Inhoud Voeding van de meter
2
Gebruik van de meter
3
Basis Functies
5
Optionele Instellingen
9
Extra Kracht- en Draaimomentopnemers
10
Menu Geavanceerde Opties
11
AFG Specificaties
30
Inleiding Allereerst onze dank voor het aankopen van de Mecmesin AFG krachtmeter. Indien u het instrument op de juiste wijze gebruikt en regelmatig laat kalibreren dan geeft de AFG u vele jaren nauwkeurige meetresultaten. De Mecmesin AFG is het meest geavanceerde model van de uitgebreide range universele meetinstrumenten van Mecmesin. Dankzij toepassing van de modernste elektronica is het mogelijk om zowel druk- als trekkrachten nauwkeurig te meten met een instrument dat zeer eenvoudig te bedienen is. Deze handleiding bevat alle informatie over het gebruik van de AFG en de AFTI uitleesunit voorzien van een ‘intelligente’ meetcel.
Voor Gebruik Controleer bij ontvangst of het instrument compleet is en dat er tijdens transport geen schade is ontstaan aan de verpakking, de krachtmeter of de plastic koffer. Mocht er schade zijn, dient u dat direct aan ons te melden.
Bediening De meest gebruikte functies zoals het registreren van de kracht, het vasthouden van de piekkracht, het tarreren (nul stellen), en het wijzigen van de eenheden, kunnen allemaal gekozen worden door het indrukken van een specifieke toets. Zie hiervoor pagina 5, Basis Functies. Minder frequent gebruikte functies kunnen worden opgeroepen via de sneltoetsen. Deze toetsen dienen ingedrukt en even vastgehouden te worden om in een bepaald menu terecht te komen. Zie hiervoor pagina 9, Optionele Instellingen. Voor het instellen van de geavanceerde functies wordt gebruik gemaakt van een menustructuur. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de rode aanwijzingen bij de verschillende toetsen. Zie pagina 11, Menu Geavanceerde Opties. 1
VOEDING VAN DE METER De AFG wordt geleverd met 5 Metaal Hybride AAA oplaadbare batterijen. Voor de veiligheid tijdens transport worden de batterijen in ongeladen toestand verzonden. Voor een maximale levensduur en een maximale benutting van de capaciteit raden wij u aan de batterijen de eerste keer minimaal 14 – 16 uur op te laden. Gebruik voor het opladen alleen de meegeleverde lader. Montage en laden van de oplaadbare batterijen
Om de batterijen te plaatsen dient u eerst het kapje op de achterzijde te verwijderen. Dit gebeurt door het losdraaien van de twee schroeven. Plaats de 5 batterijen op de juiste wijze en zorg ervoor dat het lostrekkoordje onder de batterijen zit. Om de batterijen te verwijderen hoeft u alleen maar aan het lostrekkoordje te trekken en ze komen vanzelf uit hun houder. Plaats het kapje terug en zet deze vast met de twee schroeven. Sluit de oplader aan op het net en op de AFG en laad de batterijen gedurende 14 –16 uur op. Gebruik alleen de meegeleverde oplader. Met een goed opgeladen batterijpakket kan circa 20 uur gemeten worden.
Waarschuwing lege batterijen
Twee minuten voordat de meter ten gevolge van een te lage batterijspanning zal uitschakelen verschijnt er in de display het symbool voor “lege batterijen”. Zie fig. 1a. Fig.1a
Voeding via de oplader
2
Symbol lege batterijen
De AFG kan ook zonder de oplaadbare batterijen gebruikt worden door het instrument permanent te voeden via de meegeleverde oplader. Ook hier geldt dat u alleen de meegeleverde oplader mag gebruiken.
Wanneer er oplaadbare batterijen geplaatst zijn worden deze langzaam geladen wanneer de display is ingeschakeld.
Veiligheidsinformatie batterijen
GEBRUIK VAN DE METER
Wanneer er oplaadbare batterijen geplaatst zijn worden deze langzaam geladen wanneer de display is ingeschakeld. De AFG kan ook gevoed worden met normale alkaline AAA 1,5V batterijen. Deze batterijen worden niet meegeleverd. Deze batterijen worden op dezelfde wijze geplaatst als de meegeleverde oplaadbare batterijen. Zie de instructie hierboven. Waarschuwing: Wanneer er normale alkaline batterijen geplaatst zijn mag u NOOIT de oplader gebruiker. Er kan onder andere een zuur uit de alkaline batterijen lopen dat ernstige schade aan de elektronica van de meter kan veroorzaken. Onderstaande acties mogen NOOIT ondernomen worden: Kortsluiting maken Vervormen of demonteren batterijen Verwarmen of verbranden Nat maken Iets aan de batterij vast solderen Omdraaien van de polariteit Gebruik van een andere oplader dan die door Mecmesin geleverd. Gebruik van vervangingsonderdelen die niet door Mecmesin geleverd zijn. Gooi de batterijen niet weg met het normale afval. Voor het afvoeren van batterijen zijn speciale kanalen beschikbaar.
Montage van hulpstukken
Alle AFG meters worden geleverd met een korte verlengstang van 30 mm. Dit stangetje kan direct op de meetcel onder in de AFG geschroefd worden. Wij adviseren dit stangetje altijd te gebruiken wanneer er hulpstukken gemonteerd worden. De contramoer, in de vorm van een wieltje, maakt het mogelijk de hulpstukken juist te oriënteren. Zet het stangetje en de hulpstukken handvast en gebruik daarvoor geen gereedschappen, u zou de meetcel van met name de lichtere uitvoeringen kunnen beschadigen.
Montage op een statief
Op de achterzijde van de meter vindt u twee gaten met een M5 schroefdraad die gebruikt worden om de meter op een statief te plaatsen. Elk Mecmesin statief wordt hiervoor geleverd met een montageplaatje (dovetailed bracket), schroeven en een inbussleutel. Wanneer u de AFG op een ander statief wilt monteren let er dan op dat de schroeven niet dieper dan 12 mm het huis van de AFG binnendringen. Wanneer schroeven verder naar binnen komen kunnen zij de meetcel of printkaart raken en daar schade aanrichten.
3
Opstarten
Zoals tekening 1b laat zien heeft de AFG 5 functie toetsen en een Aan/Uit (On/Off) knop:Fig.1b Om de meter aan te zetten drukt u op de rode knop. Na een korte zelftest waarbij de meter in de display het type en het bereik laat zien kunt u aan de slag.
b
Let op: wanneer een AFG tijdens het opstarten bewogen wordt dan kan de tarrering (nulstelling) een offset geven. Om dit op te heffen kan na de opstart de “ZERO” toets ingedrukt worden.
NB: Alle instellingen van de meter worden bij uitschakelen bewaard. Bij het opstarten worden deze instellingen geladen.
