Voor het te laat is
Handleiding voor het vastleggen van de verhalen achter museale objecten op film
Woord vooraf Deze handleiding is geschreven voor het project ‘Voor het te laat is’. Het project is opgezet door TwentseWelle te Enschede, HEIM te Hengelo, Museum Boerhaave te Leiden en NEMO en Bijzondere Collecties UvA te Amsterdam. Het project is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds. De handleiding wordt kosteloos ter beschikking gesteld aan alle Nederlandse musea en erfgoedinstellingen. Waardevolle verhalen Het doel van ‘Voor het te laat is’ is de verhalen van de voormalige gebruikers of van experts van museale voorwerpen op film vast te leggen, omdat deze waardevolle verhalen anders verloren gaan. De filmpjes van 3 á 4 minuten worden via www.voorhettelaatis.nu en/of in het museum aan het publiek getoond.
1
Stap voor stap In deze handleiding wordt stap voor stap uitgelegd hoe zowel inhoudelijk als technisch een kwalitatief mondelinge-geschiedenisfilmpje wordt voorbereid, het historisch interview wordt afgenomen, het interview wordt gefilmd en wordt gemonteerd tot een mooi drie á vier minuten durend filmpje.
Leeswijzer
de producer de interviewer de filmer de editor
Deze vier rollen én het praktische verloop van een mondelinge geschiedenisproject vormen de opbouw van deze handleiding. De opbouw De handleiding is in vier delen verdeeld. Elk deel vertegenwoordigt een onderdeel van het project, zoals de voorbereiding, de filmdag en het monteren. De vier delen zijn opgebouwd uit hoofdstukken. Elk hoofdstuk is belangrijk voor één of meer van de vier rollen. De meeste hoofdstukken eindigen met een handige checklist.
Symbolen In de inhoudsopgave, bij de profielschetsen van de rollen en aan het begin van elk hoofdstuk staat aangegeven voor welke rol het hoofdstuk belangrijk is, waarbij elke rol te herkennen is aan het bijbehorende symbool. De profielschets Voor elk van de rollen volgt een profielschets waarin wordt bekeken welke eigenschappen nodig zijn om die taak het beste te kunnen uitvoeren. Als eerste moet aan de hand van deze profielschetsen worden bepaald wie welke rol aanneemt binnen het projectteam. Het leesvoer Naast een profielschets is aangegeven welke hoofdstukken in deze handleiding in ieder geval gelezen moeten worden om de rol goed uit te kunnen voeren. Het is natuurlijk het beste om alle hoofdstukken te lezen. De voormalige gebruiker De geïnterviewde wordt in deze gehele handleiding de ‘voormalige gebruiker’ genoemd. De geïnterviewde kan echter ook een expert of vrijwilliger zijn die veel over het onderwerp weet. Het gaat er vooral om dat de geïnterviewde een persoonlijke band met het object heeft.
2
‘Voor het te laat is’ is een project dat gezamenlijk in een projectteam wordt uitgevoerd. Om het project te laten slagen zijn vier rollen erg belangrijk: de interviewer, de filmer en diegene die het filmpje monteert, de editor. Daarnaast is er de rol van producer.
Inhoudsopgave Profielschetsen
Deel 3: De opnamedag
4
De interviewer
23
H8 De voorbereiding op de opnamedag
4
De filmer
24
H9 Het interview
5
De editor
29
H10 Het filmen
5
De producer
35
Checklist interview
Deel 1: De achtergrond 7
H1 Wat is mondelinge geschiedenis
38
H11 Het monteren
9
H2 Het doel van dit project
42
Checklist monteren
Deel 2: De voorbereiding
44
Samenvatting
H3 De selectie van het object en de voormalige
47
Literatuurlijst
48
Colofon
11
gebruiker 13
H4 Het vooronderzoek
14
H5 De voorbereiding van het interview
Bijlage 1. De geschiedenis van mondelinge geschiedenis
16
H6 De filmlocatie en afspraken met de deelnemers
Bijlage 2. Overeenkomst met de voormalige gebruiker
17
H7 De technische voorbereiding
Bijlage 3. Informatie over de voormalige gebruiker
20
Checklist voorbereiding
Bijlage 4. Informatie voor de toekomstige geïnterviewde
3
Deel 4: Het monteren
Profielschetsen De interviewer
De filmer
De interviewer heeft ervaring met het werken met mensen.
De filmer heeft enige technische vaardigheden bij het maken van film en heeft wel eens een camera vastgehouden.
De interviewer kan met zo weinig mogelijk woorden de geïnterviewde zoveel mogelijk te laten vertellen. De interviewer kan overzicht houden tijdens een gesprek en dit op een prettige en flexibele manier leiden en sturen. De interviewer is oprecht geïnteresseerd in zowel het object als de voormalige gebruiker. De interviewer kan aan de hand van de hoofdonderwerpen een compleet interview houden. De interviewer is bereid zich in te lezen en goed voor te bereiden op het interview.
Het leesvoer Voor de interviewer zijn de volgende hoofdstukken belangrijk: Deel 1: hoofdstukken 1 en 2. Deel 2: hoofdstukken 4, 5, 6 en de checklist voorbereiding. Hoofdstuk 3 is goed om door te lezen, maar minder belangrijk. Deel 3: hoofdstuk 8 en 9 en de checklist interview. De werktijd Per interview is de interviewer ongeveer één uur kwijt aan het lezen van het vooronderzoek en de voorbereiding van de vragen. Het interview zelf duurt alles bij elkaar ongeveer één dagdeel.
De filmer is goed ingespeeld op de interviewer, weet wat de belangrijke momenten zijn bij het gesprek en gebruikt dat in zijn werk als filmer. De filmer volgt de sturing van de interviewer, De filmer kan goed overzicht houden en de interviewer tijdens het interview bijstaan. De filmer heeft gevoel voor esthetiek, oftewel voor mooie beelden. De filmer is oplettend en is alert bij veranderende omstandigheden tijdens het filmen.
Het leesvoer Voor de filmer zijn de volgende hoofdstukken belangrijk: Deel 1: hoofdstukken 1 en 2. Deel 2: hoofdstuk 5, 6 en de checklist voorbereiding. Deel 3: hoofdstuk 8,10 en de checklist interview. Deel 4: Hoofdstuk 11 met als onderwerp de montage is als achtergrond informatie interessant voor de filmer om te lezen. De werktijd Afhankelijk van de ervaring kost de voorbereiding veel of weinig tijd. Het interview zelf duurt alles bij elkaar ongeveer één dagdeel.
4
De interviewer is iemand die goed vragen kan stellen, en minstens zo belangrijk, goed kan luisteren.
De editor
De producer
De editor heeft ervaring met computerwerk.
De producer is iemand die goed zijn of haar weg weet in de erfgoedinstelling waar het project zich afspeelt.
De editor weet hoe hij of zij een verhaal vertelt. De editor heeft oog voor spraakmakende, levendige momenten. De editor kan goed samenwerken met de andere teamleden bij het bepalen van het uiteindelijke verhaal in het filmpje. Het leesvoer Voor de editor zijn de volgende hoofdstukken belangrijk: Deel 1: hoofdstukken 1 en 2. Deel 3: hoofdstukken 9 en 10 zijn belangrijk om het filmproces en de aangeleverde beelden beter te begrijpen. Deel 4: hoofdstuk 11 en de checklist monteren. De werktijd Afhankelijk van de ervaring kost het monteren van het filmpje ongeveer twee dagdelen.
De producer kan goed plannen. De producer weet de juiste mensen voor de verschillende rollen te vinden. De producer is iemand die goed overzicht weet te behouden over het hele project. De producer weet de uniformiteit en kwaliteit van de filmpjes te bewaken. De producer is een sociaal persoon.
Het leesvoer Voor de producer zijn de volgende hoofdstukken belangrijk: Deel 1: hoofdstukken 1 en 2. Deel 2: hoofdstukken 3, 4, 5, 7 en de checklist voorbereiding. Deel 3: hoofdstuk 8 en de checklist interview. Deel 4: hoofdstuk 11.
5
De editor heeft ervaring met montagesoftware of is bereid deze vaardigheden te leren.
Deel 1 De achtergrond Deel 1 gaat over de achtergrond van de methode mondelinge geschiedenis en het project ‘Voor het te laat is’. Verder wordt stap voor stap het praktische verloop van het project uitgelegd. Voor elke deelnemer aan dit project is dit belangrijke informatie.
H1 Wat is mondelinge geschiedenis
Mondelinge geschiedenis Wat wij nu oral history of mondelinge geschiedenis noemen is de oudste vorm van geschiedschrijving die de mens kent. Mondelinge geschiedenis levert waardevolle en unieke verhalen op die anders verloren zouden gaan. Via mondelinge geschiedenis komen persoonlijke verhalen en belevenissen naar boven die niet op een andere manier zijn vastgelegd. Verhalen van normale mensen over dagelijkse gebeurtenissen en bijzondere of normale voorwerpen. De haken en ogen aan mondelinge geschiedenis Er zijn wel valkuilen bij mondelinge geschiedenis. De twee belangrijkste zijn het menselijk geheugen en de interviewer die een sturende werking kan hebben.
Valkuil I: het menselijk geheugen
Bij mondelinge geschiedenis is de mens zowel de schatkist als de grootste valkuil. Het menselijk geheugen is onbetrouwbaar en beïnvloedbaar. Mensen vergeten dingen en veel herinneringen worden in de loop van de jaren gekleurd door latere ervaringen.
Er zijn twee soorten geheugens te onderscheiden, die beide invloed hebben op de mondelinge geschiedenis. Het individuele geheugen Wanneer oudere mensen wordt gevraagd om te vertellen over gebeurtenissen van hun tiende tot hun dertigste of de routine van het vroegere
dagelijkse leven, zullen ze zich dat levendig kunnen herinneren. Over het algemeen kunnen oudere mensen zich de gebeurtenissen na hun dertigste minder levendig herinneren. De ervaringen opgedaan in de loop van het leven kleuren eerdere herinneringen. Waar een gebeurtenis net nadat het gebeurde als verschrikkelijk werd ervaren, kan het twintig jaar later een leerzame ervaring lijken. Houd er rekening mee dat in de verhalen van het verleden, eveneens het heden doorklinkt. Het collectieve geheugen De individuele herinneringen worden beïnvloed door het collectieve geheugen gevormd door de samenleving, oud-collega’s en de media. Hoe het collectieve geheugen van een bepaalde groep of de media ‘denkt’ over een object, kan een grote invloed hebben op de individuele herinneringen over een object. Het is daarom belangrijk om tijdens het vooronderzoek aandacht te besteden aan de wijze waarop tegen een object wordt aangekeken in de samenleving.
Valkuil II: de interviewer
Veelgehoorde kritiek bij mondelinge geschiedenis is dat de interviewer meehelpt het verhaal te maken. Mondelinge geschiedenis is altijd een samenspel tussen de geïnterviewde en de interviewer, zodat deze kritiek niet te vermijden is. Daarom is het belangrijk bewust met de valkuilen om te gaan. De interviewer moet zich altijd bewust zijn van de sturende werking, die zowel ten goede als ten kwade kan worden gebruikt. Verder denkt en spreekt iedereen altijd vanuit zijn eigen denkkader, zo ook tijdens een mondelinge-geschiedenisinterview. Treed de geïnterviewde in ieder geval altijd geïnformeerd, maar met een onbevooroordeelde en belangstellende houding tegemoet.
7
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer, de interviewer, de filmer en de editor.
Subjectieve verhalen als onderzoeksdoel Nu de valkuilen zijn besproken is het goed om te benadrukken dat objectiviteit niet het doel is bij mondelinge geschiedenis. Al moeten verhalen uiteraard wel feitelijk juist zijn. De subjectieve herinneren en ervaringen zijn het onderzoeksdoel en worden met het mondelinge-geschiedenisfilmpje vastgelegd en behouden voor volgende generaties. De subjectieve verhalen zijn een belangrijke toevoeging aan de vaak feitelijke kennis die al op papier staat geschreven. Het voorwerp als onderwerp ‘Voor het te laat is’ is een bijzonder project omdat het niet zoals gebruikelijk een belangrijke gebeurtenis zoals bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog als onderwerp heeft, maar gaat over museale objecten die verhalen met zich meedragen. Zonder deze verhalen is een oud voorwerp voor veel mensen niets meer dan een voorwerp. Door de verhalen van de voormalige gebruiker of expert vast te leggen en door te geven aan het publiek gaat het object opnieuw leven.
8
Bijlage 1 In Bijlage 1 is de geschiedenis van mondelinge geschiedenis te vinden.
