Vonnis van 8 juli 2015 (bij vervroeging) Bellorend bij K.G no. 1117 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA VONNIS in kort geding van:
[X] en de in de dne bijlag,en bij dit vonnis (soms meermalen) genoemde personenJ allen wonende in Aruba, eisers. hierna ook te noemen: [eisers] , gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa, tegen: de stichting STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS ARUBAJ
geveshgd m Aruba, gedaagde, hierna ook.1e noemen: SKOA. gemachttgde: de advocaat Mr. M.D nomp.
1. DE PROCEDURE 1.1 Het ver1oop van de procedure blijkt uit:
-het verz.oekschnft met producties; -de aantekeningen van de grfffier van de mondelinge behandeling van de zaa'k ter terechtzitting van 25 juni 2015.
1.2 [efsers] - beooudens dhr. Y, die in persoon ter zjtting is verschenen samen met zijn gemachtigde · zijn ter zitting verschenen bij hun gemachtigd&. De SKOA is verschenen bij haar gemachtigde, dee werd vergezeld door dhr. mr. Y (voorzitter van het bestuur van SKOA). Partijen nebben in t\\lee temnijnen het woord gevoerd . mede
aan de hand van door hen overgetegde pleitnota's, voorz,ien van toege1ateo produclies - en hebben gereageerd of kunnen reageren op ell
·2·
2. DE STANOPUNTEN VAN PARTIJEN 2 .1 [eis-ers] vorderen dat het Gerecht biJ uitvoeroaar bij voorraad te verklaren von.nis
kosten rechtens. primair
a. de besllssing van de SKOA tot vaststelling van l"let sct.ool· en a1rcogeld voor het schooljaar 2015-2016 schorst dan wei opschort. tot dat in de door [eisers] le starten
bodemprocedure omtrent de geld1ghekf van dJe door SKOA genomen beslissing zal zijn beslfst: b. bepaalt dat de SKOA ten behoeve van [eJsers) een d\-vangsom verbaurt van Aft 1.000,- per dag dat de SKOA de te geven schorsing dan we·l opschorting van
bedoetde beslissing ter zijde stelt; subsidiair c. bepaatt dat het niet voldoen door [e1sers] van het door SKOA voor het schooljaar 2015-2016 vastgestelde school- en aircogeld niet tot gevolg zat hebben dat de
desbetreffende leerling{en) niet (her)ingesel'lreven wordt of worden voor dat schooljaar:
meer subsidiair
d. te dezen enige andere juist voor1
1n het door hen verzochte. aJthans tot af\\lii!zing daarvan, kosten
2 3 Voor zover van belang voor de
be-sliss~ng worden de
hierna besproken.
== K.G. nr
1117 van 2015 ==
stelhngen van paf'bjen
3. DE BEOORDEUNG 3.1 Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit vofgt dat [e·isers] niet-ontvankelijk moeten 'WOrden vetklaard in het door hen verzochte. Het ontvankeliJkheidsverweet van de SKOA wordt daarom verworpeo. 3.2 Het spoedeisend belang van ,[eisers) bij haar vorderingen Jigt bes!oten in de aard
van die vorderiogen. temeer om
·d~
SKOA leer1ing tteffende gevof9en dreigt te
verbJnden aan het niet betaJen door [eisers) van de door SKOA voor het schooljaar
2015·2016 verhoogd vastgestelde school· en!of aircogetden. 3.3 Vast staat tussen partijen dat (etsers] ouders zijn van Jeeningen die studeren of· Willen
gaan
studeren
bij onder de SKOA ressorteren.de
~hot.en.