Na de zelftest ziet u in de display alleen maar nullen. Dit komt omdat de meter zichzelf tijdens het opstarten tarreert (nul stelt). Wanneer u nu een kracht op de verlengstang uitoefent (in lijn met de stang en niet dwars erop) dan geeft de display de kracht aan. Overbelast de meetcel niet: wanneer er op de meetcel krachten worden uitgeoefend die groter zijn dan het bereik van de meetcel dan kan deze verbuigen en is vervanging van dit kostbare onderdeel noodzakelijk. Wanneer er een kracht groter dan 120% van het bereik op de meetcel wordt uitgeoefend dan blijft deze piepen totdat de kracht is weggenomen. Verder blijft er gedurende 30 seconden een OL symbool in de display zichtbaar. Wanneer er een kracht groter dan 150% van het bereik wordt uitgeoefend dan blijft de meter piepen totdat de kracht is weggenomen en een OL symbool blijft permanent zichtbaar in de display. De kans bestaat dat er schade is ontstaan aan de meter en dat dient gecontroleerd te worden. Neemt u contact op met de leverancier. Deze OL melding kan verwijderd worden wanneer er geen schade is ontstaan. Is er wel schade ontstaan dan blijft, ook na het resetten, het OL symbool zichtbaar. De meter zal gerepareerd moeten worden hetgeen meestal betekent dat de meetcel vervangen moet worden. Om de meter uit te schakelen drukt u op de rode toets.
b
4
Basis Functies Trekkrachten worden weergegeven en herkend middels het symbool (Zie fig. 2a).
Druk- en trekkrachten meten
Drukkrachten zijn te herkennen aan het symbooll 2b).
(Zie fig.
Met een ‘intelligente’ draaimomentopnemer wordt de richting met de klok mee en tegen de klok in weergegeven door Wanneer de AFG een forse overbelasting heeft weerstaan kan de meetcel permanent verbogen zijn. Dit is duidelijk te zien aan de krachtbalk onder in de display. Deze laat dan een belasting zien wanneer er geen kracht op de meetcel wordt uitgeoefend. De krachtbalk wordt namelijk nooit getarreerd. Neem contact op met de leverancier om dit probleem te verhelpen.
Fig. 2a Eenheid Symbool voorr trekkracht
Krachtbalk
Een krachtbalk onder in de display laat de totale kracht zien die er op de meetcel wordt uitgeoefend. Dit kan dus meer zijn dan er als getalswaarde wordt aangegeven omdat de krachtbalk niet getarreerd wordt. Wanneer de totale kracht boven ca. 80% van het bereik van de meter komt veranderd deze van vorm om u te waarschuwen tegen een mogelijke overbelasting. Bij trekkrachten is de krachtbalk massief en boven de 80% van het bereik wordt dit gestreept. Voor drukkrachten is dit precies andersom. (Zie fig. 2a) Fig. 2b Eenheid Symbool voor drukkracht
Krachtbalk
5
De meter tarreren (nul stellen)
Tijdens het gebruik van de meter kan het noodzakelijk zijn deze opnieuw te tarreren. Dit kan zijn wanneer er een klem gemonteerd wordt en u niet wilt dat het gewicht van de klem in het resultaat wordt meegenomen. Druk dan de ZERO toets. De display zal even knipperen en daarna alleen nullen aangeven.
Eenheden veranderen
U kunt, afhankelijk van het bereik van de meter een keuze maken uit de volgende eenheden: milli-Newtons, kiloNewtons, Newtons, grammen, kilogrammen, ounces en pounds. Om de eenheid te veranderen drukt u op de UNITS toets totdat de gewenste eenheid in de display verschijnt. De eventuele meetwaarde die in de display staat wordt daarbij tevens omgerekend naar de nieuwe eenheid.
“Max” mode
Druk op de MAX toets. De display zal het woord MAX laten zien samen met de hoogste trekkracht en de hoogste drukkracht die gedurende de meting zijn opgetreden. De actuele kracht wordt eveneens weergegeven (zie fig. 3a op de volgende pagina).
6
De meter slaat de maximale druk- en trekkracht op in haar geheugen.
Max (piek) uitlezing
Dual Max
Fig. 3a
Max trekrichting Max drukrichting
Actuele kracht
Druk nogmaals op de MAX toets en de display laat alleen nog de maximale trekkracht met het symbool zien. (Zie fig. 3b)
Max Trekkracht
Fig. 3b Max trekkracht
Druk nogmaals op de MAX toets en de display laat alleen nog de maximale drukkacht met het symbool zien. (Zie fig. 3c)
Max Drukkracht
Fig. 3c Max drukkracht
7
"Normale" mode
Druk nogmaals op de MAX toets en het woord MAX is uit de display verdwenen. De display laat nu gewoon de actuele kracht zien die er op de meetcel wordt uitgeoefend.
Data Output
Druk op de RESET toets om de zowel de minimale druk- als de trekkracht uit het geheugen te wissen. (Zie ook de COMMS sectie van het Menu Geavanceerde Opties op pagina 23)
Analoge uitgang
De AFG heeft een NIET gekalibreerde analoge uitgang voor gebruik met schrijvers, oscilloscopen, a/d converters en andere analoge registratieapparatuur. Voor technische details zie pagina 26 en 30.
RS232 and Mitutoyo uitgang
De AFG heeft ook een RS232 en een Mitutoyo uitgang. Het is daarmee mogelijk om de aangegeven meetwaarden naar bijvoorbeeld een PC, een printer of een schrijver te zenden door op de TXD toets te drukken. De weergegeven waarden kunnen ook opgevraagd worden door via RSR232 een “?” (ascii D63 [3fh]) karakter naar de AFG te zenden.
PC Communicatie
Om een constante stroom meetwaarden naar een PC te sturen dient de TXD toets gedurende 2 seconden ingedrukt te worden. De letters TX verschijnen nu in de display ter indicatie dat de meetwaarden verzonden worden. Om het proces te stoppen dient de TXD toets ingedrukt te worden.
De AFG werkt met 9600, 19200, 57600 of 115200 Baudrate, 8 data bits, 1 start bit, 1 stop bit en geen pariteit. (Zie ook de Geavanceerde Menu Opties voor details)
Er is een uitgebreide range kabels beschikbaar om de meter op externe apparatuur te kunnen aansluiten.
8
Mecmesin levert een uitgebreide range kabels voor het aansluiten van de AFG op verschillende randapparatuur. Neemt even contact op met uw leverancier. Fig. 4
Max drukkracht
Let er op dat het versturen van meetwaarden pas begint wanneer de kracht circa 2% van de range van de AFG heeft overschreden. Deze standaardwaarde kan ingesteld worden van 1 – 100% (Zie Geavanceerde Menu Opties).
