Verslag tentoonstellingsanalyse Beeld en Geluid 16 mei 2007
Op woensdag 16 mei ontving het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid circa 30 museumprofessionals voor een tentoonstellingsanalyse, georganiseerd door de sectie Publiek en Presentatie van de Nederlandse Museumvereniging. De groep wordt welkom geheten door sectielid Deirdre Carasso en John Leek, manager educatie bij het NIBG. Leek vertelt het over het ontstaan en de missie van het NIBG. Tien jaar geleden was het op een laagdrempelige manier voor een breed publiek aansprekende manier ontsluiten van de Nederlandse audiovisuele archieven een droom van Pieter van der Heijden. Die droom kwam uit: het NIBG kwam tot stand uit een samengaan van bedrijfsarchief van de publieke omroep, het filmarchief van de RVD, Stichting Film en Wetenschap en het omroepmuseum. Op deze manier ontstond één van de grootste audiovisuele archieven van Europa. Een belangrijk doel was het ontwikkelen van een infrastructuur voor het beheer en behoud van het nationale audiovisuele erfgoed en het vergroten van het bereik van de collecties. Daartoe worden de collecties op verschillende manieren ontsloten voor publiek. De Beeld en Geluid Experience is er daar één van. Daarnaast kan er gezocht worden in de catalogus op de site en wordt meegewerkt aan het project ‘Beelden voor de Toekomst’. Binnen dit project zal bij benadering de helft van de collectie van het NIBG gedigitaliseerd en ontsloten worden. Na een voorbereidingsperiode van tien jaar, staat het audiovisuele erfgoed dan daadwerkelijk op de culturele kaart van Nederland. De opstelling zoals die er nu staat, is door de samenstelling van de collectie en de manier van presenteren fundamenteel anders dan een ‘gewoon’ museum. Daarom is er gezocht naar een andere naam. Ondanks twijfels is er uiteindelijk toch gekozen voor de term ‘experience’: de expositie moet ervaren worden.
Leek vertelt dat de totstandkoming van de Beeld en Geluid Experience technisch gezien nogal wat voeten in de aarde heeft gehad. Toen begonnen werd met de realisatie, stond de RFID-techniek die gebruikt wordt voor het inloggen op de pc’s nog in de kinderschoenen. Hier is toch mee in zee gegaan – een gewaagde stap. Daarnaast zijn de touch screens van de ‘Experience’ allen aangesloten op een complex netwerk dat gekoppeld is met de audiovisuele archieven en de omroepen. Een ander probleem vormt de akoestiek van de ruimte. Het is feitelijk een grote betonnen bak, waarin al het geluid weerkaatst, niets slaat dood. In de toekomst zullen stoffen panelen aan de muren gehecht worden om dit ‘zwembadeffect’ te dempen. De groep is dus gewaarschuwd…
Na deze korte introductie kreeg iedereen een ring met RFID-chip en is het tijd de Experience te ondergaan. Naderhand werd er gediscussieerd over de inhoud en de opzet van het geheel. Deirdre Carasso leidde de discussie, waarin een aantal thema’s sterk naar voren kwamen. Vooral de doelstellingen en doelgroepen van Beeld en Geluid en de vraag of er toch niet beter voor routing gekozen had kunnen worden komen veelvuldig aan de orde. Hieronder een thematische samenvatting van de discussies.
Pagina 1 van 6
Indeling in paviljoens De Experience is verdeeld in 15 paviljoens met elk een eigen thema. Die thema’s zijn eerder op organische wijze ontstaan dan gekozen. Wel is het oorspronkelijke aantal van 22 terug gebracht naar 15. Het uitgangspunt bij de inrichting van de paviljoens is steeds geweest te richten op wat mensen kijken en hoe ze genres indelen. De kijk en luistertabellen werden gebruikt om dit soort dingen te achterhalen. Dit uitgangspunt werd gehanteerd omdat mensen aan moeten treffen wat ze verwachten. Het NIBG voegt daar zelf ook dingen aan toe die net iets minder voor de hand liggen. Het wil namelijk geen herhaalkanaal zijn. Per paviljoen is ook gekeken naar de aard van het thema om de hoeveelheid content te bepalen. Thema’s als ‘sterren’ en ‘macht en media’ bijvoorbeeld, hebben beide veel content omdat het paviljoens zijn waar liefhebbers lang blijven kijken. Vooraf was de aanname dat mensen het thema zouden opzoeken dat het meest hun interesse had en daar zouden blijven, of in ieder geval het grootste deel van hun tijd door zouden brengen. Dat bleek niet helemaal het geval, al hebben de meeste bezoekers wel paviljoens waar ze beduidend meer tijd door brengen dan bij de rest.
