SCHOONHOVEN/KRIMPENERWAARD
Het college van de gemeente Schoonhoven schrijft al jaren in de begroting dat de lokale lastendruk in deze gemeente het laagste is in de Krimpenerwaard. Gemeente Belang voorspelt dat de lastendruk voor Schoonhoven fors zal stijgen bij een herindeling. Dat argument wordt gebruikt als tegenargument voor herindeling. De PvdA merkt in zijn algemene beschouwingen op dat de woonlasten in Schoonhoven vanaf 2006 veruit het laagst zijn van alle gemeenten in de Krimpenerwaard. Die partij geeft geen onderbouwing voor die uitspraak. Het is daarom goed om de lasten in de 5 gemeenten in kaart te brengen om te kunnen vaststellen wat waar en niet waar is. Volgens de uitkomst van het onderzoek van GroenLinks ligt dat genuanceerder. Wij komen tot andere conclusies!
Voor eenpersoonshuishoudens met een huurwoning is in de gemeente Ouderkerk de lokale belastingen het laagst. Schoonhoven staat op de tweede plaats. Schoonhoven neemt de derde plaats in als het gaat om de belastingdruk voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning. In Ouderkerk en Vlist zijn die lasten het laagst. Schoonhoven heeft voor zowel de eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens met een koopwoning de laagste bruto woonlasten, maar de presentatie in de begroting 2012 geeft een volstrekt vertekend beeld. De verschillen voor de eenpersoonshuishoudens met eigen woning zijn ten opzichte van bijvoorbeeld Ouderkerk € 15,--. De verschillen voor de meerpersoonshuishoudens met eigenwoning ten opzichte van bijvoorbeeld Ouderkerk € 12,-en Bergambacht € 23,--.
In bijlage 1 wordt de onderbouwing geleverd. De PvdA is verder van mening dat Schoonhoven de rijkste gemeente is in de Krimpenerwaard. Hij stelt namelijk vast dat de vermogenspositie van de gemeente Schoonhoven veel beter is dan die van de K5-partners. Ook die uitspraak is gebaseerd op drijfzand. Het college vond het niet nodig hierbij een kanttekening te plaatsen. Het college heeft namelijk inzicht in alle K5-begrotingen en had dat moeten tegenspreken. Op de vraag van de PvdA om de financiële posities van de K5-gemeenten in kaart te brengen antwoordt het college hiernaar geen onderzoek te doen, omdat een cijfermatige vergelijking moeilijk in kaart is te brengen. GroenLinks heeft daarom de handschoen opgepakt en de cijfers van de 5 gemeenten gepubliceerd. In bijlage 2 vindt u de uitkomst van ons onderzoek. Voor het weergeven van de financiële positie 2012 wordt achtereenvolgens ingegaan op de investeringen, de ontwikkeling van de reserves, de ontwikkeling van de voorzieningen en de financiering. Conclusie: Schoonhoven is niet de rijkste gemeente van de Krimpenerwaard. Deze notitie wordt het college van Schoonhoven in de commissie van a.s. maandag aangeboden en gevraagd wordt hierop inhoudelijk te reageren! Vriendelijke groet, Ad Struijs, fractievoorzitter van GroenLinks Schoonhoven/Krimpenerwaard 1
Bijlage 1
Overzicht belastingdruk per gemeente Gemeenten
Schoonhoven
Nederlek
Bergambacht Vlist
Ouderkerk
Afvalstoffenheffing eenpersoonshuishoudens
141,25
326,36
193,79
194,89
113,72
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens
282,50
326,36
290,68
254,60
276,09
Rioolrecht Eenpersoonshuishoudens Tarief woningen eigenaren
280,42
233,92*
259,42
189,38
230,00
Rioolrecht Meerpersoonshuishoudens Tarief woningen eigenaren
280,42