Aansturen vanaf PC
Hou de CTRL-toets ingedrukt en druk op:
a om het indrukken van de TXD toets te simuleren* b om het indrukken van de UNITS toets te simuleren c om het indrukken van de MAX toets te simuleren d om het indrukken van de RESET toets te simuleren e om het indrukken van de ZERO toets te simuleren * De functie van constante datastroom kan niet via de pc geactiveerd worden. ‘1’ (ascii 001 [01h]): “TXD” ‘2’ (ascii 002 [02h]): “UNITS” ‘3’ (ascii 003 [03h]): “MAX” ‘4’ (ascii 004 [04h]): “RESET” ‘5’ (ascii 005 [05h]): “ZERO” ‘?’ (ascii 063 [3Fh]): Opvragen displaywaarde
Optionele Instellingen Verlichting Display
De AFG beschikt over een display die verlicht kan worden. Om deze aan te zetten houdt u de UNITS knop ingedrukt terwijl u de meter aanzet met de rode On/Off toets. Let er wel op dat het stroomverbruik van de meter hierdoor verdubbeld wordt.
b
Automatisch uitschakelen (Auto-off)
Om de gebruiksduur van de batterijen te verlengen is het mogelijk om de meter zichzelf te laten uitschakelen wanneer er gedurende 2- 10 minuten geen toets is ingedrukt of de kracht niet meer 2% is veranderd.
b
Houdt de ZERO toets ingedrukt terwijl u de meter aanzet met de rode toets om deze functie te activeren. Er verschijnt een menu met de keuzes OFF, 2 MINS en 10 MINS. Met UP en DOWN toetsen kunt u keuze maken en deze met ENTER bevestigen. Ter indicatie verschijnt het symbool ‘Ao’ (Auto-off) in de display wanneer deze functies is gekozen. De instelling wordt bewaard bij uitschakelen.
9
Display Omdraaien
Wanneer vanuit de hand trekkrachten worden uitgeoefend is het gemakkelijk om deze functie te activeren. U kunt de meetwaarden dan direct goed uitlezen. Het aanzetten gebeurt door de MAX toets ingedrukt te houden terwijl de meter wordt aangezet met de rode toets. De instelling blijft bewaard bij uitschakelen.
b
Fabrieksinstellingen Herstellen
U kunt alle instellingen terug zetten naar de originele waarden waarmee de meter af fabriek geleverd werd. Houdt de RESET toets ingedrukt terwijl u de meter aanzet met de rode toets. Zie ook pagina 28 en 29 van de handleiding, Menu Geavanceerde Opties.
b
‘Smart’’ Sensoren Intelligente Meetcellen ‘Smart’ sensoren Waarschuwing! De AFG moet uitgeschakeld zijn bij het monteren en verwijderen van Intelligente meetcellen.
Alle AFG’s en AFTI’s hebben een 15-pins connector aan de rechterzijde van de meter voor het aansluiten van Intelligente (“Smart”) meetcellen. Hiermee is het mogelijk om de uitleesunit te gebruiken voor meerdere kracht- en draaimomentopnemers. Om een Intelligente opnemer aan te sluiten dient u de AFG uit te zetten. Vervolgens sluit u de Intelligente sensor aan en kunt u de AFG weer aanzetten. De sensor wordt meteen herkend, het bereik wordt aangegeven en de gegevens worden ingelezen.
Loadcel Diagnose Test
Indien u vermoedt dat de AFG meetcel of een Intelligente meetcel overbelast is dan kunt u de status van de meetcel controleren.
Een meetcel waarvan aangegeven wordt dat deze is overbelast is onbetrouwbaar en geeft mogelijk onnauwkeurige resultaten. Raadpleeg uw leverancier.
Symptomen van overbelasting zijn (a) ‘OL’ in de display, (b) de meter piept, (c) de verlengstang komt niet meer recht uit het huis van de meter of (d) de krachtbalk laat in onbelaste toestand wel een kracht zien.
10
Zie de KALIBRATIE (calibration) sectie van het Menu Geavanceerde Opties op pagina 28 om de meetcel te controleren.
Geavanceerde Menu Opties
Navigeren in de menu’s
Alle opties uit dit menu zijn ook te gebruiken wanneer een Intelligente externe meetcel is aangesloten. Enige uitzondering is de functie van voetschakelaar 2, deze vervalt. De AFG Geavanceerde Menu Opties worden bediend met de rode teksten bij de toetsen. Druk de MENU toets gedurende 2 seconden in om op pagina 1 van het menu te komen. Met de UP en DOWN toetsen kunt u door de verschillende functies van pagina 1 van het menu lopen. Door nogmaals de toets MENU in te drukken komt u op pagina 2 van het menu. Met de ENTER toets kiest u voor een bepaald submenu waarbinnen u met de UP en DOWN toetsen de numerieke waarden kunt aanpassen. Met de ESC toets komt u weer in het hoofdmenu terecht
Fig. 5
HOOFD MENU PAGINA 1
ALARM
De AFG heeft een akoestisch en visueel alarm dat werkt bij criteria voor goedkeur, afkeur of breuk.
De Alarm-functie werkt niet in de onderste 1% van het meetbereik.
Om het alarm in te stellen drukt u gedurende 2 seconden op de MENU toets totdat het menu verschijnt. De pijl wijst nu naar ALARM en u kunt dus meteen op de ENTER toets drukken.
11
ALARM sub-menu 1
De display laat nu zien ALARM OFF en SET. Druk op ENTER om ALARM OFF te wijzigen naar ALARM ON. Druk op de DOWN toets om vervolgens SET te selecteren met de ENTER toets.
ALARM sub-menu 2
De display laat nu de twee limieten zien, Limiet 1 en Limiet 2 met daarbij of het om TENS’N (tension – trek) of COMP’N (druk – compressie) gaat. Een diamantje rechtsboven geeft aan dat welke waarde geselecteerd is voor eventuele wijziging. Met UP en DOWN kan de waarde gewijzigd worden. Wanneer de waarde klopt dan kan ENTER ingedrukt worden en vervolgens LIMIT2 veranderd worden.
Draaimomentopnemers laten CW voor CLOCKWISE (met de klok mee) en CCW voor COUNTER-CLOCKWISE (tegen de klok in) zien i.p.v. TENS’N en COMP’N
Fig. 6
ALARM sub-menu 3
Na het instellen van LIMIT2 kan wederom op ENTER gedrukt worden. De display laat nu zien AUDIBLE, LED en BOTH. Hier kan geselecteerd worden of de alarmsignalen alleen akoestisch (AUDIBLE), alleen visueel (LED) of beiden gegeven moeten worden. Gebruik de UP en DOWN toets om de vervolgens keuze te maken met de ENTER toets.
ALARM sub-menu 4
De display laat zien OUT BAND of IN BAND. Hier kunt u kiezen of de groene LED binnen de aangegeven bandbreedte van de limieten moet plaatsvinden of daarbuiten. Bij IN BAND brand de groene LED binnen de limieten, bij OUT BAND brand de groene LED buiten het aangegeven gebied. Wanneer de groene LED niet brand is de rode LED aan (behalve wanneer de kracht kleiner is dan 1% van het bereik, dan werkt de alarmfunctie niet). Gebruik de UP en DOWN toets om de vervolgens keuze te maken met de ENTER toets.
12
ALARM sub-menu 5
Hier kunt u kiezen of het akoestische alarm bij goedkeur, groene LED, of een afkeur, rode LED, moet klinken. Goedkeur is PASS en afkeur is FAIL. Bij de keuze IN BAND en PASS klinkt het akoestisch alarm binnen de limieten. Kiest u voor IN BAND en FAIL dan klinkt het alarm buiten het tolerantiegebied. Gebruik de UP en DOWN toets om de vervolgens keuze te maken met de ENTER toets. U bent nu weer terug in submenu 1 (ALARM ON en SET). Druk op twee maal op ESC om via het hoofdmenu terug te keren naar krachtweergave. In de display is een belletje te zien ter aanduiding van een ingeschakeld alarm. Zie figuur 8.
