Bestuursverslag Zinaplatform 2013 ten behoeve van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling , DMO in het kader van het Kunstenplan Amsterdam 2013-2016, één en ander ter verantwoording van de activiteiten in het jaar 2013. Verslag van de activiteiten die stichting Zinaplatform in 2013 in de regie van Adelheid Roosen heeft ontwikkeld en uitgevoerd. Inleiding Voor het eerst in haar bestaan diende Zina in november 2012 een aanvraag in voor financiële ondersteuning vanuit het Amsterdamse Kunstenplan voor de periode 2013-2016. En Zina werd gehonoreerd. Trots mocht ze ontmoetingen aangaan om- vrij naar Peter Brook- in immer wisselende vormen voortdurend die microkosmos te creëren waarin publiek en Zina konden samenkomen om beide werelden te integreren en daardoor samen te veranderen. Nu, na een jaar, vol van opgedane ervaringen, willen we u als bestuur van Zina deelgenoot maken van die veranderingen: wie Zina is geworden en met wie ze sindsdien ‘anders’’ door het leven gaat. De stand van haar leven, van haar ontmoetingen in 2013.
1) Uitvoering kwalitatieve prestatieafspraken Het eerste jaar van de Kunstenplanperiode 2013-2016 is voor stichting Zinaplatform onmiskenbaar een goed jaar geweest. Naast de stormachtige bezuinigingen in het landelijke kunstenveld, vond Zina relatieve rust in de eigen organisatie door de toekenning van de structurele subsidie vanuit de stad Amsterdam. Het voelde als een oprechte waardering voor het vele handwerk dat Zina vaak in coproductie met Female Economy (FE) als coproducent onder de bezielende leiding van Adelheid Roosen, in de jaren vanaf Zina’s oprichting in 2003, voornamelijk in Amsterdamse wijken hadden ingezet. Zina voelde zich bevestigd in haar werkwijze, aanpak, activiteiten en methodieken die altijd hun oorsprong vinden in het één op één-contact met wijkbewoners: het micro-werk dat gaandeweg het seizoen zijn uiting vindt in het macro-werk waarin al het micro-werk benut kan worden. Vervolgens verbond de kracht van de publieksvoorstellingen -die sinds 2010 gemaakt worden met materiaal dat samen met wijkbewoners verzameld wordt- Zina met zowel het gevestigde als het nieuwe theaterpubliek. Door tal van interventies in bestaande en gesloten structuren konden bezoekers genieten van verschillende voorstellingen en van de schoonheid en de trots van de (eigen) stadswijk die Zina met de inmiddels vermaarde adoptiemethode tot in de haarvaten had opengelegd: de grote locatievoorstellingen. De samenwerking, het coproduceren is voor zowel Zina als FE van levensbelang, niet alleen uit praktische overwegingen, maar omdat de twee organisaties elkaar inhoudelijk en productioneel aanvullen in de zich steeds verdiepende ontmoeting met De Ander. Zina is meester in het handwer dat samen met Adelheid Roosen (FE) in artistieke zin verzilverd wordt. Voortdurend worden nieuwe stappen gezet om de creaties die uit de samenwerking van Zina en FE voortkomen rijkelijk de wijken in te laten vloeien. Wie zich als maker met Zina verbindt, moet net zo kwetsbaar en verlegen durven zijn als de wijkbewoner waarmee we het gesprek en het leven mogen delen. Ondernemerschap Onvermoeibaar trok Adelheid Roosen als artistiek leider en regisseur ook in 2013 de Zina-kar, maar steeds duidelijker werd dat deze taak niet meer zonder een kompaan aan haar zijde gerealiseerd kon worden. Veel tijd en energie is gestoken in het zoeken naar financiële middelen om een kompaan in
1
ieder geval voor de grote locatie-voorstellingen WijkSafari Utrecht (2013) en De Oversteek (2013/2014) te kunnen aanstellen. Dat dit een onontkoombare keuze was, blijkt uit de stroom van projecten en aanvragen die het Zina/FEwerk oproept en die we – klein of groot- willen kunnen honoreren. Zina voelde de effecten van bezuinigingen en financiële crisis bij de zoektocht naar eigen inkomsten. We voelden dat bij de private fondsen en de gemeentelijke instellingen waar subsidies werden aangevraagd, de marges waarbinnen deze instellingen zich moeten bewegen steeds kleiner worden en de voorwaarden waar een kunstinstelling aan moet voldoen, steeds strikter. De aanhouder wint, weten we, en als een zalm soms zwemmend tegen de stroom in, nam Zina in dit eerste Kunstenplan-Amsterdam-jaar toch het risico om na Slotermeer een volgende WijkSafari te maken: want er kwam een uitdagende vraag uit Utrecht. Als cultureel ondernemer is Zina altijd bewust efficiënte coproducties aangegaan om innovatieve, financiële en productionele krachten te bundelen. Soms echter vraagt de actualiteit een directe actie en is op zo korte termijn soms onzeker of een coproducent meteen gevonden kan worden. Daarom is het voor Zina in de komende jaren van groot belang met eigen inkomsten een financiële reserve op te bouwen om op meerdere terreinen in beweging te kunnen blijven. Zichtbaar zijn en blijven is één van de belangrijkste voorwaarden. Ook daarom zijn we in het najaar van 2013, naast ons doorlopende werk in de wijken, in Amsterdam breed en in zes andere grote steden –Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Den Bosch, Eindhoven en Maastricht- de research gestart om in 2014 met honderden wijkbewoners de grote zalen van de Stadsschouwburgen in te kunnen trekken om van die prestigieuze gebouwen centra te maken waar ook stads- en wijkbewoners, die om wat voor reden dan ook niet gewend waren om het theater te bezoeken, zich thuis zouden kunnen voelen: De Oversteek. De plannen die Zina op papier zette voor de periode Kunstenplan 2013-2016 waren gebaseerd op een nooit aflatende inhoudelijke ambitie. Toen echter het bedrag waar Zina vanuit Amsterdam op mocht rekenen bekend werd –zijnde de helft van het gevraagde subsidiebedrag- en de eigen inkomstenverplichting kon worden berekend, moesten we toch besluiten om het aantal voorgenomen activiteiten in dezelfde verhouding (50%) te verminderen. Dit hebben wij u uiteraard gemeld. We kozen voor het uitrollen van de grotere Zina-projecten. Samenwerking binnen de sector Omdat naast ambitie en inhoudelijke samenwerking ook de financiële realiteit Zina leidt en voor de uitvoering van WijkSafariUtrecht naast de gemeente Amsterdam, FE en diverse fondsen de Stadsschouwburg Utrecht, de Vrede van Utrecht, de Gemeente Utrecht en de Utrechtse Wijkbureau’s Noord-West (Ondiep en Zuilen) en Overvecht financieel aan Zina’s zijde vonden, besloten wij, met uw medeweten, de reprise van WijkSafari Slotermeer te laten vallen. Het maken van WijkSafariUtrecht bleek een goede beslissing omdat onze stad Amsterdam buiten de stadsgrenzen artistiek inhoudelijk vertegenwoordigd werd, Zina’s landelijke bekendheid toenam, en het voor het Amsterdamse theaterpubliek geen beletsel bleek om voor de WijkSafari -die men in Amsterdam Slotermeer misschien gemist had- Utrechtse wijken te bezoeken. Vanuit de WijkSafariSlotermeer-ervaring qua samenwerkingen in de wijken, qua methodiek, contouren, logistiek en de ontmoeting, werden met nieuw elan drie beruchte Utrechtse stadswijken bestormd en met 28 voorstellingen, inclusief de tryouts, 2000 bezoekers en 60 medewerkers overspoeld. De Utrechtse versie werd een succes, ook door de grote publieke belangstelling. De gesprekken over de toekomstige WijkSafari’s die we al opnamen in onze meerjarenbegroting - Kaaitheater Brussel waar men hunkert naar contact met de Marokkaanse wijk aan de overkant van Het Kanaal en Cyprus waar mensen hun levensverhaal willen vertellen op de plek die hun ontnomen is- komen op gang. Maar ook de belangstelling uit de steden Almere en Eindhoven opent mogelijkheden voor nieuwe variaties op het WijkSafari-concept WijkSafari Bijlmer staat voor 2015/2016 in de agenda. De contacten en ideeën groeien dagelijks en de eerste basisschool is al geadopteerd om met ouders én kinderen van allerlei verschillende culturen levensverhalen te delen. Zina is gewend altijd en overal –en niet alleen om financiële redenen samen te werken met andere organisaties, binnen en buiten de sector -zoals voor WijkSafari Utrecht naast de Stadsschouwburg Utrecht met het Stuttheater, met de Marokkaanse (scooter)jongens van Lotus Gym, met de Antilliaanse bingoclub Los Bohio met kunstenaars zoals de Iraakse schilder Muhi Gaffer en met theaterstudenten van de HKU. Samenwerken is Zina’s tweede natuur, maar in researchperiodes gaan ze graag alleen op pad om juist die mensen op het spoor te komen die nog niet mee doen in de samenleving. Verbreding publieksbereik Zina zocht ook in 2013 voor al haar activiteiten in bekende en onbekende wijken haar eigen weg. Uitzonderingen daargelaten, bouwden ze hun werk op nieuwe contacten i.p.v. op het netwerk van anderen. Dit om zowel voor WSU als voor De Oversteek mensen op het spoor te komen die (nog) niet
2
meedoen in de samenleving -voor de verse ontmoetingen met toekomstig publiek of deelnemers en het vinden van adoptieouders- werd de aanbelmethode gebruikt: ontwapenend en effectief. Met de stroom levensverhalen die voortdurend verzameld wordt, bindt Zina zich niet alleen aan wijkbewoners, maar worden ook de inmiddels beroemde Zina-installaties zoals de Beautyverhalensalon en de GeweldVerhalenKaravaan steeds ververst. Of wijkbewoners worden verleid met de culinaire kracht van de Tafel van Zina, sinds dit jaar theatraal uitgebreid met het welkomstritueel Rhoussoul, het handen wassen. Of als kennismaking met nieuw publiek vertoonde Zina de compilaties van haar eerdere voorstellingen zoals Zina neemt de Wijk (2010), Moes (2011), WijkSafari Slotermeer (2012) en Zina-gerelateerde kunstwerken zoals Liefdeswinter van Gülsah Dogan over de rol van de liefde in de Turkse gemeenschap. En daarna samen speeddaten met onverwachte en onconventionele vragen. Niet meer weg te denken is de Zina-adoptiemethode om in nieuwe ontmoetingen diepere lagen van levensverhalen te kunnen opgraven: ook in Utrecht werden de Zina-makers, net als in eerdere Zinavoorstellingen, geadopteerd door gezinnen met en zonder kinderen of door alleenstaanden. Organisch en instinctief verbond Roosen met de adoptie – en niet slechts voor de duur van een WijkSafari, maar voor het leven- Zina met de Utrechtse wijken Ondiep, Overvecht en Zuilen en hun bewoners. Om zonder te moraliseren mensen te emanciperen, mee te laten doen in de samenleving, met kunst als voertuig. Ook de buren van adoptieouders werden gratis uitgenodigd bij de generale repetities van de WSU om ook hun belangstelling voor kunst en cultuur aan te wakkeren. En dat lukte omdat ook buren met Zina vertrouwd raken door de lengte van haar verblijf in de