233,92*
259,42
252,50
230,00
Kosten voor huurders eenpersoonshuishoudens
141.25
326,36*
193,79
194,89
113,72
Kosten voor huurders 282,50 meerpersoonshuishoudens
326,36*
290,68
254,60
276,09
0,0878% 210,72
0,1069% 256,56
0,1029% 246.96
0,1157% 277,92
0,1266% 303,84
632.39
816,84*
700.17
662,19
647,56
Kosten voor meerpersoonshuishoudens 773,64 met koopwoningen
816,84*
797,06
785,02
809,93
OZB eigenaarsdeel
Kosten voor eenpersoonshuishoudens met koopwoningen
Toelichting: De vergelijking met de gemeente Nederlek is moeilijk wegens een gedifferentieerde berekening van het rioolrecht. * = rioolrecht afhankelijk van waterverbruik voor de gemeente Nederlek rioolrecht Tot 50 M3 waterverbruik 143,37 Van 50 tot 100 M3 waterverbruik 175,06 Van 100 tot 150 M3 waterverbruik 233,92 Van 150 tot 200 M3 waterverbruik 279,20 Van 200 tot 250 M3 waterverbruik 324,48 Van 250 tot 300 M3 waterverbruik 369,74 Van 300 tot 400 M3 waterverbruik 437,65 Van 400 tot 500 M3 waterverbruik etc.. 2
Toelichting Bij de bepaling van de belastingdruk is uitgegaan van de drie belangrijkste heffingen, te weten: de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffingen en de rioolrechten. Een hoge of lage belastingdruk wordt veroorzaakt door een hoge of lage taxatiewaarde van een woning in combinatie met hoge of lage tarieven bij de drie heffingen. Voor huishoudens met een huurwoning geldt alleen de afvalstoffenheffing. Zij betalen namelijk geen OZB en Rioolrecht. Voor de OZB-berekening is in dit overzicht uitgegaan van een gemiddelde taxatie van € 240.000. De gemeente Nederlek brengt rioolrecht in rekening afhankelijk van waterverbruik. Voor de bepaling van de rioolrechten is uitgegaan van een waterverbruik tussen 100-150m3 per jaar. De overige gemeenten hebben hiervoor een vaste heffing vastgesteld. Soms afhankelijk van een- of meerpersoonshuishoudens. Naar aanleiding van de in deze notitie geschetste uitkomst worden voor de inwoners van de K5-gemeenten een aantal conclusies getrokken. Conclusies Voor eenpersoonshuishoudens met een huurwoning is in de gemeente Ouderkerk de lokale belastingen het laagst. Schoonhoven staat op de tweede plaats. Schoonhoven neemt de derde plaats in als het gaat om de belastingdruk voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning. In Ouderkerk en Vlist zijn die lasten het laagst. Schoonhoven heeft voor zowel de eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens met een koopwoning de laagste bruto woonlasten, maar de presentatie in de begroting 2012 geeft een volstrekt vertekend beeld. De verschillen voor de eenpersoonshuishoudens met eigen woning zijn ten opzichte van bijvoorbeeld Ouderkerk € 15,--. De verschillen voor de meerpersoonshuishoudens met eigenwoning ten opzichte van bijvoorbeeld Ouderkerk € 12,-en Bergambacht € 23,--.
3
Bijlage 2 Financiële Positie 2012 Voor het weergeven van de financiële positie wordt achtereenvolgens ingegaan op de investeringen, de ontwikkeling van de reserves, de ontwikkeling van de voorzieningen en de financiering. Activa Gemeenten
Schoonhoven
Nederlek
Immateriële vaste activa
---,--
Financiële vaste activa
1.141.000,-
2.134.380,-
11.263.000,-
Materiële vaste activa met economisch nut
13.300.000,-
27.630.538
14.919.000,-
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut
--,--
3.948.913
5.691.000,-
Onderh. werk (incl. bouwgrondexpl.)