Alarm sub-menu 6
U kunt kiezen of het geluidssignaal continue moet zijn of dat er alleen een piepje gegeven wordt bij het doorlopen van een alarmpunt. CONTINUOUS - Geluid continue (afhankelijk van instellingen in de andere menu’s) PULSE - Een piepje bij het doorlopen van een alarmpunt Gebruik de UP en DOWN toets om de vervolgens keuze te maken met de ENTER toets.
Fig. 7
alarm symbool
13
ALARM on break
14
Deze functie is actief wanneer de % DROP functie en de ALARM functie ingeschakeld zijn. De AFG controleert of de kracht verder terugloopt dan een bepaald percentage (% DROP, zie pagina 19) van het bereik van de meter ten opzichte van het bereikte maximum. Dit alarm kan gebruikt worden om aan te geven of een bepaalde breekwaarde binnen of buiten de ingestelde limieten van het alarmmenu valt. Zie ook voorbeelden 1 tot 5 op de volgende pagina.
Voorbeeld1 Instellingen: -
BOTH OUT BAND FAIL % DROP = 10% (bij een AFG 100N moet de kracht dan 10N inzakken ten opzichte van de hoogste kracht) Display staat op 1ste piekkracht trekrichting.
Voorbeeld 2 Settings: -
BOTH OUT BAND FAIL % DROP = 10% (bij een AFG 100N moet de kracht dan 10N inzakken ten opzichte van de hoogste kracht) Display staat op 1ste piekkracht trekrichting.
15
Voorbeeld 3 Settings: -
BOTH OUT BAND FAIL % DROP = 10% (bij een AFG 100N moet de kracht dan 10N inzakken ten opzichte van de hoogste kracht) Display staat op 1ste piekkracht trekrichting.
Voorbeeld 4 Instellingen: -
16
BOTH OUT BAND FAIL % DROP = 10% (bij een AFG 100N moet de kracht dan 10N inzakken ten opzichte van de hoogste kracht) Display staat op 1ste piekkracht trekrichting.
Voorbeeld 5 Instellingen: -
BOTH OUT BAND FAIL % DROP = 10% (bij een AFG 100N moet de kracht dan 10N inzakken ten opzichte van de hoogste kracht) Display staat op 1ste piekkracht trekrichting.
PLC (Programmable Logic Controller)
De AFG heeft een uitgangssignaal speciaal voor gebruik met een PLC. Voor gebruik hiervan is een speciale kabel nodig voorzien van een relais. Zie voor de specificaties van het signaal pagina’s 30. Om het uitgangssignaal te configureren gaat u naar het menu door de MENU toets 2 seconden ingedrukt te houden totdat het menu verschijnt. Druk op de DOWN toets zodat de cursor het PLC menu aanwijst. Druk vervolgens op de ENTER toets om het menu binnen te gaan. De cursor staat nu bij PLC OFF.
PLC sub-menu 1
De display laat het volgende zien: PLC OFF Geeft de status van de PLC functie aan AT LIMITS Limieten kunnen apart ingegeven worden AT ALARM Limieten zijn gelijk aan de alarm instellingen Kies met ENTER de gewenste functionaliteit. 17
AT LIMITS sub-menu 1
De display toont het volgende: RESET - Als de limiet is bereikt triggert de uitgang het relais dat wordt bekrachtigd. Om het relais te ontkrachten moet de RESET toets ingedrukt worden. CONTINUOUS - Als de limiet bereikt wordt het relais bekrachtigd. Zodra de kracht onder de limiet komt wordt het relais los gelaten, ontkracht. PULSE - Het relais schakelt kortstondig wanneer de limiet is bereikt en valt daarna weer af. Kies met ENTER de gewenste functionaliteit.
AT LIMITS sub-menu 2
De display laat SET zien en de ingestelde waarde waarbij de PLC geactiveerd wordt. Om de ingestelde waarde te veranderen gebruikt u de UP en DOWN toets en bevestig met ENTER. Negatieve waarden betekenen drukkrachten.
AT ALARM sub-menu 1
De display laat zien: STATE HIGH - Schakelt relais bij de hoogste instelling van het Alarm LOW - Schakelt relais bij de laagste instelling van het Alarm Kies met ENTER de gewenste functionaliteit. Na ENTER komt u terug in het PLC submenu 1 en geeft PLC ON aan dat de functie is ingeschakeld. Druk op ESC om terug te keren naar het hoofdmenu.
STATIEF
Neem contact op met uw leverancier voor de juiste verbindingskabel. 18
De AFG kan via een speciale kabel een Mecmesin motorisch statief aansturen. Neem contact op met uw leverancier voor de speciale kabel. Om in het STAND menu te komen drukt u eerst 2 seconden op MENU totdat het hoofdmenu verschijnt. Met DOWN verplaatst u de cursor naar STAND en drukt op ENTER.
STAND sub-menu 1
De display laat zien: STAND OFF/ON - Geeft de status van de functie aan
De CYCLE functie werkt alleen met een statief van het model VersaTest/MultiTest.
REVERSE -
Laat de beweging van het statief omkeren. Dit kan bij breuk (BREAK) of bij een ingestelde limiet (LIMIT) zijn. De traverse zal terug bewegen naar de startpositie zijnde de ingestelde eindstop.
STOP -
Stopt de beweging van het statief bij breuk of het bereiken van een limiet
CYCLE -
De traverse zal tussen twee limieten, de UPPER en LOWER, heen en weer bewegen gedurende een aantal cycli (CYCLE).
REVERSE sub-menu 1
Kies met UP en DOWN toetsen de richting waarin het statief beweegt wanneer de beweging moet omkeren. Bevestig met ENTER.
REVERSE sub-menu 2
BREAK- laat het statief terugbewegen naar de startpositie (eindstop) nadat de meter breuk geconstateerd heeft. Selectie via ENTER.
Break sub-menu 1
SET % staat voor het percentage van het bereik van de loadcel dat de kracht moet inzakken. Zakt de kracht meer dan het SET % in ten opzichte van een eerder opgetreden maximum dan is er sprake van breuk. Voorbeeld: AFG100N, maximale kracht 50N, SET % = 10%. De kracht moet inzakken tot 40N en dan constateert de AFG breuk. Druk op ENTER om waarden en instellingen te bevestigen en keer terug naar stand submenu 1
Limit sub-menu 1
Hier stelt u de limiet in waarbij het statief moet terug bewegen. Instellen met UP en DOWN, eenheid kiezen met UNITS, en ENTER om te bevestigen. Negatieve waarden betekenen drukkrachten.
19
STOP sub-menu 1
Kies voor BREAK of LIMIT als trigger om het statief te laten stoppen. Stel vervolgens de waarde in met UP en DOWN en bevestig met ENTER.
