Verkennend bodemonderzoek Wilhelminastraat 1 te Dreumel

Postadres

Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres

Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM

Verkennend bodemonderzoek Wilhelminastraat 1 te Dreumel

Definitief

In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum

SAB Arnhem Syncera B.V. B07B0071 F:\Data\Project\Bodem07\B07B0071\B07B0071.r01.DOC 24 juli 2007

Syncera B.V. is onderdeel van Syncera. KvK 27 18 43 23 - 65.93.74.331. Syncera B.V. is ISO9001:2000 en VCA** gecertificeerd.

INHOUDSOPGAVE 1

Inleiding 1.1 Doel van het onderzoek 1.2 Referentiekader 1.3 Betrouwbaarheid

1 1 1 1

2

Vooronderzoek 2.1 Beschrijving van de locatie 2.2 Gebruik van de locatie 2.3 Hypothese en onderzoeksstrategie

3 3 3 4

3

Veldwerk en chemische analyses 3.1 Algemeen 3.2 Veldwerk 3.3 Analysestrategie 3.4 Chemische analyses

7 7 7 9 9

4

Bespreking onderzoeksresultaten 4.1 Interpretatie 4.2 Toetsing hypothese

11 11 11

5

Conclusies en aanbevelingen

13

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1 2.1 2.2 3.1 3.2 3.3

Bijlage 4 Bijlage 5

: : : : : : : :

Overzichtskaart (1:25.000) Situatietekening (1:250) Detailtekening historisch vooronderzoek Verklarende woordenlijst Toetsing analyseresultaten grond conform Wbb (inclusief normtabel) Toetsing analyseresultaten grondwater conform Wbb (inclusief normtabel) Boorbeschrijvingen Kopie analysecertificaten en gaschromatogrammen

Opgesteld door Syncera B.V. 24 juli 2007, Definitief

1

Inleiding

Op 5 maart 2007 is door SAB Arnhem aan Syncera B.V. opdracht verstrekt voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de Wilhelminastraat 1 te Dreumel (zie bijlagen 1 en 2). Aanleiding voor het bodemonderzoek is de geplande nieuwbouw (bestemmingsplanwijziging).

1.1

Doel van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in hoeverre het voormalige, dan wel het huidige gebruik van de onderhavige locatie en haar omgeving heeft geleid tot verontreiniging van de bodem. Aan de hand van de onderzoeksresultaten wordt vastgesteld of de locatie in milieuhygiënisch opzicht geschikt is voor de gewenste bestemming (nieuwbouw). Indien de resultaten daartoe aanleiding geven wordt advies gegeven over eventueel vervolgonderzoek.

1.2

Referentiekader

De onderzoeksstrategie is conform NEN 5740 (bron 1). In overeenstemming met deze norm is voorafgaand aan het veldonderzoek een vooronderzoek uitgevoerd conform NVN 5725 (bron 2). Het verkennend onderzoek bestond uit vooronderzoek, veldonderzoek, chemische analyses, toetsing en interpretatie. Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL 2000 en de bijbehorende VKB-protocollen (bron 3). Syncera heeft geen financiële of juridische belangen met betrekking tot het eigendom van de locatie. De resultaten van het onderzoek zijn getoetst aan de streefwaarden en interventiewaarden voor de bodem uit de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (zie bron 4 en de verklarende woordenlijst in bijlage 3).