wijk. Talentontwikkeling Zina-activiteiten bruisen ook door de stagiaires en jonge makers die aanhaken. Zina wil zo veel mogelijk mensen meenemen in haar projecten om inspiratie en ervaring te delen en mee te geven voor toekomstig werk en ook via hen, later, publiek dat niet zomaar over de drempel van het theater stapt, toch te bereiken. Theaterwetenschap-studenten uit Groningen en Utrecht en een net afgestudeerde dramadocente die allemaal stage liepen bij Zina tijdens WijkSafariUtrecht, konden in het najaar 2013 doorstromen naar het project De Oversteek. Zij kregen de opdracht om in de stad die hen toebedeeld werd, op zoek te gaan naar 100 Overstekers die als een volk bij de voorstelling Dantons dood wilden aanhaken om tegelijkertijd van de schouwburg in hun eigen stad hun thuis te maken. Maar ook een mimespeler/ Zina-maker Melih Gencboyaci die al meedeed in Wijksafari Slotermeer werd eind 2013 opgenomen in het artistieke Oversteek-team om met de groepen Overstekers in de diverse steden hun authentieke présence te trainen. De stagiair fotografie Cigdem Yuksel ontwikkelde zich gedurende het jaar tot huisfotograaf; de ene productiestagiaire uit WijkSafariUtrecht weet nu dat het haar vak niet is; de ander is inmidddels aangenomen op de opleiding Productie Podiumkunsten. En voorbij Zina ontwikkelt een oud WijkSafarimedewerker zich met de opgedane ervaringen nu in haar eigen (inter)nationale project De grote beweging. Pluriformiteit van het aanbod Ook al was in 2013 WijkSafariUtrecht het grote en meest beeldbepalende project van Zina, ondertussen werd het wijkwerk in Amsterdam niet veronachtzaamd, maar gedegen uitgebreid. Zina voert haar administratie vanuit de representatieve plek in het centrum van Amsterdam, -De Balie op het Leidseplein- maar nieuwe acties ontstaan meestal tijdens het werk in de wijk. Vanuit Broedplaats De Vlugt aan de Burgemeester De Vlugtlaan 125 in Amsterdam Nieuw-West waar Zina haar atelier heeft en zich thuis voelt worden plannen opgezet, concreet gemaakt, voorbereid, uitgevoerd, aangestuurd, geëvalueerd en gevierd. De voormalige huishoudschool in Slotermeer waar Urban Resort voor de Gemeente Amsterdam de verhuur prettig regelt, mag ook de komende vijf jaar als kunstenaarsplek gebruikt worden. Nu de Broedplaats een steeds prominentere rol in Nieuw-West voor zich opeist, wordt ook de rol van Zina daarin steeds belangrijker. Meer dan de buren -meest (beeldend) kunstenaars- treedt Zina naar buiten, en zet de deuren van het gebouw- naast het Van Eesteren Museum en KunstWest- open. Zina ontvangt de buurtbewoners met op hun lijf geschreven activiteiten en workshops. En gebruikt haar ruimte voor allerlei (inhoudelijke) bijeenkomsten en om eigen inkomsten te genereren. Vergaderingen van het stadsdeel, van organisaties uit de omgeving, allerlei bijeenkomsten die theatraal en culinair aangekleed worden door de Tafel van Zina waarmee het netwerk verbreed wordt en de Zina-naam steeds meer gevestigd. Uit de wijkgerichte contacten met beleidsmakers zijn voor zowel de Ik/Wij-workshops (Emotioneel Lichaamswerk) als voor de GeweldVerhalenKaravaan-trainingen (GVK) vanuit het stadsdeel budgetten gerold om vrouwen van divers pluimage op te leiden om de specifieke Zina-kennis over te dragen aan hun eigen achterban. Een twaalftal wijkbewoners (6 om 6) staan inmiddels klaar om met Zina op de achterhand in hun eigen Huis van de Wijk in 2014 de Zina-trainingen te gaan geven. Bij goed gevolg krijgen zij een certificaat om zelfstandiger aan de slag te gaan. Het contact met Zina blijft echter bestaan om kennis uit te wisselen en samen de workshops op een steeds hoger plan te brengen.
3
Intussen staan er weer nieuwe wijkbewoners klaar om de basiscursus Ik/Wij en GVK/Weerbaarheid te gaan volgen, aan de bewegingsworkshops, aan de inloopbijeenkomsten, aan de filmvertoningen, aan de gezondheidstrainingen mee te doen, alles als opmaat voor (kunst- en cultuur-) participatie en voor bijvoorbeeld het meedoen aan De Oversteek. Diversiteit in en buiten de eigen organisatie Diversiteit is voor Zina in de goede zin van het woord geen item want diversiteit is Zina’s eerste natuur, zowel in de samenstelling van het eigen team als bij de opbouw en verdere uitbreiding van het netwerk, deelnemers, publiek en achterban. Het is nog altijd moeilijk om ook stagiaires met een nietNederlandse achtergrond te bemachtigen want bij de diverse opleidingen op het culturele vlak zijn deze studenten ‘’schaars’’. Zina gedijt bij diversiteit. Ook bij de werving van adoptieouders voor de WSU en voor de roedels bij De Oversteek (mensen die niet gebruik maakten van kunst en cultuur) zochten we in de verschillende steden naar een afspiegeling in de groep die klopte met de desbetreffende stad. Dat was tijdrovend en minder eenvoudig dan de werving van autochtone wijkbewoners. Maar ja, daar zit nou net Zina’s uitdaging. Stedelijke ambities cultuureducatie Inmiddels is de Zina-wens om een school te adopteren werkelijkheid geworden. Er is een verbond met de School voor Bijzonder Onderwijs Praktijkcollege Het Plein in Amsterdam Geuzenveld. Het eerste contact ontstond in de Nationale week tegen geweld door op de school een workshop te geven over wat geestelijk en/of fysiek geweld teweeg kan brengen in (familie)relaties. Samen met wethouder Jesse Bos (welzijn, zorg en jeugd) werd op de school het nieuwe beleid Nieuw-West Thuis Best geïntroduceerd, ondersteund met de Zina-GVK-films. Op de school maar ook op locaties in de wijk die met de GVK bezocht werden, vertrouwden jongeren Zina overal, soms terloops, de meest heftige verhalen toe. Na deze ervaringen ontwikkelde Zina samen met De Plein-leerkrachten een lesprogramma weerbaarheid voor meerdere klassen. Dit thema bleek een goede opmaat te zijn, ook voor de wijkbewoners die de Zina-GVKtraining over huiselijk geweld wilden gaan volgen. Mensen die geïnteresseerd zijn in dit soort cursussen, blijken vaak- en dit geldt helaas ook voor de jongerenervaringsdeskundige te zijn omdat men niet weerbaar genoeg was om zich te verzetten als dader of slachtoffer, als man of vrouw, tegen het geweld waar men, soms jarenlang, in terecht was gekomen. De leerlingen van Het Plein volgen de lessen bij Zina in De Vlugt, buiten hun school. Het loskomen van de eigen omgeving maakt de cursisten, jong en oud, open voor nieuwe benaderingen, kennis en het delen van ervaringen. De directie van de school en na enige tijd ook de CMV-leerkrachten die eerder sceptisch stonden tegenover de Zina-aanpak voor jongeren, zijn enthousiast over de samenwerking en bevelen Zina ook aan andere scholen aan. Intussen ontwikkelt Zina, samen met Kris van der Veen van Kopland Groningen (voorheen Toevluchtsoord Groningen) een weerbaarheids-lespakket dat liever met, maar t.z.t. ook zonder de ondersteuning van Zina gebruikt kan worden, ook bij bv het invoeren van de zgn Meldcode (verplichte melding van huiselijk geweld). a) Toelichting op de gerealiseerde activiteiten Zina heeft haar plannen voor 2013 kunnen realiseren dankzij de steun vanuit de Gemeente Amsterdam. De vaststelling van de activiteiten voor 2013 heeft een diepe focus opgeleverd op de grotere projecten. Zoals aan u gemeld, moesten we de reprise van WijkSafariSlotermeer laten vallen, maar konden we wel het voorgenomen aantal WijkSafari-voorstellingen in Utrecht uitvoeren en zelfs uitbreiden door de grote publieke belangstelling. En uit de cijfers die wij nu aanleveren over 2013 blijkt dat, ook al stelden we u voor ‘’slechts’’ 50% van de voorgenomen activiteiten in Amsterdam vanuit onze Broedplaats De Vlugt te zullen realiseren, wij ver over het ook daar gestelde doel zijn heengegaan omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Zina wil steeds verder in de haarvaten van de stad Amsterdam doordringen. Onze dank voor het vertrouwen. b) Toelichting op de staat van baten en lasten en de balans, ofwel op de financiële positie van de instelling en de analyse t.o.v. en de begroting. Het resultaat van het boekjaar 2013 bedraagt: 433.672 euro Het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2013: 813.402 euro De eigen inkomstenquote bedraagt 53,32 % Verschillenanalyse
Baten Directe en indirecte opbrengsten In vergelijking met de realisatie en de begroting valt het grote verschil tussen indirecte en directe inkomsten op. In de begroting zijn de bedragen van de co-producenten opgenomen in de indirecte inkomsten; deze zijn echter geboekt op de directe inkomsten aangezien ze direct betrekking hadden op de uitgevoerde projecten.
4
Een ander opvallend verschil: de hoogte van de gerealiseerde fonds- en subsidiebijdragen. Van deelgemeenten Utrecht zijn hogere bedragen ontvangen dan vooraf begroot; bovendien heeft gemeente Den Haag een bijdrage gedaan t.b.v. vooronderzoek voor een WijkSafari in de Schilderswijk in Den Haag. Verder is er, met succes, privaat geld geworven voor de projecten.
Lasten Personeelslasten – beheerslasten vs activiteitenlasten Met betrekking tot de personeelslasten zijn er twee opmerkelijke verschillen; in totaal zijn de personeelslasten beduidend hoger dan vooraf begroot en een groot deel van de personeelskosten rusten op de activiteitenlasten in plaats van de beheerslasten. Dit laatste komt doordat de personele lasten met het oog op de verantwoording voor subsidies en fondsen zo nauwkeurig mogelijk toegerekend zijn aan de verschillende projecten. Verder is het zo dat in de meerjarenbegroting alle kosten van projecten (behalve de vaste kern van Zina-mensen) als activiteitenlasten zijn opgenomen omdat ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting de precieze verdeling van de lasten nog niet gemaakt kon worden. Uiteindelijk blijkt een belangrijk deel van de onder activiteitenlasten opgenomen kosten als personele lasten verantwoord te moeten worden. Los van deze verschuiving zijn de kosten voor personeel hoger dan begroot vanwege de omvang van de projecten en het (vanwege het succes) doorspelen van WijkSafari Utrecht. Tenslotte bevatten de personeelskosten ook de voorbereiding van het project De Oversteek dat grotendeel in 2014 plaats vindt.
FTE’s Graag lichten wij het aantal FTE’s toe over 2013: Omdat Zina met alle medewerkers, als gehele organisatie, gezamenlijk werkt aan grote projecten, zijn bijna alle FTE’s toe te rekenen aan projecten. Daarom is slechts 0,53 FTE toerekenbaar naar de overhead (delen van de FTE’s van Tim Nieburg en Elly Ludenhoff), naast het werk aan specifieke projecten waar 4,24 FTE (zijnde 13 personen) aan besteed wordt.
