisselt elke 5 min tussen het CV en het boiler circuit.
Type bijverwarming
Voor het bijverwarming, warm water en zwembadverwarming kunt u of de interne elektrische bijverwarming met PAC of een externe bijverwarming met eigen circulatiepomp gebruiken. Geef het type bijverwarming van de installatie aan. 0=interne bijverwarming met PAC (fabrieksinstelling) 1=externe bijverwarming via PAC voor verwarming en ECS (instelling alleen beschikbaar in geval van een PAC zonder ingebouwd vat en als het “HYDR” menu ingesteld is op 4). 2=externe bijverwarming via PAC alleen voor verwarming. 3=externe verwarming via PAC alleen voor ECS (instelling allen beschikbaar in geval van een PAC zonder ingebouwd vat en als het “HYDR” menu ingesteld is op 3 of 4).
Instelling van de bijverwarming
Kies het gewenste gebruik voor de bijverwarming: 0= De bijverwarming wordt automatisch ingeschakeld door de regeling van het apparaat (fabrieksinstelling). 1= Het apparaat functioneert alleen met de bijverwarming. Deze instelling is alleen interessant als het glycolwatercircuit nog niet geïnstalleerd is of als dit gebreken heeft.
Indien zich er een fout voordoet verschijnt er een storingscode na het ‘BH’ menu. Voor een lijst met storingscodes kijk dan op blz. 60 Als het storings-LED boven het bediningspaneel oplicht kan het enkele seconden duren alvorens de storingscode op het scherm verschijnt. Het volgende menu verschijnt alleen als de omgevingsthermostaat op het apparaat is aangesloten.
RT.U
Inschakelen van de omgevingsthermostaat
Kies een bedrijfsmodus: 0=omgevingsthermostaat niet actief (fabrieksinstelling) 1=omgevingsthermostaat actief
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateur.
45
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 45
16-04-2009 13:54:51
16.2 Ontluchten van het glycolwatercircuit • Om het glycolwatercircuit te ontluchten moet u deze functie inschakelen via het menu “BH.LS”. De pomp van het glycolwatercircuit is nu ingeschakeld. De pomp van het glycolwatercircuit loopt 50 minuten lang en stopt dan 10 minuten. • Controleer of het glycolwaterpeil in het expansievat gestabiliseerd is. • Laat de pomp lopen tot de in het circuit aanwezige lucht in het expansievat zit.
inschakelen via het menu “P.D.D”. De pomp van het verwarmingscircuit loopt nu.
Aanwijzing! Als de functie ingeschakeld wordt, worden alle geselecteerde bedrijfsmodi onderbroken en verschijnt het bericht “PA-DR” op het hoofdscherm. Programma voor drogen van de vloer:
Het ontluchten van het systeem veroorzaakt een verlaging van het glycolwaterpeil in het expansievat.
Dag (na inschakelen van de functie)
Ingestelde temperatuur toevoerleiding verwarming (°C)
• Zorg ervoor dat de druk in het glycolwatercircuit tussen de 1 en 2 bar ligt. Is dit niet het geval, vul het glycolwatercircuit dan bij.
1
25
2
30
3
35
4
40
5 - 12
45
13
40
14
35
15
30
16
25
17 - 23
10 (*)
24
30
25
35
26
40
27
45
28
35
29
25
• Indien tijdens het ontluchten de druk te laag wordt zal een storingmelding verschijnen
Aanwijzing! Als de druk in te laag wordt bij het ontluchten zal/zullen de pomp(en) stoppen met werken en verschijnt er een foutmelding op het hoofdscherm.
16.3 Ontluchten van het verwarmingscircuit • Om het verwarmingscircuit te ontluchten moet u deze functie inschakelen via het menu “BL.CH”. De pomp van het verwarmingscircuit is nu ingeschakeld. De pomp van het verwarmings watercircuit loopt 50 minuten lang en stopt dan 10 minuten. • Open de diverse ontluchters van de installatie om het verwarmingscircuit te ontluchten en draai ze weer dicht. • Indien tijdens het ontluchten de druk te laag wordt zal een storingmelding verschijnen.
Aanwijzing! Als de druk in te laag wordt bij het ontluchten zal/zullen de pomp(en) stoppen met werken en verschijnt er een foutmelding op het hoofdscherm.
16.4 Drogen van betonnen vloer Met deze functie is het mogelijk een pas aangelegde betonnen verwarmingsvloer te drogen.
(*) Bescherming tegen vorst ingeschakeld Als de stroom naar het apparaat wordt uitgeschakeld tijdens het droogprogramma, start het opnieuw als volgt bij de eerstvolgende inschakeling van de stroom: Huidige dag (vóór uitschakelen stroom)
Dag van de herstart (na inschakelen stroom)
1 - 15
1
16
16
17 - 23
17
24 - 28
24
29
29
• Om de betonnen vloer te drogen moet u deze functie 46
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 46
16-04-2009 13:54:51
INSTELLINGEN 17
17 Instellingen Via de toegang tot de technische gegevens van het apparaat kunt u bepaalde instellingen realiseren en eventuele storingen analyseren. Om de installatie optimaal aan te passen is het noodzakelijk enkele parameters in te stellen. • Druk 10 seconden op de [menu] toets om toegang te krijgen tot het parametermenu. • Wanneer en “00” verschijnen, druk u op de s of t toets totdat de code “96” op het display verschijnt. • Druk opnieuw op de [menu] toets en het eerste menu “CH.P”verschijnt. • Druk op de s of t toets om de gewenste waarde te selecteren (handeling alleen mogelijk in hoofdstuk “Instellingen van de installatie”). • Druk op de [menu] toets om naar het volgende menu te gaan (zie tabel hieronder). • Bevestig alle instellingen door 10 seconden op de [menu] toets te drukken. NB: het display keert na 5 minuten terug naar zijn normale positie zonder verdere ingreep of na opnieuw gedurende 10 seconden indrukken van de [menu] toets.
info! Tussen het optreden en het weergeven van een storing kan enkele seconden tijdverschil optreden.
17.1 Weergave van de informatie over de installatie Energie balansregeling De energiebalansregeling geldt alleen voor hydraulische systemen zonder bufferboiler (zie hydraulisch schema blz. 43). Voor een rendabele en storingsvrije werking van een warmtepomp is het belangrijk de start van de compressor te reglementeren. De aanloop van de compressor is het moment waarop de hoogste belastingen optreden. Met behulp van de energiebalansregeling is het mogelijk starts van de warmtepomp tot een minimum te beperken, zonder af te zien van het comfort van een behaaglijk klimaat. Net als bij andere weersafhankelijke CV-thermostaten bepaalt de thermostaat via de registratie van de buitentemperatuur m.b.v. een stooklijn een gewenste aanvoertemperatuur. De energiebalansregeling geschiedt op grond van deze gewenste aanvoertemperatuur en de actuele aanvoertemperatuur, waarvan het verschil per minuut wordt gemeten en opgeteld: 1 graadminuut [°min] = 1 K temperatuurverschil in het verloop van 1 minuut Bij een bepaald warmtetekort (instelbaar via toegang op afstand) start de warmtepomp en schakelt pas weer uit als de toegevoerde warmtehoeveelheid gelijk is aan het warmtetekort. Hoe groter de ingestelde negatieve getallenwaarde is, des te langer zijn de intervallen waarin de compressor loopt of stilstaat.
47
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 47
16-04-2009 13:54:51
17.2 Instellingen van de installatie
info! Tussen het optreden en het weergeven van een storing kan enkele seconden tijdverschil optreden.