H2 Het doel van dit project
Kennis die verloren gaat... Onze musea bevatten veel wetenschappelijke en technische voorwerpen uit de recente geschiedenis. Voorwerpen van twintig of veertig jaar oud, maar ook voorwerpen waar de oudste generaties nog mee gewerkt hebben. Deze bevolkingsgroep is letterlijk aan het uitsterven en neemt haar kennis mee het graf in. Het gaat om voorwerpen waarvan er nu nog mensen leven die ervaring hebben in het dagelijks gebruik ervan. Deze mensen kunnen vertellen hoe deze voorwerpen bestaan en gewerkt hebben en wat voor invloed ze gehad hebben op de ontwikkeling van de maatschappij. Doel: Bewaren van de verhalen achter museale voorwerpen Het doel van het project ‘Voor het te laat is’ is om de verhalen vertellende voormalige gebruikers of expert van museale objecten te filmen en de ervaringen te bewaren en beschikbaar te stellen voor het publiek. Want zonder de verhalen achter het object blijft het object voor het publiek vaak beteke-nisloos. Hoe werkt ‘Voor het te laat is’? Een mondelinge-geschiedenisproject zoals ‘Voor het te laat is’ is moeilijk in zijn eenvoud. In de kern is ‘Voor het te laat is’ niets meer dan een goed vraaggesprek over een historisch object dat gefilmd wordt. Bij een goede uitvoering komt echter een stuk meer kijken! In deze handleiding wordt stap voor stap helder uitgelegd hoe elk onderdeel van dit project het beste kan worden uitgevoerd. Het belangrijkste is dat een mondelinge-geschiedenisproject niet iets is dat je alleen doet. Het is een gezamenlijk project waar meerdere mensen aan meewerken en waar ook veel mensen plezier aan zullen beleven.
De onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen Bij elk historisch onderzoek is de onderzoeksvraag het beginpunt, dus ook bij ‘Voor het te laat is’. Onderzoeksvraag: Wat is het historische, maatschappelijke en technische belang van het object? In de praktijk van het interview wordt de onderzoeksvraag opgedeeld in twee hoofdonderwerpen: Het historische-maatschappelijke en het technische belang van het object. Het eindresultaat: de filmpjes Het resultaat van de gezamenlijke arbeid zijn de filmpjes van ongeveer drie minuten. Deze filmpjes kunnen op vele manieren gebruikt gaan worden, zowel voor het publiek in het museum of via internet, maar ook als bron voor een publicatie of in wetenschappelijk onderzoek. De wetenschappelijke waarde van de filmpjes Om voor wetenschappelijk onderzoek nu en in de toekomst te kunnen worden gebruikt moet het filmpje aan een aantal voorwaarden voldoen. 1. Voor elk filmpje vormen de twee hoofdonderwerpen de basis van het interview. 2. De opbouw van elk filmpje is gelijk. 3. De filmpjes zijn van een kwalitatief gelijk niveau. In de handleiding staat stapsgewijs beschreven hoe aan alle voowaarden kan worden voldaan.
9
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer, de interviewer, de filmer en de editor.
Deel 2 De voorbereiding Een goede voorbereiding is het halve werk, zo ook bij een mondelinge-geschiedenisproject. Net als in de praktijk begint deel 2 met de selectie van het object en de voormalige gebruiker, gevolgd door het vooronderzoek. Aan de hand van het vooronderzoek en de hoofdonderwerpen kan de interviewer een kwalitatief goede vragenlijst opstellen. Verder moet tijdens de voorbereiding ook de filmlocatie worden geregeld en moeten afspraken worden gemaakt met de verschillende deelnemers. Onmisbaar is natuurlijk ook een goede technische voorbereiding. Alles bij elkaar is de voorbereiding onontbeerlijk voor een goed eindresultaat.
H3 De selectie van het object en de voormalige gebruiker
TwentseWelle, HEIM, Boerhaave, NEMO en Bijzondere Collecties UvA De selectie van het object en de voormalige gebruiker wordt door de vijf musea die zijn aangesloten bij ‘Voor het te laat is’ gedaan. De vrijwilligers die bij deze musea zijn aangesloten kunnen dit hoofdstuk dus overslaan. Een ander museum Omdat deze handleiding ook gebruikt wordt door andere musea wordt er aandacht besteed aan dit belangrijke onderdeel. Het succes en de kwaliteit van het uiteindelijke filmpje zijn mede afhankelijk van de combinatie van het gekozen object en de voormalige gebruiker of expert. Twee selectiemanieren Aangezien de selectie van het object en de voormalige gebruiker een tijdrovend onderdeel kan zijn moet hier genoeg tijd voor worden gereserveerd. Er kan op twee manieren gezocht worden naar de combinatie van object en voormalige gebruiker. 1. Vanuit het object. 2. Vanuit de voormalige gebruiker of expert. De beste selectiemanier is afhankelijk van de wensen van het museum. Per selectiemethode zal hieronder een situatie worden geschetst. 1. Vanuit het object Wanneer er binnen het museum de behoefte bestaat om de verhalen en ervaringen over bepaalde van te voren selecteerde voorwerpen te vergaren, dan is het een logische stap om bij geselecteerde objecten voormalige gebruikers te zoeken.
Om voormalige gebruikers te vinden zijn enkele methoden aanwezig. Ten eerste kunnen reeds binnen het museum aanwezige contactpersonen worden ingezet. Ten tweede kunnen de plaatselijke media, de plaatselijke historische vereniging, een andere erfgoedinstelling of het internet worden ingezet. Ten derde wordt de sneeuwbalmethode vaak gebruikt; bij deze methode wordt binnen een netwerk van oud-collega’s, vrienden of buurtgenoten via de eerste persoon de tweede persoon gevonden. 2. Vanuit de voormalige gebruiker of expert Wellicht zijn er binnen de groep vrijwilligers één of meer personen met veel kennis van en persoonlijke ervaring met het gebruik van de objecten binnen het museum. Deze persoon zou dan een geschikte kandidaat zijn om geïnterviewd te worden over een voorwerp waarmee hij of zij gewerkt heeft. Het voorgesprek Als er een object en een voormalige gebruiker is geselecteerd is het belangrijk om diegene door middel van een voorgesprek op de hoogte te brengen van de praktische stappen binnen het project. Behalve dat er gekeken moet worden naar de kennis die een voormalige gebruiker van een object heeft, is het ook belangrijk dat diegene er goed over kan vertellen. Veel geïnterviewden zullen een beetje zenuwachtig of gespannen zijn om mee te werken aan een interview. Het doel van het voorgesprek is daarom eveneens om de spanning weg te nemen en de voormalige gebruiker op zijn of haar gemak te stellen. Dit doet men door concrete informatie over het verloop van het interview te geven zodat de geïnterviewde weet wat hem (of haar) te wachten staat. Daarnaast moet er genoeg ruimte zijn om vragen te stellen.
11
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer en in mindere mate voor de interviewer.
Belangrijke gesprekspunten voorgesprek Het doel van het interview. De onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen van het interview. Wat er van de voormalige gebruiker tijdens het interview verwacht wordt. Dat het interview gefilmd wordt. Dat het interview in het museum of via internet aan het publiek zal worden getoond. De locatie en datum van het interview, als dit al bekend is. De verwachte lengte van het interview. Een korte achtergrond van de interviewer.
Overeenkomst met de voormalige gebruiker Op een interview rusten auteursrechten, daarom is het belangrijk dat er met de geïnterviewde een overeenkomst wordt gesloten zodat het interview gebruikt kan worden in het museum en gepubliceerd kan worden op internet. Het contract zorgt ervoor dat de rechten van de geïnterviewde en de plichten van het project ‘Voor het te laat is’ duidelijk zijn. Een overeenkomstformulier is als bijlage bijgevoegd. De gegevens van de geïnterviewde Het is verstandig om nadat de overeenkomst is getekend enkele basisgegevens aan de geïnterviewde te vragen. Deze basisgegevens zijn nodig als context voor het filmpje en om toekomstige onderzoekers snel bekend te maken met de inhoud en de juiste filmpjes te laten vinden. Een formulier waarop de basisgegevens kunnen worden ingevuld is als bijlage bijgevoegd.
12
Wil de voormalige gebruiker nog wat weten?
H4 Het vooronderzoek
Het historisch interview Bij elk historisch interview is de inhoudelijke voorbereiding van het allergrootste belang voor de kwaliteit van het interview. Dit houdt in dat de interviewer zich heeft ingelezen over het object en het bredere onderwerp. Daarnaast is het van belang dat de interviewer in grote lijnen weet wat voor persoon wordt geïnterviewd. De onderzoeksvraag Bij elk type historisch onderzoek is de onderzoeksvraag het beginpunt, dus ook bij een historisch interview. De onderzoeksvraag binnen ‘Voor het te laat is’ is: Wat is het historische, maatschappelijke en technische belang van het object? Twee hoofdonderwerpen komen naar voren in de onderzoeksvraag: 1. De geschiedenis van het object en de betekenis voor de samenleving van het object. 2. De technische achtergrond van het object. In zowel het vooronderzoek als het historische interview moeten alle twee de hoofdonderwerpen terugkomen. Het onderzoeksdoel Het onderzoeksdoel van het interview is om zoveel mogelijk te weten te komen van de voormalige gebruiker of expert over het historische, maatschappe-lijke en technische belang van het object. Ook is de context van het object belangrijk. Van de microcontext: de ervaringen van de voormalige gebruikers, de achterliggende techniek en het gebruik in de praktijk tot de macrocontext: wat het object betekend
heeft in de toenmalige maatschappij en de historische, technische of maatschappelijke ontwikkeling die het voorwerp vertegenwoordigde. Het vooronderzoek Het vooronderzoek is essentieel om goed ingelezen te zijn over het object en het onderwerp. Door goed vooronderzoek kan de interviewer de juiste vragen stellen aan de voormalige gebruiker. TwentseWelle, HEIM, Boerhaave, NEMO en Bijzondere Collecties UvA Het vooronderzoek over het voorwerp wordt binnen ‘voor het te laat is’ door de vijf aangesloten musea gedaan. De interviewer moet het vooronderzoek verstrekt door het museum goed lezen om goed voorbereid te zijn. Desgewenst kan de interviewer met de onderstaande tips verder vooronderzoek doen. Een ander museum Hieronder volgen enkele suggesties waar informatie gevonden kan worden over het object en het bredere onderwerp. Relevante boeken, wetenschappelijke artikelen, tijdschrift- of krantenartikelen en archiefmateriaal zijn te vinden in: - De plaatselijke bibliotheek. - Het plaatselijke of provinciale archief. - De plaatselijke historische vereniging. - De bibliotheek van uw museum of een museum over dit onderwerp. - Een plaatselijke of provinciale erfgoedinstelling of erfgoedinstelling over dit onderwerp. De Koninklijke Bibliotheek of Nationaal Archief - Wetenschappelijke instelling, zoals een universiteitsbibliotheek. Op het internet zijn vele bronnen te vinden. Om de betrouwbaarheid te garanderen kan het beste gezocht worden naar informatie verstrekt door gerenommeerde instellingen.
13
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer en de interviewer.
H5 De voorbereiding van het interview Het historische interview is het centrale deel van het mondelingegeschiedenisproject. Om tot een goed interview te komen is de voorbereiding en de structuur van het interview van het allergrootste belang. Onthoud verder dat een interview maar één keer wordt afgenomen. De tijdsduur Een goed historisch interview duurt minimaal 30 minuten en maximaal 60 minuten. Houdt hier rekening mee tijdens het voorbereiden van de vragen. De hoofdonderwerpen Het is van groot belang dat in het uiteindelijke filmpje de twee hoofdonderwerpen naar voren komen. Zowel de voorbereiding als het daadwerkelijke historische interview is gestructureerd rond de hoofdonderwerpen. Er moeten zowel vragen over de geschiedenis van het object, het gebruik en de voormalige gebruiker, als ook over de maatschappelijke functie en betekenis en de techniek van het object behandeld worden. Kunt u mij vertellen... Het uiteindelijke filmpje van drie minuten gaat over het object en de voormalige gebruiker of expert. Bij de montage worden de vragen van de interviewer weggeknipt zodat de nadruk komt te liggen op de voormalige gebruiker. Het moet lijken alsof de voormalige gebruiker geen vragen beantwoordt, maar zelf een verhaal vertelt. Daarom is het van groot belang dat de geïnterviewde zijn verhaal in meer of mindere mate zelf introduceert.