Doelstellingen, doelgroepen en educatie Een belangrijke vraag vanuit de groep is, wat de doelstelling van de Beeld en Geluid Experience is. Het hoofddoel is het ontsluiten van het Nederlandse audiovisuele erfgoed voor een breed publiek.
Dit hoofddoel valt uiteen in 3 onderdelen: 1. Het op een laagdrempelige en diverse manier ontsluiten van de collectie van het NIBG voor een ontsluiting voor breed publiek . Daarbij speelde de premisse: ‘De media bepalen het wereldbeeld’ een belangrijke rol. Het NIBG wil daar iets tegenover stellen: ‘ik bepaal zelf ook wereldbeeld’. Het referentiekader van het publiek is dus niet de enige leidraad geweest, in de touch screens zit ook veel materiaal dat mensen juist niet (of minder goed) kennen. 2. Veel icoonfragmenten en veel perspectieven laten zien. Deze twee uitgangspunten staan tegenover elkaar. Het is de bedoeling dat de bezoeker bij een thema denkt ‘dat heb ik gezien’, maar ook dat het net iets minder voor de hand liggende fragment ernaast te zien is. Omdat het een erg duur project is, is het de bedoeling dat er een groot publiek bereikt wordt. 3. Het technologische archief ontsluiten, onderhouden, digitaliseren etc. Vooraf wisten meeste mensen niet wat een audiovisueel archief was.
Vanuit de groep komt de vraag of het NIBG de opzet zelf geslaagd vindt. John Leek antwoordt dat vooral de eerste maand erg spannend was. Rond maart, april trokken de kruitdampen wat op en kwam er tijd een beetje te bezinnen. Tot nu toe lijkt het een geslaagde onderneming. De belangstelling is groot en mensen blijven lang, gemiddeld 3,5 à 4 uur, binnen. De eerste maanden waren vooral technisch een huzarenstuk – de testfase was te kort gebleken. Toch bleek het aantal storingen mee te vallen.
Pagina 2 van 6
Doelgroepen Bij aanvang van het project is een doelgroepensegmentatie gemaakt, die gekoppeld is aan een doelgroepenmatrix. Zo is een aantal hoofddoelgroepen bepaald. De doelgroepen worden op maat bediend met de interface en inhoud van de touch screens en exhibits. Omdat mensen hun geboortejaar invullen bij het inloggen stelt het gekozen systeem NIBG bijvoorbeeld in staat om delen van een exhibit alleen toegankelijk te maken voor mensen die geboren zijn in 1955. Jongeren en 60+ers zijn belangrijke hoofddoelgroepen
Onder de bezoekers zijn veel 60+-ers met kleinkinderen. Die doelgroep wordt dus goed bereikt. Om jongeren goed te bereiken wordt er nu eerst gezorgd voor contact met het veld via het onderwijs. Dat loopt: tot nu toe bezochten 7 à 8000 scholieren het NIBG binnen het educatieve programma. Het rooster voor scholen zit daarmee iedere dag vol. Langs deze weg wordt deze doelgroep dus uitgebreid bediend. Het is echter moeilijker jongeren als algemeen publiek, buiten de scholen om te bereiken. Daarin scoort het NIBG niet heel veel beter dan andere musea. Dat wordt echter langzaam beter, de ring is een goede gadget gebleken. Ook wordt er gewerkt aan een evenement voor jongeren om ze op die manier te bereiken.
Educatie Binnen het educatieprogramma zijn er verschillende subdoelgroepen op basis van leeftijd. Voor alle leeftijdscategorieën wordt de leercyclus van Kolb gehanteerd, waarbij de hele lijn wordt doorlopen. Daartoe wordt in de klas voorbereidend materiaal aangeboden. Als voorbeeld wordt hier ingegaan op de workshops voor het voortgezet onderwijs.
Het arrangement voor het voortgezet onderwijs biedt keuze uit twee verschillende workshops. Beide hebben als doel eigen media te creëren met archiefbeelden, soap of nieuws. De leerlingen produceren zelf hun eigen journaal of cliffhanger voor een soap. Bij de soapworkshop zien de leerlingen een fragment uit een soapserie. Daarna mogen ze zelf aan de slag. Ze schrijven een story board, filmen, monteren, en vergelijken hun eigen eindproduct met het origineel. De workshops worden gegeven in een ruimte apart van de Experience. Na afloop van de workshop krijgen leerlingen wel de mogelijkheid de Experience te bezoeken. Hoewel de meeste scholen Beeld en Geluid bezoeken middels arrangementen, gebeurt het bij tijd en wijle ook wel dat er ineens klassen staan zonder afspraak. Die bezoeken dan de Experience, maar het rendement van het bezoek ligt voor de school hoger als er gebruik gemaakt wordt van een arrangement.