Menu
CH.P:
CH.F
CH.R
BR.P
BR.IN
BR.OU. HP LP
Symbool
Titel
Bij storing wordt deze getoond in het algemene storingsmenu
Actie/informatie
Weergave van de druk van het verwarmingscircuit, gemeten door de interne sensor van het apparaat tussen 0 en 7 bar. Weergave van de temperatuur van de aanvoerleiding Temperatuur aanvoerleiding van het verwarmingscircuit, gemeten door de interne voeler van het apparaat tussen -15 en 155°C. Weergave van de temperatuur van de retourleiding van Temperatuur retourleiding het verwarming van het apparaat verwarmingscircuit, verwarming van het apparaat gemeten door de interne voeler van het apparaat tussen -15 en 155°C. Weergave van de druk van het glycolwatercircuit, Druk glycolwatercircuit gemeten door de interne sensor van het apparaat tussen 0 en 7 bar. Weergave van de temperatuur van het glycolwatercircuit Temperatuur glycolwatercircuit bij de ingang van de verdamper, gemeten door de interne voeler van het apparaat tussen -40 en 80°C. Weergave van de temperatuur van het glycolwatercirInschakelen van de cuit bij de uitgang van de verdamper, gemeten door de omgevingsthermostaat interne voeler van het apparaat tussen -40 en 80°C. Hoge druk bij uitgang Weergave van de hoge druk van het koudecircuit bij de compressor uitgang van de compressor tussen 0 en 38 bar. Lage druk bij ingang Weergave van de lage druk van het koudecircuit bij de compressor ingang van de compressor tussen 0 en 11 bar. Druk verwarmingscircuit
De volgende meldingen verschijnen alleen als er een CV buffer geïnstalleerd is. (zie hydraulisch schema blz. 43) MC.P.S MI.ST
Status van de pomp van het mengcircuit Status van de driewegmengklep
Weergave van de werkingsstatus van de pomp van het mengcircuit. 0 = Uitgeschakeld / 1 = In werking. Weergave van de status van de driewegmengklep: 0 = uitgeschakeld / 1 = Gesloten / 2 = Open.
De volgende meldingen verschijnen alleen als er een boiler geïnstalleerd is. (zie hydraulisch schema blz. 43) CH-SA
CP.ST
DHW.T
Weergave van de status van de interne driewegklep van Status van de interne drieweghet apparaat. CH = positie verwarming klep van het apparaat SA = positie warmwater Weergave van de status van de pomp van het warmwaStatus van de pomp van het tercircuit (alleen als een boiler geïnstalleerd is): warmwatercircuit 0 = Uitgeschakeld / 1 = In werking
Gemeten temperatuur van de boiler
Weergave van de boilertemperatuur door de voeler van de boiler tussen -14 en 130°C. Opwarmen start bij bereiken van 44°C en stopt bij bereiken ingestelde temperatuur. De boiler wordt gevuld als de gemeten temperatuur zakt tot onder 44ºC. Het vullen stopt als de gemeten temperatuur de gewenste boilertemperatuur bereikt heeft.
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateur.
48
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 48
16-04-2009 13:54:52
Menu
Symbool
Titel
Actie/informatie
Weergave van de temperatuur van de aanvoerleiding verwarming van het directe circuit berekend door de stooklijn tussen 15 en 75°C. De maximumtemperatuur Temperatuur aanvoerleiding hangt af van de ingestelde temperatuur voor bescherdirecte verwarmingscircuit ming van de vloerverwarming F.H.PR (als er geen buffervat geïnstalleerd is) en wordt begrensd tot 75°C als er een buffervat geïnstalleerd is. Weergave van de gemeten temperatuur van de aanvoerleiding verwarming tussen -14 en 130°C. Deze wordt gemeten met directe circuit behulp van een externe voeler bij het apparaat. Als de compressor klaar is voor het vullen van de buffer Gemeten temperatuur aanvoerleiding verwarming directe doet hij dit als de gemeten temperatuur bij de voeler lager is dan het ingestelde stroom instelpunt (F.S.P.D) circuit Als de compressor al aktief is (bijvoorbeeld in boiler modus) zal de buffer pas gevuld worden als de boiler gevuld is en de temperatuur bij deze voeler maar 2K boven het ingestelde stroom instelpunt (F.S.P.D).
F.SP.D
F.AC.D
De volgende 3 menu’s verschijnen als een buffervat is geïnstalleerd (hydraulische code 2 of 4) R.AC.D
Gemeten temperatuur retourleiding verwarming directe circuit
F.SP.M
Temperatuur aanvoerleiding verwarming mengcircuit
F.AC.M
Correctie van de waarde van de buitentemperatuur
Weergave van de temperatuur zoals gemeten door de bovenste voeler van het buffervat tussen -14 en 130°C. Afschakelen geschied bij een temp van F.SD.D = 2K. Weergave van de temperatuur van de aanvoerleiding verwarming van het mengcircuit berekend door de stooklijn tussen 15 en 73°C. De maximumtemperatuur hangt af van de ingestelde temperatuur voor bescherming van de vloerverwarming FHPR. Met deze functie is het mogelijk de getoonde waarde van de buitentemperatuur te regelen op ± 5°C (fabrieksinstelling: 0).
info! Tussen het optreden en het weergeven van een storing kan enkele seconden tijdverschil optreden.
49
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 49
16-04-2009 13:54:53
Menu
Symbool
Titel
Actie/informatie
Stooklijn van het directe circuit.
HC.DI HC.MI
Stooklijn van het mengcircuit (verschijnt als de hydraulische code 2 of 4 vooraf geselecteerd is.)
Kies een waarde tussen 0.2 en 4 (fabrieksinstelling = 0.3). Om te weten welke waarde u moet selecteren moet u de minimale buitentemperatuur weten van de regio waar het apparaat geïnstalleerd wordt. Kies volgens de kromme hieronder de waarde die overeenkomt met de maximale temperatuur toevoerleiding verwarming die gewenst wordt voor de minimale buitentemperatuur van de regio. Opmerking: hoe beter het rendement van de warmtezenders is, des te lager is de waarde van de stooklijn. [0.2 – 0.6] voor de lage temperatuurradiatoren of de vloerverwarming. [= 1.5] voor standaard radiatoren. [2.5 - 4] voor ondermaatse radiatoren.
Temperatuur aanvoerleiding verwarming (°C)
1
2
3
Buitentemperatuur (°C)
Legenda 1 Ondermaatse radiatoren 2 Standaardradiatoren 3 Lage temperatuurradiatoren of vloerverwarming Menu
Symbool
Titel
Actie/informatie
COMF:
Keuze instelling omgevingstemperatuur Comfort Max
Kies een instelling voor de omgevingstemperatuur Comfort Max tussen 5 en 30°C (fabrieksinstelling: 20°C)
SAVE:
Keuze instelling omgevingstemperatuur Comfort Min
Kies een instelling voor de omgevingstemperatuur Comfort Min tussen 5 en 30°C (fabrieksinstelling: 15°C).
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateur.
50
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 50
16-04-2009 13:54:53
Menu
DHW
HYST
P7.P1
DATE
Symbool
Titel
Keuze temperatuur van de boiler
Actie/informatie
Kies een temperatuur voor het warm water tussen 50 en 75°C. (fabrieksinstelling: 58°C). Boven de 58°C ongeveer vult de bijverwarming de warmtepomp aan bij het verwarmen van de boiler.
HYST is een negatieve hysteresis van het ingestelde Comfort max. temperatuur. Als de gemiddelde buitentemperatuur (te zien in het Instelling mogelijk tussen 0-5K info niveau) stijgt tot boven de Fabrieksinstelling is 3K ingestelde comfort max temperatuur, min deze hysteresis, dan schakelt het systeem de verwarming uit. (zomerprogramma) Kies tussen P1 en P7. Keuze verwarmingsprogramma P1=dagprogrammering P7=weekprogrammering (fabrieksinstelling) Kies een waarde: Omzetten zomertijd-wintertijd 0=omzetten uitgeschakeld 1=omzetten ingeschakeld (fabrieksinstelling).