Totaal vaste activa
Bergambacht
Vlist
Ouderkerk
3.059.128
14.441.000,-
36.772.959
12.380.417,*1
20.457.000,-
31.873.000,-
Ouderkerk
Passiva Gemeenten
Schoonhoven
Nederlek
Bergambacht
Vlist
Algemene reserves
5.200.000,-
7.749.070,-
11.211.863,-*2
11.172.000,
Reserves dekking kapitaallasten
Bestemmingsreserves
267.000,-
1.747.000,-
736.000,-
8.851.989,-
18.167,4
Voorzieningen
Langlopende leningen
2.454.000,-
------
5.125.680,-
13.200.000,-
125.819,- *3
4.149.000,-
5.422.000,-
1.791.000,-
11.994.000,
Totaal passiva
10.137.000,-
36.772.959
11.086.044,-
17.112.000,
35.850.000,
Financieringssaldo (+=overschot/=tekort)
-4.304.000,-
-1.846.220.-
+1.294.373,-
-3.345.000,
+3.977.000,-
*1 Reserves en Voorzieningen *2 Geactiveerde investeringen *3 Nominale waarden beleggingen Conclusie: Schoonhoven is niet de rijkste gemeente van de Krimpenerwaard. Solvabiliteit (eigen vermogen/balanstotaal): 0,83 – 0,50 – 0,98/0,99 - 0,71 – 0,45
Gemeente Schoonhoven toelichting Financiële vaste activa Dit betreft de aandelen van en deelnemingen in de Veerdienst. Stimuleringsdfondsen, Oasen en Cyclus. Materiële vaste activa met economisch nut Dit betreft materiële vaste activa waarvoor een markt bestaat (die dus verhandelbaar zijn) of waarmee inkomsten kunnen worden gegenereerd. Hierbij kan worden gedacht aan machines, voertuigen, gebouwen en rioleringen. Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen deze bezittingen geactiveerd te worden. De aangegeven verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de lasten voortvloeiende uit het voorgenomen investeringsplan, de vrijval van afschrijvingslasten en de ‘normale’ afschrijvingslasten. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut Deze investeringen in de openbare ruimte mogen volgens het BBV (=Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en dat bevat de regelgeving daarvoor) geactiveerd worden omdat gemeenten meestal niet in staat zijn de lasten in één keer te dekken. Deze investeringen worden bij voorkeur zo snel mogelijk, afhankelijk van de beschikbare middelen, afgeschreven. Voorraden Dit heeft betrekking op de boekwaarden van de grondexploitatie. Reserves, voorzieningen en geldleningen (passiva). Zie voor een verdere toelichting op de reserves en voorzieningen de Paragraaf reserves en voorzieningen (wordt niet verder uitgewerkt). 5
Langlopende geldleningen Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de gemeente momenteel een lage langlopende schuld heeft. Het financieringssaldo verandert echter van een overschot bij de jaarrekening 2010 naar een tekort gedurende het tijdvak van de meerjarenbegroting 2012-2015. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met het feit dat dat de behoefte aan externe financieringsmiddelen toeneemt. De bespaarde rente, die het gevolg is van het gebruik van interne financieringsmiddelen, is als een meerjarig afnemende baat opgenomen in de meerjarenbegroting. Gemeente Ouderkerk toelichting Immateriële vaste activa Er zijn op dit moment geen immateriële vaste activa in de boeken opgenomen. Financiële vaste activa Deze activa bestaat hoofdzakelijk uit geldleningen aan het Klaverweitje en Stichting Dorpsleven. Daarnaast is hier de boekwaarde aankoop rentegevend goed opgenomen en de boekwaarde van de belegde gelden uit de opbrengst van de verkoop van het woningbedrijf. Materiële vaste activa met economisch nut Dit betreft materiële vaste activa waarvoor een markt bestaat (die dus verhandelbaar zijn) of waarmee inkomsten kunnen worden gegenereerd. Hierbij kan worden gedacht aan machines, voertuigen, gebouwen en rioleringen. Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen deze bezittingen geactiveerd te worden. De aangegeven verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de lasten voortvloeiende uit het voorgenomen investeringsplan, de vrijval van afschrijvingslasten en de ‘normale’ afschrijvingslasten. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut Deze investeringen in de openbare ruimte mogen volgens het BBV geactiveerd worden omdat gemeenten meestal niet in staat zijn de lasten in één keer te dekken. Deze investeringen worden bij voorkeur zo snel mogelijk, afhankelijk van de beschikbare middelen, afgeschreven. De activa hebben grotendeels betrekking op wegen en straten, openbare verlichting, havens en begraafplaatsen. Algemene reserve In de algemene reserve is het rekeningsaldo 2010 verwerkt. De gevolgen van de nota reserves en voorzieningen 2011 zijn niet verwerkt. De besluitvorming vindt plaats op 15 september 2011 en dat is nadat deze tekst is samengesteld. Bestemmingsreserves De reserves zijn gevormd voor een bepaald doel. Aan deze reserves wordt rente toegevoegd. De mutaties komen overeen met de vastgestelde beheerplannen en berekeningen. De onttrekkingen komen binnen via functie 980. Tegenover deze inkomst staan in veel gevallen functionele uitgaven. De bedragen komen overeen met de nota reserves en voorzieningen 2011 en zijn gebaseerd op de jaarrekening 2010. De voorgestelde mutaties in de nota reserves en voorzieningen zijn nog niet verwerkt. Voorzieningen Het verloop van de onderhoudsvoorzieningen wordt enerzijds bepaald door de jaarlijkse toevoeging ten laste van de exploitatie, gebaseerd op de gemiddelde lasten van het onderhoud en anderzijds door de uitgaven voor onderhoud ten laste van deze voorzieningen. De bedragen komen overeen met de nota reserves en voorzieningen 2011 en zijn gebaseerd op de jaarrekening 2010. Langlopende geldleningen Er is in dit overzicht rekening gehouden met de laatste gegevens, inhoudende dat in 2011 een geldlening wordt afgesloten van € 3.000.000,- tegen een rentepercentage van 4,72%, zijnde het renteomslagpercentage. 6
Incidentele baten en lasten In het overzicht van baten en lasten worden de baten en lasten weergegeven die niet jaarlijks voorkomen, met andere woorden, die niet structureel zijn opgenomen in de begroting. Deze informatie is van belang voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. De Provincie Zuid-Holland heeft in haar brief van 29 maart 2011 een hoofdstuk aan dit onderwerp gewijd. Op voorspraak van de provincie is een nieuw overzicht opgenomen.