zijnde
kleuterscho!en. basisscholen en scholen voor m1dde1baar voortgezet onden\'ijs. Ook
staat vast dat de SKOA vanaf de jaren tacnttg beta ling van schoo!gek:f per schoo:ljaar per leerfing vertangt van ouders van bij haar scholen fngescllreven of in te schrijven leerlingen. Tegen dre ach.tergrond nebben [eisers) niel of onvoldoende bestreden
gestefd dat het door de SKOA vastgestelde sdloolgeld voor het schooljaar 20142015 Aft. 75.-- per reerting bedroeg en het vastge"S.telde aireogeld voor leerlingen die studeren lbij van airc:o· voorz.1ene schofen
voor dat sehocljaar Aft
140,- per leerling
bedroeg. Vast staat verder dat de SKOA na meermaleo gevoerd overteg met onder meer de minister van Onderwijs van Aruba (hi.ema: de minister) het schoofgeld voo.r het schooljaar 2015·2016 uileindelijk en met goe
vastgeste1d op· Afl. 175,- per lee rling en het airoogetd voor feerlingen die studeren of willen gaan studeren bij van airco voorziene soholen op Aft 150,- per leerting. Tot
·slot $laat vast dat de SKOA aan alle ouders van bij haar soholeo ingescnreven of ir"' te scnrij ven leer1ingen (hien1a ook: de ouders) kenbaar heeft gemaakt dat aan het
nlet betalen van school- en/of alreogeld mogelijk gevolgen· worden verbo-nden, rn dre
zin dat (her)pla.atsing van leetlingen op de door de oud'ers gewenste school n1et Ianger gegarandeerd is terwijl die (her)plaatsing bij tijdig.e ootaling in beginsel wei
gegarandeerd is. 3.4 In het ltcht van al het vorenstaande moet voorshands de vraag V/Orden
beantwoord of de SKOA al dan niet gereotl.tigd is [eiserrs] tot betaling van sd'loolenlof air:cogeld te verplichten en of de SKOA aan het uitbTijven van betaling van die gelden de door haar ook aan [eisers] kenbate ge~;olgen mag vetblnden. Hielbij heeft te g;erden dat de omvang van dit geschtl is bepef'kt tot het meerdere van :het sChOol· en arrcogeld ten opzichte va.n het hiervoor vermelde voor het schoo5jaar 2014~2015 door SKOA vastgestelde school· en alrcogeld.
== K.G . nr. 1117 van 2015 ==
3.51n voormeld verband wordl het volgende voorop gesterd. Uit de artikefen 1 van de onderscheidenlijke
Landsverordeninge.n
KleuterondefWijs,
BasisondelWijs
en
Voort9ezet Onderwijs (hiema ook: de Landsver·o rdeningen) volgt dat een openbare
scllool een door het land Aruba (hlema: het Land) in stand gehouden schooJ is en dat een, bljzondere school een door een .nat.uurlijke persoon of rechtspersoon in
stand gehouden sChool is. Het zevende tid van artike11.20 van de Staatsrege1ing van Aruba luidt: *Het bljzonder algemeen vonnend lager onderwijs dat aan de bij
Jandsverordening te stellen voorwaarden voldoet. wordt naar dezetfde maatst.af als het openbaar onden.vijs ult de openba~e kas belaar en voorbereidend hoger onderwijs btjdragr:m uit de openbaf'9 k.as worden verteend.... 3.6 AUe onder de SKOA ressorterende scholen zijn bijzondere schoten in de zin van de Landsverordeningen. en zij worden allen naar dezeJfde maatstaf of op gelijke voet als openbare s-cholen bekostigd uit de openbare kas, oftewel door hetLand. Reeds
hieruit volgt naar het voortopig oordeel van het Geredlt dat bijzondere scholen als die van de SKOA (ouders van) leer1jngen . a.nders dan partlculiere nJet door hetland
bekosbgde scholen • in elk geval in nnancieel opzicht naar dezelfde maatstaf en op ,gelijke voet dienen te behandelen als die van openbare scholen. Dit kle.mt temeer omdat. ouders van kinderen tussen de vier en zeventien jaar ingevolge de
leerpllchtverordening op straffe v.a n een
door de mmister van
Onderwijs
dienaangaande op te teggen last onder dwangsom van ten minste Afl. 250~- en ten
hoogste Afl. 2.500,·· in beginset vetplieht zijn om er zotg voor te dragen da.t een in voormelde leeftjjdsgroep vaUend kind is ingeschreven als leerling van een door of vanwege hetLand bekostigde opoobare of biJZOndere sohool voor kleu:teronderwijs,
basisondei'Wijs of voortgezet onderwtJS . Het andersluidend stendpunt van de SKOA op dit punt wordt verworpen . 3.7
De landsverordeningen Kleuteronderwi;s. Basisonderwijs en Voortgezet
Ondetwijs bepalen ieder voor zich \vetke kosten precies worden bekostigd door het
Land. en
h~
die bekostiging preoies pJaats vindt of p!aats behoort te vinden. Uit die landsverordeningen votgt verder dat in geval zich ook biJ bijzondere scholen bijzondere omstandigheden voordoen. de bedragen der bekostiging telkens tijdelij.k
kunnen worden verhoo~d.