Het volgende menu verschijnt alleen als de omgevingsthermostaat op het apparaat aangesloten is. RT.U
LEG
Inschakeling van de omgevingsthermostaat
Kies een bedrijfsmodus: 0=omgevingsthermostaat niet actief (fabrieksinstelling) 1=omgevingsthermostaat actief
Bescherming tegen legionella (1x per week om legionellavorming te voorkomen in de boiler)
De temperatuur van de aanvoerleiding voor warm water is ingesteld op 76°C. De functie wordt uitgeschakeld zodra de door de voeler van het vat gemeten temperatuur 73°C bereikt (ofwel ongeveer 30 minuten na inschakeling van de functie of na 90 minuten als er tijdens de cyclus warm water afgetapt wordt). Kies de bedrijfsmodus: 0=functie uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1=functie ingeschakeld (inschakeling van het opwarmen elke woensdag om 04:00 u)
CTEX
Correctie van de waarde van de buitentemperatuur
SW.PO
Inschakelen van de zwembadverwarming
FV
Vaste waarden voor verwarmingstemperatuur
Met deze functie is het mogelijk de getoonde waarde van de buitentemperatuur te regelen op ± 5°C (fabrieksinstelling: 0). Met deze functie is het mogelijk het verwarmingscircuit van het zwembad in te schakelen. Bij aanvraag door een op het zwembad aangesloten regeling, schakelt de PAC het verwarmingscircuit van het zwembad in. Bij aanvraag door omgevingsverwarming tijdens de zwembadverwarming wordt het zwembad maximaal 30 minuten verwarmd. Daarbij kan, als een verwarmingsaanvraag loopt, de functie zwembadverwarming niet ingeschakeld worden. Kies een bedrijfsmodus voor de zwembadverwarming: 0=verwarming uigeschakeld (fabrieksinstelling) 1=verwarming ingeschakeld Boilerladen heeft voorrang De ingestelde waarden voor de aanvoerleiding verwarming die vaststaan door de 4 volgende menu’s vervangen de startinstellingen zoals berekend door de externe temperatuurvoelers van het directe circuit of van het mengcircuit. Kies de bedrijfsmodus: 0=functie uitgeschakeld 1=functie ingeschakeld Indien functie 1 is ingeschakeld worden de volgende parameters ingesteld op de standaard waarden: HEAM COMF SAVE PDD 51
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 51
16-04-2009 13:54:54
De volgende 4 menu’s verschijnen als de “FV”-functie ingeschakeld is. Menu
Symbool
Titel
Actie/informatie
FV.D.D
Vaste waarde voor insteltemperatuur aanvoerleiding verwarming van het directe circuit tijdens tijdsindelingen van verwarmingsprogramma
Kies een temperatuur tussen 5 en 80°C (fabrieksinstelling: 30°C)
FV.D.N
Vaste waarde voor insteltemperatuur aanvoerleiding verwarming van het directe circuit buiten tijdsindelingen van verwarmingsprogramma
Kies een temperatuur tussen 5 en 80°C (fabrieksinstelling: 30°C)
De volgende 2 menu’s verschijnen als een buffervat geïnstalleerd is (hydraulische code 2 of 4).
FV.M.D
Vaste waarde voor insteltemperatuur aanvoerleiding verwarming van het mengcircuit tijdens tijdsindelingen van verwarmingsprogramma
Kies een temperatuur tussen 5 en 80°C (fabrieksinstelling: 30°C)
FV.M.N
Vaste waarde voor insteltemperatuur aanvoerleiding verwarming van het mengcircuit buiten tijdsindelingen van verwarmingsprogramma
Kies een temperatuur tussen 5 en 80°C (fabrieksinstelling: 30°C)
Bescherming vloerverwarmingscircuit
Met de functie bescherming van het vloerverwarmingscircuit is het mogelijk een te hoge temperatuur aanvoerleiding verwarming te vermijden in geval van een vloerverwarming. Met deze functie kunt u de max. temperatuur aanvoerleiding verwarming begrenzen tot “Bescherming vloerverwarming” min 7K. Als deze “bescherming vloerverwarming”-temperatuur overschreden wordt, wordt het apparaat uitgeschakeld. De foutoorzaak moet gerepareerd worden voordat het apparaat weer gestart wordt. Kies een temperatuur tussen 15 en 80°C (fabrieksinstelling: 55°C).
Ontluchten van het glycolwatercircuit
0=functie ontluchten uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1=functie ontluchten ingeschakeld Met deze functie is het mogelijk het glycolwatercircuit te ontluchten. De pomp van dit circuit loopt 50 minuten en stopt dan 10 minuten. Deze cyclus herhaalt zich gedurende 24 uur. Aan het eind van de cyclus werkt het apparaat weer in de normale modus. U kunt de functie stoppen door de instelling op 0 te zetten
F.H.PR
BL.HS
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende vakkrachten.
52
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 52
16-04-2009 13:54:54
BL.CH
Ontluchten van het verwarmingcircuit
FP.EV
Bescherming van het glycolwatercircuit tegen vorst
0=functie ontluchten uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1=functie ontluchten ingeschakeld Met deze functie kunt u het verwarmingscircuit ontluchten. De pomp van het verwarmingscircuit loopt 50 minuten en stopt dan telkens 10 minuten. Deze cyclus wordt gedurende 24 uur herhaald. Aan het eind van de cyclus werkt het apparaat weer in normale modus. U kunt de functie stoppen door terugschakeling op 0. De driewegklep wisselt elke 5 min tussen de cv en boilerstand. Kies een temperatuur tussen -13°C en 4°C vanaf welke u wenst dat de bescherming tegen bevriezen van uw glycolwatercircuit actief is (fabrieksinstelling = - 10°C).
Het volgende menu verschijnt alleen als de omgevingsthermostaat op het apparaat aangesloten is. Kies de hydraulische code die overeenkomt met uw installatie: (fabrieksinstelling = 0) HYDR
BH.LO
BH
P.D.D.
Keuze van de hydraulische code
Type bijverwarming
Instelling bijverwarming
Drogen van de betonnen vloer
Buffervat verwarming
Boiler
1
Nee
Nee
3
Nee
Ja
Voor bijverwarming, warm water en zwembadverwarming kunt u of de interne elektrische bijverwarming met PAC of een externe bijverwarming met eigen circulatiepomp gebruiken. Geef het type bijverwarming van de installatie aan. 0=interne bijverwarming met PAC (fabrieksinstelling) 1=externe bijverwarming via PAC voor verwarming en ECS (instelling alleen beschikbaar in geval van een PAC zonder ingebouwd vat en als het “HYDR” menu ingesteld is op 4). 2=externe bijverwarming via PAC alleen voor verwarming. 3=externe verwarming via PAC alleen voor ECS (instelling alleen beschikbaar in geval van een PAC zonder ingebouwd vat en als het “HYDR” menu ingesteld is op 3 of 4). Kies het gewenste gebruik voor de bijverwarming: 0= De bijverwarming wordt automatisch ingeschakeld door de regeling van het apparaat (fabrieksinstelling). 1= Het apparaat functioneert alleen met de bijverwarming. Deze instelling is alleen interessant als het glycolwatercircuit nog niet geïnstalleerd is of als dit gebreken heeft. Als u deze functie wil inschakelen, kies dan een waarde tussen 1 en 29 die overeenkomt met het noodzakelijk aantal dagen drogen. Zie hiervoor het hoofdstuk 16.4, blz.46 “Drogen van betonnen vloer” om de details van deze functie te leren kennen. 0= functie uitgeschakeld (fabrieksinstelling) 1…29 dagen= functie ingeschakeld
53
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 53
16-04-2009 13:54:54
Menu
LA.
Symbool
Titel
Actie/informatie
Taalkeuze
Kies de passende taal: FR = Frans NL = Nederlands EN = Engels Stel de huidige dag van de week in
1
Instelling van de dag van de week
1 = maandag
5 = vrijdag
2 = dinsdag
6 = zaterdag
3 = woensdag
7 = zondag
4 = donderdag
De volgende 3 menu’s worden weergegeven als de “DATE”-functie ingeschakeld is. DAG MAAND JAAR
Huidige dag
Kies een waarde tussen 1 en 31. (fabrieksinstelling: 1)
Huidige maand
Kies een waarde tussen 1 en 12. (fabrieksinstelling: 1)
Huidig jaar
Kies vanaf 2000. (fabrieksinstelling: 2000)
17.3 Fabrieksinstellingen • U dient in het installatiemenu te zijn om alle instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Druk dan ongeveer 5 seconden gelijktijdig de [menu] toets en de [programmeer / informatie] toets in. Daarna dan wijzigt u ‘96’ met de s en t toets en druk dan nogmaals op [menu] om de initialisatie uit te voeren. Het bericht “LOAD…” knippert dan 3 keer en alle parameters worden hersteld op de waarden van de fabrieksinstellingen. • Zie hoofdstuk 16, blz.44 “In bedrijf stelling” om de installatieinstellingen uit te voeren. 17.4 Beveiligingen tijdens bedrijf Bij inschakelen lichten de storings LED’s op voor 3 seconden als zelftest. In de gebruiksaanwijzing vindt u een lijst van bepaalde foutcodes. De in dit hoofdstuk beschreven storingen vereisen een ingreep van een erkend vakman en eventueel, van de Servicedienst van AWB.