Tijdens het voorbereiden van de vragen is het goed hier alvast rekening mee te houden. Gesloten vragen waar enkel ‘ja’ of ‘nee’ op geantwoord kan worden zullen niet in het filmpje terugkomen. ‘Was het prettig werken met het object? is daarom geen goede vraag. Beter is het om de vraag te beginnen met ‘kunt u mij vertellen of u prettig met het object heeft gewerkt? Door te beginnen met ‘kunt u mij vertellen...’ zal de voormalige gebruiker eerder een eigen verhaal vertellen. Splitsing hoofdonderwerp historisch-maatschappelijk Om het interview een betere structuur te geven is het hoofdonderwerp historisch-maatschappelijk gesplitst in een deel historisch en een deel maatschappelijk. Mogelijke vragen bij de hoofdonderwerpen volgen hieronder.
Het historische belang Kunt u mij vertellen... ...wat uw naam is? ...waar u bent opgegroeid? ...welk werk u deed? ...welke maatschappelijke positie u had? ...wanneer u het object voor het eerst zag? ...hoe u in aanraking kwam met het object? ...wanneer het object gemaakt is? ...waar het object gemaakt is? ...wie het object gemaakt heeft? ...waarom het object gemaakt is? ...welk bestaand probleem het object oploste? ...hoe lang het object gebruikt is? ...hoeveel het object kostte? ...wat het historische belang of de context van het object was?
14
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de interviewer.
Het technische belang Kunt u mij vertellen... ...hoe het object gemaakt is? ...hoe het object werkt(e)? ...wat de technische achtergrond van het object was? ...op welke manier het object werd gebruikt? ...of het object moeilijk te gebruiken was? ...of je het object alleen kon bedienen? ...of je een opleiding moest hebben om met het object te werken? ...of het object vaak kapot ging? ...of u het object zelf kon repareren? ...of het object gevaarlijk was? ...welke technische vooruitgang mogelijk werd gemaakt door het object? ...wat het technische belang van het object was?
De vragenlijst De interviewer stelt een vragenlijst op waarbij rekening wordt gehouden met de tijdsduur, het soort voorwerp en de voormalige gebruiker of expert die wordt geïnterviewd. De basis van de vragenlijst vormen de hoofdonderwerpen. De bovenstaande vragen kunnen als voorbeeld worden gebruikt, maar over een vuurtorenlamp moeten natuurlijk andere vragen worden gesteld dan over een schaakklok. Er moeten dus altijd voor het voorwerp specifieke vragen worden bedacht. Bij het interview hoeven niet per se alle voorbereide vragen daadwerkelijk gesteld te worden, het gaat ecom dat alle hoofdonderwerpen aan bod komen.
Het maatschappelijke belang ...wat de betekenis van het object voor de maatschappij was? ...hoe men dacht over het object in de tijd dat het gebruikt werd? ...hoe uw leven eruit zag toen u voor het eerst werkte met het object? ...wat voor mensen het object hebben gebruikt? ...of het object nog steeds gebruikt wordt? ...of er een vervangend object is? ...hoe een normale werkdag met het object er uit zag? ...wat het grappigste of vreemdste was dat u met het object heeft meegemaakt? ...of u een anekdote weet waarin het object een rol speelt? ...wat uw mooiste ervaring is met het object? ...een persoonlijke ervaring met het object vertellen? ...wat het maatschappelijke of sociale belang van het object was?
15
Kunt u mij vertellen...
H6 De filmlocatie en afspraken met de deelnemers Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer, de interviewer en de filmer. Onderdeel van de voorbereiding is het regelen van de filmlocatie. Het interview zal op locatie gebeuren, op de huidige ‘natuurlijke’ plek van het voorwerp. Vaak is dit een tentoonstellingsruimte of depot. Afspraken over de filmlocatie moeten zodoende ruim van te voren met het museum gemaakt worden. Neem bij het reserveren van een ruimte voor het interview ruim de tijd, ongeveer één dagdeel per filmpje. Hiermee wordt voorkomen dat het filmen moet worden afgebroken omdat er andere mensen gebruik moeten maken van de locatie. De omgeving Het kiezen van de locatie hangt samen met de omgeving. Is het een rustige ruime omgeving waar men tijdens het filmproces niet gestoord wordt?
De draaidag Als de filmlocatie in het publieksgedeelte van het museum is heeft het de voorkeur om de draaidag op een dag te houden waarop het museum gesloten is. Afspraken met de deelnemers Overleg tussen de interviewer, de filmer en de producer is erg belangrijk. Iedereen moet weten welke taak hij of zij heeft. De rol van de producer is zodoende van groot belang. De producer zorgt ervoor dat iedereen op het juiste moment op de juiste plaats is met de juiste apparatuur. Aan te raden is aan het begin van het project een projectrooster te maken, zodat duidelijk is wanneer welk object gefilmd wordt en door wie.
Het is belangrijk om mensen in te lichten over het filmproces. Denk in dit licht aan het vriendelijk waarschuwen van werknemers die bijvoorbeeld in het archief aan het werk zijn of aan bouwlieden die in de buurt geluid maken.
16
Meer hierover in hoofdstuk 8 en 10.
H7 De technische voorbereiding
Een kwalitatief goed mondelinge-geschiedenisfilmpje begint bij geschikte filmapparatuur. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de keuze van een camera en welke overwegingen daarbij te pas komen. Ook komt de montagesoftware aan bod. Er wordt geen concreet type apparatuur geadviseerd omdat door de technologische ontwikkeling apparaten snel verouderen. Als laatste volgt een prijsindicatie van de verschillende voorgestelde type apparatuur. Consumentenapparatuur of professionele apparatuur? Allereerst wordt er onderscheid gemaakt tussen apparatuur voor consumenten en professionals. Consumentenapparatuur Apparatuur voor consumenten is een stuk goedkoper, heeft minder instellingsmogelijkheden, is daardoor makkelijk te bedienen en is matig te combineren met (in sommige gevallen noodzakelijke) externe apparatuur. Voor een consumentencamera ligt de prijs rond de 1000 euro. De professionele apparatuur Professionele apparatuur vereist oplettendheid en is daardoor moeilijker te bedienen, maar is goed te combineren met externe apparatuur, heeft een hoge beeldkwaliteit en heeft vaak een goede interne microfoon. Een goede (semi-)professionele camera is te koop voor iets minder dan 3000 euro. De beeldkwaliteit Voor audiovisuele producties is HD (high definition) tegenwoordig een voorwaarde. Alles is HD, zelfs op een mobiele telefoon.
Consumentenapparatuur Het verschil in beeldkwaliteit tussen apparatuur voor consumenten en voor professionals is niet enorm, vooral niet bij publicatie op internet, maar wel duidelijk zichtbaar. Vooral in de scherpte-diepte wordt het duidelijk, aan de lens, en qua geluid en licht. Binnen de keuze voor consumenten wordt geadviseerd te kijken naar de laatst uitgebrachte modellen omdat deze qua kwaliteit goed zijn en het dichtst in de buurt komen van een Full-HD camera of deze beeldkwaliteit evenaren. De professionele apparatuur Binnen de professionele keuze wordt er gekeken naar Full-HD. Dit is televisiekwaliteit, ook wel aangeduid als HDTV. Er zijn twee verschillende camerasoorten die in aanmerking komen. Dat zijn spiegelreflexcamera’s met een filmfunctie en camcorders. Voor de eerstgenoemde moet er onderzocht worden wat voor lens er gebruikt gaat worden of aangeschaft wordt. Camcorders hebben meestal een vaste lens. Ook zijn spiegelreflexcamera’s vaak iets beter op visueel gebied doordat bepaalde instellingen, zoals diafragma en sluitertijd, iets ruimer ingesteld kunnen worden en net iets beter kunnen inspelen op de situatie. Advies: Kies een camera die zo dicht mogelijk in de buurt komt van HDTV beeldkwaliteit. Automatisch/handmatig Handmatig afstellen is zowel de kracht als de uitdaging van professionele audiovisuele producties. Een kracht omdat het fine tunen van instellingen leidt tot een betere kwaliteit. Een uitdaging omdat zoveel mogelijk handmatig werken sneller leidt tot imperfecties, vooral als de filmer niet veel ervaring heeft.
17
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de producer en de filmer.
De professionele apparatuur Bij professionele camcorders en spiegelreflexcamera’s kan de witbalans, het diafragma, de sluitertijd, het geluid en de scherpte handmatig afgesteld worden. Vaak via ringen of knoppen aan het exterieur van het apparaat. Mocht er een professionele camera gebruikt worden, dan is het aan te raden om handmatige instellingen te gebruiken. Hetgeen vereist dat de filmer ervaring heeft of bereid is de vaardigheden die hiervoor nodig zijn te leren. Ook kunnen delen automatisch gefilmd worden. Bij camcorders bestaat altijd de mogelijkheid om automatisch scherp te stellen tijdens het filmen en bij spiegelreflexcamera’s is die mogelijkheid er alleen vóór het filmen. Mocht er iemand bewegen, dan bestaat het risico dat de focus verschuift. Een automatische (zoeker)functie is er pas vanaf een prijsklasse die hoger is dan wat bij de prijsindicatie bij een spiegelreflexcamera wordt voorgesteld. De spiegelreflexcamera bevat daarentegen wel het sterk te overwegen voordeel van een professionele fotografiefunctie. Spiegelreflexcamera’s worden zowel in de filmwereld als in de fotografiewereld op professioneel niveau gebruikt. Omdat een museum vaak met fotografie werkt, kan apparatuur met deze dubbele functie efficiënter zijn. Dan hoeft er geen aparte fotocamera aangeschaft te worden.
Advies: Kies apparatuur van een zo hoog mogelijke kwaliteit met automatische instellingen.
Geluid en licht Goed geluid is bij interviews essentieel. Daarom is het een vereiste om een zendermicrofoon aan te schaffen. Het geluid van dit apparaat gecombineerd met de ingebouwde microfoon van een camcorder, voor omgevingsgeluid en eventueel de stem van de interviewer, geeft een goed resultaat. Bij een filmende spiegelreflexcamera is er maar één ingang en wordt het omgevingsgeluid uit de zendermicrofoon gehaald. Dit is ook geval bij camcorders voor consumenten, waarbij het geluid vaak ook te wensen overlaat. Ook is het niet mogelijk het geluid af te stellen. Daarom is het voor consumentenapparatuur wellicht een betere optie om te kijken naar een goede shotgun-microfoon. Maar ook met deze apparatuur zouden makkelijk problemen op kunnen treden bij een zacht pratend persoon. Om in zoveel mogelijk situaties te kunnen filmen, is het aan te raden om belichting aan te schaffen. Dit is niet nodig in goed verlichte ruimtes, maar wel in loodsen en andere slecht verlichte omgevingen. Hoe meer licht, hoe hoger de kwaliteit, ongeacht de camera. Advies: Kies apparatuur dat zo veel mogelijk te combineren is met randapparatuur, waarbij vooral geluid belangrijk is.
18
Consumentenapparatuur Bij apparatuur voor consumenten zijn de opties voor handmatig gebruik moeilijk toegankelijk en beperkt. Vaak werkt het via een touchscreen en daardoor is het omslachtig werken. De fabrikant gaat er van uit dat deze opties niet veelvuldig gebruikt worden. Het verschil met automatisch is voor deze apparatuur dan ook niet zo groot als bij een Full-HD camera.
Lampen Kies voor lampen die op kleur ingesteld kunnen worden. LED-lampen zijn het beste. Deze maken geen geluid en corresponderen goed met camera-apparatuur (geen flikkeringen). De montage Voor de montage is het zaak een goede computer in bezit te hebben. Het is heel vervelend werken als de beelden haperen en het resultaat slecht nagekeken kan worden. Zowel bij Apple-computers als Windows-computers zit standaard een montageprogramma. Bij Windows-computers heet het montageprogramma ‘movie maker’, bij Apple-computer heeft het montageprogramma ‘iLife’. Via internet kunt u de systeemeisen voor deze programma’s vinden. De betaalde programma’s die in aanmerking komen, zoals Final Cut en Adobe Premiere zijn relatief makkelijk te bedienen en hebben veel meer nabewerkingsmogelijkheden. Vooral op het gebied van geluidsbewerking hebben zij een voorsprong op de consumentenprogramma’s. Ook is er bij deze programma’s meer nagedacht over opties die het werken met grotere producties vergemakkelijken. Middels de onderstaande link zijn de technische specificaties te vinden waaraan de computer minimaal moet voldoen.
Prijsindicatie 2013 Camera (Semi-professionele) camcorder Spiegelreflexcamera body Spiegelreflex camera lens Camcorder voor consumenten
€3000 - €6000 €2500 - €4000 v.a. €500 €800 - €1300
Microfoon Zendermicrofoon Shotgunmicrofoon
v.a. €500 v.a. €250
Lampen Lampen (incl. Lampstatief) Statief (professioneel)
v.a. €500 v.a. €150
Geheugenkaarten en accu’s Geheugenkaarten (full-HD) Extra accu’s (professioneel) Geheugenkaarten (SD, voor consumenten) Extra accu’s (voor consumenten)
v.a. €300 v.a. €200 v.a. €50 v.a. €100
Computer Externe harde schijf Computer voor montage Montageprogramma
v.a. €150 €1500 - €3000 v.a. €450
Advies: Gebruik een zo sterk mogelijke computer zodat er geen problemen ontstaan tijdens het montageproces.