== K.G. nr 1117 van 2015 ==
3.8 De SKOA heeft uiteen
gezet welke
kosten 21j precres wenst te bestri}den in het
scllooljaar 201 S-2016 met het door haar voor dat schooljaar verhoogd vastgestercte schoolgeld, maar naar het voortopig oordeel van het Gerecht dienen al die kosten krachtens de Landsverordeningen bekostigd te worden door hetland, allhans is niet voorshands aannemelijk g,e\vorden datal die kosten niet bekostigd d ienen te worden door het Land. legen die achtergrond vall naar het voorshandse oordeel van het Gerecht in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de SKOA red\t noch titel heeft om betaling van het (verhoogde) schoolgeld verplicht te steUe.n voor ouders van bij de SKOA tngeschreven of in te schrijven leertingen, en daarom evenmin recht of titel heeft om aan het uilblijven van betaling van (verhoogde) schoolgeJ~n enig gevolg te verbinden. Bij dil a lies heeft. te gelde.n dat is gesteld noch gebleken dat de
SKOA betaling van het door haar vethoogd vas.tgestetde school· en aircogeld Is overeengekomen met de ouders. en evenmin is gestetd of gebleken dat de SKOA met de ouders is overeengek.omen dat aan het uitblijven van betaling van die gek:fen de door SKOA kenbaar gemaakte gevotgen verbonden mogen worden. 3.9. 1 De Landsverordeningen bepalen onder meer dat oo:k, door bijzondere sd'tolen gemaakte energiekosten worden bekostigd door net land. In dat verband valt naar het voor1opig oordeel van het Gered:lt niet in te zjen op grond waarvan de SKOA betaling van aircogeld verplichl denkt
te kunnen stellen. waatbtJ naar het verdere
voorlopig ootdeel van het Gerecht heeft te gelden dat ook de aansdlaf- en onderhoudskosten van airco's k(achtens voorme1de landsverordeningen bel
van
airco is voorxien. Bij dit alles komt dat partijen op zitting
eensluidend hebben verklaard dat anno 2015 airco ook wat hen betreft op scholen in Aruba geen luxe voorziemng is maareen basis~ of standaardvoorz~emng. 3.9.2 Vorenstaande brengt naar het voorshandse oordee'l! van het Gerecht mee dat in een bodemprocedure het oordeel te verwachten vall dat de SKOA recht noch titel heert om beta ling van het (verhoogde) alrcogeld verplicht te stellen voor ouders van bij de SKOA ir\geschreven of in te sehojven leertingen. en daarom evenmin recht of titel heeft om aa.n het uitbhjven van belaling van {verhoogde) aircogelden enig gevolg
== K.G. nr. 1117 van2015 ==
te verbind&n. De laatste volzln van
rechtsovecw~ging
3.8 is ook in dit verband van
toepassmg. 3.10 De slotsom luidt dat de J'lietvoor on:der 3.4
,n.eergeleg~e
vragen vootShands
Qntkennend moeten worden beanlvi'Oord. Mede gelet op het gevorderde onder d. (in samenhang met de str.ekking en geest van de overige vorderingen) zal het Gerecht
de SKOA op straffe van verbeurte van de in hat dictum vermefde dwangsommen.