1
Legenda 1 Gebied multifunctionele weergave In geval van een storing geeft het apparaat foutcodes aan in het gebied voor multifunctionele weergave (1) van het display. Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende installateur.
Belangrijk: Als er lucht in de leidingen zit, ontlucht dan de radiatoren en breng het systeem weer op de juiste druk. Als er te vaak bijgevuld moet worden, waarschuw dan uw installateur want het kan dan gaan om kleine lekken in de installatie waarvan men de herkomst moet zoeken of om corrosie van het verwarmingscircuit, wat men kan oplossen door een geschikte behandeling van het water in het circuit.
54
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 54
16-04-2009 13:54:55
storingen 18
18.1 Tijdelijke storingen Het apparaat functioneert, de storing verschijnt en verdwijnt automatisch als de storingsoorzaak verholpen is. Storing 20
22
Omschrijving
Vorstbeveiliging warmtebron bewaking bronuitgang. Temperatuurspreiding van de warmtebron ingestelde waarde “Toegest. temp.-spreiding” Deze storingsmelding is standaard gedeactiveerd en kan alleen via vrDIALOG parameter “Toegest. temp.-spreiding” worden geactiveerd (20 K spreiding betekent gedeactiveerd). Vorstbeveiliging warmtebron bewaking bronuitgang. Bronuitgangstemperatuur te laag (glycolwaterafvoer)
26
Storing compressordruk
27
Koelmiddeldruk te hoog De geïntegreerde hogedrukschakelaar is bij 30 bar (g) geactiveerd. De warmtepomp kan op z’n vroegst na een wachttijd van 60 min weer starten
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Doorstroming warmtebron controleren. Steekcontact op de printplaat en bij de kabelboom controleren, voeler op correcte werking controleren (weerstandsmeting aan de hand van de karakteristieken AV11, zie blz 68), voeler vervangen. Volumestroom van de bronpomp controleren (optimale spreiding ca. 3-5 K). Vuilzeef plaatsen/reinigen. Water/glycolcircuit ontluchten. Doorstroming warmtebron controleren. Warmtebronpomp defect, temSteekcontact op de printplaat en bij de peratuurvoeler defect. kabelboom controleren, voeler op corTe weinig volumestroom in recte werking controleren (weerstandswarmtebroncircuit. Geen/volle vuilfilter in retour van meting aan de hand van de karakteristieken AV11, zie blz 68), voeler vervangen. bron. Lucht in water/glycolcirVolumestroom van de bronpomp controcuit. leren (optimale spreiding ca. 3-5 K). Filter reinigen. Water/glycolcircuit ontluchten. Stooklijn of verwarmingsVerlaag de stooklijn. Controleer het vermogen erg hoog noodzakelijke verwarmingsvermogen. Warmtebronpomp defect, temperatuurvoeler glycolwatertoevoer of -afvoer defect. Te weinig volumestroom in warmtebroncircuit. Geen/volle vuilzeef in retour van bron. Lucht in water/glycolcircuit.
Warmtebenuttingszijde neemt te weinig warmte af. Mogelijke oorzaken: Lucht in CV-systeem.
CV ontluchten
Defecte CV-pomp of pompvermogen is verminderd.
Pomp controleren, evt. vervangen.
Radiatorverwarming zonder open verdeler resp. bufferboiler.
Systeem controleren.
Bufferboiler, voeler CV buffer boven en onder verwisseld.
Positie van de voelers controleren.
Te geringe volumestroom door sluiten van kranen in afzonderlijke vertrekken bij een vloerverwarming. Korte CV-functie vindt plaats na elke WW opwarming, wanneer buitentemperatuur beneden BT-uitschakelgrens daalt! De regeling controleert of CV-functie nodig is.
Systeem controleren.
Warmwaterboiler met te weinig opgenomen vermogen geïnstalleerd.
Opgenomen vermogen controleren.
Aanwezige vuilzeef dichtgeslibt of verkeerd gedimensioneerd.
Vuilzeef reinigen.
Afsluitkleppen gesloten.
Alle afsluitkleppen openen.
Koelmiddeldoorstroming te gering (b.v. thermische expansieklep TEV verkeerd ingesteld of defect).
Koelmiddelcircuit controleren.
55
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 55
16-04-2009 13:54:55
28
Koelmiddeldruk te laag De geïntegreerde lagedrukschakelaar is bij 1,25 bar (g) geactiveerd.
Warmtebronzijde levert te weinig warmte. Mogelijke oorzaken: Lucht in het Warmtebroncircuit ontluchten. warmtebroncircuit. Bronpomp defect of pompvermo- Bronpomp controleren. gen is verminderd. Geen gelijkmatige doorstroming Water/glycolcircuit inregelen. van alle circuits. Herkenbaar aan verschillend sterke ijsvorming bij afzonderlijke water/glycolcircuits. Aanwezige vuilzeef dichtgeslibt Vuilzeven reinigen. of verkeerd gedimensioneerd. Niet alle vereiste afsluitkleppen zijn geopend.
29
30
32
36
60
90
Alle afsluitkleppen openen.
Koelmiddelcircuit controleren. Koelmiddeldoorstroming te gering (b.v. thermische expansieklep TEV verkeerd ingesteld of defect). Koelmiddeldruk buiten het bereik Koelmiddeldruk te hoog of te laag, Zie storing 27 en 28. alle bovengenoemde oorzaken mogelijk Storing (27 en 28). Als de storing twee keer achter elkaar optreedt, kan de warmtepomp op z’n vroegst na een wachttijd van 60 min weer starten. Storing temperatuurvoeler lage De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de drukcircuit (rendement onjuist aangesloten op de elektronica. voeler. weergegeven) Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. Storing temperatuurvoeler De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de glycolwatercircuit. aangesloten op de elektronica. voeler. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. Brondruk te laag Drukverlaging in het warmteWarmtebronsysteem op lekkages conbronsysteemdoor lekkage of troleren, water/glycolmengsel bijvullen, luchtbellen.Druk <0,6 bar ontluchten. Bescherming tegen vorst Temperatuur van de warmtebron Controleer het debiet van de warmtebron. te hoog. De temperatuurvoeler van de aanvoerleiding glycolwa- Controleer de aansluitingen van de voeler. tercircuit is defect. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. Druk in het verwarmingscircuit Te lage druk in het verwarmings- Controleer de dichtheid van het circuit. te laag circuit Vul en ontlucht het circuit. Het kan dan gaan om een lek.
56
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 56
16-04-2009 13:54:56
18.2 Te corrigeren storingen Het apparaat is gestopt. Corrigeer de storing alvorens het apparaat opnieuw te starten. Storing
Omschrijving
33
Storing druksensor aanvoerleiding verwarmingscircuit
34
Storing druksensor glycolwatercircuit
40
Storing temperatuurvoeler hoge drukcircuit
41
Storing temperatuurvoeler glycolwatercircuit.
42
Storing temperatuurvoeler retourleiding verwarmingscircuit
43
Storing temperatuurvoeler aanvoerleiding verwarmingscircuit
44
Storingvoeler buitentemperatuur
45
Storing temperatuurvoeler boiler
46
Storing externe temperatuurvoeler boven aan buffervat
47
Storing externe temperatuurvoeler beneden aan buffervat
48
Storing externe temperatuurvoeler aanvoerleiding verwarmingscircuit
52
De sensoren komen niet overeen met de hydraulische code Vorstbeveiliging warmtebron bewaking bronuitgang. Storing 20 drie keer achter elkaar opgetreden
60
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De sensor is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de sensor. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de sensor juist zijn. Controleer de weerstand van de sensor. De sensor is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de sensor. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de sensor juist zijn. Controleer de weerstand van de sensor. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. Storing van de warmtebron. Controleer de aansluitingen van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer of de positie en de werking van de aangesloten op de hoofdkaart. voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer het debiet van de warmtebron. aangesloten op de elektronica. Controleer de aansluitingen van de voeler. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler van de buitenControleer de aansluitingen van de voeler. temperatuur is defect. Controleer of de werking van de voeler juist is. De aansluitkabel is defect. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De voeler is defect of onjuist Controleer de aansluitingen van de voeler. aangesloten op de elektronica. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. De hydraulische code is onjuist Controleer de instelling van de hydraulische doorgegeven. code. Controleer of de positie aan de externe De sensor is onjuist aangesloten. temperatuurvoelers. Zie storing 20. Zie storing 20.