Materiële lasten De materiële beheerslasten zijn hoger dan begroot. Het verschil zit met name in de administratie- en accountantskosten. De administratiekosten zijn hoger omdat de administratie tot medio 2013 gevoerd werd door het hoofd financiën van stichting De Balie. Voor deze dame werd de gecombineerde werkdruk echter te hoog. Vanaf medio 2013 is een in de culturele sector gespecialiseerd administratiekantoor (Force Finance) ingeschakeld. Samen met de zakelijk leider heeft het administratiekantoor een inhaal- en professionaliseringsslag gemaakt. Hierdoor zijn extra kosten gemaakt, maar is de organisatie ook beter onder controle. De accountantskosten zijn hoger omdat naast de jaarrekeningcontrole ook verschillende projectcontroles moesten plaatsvinden in verband met de vereisten van de verworven projectsubsidies. De materiële lasten zijn beduidend lager dan begroot door hetgeen bovenstaand is beschreven: een deel van de begrote kosten zijn personele lasten die ook daar verantwoord zijn. c) Toelichting op het gerealiseerde percentage eigen inkomsten Dankzij Zina’s ondernemerschap en optimisme, maar ook dankzij de inzet en bekendheid van Adelheid Roosen als boegbeeld, kiest Zina als creatieve en innovatieve onderneming bewust voor samenwerkingsverbanden met collega-makers, met culturele instellingen, met gemeentelijke en maatschappelijke organisaties. Deze artistiek en inhoudelijk gelukkige verbintenissen vormden in 2013 mede de financiële bedding voor Zina’s eigen manier van werken. Op cultureel, maar ook op maatschappelijk vlak wordt flink door overheden gesnoeid in budgetten en daarom moet Zina op zoek naar andere manieren van financiering om plannen en wensen met dezelfde bevlogenheid en slagkracht te kunnen blijven realiseren. *In 2013 is een aanvraag gedaan voor het verkrijgen van de ANBI-status. *Zina kan blijven bouwen op haar creativiteit en vormkracht. Als lichtend voorbeeld geldt de eerder genoemde GVK-samenwerking met Kopland waarbij Zina’s artistieke kwaliteiten (Adelheid Roosen en Nazmiye Oral) samenkomen met de deskundigheid van landelijk gerenommeerd Steunpunt Huiselijk Geweld Groningen. *Bij de Ik/Wij-trainingen heeft Myriam Sahraoui een vruchtbare samenwerking met therapeute Jale Simsek, beiden werkend en reagerend vanuit hun eigen migratie-ervaringen. Door de theatrale aanpak, de innovatieve vormen en de cultureel diverse inhoud van Zina-producten, installaties en activiteiten die uiteenlopende doelgroepen aanspreken, zijn onder meer zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties geïnteresseerd in samenwerking tegen een financiële vergoeding als wederdienst. Omdat dit langlopende processen zijn, net als het voeren van sponsor-gesprekken, hoopt Zina in 2014 meer hierover te kunnen melden.
5
*Adelheid Roosen heeft op advies van en met medewerking van het bestuur en hun netwerken, sponsorgesprekken gevoerd bij verschillende kunstminnende organisaties en bedrijven. Dit heeft vooralsnog geen gelden opgeleverd; wel nieuwe contacten. *Door een financiële ondersteuning van stichting Doen, bedoeld voor het uitrollen van WijkSafari’s, werd het financieel mogelijk om de kompaan van Adelheid Roosen aan te stellen. *Iets meer productionele bewegingsvrijheid heeft Zina verkregen door een bijdrage van het Skanfonds om de Zina methodieken die gebruikt worden bij het uitrollen van WijkSafari’s te mogen (laten) in enigerlei vorm zodat anderen de Zina-methodiek kunnen overnemen, gebruiken en kunnen verankeren. *Ook in 2014 zal er aandacht moeten zijn voor het genereren van ”andere’’ inkomsten om onze opdracht met voldoende mensen -makers, wijkbewoners en bezoekers- te kunnen realiseren. d) Toelichting op het realiseren van de kwantitatieve prestatieafspraken. Zina doet, samen met De Ander; zowel zachtmoedig als in botsing, om van elkaar en van het onbekende te leren, en te voelen dat je samen beweegt. Zina heeft in 2013 ruimschoots aan de prestatie-eisen kunnen voldoen. Het jaar stond geheel in het teken van het nieuwe Ondernemingsplan voor de jaren 2013-2016 en de realisatie van de activiteiten die we beschreven hadden in het Kunstenplan. Uitgenodigd worden door een stad als Utrecht om een groot werk te maken en tegelijkertijd blijven zorgen dat de activiteiten in en rond ons atelier in Broedplaats De Vlugt niet alleen doorliepen, maar zich ook verder konden ontwikkelen. Een extra stimulans was, naast de ‘’opname’’ in het Amsterdamse Kunstenplan en de vreugde om aan WijkSafariUtrecht te kunnen werken, dat stichting Doen sinds 2012 drie jaar lang juist het Zina-wijkwerk in Nieuw-West wilde ondersteunen en het Skanfonds ons vroeg drie jaar (2013-2015) de tijd en de ruimte te nemen om de Zina-methodieken te beschrijven om werk en werkwijze t.z.t. in volle breedte over te kunnen dragen aan anderen ter verankering, verduurzaming en samenwerking. Er ontstond hierdoor een tweesporenbeleid in het hoofd en hart van Zina die de medewerkers en de activiteiten op verschillende plekken qua energie en aandacht in een goede balans brachten en hielden. Zina is en blijft een nomade en blijkt overal even zo gemakkelijk haar hele arsenaal uit te kunnen rollen en haar tenten op te kunnen slaan. Als terrein gewonnen is, de zaden geplant en tot bloei gekomen zijn, kan de karavaan doortrekken, het hart kloppend achterlatend. Kort gezegd: omdat Zina op iedere plek al haar activiteiten kan inzetten, kon de planning zoals we die aan u hebben opgegeven, worden gehaald. Elders in dit stuk worden de verschillen in bezoekcijfers en voorstellingsaantallen verantwoord. e) Toelichting op de kwantitatieve gegevens in het format verantwoording Kunstenplan
NB: We lichten de cijfers toe in de volgorde van uw activiteiten-formulier. 1) De grote lijn: *Zina maakte eigenlijk 2 nieuwe producties: !) de Rhoussoul, een theatraal welkomritueel, uitgevoerd met steeds een drietal in Zina-kostuum gestoken Zina’s of wijkbewoners die mensen bij een binnenkomst de handen wassen naar Marokkaans gebruik. Want ook WijkSafariUtrecht was een nieuwe productie: Oftewel de structuur/blue print van de WijkSafari is het repertoire; de uitvoering van WijkSafariUtrecht leverde een nieuwe voorstelling op. *We maakten 2 coproducties: a) WijkSafari Utrecht met onze vaste coproducent AdelheidIFemale Economy en de Vrede van Utrecht en de Stadsschouwburg Utrecht. b) WijkSafariI Tepito Mexico City, een coproductie met AdelheidIFemaleEconomy in de wijk Tepito met met theatermaker Daniel Giménez Cacho (contact via de Nederlandse Ambassade) en als partner Teatro EL Milagro als partner. *Er waren 5 reprises: de BVS groot, de BVS mobiel, de GVK groot, de GVK workshops en de workshops Emotioneel Lichaamswerk (voorheen genaamd Ik/Wij) 2.1 Totaal voorstellingen We hebben in totaal 111 activiteiten uitgevoerd die door 6734 mensen bezocht zijn. Dat is meer dan tweemaal het beloofde aantal activiteiten met bijna twee maal zoveel bezoekers als geschat. Verklaring: Dit positieve verschil komt mede doordat Zina naast de grote installaties ook nieuwe varianten van de bestaande installaties heeft ontwikkeld en ingezet. Zo past de mobiele BeautyVerhalenSalon (BVS) op veel meer plekken en is eenvoudiger en goedkoper te produceren dan de grote installatie waardoor de verspreidingsmogelijkheden toenemen. Met de Rhoussoul (nieuw) kunnen we in relatief weinig tijd veel mensen (aan)raken hetgeen altijd als een cadeau ervaren wordt. Wijkbewoners staan te dringen om te mogen meedoen ‘’als Zina’’ en gaan in de roze kostuums op pad. Ook het publiek dat het welkomstritueel ontvangt vergeet de aanraking niet
6
meer. Mede door de “kleinere varianten’’ van onze installaties hebben we 131,3 % meer activiteiten uitgevoerd dan beloofd. Het percentage extra bezoekers komt uit 38,1 % want de kleinere installaties hebben meestal een iets mindere publiekscapaciteit. De Rhoussoul bijvoorbeeld doen we bij de inloop van een voorstelling in een schouwburg, ook bij de voorstellingen van collega’s. Wederom om verbindingen te leggen, ook binnen het kunstenveld. Veel publiek is gedurende een half uur effectief in de garderobe, hal aanwezig, dus we hebben ruime ontmoetingstijd met de bezoekers. We noteren in onze activiteitenlijst het aantal mensen dat we letterlijk hebben aangeraakt en wiens handen zijn gewassen. Echter het effect van dit soort acties wordt sterk vergroot door de hoeveelheid ‘’kijkpubliek’’ die ook aanwezig is. 3.1 In standplaats Amsterdam 32 activiteiten uitgevoerd (13 beloofd) met totaal 1989 bezoekers (1100 beloofd). Ook hier zijn de betere resultaten terug te voeren op de boven omschreven aanpak. Een nadere toelichting behoeft de GVK (GeweldVerhalenKaravaan) in Amsterdam. Wij beloofden er 10 en ‘’haalden’’ er 4. Dit aantal wordt ruimschoots gecompenseerd door de workshops (10 x met 220 deelnemers) en de traindetrainers-bijeenkomsten (19 x met 115 deelnemers) die we over huiselijk geweld hebben ontwikkeld en ingezet, met de nadruk op weerbaarheid. In de praktijk bleek dat het merendeel van de in de GVK geïnteresseerden ervaringsdeskundigen zijn. Zij hebben baat bij het kunnen inzetten van ‘’eigen kracht’’ om – en met hun kennis tzt ook anderen- uit benarde posities te kunnen ontsnappen. Deze extra activiteiten GVK staan vermeld onder 3.2 Rest van Nederland en onder 4. Wijkwerk Vlugt. 3.2 Ook in de Rest van Nederland hebben we ruim 2x zoveel activiteiten uitgevoerd als beloofd. De hoeveelheid publiek loopt echter niet precies parallel omdat wij in onze plannen ooit rekening hielden met bv grotere groepen bezoekers per route/huis in de WijkSafariUtrecht. Wij beperkten het aantal bezoekers per huis ook in Utrecht op 10 om de intimiteit en beleving van de persoonlijke verhalen van Zina’s adoptieouders niet te schaden. (2875 beloofd/2111 gehaald). Om de grote belangstelling van het publiek te honoreren, speelden we 27 voorstellingen i.p.v. 23. Met de losse activiteiten rond de WSU ontmoetten we nog eens 251 wijkbewoners: samen totaal 2362 toeschouwers. *Tijdens het gehele traject WijkSafariUtrecht volgde documentaire-filmmaakster Gülsah Dogan Adelheid Roosen, hetgeen de film ‘’Ik verwacht alles’’ opleverde die naast de WijkSafari-beweging met name twee van Zina’s adoptieouders in beeld bracht. De Humanistische Omroepstichting zond de film op 24-11-2013 uit op televisie hetgeen 163.000 kijkers opleverde; nog eens 5971 mensen keken op ”uitzending gemist’’: een stevige uitbreiding van belangstellenden. In juni aanstaande komt er een herhaling op RTV Utrecht. De grotere hoeveelheid activiteiten dan gepland kwam ook voort uit de research die we in het najaar 2013 niet alleen in Amsterdam, maar ook in zes andere grote steden in het land (Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Den Bosch, Eindhoven en Maastricht) startten voor De Oversteek. De verbinding met honderden wijkbewoners kwam snel op gang door zo veel mogelijk gebruik te maken van de Zinainstallaties. Deze acties hebben wij opgenomen onder de activiteiten-kopjes 3.1 en 3.2. Bezoekers per activiteit. In Amsterdam realiseerden we 57 voorstellingen (13 beloofd) met 2213 bezoekers (1100 beloofd) hetgeen gemiddeld uitkomt op 39 bezoekers per