veltl.ieden om betalit19 van net door haar verh009<1e school· en/of aircogeld verplicht
te stelten voor [eisers] en voorts zal het Gerecht de SKOA verbieden om aan het uitblijven van betaling door [eisers] van (een deel van) dat schooJ.. en/of airtoge[d enlg gevalg le vetbfnclen. zulks totdat er in een bademprocedure ter zake van deze
kwesti&S bij eindvonnls u l
~jn ~sUst
en
tuU~s
onder de voorwaar
daarmee hebben [eisersJ ter zitting ingestemd- {eisers] uiterlijk veertien dagen na de
ultspraak van dit vonnis die bodemprocedure starten bij dit Gerecht en tot ·en met het ei ndvonni s doortopen. Er zijn geen feiten of omstandigheden geste:td die een ander oordeet kunnen dragen.
3.11.1 Ook afweging van de belangen van partijen maken al het vorenstaande niet anclers, omdat het Gerecht geen zwaarder wegend belang ~et van de SKOA bij afwijzAng van het door [eisers] gevorderde ten op.zichte van het belang van [eisers] bij toewijz:ing daarvan. De stelling van $KOA da.t ook ouders van bij openbare schoten studerende leeningen school· en/of aircogeld moeten betalen kan haar niet baten, omdat het openbaar onderwijs naar het voortopig oordeeJ van het. Gerecht evenmin recht of tilel heeft om belafing van die gelden verp1icht te steUen. Het g.egeven dat de
minister haar goedkeuring heeft ·gehechl aan het door SKOA vemoogd vastgestetde schooli- en aircogeld kan de SKOA evenmin baten, omdat die ministertere goedkeuring geen afbreuk doel en kan doen aan hetg.e en ult wettetijke regelingen voorMoeit De SKOA stelt dat zij in geval val'\ massaal onbetaafd bn]ven van d'e doot haar vemoogde school- en aircogek:len drastisdle gevolgen zal ondervinden~ maar gestetd noc:h gebleken is dat het door SKOA te geven ondefWijs alsdan geen doorgang kan vinden, en even mrn ,js gesteld of gebleken dal het door de SKOA te geven ondet"'Ni;s alsdan niet op verantwoorde wijze doorgang kan 'Yinden. De stelling
van de SKOA oat er biJ het massaa1 uitbli}ven van betaling van de door haar verhoogd vastg:estetde schoOl· en airoogelden een beg.rotingstekort zal ontstaan van Aft een mllj oen k.an haar evenmin baten. omdat (eisers] nfet of onvoldoende best~den hebben geste!d d'at de SKOA in net recente vel1eden met een veel groter begrotingstekort t<.ampte, maar om die reden gaen van haar schoten heeft gesloten of op onverantwootde wuz~ onderwijs heeft ~aten geven.