57
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 57
16-04-2009 13:54:56
62
Bescherming tegen vorst
72
Temperatuur aanvoerleiding vloerverwarming te laag
81 Druk van het (3 maal koudemiddel te hoog 27 komt uit op 81)
83 Druk van het (3 maal koudemiddel te laag 28 komt uit op 83)
Controleer het temperatuurpeil van de warmtebron. Controleer de aansluitingen van de voeler. De temperatuurvoeler van de Controleer of de positie en de werking van de bron uit leiding glycolwatercir- voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler. cuit is defect. Uitgangstemperatuur van de warmtebron te hoog.
Instelling van de stooklijn te hoog. De driewegklep is defect
Verlaag de stooklijn. Controleer de driewegklep.
De temperatuurvoeler is defect
Controleer de aansluitingen van de voeler. Controleer of de positie en de werking van de voeler juist zijn. Controleer de weerstand van de voeler.
Lucht in het verwarmingscircuit Ontlucht het verwarmingscircuit. De verwarmingspomp is defect. Het vermogen van de pomp is verminderd. Het circuit voor radiatorverwarming beschikt niet over een driewegmengklep of buffervat. Het debiet van het vloerverwarmingscircuit is te klein. Het opgenomen vermogen van de boiler is te laag. Het vuilfilter is vuil of past niet.
Controleer het opgenomen vermogen van de boiler. Reinig het vuilfilter.
De afsluitkranen zijn dicht.
Open alle afsluitkranen.
Het debiet van het warmtebroncircuit is te laag (expansieventiel verkeerd afgesteld of defect). Er zit lucht in het warmtebroncircuit. De glycolwaterpomp is defect. De pomp heeft minder vermogen. Slechte circulatie in de glycolwatercircuits Vuilfilter vuil of past niet.
Controleer het koudemiddel circuit.
Reinig het vuilfilter.
De afsluitkranen zijn dicht.
Open alle afsluitkranen.
Het debiet van de koelvloeistof is te laag (expansieventiel slecht afgesteld of defect). Druk van het koudemiddel te Zie voor mogelijke oorzaken laag of te hoog van storing: 81.
84 (3 maal 29 komt uit op 84) 90 Druk in het verwarmingscircuit Drukvermindering in de CV-
te laag. De warmtepomp stopt als de druk zakt tot onder 0.5 bar en herstart automatisch als de druk weer boven 0,7 bar stijgt
installatie door lekkage, luchtbellen of defect expansievat. Schroefverbindingen aan de achterzijde van de warmtepomp zijn niet goed afgedicht. Klemkoppelingen bij 3-wegklep zijn lek.
Controleer de verwarmingspomp.
Controleer de installatie.
Controleer de installatie.
Ontlucht het glycolwater circuit Controleer de glycolwaterpomp.
Regel de functie van de glycolwater circuits.
Controleer het koudemiddel circuit.
Zie oplossingen van storing 81 en 83.
CV-installatie controleren op lekkages, water bijvullen, ontluchten, expansievat controleren. Schroefverbindingen vaster aandraaien.
Klemkoppelingen bij 3-wegklep vaster aandraaien.
58
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 58
16-04-2009 13:54:56
91
Druk glycolwatercircuit te laag
94
Een fase ontbreekt. Het kan zijn dat een zekering gesprongen is of dat er een fase-aansluiting ontbreekt.
95
96
Verkeerde draairichting comp. fasen verwisselen Fasevolgorde niet correct Storing druksensor van de koelvloeistof
Vermindering van de druk in Controleer de dichtheid van het circuit. het glycolwatercircuit. Het zou Vul en ontlucht het circuit. kunnen gaan om een lek. Fase-uitval of zekering geactiveerd
Zekeringen en kabelaansluitingen controleren (stroomvoeding naar compressor).
Slecht aangedraaide elektrische aansluitingen.
Elektrische aansluitingen controleren.
Te lage netspanning.
Spanning bij elektrische aansluiting van de warmtepomp meten.
Aanloopstroombegrenzer defect of verkeerd aangesloten.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
Fasen verwisseld.
Fasevolgorde door verwisselen van telkens 2 fasen bij de netvoeding wijzigen.
Aanloopstroombegrenzer defect of verkeerd aangesloten.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
Een van de druksensoren van het koelvloeistofcircuit is defect.
Controleer de aansluitingen van de sensor. Controleer of de sensor correct werkt.
Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende vakkrachten.
59
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 59
16-04-2009 13:54:56
19 Controle van de installatie
Omschrijving
De bijverwaming werkt niet, zelfs niet als deze ingeschakeld wordt via de regeling. De verwarming of de boiler bereikt de gewenste temperatuur niet.
De verwarming werkt niet of bereikt de ingestelde temperatuur niet.
Mogelijk oorzaak
Oplossing
De handmatig te ontgrendelen veiligheidsthermostaat van de electirsche naverwarmer is uitgeschakeld.
Ontgrendel de veiligheidsthermostaat door op de knop te drukken.
Verkeerde afstelling van de bijverwarming.
Ga naar hoofdstuk: 14.15 (blz. 40)
Als de beveiliging opnieuw wordt uitgeschakeld, zijn dit de mogelijke oorzaken: Er zit lucht in het verwarmingscircuit.
Ontlucht het verwarmingscircuit.
Vuilfilter in de retourleiding van de verwarming is vuil. De verwarmingspomp is geblokkeerd of draait te langzaam. De driewegklep blijft in de verkeerde positie staan (tapwaterzijde). Het ingestelde weekprogramma staat UIT of de temperatuur staat ingesteld op “confort min” Het broncircuit heeft een zeer laag temperatuursniveau. De buitenvoeler wordt blootgesteld aan directe zonnestralen. Verkeerde instelling van de stooklijn.
Reinig de vuilfilter.
Controleer de circulatie in de bron. Controleer de broncapaciteit/sensor. Verplaats de buitenvoeler naar noord/noordoost. Stel de stooklijn naar beneden bij.
Er zit lucht in het verwarmingscircuit.
Ontlucht het verwarmingscircuit.
Te weinig warmteafgifte, doorstroming te gering. Het tapwater bereikt de De driewegklep blijft aan de verkeerde ingestelde temperatuur niet. positie staan (CV zijde). Verkeerde afstelling van de bijverwarming.
Controleer de verwarmingspomp. Controleer de driewegklep. Controleer het weekprogramma.
Controleer de kleppen en thermostaatkranen en pas aan waar nodig. Controleer de driewegklep. Ga naar hoofdstuk: 14.15 (blz. 40)
Verkeerde keuze van hydraulische schema in het installateursmenu. De tapwatersensor reageert niet of is defect.
Geluiden in het verwarmingscircuit.
Controleer de instellingen in het installateursmenu. Controleer de aansluitingen van de sensor. Controleer de positie en werking van de sensor. Controleer de weerstand van de sensor. De warmwater boiler is niet geschikt voor het Controleer de geschiktheid van de boiler. temperatuursniveau van het primaire circuit. Lucht in het CV circuit. Ontlucht het CV circuit. Er zit bezinksel in het verwarmingscircuit.
Spoel het verwarmingscircuit schoon.
CV pomp defect.
Controleer of de pomp goed werkt.
Watersporen in de buurt van Lekkages in het CV circuit. het apparaat.
De condensafvoer is verstopt.