CYCLE sub-menu 1
Stel de UPPER (boven) en LOWER (onder) limieten en het aantal CYCLES (cycli) (bereik 2 – 9999). Start de test met de UP of DOWN toets op de teststand. De traverse beweegt naar de bovenste limiet en keert dan terug naar de onderste limiet. Vervolgens wordt deze cyclus herhaald totdat het aantal cycli is bereikt. Gelijktijdig is het aantal cycli afleesbaar in de display.
Werkt alleen met statief type VersaTest/MultiTest.
Opmerking: a) Men gaat er vanuit dat wanneer een test gestart wordt met de UP toets van het statief er een trekkracht zal optreden. Evenzo een drukkracht wanneer de DOWN toets gebruikt wordt. b) De combinatie krachtmeter en statief zal trachten het ingestelde aantal cycli te bereiken. Ook wanneer een proefstuk bijvoorbeeld breekt zal de combinatie proberen cycli te maken tussen de ingestelde krachten. c) Wanneer de laatste cyclus is verricht kan het zo zijn dat het proefstuk onder spanning blijft staan.
Opmerking: Het is aanbevolen om RESET te drukken na elke test in de STAND mode.
Wanneer één van de stand-functies (REVERSE, STOP of CYCLE) is ingesteld druk dan op ENTER. De display keert terug naar STAND submenu 1 en STAND ON staat nu in de display te lezen. Druk ESC om naar het hoofdmenu terug te keren.
FREEZE (bevriezen meetwaarde)
Deze optie wordt gebruikt om de meetwaarde in de display te bevriezen (freeze) wanneer er een extern signaal binnen komt. De AFG kan reageren op een laag signaal van 1-0 (LO) en een hoog signaal van 0-1 (HI). Deze functie is met name interessant voor het registreren van een moment zoals bijvoorbeeld het contactmoment van een schakelaar. Om de meetwaarde te wissen drukt men op RESET.
Vraag uw leverancier om een speciale kabel.
Om deze functie in stellen gaat u naar het hoofdmenu door MENU 2 seconden in te drukken. Met de DOWN toets gaat u naar FREEZE en drukt ENTER. FREEZE sub-menu 1
20
Kies de LO of HI instelling met UP en DOWN en bevestig met ENTER. Het scherm laat nu FREEZE ON zien. Om uit te schakelen drukt u ENTER, FREEZE OFF zal nu in het scherm staan. Met ESC komt u terug in het hoofdmenu.
% DROP 1ste Piekkracht
Deze instelling wordt gebruikt om de 1ste Piekkracht te detecteren. Wanneer de kracht op een bepaald moment een bepaald percentage (% DROP) van het bereik van de meter inzakt, dan is de hoogste kracht die daarvoor optrad de 1ste Piekkracht. Wanneer er daarna nog een hogere kracht optreedt dan heeft dat geen effect op de waarde van de 1ste Piekkracht. Wel is dan de waarde bij MAX dan dus hoger dan de 1ste Piekkrachtt. Wanneer % DROP is ingeschakeld dan kan met de MAX toets de 1ste Piekkracht worden uitgelezen. In de display is dan het 1ST symbool zichtbaar. Met de MAX toets heeft u nu ook de beschikking over de volgende indelingen van het beeldscherm.
1ste Piek Trekrichting
Fig. 8 1ste Piek Trekrichting symbool
1ste Piek Drukrichting
Fig. 9 1ste Piek Drukrichting symbool
1ste Piek Trek/Druk
Fig. 10
Het dual Max scherm laat de 1ste Piekkracht in druk- en trekrichting en de actuele kracht zien (0000,0)
21
% DROP sub-menu 1
De display laat zien % DROP OFF en SET. Met ENTER kan de functie aan (ON) en uit (OFF) geschakeld worden. Door met de DOWN toets naar SET te gaan en op ENTER te drukken komt u in submenu 2.
% DROP sub-menu 2
Om aan te geven bij welke inzakking van de kracht de 1ste Piek bepaald moet worden kan hier het percentage gewijzigd worden. Het percentage heeft betrekking op het bereik van de meter. Het verhogen en verlagen gaat met de UP en DOWN toets. Druk op ENTER om te bevestigen en op ESC om terug te keren naar een hoger menu.
Voorbeeld
Deze test laat een 1ste Piekwaarde zien.
22
Voorbeeld: AFG 100N is ingesteld met % DROP van 20 (is dus 20 N). Als de Maximale kracht voor breuk 50 N is dan moet de waarde daarna inzakken tot minder dan 30 N wil er een 1ste Piekkracht geregistreerd worden. De waarde bij 1ste Piek is dan 50 N. Loopt de kracht vervolgens op naar bijvoorbeeld 75 N dan laat de AFG als MAX waarde 75 N zien en nog steeds 50 N als 1ste Piek.
% DROP ingesteld op 20% Hoogste Piek (MAX)
AVERAGE/TIME (gemiddelde/tijd)
100N
x Piek
Gemiddelde 75N Start Limiet
Stop Limiet
50N
25N
0 TIJD
Deze functie maakt het mogelijk om de gemiddelde kracht over de meetcyclus te bepalen. Zodra de kracht boven een drempelwaarde komt begint de meter de gemiddelde kracht te bepalen. Zodra de kracht onder de drempelwaarde zakt stopt de registratie en kan in de display de gemiddelde kracht uitgelezen worden. Kies in het hoofdmenu (2 seconden MENU toets) de functie AVERAGE/TIME (DOWN toets en ENTER).
Avg/Time sub-menu 1
In de display is te zien AVERAGE/TIME OFF en SET. Met de cursor achter AVERAGE/TIME OFF en een druk op de ENTER toets wordt de functie geactiveerd. Kiest u voor SET en dan ENTER dan kan de functie ingesteld worden.
Avg/Time sub-menu 2
In de display staat START SET en STOP SET. Met START SET wordt de kracht ingesteld waarbij de meting moet aanvangen, met STOP SET de waarde waarbij de meting moet stoppen. Stel de waarde START SET in met UP en DOWN en bevestig met ENTER. Stel dan de STOP SET in en bevestig met ENTER. Met ESC keert men terug in het hoofdmenu.
23
RATE (snelheid)
Met deze functie kan ingesteld worden hoe snel, met welke frequentie, de waarde in de display verandert en welke demping er optreedt. De meter doet intern 5000 metingen per seconde maar de display verandert minder snel. Hoe langzamer de frequentie waarmee de display zich vernieuwt hoe meer demping. De display laat namelijk een soort gemiddelde over de periode tussen twee getoonde waarden zien. Een hele korte piek wordt bij de instelling HI wel goed geregistreerd maar met de instelling LO weg gefilterd. HI LO MED -
Rate sub-menu 1
display vernieuwt zeer snel, minimale demping display vernieuwt langzaam, maximale demping normale instelling, gemiddelde demping en uitleessnelheid
De RATE wordt ingesteld door lang op MENU te drukken en RATE te selecteren met DOWN gevolgd door ENTER. Vervolgens kan met UP en DOWN de juiste setting ingesteld worden. Met ENTER wordt deze instelling bevestigd, met ESC keert u terug naar het hoofdmenu.