== K.G. nr. 11 17 van .201 5 :::
-7-
3.11.2 Overigens heeft de SKOA het naar het voorshands:e oordeel van het Gerecht mede e.n wenicht vooral aa.n zichzetf te danken dat zij er flnancieel gelien niet rooskteurig voor staat. Vast rs komen te staan immers dat de SKOA over de laatste vier (begrotings)jaren structureel en in strijd met haar wettetijke p'licht haar jaarcijfers niet of naar het oordeel 1.1an het Gerecht onaanvaardbaar le teat ter controJe heeft
voorge!egd aan t\et Land. dre op grond van door hem soedgekeurde jaardjfers van de SKOA de aan de SKOA uit te kemn bedragen ter bekostiging van haar sdlolen en het atdaar te geven, ond'erwijs vaststelt Voorts is in dit vefband vast komen te staan dat een belangrijke en vast en z.eker niet geringe kostenpo.st van de SKOA - te weten de ener:giekosten van haar sdholen. waarvan is gestetd noch gebleken dat die buitensporig of ooaanvaardbaar hoog zijn- niet wordt bekostigd: uit de opeobare :kas. tetwijJ verder is geste:td noch gebleken dat de SKOA op enig moment heeft aangedrongen bij het Land tot bek,ostiging van ook die kosten. Oat laats.te klemt temeer omdat vast staat dat de energiekosten van openbare sdlolen wei worden bekosligd door het land. Tot slot is gesteld noch gebteken dat de SKOA te dezen ooit heeft getracht om krachtens de Landsv.erordeningen de bedragen der bekostiging tijdelijk te Iaten verhogen omwille van door de SKOA aan te voeren bijzondere omsiandigheden, hetgeen overigens een lastige exercitie zal zijn zolang er geen of onaanvaardbaar te Iaat jaarcijfers worden aange1everd door de SKOA. 3.12 Ten overvloede en tot s1ot vvordt no:g overwog~en dat de SKOA z.onder meet
bevoegd is om schoolge·ld vast te ste11en voor activiteiten van haar s.ctio!en die buiten het rurrioolum vallen, zoals bijvoorbeefd schoolrei,sjes., exrursies, sportdagen,
schoolkampen, sintetkfaascadeautjes, kerstvieringe,n e·n via-ring van de dag van volksUed en vlag. De SKOA kan betaling van een in dat verband door haar vastgesteld bedrag aan schoolgetd verzoeken aan de oud~rs van bij haar lngeschreven of in te schrijven leetillngen, maar n!et verpllohten. Betafing van dergelijke schoo(Qelden kan en mag alteen geschieden op vrijwillige basis. 3.13 De SKOA zal, als de in het ongelijk gestetde partij~ worden ver.vezen in oo kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eisers], tot aan deze uitspraak
begroo1 op (450.-- + 224.4'6 =) Aft 674,48 aan verschotteo en Aft. 1.500'.- aan salaris voor de gemachtigde.
"'"" K.G . nr. 1117 van 2015 ru:
4. DE BESLISSING
Het Gerecht. rechtdoende
1n
kort geding:
-verbiedt de SKOA om betaling van het door haar voor het schooljaar 2015-2016 vemoogd vastgestelde school- en/of aircogeld verplicht te stellen voor [eisers] en verbiedl de SKOA voorts om aan het uilbliiven van be1aling door [eisers] van (een deal van) dat door SKOA voor het schooljaar 2015·2016 verhoogd vastgestelde
schoot- en/of aircogeld enig gevolg te
vetbinden. zulks totdat er in een
bodemproe&dur:e ter zake van dez.e kwesties bJJ eindvonnts zal zun beslist en zulks onder de voorwaarde dat (eisers) utter1ijk veertien dagen na de uitspraak van dit vonnis die bodemprocedure starten bij dit Gerecht en tot en rnet het eindvonnis
dooflopen; -bepaa1t dat de SKOA ten behoeve van (eisersl een dwangsom vec'beurt van
Afl. 1.000,- voor iedere dag of deel daarvan dat de SKOA voormeJde vetboden (of
een daarvan) geheel of ten dele overtreedt,
met dien verstande dat die dwangsom
telkens individueel verschuldigd is aan degene die deel uitmaaM van de (brj partilen genoegzaam bekende) groep van elsers ten aanzi en van wie de SKOA voormefde verboden (of een daarvan) niet of niet geheel opvolgt, -bepaa1t dat de SKOA te dezen niet meer dan Afl. 1.500.000.-- aan dwangsommen kan vetbeuren : -veroordeelt de SKOA In de kosten van dez.e proce
tot aan deze u1tspraak begroot op Aft 674.48
aan
ver.schotten
en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachligde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoel'baar bij voorraad; -wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonn•s is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, reonter. en in tegenwoortfigheld van de griffier bij vervroegtng in het openbaar uitgesproken op woensdag 8 juli 2015.
== K.G. nr. 1117 van 2015
==