Controleer de componenten van het CV circuit (pomp, electrische naverwarming, leidingen). Draai de koppelingen aan en vervang de afdichtingen/pakkingen. Controleer het isolatiemateriaal van het koudemiddelcircuit. De condens in het apparaat wordt in een bak opgevangen en onder het toestel afgevoerd. Controleer de leidingen binnen in het toestel en isoleer deze indien nodig, om de condensvorming te verminderen.
19.1 Algemeen • Controleer of het apparaat na de installatie goed functioneert. • Stel het apparaat in bedrijf volgens de aanwijzingen in de gebruikershandleiding en controleer of het correct werkt.
• Controleer de dichtheid van het apparaat en repareer mogelijke lekken. • Controleer alle bedienings- en veiligheidselementen, alsmede de afstelling en de bedrijfsstatus hiervan.
60
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 60
16-04-2009 13:54:56
Controlelijst voor in bedrijfstelling 20
Voordat u de warmtepomp in gebruik neemt, controleert u de volgende controlelijst. Neem de warmtepomp alleen in gebruik, wanneer aan alle punten inhoudelijk werd voldaan. Controlelijst CV-circuit
Werd bij de planning rekening gehouden met gebouwdelen die op een later moment moeten worden verwarmd? Werd rekening gehouden met het vermogen voor de warmwatervoorziening? Werden de CV-circuits van het systeem hydraulisch afgesteld? Werden drukverliezen middels berekening van het buizennetwerk bepaald? Als bij de planning te verwachten drukverliezen werden berekend: werd een tweede pomp ingebouwd om de drukverliezen te overwinnen? Werd rekening gehouden met de minimum-massastroom van de warmtepomp? Werd een vuilfilter in de retourleiding ingebouwd? Werd het systeem voorzien van alle in deze handleiding beschreven beveiligingen? Werden overlooptrechter en afblaasleiding ingebouwd? Zijn de buizen met warmte-isolatie geïsoleerd? Werd het CV-circuit gespoeld, gevuld en ontlucht? Werd het CV-circuit op dichtheid gecontroleerd? Werden de buizen diffusiedicht geïsoleerd? Controlelijst Glycolcircuit
Is de druk van het Glycolcircuit met water getest en het Glycolcircuit op lekkages gecontroleerd? Werd de mengverhouding water/vorstbeveiliging (2:1) in acht genomen? Werd de vorstbeveiliging (-15 °C) met een antivriestester gecontroleerd? Is er een drukschakelaar in het Glycolcircuit ingebouwd? Werd de drukschakelaar op de warmtepomp aangesloten? Werd een vuilfilter op de ingang aan Glycolzijde van de warmtepomp geïnstalleerd? Zijn er afsluitkleppen in het Glycolcircuit ingebouwd? Zijn er leidingregelkleppen in het Glycolcircuit ingebouwd? Werden de Glycolcircuits hydraulisch afgesteld? Werd het Glycolreservoir geïnstalleerd? Werd het Glycolbroncircuit op 1,5 bar druk gevuld? Werd het Glycolreservoir tot 2/3 gevuld? Werden voor de warmtepomp afsluitvoorzieningen geïnstalleerd? Werden de buizen diffusiedicht geïsoleerd? Tabel 20.1 Controlelijst inbedrijfstelling
61
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 61
16-04-2009 13:54:57
Controlelijst elektrische installatie
Is bij de klant een scheidingsinrichting met een contactopening van min. 3 mm aanwezig en werd deze dienovereenkomstig van een tekst voorzien? Werden alle elektrische aansluitingen correct en conform de vast-gelegde elektrische schakelschema’s uitgevoerd? Werd de aarddraad correct aangesloten? Hebben alle leidingen de noodzakelijke leidingdoorsneden? Werden de noodzakelijke contactverbrekers overeenkomstig de ge-bruikte leidingdoorsneden en legmethoden gebruikt en van tekst voorzien? Werden alle leidingen via trekontlastingen vastgezet? Werd een evt. aanwezig toongemoduleerd signaal van de netexploitant op de warmtepomp aangesloten? Controlelijst montage
Werden alle manteldelen gemonteerd? Geïnstalleerde apparaten
Referentie warmtepomp Referentie warmwatervat Capaciteit warmwatervat Referentie buffervat Capaciteit buffervat Is een omgevingsthermostaat van MagnaControl geïnstalleerd? Installatie van de verticale collector
Naam van het bedrijf dat belast is met het boren Aantal collectoren Afstand tussen de voelers? Boordiepte van de voelers? Installatie van de horizontale collector
Hoeveel glycolwatercircuits zijn er geïnstalleerd? Afstand tussen de leidingen Welke leidingdiameter is geïnstalleerd? Op welke diepte ligt de collector ingegraven? Wat is de lengte van de glycolwatercircuits? Tabel 20.1 Controlelijst inbedrijfstelling (vervolg)
62
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 62
16-04-2009 13:54:57
Installatie op grondwater
Wat is het geplande waterdebiet van het grondwater? Zijn het water en de watersamenstelling geanalyseerd? Is er een andere warmtewisselaar gebruikt voor ontkoppeling? Welk type pomp is geïnstalleerd op het grondwater? Vermogen van het vloerverwarmingscircuit Vermogen van het radiatorcircuit Totale vermogen van het cv-circuit Berekening van het cv-circuit
Zijn er belastingsverliezen berekend? Is er een extra pomp geïnstalleerd? Welk model pomp is geïnstalleerd? Zijn de verwarmingscircuits van de installatie ingeregeld? Is de installatie uitgerust met een veiligheidsklep, een uitschakelmechanisme en een expansievat? Is afvoer naar de riolering gerealiseerd? Warmwatervoeding
Is de installatie uitgerust met een inlaatcombinatie? Is er een hercirculatiecircuit geïnstalleerd? In bedrijfstelling van de installatie met warmtepomp
Controles Is de draairichting van de compressor gecontroleerd? Wat is de druk van het verwarmingscircuit als het koud is? Functioneert de verwarming? Is het water in het vat warm? Instellingen van de gebruikerinterface
Zijn de instellingen voor in bedrijfstelling uitgevoerd? Gebruikersinformatie: Is de gebruiker geïnformeerd over de volgende punten?
Basiswerking en gebruik van de gebruikersinterface Onderhoudsadvies Overhandigen van documentatie
Is er een gebruikershandleiding aan de gebruiker overhandigd? Is er een installatiehandleiding aan de gebruiker overhandigd? Installatiehandleiding uitsluitend gereserveerd voor gebruik door erkende vakkrachten.