HOOFDMENU PAGINA 2
Fig. 11
Door op pagina 1 van het hoofdmenu nogmaals op MENU te drukken komt u op pagina 2 van het hoofdmenu.
24
FOOTSWITCH 1 (voetschakelaar 1)
De AFG heeft twee ingangen voor voetschakelaars. Naar keuze kan een voetschakelaar één van de toetsen MAX, UNITS, TXD, ZERO en RESET bedienen. Deze schakelaars kunnen ook gebruikt worden om de werking van een AFG te automatiseren. Opmerking: Een voetschakelaar die de UNITS knop bedient kan toegang geven tot het menu bij lang indrukken. De meter zal daarna echter niet meer reageren op de signalen van voetschakelaar 1 en 2. In hoofdmenu pagina 2 (druk lang op MENU en vervolgens nogmaals op MENU) kies FOOTSWITCH 1 en druk op ENTER.
Footswitch 1 sub-menu 1
FOOTSWITCH 2 (voetschakelaar 2)
Footswitch 2 sub-menu 1
COMMS (communicatie)
COMMS sub-menu 1
Kies nu de functie die u aan de schakelaar wil toekennen, bevestig met ENTER en druk op ESC om terug te keren naar hoofdmenu 2. In hoofdmenu pagina 2 (druk lang op MENU en vervolgens nogmaals op MENU) kies FOOTSWITCH 2 via de DOWN toets en druk op ENTER. Kies nu de functie die u aan de schakelaar wil toekennen, bevestig met ENTER en druk op ESC om terug te keren naar hoofdmenu 2. Opmerking: Footswitch 2 uitgang wordt gebruikt voor het analoge signaal van een losse “intelligente” sensor. Bij gebruik van een losse sensor kan voetschakelaar 2 dus niet gebruikt worden. Dit menu wordt gebruikt om de meter geschikt te maken voor het communiceren met externe apparatuur of het opslaan van meetwaarden in de AFG. Ook kunnen tot 100 meetwaarden in het geheugen opgeslagen worden. Kies met UP en DOWN één van de functies. Bevestig met ENTER.
25
PORT -
De meetwaarden worden naar de digitale uitgang gestuurd. Keuze voor het wel of niet meezenden van de eenheid (UNITS ON of OFF) en de baudrate. STORE MEM - Maakt het mogelijk om tot 100 meetwaarden in het geheugen van de AFG op te slaan. Wanneer men op de TXD toets drukt wordt de meetwaarde uit de display opgeslagen. Het REC (record) symbool verschijnt in de display ten teken dat er meetwaarden zijn opgeslagen. SEND MEM - Stuurt alle meetwaarden uit het geheugen via de digitale uitgang naar externe apparatuur (bv. PC of datalogger) CLEAR MEM – Wist het geheugen in de AFG Indien voor PORT gekozen komt u in submenu 1 Port sub-menu 1
Door te kiezen voor UNITS ON of UNITS OFF kunt u bepalen of de meeteenheid wel (ON) of niet (OFF) meegestuurd moet worden. Maak uw keuze met UP/DOWN en ENTER.
Port sub-menu 2
Bij keuze SIGN ON wordt het eventuele minteken (-) meegestuurd. Bij SIGN OFF niet. Maak keuze met ENTER.
Port sub-menu 3
Maak met UP en DOWN een keuze uit de Baudrate. Bevestig met ENTER.
Port sub-menu 4
26
Na de meetwaarden kan nog een extra signaal meegestuurd worden voor printer of pc. NULL – Er wordt niks meegestuurd, alleen de meetwaarde CR – Carriage Return. Na de meetwaarde wordt een ENTER gegeven als op een pc. LF – Line Feed. Na de meetwaarde wordt het commando “nieuwe regel” geven aan bijvoorbeeld een printer. CR LF – Beide bovenstaande functies actief
Port sub-menu 5
LINE DELAY zorgt voor een vertraagde doorzending van data wanneer er communicatieproblemen ontstaan door bijvoorbeeld een trage printer of lange kabel.
Port sub-menu 6
Als de functie voor het continue verzenden van data geselecteerd is (lang indrukken TXD toets) dan begint de meter de data te zenden vanaf een hier in te stellen drempelwaarde.
Port sub-menu 7
Hier kan geselecteerd worden RSR232 (com-poort / pc) of Mitutoyo (printer of speciale Mitutoyo software) of beide functies. Met ENTER komt u weer in het COMMS-submenu 1. Hier kunnen nog de volgende functies geselecteerd worden: STORE MEM: De meetwaarden worden bij het indrukken TXD opgeslagen in een geheugen tot een maximum van 100. Bij het drukken van TXD verschijnt onder in de display de letter M met daarna het getal dat de geheugenplaats weergeeft. SEND MEM: De opgeslagen meetwaarden worden in één reeks via de digitale uitgang weggestuurd naar pc of printer. CLEAR MEM: Het geheugen wordt gewist en er kunnen weer 100 nieuwe meetwaarden opgeslagen worden.
27
x/CONSTANT
X Constant sub-menu 1
INFORMATION (informatie)
De meetwaarden kunnen met een constante factor tussen de 0,001 en 10.000 vermenigvuldigd worden. Deze functie kan gebruikt worden om bepaalde speciale eenheden te bereiken bijvoorbeeld bij het uitvoeren van wrijvingstesten of om de juiste waarde uit lezen wanneer er van een hefboom gebruik wordt gemaakt. De ingestelde eenheid wordt vervangen door een “X’ teken. In de display staat X CONSTANT OFF, aanzetten met ENTER. De vermenigvuldigingsfactor wordt ingegeven bij SET. De gewenste eenheid die omgerekend moet worden staat onderin en wordt gewijzigd met de UNITS knop. Laat de kalibratie gegevens van de meter zien. Kiezen met ENTER. TRange in trekrichting CRange in drukrichting IActuele nulwaarde GGravitatie constante g ZCurrent zero Deze gegevens zijn enkel ter informatie en worden door de leverancier gebruikt als diagnostische gegevens.
CALIBRATION (kalibratie)
Kalibratie menu. Maakt het via een password mogelijk de meter opnieuw in te regelen en biedt gebruikers de mogelijkheid de meter te controleren. Plaats de meter (of de externe meetcel) horizontaal en liggend op een vlakke ondergrond. Selecteer het CALIBRATION menu door op ENTER te drukken. Door 4 x op ENTER te drukken, en dus te kiezen voor password 0000 komt u in het menu dat gegevens biedt over de kalibratie. De bovenste waarde geeft het % offset van de meter aan ten tijde van kalibratie. De waarde daaronder geeft de actuele offset van de meter aan. De offset is het percentage millivolt dat de meetcel afgeeft in nullast ten opzichte van het aantal millivolt bij vollast.