Huren Als er geen budget is voor de aanschaf van apparatuur kan er het beste gehuurd worden. Vooral wanneer apparatuur niet intensief gebruikt wordt, of zal worden, is het aan te raden op zoek te gaan naar een voordelig audiovisueel huurbedrijf. Zij kunnen ook advies geven welke apparatuur het meest geschikt is. Bij een gemiddeld verhuurbedrijf komen de kosten voor het huren van een camera, licht en geluid neer op 250 tot 450 euro per dag.
19
http://www.adobe.com/products/premiere/tech-specs.html
Een object is geselecteerd. Vooronderzoek is gedaan naar het object en het onderwerp. Een voormalige gebruiker of expert is geselecteerd. Een interviewer is gevonden die voldoet aan de profielschets. De interviewer heeft zich bekend gemaakt met de onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen. De interviewer heeft het onderzoek dat over het object gedaan is gelezen. De interviewer weet genoeg over de historische, technische en maatschappelijke achtergrond van het object. De interviewer weet wie de voormalige gebruiker of expert is. Het interview is voorbereid door het maken van kwalitatief goede vragen aan de hand van de hoofdonderwerpen.
De technische voorbereiding (producer, filmer) Kwalitatief goede filmapparatuur (camera, statief en eventueel licht en geluid) is beschikbaar. De filmer is bekend met mogelijkheden van de filmapparatuur. De juiste montagesoftware is beschikbaar. Er is een locatie gekozen en filmklaar gemaakt.
De afspraken met de verschillende deelnemers (producer) Er heeft een voorgesprek plaatsgevonden met de voormalige gebruiker. De voormalige gebruiker of expert is voldoende ingelicht over de praktische en inhoudelijke stappen tijdens de filmdag. Met het museum is de filmlocatie besproken. De interviewer, de filmer en de editor weten welke taken zij hebben binnen het project. Er zijn afspraken gemaakt met de voormalige gebruiker, de interviewer, de filmer en het museum voor een geschikte filmdatum.
20
Checklist voorbereiding
De inhoudelijke voorbereiding (producer, interviewer)
21
Aantekeningen
Deel 3 De opnamedag Als zowel de technische als de inhoudelijke voorbereiding is afgerond is het tijd voor de opnamedag, de dag waarop het interview wordt afgenomen en gefilmd.
H8 De voorbereiding op de opnamedag
De opbouw van de filmset Op de filmdag zelf is het belangrijk dat de filmlocatie wordt opgebouwd voordat de voormalige gebruiker of expert aanwezig is. De interviewlocatie In hoofdstuk 7 is al ingegaan op de interviewlocatie. Per locatie en per object kunnen de mogelijkheden verschillen. Vaak gebeuren er op de interviewdag zelf onverwachte zaken. Wees daarom altijd eerder dan de voormalige gebruiker aanwezig op de filmlocatie.
Een aantal aandachtspunten voor de filmlocatie op de filmdag zijn: Levendige achtergrond: Hoewel er doorgaans in depots of archieven weinig kleur en licht is kan er wel gezocht worden naar spraakmakende achtergronden. Denk aan een rij gekleurde boeken of een mooie lege hal met diepte. Bedenk hierbij wel dat de achtergrond niet te veel moet afleiden. Licht: Zoek de lichtste plekken op. Hoe meer licht, hoe hoger de kwaliteit van de film. Probeer in te schatten of er genoeg ruimte is voor drie lampen zonder deze in beeld te moeten zetten. Besluit desnoods een positie voor slechts één lamp.
Omgeving: Het is belangrijk dat er niemand door het beeld loopt of geluid maakt door het interview heen. Zoek daarom een rustige plek op of licht mensen in de omgeving in en verzoek hen rekening te houden met de opnames. Ruimte: Hoe meer ruimte hoe groter de mogelijkheden voor creativiteit en positionering, hoe mooier de scherpte-diepte en hoe gemakkelijker de verplaatsing.
De samenwerking tussen interviewer en filmer Tijdens het filmen hebben de interviewer en filmer beiden hun eigen rol, maar samenwerking is absoluut nodig en kan ook heel prettig zijn. De filmer heeft vaak wat meer overzicht over het gesprek en merkt soms als er dingen fout gaan. Maak voorafgaand aan het filmen afspraken om de samenwerking zo goed mogelijk te laten verlopen. Styling tips Het is handig om op de set transparante poeder bij de hand te hebben om een eventueel glimmende gezicht tegen te kunnen gaan. Voor er daadwerkelijk gefilmd wordt is het goed te letten op de kleren van de geïnterviewde. Zitten ze goed? Is alles recht? Zitten er viezigheden?
23
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de interviewer, de filmer en de producer.
H9 Het interview
Tijdsduur Zoals eerder gemeld zal het interview minimaal 30 minuten en maximaal 60 minuten duren. Daarna worden de close-ups gemaakt van de belangrijkste verhalen van de voormalige gebruiker en volgt de interactie met het object. Dit neemt ongeveer 30 á 45 minuten in beslag. Houd hiermee rekening tijdens het interview. Aan te raden is om ongeveer 15 tot 20 minuten per hoofdonderwerp te nemen. Uiteraard kan een onderdeel eerder worden afgesloten als u denkt dat de voormalige gebruiker genoeg interessante informatie voor het uiteindelijke filmpje heeft verteld. Daarnaast is het ook niet erg als een hoofdonderwerp wat langer duurt. Het vraaggesprek Dankzij de voorbereiding heeft de interviewer zich voorafgaand aan het interview ingelezen in het onderwerp en aan de hand van de onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen een vragenlijst opgesteld, zoals uitgelegd in hoofdstuk 6. Regie In een historisch interview heeft de interviewer altijd de regie in handen. De interviewer begeleidt een prettig vraaggesprek en stuurt op het juiste moment het gesprek langs de hoofdonderwerpen binnen de afgesproken interviewtijd. De onderzoeksvraag Het doel van het historische interview is antwoord te krijgen op de centrale onderzoeksvraag: Wat is het historische, maatschappelijke en technische belang van het object?
De gespreksstructuur De interviewer probeert zoveel mogelijk de eerder genoemde volgorde van hoofdonderwerpen aan te houden; historisch, technisch en maatschappelijk. Dit maakt het monteren gemakkelijker en zorgt voor structuur in het gesprek. Zonder sturing zullen de onderwerpen in de praktijk vaak door elkaar lopen. Oefenen Als de interviewer weinig ervaring heeft met interviewen is het verstandig eerst met iemand uit de directe omgeving te oefenen. Tijdens en na dit oefeninterview kunnen de aandachtpunten en tips uit dit hoofdstuk worden meegenomen en kan er kritisch worden gekeken naar de eigen stijl van interviewen. Belangrijk Probeer ervoor te zorgen dat de geïnterviewde elke vraag beantwoordt alsof hij of zij zelf een verhaal vertelt. Probeer bijvoorbeeld bij de vraag: ‘Waarvoor gebruikte u het object?’ te voorkomen dat de geïnterviewde zegt: ‘Bij die en die gelegenheid’ en verder niets. Bij de montage worden de vragen namelijk zoveel mogelijk weggeknipt zodat de nadruk komt te liggen op de verteller. Daarom is het van groot belang dat de geïnterviewde zijn verhaal in meer of mindere mate zelf introduceert. Bijvoorbeeld: ‘Ik gebruikte het object op die en die manier, want zus en zo’. Tip U kunt de voormalige gebruiker vragen om de gestelde vraag aan het begin van het antwoord te herhalen. Op de volgende pagina vindt u de belangrijkste tips op een rij.
24
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de interviewer.
Stel geen gesloten vragen waar slechts ‘ja’ of ‘nee’ op geantwoord kan worden. Begin een (open) vraag met: wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe. Het beste is uw vraag te beginnen met: ‘kunt u mij wat vertellen over...’. Als u dit doet zult u waarschijnlijk een compleet en uitgebreid antwoord krijgen. Onthoud tijdens het interview altijd het doel: door het gebruik van de hoofdonderwerpen een compleet interview afnemen. Gebruik de voorbereide vragen enkel als leidraad, het doel is een interessant en volledig interview, niet dat alle vragen behandeld worden. Durf soms van de voorbereide vragen af te wijken als u aanvoelt dat het interessant kan worden. Durf tegelijkertijd ook weer duidelijk, maar vriendelijk in te grijpen als het interview te veel afdrijft van het eigenlijke onderwerp. Wanneer de geïnterviewde te veel afwijkt van het onderwerp, probeer dan tijdens een stilte met een concrete vraag het gesprek weer op een relevant onderwerp te krijgen. “Ik wil graag weer even terugkomen op mijn vraag over...” Zorg ervoor dat uw lichaamstaal en gezichtsuitdrukking die van een geïnteresseerde luisteraar is. Probeer de geïnterviewde aan te moedigen te vertellen, maar let erop dat u dit non-verbaal doet. Verbale aanmoedigen zoals ‘hmhm’ of ‘jaja’ zijn storend in het uiteindelijke filmpje. Naast het stellen van vragen is luisteren naar de antwoorden het belangrijkste van een interview.
Probeer de kennis uit het vooronderzoek te gebruiken om goede vervolgvragen te stellen. Wel moet u er op letten dat u zich niet alwetend voordoet, hierdoor kan een geïnterviewde dichtklappen. Gebruik deze kennis ook om de voormalige gebruiker bij te sturen als u weet dat die feitelijke onjuistheden vertelt. Een historisch interview is geen gesprek. Het doel van u als interviewer is om de voormalige gebruiker zoveel mogelijk te laten praten. Vermijd dat u onnodig aan het woord bent, u moet slechts vragen stellen en het gesprek sturen. Houd er rekening mee dat uw vragen en opmerkingen niet in het uiteindelijke filmpje voorkomen. Geef stiltes een kans zodat de geïnterviewde rustig na kan denken. Wacht na een antwoord soms bewust drie seconden. Soms begint de geïnterviewde dan zelf met een interessant verhaal, dat niet verteld zou worden als u verder vragen was gaan stellen. Het is belangrijk dat de interviewer en de geïnterviewde niet door elkaar praten, bijvoorbeeld bij het stellen van een vraag en het begin van een antwoord. Dit is van belang bij het montageproces. Wacht daarom enkele seconden nadat de voormalige gebruiker een verhaal heeft afgesloten. Het is goed als de voormalige gebruiker of expert de vragen voorafgaand aan het interview kan doornemen. Zodoende kan diegene zich voorbereiden op de vragen. Vraag de voormalige gebruiker soms eerst rustig na te denken over een antwoord. Op die manier kan de voormalige gebruiker een mooi en rond verhaal vertellen, zonder denkpauzes.
25
Stel één korte en duidelijke vraag per keer, dus geen tweeledige vragen.