1.3

Betrouwbaarheid

Dit onderzoek is op een zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de huidige richtlijnen en methoden op het gebied van bodemonderzoek. Aan de hand van de uit de bronnen verzamelde informatie is een onderzoeksstrategie afgeleid en wordt aannemelijk geacht dat deze representatief is voor de locatie. Er wordt op gewezen dat de geraadpleegde bronnen mogelijk onvolledig zijn of dat niet alle bronnen zijn geraadpleegd, doordat ze niet voorhanden waren. Hierdoor kan informatie ontbreken.


pagina 1

Voor een verkennend bodemonderzoek geldt dat het is gebaseerd op een beperkt aantal monsterpunten en analyses. De hiervoor voorgeschreven onderzoeksstrategie geeft een goed beeld van de algemene bodemkwaliteit. Tevens wordt opgemerkt dat een bodemonderzoek een momentopname is. De resultaten van het onderzoek kunnen minder representatief worden naarmate de tijd verstrijkt. Indien na het onderzoek op of nabij de locatie (bodembedreigende) activiteiten of calamiteiten plaatsvinden en/of in de omgeving (mobiele) verontreinigingen aanwezig zijn, kan de bodemkwaliteit hierdoor worden beïnvloed.


pagina 2

2

Vooronderzoek

In dit hoofdstuk worden de resultaten van het vooronderzoek besproken. Dit resulteert in een hypothese over de mogelijke verontreinigingssituatie op de onderzoekslocatie. Het vooronderzoek is afgeleid van de NVN 5725 (bron 2). Gezien het verkennende karakter van dit onderzoek wordt informatie van het historisch gebruik op (verminderd) basisniveau voldoende geacht. Het vooronderzoek is gericht op de door opdrachtgever aangegeven onderzoekslocatie. De grenzen van de locatie voor bodemonderzoek staan weergegeven in een situatietekening in bijlage 2.

2.1

Beschrijving van de locatie

De onderzoekslocatie is gelegen aan de Wilhelminastraat 1 te Dreumel (gemeente West Maas en Waal). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1.500 m2.

2.2

Gebruik van de locatie

Huidig gebruik De locatie is momenteel in gebruik ten behoeve bedrijfsactiviteiten (brandweerkazerne). Het terrein is gedeeltelijk verhard met klinkers. Voormalig gebruik Ten behoeve van het vooronderzoek is navraag gedaan bij de gemeente West Maas en Waal. De informatie is verkregen op 16 maart 2007 van mevrouw A. Zijlstra. Uit navraag bij de gemeente blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie meerdere bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden (zie bijlage 2.2 detailtekening historisch vooronderzoek). - Bovengrondse dieselolietanks (1x 1200 liter en 1x 600 liter). De tanks zijn verwijderd in 1995. - Chemisch depot (MAVO–Kluis, stoffen onbekend). - Smeerput en opslag olievaten (2x58 liter en 200 liter). - Olievat met mengsmering (80 liter). Op basis van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan van de gemeente West Maas en Waal, vastgesteld op 22 december 2006, gelden voor de onderzoekslocatie de volgende verhoogde achtergrondwaarden voor de bovengrond: zink163 mg/kg ds en PAK 3,2 mg/kg ds. Voor alle overige parameters geldt de streefwaarde als achtergrondwaarde. Toekomstig gebruik Op het onderzochte perceel wordt nieuwbouw gerealiseerd ten behoeve van wonen.


pagina 3

Calamiteiten en ophogingen Op de locatie hebben zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan. Het is onbekend of het terrein opgehoogd is. Omgevingskenmerken De directe omgeving van de locatie is in gebruik ten behoeve van wonen met tuin. Voorgaande bodemonderzoeken In de nabije omgeving van de onderzoekslocatie heeft reeds eerder bodemonderzoek plaatsgevonden. In 2002 is ter plaatse van het riooltracé Wilhelminastraat een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (bron 5). Ter plaatse van de Wilhelminastraat 5 is een ondergrondse tank afgevuld met zand (jaartal onbekend). Daarnaast blijkt uit het bodemonderzoek dat in de bovengrond een matig verhoogde concentratie koper en licht verhoogde concentraties lood, zink en PAK zijn gemeten. Inspectie van de onderzoekslocatie Tijdens de inspectie van de onderzoekslocatie zijn geen afwijkingen ten aanzien van de beschikbare informatie geconstateerd.