Gemeente Bergambacht toelichting Paragraaf financiering Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) is het bevorderen en transparant maken van een solide financieringsbeleid. De belangrijkste middelen om die transparantie te bevorderen zijn het opstellen van een financieringsstatuut en het opnemen van een paragraaf financiering in de begroting en de jaarrekening. Aangezien wij geen leningen hebben is de aandacht vooral gericht op de uitzettingen. Algemene Ontwikkelingen Rentevisie Uit de actuele rentevisies van verschillende banken kan worden afgeleid, dat de voorzichtige stijging van de korte rente (voor beleggingen korter dan 1 jaar) zal doorzetten tot een maximum tussen de 2 en 2,25%. De lange rente blijft op het huidige niveau schommelen tussen de 3 en 3,5%. Ook zijn er voortdurende twijfels over de kredietwaardigheid van verschillende landen en valuta en daarmee is de betrouwbaarheid van voornoemde prognoses relatief gering. Wij kunnen gezien de toekomstige investeringen onze middelen echter niet voor een lange periode uitzetten dus kijken we op dit moment voornamelijk naar de spaarmogelijkheden. De verwachting is dat de spaarrente in 2012 net niet boven de 2% zal uitkomen. In de voorliggende begroting is dan ook voorzichtigheidshalve uitgegaan van een rendement van gemiddeld 1,75 %. Risicobeheer In dit kader worden twee normen gebruikt, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Deze normen moeten ervoor zorgen dat er geen grote fluctuaties in de rentelasten voorkomen. De gemeente Bergambacht kent echter nog steeds een liquiditeitsoverschot dus van rentelasten is nog geen sprake. Wel zullen we deze normen kort toelichten. · Kasgeldlimiet (KGL) De kasgeldlimiet is het maximum bedrag dat je mag aantrekken van leningen en/of kredieten met een looptijd van maximaal 1 jaar. Voor 2012 bedraagt de kasgeldlimiet afgerond € 1.397.000. Dit bedrag wordt bepaald door 8,5% te nemen van de totale lastenkant van de begroting. Het uitgangspunt voor de kasgeldlimiet is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten door een grens te stellen aan korte financieringen. Indien we de limiet overschrijden moeten we een deel van het “korte” geld omzetten in een vaste geldlening. De omvang van de vlottende middelen bestaat uit het bedrag aan tegoeden die voor minder dan 1 jaar zijn uitgezet. Raming liquiditeitspositie 2012 (Bedrag x € 1.000,-). 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Vlottende schuld (1) Vlottende middelen (2) 4 .000- 3 .250- 3.500 2.750-Saldo (1-2) 4 .000 3 .250 3.500- 2.750 Kasgeldlimiet (KGL) 1 .397 1 .397 1.397 1.397 Ruimte onder KGL 5 .397 4 .647 2.103- 4.147 Overschrijding vd KGL - - - PARAGRAAF: Financiering BEGROTING 2012 · Renterisiconorm 7
Door middel van de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd van langer dan 1 jaar). De norm is bepaald op 20% van de vaste schuld. Wij hebben geen leningen aangetrokken dus lopen wij op dat vlak geen renterisico. · Uitzettingen Bij de berekening van het financieringsoverschot wordt rekening gehouden met de toekomstige investeringen die tot nu toe goedgekeurd zijn. De investeringen ten behoeve van de structuurvisie zijn grotendeels al uit de betreffende reserve onttrokken maar zullen pas in de loop van de jaren worden uitgegeven. Dit betreft ruim 3,8 miljoen euro. Daarom zal het onderstaande tekort zich in de praktijk pas over een paar jaar laten zien. · Renteopbrengst De renteopbrengst hebben wij begroot op € 