Stap 1. Het voorbereiden van de voormalige gebruiker Wanneer de voormalige gebruiker op de filmlocatie aankomt, is het verstandig om eerst met een praatje en kopje koffie of thee te beginnen, zodat de interviewer en de geïnterviewde elkaar een beetje leren kennen. Dit zorgt voor een ontspannen sfeer tijdens het interview en hierdoor zal de geïnterviewde vaak meer vertellen. Als er andere mensen aanwezig zijn in het gebouw is het goed deze kort voor het begin van het filmen ervan op de hoogte te stellen dat er gefilmd gaat worden. Belangrijke uitlegpunten aan de geinterviewde efgsgsf ● De filmopstelling. ● De onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen. ● Loop met de voormalige gebruiker de vragenlijst door. ● Vertel de voormalige gebruiker de duur van het interview. ● Loop met de voormalige gebruiker rustig de zeven stappen van het interview door. Besteed daarbij speciale aandacht aan het onderdeel waarin de drie of vier belangrijkste verhalen opnieuw in close-up worden opgenomen en de interactie met het object. ● Vertel dat de vragen van de interviewer niet in het uiteindelijke filmpje terugkomen, dus dat de voormalige gebruiker zoveel mogelijk de vraag herhaald in het antwoord. ● Dat de voormalige gebruiker niet in de camera moet kijken, maar te allen tijde de interviewer aan blijft kijken. ● Dat soms aan de voormalige gebruiker gevraagd gaat worden om een verhaal opnieuw te vertellen. Bijvoorbeeld omdat in de camera gekeken werd of er net een stukje verkeerd ging. Als deze stappen worden gevolgd wordt de geïnterviewde meer op zijn ● Geef de voormalige gebruiker genoeg gelegenheid om zelf met vragen te komen.
of haar gemak gesteld en weet hij of zij beter hoe het gesprek ongeveer zal verlopen. Vraag als laatste aan de voormalige gebruiker en alle andere aanwezigen om de mobiele telefoon uit te schakelen. Stap 2. Het begin van het interview Het is om twee redenen verstandig het interview te beginnen met vragen over de geïnterviewde zelf. Ten eerste kunnen hierdoor de interviewer en geïnterviewde als ze elkaar nog niet kennen een beetje met elkaar bekend worden. Ten tweede zijn de meeste geïnterviewden aan het begin van een interview een beetje zenuwachtig. Met vragen over de geïnterviewde zelf wordt een meer ontspannen sfeer gecreëerd. Het doel van de eerste vijf minuten van het interview is iemand op de praatstoel krijgen. Voor de voormalige gebruiker moet het duidelijk worden dat tijdens het interview de voormalige gebruiker spreekt en de interviewer luistert. Laat de geïnterviewde twee of drie keer duidelijk de naam van het object en in een korte zin waar het object voor diende zeggen. Stap 3. Het eigenlijke interview Alle twee de hoofdonderwerpen moeten tijdens het interview behandeld zijn voordat dit afgerond wordt. Daarentegen hoeven niet alle voorbereide vragen behandeld te zijn. Het gaat erom dat er een interessant historisch interview is geweest, waar een mooi en boeiend filmpje van drie minuten van gemaakt kan worden. Het verloop van het interview Bij de aandachtspunten staan belangrijke tips, lees deze vooraf zorgvuldig door. Het belangrijkste tijdens het interview is dat u erop let dat de hoofdonderwerpen behandeld worden en dat de voormalige gebruiker relevante verhalen vertelt. Schat hierbij in of een zijverhaal interessant genoeg is om te horen of subtiel moet worden afgebroken. U kunt dit
26
Het interview: zeven stappen Het interview binnen ‘Voor het te laat is’ bestaat uit zeven stappen, die u hieronder vindt.
Vragenlijst De vragen zijn het aanknopingspunt tijdens het interview, vervolgvragen zijn echter zeer belangrijk. Als er een interessant onderwerp opkomt tijdens het interview is het goed deze te volgen. Gebruik hierbij ook de kennis opgedaan in het vooronderzoek. Een normale werkdag Laat een voormalige gebruiker (indien van toepassing) in gedachten teruggaan naar een normale werkdag met het voorwerp en zo’n dag beschrijven.
Gouden richtlijnen tijdens het interview • Tijdens het interview moet de voormalige gebruiker op de praatstoel komen. Hij of zij is tijdens het interview het allerbelangrijkste. • Tijdens het interview houdt de interviewer altijd een geïnteresseerde houding en moedigt de voormalige gebruiker non-verbaal aan. Verbale aanmoedigingen worden te allen tijde vermeden. • Geïnterviewde mag absoluut niet in de camera kijken. • De vraag komt niet in het filmpje, zorg er voor dat de voormalige gebruiker een eigen en rond verhaal verteld. Het verhaal moet begrijpelijk zijn voor een leken Sommige voorwerpen zijn complex. De filmpjes zijn bedoeld voor leken. Zorg dus dat complexe en moeilijke voorwerpen op een heldere manier worden behandeld. Jij als interviewer moet het in ieder geval snappen. Het uiteindelijke filmpje Als interviewer is het goed om te weten wat de structuur van het uiteindelijke filmpje gaat worden, zodat u hier tijdens het interview rekening mee kan houden.
Opbouw filmpje Het schema op de rechterkant van de pagina is een voorbeeld van de opbouw van het uiteindelijke filmpje van ongeveer drie minuten. Beginshot
ca. 10 seconden
Het historische-maatschappelijk belang
ca. 40 seconden
Het technische belang
ca. 40 seconden
Het historische-maatschappelijk belang
ca. 40 seconden
Het technische belang
ca. 40 seconden
Afsluitende shot
ca. 10 seconden
Totaal
ca. 180 seconden
Stap 4. De afsluiting van het interview Als alle hoofdonderwerpen voldoende behandeld zijn wordt er afgesloten met een concluderende vraag. Bij voorkeur is dit een beschouwende vraag waarin de voormalige gebruiker zijn of haar kijk op de hoofdvraag of een van de hoofdonderwerpen geeft. Heeft u nog wat te vertellen? Als allerlaatste is het belangrijk om aan de voormalige gebruiker of expert te vragen ‘zou u nog wat willen toevoegen? Heeft u nog wat te vertellen?’ Hierdoor krijgt de geïnterviewde de mogelijkheid om nog een gewenste laatste toevoeging aan het verhaal te geven. Stap 5. Interactie met het object Na afsluiting van het hoofddeel van het interview, dat vanuit één en dezelfde positie is gefilmd, wordt de voormalige gebruiker geïnterviewd en gefilmd terwijl hij of zij actief met het object bezig is of laat zien hoe het gebruikt werd. Kleine en grote objecten worden op een andere manier gefilmd. Het is aan de filmer wat de beste optie hierbij is.
27
sturen door goede vervolgvragen te stellen. Gebruik hierbij de kennis die u heeft opgedaan in het vooronderzoek.
Stap 6. Dé verhalen van het interview Nadat het interview is afgerond overlegt de interviewer met de voormalige gebruiker en de filmer welke drie of vier verhalen, van elk hoofdonderwerp in ieder geval één, de belangrijkste of spraakmakendste waren. Het is handig als de filmer tijdens het interview al aantekeningen heeft gemaakt welke verhalen in aanmerking komen als dé verhalen van het interview. Deze verhalen zullen opnieuw opgenomen worden, nu in close-up. Dit wordt gedaan zodat er tijdens het monteren gebruik kan worden gemaakt van verschillende beelden om de film levendiger te maken. Vraag aan de geïnterviewde om tijdens het vertellen van dit verhaal niet te veel te bewegen, want anders valt de voormalige gebruiker buiten het beeld. Stap 7. Praatje en een kopje koffie of thee Volg na afsluiting van het interview de normale omgangsvormen. Houd nog even een praatje met de geïnterviewde of drink een kopje koffie of thee. Dit zorgt voor een prettige afsluiting voor zowel de interviewer als de geïnterviewde. Terugkoppeling van het eindresultaat Geïnterviewden vinden het fijn om het eindresultaat van hun interview terug te zien. Maak hierover afspraken met de geïnterviewde.
Gebruik voor punten van verbetering de volgende pagina van deze handleiding.
28
Evalueren Het is aan te raden om aan het einde van de filmdag met de aanwezigen de interviews te evalueren. Het doel hierbij is dat het volgende interview dat wordt afgenomen nog hogere kwaliteit wordt.
H10 Het filmen
Structuur Een film heeft altijd een duidelijke structuur. De structuur van het interview waarin de hoofdonderwerpen een belangrijke rol spelen, zoals uitgelegd in hoofdstuk 6, wordt zoveel mogelijk aangehouden door de interviewer en dus ook door de filmer. De vier stappen tijdens het filmen Bij ‘Voor het te laat is’ is gekozen voor een wisselwerking tussen beeld en interview. Dit betekent dat de filmer vier verschillende taken heeft. Stap 1. De voorbereidingen Stap 2. De beginshots maken Stap 3. Het vastleggen van het interview Stap 4. Alternatieve beelden schieten van het object Deze vier stappen vormen de belangrijkste onderdelen van het filmen én van dit hoofdstuk. Stap 1. De voorbereidingen Een voorbereiding is het halve werk. Letterlijk, want het neemt vaak meer tijd in beslag dan het filmen. Bepaal bij binnenkomst waar de camera komt te staan, waar de geïnterviewde komt te zitten, waar de interviewer en de producer komen te zitten en waar u als filmer zit.
Bij het gebruik van lampen plaats u vervolgens de lampen volgens de richtlijnen van de driepuntsbelichting. (uitleg hierover bij stap 3) Kies een globale positie, want finetunen van licht en andere zaken van belang bij het interview komen later aan bod. Stap 2. De beginshots maken Bij elk filmpje hoort een beginshot. Dit is het beeld waarin de titel verschijnt. Er worden drie verschillende beginshots gemaakt. Dat wil zeggen dat de filmer zijn camera op drie verschillen punten plaatst en drie keer het onderstaande proces herhaalt. Vaker mag ook, maar denk dan wel aan de tijd. Om de authenticiteit te benadrukken zijn de voorbereidingen van het interview op locatie het onderwerp van het beginshot. Het is de taak van de filmer om te beginnen met regisseren, hij of zij heeft een interviewlocatie gekozen en positioneert de camera daar circa 10 meter vandaan om een totaalshot te schieten. Een totaalshot is een beeld van afstand, om de kijker duidelijk te maken waar we zijn. Vormtips voor de beginshots Waar veel ruimte is en weinig afleidend meubilair kan meer afstand genomen worden. Juist bij krappe drukke ruimtes is het mooi om het kader af te bakenen met onscherpe objecten op de voorgrond. De regie en opname beginshots Na de keuze voor een mooi creatief beginshot, waarin de filmer denkbeeldig een titel plaatst, positioneert hij de interviewer en de geïnterviewde. Staan zij niet met hun rug naar het beeld? Passen zij binnen het kader? Of zijn zij juist mooi afgesneden?
29
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de filmer.
Voordat de filmer begint met opnemen spreekt hij met de interviewer en de andere betrokkenen af wat zij gaan doen. Belangrijk hierbij is dat er niet te veel opvallende geluiden zijn en dat niemand in de camera kijkt. Het is de taak van de filmer om dit goed duidelijk te maken aan de crew. Zodra iedereen duidelijk weet wat hij of zij gaat doen en de camera gepositioneerd is, drukt de filmer op de opnameknop. Hierna roept hij of zij ‘actie’ en draait de camera minimaal 20 seconden. Belangrijk is dat de camera niet beweegt en dat de filmer een geschikt moment kiest om te stoppen met filmen.
De afstanden De richtlijnen voor een professioneel gefilmd interview hebben in eerste instantie te maken met afstanden. Elke ruimte is weer anders en de onderstaande richtlijnen zullen daarop aangepast worden.
De opname wordt gestopt nadat de beginscène gespeeld is. Bij de drie versies van de beginshots is het makkelijk om dezelfde scene aan te houden. Vormtips regie en opname beginshots Dit kan er als volgt uitzien: de geïnterviewde gaat zitten op een stoel, slaat de benen over elkaar, terwijl de interviewer eveneens gaat zitten. We kunnen een ontmoeting zien, een kort gesprek of het begin van een interview. Een lach doet het altijd goed.
Het eerste wat de filmer doet is het statief zo verstellen dat er een mooi kader ontstaat. Hierbij moet rekening worden gehouden met een aantal zaken.
De afstand tussen de camera en de geïnterviewde is maximaal twee meter. De afstand tussen de geïnterviewde en de achtergrond om en nabij de twee meter. In het geval van een ruime omgeving zonder bijzonder interessante achtergrond het liefst een zo groot mogelijke afstand tot de achtergronden om het scherpte-diepte effect, vage achtergrond scherpe voorgrond, te maximaliseren.
30
Stap 3. Het vastleggen van het interview Al eerder heeft de filmer besloten waar de camera komt te staan en waar de betrokken personen komen te zitten. Eventueel ook de positie van de lampen zijn bepaald.
Het kader Het beeldkader moet het object en de geïnterviewde bevatten. Als het object niet in beeld past, kan het een plek krijgen op de achtergrond of wordt het de achtergrond. Bij ‘Voor het te laat is’ wordt er gekozen voor een medium shot. Hierbij is slechts het bovenlijf zichtbaar. Belangrijk bij het in beeld brengen van de geïnterviewde is dat er ruimte wordt gelaten boven het hoofd. Het lichaam is gepositioneerd aan één kant van het kader waardoor er een ‘doorkijk’ is op de achtergrond en het object. Bij kaders kijkt men doorgaans via een raster. Dit maakt het positioneren gemakkelijker. De ogen staan bijvoorbeeld op een derde van het horizontale beeld van bovenaf. Ook is het goed om een kader te bepalen voor de close-up zodat er later niet veel werk gaat zitten in herpositionering. Neem vooral de tijd om een mooi kader te kiezen. Dit bepaalt in grote mate de uitstraling van de film en kan niet halverwege veranderen. Het beeld is verder vrij van afleidende aspecten (bezige mensen, onlogische voorwerpen etc.). Men ziet alleen de geïnterviewde en het gehele object, als dat kan. Bij kleinere objecten zal er een ondergrond moeten komen om hen volledig in beeld te krijgen.