2.3

Hypothese en onderzoeksstrategie

Op basis van de bovenstaande historische informatie is onderstaande hypothese geformuleerd en is de bijbehorende onderzoeksstrategie gevolgd (bron 1, bijlage b). Voormalige olie tanks: De hypothese luidt: De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met oliecomponenten en vluchtige aromaten. Ten behoeve van de deellocatie wordt de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern (VEP) gehanteerd. Voormalig chemisch depot: De hypothese luidt: De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met bestrijdingsmiddelen. Ten behoeve van de deellocatie wordt de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern (VEP) gehanteerd. Voormalig olie vat: De hypothese luidt:

De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met oliecomponenten en vluchtige aromaten. Ten behoeve van de deellocatie wordt de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern (VEP) gehanteerd.


pagina 4

Werkplaats incl. smeerput en olie opslag: De hypothese luidt: De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met minerale olie, vluchtige aromaten en zware metalen. Ten behoeve van de deellocatie wordt de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern (VEP) gehanteerd. Overig terrein De rest van de locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. De hypothese luidt dan ook: De rest van de locatie is onverdacht. Ten behoeve van de rest van de locatie wordt de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV) gehanteerd.


pagina 5

3

Veldwerk en chemische analyses

3.1

Algemeen

In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van alle uitgevoerde veldwerkzaamheden en de analyses van grond en grondwater. In de hierop volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de veldwerkzaamheden en de chemische analyses. Tabel 3.1: Overzicht uitgevoerde veldwerkzaamheden en analyses Locatie

Aantal boringen (excl. Peilbuizen)

3 tot ± 0,50 m-mv Voormalige olie tanks Voormalig chemisch depot 3 tot ± 0,50 m-mv Voormalig olie vat Werkplaats incl. smeerput en olie opslag Overig terrein

NEN-grond: NEN-grondwater:

BTEXN: OCB’S/PCB’s: 1

3 1 8 2

tot tot tot tot

± ± ± ±

0,50 2,00 0,50 2,00

m-mv m-mv m-mv m-mv

Aantal peilbuizen 1 -1 1 1 -1

Analyses grond

Analyses water

1 minerale olie 1 NEN-pakket grond incl. OCB’S/PCB’s 1 minerale olie 3 NEN-pakketten grond 1 NEN-pakketten grond 2 NEN-pakketten grond 1 NEN-pakketten grond

1 NEN-pakket grondwater -1 1 BTEXN, minerale olie 1 NEN-pakket grondwater -1

Lutum- en organische stofpercentage, acht metalen (lood, zink, cadmium, koper, nikkel, arseen, kwik, chroom), minerale olie, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en EOX. Acht metalen (lood, zink, cadmium, koper, nikkel, arseen, kwik, chroom), vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen) en naftaleen, vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen en minerale olie. aromaten: (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen). Organochloorbestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen. Gecombineerd met voormalige tanks.

De boorlocaties zijn weergegeven in bijlage 2.

3.2

Veldwerk

Het veldwerk is uitgevoerd op 25 mei 2007. De boringen zijn gelijkmatig over de locatie verspreid geplaatst danwel geplaatst op basis van de historische informatie (verdachte (deel)locaties). Gezien het geringe oppervlak en de afstand van de verdachte locaties ter plaatse van de werkplaats, inclusief smeerput en olieopslag, is besloten om boring 08 en 11 te laten vervallen. Met de resterende boringen en peilbuis (06, 07, 09, 10, 12) wordt een voldoende indruk verkregen van de bodemkwaliteit ter plaatse. In bijlage 4 zijn de gedetailleerde boorbeschrijvingen weergegeven met de bodemopbouw, de diepten waarop grondmonsters zijn genomen en de diepten waarop eventuele peilfilters geplaatst zijn. De zintuiglijke waarnemingen en eventuele afwijkingen zijn eveneens in deze


pagina 7

bijlage weergegeven. Van het opgeboorde bodemmateriaal is per halve meter en/of per bodemlaag een monster genomen. Bij het samenstellen van de mengmonsters is rekening gehouden met het bodemtype en de zintuiglijke waarnemingen. In tabel 3.2 zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven. Tabel 3.2: Zintuiglijke waarnemingen Locatie