28
Fig. 12
De aangegeven waarde is de offset tussen de nulwaarde bij kalibratie en de huidige nulwaarde. Is de meter iets verbogen dan is daar een verschil. Wanneer de offset tussen de 5 en de 10% ligt, neemt u dan contact op met uw leverancier. De meter is mogelijk niet meer nauwkeurig en dient opnieuw gekalibreerd te worden. Is de huidige offset groter dan 10% dan is de kans groot dat de meetcel teveel verbogen is en vervangen moet worden. Bovengenoemde percentages gelden als richtlijn. Druk op ESC om terug te keren naar hoofdmenu pagina 2.
CONTRAST
Met deze functie kan het contrast van het beeldscherm gewijzigd worden. Kies de functie middels UP/DOWN en ENTER. Vervolgens kan het contrast met UP en DOWN gewijzigd worden. Het cijfer 1.234 in de display dient als voorbeeld. Met ENTER keert u terug in hoofdmenu 2.
29
AFG SPECIFICATIES BEREIK & RESOLUTIE
Model no: mN
N
AFG2.5
2,500 x 0.5
AFG 5
kN
gf
kgf
ozf
lbf
2.5 x 0.0005 -
250 x 0.05
-
9 x 0.002
0.55 x 0.0001
5,000 x 1
5 x 0.001
-
500 x 0.1
0.5 x 0.0001 18 x 0.005
1.1 x 0.0002
AFG 10
10,000 x 2
10 x 0.002
-
1,000 x 0.2
1 x 0.0002
2.2 x 0.0005
AFG 25
25,000 x 5
25 x 0.005
-
2,500 x 0.5
2.5 x 0.0005 90 x 0.02
5.5 x 0.001
AFG 50
50,000 x 10
50 x 0.01
-
5,000 x 1
5 x 0.001
180 x 0.05
11 x 0.002
AFG 100
-
100 x 0.02
-
10,000 x 2
10 x 0.002
350 x 0.1
22 x 0.005
AFG 250
-
250 x 0.05
-
25,000 x 5
25 x 0.005
900 x 0.2
55 x 0.01
AFG 500
-
500 x 0.1
-
50,000 x 10
50 x 0.01
1,800 x 5
110 x 0.02
AFG 1000
-
1,000 x 0.2
1 x 0.0002
-
100 x 0.02
3,500 x 1
220 x 0.05
AFG 2500
-
2,500 x 0.5
2.5 x 0.0005 -
250 x 0.05
9,000 x 2
550 x 0.1
35 x 0.01
NAUWKEURIGHEID ± 0.1% van het volle schaalbereik Kalibratietemperatuur: 20°C ± 2°C Gebruikstemperatuur: 10°C - 35°C Verloop ten gevolge van temperatuur: : ± 0.01% van het volle schaalbereik/°C UITGANGEN RS232-C: Digimatic: Analoog:
PLC Signalen:
30
8 data bits, 1 Start bit, 1 Stop bit, geen pariteit (Mitutoyo) formaat BCD uitgang 0 tot +4V bij volle belasting trekrichting (of met de klok mee) 0 tot -4V bij volle belasting drukrichting (of tegen de klok in) (indien gewenst af fabriek gekalibreerd)) Relais beschrijving Het relais is geplaatst in een 15-pins connector die aangesloten wordt op de AFG. Daarvandaan loopt een 5 meter lange geïsoleerde kabel zonder connector. De vrije draadeinden maken eenvoudige montage op een PLC mogelijk.
AFG SPECIFICATIES PLC Signalen (continued)
Elektrisch Voedingsspanning: Het relais wordt gevoed met 5 Volt vanuit de AFG. Besturing: Het relais wordt bediend via een TTL signaal vanuit de AFG en is in gesloten toestand wanneer de AFG een logische 1 afgeeft. Specificaties: Piek AC voltage:
350 Volt
Constante relais stroombij piek AC voltage
120 mA
Maximale relais stroom:
300 mA
Typische relais schakelweerstand bij 100 mA:
17 Ohm
Isolatie voltage tussen AFG en relais uitgang:
1500 Volt AC
OPLADER De oplader van de AFG is van het constante stroom type. Primair: 230V – 50Hz (andere modellen leverbaar)) Secundair:
100 mA constante stroom bij 9V
Stekker: Binnen = + (plus) Buitenkant = - (min)
31
Geavanceerde Menu Opties - Schema pagina 1 Op de volgende pagina’s vindt u schematisch de menustructuur van de AFG.
Alarm ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
AUDIBLE
press ESC press ENTER
SET
Press UP or DOWN key to OUT BAND select choice
Press UP or DOWN to increase or decrease value 0.28
press ENTER
LED BOTH
ALARM OFF
Press ENTER to toggle LIMIT1 ON/OFF TENS'N
LIMIT2 COMP’N
-0.28 lbf
Press UP or DOWN key to PASS select choice
IN BAND
Press UP or DOWN to increase or decrease value
Press ZERO/DOWN key to move arrow down
press ENTER
Press UP or DOWN key to BUZZER ON select choice CONTINUOUS
FAIL press ENTER to accept and move to next screen
press ENTER to accept and move to next screen
Press ENTER to highlight next parameter
Press TXD/UP key to move arrow up
press ENTER to accept and move to next screen
Press UP or DOWN key to select choice
press ENTER
PULSE
PLC press ESC ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
press ENTER
press ENTER PLC OFF
RESET
AT LIMITS
CONTINUOUS
AT ALARM
press ENTER press ENTER
PULSE
STATE HIGH LOW Press UP or DOWN to increase or decrease value press ENTER
32
Press UP or DOWN key to select choice press ENTER
Press UP or DOWN to increase or decrease value 12.75
ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
Stand
press ENTER
press ESC
CYCLE
STOP
REVERSE
STAND OFF
press ENTER
ENTER
press
press ENTER
Press UP or DOWN key to select choice
-28 10
LOWER CYCLE
lbf
0.28
UPPER
LIMIT
BREAK
DOWN
UP
SET %
LIMIT
BREAK
Repeat
Press ENTER to highlight next parameter
Press UP or DOWN to increase or decrease value
press ENTER
Press UP or DOWN key to select choice
press ENTER
Press UP or DOWN key to select choice
press ENTER
lbf
25
ENTER
press
press ENTER
Press UP or DOWN key to select choice SET %
lbf
25
press ENTER
Geavanceerde Menu Opties - Schema pagina 1
33
Geavanceerde Menu Opties - Schema pagina 1 Freeze press ESC ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
% Drop
FREEZE OFF press ENTER
LO HI
press ENTER
press ESC ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
SET %
% DROP OFF
25
SET press
press ENTER
press ENTER
ENTER
Average/Time press ESC ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
START
AV/TIME OFF SET
press ENTER
SET %
10
STOP
press ENTER
SET %
5
Rate press ESC ALARM PLC STAND FREEZE % DROP AVERAGE/TIME RATE Page 1
34
RATE MED HI LOW press ENTER
Press DOWN key to highlight choice. Press ENTER to accept it
press ESC
Press UP or DOWN key to select value then press ENTER to confirm
Geavanceerde Menu Opties - Schema pagina 2 Footswitch1 FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
press