Licht Bij ‘Voor het te laat is’ wordt uitgegaan van ‘driepuntsbelichting’, maar een enkele lamp kan ook. De drie lampen die bij driepuntbelichting gebruikt worden, hebben allemaal een specifieke functie met een specifieke opzet. Allereerst wordt het keylight geplaatst. Dit is het belangrijkste licht en zal de geïnterviewde van schuin bovenaf gaan belichten. Het keylight staat aan dezelfde kant van de camera als de interviewer en in een hoek van ongeveer 35-45 graden van de camera. Vervolgens is het fill light aan de beurt. Deze staat aan de andere kant van de camera en staat op ooghoogte. Ten slotte het backlight. Deze verlicht aan de kant van het fill light schuin de rug van de geïnterviewde en, mits goed gepositioneerd en mogelijk, ook het object. Bij het plaatsen van lichten is het belangrijk te letten op schaduwen. Zodra een licht aanstaat vormen deze zich op het gezicht. De kunst van het verlichten is om die schaduwen in toom te houden zonder ze te weg te belichten. Wanneer alles flink verlicht is en er amper schaduwen te zien zijn, ontstaat er een afgeplat beeld. Net als bij een flitser op een fotocamera. Door de lichten zo te manoeuvreren dat kleine schaduwen zich vormen, ontstaat er diepte in het gezicht. Bij een enkele lamp worden de richtlijnen voor het keylight aangehouden. Er zal nu meer gespeeld moeten worden met de positie van de lamp om de schaduwen in balans te krijgen. Vaak helpt het om de lamp dichter bij de camera te plaatsen en niet te hoog te positioneren. Stel de lampen in op de gewenste kleurtemperatuur. Hoog is wit (en vaak lelijk) licht en laag is geel. De white balance van de camera zal zich aanpassen (automatisch of handmatig) aan de temperatuur.
31
De kijkrichtingen Zoals op de afbeelding te zien is, zitten de interviewer en de geïnterviewde niet recht tegenover elkaar. De geïnterviewde zit wel recht voor de camera, maar kijkt de interviewer aan. De geïnterviewde kijkt altijd naar de interviewer, nooit naar de filmer of in de camera. De interviewer zit naast de camera en zit op dezelfde ooghoogte als de geïnterviewde. De camera zit eveneens op ooghoogte met de voormalige gebruiker.
Functies voor professionele camera’s Wanneer alles handmatig gedaan wordt, moet er worden scherpgesteld. Het beste kan dit gedaan worden door zo ver mogelijk in te zoomen op de ogen van de geinterviewde. De glinstering in de ogen is een prima graadmeter om te zien of het beeld scherp is. De white balance moeten worden ingesteld op het juiste licht. De lichttemperatuur staat aangegeven op de lampen als die gebruikt worden. Met goed kijken naar de kleur van het beeld kan de juiste stand bepaald worden. Diafragma wordt zo laag mogelijk ingesteld en de sluitertijd wordt aangepast aan het diafragma. Let op dat de sluitertijd niet te laag staat. Dit levert vertraagde beelden op. De laatste check Wanneer de interviewer klaar is en alle bovenstaande handelingen ondernomen zijn, wordt er een laatste check uitgevoerd.
Punten laatste check Licht: Staat het licht goed gericht op de geïnterviewde en het object? Vallen de schaduwen goed? Vallen er geen schaduwen van mensen of hulpmiddelen in het beeld? Is het duidelijk dat niemand door de lichten zal lopen? Geluid: Staat het geluid aan? Staat het hard genoeg? Vraag om stilte om dit met een koptelefoon te testen. Positionering en kader: Zit de geïnterviewde nog goed? Ligt het object goed? Zijn beide onderwerpen duidelijk in beeld? Zet het statief vast en zorg dat de omgeving rond de camera vrij is zodat er niets tegenaan kan stoten waardoor het beeld verschuift. Ook belangrijk om de interviewer zo te positioneren dat dit geen risico’s oplevert. Handmatige instellingen: Scherpstellen, white balance, diafragma en sluitertijd.
32
Na het plaatsen moet er op gelet worden dat niemand voor de lampen langs loopt. Dit is meteen te zien in beeld.
De rol van de filmer is tijdens het interview een moeilijke. Eigenlijk moet de filmer voor de voormalige gebruiker zo onzichtbaar mogelijk zijn. Als het ware moet de filmer mateloos geïnteresseerd kijken, maar geen onderdeel van het interview zijn. Een belangrijke valkuil voor de filmer is ongeïnteresseerd overkomen, dit kan grote invloed op de voormalige gebruiker hebben. Aan te raden valt om tijdens het interview aantekeningen te maken welke verhalen dé verhalen van het interview zijn en zodoende aan het eind opnieuw in close-up gefilmd moeten worden. Als filmer heb je wat meer afstand tot het interview dan de interviewer heeft en kun je zodoende goed kijken welke verhalen geschikt zijn. Denk hierbij ook meteen aan goede verhalen voor bij de montage. Het vaste camerastandpunt Bij sommige objecten is het noodzakelijk (en interessant) om af te wijken van de vaste filmlocatie. Het kan zijn dat de geïnterviewde in het geval van een groot object iets uit wil leggen aan de hand van het fysieke object. Misschien wil de voormalige gebruiker om het voorwerp heen lopen of het buiten het vaste camerastandpunt aanzetten. Het is belangrijk dat er nooit afgeweken wordt van het camerastandpunt. Bij punt 3: ‘alternatieve beelden schieten van het object’ wordt ingegaan op het filmen van het object in actie.
Bij een klein object hoeft echter niets uitgesteld te worden. De geïnterviewde mag het object erbij pakken en zijn verhaal doen, mits hij of zij niet gaat verzitten of het object buiten of slecht in beeld houdt. Laat de camera altijd in dezelfde positie staan, zoom niet in en verander niets in het kader. Fout en opnieuw Wanneer er iets fout dreigt te gaan of daadwerkelijk fout gaat, laat de filmer de geïnterviewde altijd eerst uitspreken alvorens hij inspringt, en doet hij dat via de interviewer. Deze geeft aan dat er iets moet veranderen en legt het gesprek stil. Het is aan de filmer om te beoordelen of er een deel van het interview over moet. Na het interview controleert de filmer of alles gefilmd is door het materiaal op de camera globaal door te nemen. Stap 4. Alternatieve beelden schieten van het object Als laatste worden er alternatieve beelden van het object gemaakt. Hieronder drie verschillende opnamen. De interactie met het object door de voormalige gebruiker, de close-up van de drie belangrijkste verhalen en als laatste tien close-ups van het object. 1. De interactie met het object De interviewer geeft aan wanneer het vraaggesprek afgelopen is en de filmer zet de camera uit. De volgende stap is de interactie met het object. Bij dit onderdeel wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine objecten. Een groot object In het geval van een groot object wordt de filmlocatie herbepaald aan de hand van aanwijzingen van de geïnterviewde. Op de specifieke locatie
33
Het interview Wanneer alles in orde is vraagt de filmer om stilte en drukt hij de opnameknop in en roept: ‘camera loopt’. Nu weet de interviewer dat er gestart mag worden en is het zaak voor de filmer om alles in de gaten te houden. Het is handig om de punten uit de vorige stap bij de hand te hebben. Ook let de filmer op het verhaal omdat dit belangrijk is bij het maken van de alternatieve shots, te vinden in punt 3.
wordt het stappenplan herhaald. De voormalige gebruiker is met bovenlijf en hoofd duidelijk in beeld en de camera en interviewer staan op ooghoogte met de geïnterviewde in dezelfde positie. Wanneer er specifieke dingen gebeuren die niet binnen het kader passen, bijvoorbeeld een rijdende tractor, is er ruimte voor improvisatie. Wel wordt er altijd vanaf statief gefilmd en zoveel mogelijk de eerder genoemde ‘laatste check’ gevolgd. Een klein object Bij kleine objecten wordt er niet veranderd van locatie. De geïnterviewde neemt het object in zijn of haar handen en legt uit wat hij of zij ook al eerder heeft uitgelegd. Het is hierbij belangrijk dat de geïnterviewde niet met zijn of haar handen buiten het kader komt.
Einde De filmer overlegd samen met de voormalige gebruiker en interviewer wat een mooi eindshot zou zijn en filmt dat. De filmer gaat het stappenplan na en controleert of alles gefilmd is. Dit controleert hij of zij ook op de camera zelf door het materiaal globaal door te nemen. Evaluatie Het is aan te raden om aan het eind van de filmdag met de aanwezigen de interviews te evalueren. Het doel hierbij is dat het volgende interview dat wordt afgenomen van nog hogere kwaliteit wordt.
2. De close-up van de voormalige gebruiker De interviewer, geïnterviewde en de filmer bepalen welke verhaal per hoofdonderwerp het belangrijkste of spraakmakendst was. Dit verhaal of onderwerp wordt gefilmd in close-up. Dit betekent dat het kader bestaat uit het gezicht van de geïnterviewde. Dit effect kan makkelijk met zoom bereikt worden. Probeer hoofd en hals in het midden van het beeld te krijgen. De close-ups duren zolang als het beoogde verhaal duurt.
De filmer maakt als laatste naar eigen inzicht en creativiteit zoveel mogelijk verschillende close-ups van het object, waarbij er geen mensen te zien zijn op de achtergrond. De filmer houdt in gedachten wat de belangrijkste onderdelen van het object zijn die behandeld zijn in het interview. Is er gesproken over een ontstekingsmechanisme? Dan moet er zeker een beeld zijn van dat mechanisme. Deze shots zijn zeer belangrijk voor de editor en de montage. Elk shot duurt ongeveer 30 seconden.
34
3. Close-up van het object Bij het maken van de close-up van het object zijn de voormalige gebruiker en interviewer klaar.
Het interview (interviewer) De voormalige gebruiker of expert is op zijn of haar gemak gesteld. De eerste vragen in het interview gingen over de voormalige gebruiker. Alle twee de hoofdonderwerpen zijn aan bod geweest. Het verhaal over het object moet voor een leek begrijpelijk zijn. Dé verhalen van het interview is nogmaals in close-up verteld. Het interview is op een prettige manier afgesloten. Er zijn afspraken met de voormalige gebruiker gemaakt wanneer die het filmpje kan zien. Het interview is aan het eind van de filmdag geëvalueerd.
Het filmen (filmer) De mensen in de omgeving zijn ingelicht en de ruimte is voorbereid. De beginshots zijn gemaakt. Het kader is bepaald en gecontroleerd. Het statief is vastgezet en de ruimte rondom de camera is leeg. De (rand)apparatuur is gecontroleerd op alle mogelijke instellingen. Er is gesproken met de interviewer en het is duidelijk wat er zoal wordt verteld. Er is gevraagd wanneer men klaar is om te beginnen en aangegeven wanneer de camera loopt. Er is goed opgelet tijdens het gesprek. Alternatieven shots zijn geschoten van het object. De interactie van de voormalige gebruiker of expert met het object is gefilmd.
35
Checklist interview
De aandachtpunten en tips zijn goed gelezen.
36
Aantekeningen
Deel 4 Het monteren Om het uiteindelijke filmpje een wetenschappelijk verantwoorde mondelinge bron te laten worden moet elk filmpje dat binnen het project wordt gemaakt van gelijke kwaliteit zijn. Dit heeft invloed op de montage. In de laatste fase van het proces, tijdens het monteren, moeten daarnaast beide hoofdonderwerpen voldoende aan bod komen. Hieronder wordt voor de editor het montageproces uitgelegd.
H11 Het monteren
De laatste fase in de totstandkoming van de mondelinge bron is de montage. Bij de montage moet altijd de onderzoeksvraag van ‘Voor het te laat is’ in gedachten worden gehouden. De onderzoeksvraag is: wat is het historische, maatschappelijke en technische belang van het object? In de uiteindelijke filmpjes van ongeveer drie minuten moeten de twee hoofdonderwerpen behandeld worden: ● Het historische-maatschappelijke belang van het object. ● Het technische belang van het object.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen programma’s die gericht zijn op consumenten en programma’s die gericht zijn op professionals. Professionele montageprogramma’s In deze handleiding worden geen professionele montageprogramma’s, zoals Final Cut Pro, Avid of Adobe Premiere besproken omdat er verondersteld wordt dat mensen die reeds bekend zijn met deze programma’s weinig begeleiding behoeven. Dit betekent niet dat dit deel van de handleiding voor deze doelgroep overbodig is, er worden namelijk belangrijke algemene zaken binnen het montageproces toegelicht. De montage: zeven stappen De montage binnen ‘Voor het te laat is’ bestaat uit zeven stappen, die u hieronder vindt.