Boring

Traject

Zintuiglijke afwijking

(m-mv) Voormalige olie tanks

16B

1,50-3,00

Roest (licht)

Voormalig olie vat

24E

1,00-1,50

Baksteen (licht)

Werkplaats incl. smeerput

12C

1,50-2,00

Roest (licht)

2,50-3,50

Roest (licht)

en olie opslag Overig terrein

02A

0,30-0,60

Kooldeeltjes (licht)

01A

0,40-0,70


22A

0-0,50

Kooldeeltjes (licht), baksteen (licht)

21A

0-0,50

Kooldeeltjes (licht), puin (licht), baksteen (licht)

23A

0,50-0,60


1,00-1,50

Roest (licht)

1,50-1,80

Baksteen (licht), roest (licht)

1,40-2,00

Roest (licht)

03A

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op de bodem van de onderzoekslocatie en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdachte materialen waargenomen. Voor de bemonstering van het grondwater zijn de boringen 12, 16 en 24 afgewerkt met een peilbuis. De peilbuizen zijn snijdend met de grondwaterspiegel geplaatst om een eventuele drijflaag te kunnen vaststellen. Tabel 3.3: Metingen watermonsternamen Code

Plaatsings-

Bemonste-

Filterstelling

Grondwater-

Zuurgraad pH

Geleidbaar-

datum

ringsdatum

(m-mv)

stand

heid EGV

(m-mv)

(uS/cm)

16B

25-5-2007

1-6-2007

1,50-3,50

2,00

-*

-*

24E

25-5-2007

1-6-2007

1,50-3,50

2,00

-*

-*

12C

25-5-2007

1-6-2007

1,50-3,50

2,00

-*

-*

*

Niet bepaald tijdens monstername grondwater

De zuurgraad (pH) en de elektrische geleidbaarheid (Ec) van het grondwater zijn abusievelijk tijdens de monstername niet in het veld bepaald. Uit het eerder uitgevoerde onderzoek in 2002, ter plaatse van het riooltracé Wilhelminastraat te Dreumel, blijkt dat de gemeten pH (6,6 en 6,7) en Ec (906/932) waarden niet afwijken van de van nature te


pagina 8

verwachten waarden. Deze waarden, worden representatief geacht voor de onderzoekslocatie.

3.3

Analysestrategie

In tabel 3.4 zijn de geselecteerde monsters voor de verschillende aanleidingen/ deellocaties weergegeven met de uitgevoerde analyses. Tabel 3.4: Analysestrategie Locatie

Monster

Bodemtype

Voormalige olie tanks

BMMBG04

zand

16B

-

Voormalig chemisch depot

DMMBG08

zand

NEN-pakket grond en OCB’S/PCB’s

Voormalig olie vat

EMMBG09

zand

Minerale olie

24E

-

CMMBG05

zand

NEN-pakket grond

CMMBG06

zand

NEN-pakket grond

CMMOG07

zand

NEN-pakket grond

12C

-

AMMBG01

klei

NEN-pakket grond

AMMBG02

zand

NEN-pakket grond

AMMOG03

klei

NEN-pakket grond

Werkplaats incl. smeerput

Traject (m-mv)

Analyse Minerale olie

1,50-3,50

1,50-3,50

NEN-pakket grondwater

BTEXN, minerale olie

en olie opslag

Overig terrein

NEN-grond: NEN-grondwater:

BTEXN: OCB’S/PCB’s: (meng)monsters:

3.4

1,50-3,50

NEN-pakket grondwater

Lutum- en organische stofpercentage, acht metalen (lood, zink, cadmium, koper, nikkel, arseen, kwik, chroom), minerale olie, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en EOX. Acht metalen (lood, zink, cadmium, koper, nikkel, arseen, kwik, chroom), vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen) en naftaleen, vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen en minerale olie. aromaten: (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen). Organochloorbestrijdingsmiddelen en polychloorbifenylen. Voor de samenstelling van de (meng)monsters wordt verwezen naar bijlage 5.