activiteit; Onze activiteiten in Amsterdam, vaak startend in Broedplaats De Vlugt in Slotermeer hebben vaak een innovatief karakter: daar probeert Zina nieuwe methodieken uit en wordt er gewerkt met nieuwe, soms zeer kwetsbare doelgroepen waarbij veiligheid en dus kleinschaligheid een vereiste is. Pas als nieuwe activiteiten stevig in de steigers staan, dan kan ook de schaal qua deelname, vorm, aankleding, decor e.d. vergroot worden. Bovendien zoeken we in de Amsterdamse wijken bewuster dan elders in het land de groepen mensen op die (nog) niet participeren in kunst/cultuur/samenleving. Cultuurverschillen, taal, tradities en mindere (economische) zelfstandigheid van de mensen in Nieuw-West maken het Zina-werk in Amsterdam complexer dan in andere, minder multiculturele steden. Zorgvuldig, in kleine groepen met bewoners werken aan nieuwe methodieken of oudere vormen verdiepen, maakt Amsterdam voor Zina de meest interessante plek voor de noodzakelijke ontwikkeling van de organisatie en de binding met de bewoners die we de energie van kunst- en cultuurparticipatie willen laten ervaren. Maar deze doelgroep vereist een aanpak op maat met een kleinschaligheid die soms wat trager verloopt en langduriger is qua overdracht, verankering en verduurzaming. Vandaar wat kleinere publieksaantallen in Amsterdam dan in de rest van Nederland waar Zina 78 voorstellingen noteerde (35 beloofd) met 4717 bezoekers (3775 beloofd) en een gemiddelde van 60 bezoekers per activiteit. Over het gehele jaar: 135 voorstellingen (48 beloofd) met 6930 bezoekers (4875 beloofd) met een gemiddelde van 51. Als Zina in het land opereert (bv met onze samenwerkingspartner Toevluchtsoord Groningen/Kopland) moeten we zo efficiënt en effectief mogelijk omgaan met kosten en resultaat (qua
7
bezoekers/deelnemers-aantallen). Dan wordt bijvoorbeeld de keuze 2 dagen festival i.p.v.1, of bij een Rhoussoul de inzet van driedubbele teams om zoveel mogelijk mensen te kunnen ontmoeten. Vandaar per activiteit wat hogere publieksaantallen in “de rest van het land” dan in Amsterdam. In Amsterdam graven Zina’s wortels steeds dieper; in het land liggen ze nog wat meer aan de oppervlakte, in alle opzichten. 3.3 Buitenland WijkSafari Mexico. In het najaar zijn Adelheid Roosen en Titus Muizelaar gestart met een workshop opbouw WijkSafari voor direct betrokkenen in de beruchte wijk Tepito in Mexico-stad. Zina had pas WijkSafari’s buitenland gepland vanaf 2015 (Brussel en Cyprus). Door het succes van WSU bleek het concept ook op andere plekken dan in Amsterdam Slotermeer te werken en is er een grote buitenlandse belangstelling ontstaan waaronder Mexico. 4. Wijkwerk De Vlugt De verklaring voor meer activiteiten (110 i.p.v. 80) in Zina’s uitvalsbasis De Vlugt, maar minder bezoekers (1847 i.p.v. 2560) is reeds gegeven. Kort samengevat: *kiezen voor kleinschaligheid en diepgang, *innovatie, *werken met nieuwe, nog niet participerende deelnemers/doelgroepen, *plannen noodzakelijk uitbreiden met voorbereidende of onderbouwende activiteiten ( bv weerbaarheidstraining voorafgaand aan traindetrainers-opleiding huiselijk geweld) en *de tijd nemen om mensen het geluk van een leven met kunst en cultuur fysiek te laten ervaren.
5. Tafel van Zina Door de grote hoeveelheid diverse activiteiten die we zowel in Amsterdam als in het land gedaan hebben, kwamen we minder toe aan de acquisitie voor De Tafel van Zina. Maar de planning werd gehaald omdat we inmiddels een stevig netwerk hebben opgebouwd. Cateren is een arbeidsintensieve aangelegenheid en daarom besloten we (voorlopig) alleen in De Vlugt hiervoor gasten te ontvangen; uitzonderingen daargelaten. Uiteraard hebben is Malika Mehdaoui, hoofd catering, gevraagd ook tijdens de gehele WSU-periode alle fourage (voor Zina-medewerkers, adoptie’s, wijkbewoners en publiek) te verzorgen. Met een nieuwe impuls in 2014 kan het aantal cateringaanvragen, de bezoekersaantallen en de inkomsten van de Tafel van Zina verder toenemen. Bijdrage stedelijke ambities. Opleiden, talentontwikkeling, educatie, kennisoverdracht enz. *De adoptie van Het Plein, is zowel voor de school, de leerlingen en de docenten als voor Zina een vreugde. Het Plein is een aantrekkelijke en kleinschalige school voor Praktijkonderwijs op het gebied van zorg, techniek, handel, groen en consumptie. De leerlingen die de buitenwereld vaak nog als bedreigend ervaren, krijgen volop de aandacht die zij nodig hebben. Iedereen werkt op het eigen niveau waardoor ook iedereen de kans krijgt volgende stappen in de ontwikkeling te zetten. Er is in 2013 met totaal 40 leerlingen gewerkt in kleine groepen en op verschillende onderwerpen De weerbaarheidstraining die t.b.v. het bespreekbaar maken van huiselijk geweld door Zina werd ontwikkeld, bleek naadloos aan te sluiten bij de kwetsbaarheid van de leerlingen.
8
In 2014 wordt het Zina-aanbod op de school uitgebreid en zal het aantal leerlingen waarmee gewerkt wordt iets toenemen. Het werken met kleine groepen wordt gehandhaafd omdat de school een grote voorkeur heeft voor het werken in grote intensiteit. *Tijdens Zina’s verblijf in Utrecht voor de WSU, werkten we samen met diverse afdelingen van de Hogeschool der Kunsten Utrecht. Zowel met veel CMV-leerlingen, met de acteursopleiding, met makers en aankomende technici. Ook waren er stevige banden met de opleiding Productie Podiumkunsten (Theaterschool) en Theaterwetenschapen (afd dramaturgie) Hogeschool Groningen. Zina werkt voortdurend met stagiaires- ook vanuit het kostenaspect- om kennis en ervaring te delen en mensen op te leiden. Bij WSU ontwikkelden (en speelden) Utrechtse acteurs en makers voor iedere speeldag verrassende acties op de routes; draaide de techniek-stagiair volledig mee; werd de productieleider geassisteerd door twee voortreffelijke studenten OPP en werd het Zina-artistieke team versterkt met twee dramaturgen die Adelheid nooit meer kwijt wil. *Nazmiye Oral, Zina-maker van het eerste uur, heeft voor het arbeidsintensieve GVK-werk voortdurend stagiaires die ze geheel inwijdt in inhoud, noodzaak, uitvoering en verdere ontwikkeling van het onderwerp dat nog steeds een taboe in onze samenleving is. *Voor De Oversteek konden we voor de werving van ruim 200 Overstekers (wijkbewoners van allerlei pluimage, leeftijden en herkomst) in Amsterdam vier stageplekken vergeven; voor de zes andere steden in het land waren er 6 stageplekken; voor de productiekant 1 (= meteen aangenomen bij OPP), 2 voor het Oversteek-tournee van de evenementenopleiding; 1 afgestudeerde fotograaf die ervaring op wilde doen en 1 student-documentairemaker die De Oversteek op haar manier zal vastleggen;15 stages totaal Algemeen: Alle stagiaires krijgen een grote verantwoordelijkheid, kunnen eigen initiatief tonen, maar worden geacht, om naast hun eigen leermomenten en opdrachten vanuit de opleidingen lopende klussen te klaren, zoals ook de Zina’s dat gewend zijn. Volledig meedraaien dus, maar met zorg en begeleiding op allerlei fronten vanuit Zina. Internationale cultuurstad van wereldklasse Zina’s internationale coproductie is WijkSafariITepitoMexicoCity waardoor al 135 mensen op 3 middagen in een eerste versie de binnenkant van de wijk konden ervaren. Wordt vervolgd. Aantal buitenlandse bezoekers van het totale Zina-bezoek. Zina maakt altijd in WijkSafari’s 1 route die voor Engelstaligen toegankelijk is. Shahin Abdalla, afkomstig uit Syrië vertelde in WSU zijn verhaal over het verlies van zijn land en Agnes Matthews, Iers/Duitseachtergrond schakelt in het verhaal met haar adoptiemoeder net zo gemakkelijk naar een andere taal. Zo hebben wij 110 anderssprekenden bij WSU ontmoet. Bovendien spreekt Zina Arabisch, Marokkaans, Syrisch, Turks binnen haar gelederen. f) Toelichting stand van zaken onderhoud De vraag is niet van toepassing op Zina omdat Zina een kantoor huurt in politiek cultureel centrum De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10, 1017 RR en een atelier in Broedplaats De Vlugt, Burgemeester De Vlugtlaan 125, 1063 BJ. g) Toelichting samenstelling organisatie, directie en bestuur Het onbezoldigde bestuur van stichting Zinaplatform bestond in 2013 uit de leden: Kees Weeda, voorzitter, datum van aantreden 15-6-2012 Marian van Amesfoort, penningmeester, datum van aantreden 15-6-2012 Joke Kop, secretaris, datum van aantreden 20-12-2010, 2e termijn Sylwia Kleynen, lid, datum van aantreden 25-6-2012 De bestuursleden zijn benoemd voor een periode van drie jaar; zij treden af via een door het bestuur gemaakt rooster. Zij kunnen onmiddellijk, doch ten hoogste eenmaal herbenoemd worden. Stichting Zinaplatform kent statuten die in overeenstemming zijn met de Cultural Governance code met aandacht voor de recente wijzigingen die in de code opgenomen zijn. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte: de vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. Bij de bestuursvergaderingen (drie maal bijeen in 2013) waren aanwezig Zina-producent Elly Ludenhoff, hoofd Zina-productie Tim Nieburg, directie Female Economy Adelheid Roosen en de kompaan van beide stichtingen Titus Muizelaar. Tussentijds kwam het bestuur een aantal keren samen vnl om de inhoud van de functies van medewerkers gericht te bespreken en hen op termijn –ook financieel- mede
9
verantwoordelijk te maken voor een eigen Zina-product om daarmee eigen inkomsten van Zina en het netwerk te vergroten. Stichting Zinaplatform heeft geen directie; de beloning van medewerkers volgt de CAO theater. Artistiek leider Adelheid Roosen zet zich 7 dagen per week, 24 uur per dag in voor FE en Zina. Ook zij blijft met haar honorarium ruim binnen de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Samenstelling van de organisatie Doorlopend: Adelheid Roosen is artistiek leider. Per 1 augustus is Titus Muizelaar actief voor Zina (0,58 FTE). Elly Ludenhoff is producent en zij schrijft ook nu ze gepensioneerd is de subsidieaanvragen en verslagen. Zij speelde als geadopteerde Zina mee in WijkSafariUtrecht, is aangesteld als roedelchef Eindhoven voor de Oversteek en zet zich in waar het organisatorisch nodig is (0,8 FTE). Tim Nieburg is hoofd productie (1 FTE), stuurt de uitvoerende taken en medewerkers aan, verzorgt begrotingen en afrekeningen en bereidt de financiële administratie voor en de boekingen die door Thea Appelman (hoofd boekhouding stichting De Balie) worden samengevoegd. De Balie stuurt facturen voor de administratie en de huur van het Zina-kantoor. Voor de coproducties Zina/FE wordt maandelijks één dag per week (0,2 FTE) voor Nieburgs coproductiewerk aan FE doorberekend. Krista Wamsteker is de website-, social media-medewerker en doet aanvullend publiciteitswerk als freelancer. Ook freelance werken de Zina-makers Nazmiye Oral, Myriam Sahraoui, Agnes Matthews. Zij factureren elf maanden per jaar hun maandelijks honorarium dat meestal drie dagen per week beslaat maar bij grote producties uitgebreid wordt naar meer uren. Voor de werkzaamheden op De Vlugt is Malika Mehdaoui in dienst (0,8 FTE). Zij stuurt de inloopactiviteiten aan, is de trekker van de Tafel van Zina, begeleidt de vrijwilligers daarin en was deelnemer bij de cursus Ik/Wij om zelf trainer