Er wordt gevraagd of de leerstijlen ook zijn gehanteerd voor educatie bij individuele bezoekers. Beeld en Geluid is nog bezig met de oriëntatie op dat gebied. Vanuit de groep wordt vervolgens opgemerkt dat het educatieve programma in de museumwereld niet individueel is, terwijl daar soms best behoefte aan is. Leek antwoordt dat dat klopt, maar dat het mooie van het systeem van Beeld en Geluid is dat wat men te zien krijgt wel individueel toegespitst kàn worden op geboortejaren. Voor de Experience
Pagina 3 van 6
als geheel zijn de leerstijlen niet een uitgangspunt geweest, maar wel meegenomen in de ontwikkeling. Hierop inhakend wordt opgemerkt dat bezoekers op verschillende manieren van alles doen. Soms staat er bij een exhibit een touch screen, soms is het een scherm met knoppen of een activiteit als het zelf oplezen van het journaal. Wat is de gedachte daarachter en hoe is Beeld en Geluid daartoe gekomen? De aard van de exhibit of de touch screen hangt af van het type ervaring. Ieder paviljoen is tijdens de ontwikkelfase apart bekeken. Sommige mensen willen alleen kijken of luisteren, anderen willen het kijken en luisteren zelf in gang zetten, weer anderen willen interactief bezig zijn – dat zijn degenen voor wie het journaal-item is bedacht. Per thema zijn daar keuzes in gemaakt, bij het een ligt het zwaartepunt meer op zelf maken, bij het andere thema meer op het geven van informatie. Bij ieder thema zijn er echter ook weer activiteiten voor de meeste leerstijlen.
Routing vs. vrij rondlopen Na binnenkomst wordt er ingelogd op een pc door de ring met RFID-chip te scannen. Aan de ring kunnen door het inloggen een naam, mailadres en geboortejaar verbonden kunnen worden. Daarna is het mogelijk om alle onderdelen door elkaar te doen (of te laten). Omdat de Experience geen vaste route kent is er na het inloggen ook geen vast begin- of eindpunt. Leek vertelt dat zoiets ook niet in de opzet van de opstelling past, de filosofie achter de Experience is dat iedere bezoeker z’n eigen gang gaat. Bij het aanmelden kun je kiezen voor een persoonlijke gids in de vorm van een bekende Nederlander die je uitleg zal geven op de interactieve schermen. Zij zijn deels de routing en geven op een luchtige manier achtergrondinformatie bij de paviljoens. Omdat het verschillende persoonlijkheden zijn, houden ze alle een eigen verhaal. Uitgangspunt is namelijk dat iemand die Sacha de Boer als persoonlijke gids kiest, heeft bijvoorbeeld een andere voorkeur dan iemand die voor Bert van Leeuwen kiest. De omvang van het aanbod, het weinige daglicht en het vele geluid zorgt ervoor dat een deel van de groep zich oud of ontheemd voelt. Toch vinden velen het ook een interessante en vermakelijke ervaring. Wel komt de opmerking dat rust mist, kinderen rennen hier rond als in een speeltuin. Een bezoeker vond het moeilijk de buitenwereld buiten te sluiten als je ze bezig was. Dat is zeker lastig als een onderwerp wat meer de diepte ingaat, maar ook al bij meer eenvoudige onderwerpen. Leek antwoordt dat de vooraf genoemde problemen met het geluid hier mede de oorzaak van zijn. Verder zijn opmerkingen over de onrust afhankelijk van je persoonlijke leerstijl. De een sluit zich van nature makkelijker af dan de ander. Dit alles brengt een discussie op gang over het ontbreken van routing in de Beeld en Geluid Experience. Een deel van de groep mist een ontvangstruimte, of enige ‘begininformatie’ en heeft behoefte aan meer houvast. Anderen vind het juist prettig het geheel te ondergaan en de Experience over zich heen te laten komen. Leek vertelt dat er in de beginfase wel is gedacht aan een vorm van duiding. Die is uiteindelijk toch gesneuveld, onder andere omdat uit onderzoek met testgroepen bleek dat daar geen behoefte aan was. Of duiding nodig is, hangt volgens Leek af van zaken als leeftijd en
Pagina 4 van 6
tekstgerichtheid. Daarnaast zijn er de in een wit ‘rokkostuum’ geklede medewerkers die bezoekers wegwijs kunnen maken. Hierop inhakend stelt iemand dat er een historische lijn ingebouwd had kunnen worden. Volgens Leek zitten bezoekers echter minder op een historische lijn te wachten dan de conservatoren. Daar komt bij dat de logistiek bij deze collectie lastiger is dan bij een expositie met schilderijen. Een lineaire rondgang is veel moeilijker te realiseren omdat mensen langer naar bewegend beeld kijken naar schilderijen. Van te voren is men ervan uitgegaan dat bezoekers niet alles zouden willen zien, maar direct naar het paviljoen van hun eigen voorkeur zouden gaan. Een lineaire rondgang zou dan dus niet nodig zijn. In de praktijk blijkt dat mensen toch veel verschillende paviljoens bekijken. Er is voor de meeste bezoekers echter wel een favoriet aan te wijzen waar ze een groot deel van hun tijd doorbrengen.