Chemische analyses

De resultaten van de chemische analyses met de toetsingswaarden en een verklarende woordenlijst zijn opgenomen in bijlage 3. De toetsingswaarden voor de grond zijn per


pagina 9

bodemtype berekend op basis van gemeten lutum- en organische stofpercentages. Een kopie van de analysecertificaten is opgenomen in bijlage 5. In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten besproken. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende terminologie: Concentratie beneden of gelijk aan de streefwaarde: niet verhoogd; Concentratie boven de streefwaarde en beneden of gelijk aan de tussenwaarde: licht verhoogd; Concentratie boven de tussenwaarde en beneden of gelijk aan de interventiewaarde: matig verhoogd; Concentratie boven de interventiewaarde: sterk verhoogd. Veldwerk en analyses zijn uitgevoerd volgens de in opdracht van Ministerie van VROM opgestelde richtlijnen. De chemische analyses zijn uitgevoerd door ALcontrol (RvA geaccrediteerd).


pagina 10

4

Bespreking onderzoeksresultaten

In dit hoofdstuk wordt de verontreinigingssituatie beschreven op basis van de onderzoeksresultaten. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten getoetst aan de in paragraaf 2.3 geformuleerde hypothese.

4.1

Interpretatie

Uit de chemische analyses zijn de volgende resultaten te benoemen. Grond • In het bovengrondmengmonster AMMBG01 (Overig terrein) zijn licht verhoogde concentraties zink en PAK gemeten; • In het bovengrondmengmonster BMMBG04 (Voormalige olie tanks) is een licht verhoogde concentratie minerale olie gemeten; • In het bovengrondmonster CMMBG06 (boring 09C) en het ondergrondmengmonster CMMOG07 (Werkplaats incl. smeerput en olie opslag) is een licht verhoogde concentratie minerale olie gemeten. In het bovengrondmengmonster AMMBG02 (Overig terrein), het bovengrondmengmonster DMMBG08 (Voormalig chemisch depot), het ondergrondmengmonster AMMOG03 (Overig terrein), het bovengrondmengmonster CMMBG05 (Werkplaats incl. smeerput en olie opslag) en het bovengrondmengmonster EMMBG09 (Voormalig olie vat) zijn geen van de onderzochte parameters aangetroffen in verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten. Grondwater • In het grondwater ter plaatse van peilbuis 12C (Werkplaats incl. smeerput en olie opslag) zijn licht verhoogde concentraties arseen en chroom gemeten; • In het grondwater ter plaatse van peilbuis 16B (Voormalige olie tanks en voormalig chemisch depot, voormalig chemisch depot en overig terrein) is een licht verhoogde concentratie arseen gemeten. In het grondwater ter plaatse van peilbuis 24E (Voormalig olie vat) zijn géén van de onderzochte parameters aangetroffen in verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten.


pagina 11

4.2

Toetsing hypothese

Onderstaand worden de hypotheses per deellocatie beoordeeld. Voormalige olie tanks De hypothese "De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met oliecomponenten en vluchtige aromaten" dient aangenomen te worden. De licht verhoogde concentratie vormt echter geen aanleiding de onderzoeksstrategie te herzien. Voormalig chemisch depot De hypothese "De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met bestrijdingsmiddelen" dient verworpen te worden. Op basis van de resultaten zijn geen verhoogde concentraties aangetoond. Voormalig olie vat De hypothese "De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met oliecomponenten en vluchtige aromaten" dient verworpen te worden. Op basis van de resultaten zijn geen verhoogde concentraties aangetoond. Werkplaats incl. smeerput en olie opslag De hypothese "De deellocatie is verdacht verontreinigd te zijn met minerale olie, vluchtige aromaten en zware metalen" dient aangenomen te worden. De licht verhoogde concentraties vormen echter geen aanleiding de onderzoeksstrategie te herzien. Overig terrein De hypothese "De rest van de locatie is onverdacht" dient verworpen te worden. De licht verhoogde concentraties vormen echter geen aanleiding de onderzoeksstrategie te herzien.