te worden. Ook de huishoudelijke zorg voor De Vlugt ligt bij Malika Mehdaoui. Bij WijkSafariUtrecht dijde het aantal Zina-medewerkers sterk uit en kromp weer in na de productieen uitvoeringsperiode Er werden naast de vaste Zina’s voor de duur van de WijkSafariUtrecht externe acteurs aangenomen (Thomas de Bres (0,22 FTE), freelance Melih Gencboyaci, Shahin Abdalla, Michiel Blankwaardt); werd het artistieke team uitgebreid met freelancers Céline Buren, Titus Tiel Groenesteege, de dramaturgiestagiaires Lauren Rissik, Kim Zonneveld, Elisabeth Canisius, kostuumontwerper Dieuweke van Reij en haar assistent Dymph Boss. De Marokkaanse scooterjongens werden ingezet, evenals zangers in de auto op de route en twee operazangers op de het grote plein in Ondiep -de Plantage- bij de scooterchoreografie die door Abdel Baadi (ISH) in de opbouw werd begeleid. De adoptieouders, vrijwilligers en stagiaires op allerlei onderdelen van de inhoudelijke en de productionele kant van WijkSafariUtrecht maakten het team compleet. Marle Brouwer was productieleider, kreeg ook steun van OPP-stagiaires en onderhield contacten met de wijkburo’s, woningbouwverenigingen, wijkbewoners, quoteplekken, de plaatselijke economie, de buren enzovoort. In het najaar begonnen we met de research voor De Oversteek en konden de 3 dramaturgiestudenten die bij de WSU hun diensten hadden bewezen nu met een vergoeding (de CAOvolgend) als respectievelijk regieassistent en roedelchefs Rotterdam en Maastricht het geleerde en inmiddels als afgestudeerde dramaturgen in de praktijk brengen: Lauren Rissik (0,15 FTE), Kim Zonneveld (0,33 FTE), Elisabeth Canisius (1,4 FTE). Voor de werving van Overstekers specifiek in Amsterdam namen we al in het najaar de stagiaire Romy Akkerman (0,23 FTE) (muziek- en theaterwetenschappen) aan; voor Utrecht Marjolein Mol (CMV/ 1,5 FTE). Productie deed, naast freelancers Joost Splinter en Yke van Dok, Irina Tchernokondratenko (1,3 FTE), bijgestaan door Laura Becher (stage evenementenopleiding/ 0,9 FTE). Gedurende heel 2013 was Laureen klok voor 1,4 FTE de rechterhand van Nazmiye Oral bij de GVK. Overzicht FTE’s Malika Mehdaoui Tim Nieburg Elly Ludenhoff Titus Muizelaar Thomas de Bres Marjolein Mol Romy Akkerman Laura Becher Elisabeth Canisius Kim Zonneveld Lauren Rissik
coördinatie De Vlugt zakelijke leiding Zina producent Zina kompaan Adelheid Roosen acteur WSU stage Oversteek stage Oversteek stage Oversteek roedelchef Oversteek roedelchef Oversteek regieassistent O’steek
10
activiteiten beheer 0,8 FTE 1,0 FTE waarvan 0,33 FTE beheer 0,8 FTE waarvan 0,2 FTE beheer 0,58 FTE 0,22 FTE 0,15 FTE 0,23 FTE 0,09 FTE 0,14 FTE 0,33 FTE 0,15 FTE
Irina Tchernokondratenko, productie O’steek Laureen Klok stage GVK
0,13 FTE 0,14 FTE
Totaal waarvan waarvan
4,77 FTE 0,53 FTE beheer en 4,24 FTE activiteiten
h) Toelichting op het vrijkaartenbeleid Zina doet zo min mogelijk voor het reguliere theaterpubliek aan vrijkaarten. Bij WSU overlegden we hierover met Stadsschouwburg Utrecht, onze coproducent Pers krijgt in principe één vrijkaart, evenals de subsidierelaties en bijzondere mensen uit het netwerk. Omdat Zina weet dat niet-participerende wijkbewoners die de WijkSafari in hun straat, buurt of wijk zien ontstaan, niet meteen, niet vanzelf bij Zina, bij theatervoorstellingen in het algemeen aanhaken, laat staan een kaartje kopen, worden de generale repetities en evt de tryout(s) voor wijkbewoners gereserveerd. Zina gaat huis aan huis de deuren langs om uit te leggen wie ze zijn, wat ze doen en wat ze –gratis- aan de buurtbewoners willen aanbieden. Ze investeren tijd, aandacht en vrijkaarten in deze groep om meer mensen kunst/cultuur en de eigen wijk te laten beleving. Verder geen vrijkaarten. Ondertussen konden we terugkijken naar voorjaar 2013. We realiseerden in 2013 Wijksafari Utrecht met alle aanverwante activiteiten en uitingen. We hielden 36 inloop-ochtenden op De Vlugt voor wijkbewoners We gaven 12 Ik/Wij-workshops op DE Vlugt We gaven 10 weerbaarheidstrainingen voor Het Plein en vrouwen uit de wijk in De Vlugt We gaven 19 traindetrainers-workshops GVK voor twee groepen vrouwen w.o. een Turkse groep We hebben 12 keer de GVK ingezet, binnen en buiten Amsterdam We hebben 14 keer de BVS ingezet (10 x groot, 4 x mobiel) We hebben 5 keer de Rhoussoul ingezet We hebben 53 keer de Tafel van Zina ingezet in De Vlugt waarvan 10 x in De Vlugt, 10 keer bij de workshops ‘’Gezond kopen, gezond koken’’, 26 x bij de WSU en 7 x in de rest van het land . Voorbereiding 2014 Ondanks de minder rooskleurige subsidieverwachtingen uit private fondsen, durfden coproducenten Zina/FE het aan om in najaar 2013 de nodige voorbereidingen te treffen voor De Oversteek, een megaproject dat van 5 februari t/m 13 april 2014 in diverse grote schouwburgzalen in het land gespeeld zou worden. Dwars door Dantons dood, de voorstelling van Toneelgroep Amsterdam over de Franse Revolutie –in de regie van Johan Simons- bevraagt Roosen met Zina en FE de functie van de schouwburg, vanuit de gedachte Koninkrijk, Keizerrijk, Buurthuis; en in díe hiërarchische volgorde. Vanaf september 2013 werden de zeven deelnemende schouwburgen door Adelheid Roosen en het Zina-team bezocht. De logistieke en inhoudelijke consequenties van het openen van hun gebouw voor het nieuw te werven publiek in 2014 –steeds 80 Overstekers die Zina in elke stad gaat activeren om hun schouwburg als buurthuis te bezetten, te bezitten, te beschouwen en te beslapen als hun eigen thuis- werd toegelicht om de samenwerking te overzien, en vervolgens De Oversteek samen te omarmen. We stelden voor Amsterdam, waar we ruim 200 wijkbewoners wilden zoeken die ook na iedere voorstelling zouden overnachten in de schouwburg, een Oversteek-team aan dat naast het artistieke leiding (Adelheid Roosen, Titus Muizelaar, Melih Gencboyaci en Lauren Rissik) bestond uit drie professionele Zina’s (olv Myriam Sahraoui) en vier stagiaires. De Oversteek zou in Amsterdam 22 x gespeeld worden en omdat Overstekers -mensen die om welke reden dan ook, allemaal niet gewend waren naar het theater te gaan- voorzag Zina een intensieve research- en repetitieperiode en begeleiding tijdens de voorstellingen. De steden Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Den Bosch, Eindhoven en Maastricht kregen elk één Zina-maker/researcher met één stagiaire (theaterwetenschappers en/of CMVers) van een relevante opleiding. Zij gingen allen de wijken in, gewapend met energie, vertrouwen. Op alle plekken in de steden werden de Zina-installaties en acties ingezet om met bewoners de beweging vanuit de wijken naar de centra van de steden, naar hun schouwburg die voorheen een onneembare vesting leek, soepel en vol overgave samen met Zina te maken. Hoewel de uitvoering van de Oversteek pas in het voorjaar van 2014 in Amsterdam en in het land zou plaatsvinden, was het veroveren van de wijken en hun bewoners een feest, maar ook de start van een langdurig traject dat andere kwaliteiten van Zina zou aanspreken dan tot nu toe bij Wijksafari’s waren ingezet. Het aantal mensen dat mee kon doen was anders, groter dan bij bv een WijkSafari, maar ook de lengte van het traject eiste een nieuwe, creatieve, inhoudelijke aanpak. We overlegden met de Amsterdamse schouwburg en de theaters in het land welke wijken voor hen prioriteit hadden of beter gezegd: uit welke wijken zij niet of nauwelijks bezoekers hadden. Om te beginnen richtte Zina in die wijken haar
11
pijlen, maar mensen uit andere buurten waren ook welkom. De groepen groeiden, de speeddates werkten, de Zina-films sloegen aan en mensen verbonden zich meer en meer aan en met elkaar. Uitrollen WijkSafari. Omdat veel steden belangstelling tonen voor een WijkSafari, gaat Zina eerst altijd in gesprek over de (financiële) consequenties en de verankering van het resultaat. In 2012 werd Zina gevraagd om een oriënterend onderzoek te doen of en hoe met het uitrollen van een WijkSafari de leefbaarheid in de Schilderswijk Den Haag verbeterd zou kunnen worden. Dit onderzoek werd financieel ondersteund door de Gemeente Den Haag met 40.000 euro. Vele contacten werden gelegd, het enthousiasme voor een dergelijk project gepeild bij bewoners en organisaties, samenwerkingspartners gezocht en een toekomstige uitvalsbasis. De band die in korte tijd bijvoorbeeld met wijkgebouw De Mussen werd opgebouwd –een plek waar wekelijks 1100 wijkbewoners samen komen voor verschillende activiteiten- leidde meteen tot samenwerking. We speelden er de voorstelling Gesluierde Monologen (van Adelheid Roosen) die in levensverhalen het omgaan met seksualiteit in verschillende culturen aan de orde stelt. Heftige reacties, waaruit bleek dat er vruchtbare grond in de wijk lag voor veel meer zachtmoedige confrontatie. Er leefde in De Schilderswijk grote behoefte aan samenwerking bij allerlei organisaties, maar mede ingegeven door bezuinigingen en sanering van het aantal culturele- en buurtaccommodaties, nam niemand daarin het voortouw. Zina zou in dat proces het aanmaakblokje kunnen worden: mensen, groepen, organisaties koppelen om de gezamenlijke krachten te mobiliseren. Helaas, door grote investeringen die Den Haag op cultureel gebied prioriteit wilde geven, was er geen budget meer voor de uitwerking van WijkSafari Schilderswijk. Maar er speelde meer want de Zinaaanpak wijst steden/organisaties ook op hun eigen (misschien mindere) slagkracht; door een gevoel van bedreiging, concurrentie, tekortschieten sloten zich de gelederen en werd Zina gevoeld als een bedreiging die- als men Zina echt kent- juist het tegenovergestelde beoogt: samenwerking met anderen, ook omdat Zina haar methodieken wil overdragen, delen met de Ander en overal elders wil verankeren. De Gemeente Den Haag zag meer in het investeren in stenen. Gelukkig konden we de opgebouwde contacten al weer aanhalen, doorzetten en verdiepen in de researchperiode voor de Haagse Oversteek en liepen de wijkbewoners van de Schilderswijk de Koninklijke Schouwburg in om daar de nacht door te brengen in Dantons dood/De Oversteek. Coproduceren WijkSafari Zowel met de Gemeente Almere als met het Woonbedrijf Eindhoven voerden we oriënterende gesprekken over mogelijke Wijksafari’s in deze steden. Aan enthousiasme geen gebrek, maar de hobbel zit altijd in de financiering. Een WijkSafari-traject, van begin tot eind, met een in de loop van het traject steeds groter wordende groep medewerkers, neemt gemiddeld negen maanden in beslag. Van research (2 à 3 personen) tot uitvoering groeit het team naar 60 personen, waarin meegenomen een vijftiental scooterjongens, een vijftiental ‘’adoptieouders’’, kunstenaars op de route, technici, acteurs , productiemedewerkers, het artistieke team, de Tafel van Zina-groep, de op te leiden stagiaires, enzovoort. Een snelle berekening laat zien dat een WijkSafari altijd een budget tussen de 400.000 en 500.000 euro vraagt, inclusief de gekapitaliseerde kosten van de (Zina en FE-) medewerkers. Bij WijkSafari Utrecht ervoer Zina al de grote druk op fondsen die soms liever hun logo’s zien verschijnen bij veel kleine projecten i.p.v. bij één groot langdurig traject. Toch lukte het goed om de financiering bij elkaar te krijgen, mede dankzij diverse partners in de stad Utrecht. Zina en FE samen kunnen projecten van dergelijke omvang echter niet uit eigen middelen financieren. Bovendien zijn samenwerkingsverbanden nodig om het effect op langere termijn van het Zina-werk en haar innovatieve aanpak te waarborgen. Sinds het WijkSafari-experiment in Mexico waar Adelheid met haar artistieke team, na de contouren voor het project te hebben aangebracht, uiteindelijk de eindregie deed, kan Zina in kleinere en grotere oplossingen voor (inter)nationale samenwerkingen denken. Gesprekken van dien aard werden eind 2013 met Eindhoven en Almere gestart. De conclusies zijn nog niet getrokken. In Zina’s meerjarenplanning staat voor seizoen 2015/2016 de WijkSafariBijlmer. Daar verheugen we ons nu al op. Er is contact met scholengemeenschap De Polsstok, met andere onderwijsinstellingen, met een lector samenlevingsopbouw en met diverse culturele, maatschappelijke en andere geïnteresseerde partijen. De teksten voor subsidieverzoeken buiten de bekende paden krijgen al vorm. Uitrollen overige activiteiten Ook voor ons wijkwerk –uitrollen GVK, BVS, Rhoussoul, Tafel van Zina, Emotioneel Lichaamswerk (Ik/Wij) en Weerbaarheidstrainingen - vanuit Broedplaats De Vlugt geldt het aangaan van effectieve samenwerkingen en cofinancieringen met stadsdelen, Huizen van de Wijk, zorgverzekeraars, partners als woningbouwcorporaties; kortom alleen gezamenlijk is het mogelijk kunst, cultuur, kennis en ervaring