25.000. De verwachting is dat wij begin 2012 nog ca. 3 miljoen euro kunnen uitzetten op de spaarrekening bij de Rabobank. Vanaf 2014 verwachten we dat de rente-inkomsten zullen omslaan in rente-uitgaven omdat we rond die tijd vermoedelijk een lening zullen moeten aangaan. Aangezien we grote uitgaven verwachten te doen in verband met de structuurvisie. · Deelnemingen De gemeente is aandeelhouder van de Cyclus NV, Oasen en van de NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het dividend dat de gemeente op deze aandelen ontvangt, komt ten gunste aan het exploitatieresultaat met uitzondering van dividend Cyclus. Dividend Cyclus komt ten gunste van de reinigingsrechten. Overzicht uitzettingen in 2012(prognose) Financiële instelling Soort Gemiddeld saldo Renteopbrengst Eff. rendement BNG Rek.Courant 350.000 0 p.m. Rabobank Spaarrekening 1.350.000 23.625 1,75% Rabobank Spaarrekening 100.000 1.400 1,40% Totaal 1.800.000 25.025 Berekening financieringsoverschot/-tekort 2012 2013 2014 2015 Financieringsmiddelen 01.01 Reserves en voorzieningen € 12.380.417 € 10.363.910 € 9.919.335 € 10.732.212 Geldlening € - € - € - € Totaal € 12.380.417 € 10.363.910 € 9.919.335 € 10.732.212 Financieringsbehoefte 01.01 Geactiveerde investeringen € 11.211.863 € 12.647.733 € 12.495.778 € 13.823.683 Nominale waarde beleggingen € 125.819 € 125.819 € 125.819 € 125.819 Totaal € 11.086.044 € 11.086.044 € 12.521.914 € 13.697.864 Financieringsoverschot (+)/tekort (-) € 1.294.373 € 722.134- € 2.602.579- € 2.965.652Gemeente Vlist toelichting 1.3. Financieringspositie De financierings- en vermogenspositie per 1 januari 2012 geeft het volgende beeld te zien. Bij de bepaling van de boekwaarde van de vaste activa is er hierbij vanuit gegaan, dat alle kapitaalkredieten per 1 januari 2012 volledig zijn uitgegeven. In de praktijk is dit uiteraard niet het geval. Financieringspositie 2011 2012 Boekwaarde vaste activa / bouwgrondexploitatie per 1 januari € 21.657.000 € 20.457.000 Beschikbare financieringsmiddelen: - Eigen financieringsmiddelen, reserves € 11.889.000 € 11.172.000 - Vreemde financieringsmiddelen, geldleningen en waarborgsommen € 2.332.000 € 1.791.000 - Vreemde financieringsmiddelen, voorzieningen € 3.256.000 € 4.149.000 Geraamd tekort aan financieringsmiddelen per 1 januari € 4.180.000 € 3.345.000 8
De financieringspositie wordt in belangrijke mate bepaald door de investeringen die plaatsvinden, evenals door ontwikkelingen bij de realisering van bestemmingsplannen (bouwgrondexploitatie). De ervaring leert dat de investeringen niet altijd volgens planning kunnen worden uitgevoerd. Het is ook van belang de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt te volgen, opdat tijdig de noodzakelijke vaste geldleningen aangetrokken worden. Het begrote financieringstekort per 1 januari 2012 zal circa € 3.345.000 bedragen. In 2012 wordt een financieringstekort voorzien. Derhalve wordt rekening gehouden met het aantrekken van een vaste geldlening in 2012. Hiermee is nog geen rekening gehouden met mogelijke inkomsten uit grondverkopen. 1.4. Beschrijving portefeuille opgenomen geldleningen Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De omvang van de opgenomen leningen bedraagt per begin 2012 € 1.791.000. Naast de onderstaande leningen is nog een klein bedrag waarborgsommen opgenomen. Het gemiddelde rentepercentage van de leningen over 2012 bedraagt 3,79%. De leningenportefeuille per 1 januari 2012 bestaat uit de onderstaande 3 leningen:
9