pagina 12

5

Conclusies en aanbevelingen

Voormalige olie tanks In de bovengrond is een licht verhoogde concentratie minerale olie gemeten; − In het grondwater is een licht verhoogde concentratie arseen gemeten. − Voormalig chemisch depot In de bovengrond zijn geen van de onderzochte parameters aangetroffen in verhoogde − concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten; In het grondwater is een licht verhoogde concentratie arseen gemeten (gecombineerd met − "Voormalige olie tanks"). Voormalig olie vat In de bovengrond en in het grondwater zijn géén van de onderzochte parameters − aangetroffen in verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten. Werkplaats incl. smeerput en olie opslag In de boven- en ondergrond is een licht verhoogde concentratie minerale olie gemeten; − In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties arseen en chroom gemeten. − Overig terrein In het bovengrondmengmonster AMMBG01 zijn licht verhoogde concentraties zink en − PAK gemeten. In het bovengrondmengmonster AMMBG01 zijn geen van de onderzochte parameters aangetroffen in verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten; De licht verhoogde concentratie PAK in de bovengrond overschrijdt de geldende − achtergrondwaarde, van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente West Maas en Waal, niet; In de ondergrond zijn geen van de onderzochte parameters aangetroffen in verhoogde − concentraties ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiegrens gemeten; In het grondwater is een licht verhoogde concentratie arseen gemeten (gecombineerd met − "Voormalige olie tanks"). Op basis van de onderzoeksresultaten heeft de aanwezigheid van de verdachte locaties niet of nauwelijks invloed gehad op de bodemkwaliteit ter plaatse en wordt de locatie in milieuhygiënisch opzicht geschikt geacht voor de huidige en toekomstige bestemming (nieuwbouw). Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Aan de hand van bovenstaande conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: Het verdient aanbeveling om tijdens grondwerkzaamheden alert te zijn op een eventuele onvoorziene verontreiniging van de bodem; Indien vrijkomende grond elders wordt hergebruikt kan aanvullend onderzoek conform het


pagina 13

Bouwstoffenbesluit noodzakelijk zijn om de uiteindelijke hergebruiksmogelijkheden van de grond vast te stellen. Aanbevolen wordt om in overleg met het bevoegd gezag (de gemeente waar de grond wordt toegepast) de definitieve onderzoeksstrategie vast te stellen.


pagina 14

Bronvermeldingen 1. 2. 3. 4. 5.

NEN 5740, Bodem, Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek, Nederlands Normalisatie-Instituut, november 1999. NVN 5725, Bodem, Leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, Nederlands Normalisatie-Instituut, oktober 1999. VKB-protocollen, Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek, september 2001. Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering; Staatscourant nr. 39, 24 februari 2000. Verkennend bodemonderzoek volgens NEN 5740, riooltracé Wilhelminastraat Dreumel, De Klinker Milieu Adviesbureau, rapportnummer 010626WD.511, 13 november 2002.


pagina 15

Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1 2.1 2.2 3.1 3.2 3.3

Bijlage 4 Bijlage 5

: : : : : : : :

Overzichtskaart (1:25.000) Situatietekening (1:250) Detailtekening historisch vooronderzoek Verklarende woordenlijst Toetsing analyseresultaten grond conform Wbb (inclusief normtabel) Toetsing analyseresultaten grondwater conform Wbb (inclusief normtabel) Boorbeschrijvingen Kopie analysecertificaten en gaschromatogrammen