12
te verspreiden om het meedoen in de samenleving, welzijn, zelfredzaamheid van Amsterdammers te bevorderen en de trots en het geluk van mensen te versterken. Partners in crime, een greep Door het samenwerkingsverband met FE, maakt Zina ook indirect gebruik van de diensten van Toneelgroep Amsterdam (TA). Als alliantiepartners voorziet TA FE van publiciteits- en marketingadviezen zoals ook bij bv WijkSafari Utrecht. Ook met kennis op financieel gebied is de zakelijk leider van TA een bondgenoot. Daarnaast doet TA/FE regelmatig een beroep op het netwerk van Zina om de relatie met bewoners van de haarvaten van de stad te verbreden en te verdiepen. De samenwerking bij De Oversteek zal daar zeker aan gaan bijdragen. Hetzelfde argument geldt voor de Stadsschouwburg Amsterdam die al via de WijkJury (vrouwen uit de wijken bezoeken de nieuwe seizoensvoorstellingen om hun stem te laten klinken in de uiteindelijke keuze van het Theaterfestival) nieuwe doelgroepen via Zina’s netwerken leert kennen. Met het Van Eesteren Museum, Zina’s buren in Broedplaats De Vlugt, wordt samengewerkt waar het gaat om het inhoudelijke van hun tentoonstellingen te combineren met Zina’s theatraliteit voor allerlei groepen die Slotermeer bezoeken. Al vanaf de oprichting werkt Zina samen met Vrouwenontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart, Amsterdam Osdorp en is Zina vertegenwoordigd in hun denktank om de positie en de rol van kunst en cultuur bij vrouwenhuizen anno 2013 opnieuw vorm te geven. De kunst die bij het verbeteren van de leefbaarheid in wijken een grote rol kan spelen, wordt door Zina ingebracht. Zo bestaat nog altijd de zgn Zinabioscoop in Vrouw en Vaart waar regelmatig filmvertoningen worden georganiseerd door deelnemers die eerder door Zina hierin zijn opgeleid. Films worden uitgewisseld, de nagesprekken weer aangescherpt en is de jarenlange samenwerking een voorbeeld van kennisoverdracht en verankering. De samenwerking met Toevluchtsoord Groningen heeft al een geschiedenis en is ontstaan in 2010 toen Zina met het Noord Nederlands Toneel haar eerste grote zaal-voorstelling maakte. De combinatie gedijt nog steeds, ook nu de voormalig directeur Riekje Kok is opgevolgd door Alice Vellinga, de organisatie uitgebreid is en verder gaat onder de naam Kopland. De ervaring van TVO, samengevoegd met de theatrale kracht van Zina brengt op een krachtige manier huiselijk geweld (GVK) onder de aandacht. Samen worden plannen gesmeed om ook op het terrein van transgender levensverhalen te verzamelen en in Zina’s aansprekende vorm publiekelijk te maken. Zoeken naar de daarbij passende financiering is besproken. Zowel Zina als de School voor Bijzonder Onderwijs Praktijkcollege Het Plein in Amsterdam Geuzenveld beleven plezier aan de wederzijdse adoptie. Zowel bij het kopje stedelijke ambities als bij de beschrijving van de GVK is deze bijzondere werkrelatie beschreven.
PROGRAMMERING STICHTING ZINAPLATFORM 2013 WIJKSAFARI UTRECHT STROOMT DOOR DRIE UTRECHTSE WIJKEN
12 JUNI T/M 17 JULI | ONDIEP, ZUILEN & OVERVECHT | UTRECHT In het voorjaar werden de Utrechtse wijken Zuilen, Ondiep en Overvecht als theatrale ruimte ingericht en bespeeld in WijkSafari Utrecht. Al tijdens de eerste voorstellingen van de succesvolle WijkSafari Slotermeer in voorjaar 2012, meldde Stadsschouwburg Utrecht (SSBU) spontaan de volgende editie in haar stad te willen hebben. Wij hadden nog niet eens de tijd gehad om aan een vervolg te denken.
13
Voor de deadline van de seizoensbrochure was verstreken vonden wij in de SSBU en De Vrede van Utrecht onze nieuwe coproductiepartner naast onze vaste coproductie-partner Zina. Een repertoire begon zich te vormen. Na een periode van research, gingen acht makers in adoptie bij de Utrechtse wijkbewoners. Naast onze vaste makers, werden drie lokale makers gevonden die zich met hart en ziel aan deze langdurige ontmoeting overgaven. Op basis van de verschillen of juist overeenkomsten tussen hen en hun adoptieouders ontstonden scènes. Over het verliezen van een partner, vrouwelijke zelfstandigheid, het belang van spelen, (on)zichtbare armoede, straatvrees, ADHD, oorlog, religie en leven in een stadswijk. Deze scènes vormden vervolgens de voorstelling zelf die door de wijken meanderde en waarvoor de wijkbewoners hun huizen openstelden. Vier stagiaires van de acteursopleiding van Hogeschool voor de Kunsten Utrecht voegden zich na de adoptieperiode bij de makers om de route tussen de huizen van verrassende scènes te voorzien. Het publiek liep in kleine groepen van huis naar huis, verkende de wijken en hun bewoners, vergaapte zich aan het vele groen en de sociaal bewust gekozen architectuur. Ze kwamen op de meest onverwachte plekken; achterop de scooter van Moussa scheurden ze van huis naar huis, langs de woonboten van de prostituees naar de moskee om na het gebed een rondleiding te krijgen of naar de kleine buurtwinkel van tante Fatma te gaan, van plafond tot vloer volgestouwd met garen, glas, pannen en doeken. Kortom, plekken waar de schoonheid van de lokale economieën (letterlijk) tastbaar wordt. En ze lunchten bij Hassan of Moniek, kwamen op de koffie bij Albert of Pierre, luisterden naar hun verhaal en liepen daarna mee in hun dagdagelijkse leven. Zuilen, Ondiep en Overvecht hebben hun eigen grootstedelijke problematieken. Waar de ene wijk wordt gezien als het afvoerputje van de stad, waar de meeste mensen met een boog omheen fietsen, is de andere een gesloten dorp-in-een-wijk. Nadat het publiek uit de stad de beweging naar deze buitengewesten maakte om de andere kant van zijn eigen stad en zijn bewoners te ervaren, was het niet langer onbekend en onbemind terrein voor hen. En niet alleen voor de bewoners, ook publiek dat vorig jaar WijkSafari Slotermeer bezocht kwam naar Utrecht. In Slotermeer hadden ze het gevoel van vakantie in eigen stad, nu kwamen ze om ook hier de schoonheid van de periferie te ervaren. Ons publiek bestond naast geïnteresseerd theaterpubliek, bezoekers van de Stadsschouwburg Utrecht en eerdere WijkSafari bezoekers, uit particulieren uit ons adressenbestand, maar ook gemeentelijke instellingen zoals maatschappelijk werk, waterschap, woningbouw-verenigingen, banken, ROC’s, stadsdeelraden, wethouders, studenten van verschillende opleidingen, buren en familie van onze adoptieouders en wijkbewoners zelf. Door die mix ontstond er al wandelend en rijdend door de wijken een gesprek met elkaar, tussen bewoners met centrumbewoners, waardoor je ontdekte dat je geen vrienden bent maar je dat ‘in de loop der tijd wel kunt worden’. Wat nog steeds bijzonder is aan het traject van WijkSafari, is dat een groep van professionele spelers, een professioneel team, acht adoptieouders (en hun gezin), de lokale middenstand, politie, wijkwerk, jongerenwerk en medewerkers van de Mariakapel, de Koptische kerk, de moskee, de Joodse begraafplaats, dansgroep Nos Bohio en de Antilliaanse bingo (Bon-Ku-Né) samen één cast en crew worden, die dagelijks samenkomt in de “wijkfoyer”. Daarmee vormen deze voorstelling en crew de cultureel diverse maatschappij in miniatuur. Op basis van onze ervaringen in Slotermeer hadden we cast en crew op voorhand gevraagd een extra speelweek in hun agenda te reserveren. En dat bleek geen onterechte gedachte. WijkSafari Utrecht zou aanvankelijk zes weken door de Utrechtse wijken lopen, maar omdat ruim voor aanvang de theatrale routes al ruimschoots bevolkt bleken te zijn, konden we de op voorhand ingeplande extra zevende speelweek meteen in de verkoop zetten. Ook deze extra voorstellingen waren snel uitverkocht. GEWELD VERHALEN KARAVAAN TREKT NAAR NIEUWE OORDEN
2 FEBRUARI T/M 29 NOVEMBER | TOURNEE Vanaf eind 2010 was Adelheid een jaar lang ambassadeur huiselijk geweld. Met als doel huiselijk geweld bespreekbaar te maken. Op basis van wat zij als ambassadeur hoorde en zag ontwikkelde zij samen met Stichting Toevluchtsoord (nu Het Kopland geheten) en de makers van Zina de Geweld Verhalen Karavaan (GVK). Deze co-productie is een audio-video installatie over huiselijk geweld,
14
bestaande uit elf speciaal ontworpen telefooncellen met videobeeld. Deze teksten en beelden zijn gebaseerd op interviews met mannen, vrouwen, kinderen, omstanders en hulpverleners die zijn geïnterviewd over hun ervaringen. De verzamelde interviews zijn verwerkt tot monologen die vervolgens door de betrokkenen zelf zijn ingesproken. De bezoeker belt via de installatie in en hoort een levensverhaal, vergezeld van beelden. Vaak zijn de makers aanwezig voor een live verbeelding van de verhalen, en verzamelen de bezoekers zich als het ware op ‘een plein’. Dit wordt veroorzaakt door de opstelling van de installatie, waardoor er een open veld ontstaat binnen de installatie, waar ieder een ander ontmoet, en er openbare dialogen ontstaan over geweld. De Karavaan reist op verzoek langs buurtcentra, conferenties, scholen, Blijf van mijn Lijf huizen, tentoonstellingen en ziekenhuizen. Door middel van de installatie wordt het begrip geweld onderzocht en worden omstanders van huiselijk geweld aangespoord actie te ondernemen. Nieuw dit jaar is de mobiele Geweld Verhalen Karavaan. Deze reist langs bijeenkomsten op o.a. buurthuizen, scholen en instellingen waarbij in intieme setting voor een groep de verhalen te zien zijn. Deze bijeenkomsten zijn gericht op workshops en nagesprekken. De methodiek om het begrip geweld te onderzoeken, wordt middels lesmateriaal en een train-de-trainer methode doorgegeven aan deelnemers en begeleiders. Met dank aan coproducenten stichting Het Kopland en de vaste GVK ambassadeur Kris van der Veen is de installatie in diverse verschijningsvormen op vele plekken in Groningen te zien.