Techniek Bij het opzetten van de tentoonstelling was het meteen de wens om de ervaring persoonlijk te maken voor de bezoeker. Bij de keuze voor de techniek was er een aantal opties: de RFID-chip was in opkomst, maar streepjescodes waren ook een mogelijkheid. Omdat de RFID-chips betrekkelijk nieuw waren toen met het project begonnen werd, was er een zeker risico verbonden aan het pionieren met die techniek. De reden dat Beeld en Geluid er toch mee in zee ging was dat de Experience toonaangevend moest zijn en technisch bij voorkeur een hoog niveau moest hebben. Er moest een smoelwerk getoond worden. Mede door deze keuze was de techniek de grootste zorg toen de Experience open ging. Als de techniek faalt, is er geen Experience. De hardware zelf is overigens niet ontzettend geavanceerd. De programmatuur en de centrale server zijn wel erg geavanceerd omdat het ook in verband staat met het archief en met de omroepen. Daarnaast moet er veel informatie heen en weer gestuurd worden: de persoonlijke bestanden van de bezoeker worden ook opgeslagen op de server en gemaild naar het mailadres dat deze op heeft gegeven. De RFID-techniek zelf werkt als volgt: de RFID-chip is een soort ‘tag’, een antenne op een printplaatje. Bij het scannen activeert de plaat waarlangs de ring gehaald wordt een stroompje naar de ring, die nu ook geactiveerd is. De eerste keer dat de ring gescand wordt, wordt aan de chip in de ring de datum van vandaag toegevoegd. Hierdoor is hij de volgende dag niet meer geldig. Een ring kan echter opnieuw geactiveerd, of voor langer gebruik ingesteld worden. Voor opening van de Experience zijn 250.000 ringen besteld. Daarvan zijn er, 5 maanden na opening, 150.000 op. De ringen kosten 55 cent per stuk. De pc’s zitten ingebouwd in 3D items, variërend in uiterlijk, grootte en opzet. Daarnaast worden er nog objecten tentoongesteld en zijn er soms halve studio’s nagebouwd. Voor deze items is berekend dat er één per jaar vervangen wordt.
Archieffunctie / Media lounge Het NIBG is natuurlijk in de eerste plaats hét audiovisuele archief van Nederland. De Beeld en Geluid Experience laat dat materiaal zien aan het publiek en in de medialounge is het mogelijk
Pagina 5 van 6
archiefbeelden op te roepen. Toch wil de Experience meer zijn dan alleen een archief – ook de totstandkoming van het materiaal komt aan de orde. Vanuit de groep komt de opmerking dat van de vier zoekmethodes in de lounge, er maar één werkt. Het gaat waarschijnlijk om een kinderziekte die nog verholpen moet worden. Van de 700.000 uur materiaal die het NIBG heeft, zijn er in de Medialounge 9000 opvraagbaar. Voor het project Beelden voor de Toekomst (http://www.beeldenvoordetoekomst.nl/) zal op termijn de helft van het totale materiaal digitaal raadpleegbaar worden. Voor deze twee projecten wordt het archiefmateriaal opnieuw beschreven. Men vindt dat de Experience niet uitnodigt tot rustig zoeken in het archiefmateriaal. Daarvoor is echter de klantenservice beneden, in het archief bestemd. Mensen vinden de weg daarnaar toe steeds beter, het aantal aanvragen wordt bijna een probleem. Het gevraagde fragment kan men tegen betaling van € 50,- meekrijgen op cd. In de toekomst is het de bedoeling om fragmenten in live streaming online aan te bieden.
Dankwoord en afsluiting Na de levendige discussie bedankt Deirdre Carasso de medewerkers van Beeld en Geluid voor de hartelijke ontvangst. Hierna wordt er geborreld en nagepraat over deze bijzondere ervaring in het grand café.
Pagina 6 van 6