Bijlage 2.1: Detailtekening historisch vooronderzoek

Bijlage 3.1: Verklarende woordenlijst

Bijlage 3.2: Toetsing analyseresultaten grond conform Wbb (inclusief normtabel)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding

AMMBG01 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink Polycyclische aromatische koolwaterstoffen Pak-totaal (10 van VROM) Pak-totaal (16 van EPA) Naftaleen Antraceen Fenantreen Fluoranteen Benzo(a)antraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen Benzo(k)fluoranteen Indeno(1,2,3-cd)pyreen Acenaftyleen Acenafteen Fluoreen Pyreen Benzo(b)fluoranteen Dibenz(ah)antraceen Extraheerbare halogenen EOX Minerale olie Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Totaal olie C10 - C40

3,7 12 82

8,9 <0,4 19 22 0,17 52 20 130

+

21 0,57 74 24 0,25 66 22 92

30,8 4,6 178 77 4,2 238 77 281

40 8,6 281 129 8,2 410 132 471

1,3 +

1

20,5

40

1,9 <0,02 0,03 0,13 0,33 0,16 0,2 0,15 0,11 0,1 0,12 <0,02 <0,02 <0,02 0,25 0,24 0,04

-

-

<0,1 -

<5 <5 <5 <5 <20

-

19

934 1850

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ AMMBG01: (0,30-0,60 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


AMMBG02 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I


1 2 93,1

<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 4,8 <20

-

16 0,44 54 17 0,21 53 12 58

23,5 3,5 130 53 3,6 192 42 177

31 6,6 205 89 6,9 330 72 296

<0,2 -

1

20,5

40

<0,32 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

<0,1 -

<5 <5 <5 <5 <20

-

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ AMMBG02: (0,10-0,50 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


AMMOG03 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I


2,3 27 80,8

12 <0,4 33 19 <0,05 25 32 87

-

27 0,65 104 33 0,29 79 37 134

38,7 5,2 250 102 5 287 129,5 413

51 9,7 395 172 9,8 494 222 691

<0,2 -

1

20,5

40

<0,32 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

<0,1 -

<5 <5 <5 <5 <20

-

12

581 1150

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ AMMOG03: (0,60-1,00 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


BMMBG04 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) Minerale olie Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Totaal olie C10 - C40

0 25 94,7

<5 55 20 10 80 +

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ BMMBG04: (0,10-0,50 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding

Grondmonsters CMMBG06 (mg/kg.ds)

CMMBG05 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I


0 0 95,3

<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 4,6 <20

0 0 97,2

-

<0,2 <0,32 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

<0,1 -

<5 <5 <5 <5 <20

-

<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 4,7 <20

-

15 0,41 50 15 0,2 50 10 50

21,7 3,3 120 47 3,4 181 35 154

28 6,1 190 79 6,6 312 60 257

<0,2 -

1

20,5

40

<0,32 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

<0,1 -

<5 <5 <5 10 20

+

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ CMMBG05: (0,20-0,70 m-mv) CMMBG06: (0,20-0,70 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


CMMOG07 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I


0 1,1 98,5

<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 4 <20

-

15 0,42 52 16 0,2 51 11 53

22,4 3,3 125 49 3,5 185 38,9 164

29 6,2 198 83 6,7 319 67 274

<0,2 -

1

20,5

40

<0,32 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

<0,1 -

<5 <5 15 10 30 +

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ CMMOG07: (0,50-1,00 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


DMMBG08 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink Polycyclische aromatische koolwaterstoffen Pak-totaal (10 van VROM) Pak-totaal (16 van EPA) Naftaleen Antraceen Fenantreen Fluoranteen Benzo(a)antraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen Benzo(k)fluoranteen Indeno(1,2,3-cd)pyreen Acenaftyleen Acenafteen Fluoreen Pyreen Benzo(b)fluoranteen Dibenz(ah)antraceen