Train de trainers Met de inhoudelijke steun van Kopland ontwikkelt Zina, gebruik makend van kunst en cultuur zgn weerbaarheidstrainingen opdat gemotiveerde wijkbewoners voorlichting kunnen gaan geven over huiselijk geweld en kindermishandeling. Tien actieve bewoners met een warm hart voor het onderwerp zullen een training doorlopen waarin aandacht is voor het groepsproces, het bespreken van waarden en normen, zelfbeschikking en de ontwikkeling van vertrouwen in jezelf en in de Ander. De zwijgcultuur waardoor mensen, vnl vrouwen, jarenlang in een isolement kunnen belanden, speelt sterk in diverse culturen en moet worden doorbroken willen we in onze maatschappij huiselijk geweld willen beperken. De cursus draagt omdat men leert dat je samen sterker kunt zijn. Na diverse de training en verschillende repetities worden de vrouwen onder meer ingezet in straatacties die voorbijgangers met allerlei vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling confronteren. Ter plekke maken ze mensen bewust dat iedereen als burger verplicht is om slachtoffers, daders en kinderen hulp te bieden en situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet uit de weg te gaan. Urgent in dit verband is ook het trainen van sleutelfiguren (onderwijzers, politie, artsen, verpleegkundigen, thuizorg, consultatieburo-medewerkers e.a.) voor het verplichte gebruik van de zgn meldcode huiselijk geweld. Door het inzetten van de visueel aantrekkelijke GeweldVerhalenKaravaan-installatie met elf verschillende verhalen, kan Zina bij deze trainingen meteen verhelderen dat huiselijk geweld geen eenduidig verhaal is en dat het herkennen door derden van processen die jaren kunnen voortslepen, mensen uit benarde situaties kunnen bevrijden. Nazmiye Oral, de Zina-maker die de GeweldVerhalenKaravaan onder haar vleugels heeft, verstaat de kunst om ieder onderwerp theatraal te vertalen waardoor de onderdelen van de cursus direct bij de deelnemers beklijven. In tien bijeenkomsten worden op aansprekende manier de volgende onderwerpen behandeld: 1) Omgaan met verslaving 2) Kinderen/ opvoeding 3) Individu versus groep 4) Waarden en normen 5) Economische zelfstandigheid 6) Emotionele problemen
15
Eind september startte de eerste kennismaking met de deelnemers waarvan een aantal vrouwen de Nederlandse taal niet voldoende bleken te beheersen. Nazmiye Oral besloot daarom meteen parallel dezelfde cursus in het Turks te starten. In beide cursussen ligt de nadruk op de tijd vóór de escalatie van problemen. Daarom benaderen de trainers van de GVK –vrouwen die meest zelf ook met problemen kampen- hun eigen achterban met de boodschap: Wij zijn eigenlijk tegen scheiden. Wij willen gelukkige gezinnen, gelukkige kinderen, gelukkige mannen en vrouwen. Wij willen dat jullie weten dat hulp in moeilijke, soms uitzichtloze situaties voorhanden is. Maar je moet er om vragen en willen werken aan verandering. Maar verandering, en het overwinnen van problemen is mogelijk. Vanuit een jongerencentrum kwam de vraag naar een training specifiek voor jongeren. Omdat Zina zich niet wil vertillen, wordt deze vraag naar volgend seizoen geschoven. Belangrijk hiervoor is de ervaring hoe de adoptie van het Plein verloopt. Op de Vlugt blijken de leerlingen zich vrij te voelen in de spel-, zang en bewegingslessen die Zina aanbiedt. De leerlingen, zeggen de juffen, fleuren helemaal op omdat ze op speelse en ongedwongen manier kunnen vertellen over zichzelf: seksualiteit, geweld, groepsdruk, thuissituatie, financiële omstandigheden, alles komt aan de orde. Zonder oordeel en in vertrouwen. Ook worden gastdocenten uitgenodigd: kunstenaars die een verbinding met Zina hebben en met jongeren kunnen werken. Meral Polat oefende met ze hoe je zingend en muziek makend je gevoel kunt uiten. Letterlijk je stem laten horen. Een gastles van een voedingsdeskundige die de meisjes op een ludieke manier met dans en het fenomeen overgewicht confronteerde. Op één van de inloopochtenden in De Vlugt maakten de leerlingen een lunch voor de vrouwen uit de wijk. De meeste leerlingen zijn van Marokkaanse herkomst, net als de vrouwen die bij de inloop komen. De meiden worden vaak door deze volwassenen als kinderen behandeld en niet voor vol aangezien. Door samen met de moeders te eten ontstond een andere dynamiek en trots. Of het zingen, bewegen, koken of praten is, de theatrale aanpak en vorm waarin Zina de buitenschoolse lessen giet, blijkt ook bij de jongeren aan te slaan. De meiden (en de juffen) zien er aan eind 2013 al naar uit om mee te doen aan De Oversteek en na een echte repetitie op het podium van de Amsterdamse Stadsschouwburg te verschijnen.
Workshop Ik/Wij, of Ik ontmoet mij brengt lichtheid in levens. Zoals een cursist zei:
‘Soms heb ik het gevoel dat ik ga vliegen’
16
De training wil er voor zorgen dat vrouwen met een dubbele identiteit zichzelf ontdekken en beter functioneren. Dat gebeurt met de training ‘Ik ontmoet mij’ die Zina geeft in Broedplaats De Vlugt. Het stadsdeel ondersteunde financieel de train- de trainers cursus opdat meer vrouwen de cursus kunnen volgen op verschillende plekken in Nieuw-West.
Vaak wordt er gezegd dat allochtone vrouwen beter presteren dan allochtone mannen. De cijfers van schoolprestaties van meiden zijn ook beter, maar veel van de vrouwen ervaren later in het leven knelpunten. Bijvoorbeeld als ze kinderen krijgen. Het zijn problemen die lijken op emancipatieproblemen bij westerse vrouwen. Vragen als hoe ga je om met je seksualiteit en van wie ben je? Veel vrouwen komen dan, vaak tussen hun dertigste en veertigste levensjaar in de ziektewet en krijgen een burn-out. Aldus projectleider Myriam Sahraoui die de gevoelens als geen ander begrijpt. “Ik ben opgegroeid in Marokko en later naar Nederland verhuisd. Het is ingewikkeld als je uit een collectief opvoedingssysteem komt om in een individueel land je weg te vinden. Ik heb uiteindelijk een vrij pad gekozen, maar ben wel heel erg gehecht aan familiestructuren en gemeenschappen. Ik heb geprobeerd om het beste uit twee werelden te nemen, maar heb daar echt een intensief , vaak eenzaam, traject voor moeten doorlopen. Klachten zonder oorzaak Een deel van de migrantenvrouwen die last krijgen van psychosociale klachten, blijkt niet de juiste weg – voor zover die al bestaat- in de reguliere hulpverlening te vinden. Daarom ontwikkelde Sahraoui samen met de Turkse therapeute Jale Simsek de cursus: Ik ontmoet mij. De Zina-training is gebaseerd op lichaamstherapie en groepsgesprekken, waarbij vrouwen ontdekken wat zij in hun lichaam voelen en leren herkennen waar het botst. Er wordt gewerkt aan het breken van emotionele blokkades. Het doel is dat men zichzelf leert kennen. De training werd de afgelopen drie jaar op donderdagochtenden gegeven in het Zina atelier in Slotermeer. Daar kwamen ook veel oudere dames van de eerste generatie op af. Bij hen ging het niet over vastlopen in de carrière of over de opvoeding van kinderen , maar zij hadden al jaren lichamelijke klachten met onduidelijke oorzaken. Het was de groep vrouwen die de huisartsen continu platloopt, zonder dat er een oplossing in beeld kwam.