De samenwerking De editor stelt de beelden samen die door de filmer en de interviewer verzameld zijn. Voor het overbrengen van de visie, de structuur en eventuele andere bedoelingen is het raadzaam om één van deze twee personen bij het montageproces te betrekken. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de editor bij de opnames aanwezig is en zo direct oppikt wat de interviewer en de filmer belangrijk vinden uit het interview en wat de filmer bedoelt met de beelden die hij of zij gemaakt heeft.
Stap 1. Het inladen Het filmmateriaal wordt ingeladen op de computer. Bij voorkeur gaat dit via het montageprogramma. Wanneer dit niet mogelijk is, moeten de bestanden met een conversieprogramma omgezet worden naar het gewenste formaat. Het verschilt per camera en montageprogramma welke instellingen en programma’s hiervoor gebruikt moeten worden. Via de handleiding van de camera, het montageprogramma of een zoekopdracht op internet kunnen deze gegevens verworven worden.
Het montageprogramma Omdat de musea die meedoen aan ‘Voor het te laat is’ hoogstwaarschijnlijk verschillende apparatuur zullen gebruiken wordt er in deze handleiding geen uitgebreide uitleg gegeven van één bepaald programma, maar wordt er geprobeerd uit te leggen wat de belangrijkste functies zijn van de montage en de belangrijkste normen op dit gebied.
Stap 2. De organisatie en back-up Het is voor het (vlotte) verloop van de rest van het proces heel belangrijk om al het materiaal te ordenen. Daarom is het belangrijk om precies te weten waar alles staat. Het is handig om een digitale plek te kiezen (tip: een speciale harde schijf voor het project of een map op het bureaublad, een locatie die voor iedereen makkelijk te vinden is) waar het project later ook gearchiveerd gaat worden. Het is aan te raden een map te maken voor het project en daarbinnen een map te maken per object.
38
Dit hoofdstuk is belangrijk voor de editor en de producer.
Bestandsnaam Binnen het montageprogramma staat een duidelijke organisatie van bestanden ten grondslag aan een prettig werkproces. Alle ingeladen bestanden moeten een passende naam krijgen. Een rijtje bestanden ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: ‘beginshot 1, beginshot 2, beginshot 3, interview 1, interview 2, objectbeeld 1’ etc. Stap 3. De selectie Nu wordt al het materiaal bekeken en worden er aantekeningen gemaakt. In dit gedeelte is het heel belangrijk om de twee bovengenoemde hoofdonderwerpen in het achterhoofd te houden. Daarnaast is het belangrijk om te kijken naar een verhaalstructuur. Welke verhalen volgen elkaar logisch op? Meestal is het fijn om te beginnen met een verhaal over hoe de gebruiker en het object samen zijn gekomen. Montage, en interviewen in zekere zin ook, begint met algemene informatie en aan de hand daarvan wordt er de diepte in gegaan. Wanneer een film begint met een droge uiteenzetting van de technische werking van een object zal menig kijker het filmpje niet afkijken. In filmtermen wordt het geven van algemene kennis, zowel visueel als inhoudelijk, ‘establishing’ genoemd.
Steekwoorden Per hoofdonderwerp wordt duidelijk genoteerd in steekwoorden (soms kan dit in het programma zelf) wat er gezegd werd en hoe de informatie opgebouwd kan worden. Dit is ook een goed moment om de filmer te spreken. Deze zal ongetwijfeld aan kunnen geven wat belangrijk was in het gesprek en welke delen van het ruwe materiaal het best te gebruiken zijn. Uiteindelijk zal er een inventarisering ontstaan van momenten in het interview. De editor kiest de beste momenten uit in de beste volgorde. Ook het beste beginshot en de mooiste beelden van het object worden uitgekozen. Dit kan goed gedaan worden in samenwerking met de filmer. De opbouw van het filmpje Om van het filmpje een complete mondelinge bron te maken volgt hieronder een suggestie van de opbouw van het filmpje. Aangeraden wordt deze indeling globaal te volgen. Op deze wijze hebben alle filmpjes binnen het project een gelijke opbouw, wat een van de projectdoelen is. Beginshot
ca. 10 seconden
Het historische-maatschappelijk belang
ca. 40 seconden
Het technische belang
ca. 40 seconden
Het historische-maatschappelijk belang
ca. 40 seconden
Het technische belang
ca. 40 seconden
Afsluitende shot
ca. 10 seconden
Totaal
ca. 180 seconden
39
Map met filmmateriaal Zo’n map bestaat dan uit twee delen: een map met filmmateriaal en het projectbestand van het montageprogramma. De map heeft ook een duidelijke naam die onder meer naar de naam van de maker/editor verwijst, zodat er in het geval van nood opheldering gevraagd kan worden. Wanneer duidelijk is waar alles staat, kan er een kopie gemaakt worden. Deze mag niet op dezelfde schijf staan als de originele bestanden en moet ook goed terug te vinden zijn.
• Wordt er een logisch verhaal verteld? • Is er een heldere inleiding geschetst? • Is de technische uitleg nog te volgen? • Is het maatschappelijk belang duidelijk? • Is er een goede uitsmijter?
Deze vragen worden beantwoord door de verhalen achter elkaar te plaatsen op de tijdlijn en ze te bekijken. Vaak wordt er gespeeld met de volgorde en keuze van momenten. Momenten worden bijvoorbeeld vervangen door andere om te kijken hoe het ‘werkt’ voor het verhaal. Werkt het niet dan wordt er gezocht in het ruwe materiaal naar een beter moment. Net zolang tot het goed voelt. In dit opzicht heeft montage ook te maken met intuïtie en het verkennen van mogelijkheden. Voelt het goed? Zijn er goede keuzes gemaakt bij de selectie? Misschien toch dat andere maatschappelijke verhaal? Het loont altijd om uit te proberen. Controleer verder of mensen niet te snel afgekapt worden. Is een verhaal te lang, maar bevat het twee belangrijke aspecten die elkaar logisch opvolgen, laat lekker staan. Het is belangrijk om de details te laten voor wat het is. Bij de fijne montage worden de overgangen mooi opgepoetst. Hier gaat het om een fijne opbouw met verhalen die een kop, middenstuk en staart hebben: ‘ronde’ verhalen.
Stap 5. Fijne montage Nu zijn alle keuzes voor beelden en onderwerpen gemaakt, maar het geheel zal er hoogstwaarschijnlijk niet echt professioneel uitzien. Tussen de beelden zijn ‘lassen’ ontstaan. Een ‘las’ is de overgang tussen twee beelden. Wanneer er een las ontstaat, kunnen er twee dingen gedaan worden. De eerste optie is om niets te doen. Als beeld één een mediumshot is en beeld twee een close-up dan zal de overgang niet storend zijn. Vaak wordt deze overgang gebruikt en als logisch ervaren als van een algemeenheid overgestapt wordt naar een verdieping. Dit kan dus gelaten worden als dat zo uitkomt. Vaker en liever wordt er gekozen voor een camouflage van de las. Dit betekent dat er shots van het object letterlijk, in de meeste programma’s, boven het interview in de tijdlijn geplaatst worden. Deze beelden worden ook wel plakshots genoemd. Het geluid loopt door, maar het object is in beeld. Het plakshot duurt tussen de vijf en tien seconden. Wanneer er meer tijd nodig is, bijvoorbeeld door meerdere lassen kort op elkaar, mogen dergelijke beelden langer duren of kunnen er meer achter elkaar geplaatst worden. Plakshots Ook is het nog steeds belangrijk om te letten op de inhoud en zit er een volgorde in het gebruik van plakshots. De plakshots moeten enigszins corresponderen met de inhoud. Heeft een boer het over een melkmachine die naar het land gereden wordt, waarna er koeien aan de stang gezet worden dan is het vanzelfsprekend dat er een beeld gebruikt wordt van eerst een wiel van het object en daarna de desbetreffende stang.
40
Stap 4. Ruwe montage De uitgekozen momenten worden nu achter elkaar gezet in een eerder geschetste logische volgorde. De selectie wordt op de tijdlijn geplaats (canvas in Final Cut Pro) zonder te kijken naar overgangen en visuele en geluidstechnische factoren, mits zij zorgen voor onbruikbaar beeld. Het gaat hier puur om de inhoud.
Stap 6. Afronding Met deze richtlijnen in gedachten kan de film afgemaakt worden. Overgangen worden gecamoufleerd of er wordt gekozen voor mediumshot gevolgd door close-up. Nu wordt ook het geluid bekeken. Blijft de geluidsmeter ongeveer op hetzelfde punt staan gedurende de film? Bij de pilotfilms staat het geluid tussen de -12 en -5 db. Staan de teksten mooi in beeld, leesbaar? Titel Voor de titel wordt het lettertype Sketchblock gebruikt. De titel van het filmpje is altijd de naam van het object. Bovenaan staat de naam van het object en daaronder de naam van het museum. De aftiteling komt op een witte achtergrond te staan die cross-fade vanaf het laatste beeld. Cross-fade is een effect dat ervoor zorgt dat het ene beeld soepel vervaagt in het andere beeld. De teksten van de aftiteling en de namen van de voormalig gebruikers worden in het lettertype Arial gezet. Stap 7. Laatste controle Na de fijne montage is de film klaar voor een laatste check. Met de betrokkenen wordt er gekeken naar het geheel en worden er ter plekke puntjes op de i gezet. Na de goedkeuring is de film af en klaar voor export. Per programma zijn er verschillende exportmanieren die verschillen per
camera. De films komen te staan op Vimeo en deze site heeft een uitgebreide exportrichtlijn voor alle denkbare programma’s. Montagetips Via Youtube.com kunnen er talloze bruikbare instructies gevonden worden. Elk mogelijk technisch vraagstuk wordt uiteen gezet. Ook de meest ‘makkelijke’ acties binnen een montageprogramma. Data-opslag De data moeten in ieder geval bij het museum worden opgeslagen. Aan te raden is om dit om twee plekken te doen. Bijvoorbeeld in de computer die gebruikt is om te monteren en op een externe harde schijf. Metadata Om de filmpjes doorzoekbaar te maken voor het grote publiek zijn trefwoorden nodig. Export De films worden op het Vimeo en Youtube-kanaal van ‘Voor het te laat is’ geplaatst. Op de site van Vimeo staan heldere instructies over hoe de beste kwaliteit bereikt wordt met de beste instellingen. Voor elk denkbaar programma staan op de volgende pagina heldere instructies: https://vimeo.com/help/compression Website van ‘Voor het te laat is’ Tijdens het project wordt een website gemaakt waarop alle filmpje en de handleiding zal komen te staan.
41
De volgorde van plakshots werkt in zekere zin hetzelfde als de ordening van de verhalen: algemeen-verdieping. Het is storend en gek als iemand het over een object heeft en het eerste plakshot is een minuscuul onderdeel van het object. De kijker wil het object eerst in zijn totaal zien en er daarna pas meer van weten. In de pilotfilms is dan ook altijd eerst een plakshot te zien waarop het hele object zichtbaar is. Het object wordt ‘established’.
De bestanden zijn geconverteerd. De bestanden zijn opgeslagen op twee verschillende schijven. Zowel ruw als geconverteerd materiaal. Er is een goede selectie gemaakt. De volgorde klopt, zowel structureel, visueel als geluidtechnisch. Het eindproduct is minimaal twee keer nagekeken en gecontroleerd op foutjes. Een tweede persoon heeft de eindversie bekeken en goedgekeurd. De exportinstellingen zijn dubbel gecontroleerd. Het filmpje is op een duurzame manier binnen het museum opgeslagen.
42
Checklist monteren
Het monteren (editor)
43
Aantekeningen
De inhoudelijke voorbereiding Een object en voormalige gebruiker of expert geselecteerd. Er heeft een voorgesprek plaatsgevonden met de geinterviewde en diegene heeft een kopie van bijlage 4 gekregen. Er is onderzoek gedaan naar het object en het onderwerp. Er is een interviewer, filmer en editor gevonden. De interviewer, de filmer en de editor weten welke taken zij hebben binnen het project. De interviewer heeft zich bekend gemaakt met de onderzoeksvraag en de hoofdonderwerpen. De interviewer heeft het interview voorbereid door het lezen van het onderzoek en het maken van vragen. Met het museum is de filmlocatie besproken.