Press DOWN key to highlight choice. Press ENTER to accept it
FOOTSWITCH1 OFF MAX UNITS TXD ZERO RESET
ENTER
press ESC
Footswitch2 FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
press ENTER
Press DOWN key to highlight choice. Press ENTER to accept it
FOOTSWITCH2 OFF MAX UNITS TXD ZERO RESET
press ESC
Comms
RS232
TX THRESHOLD SET % 3
MITUTOYO
TIME DELAY SECONDS :
press ENTER
0 press ENTER
DUAL
NULL CR
press ENTER
LF CR LF
Press UP or DOWN key to highlight choice and press ENTER
Press UP/DOWN to increase or decrease value
Press UP/DOWN to increase or decrease value
press ESC
FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
PORT press ENTER
STORE MEM
press ENTER
UNITS OFF ON
press ENTER
SIGN OFF ON
press ENTER
press
9600
ENTER
19200
SEND MEM
57600
CLEAR MEM
115200
ESC
35
Geavanceerde Menu Opties - Schema pagina 2 Constant Press DOWN key to select from choices. Once choice is made, PLC X CONST OFF is turned ON SET press
FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
ENTER
SET press
Press UP or DOWN to increase or decrease value
x
00000.1
press
ENTER
ENTER lbf
Information Values are for illustration only FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
T12008
Tension span
C12011
Compression span
I32754 Z32752
I=Initial Zero
G9.80656
Gravitational constant
press
press ENTER
Z=Current Zero
ESC
Calibration FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
0000 press ENTER
-0.13% press
press and
ENTER 4 times
hold ESC until screen clears
Contrast FOOTSWITCH1 FOOTSWITCH2 COMMS X CONSTANT INFORMATION CALIBRATION CONTRAST Page 2
36
press ENTER
1.234
Press and hold UP or DOWN key to change contrast
Afmetingen
(inc, stekker configuratie) 32
Voor Aanzicht
Zij Aanzicht Smart sensor connector
*
SCHROEFDRAAD = 10-32UNF (10N - 500N) = 5/16”UNC (1000 - 2500N)
70
15-POLIGE COMMUNICATIE CONNECTOR
17 22.5
*
INTERNE MEETCEL PEN BUITENDRAAD = 10-32UNF (10N 500N MODELLEN) = 5/16”UNC (1000N 2500N MODELLEN)
Afgebeeld met montageplaat voor statief
(Dovetail Bracket)
Achter Aanzicht
BATTERIJ KLEPJE
201
TAPGAT: SCHROEFDRAAD M5 x 0.8 x 5.5mm DEEP
57
18
AFG Mk 4 Pinconfiguratie: 1 Analoge Uitgang 2 RS232 Uitgang (Transmit) 3 RS232 Ingang (Receive) 4 Mitutoyo Klok (Clock)Uitgang 5 Mitutoyo Klaar (Ready) Uitgang 6 + 5 Volt 7 FREEZE Reading Input 8 Statief Terugloop (Reverse) UP 9 Voetschakelaar 2 Ingang/SMART -ve uit 10 Aarde 11 Mitutoyo Vraag (Request) Ingang 12 Mitutoyo Gegevens (DATA) Uitgang 13 Voetschakelaar 1 ingang 14 PLC uitgang 15 Statif Teragloop (Reverse) DOWN
Aansluitschema van de 15pins ‘D-type’ communicatie poort
37
Optionele Extras Universele uitbreidingsmodule (universal expansion module) waarmee u tot 5 kabels gelijktijdig op de AFG kunt aansluiten.
KABELS Kabel AFG naar Mitutoyo Printer/DigiCon-X Interface Kabel AFG naar RS 232, 9-pins Kabel AFG naar Analoog Voetschakelaar voor AFG Universele Uitbreidingsmodule voor AFG Kabel AFG naar motorische teststand Kabel AFG to PLC
ARTIKLENUMMER 351 - 058 351 - 059 351 - 060 351 - 061/V01/V02 432 - 185 351 - 062 351 - 063
DataPlot WINDOWS SOFTWARE FOR HET REGISTREREN, PRINTEN EN ANALYSEREN VAN KRACHT EN DRAAIMOMENT GEGEVENS
Door de Mecmesin digitale kracht- of draaimomentopnemer voorzien van RS232 uitgang, aan te sluiten op een pc met DataPlot kunt u de hele meetcurve registreren. De software functioneert als een virtuele schrijver waarbij de meetwaarden tegen de tijd-as worden uitgezet. • • • • • • •
38
Automatische inschaling Zoom functies Meerdere grafieken in de display Meetpunten uit te printen Handige instellingsmogelijkheden Start- en stoptriggers Data-export naar spreadsheet
39
Wat Mecmesin nog meer te bieden heeft
MultiTest De MultiTest 1 is een scherp geprijsd motorisch statief met een bereik tot 1000 Newton. De snelheid wordt met een draaiknop ingesteld. In combinatie met een Mecmesin krachtmeter en de juiste hulpstukken ontstaat nauwkeurige tester voor eenvoudige trek-, druk- en buigproeven. Ook leverbaar in een model met een bereik van 2500
MultiTest-x De MultiTest 2.5-x is een controller gestuurde testbank met een bereik 2500 Newton. Eenvoudige testmethodes en berekeningen kunnen in de controller geprogrammeerd worden. Mogelijkheden zijn o.a.: cycli, kracht-constant, kracht en verplaatsing aansturen, breukdetectie. Ook leverbaar in modellen 1000, 5000, 10,000 en 25,000 Newton.
MultiTest-i De MultiTest 5-i is een pc-gestuurde tester van 5000 Newton. De Mecmesin Emperor software biedt uitgebreide mogelijkheden voor complexe testmethodes en geavanceerde functies voor het calculeren van meetresultaten. Ook leverbaar in modellen 1000, 2500, 10,000 en 25,000 Newton.
40
Vortex-i De Vortex-i is een tester voor meten van draaimomenten en hoekverdraaiing en is net als de MultiTest-i volledig pc gestuurd. De nauwkeurig aangedreven draaischijf levert een hoge reproduceerbaarheid. De Vortex-i is daarmee een uniek product dat niet alleen geschikt is voor het testen van schroefdoppen maar veel breder ingezet kan worden.
Kabels AFG naar RS232 9-pins voor PC en dataloggers - artikelnummer: 351059 AFG naar digimatic 10-pins voor Mitutoyo printer - artikelnummer: 351058
AFG naar digimatic 10-pins voor Mitutoyo printer
AFG naar RS232 9-pins voor PC en dataloggers
AFG naar analoog
Voor meer informatie over de accessoires, hulpstukken en mogelijkheden wij graag naar de website www.mecmesin.com of die van uw locale adviseur waarvandaan alle brochures gedownload kunnen worden. 41
Newton House Spring Copse Business Park Slinfold West Sussex RH13 0SZ England General Enquiries:
431-219-02
Service & Calibration
Uw adviseur:
t: f: t: f: i: e:
+44 (0) 1403 799979 +44 (0) 1403 799975 +44 (0) 1403 799920 +44 (0) 1403 799925 www.mecmesin.com
[email protected]