63
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 63
16-04-2009 13:54:57
21 Informatie voor de gebruiker
21 Informatie voor de gebruiker De gebruiker van het apparaat moet geïnformeerd worden over de bediening en de werking van zijn apparaat. • Leg hem de werking van het apparaat zo uit dat hij vertrouwd raakt met het gebruik ervan. • Loop samen met hem de gebruikershandleiding door en beantwoord zo nodig de vragen. • Geef de gebruiker alle handleidingen en documenten die op zijn apparaat betrekking hebben en vraag hem deze in de nabijheid van het apparaat te bewaren. • Geef de gebruiker vooral de veiligheidsinstructies die hij in acht dient te nemen. • Herinner de gebruiker aan het verplichte, regelmatige onderhoud van de installatie. • Adviseer hem een onderhoudscontract af te sluiten met een erkend vakman. 21.1 Referentie Aan de installateur: vul a.u.b. de volgende tabellen in, om eventueel noodzakelijk servicewerk te vergemakkelijken. Installatie en inbedrijfstelling werden uitgevoerd door: Bouw warmtebron
Datum: Firma: Naam: Telefoon: Elektrische installatie
Datum: Firma: Naam: Telefoon: Inbedrijfstelling
Datum: Firma: Naam: Telefoon:
64
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 64
16-04-2009 13:54:57
Controle bronsysteem en warmtepomp
Omschrijving
Nee
Ja
bodemwisselaar type Bodemwisselaar buismateriaal Bodemwisselaar buisdiameter en wanddikte Aantal lussen bodemwisselaar Diepte per boring Komen de boorpunten overeen met de bijgevoegde tekening? Op welke minimale diepte zijn de lussen onder het maaiveld naar de woning gebracht? Zijn de lussen in Tichelman systeem uitgevoerd op de de verdeler? Zijn er Taco setters in de lussen geplaatst en zijn deze ingeregeld? Zijn er afsluiters geplaatst na de verdelers op de aanvoer en retour? Is de bodemwisselaar afgevuld met voorgemengd antivriesmiddel? Welk soort antivriesmiddel is gebruikt? Hoeveel % antivriesmiddel is toegevoegd? (min. 30%) Wat is het vriespunt van het water antivriesmiddel van de bodemwisselaar? (Het vriespunt dient op -15˚ te liggen) Is de bodemwisselaar afgeperst op een overdruk van minimaal 6 bar? Is de warmtepomp in een vorstvrije ruimte geplaatst? Is de Bron-installatie afgevuld op een overdruk van 1,5 bar? Is er een veiligheidsoverstortventiel geplaatst? (3 bar) Is er een expansievat geplaatst? Is er een manometer geplaatst? is er een vulaftapkraan geplaatst? is er een vuil/luchtafscheider in de bron-uit leiding geplaatst? Zijn er afsluiters geplaatst in de bron-in en bron-uit leiding? Zijn alle leidingen en aansluitmaterialen dampdicht geïsoleerd? Oververhitting
Tussen 3K en 10K
Onderkoeling
Tussen 8K en 15K
Temp. bron uit
Temp. bron in
Delta T
Opleveringsrapport Warmtepomp
Datum:
Projectnummer
installateur
-
Naam
Adres
Adres
Postcode
Postcode
Plaats
Plaats
Telefoon
Kavelnummer
Type warmtepomp
Telefoon
Serienummer
65
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 65
16-04-2009 13:54:57
Naam bronboorder Adres Postcode Plaats Telefoon Controle CV-installatie
Omschrijving
Nee
Ja
Is de cv-installatie gecontroleerd op lekkage? Is de cv-installatie gevulden ontlucht op een overdruk van 1,5 bar? Is er een veiligheidsoverstortventiel geplaatstin de aanvoer? (3 bar) Is er een expansievat geplaatst in de retour? (inhoud) Is er een Manometer geplaatst? Zijn er afsluiters geplaatst in aanvoer en retour? Is er een vulaftapkraan geplaatst? Is de installatie tapwaterzijdig gevuld en ontlucht? Is het tapwatercircuit gecontroleerd op lekkage? Is er een inlaatcombinatie geplaatst? (Openingsdruk 8 bar) Lage temperatuurverwarming aanwezig? Aantal verdelers en groepen Zijn er groepen of verdelers afsluitbaar? Hoeveel kW van de LTV is niet afsluitbaar (Continu beschikbaar als buffer) Is er 400 V AC / 3P + N + GND / 50 Hz aanwezig? Zijn alle voelers (AV10) aangesloten? Zijn alle trekontlasters van de kabel gemonteerd? Welk type afstandsbediening is er geplaatst? Is de buitenvoeler aangesloten? Zijn er beschadigingen zichtbaar? Temp. CV aanvoer
Temp. CV retour
Delta T K
Opmerkingen
Gecontroleerd door:
Plaats:
Datum:
Handtekening
66
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 66
16-04-2009 13:54:58
Reserveonderdelen 22
22 Reserveonderdelen
25.2 Verpakking
Om duurzaam functioneren van alle onderdelen van het apparaat te garanderen en het apparaat in goede staat te houden mogen bij de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden alleen originele reserveonderdelen van AWB gebruikt worden.
Zorg ervoor dat de transportverpakking op correcte wijze wordt afgevoerd.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen van AWB. • Zorg voor correcte montage van deze onderdelen en let daarbij goed op hun oorspronkelijke plaats en richting.
De AWB warmtepomp is gevuld met het koudemiddel
23 Service Het serviceteam dient ter ondersteuning van de installateur. 24.1 Regelmatig onderhoud • Controleer de juiste werking van de beveiligingen van het glycolwatercircuit en het verwarmingscircuit. • Controleer de druk van het glycolwatercircuit en het verwarmingscircuit. • Controleer de staat van de filters. 24.2 V ervangen van de elektronica of de gebruikersinterface • Als u de elektronica of de gebruikersinterface wil vervangen, verwijzen we u naar hoofdstuk 16 “Eerste in bedrijfstelling” om de instellingen van de installatie uit te voeren en de productcode “APCO”van het apparaat aan te geven.
25.3 Koudemiddel
GEVAAR! Koudemiddel R 407 C! Het koudemiddel mag alleen door gekwalificeerd personeel worden afgevoerd. Bij de afvoer van het koudemiddel gassen en dampen niet inademen. Gevaar voor de gezondheid! Contact met huid en ogen vermijden. Uitstromend koudemiddel kan bij aanraken van het uitstroompunt tot bevriezingen leiden! Bij normaal gebruik en normale omstandigheden vormt het koudemiddel R 407 C geen gevaar. Bij ondeskundig gebruik kan er echter schade ontstaan.
Attentie! Gevaar voor het milieu! Vóór de afvoer van de warmtepomp moet het koudemiddel in speciale systemen worden afgevoerd.
Installatiehandleiding voor exclusief gebruik door erkende vakmensen. 25 Recycling en afvoer Zowel de AWB warmtepomp als de bijbehorende transportverpakking bestaan hoofdzakelijk uit recyclebaar materiaal. 25.1 Toestel Als uw AWB toestel met dit symbool is gekenmerkt, dan mag het na afloop van de gebruiksduur niet met het huisvuil worden meegegeven. Zorg er in dit geval voor dat het AWB toestel alsmede de evt. aanwezige toebehoren na afloop van de gebruiksduur correct worden afgevoerd. Aangezien dit AWB toestel niet valt onder de wet in-zake het op de markt brengen, terugnemen en milieuvriendelijk afvoeren van elektrische en elektronische apparaten (WEEErichtlijn), is een gratis afvoer bij een gemeentelijk verzamelpunt niet voorzien.
67
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 67
16-04-2009 13:54:58
26 Voelerkarakteristieken
Voelerkarakteristieken Interne temperatuurSensoren.
Voelerkarakteristieken Externe temperatuurSensoren. Temperatuur (°C)
Weerstand (Ohm)
-40
87879
-35
63774
-30
46747
-25
34599
-20
25848
-15
19484
-10
14814
-5
11358
0
8778
5
6836
10
5363
15
4238
20
3372
25
2700
30
2176
35
1764
40
1439
45
1180
50
973
55
807
60
672
65
562
70
473
75
400
80
339
85
289
90
247
95
212
100
183
105
158
110
137
115
120
120
104
125
92
130
81
135
71
140
63
145
56
150
50
155
44
Temperatuur (°C)
Weerstand (Ohm)
-40
327344
-35
237193
-30
173657
-25
128410
-20
95862
-15
72222
-10
54892
-5
42073
0
32510
5
25316
10
19862
15
15694
20
12486
25
10000
30
8060
35
6535
40
5330
45
4372
50
3605
55
2989
60
2490
65
2084
70
1753
75
1481
80
1256
85
1070
90
916
95
786
100
678
105
586
110
509
115
443
120
387
125
339
130
298
135
263
140
232
145
206
150
183
155
163
Tabel 26 intern voelerkarakteristieken
Tabel 25 externe voelerkarakteristieken
68
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 68
16-04-2009 13:54:58
veiligheidsregels en aanbevelingen 27 Buitentemperatuurvoeler Temperatuur (°C)
Weerstand (Ohm)
-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35 40
2167 2068 1967 1862 1745 1619 1494 1387 1246 1128 1020 920 831 740
Tabel 26 voelerkarakteristieken
27 Veiligheidsregels en aanbevelingen Neem de onderstaande veiligheidsregels en aanbevelingen in acht: • Gebruik in de buurt van het toestel geen aerosol, oplosmiddelen, schuurmiddelen, schoonmaakmiddelen met chloor, verf, lijm etc. Onder ongunstige omstandigheden kunnen deze substanties zeer corrosief zijn, zelfs voor het rookgaskanaal. • Gebruik of bewaar geen explosieve of gemakkelijk ontvlambare materialen (bijv. benzine, verf etc.) in de ruimte waar het toestel zich bevindt. • Schakel nooit de veiligheidsvoorzieningen uit en probeer ook niet om iets aan deze voorzieningen en hun instellingen te veranderen, omdat dat een storing zou kunnen veroorzaken. • Verander niets aan: - het toestel zelf, - de omgeving van het toestel, - de toevoer van water, lucht, gas en stroom. • Verricht zelf geen onderhoud of reparaties aan het toestel. • Sluit in geval van een waterlekkage onmiddelijk de koudwatertoevoer van het toestel en bel een erkende installateur om het lek te repareren. • Verbreek nooit verzegelingen • Verander niets aan de technische voorzieningen en omstandigheden bij en om het toestel, omdat deze zeer belangrijk zijn voor de veiligheid van het toestel.