Samenvatting
Er zijn afspraken gemaakt met de voormalige gebruiker, de interviewer, de filmer en het museum voor een geschikte filmdatum. De technische voorbereiding Er is kwalitatief goede filmapparatuur zoals een camera, statief en eventueel licht en geluid. De filmer is bekend met de mogelijkheden van de filmapparatuur. De juiste montagesoftware is beschikbaar. Er is een locatie gekozen en filmklaar gemaakt. Het interview: de interviewer De interviewer heeft de aandachtpunten en tips goed gelezen. De interviewer heeft de voormalige gebruiker op zijn of haar gemak gesteld. De eerste vragen in het interview gingen over de voormalige gebruiker. Alle twee de hoofdonderwerpen zijn aan bod geweest. Dé verhalen van het interview zijn nogmaals in close-up verteld.
Het interview is op een prettige manier afgesloten. Er zijn afspraken met de voormalige gebruiker gemaakt wanneer diegene het filmpje kan zien. Het interview is aan het eind van de filmdag geëvalueerd. Het interview: de filmer De filmer heeft de beginshots gemaakt. De filmer heeft de mensen in de omgeving ingelicht en de ruimte voorbereid. De filmer heeft het kader bepaald en gecontroleerd. Het statief is vastgezet en de ruimte rondom de camera is leeg. De filmer heeft de (rand)apparatuur gecontroleerd op alle mogelijke instellingen. De filmer heeft gesproken met de interviewer en weet wat er zoal wordt verteld. Vraagt wanneer men klaar is om te beginnen en geeft aan wanneer de camera loopt. Blijft opletten tijdens het gesprek. Het monteren De bestanden zijn geconverteerd. De bestanden zijn opgeslagen op twee verschillende schijven. Zowel ruw als geconverteerd materiaal. Er is een goede selectie van de beelden gemaakt. De volgorde klopt, zowel structureel, visueel als geluidtechnisch. Het eindproduct is minimaal twee keer nagekeken en gecontroleerd op foutjes. Een tweede persoon heeft de eindversie bekeken en goedgekeurd. Het filmpje is op een duurzame manier opgeslagen.
45
De exportinstellingen zijn dubbel gecontroleerd.
46
Aantekeningen
Literatuur Green, A. en M. Hutching, Remembering. Writing oral history. (Auckland 2004) Hagen, J., Vragen over vroeger. Handleiding voor het maken van historische interviews (Utrecht 1998) Leydesdorff, S., De mensen en de woorden. Geschiedenis op basis van verhalen (Amsterdam 2004) Perks, R. en T. Alistair. The oral history reader (Londen 1998) Ritchie, D. A., Doing Oral History (New York 1995) Thompson, R. en B. Christopher, The grammar of the edit (Oxford 2009) Ward, P., Digital video camerawork (Oxford 2000)
Wever, B. De, B. Rzoska, C. Crul en P. Fançois, Van horen zeggen: Mondelinge geschiedenis in de praktijk (Schaarbeek 2005) Wever, de, B. en P. François, Gestemd verleden: Mondelinge geschiedenis als praktijk (Brussel 2003)
47
Werkman, P. E. Uitgesproken geschiedenis. Oral history in geschiedenis en journalistiek (Zwolle 2001)
Colofon Initiatief ‘Voor het te laat is’: TwentseWelle Projectleider ‘Voor het te laat is’: Gábor Kozijn Deelnemende musea: TwentseWelle, HEIM, NEMO, Museum Boerhaave en Bijzondere Collecties UvA. Tekst & samenstelling: Gábor Kozijn, Timo van Barneveld Eindredactie: Jan Calis Vormgeving: Suzan Valkema Foto’s: Timo van Barneveld Producent pilotfilmpjes: De Documentairefabriek Ontwikkelaars website: Brulkikker Mede mogelijk gemaakt door: Prins Bernhard Cultuurfonds
48
Met dank aan: Dieuwertje Wijsmuller, Annegriet Wietsma, Tico Koopmans, En bovenal de vrijwilligersprojectgroepen en conservatoren van TwentseWelle, HEIM, NEMO, Museum Boerhaave en Bijzondere Collecties UvA
Bijlage 1. De geschiedenis van mondelinge geschiedenis Van prehistorische verhalen tot negentiende eeuwse archieven Wat wij nu oral history of mondelinge geschiedenis noemen is de oudste vorm van geschiedschrijving die de mens kent. De verhalen en mythen die de prehistorische mens vertelden waren de eerste geschiedenissen. De oude Grieken gebruikten al mondelinge bronnen om te achterhalen wat zich had afgespeeld. Zelfs de aartsvader van de geschiedschrijving Herodotus gebruikte mondelinge geschiedenis om aan informatie te komen. Ook de schrijvers van de middeleeuwse kronieken baseerden zich vaak op de verhalen die zij hoorden. Het idee dat mondelinge geschiedenis een normale historische bron is veranderde in de negentiende eeuw. De geschiedschrijving werd een academische discipline. Mondelinge bronnen werden subjectief en onwetenschappelijk gevonden. De Duitse grondleggers van de moderne geschiedwetenschap vonden dat je alleen door middel van geschreven bronnen uit archieven kon leren ‘wie es eigentlich gewesen’ is. Geschiedenis moest daarnaast het nationalistische verleden van de grote gebeurtenissen en leiders als onderwerp hebben. Mondelinge geschiedenis en de geschiedenis van het normale volk werden niet langer interessant en relevant gevonden. Waardering voor de mondelinge bron Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw veranderde de kijk op mondelinge geschiedenis binnen de wetenschappelijke geschiedenis. De waarde van deze directe vorm van geschiedenis werd opnieuw ingezien. In de wetenschappelijke geschiedenis kwam steeds meer interesse voor gewone mensen, maar gewone mensen laten minder archiefstukken na dan leiders. Mondelinge geschiedenis werd daarom gezien als een goede methode om bestaande informatie aan te vullen. Daarnaast kwam er steeds meer aandacht voor de recente geschiedenis.
Mondelinge geschiedenis levert waardevolle en unieke verhalen op die anders verloren zouden gaan. Op papier staan vaak feiten, terwijl via mondelinge geschiedenis persoonlijke verhalen en belevenissen naar boven komen die niet op een andere manier zijn vastgelegd. Verhalen van normale mensen over dagelijkse gebeurtenissen en normale voorwerpen. Zoals een bekende historicus zei wordt door mondelinge geschiedenis ‘een stem gegeven aan de stemlozen’. Immaterieel erfgoed Sinds enige tijd wordt mondelinge geschiedenis steeds meer verbonden aan immaterieel erfgoed. In dit verband is het immaterieel erfgoed de verhalen en ervaringen van de voormalige gebruikers met de museale voorwerpen. Door middel van de verhalen die worden gewonnen door mondelinge geschiedenis kan het immaterieel erfgoed dat is verbonden met het materiële erfgoed binnen een museum worden behouden voor volgende generaties. Musea maken met de verhalen (het immaterieel erfgoed) de objecten (het materiële erfgoed) levendiger en begrijpelijker.
Bijlage 2. Overeenkomst met de voormalige gebruiker Het is belangrijk dat er een overeenkomst door de voormalige gebruiker wordt ondertekend waarin diegene toestemming geeft om het uiteindelijke filmpje voor publieksdoeleinden te gebruiken. Verklaring met voormalige gebruiker Naam: Geboortedatum: Woonplaats: Nader te noemen de geïnterviewde verklaart als volgt: De geïnterviewde verleent het project ‘voor het te laat is’ en de object verstrekkende instelling op basis van de aan hem/haar verstrekte relevante informatie zijn/haar uitdrukkelijke toestemming het op …................... opgenomen gesprek voor niet-commerciële doeleinden op te nemen in haar archieven en voor het publiek toegankelijk te maken. De geïnterviewde verklaart dat hij/zij geen bezwaar heeft tegen openbaarmaking van het (beeld)materiaal en dat hij/zij ten aanzien van dit materiaal geen beroep zal doen op zijn/haar portretrecht. Geïnterviewde geeft hierbij uitdrukkelijk toestemming voor openbaarmaking van zijn/haar persoonsgegevens die in dit interview zijn vastgelegd. Te …......................................... op …........................... Handtekening:
Bijlage 3. Informatie over de voormalige gebruiker De basisgegevens zijn nodig als context voor het filmpje en om toekomstige onderzoekers snel bekend te maken met de inhoud en de juiste filmpjes te laten vinden. Datum interview: Naam: Huidige woonplaats: Geboortedatum: Geboorteplaats: Woonplaats toen het object gebruikt werd: Werk toen het object gebruikt werd: Beroep van vader en moeder: Uitgevoerde beroepen: Eventuele aanvullingen:
Bijlage 4. Informatie toekomstige geinterviewde Beste toekomstige geïnterviewde, Ten eerste hartelijk dank voor uw deelname aan ‘Voor het te laat is’. In deze brief vindt u informatie over het interview. Het doel van ‘Voor het te laat is’ is de verhalen van de voormalige gebruikers of experts van museale voorwerpen op film vast te leggen, omdat deze waardevolle verhalen anders verloren gaan. De verhalen leggen wij vast door middel van film. De filmpjes worden 3 tot 4 minuten lang en zullen op www.voorhettelaatis.nu en/of in het museum vaertoond worden. De onderzoeksvraag van ‘Voor het te laat is’ is: Wat is het historische, maatschappelijke en technische belang van het object? U wordt geïnterviewd over het object waar u veel kennis over heeft. Tijdens het interview stelt de interviewer u vragen. Deze vragen komen niet in het filmpje terug. In het filmpje bent alleen u te horen en het object te zien. Dit houdt in dat u wordt verzocht de vraag in uw antwoord te herhalen, anders weet de kijker niet waar u antwoord op geeft. In een interview is het gebruikelijk dat de geïnterviewde niet de camera in kijkt, maar naar de interviewer kijkt. Zodoende wordt u tijdens het interview verzocht niet in de camera te kijken, maar altijd de interviewer aan te kijken. Om tijdens de montage genoeg keuze te hebben zal u worden gevraagd enkele verhalen twee of meer keer te vertellen. Dit zal vooral het geval zijn bij verhalen die opnieuw in close-up worden opgenomen en verhalen tijdens de interactie met het object. De verloop van de dag ziet er ongeveer als volgt uit: Ca. 60 minuten Opbouw van de filmapparatuur (hoeft u niet aanwezig te zijn) Ca. 15 minuten Beginshots maken Ca. 60 minuten Het interview Ca. 10 minuten Pauze Ca. 15 minuten Dé belangrijkste verhalen van het interview in close-up Ca. 20 minuten Interactie met het object Ca. 20 minuten Beelden van het object Ca. 20 minuten Afbouw van de filmapparatuur (hoeft u niet aanwezig te zijn) Totale tijd 3.5 á 4 uur
De vragenlijst De onderstaande lijst geeft een indruk van het type vragen dat gesteld gaat worden. Per verschillende object zullen er sommige vragen afvallen en ook vragen bijkomen. Over een vuurtorenlamp moeten natuurlijk andere vragen worden gesteld dan over een melkmachine. Het historische belang Kunt u mij vertellen... ● ...wat uw naam is? ● ...waar u bent opgegroeid? ● ...welk werk u deed? ● ...welke maatschappelijke positie u had? ● ...wanneer u het object voor het eerst zag? ● ...hoe u in aanraking kwam met het object? ● ...wanneer het object gemaakt is? ● ...waar het object gemaakt is? ● ...wie het object gemaakt heeft? ● ...waarom het object gemaakt is? ● ...welk bestaand probleem het object oploste? ● ...hoe lang het object gebruikt is? ● ...hoeveel het object kostte? ● ...wat het historische belang of de context van het object was?
Het technische belang Kunt u mij vertellen... ● ...hoe het object gemaakt is? ● ...hoe het object werkt(e)? ● ...wat de technische achtergrond van het object was? ● ...op welke manier het object werd gebruikt? ● ...of het object moeilijk te gebruiken was? ● ...of je het object alleen kon bedienen? ● ...of je een opleiding moest hebben om met het object te werken? ● ...of het object vaak kapot ging? ● ...of u het object zelf kon repareren? ● ...of het object gevaarlijk was? ● ...welke technische vooruitgang mogelijk werd gemaakt door het object? ● ...wat het technische belang van het object was?
Het maatschappelijke belang Kunt u mij vertellen... ● ...wat de betekenis van het object voor de maatschappij was? ● ...hoe men dacht over het object in de tijd dat het gebruikt werd? ● ...hoe uw leven eruit zag toen u voor het eerst werkte met het object? ● ...wat voor mensen het object hebben gebruikt? ● ...of het object nog steeds gebruikt wordt? ● ...of er een vervangend object is? ● ...hoe een normale werkdag met het object er uit zag? ● ...wat het grappigste of vreemdste was dat u met het object heeft meegemaakt? ● ...of u een anekdote weet waarin het object een rol speelt? ● ...wat uw mooiste ervaring is met het object? ● ...een persoonlijke ervaring met het object vertellen? ● ...wat het maatschappelijke of sociale belang van het object was?