0 2,3 95,7

<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 6,9 25

-

16 0,42 55 16 0,21 52 12 57

23,1 3,4 131 51 3,5 189 43,1 175

30 6,4 207 86 6,9 326 74 293

<0,2 -

1

20,5

40

<0,32 <0,02 <0,02 <0,02 0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02

-

Chloorbenzenen Hexachloorbenzeen

< -

Polychloorbifenylen (pcb) PCB (som,interventie) PCB (som,streefwaarde) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Tot. PCB (7)

< < < < < < < < < <

-

0,004 0,004

0,1 0,1

0,2 0,2

0,004

0,1

0,2

Extraheerbare halogenen EOX

0,13 -

0,3

< -

0,000006

0,4

0,8

Chloor bestrijdingsmiddelen Som chloordanen

Tot. 5 drins Tot. DDT O,p-DDT P,p-DDT Tot. DDD O,p-DDD P,p-DDD Tot. DDE O,p-DDE P,p-DDE Som DDT,DDE,DDD Aldrin Dieldrin Endrin Tot. Aldrin/dieldrin Som aldrin/dieldrin/endrin Telodrin Isodrin Alfa-HCH Beta-HCH Gamma-HCH Delta-HCH Tot. HCHs Heptachloor Cis-heptachloorepoxide Transheptachloorepoxide Tot. heptachloorepoxides Alfa-endosulfan Hexachloorbutadieen Beta-endosulfan Trans-chloordaan Cis-chloordaan Quintozeen Minerale olie Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Totaal olie C10 - C40

< < < < < < < < < < < < < < < <

-

< < < < < < < < < <

-

< < < < < < <

-

<5 <5 <5 <5 <20

-

0,002

0,4

0,8

0,002 0,00014

0,2 0,4

0,4 0,8

0,00000004

0,4

0,8

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ DMMBG08: (0,10-0,50 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯


EMMBG09 (mg/kg.ds)

S

½(S+I)

I

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.)

0,9 25 87,7

Minerale olie Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Totaal olie C10 - C40

<5 <5 <5 <5 <20

-

10

505 1000

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ EMMBG09: (0,15-0,30 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Bijlage 3.3: Toetsing analyseresultaten grondwater conform Wbb (inclusief normtabel)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding

Grondwatermonsters 16B 24E (ug/liter) (ug/liter)

12C (ug/liter)

S

½(S+I)

I

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink

15 <0,4 2,8 <5 <0,05 <10 <10 <20

+ + -

11 <0,4 <1 <5 <0,05 <10 <10 <20

+ -

n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen Xylenen Totaal BTEX Naftaleen

<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2

-

<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2

-

<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2

Gechloreerde koolwaterstoffen 1,2-dichloorethaan Cis-1,2-dichlooretheen Tetrachlooretheen Tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan Trichlooretheen Chloroform

<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1

-

<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1

-

Chloorbenzenen Monochloorbenzeen Dichloorbenzenen

<0,2 <0,2 -

<0,2 <0,2 -

Minerale olie Fractie C10 - C12 Fractie C12 - C22 Fractie C22 - C30 Fractie C30 - C40 Totaal olie C10 - C40

<10 <10 <10 <10 <50

-

<10 <10 <10 <10 <50

-

10 0,4 1 15 0,05 15 15 65

-

0,2 7 4 0,2

35 3,2 16 45 0,18 45 45 433

60 6 30 75 0,3 75 75 800

15,1 30 504 1000 77 150 35 70

0,01

35

70

n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

7 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 24 6

204 10 20 5 150 65 262 203

400 20 40 10 300 130 500 400

n.b. n.b.

7 3

94 26

180 50

50

325

600

<10 <10 <10 <10 <50

-

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 12C: (1,50-3,50 m-mv) 16B: (1,50-3,50 m-mv) 24E: (1,50-3,50 m-mv)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Bijlage 4: Boorbeschrijvingen

Bijlage 5: Analysecertificaten en gaschromatogrammen

Verkennend bodemonderzoek Wilhelminastraat 1 te Dreumel

Recommend Documents