Er is een hoofd dat van alles bedenkt; daaronder zit een lijf dat alleen maar pijn lijdt; tussen die twee lichaamsdelen is er geen connectie. In De Vlugt ontrolde Zina een tapijt, zitten op de grond, aarden, om elkaar te leren kennen in gesprekken en rollenspellen, maar ook door beweging, aanraking en meditatie. De trainingen werden in het Nederlands gegeven, maar het feit dat Simsek ook Turks spreekt en Sahraoui Marokkaans, bleek ideaal omdat er bij dit soort trainingen heftige emoties los kunnen komen en is het van belang over te kunnen gaan in de moedertaal. De trainingen worden als helend ervaren, maar gezond voelen is moeilijk meetbaar. “Dat er beweging ontstaat, zien je gebeuren: Zina brengt lichtheid in levens. Veel van de vrouwen zien de zon weer schijnen, worden liefdevoller naar hun kinderen en dus betere opvoeders. Een diepe put Malika Hamdaoui is één van de drijvende krachten van Zina: ze is de chefkok bij Tafel van Zina en organiseert wekelijkse de inloop-koffieochtend. Het was een paar jaar geleden wel anders: Vanaf het
moment dat ik in de jaren tachtig naar Nederland kwam werd het leven ingewikkeld. Ik leerde Nederlands van mijn buren, verzorgde mijn kinderen en zette me in voor de buurt. Ik werkte onder meer in het Moeder- en Kindcentrum in Bos en Lommer, maar ik had al die jaren last van migraine en andere lichamelijke klachten. Ik was een actieve vrouw maar langzaamaan werd alles donker. Ik kreeg het gevoel dat ik in een diepe put zat en had geen idee hoe eruit te klimmen. Hamdaoui ging naar een psycholoog en kreeg zware medicatie tegen depressie. Ik wilde eruit komen, maar de psycholoog en huisarts waren weinig positief gestemd. Ze vreesden dat ik de rest van mijn leven zo zou blijven… Een paar jaar later ontmoette de nogal altijd depressieve Hamdaoui Jale Simsek. Zij sprak met me op een manier die ik beter begreep. Ik ging meedoen aan de Zina-cursus en ontdekte echt veel over mezelf. In de Marokkaanse cultuur moet je respect tonen aan je vader, je man, je oom enzovoort. Zij beslissen en jij moet dat volgen. In deze cursus ontdekte ik dat je ‘nee’ kan zeggen. Vroeger stond mijn schoonfamilie onverwacht op de stoep en moest ik dagenlang voor ze zorgen. Nadat ik ‘nee’ leerde zeggen, hebben zij geleerd om eerst aan mij te vragen of het uitkomt. Hamdaoui leerde om haar grenzen te ontdekken en aan te geven. Dat blijkt niet altijd makkelijk en stuit binnen haar familie soms op weerstand. Maar mij bevalt het echt goed, zegt ze met een grote glimlach.
Door deze training ben ik opnieuw geboren en van binnen veranderd. Soms heb ik het gevoel dat ik ga vliegen!
17
TIJDENS EEN SCHOONHEIDSBEHANDELING DE ANDER ZACHTMOEDIG ONTMOETEN
NEDERLAND | ON TOUR | GEHELE JAAR In 2007 legden Zina en FE de vrouwen uit Amsterdam Osdorp in de watten in haar Beauty Verhalen Salon (BVS) en tekenden hun levensverhalen op. Op het festival van Women Inc. dat jaar rukte het Liefdesleger voor het eerst uit in de Beurs van Berlage. Zij masseerde de handen van de bezoekers die met een oogmasker op luisterden naar de levensverhalen uit Osdorp in de Beauty Verhalen Salon Installatie. Dit jaar werd de BVS vernieuwd met een bijzonder levensverhaal uit de WijkSafari Utrecht en twee Engelstalige verhalen voor internationale toeristen. En er kwam een mobiele versie, wat tot spontane ontmoetingen leidde, bijvoorbeeld bij de Voedselbank in Den Haag, of op CultFest in Utrecht. Deze coproductie houdt al 6 jaar repertoire en dook in 2013 ook weer veelvuldig op onvermoede plekken op. RHOUSSOUL: HANDWASSING ALS RITUEEL
OVERAL IN NEDERLAND | ON TOUR | HELE JAAR Deze co-productie met Zina is geboren vanuit de WijkSafari Slotermeer. Van één van de scènes was de opening dit eenvoudige maar krachtige ritueel, waarbij de handen worden gewassen volgens het Marokkaanse welkomstritueel: de toeschouwer/bezoeker/passant houdt de handen boven een zilveren schaal, warm water wordt vanuit een zilveren kan over de handen gegoten, waarna de handen worden gedroogd en een dadel wordt aangeboden. Rhoussoul bestaat uit rituelen of handelingen die de wijkbewoners in en om het theater eenvoudig en zelfstandig kunnen verrichten. Het in onze ogen zeer noodzakelijke hieraan is dat het een enorm gemak schept voor velen die nooit in het theater komen, omdat ze iets doen waar ze goed in zijn. Veel bewoners willen namelijk eenvoudigweg deelnemen aan de samenleving, en door hen mee te nemen in hun en onze stroom en iets te doen waar een ieder goed in is, ontstaat er gemak. Gemak van samenleven en lokale verbondenheid. De een gaat vervolgens naar het toneelstuk zitten kijken en onze deelnemende vrouwen, die kijken mee of vervolgen hun weg. Daarnaast is er nog een project waar FE samen met Zina wel inspiratie maar geen pegels aan geeft:
18
Tafel van Zina, een klein cateringbedrijf voor en door vier gesluierde vrouwen uit Slotermeer, opgericht door Roosen en Ludenhoff, de producent van Zina, uit maatschappelijke woede. “Door het ontmoeten van zoveel migrantenvrouwen ontdekten wij dat ‘doorstromen naar de arbeidsmarkt’ een bijna onmogelijke opgave is in Nederland. De eerste en tweede generatie lezen en schrijven de taal amper, dus er is geen diploma te halen. En als je iets in Nederland nodig hebt om te werken dan is het ‘je diploma’s’.” Zij cateren inmiddels bij veel collega theatergezelschappen! Vaak zijn dit verbindingen die vanuit FE worden gelegd. Zina virtueel In 2013 is door Zina een begin gemaakt met het vernieuwen van de website om de virtuele verdieping met het steeds groeiende netwerk te realiseren. Waar de website tegelijkertijd het portfolio is van Zina en de plek waar alle actuele informatie over onze voorstellingen te vinden is, worden Facebook en Twitter actief ingezet voor up-to-date informatie, specifieke acties en het leggen van verbindingen. Veel contacten en dwarsverbanden worden via deze sociale media gelegd. Hieraan gekoppeld wordt maandelijks een digitale nieuwsbrief uitgegeven in dezelfde stijl als de website. Zina ontmoet live Waar de gemiddelde toneelbezoeker een hoogopgeleide blanke vrouw van boven de 45 is, is de samenstelling van het Zina-netwerk en haar bezoekers meer een afspiegeling van samenleving in leeftijdsopbouw en diversiteit. Vanzelfsprekend is er het reguliere theaterpubliek op de landelijke podia, dat we weten te vinden met onze en de publiciteitsinspanningen van de theaters waar we mee werken. en via onze eigen (digitale) kanalen. Bij WijkSafari Utrecht kwam er een combinatie van jong en ouder publiek uit de stad zelf, aangevuld met een ook voor de schouwburg nieuwe stroom mensen, ook uit omliggende gemeenten. Zina’s speerpunt blijft het bereiken van die personen voor wie theater niet vanzelf deel uitmaakt van het dagelijkse leven, om wat voor reden dan ook. En de onderwerpen die ons na aan het hart liggen vragen daar ook om zoals participatie, emancipatie, (economische) zelfstandigheid en zelfvertrouwen, trots, (homo) seksualiteit, transgender, weerbaarheid, huiselijk geweld, leefbaarheid ed. We zoeken die groepen direct op, met bijvoorbeeld de BVS, de GVK, de Rhoussouls, de tafel van Zina, de filmvertoningen of op onze tochten door de wijken met als toppunt de WijkSafari’s waarin hele wijken onderdeel van een voorstelling worden en publiek tegelijk ook deelnemer is. Prijzen en bijzondere vermeldingen Het affiche van WijkSafari Slotermeer won in november 2013 de Theater Afficheprijs 2012. Omdat door het wegvallen van het TIN als organisator over seizoen 2011-2012 de prijs niet kon worden uitgereikt, was er dit jaar een eenmalige uitreiking voor twee seizoenen tegelijk, georganiseerd door de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. WijkSafari Utrecht stond in het jaaroverzicht van de NRC in de Top 10 van Ron Rijghard op nummer 3. Digitaal platform Cutting Edge plaatste WijkSafari Utrecht in de Top 5 waaruit gekozen kon worden voor de winnaar van de Cutting Edge Award Theater 2013. WijkSafari Utrecht kreeg de meeste stemmen en won de Award. Documentairemaakster Gülsah Dogan kreeg voor het WijkSafari-portret “Ik verwacht alles” over adoptie-ouders Hassan en Fatma, als onderdeel van de documentairereeks De magie van kunst van HUMAN (november 2013) niet alleen duizenden kijkers, maar ook toffe recensies Voor Zina is het jaar 2013 onvergetelijk. Dank aan allen die de Zina-ontmoetingen mogelijk hebben gemaakt. Nogmaals dank en op naar 2014. Tot slot: Zina’s is sterk verbonden met Adelheid RoosenIFemale Economy, onder meer door samenwerking op het gebied van WijkJury
19
WIJKJURY VAN AMSTERDAM VIA UTRECHT NAAR ARNHEM EN DORDRECHT
1 SEPT 2012 T/M 31 MEI 2013 & 1 SEPT 2013 T/M 31 MEI 2014| AMSTERDAM EN UTRECHT Adelheid Roosen kwam toen ze voorzitter werd van de Theaterfesivaljury, nu vijf jaar gelden met het briljante idee van de Wijkjury. Er werden voor de werving van deelnemers contacten gelegd met de vrouwen waar Zina in de wijken op dat moment mee werkte. Ze waren nieuwsgierig, vonden het spannend, gingen de uitdaging aan en werden voorstelling na voorstelling steeds enthousiaster. 15 vrouwen uit Amsterdamse wijken, bezochten 20 voorstellingen en kozen één winnaar in het Nederlands Theaterfestival. Een formule die nu al vijf jaar werkt. Een WijkJury parallel aan de vakjury van TF, zodat er nog een andere stem gehoord zou worden, namelijk die van de vrouwen die Zina dagelijks in de tram ziet, maar die nog niet gehoord werden. En die allemaal na één jaar jureren niet willen stoppen maar door willen gaan! In de tweede helft van 2013 is de WijkJury het vijfde seizoen ingegaan en dus lopen er nu in de Amsterdamse theaters vrouwen van in totaal vijf WijkJury’s rond. Om enerzijds de onderlinge samenhang en anderzijds hun zelfstandigheid te vergroten, zijn alle voormalige WijkJury’s samengevoegd. Zij bezoeken nu zelfstandig voorstellingen in de Stadsschouwburg en ieder van hen mag steeds een gast meenemen (10 euro). Hier wordt met grote regelmaat gebruik van gemaakt. Daarnaast laat Toneelgroep Amsterdam, alliantiepartner van FE, hen gratis meelopen met publieksworkshops die zij organiseren rond hun voorstellingen, waarmee de zichtbaarheid van het concept WijkJury ook nog eens vergroot wordt. Én veel oud WijkJury leden worden weer actief onderdeel van andere Zina/FE projecten, zoals nu bij De Oversteek. WijkJury 2013 koos als belangwekkendste voorstelling van dit seizoen een top 3 die bestond uit somedaymyprincewill.com van Sadettin Kirmiziyüz/Trouble Man, Timon van Athene van Toneelgroep Maastricht en HihaHeijermans van Firma Rieks Swarte. Opvallend is de grote verscheidenheid in genre van hun keuze. Uiteindelijk werd somedaymyprincewill.com door het TF hernomen. In Utrecht is de derde WijkJury van start gegaan in samenwerking met Stadsschouwburg Utrecht, Theater Kikker en Vrede van Utrecht. WijkSafari Utrecht vormde hier een rijke bron voor het werven van nieuwe juryleden. Inmiddels is er een landelijke WijkJury Facebook pagina en wordt er door alle partners hard gewerkt aan nog meer zichtbaarheid van de WijkJury. Door jaarlijks te investeren in de WijkJury, groeit uiteindelijk het diverse publiek in de zalen. Dat vergt een langere adem, die de westerse theaterwereld niet altijd heeft. FE heeft deze adem wel en zal blijven investeren in de WijkJury.
20