Let op! Wij raden u aan om zeer zorgvuldig te zijn bij de instelling van de warmwatertemperatuur: Water kan zeer heet zijn, wanneer het uit de kraan komt. 28 Garantie/aansprakelijkheid AWB CV-ketels BV staat namens de fabriek in voor de goede kwaliteit van fabricage en materiaal. Bedoelde garantie beperkt zich tot materiaal- en fabricagefouten.
De garantie heeft een looptijd van: • 12 Maanden garantie op arbeidsuren en voorrijkosten en 24 maanden garantie op onderdelen. Bovengenoemde fabrieksgarantie geldt uitsluitend en alleen onder de volgende voorwaarden: • Het toestel moet door een deskundige zijn geïnstalleerd volgens de voorwaarden en normen van de competente instanties. • Het toestel moet van een Nederlands toelatingsnummer zijn vooorzien en toegelaten voor gebruik op de Nederlandse markt. Eventuele aanpassingen van niet voor de Nederlandse markt toestellen, kunnen en mogen alleen door AWB of door een door AWB aangewezen installateur uitgevoerd worden. Elke aanspraak op garantie vervalt bij het uitvoeren van reparaties, wijzigingen of aanpassingen en/of monteren van niet AWB onderdelen zonder voorafgaande toestemming van AWB CV-ketels Nederland. Daarnaast vervalt elke aanspraak op garantie bij montage in afwijking van de landelijke en plaatselijk geldende voorschriften. De garantiekaart dient ingevuld en binnen acht dagen na installatiedatum ondertekend, voorzien van een stempel van de installeerende installateur, aan ons te worden verzonden. De garantie geldt bij normaal huishoudelijk gebruik in de overeenstemming met de installatievoorschriften. Uitdrukkelijk van garantie uitgesloten is gebruik voor andere doeleinden dan in de gebruiksaanwijzing vermeldt. Ook toestellen die defect geraakt zijn door overbelasting, bevriezing en verwaarlozing en onderdelen dei vallen onder de normale gebruiksslijtage, zijn uitgesloten van garantie. Aanspraken tijdens de garantieperiode hebben geen verlenging van de garantieperiode tot gevolg. Elke aanspraak op garantie vervalt indien het totstel niet overeenkomstig de strekkende voorschriften wordt onderhouden. Gebruik van het toestel De apparatuur van AWB wordt geproduceerd volgens de nieuwste stand van de techniek en voldoet aan alle actuele veiligheidsregels. Dit toestel wordt gebruikt voor zowel cv als het produceren van warm water. Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik en is verboden. De producent aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook door dergelijk oneigenlijk gebruik. In dergelijke gevallen is de gebruiker aansprakelijk. De instructies in de gebruikershandleiding, de installatiehandleiding en alle begeleidende documenten moeten worden opgevolgd en de voorwaarden voor installatie en onderhoud moeten in acht worden genomen. Verzorging • Reinig de behuizing van het toestel met een in zeepsop gedrenkte doek. • Gebruik geen schuurmiddelen/schurende reinigingsmiddelen, omdat die de behuizing of de kunststof onderdelen kunnen beschadigen.
69
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 69
16-04-2009 13:54:58
29 Technische gegevens
Benaming Artikelnummer Hoogte zonder aansluitingen Breedte Diepte met user interface 675 Totaal gewicht - met verpakking - zonder verpakking - gereed voor gebruik Nominale spanning - CV-circuit/compressor - regelcircuit - extra verwarming Zekering, traag Cos φ Aanloopstroom - zonder aanloopstroombegrenzer - met aanloopstroombegrenzer Elektrisch opgenomen vermogen - min. bij B-5W35 - max. bij B20W60 - extra verwarming Beschermklasse EN 60529 Hydraulische aansluiting - CV aanvoer en retour - warmtebron aanvoer en retour - koud water/warm water Warmtebroncircuit (Glycolcircuit) - Glycoltype - max. werkdruk - min. ingangstemperatuur - max. ingangstemperatuur - nominale volumestroom dT 3K - restopvoerhoogte dT 3K - nominale volumestroom dT 4K - restopvoerhoogte dT 4K - elektrisch opgenomen vermogen pomp CV-circuit - max. werkdruk - min. aanvoertemperatuur - max. aanvoertemperatuur - nominale volumestroom dT 5K - restopvoerhoogte dT 5K - nominale volumestroom dT 10K - restopvoerhoogte dT 10K - elektrisch opgenomen vermogen pomp Koelcircuit - koudemiddeltype - hoeveelheid - aantal slagen EX-klep - toegelaten werkoverdruk - compressortype - olie
Eenheid mm mm mm kg kg kg -
MAGNA GEO 10 T
MAGNA GEO 14 T
MAGNA GEO 17 T
0010006321
0010006322 920 600 675
0010006323
174 159 167
194 179 189
201 186 198
3/N/PE 400 V 50 Hz 1/N/PE 230 V 50 Hz 3/N/PE 400 V 50 Hz 3 x 25 0,9
A
3 x 16
A A
46 <16
64 <25
74 <25
kW kW kW -
2,3 4,9 6
3,1 6,8 6 IP 20
2,4 7,7 6
mm mm mm
G 1 1/4”, Ø 28 G 1 1/4”, Ø 28 R 3/4”
MPa (bar) °C °C l/h mbar l/h mbar W
Ethyleenglycol 30 % 0,3 (3) -10 20 2428 272 1863 386 132
MPa (bar) °C °C l/h mbar l/h mbar W kg MPa (bar) -
3 x 25
3334 252 2501 428 205
3939 277 2954 487 210
0,3 (3) 25 62 1787 312 902 455 93
2,05 5,00
2371 440 1187 575 132 R 407 C 2,9 8,75 2,9 (29) Scroll ester
2973 462 1538 643 205
3,05 9,00
Tabel 27 Technische gegevens
70
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 70
16-04-2009 13:54:59
Benaming
Eenheid
MAGNA GEO 10 T
MAGNA GEO 14 T
MAGNA GEO 17 T
Vermogensgegevens warmtepomp
-
-
-
-
B0W35 dT5 - verwarmingsvermogen - opgenomen vermogen - prestatiecoëfficiënt/COP B0W35 dT10 - verwarmingsvermogen - opgenomen vermogen - prestatiecoëfficiënt/COP
kW kW kW kW -
10,4 2,4 4,4 10,5 2,3 4,6
13,8 3,2 4,3 13,8 3,1 4,5
17,3 4,1 4,3 17,9 3,9 4,6
B5W55 - verwarmingsvermogen - opgenomen vermogen - prestatiecoëfficiënt/COP
kW kW -
11 3,4 3,2
15,2 4,7 3,2
18,6 5,8 3,2
Geluidsvermogen binnen
dbA
49
51
53
Voldoet aan veiligheidsvoorschriften
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 60335 ISO 5149
Tabel 27 Technische gegevens
Attentie! R 407 C is een chloorvrij koudemiddel dat de ozonlaag niet aantast. Servicewerkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen echter alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd.
71
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 71
16-04-2009 13:54:59
72
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 72
16-04-2009 13:54:59
73
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 73
16-04-2009 13:54:59
74
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 74
16-04-2009 13:54:59
75
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 75
16-04-2009 13:55:00
Postbus 2138 5700 DA Helmond (0492) 46 95 00 (0492) 46 95 09
[email protected] www.awb.nl
0020057391 G 04/2009
T F E I
58364-AWB-Magna Solo 16-04.indd 76
16-04-2009 13:55:00