.C [
~roepi
[
[
:".r"
[
Til!~
eo",,,., in (-/ ,-,(_
r'l
--
Ww
r • ':> '7 " f
(
2 6 JUN 2006
[ ostsluknr.: KOpie san;
[
c o
Verkennend bodemonderzoek locatie: Deumeseweg 72 te Heide-Venray
r-'
[
I lj
C L
L L L [
l
I Medewifker I Afgehandeld I
Projectnummer: 05-0814-42 26 oktober 2005 Opdrachtgever: M.T.S. Claessens Deumeseweg 72 Heide-Venray
Datum
n -
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
r Projectgegevens
[~
Projectnaam Projectnummer Adres onderzoekslocatie Piaats Gemeente Kaartblad (top. kaart 1:10.000) Coordinaten Kadastrale aanduiding Oppervlakte
Heide, Deumeseweg 72 05-0814-42 Deumeseweg 72 Heide Venray blad 52B zuid, Venray X: 193.100 en Y: 391.180 gemeente Venray, sectie Y, nummer 268 [gedeeltelijk] circa 2.500 m'
Opdrachtgever
.,
.
[.J
n [
[i
Naam Woonplaats Telefoonnummer Faxnummer
M.T.S. Claessens Heide-Venray 0478-642474 0478-642474
Adviesbureau
Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Faxnummer
HMBgroep Voltaweg 8 5993 SE Maasbree 077-4652808 077-4653418
I [i '""'
[] HMB bodem Maasbree, 26 oktober 2005
( Dit rapport mag, met uitzonderlng van uitdrukkelijk schriftelijke toestemming van de HMBgroep, niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.
-
[
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
[ [ [
Samenvatting In opdracht van M. T.S. Claessens, is door HMB bodem een verkennend bodemonderzoek ultgevoerd op een perceelsgedeelte gelegen aan de Deurneseweg 72 te Heide-Venray. Kadastraal bekend gemeente Venray, sectie Y, nummer 268.
[
Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform het gesteide in de NEN 5740. Voorafgaand aan het feiteiijk onderzoek is een vooranderzoek uitgevoerd volgens het gestelde in de NVN 5725. De resultaten van het vooronderzoek zijn integraal opgenomen in de voorliggende rapportage.
[
De veldwerkzaamheden ten behoeve van het onderzoek zijn uitgevoerd in september en oktober 2005.
o
De aanleiding van het onderzoek vormt de realisatie van een kippenschuur en in verband daarmee het inzichtelijk rna ken van de huidige, milieukundige toestand van de bodem ter plekke.
[ [
I
Het doel van het onderzoek is vast te stellen of de bodem verontreinigingen bevat die schadelijk zijn voor de volksgezondheid en I of voor het milieu in het algemeen en zodoende een belemmering of beperking kunnen vormen bij de realisatie van de voorgenomen nieuwbouw. Het onderhavige onderzoek heelt niet tot doei am de hergebruiksmogelijkheden te bepalen van grand die van het perceel word! afgevoerd. Hiervoor moet de af te voeren grand worden onderzocht conform het gesteide in het Bouwstoffenbesiuil. Grand Tijdens he! verrichten van de veldwerkzaamheden zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen in het opgeboorde materiaal waargenomen. Ter plaatse van de boringen 7,8,10 en 11 is een 30 a 50 centimeter dikke puin-, baksteen- en I of koolhoudende verhardingslaag aanwezig. De bovengrond op het zuidoostelijk deel van de onderzoekslocatie (mengmonster M01) is Iicht verontreinigd met EOX. Voor het overige zUn geen verantreinigingen in de bovengrand (mengmonsters M01 en M02) aangetoond. Voor de lichte verontreiniging met EOX in de bovengrond zijn geen dUidelijk mogelijke bronnen of oorzaken aan het licht gekomen. Gelet op de mate van verontreiniging en het toekomstig gebruik, is er geen reden voor een aanvullend of nader onderzoek. In de ondergrond (mengmonster M03) zijn geen verontreinlgingen aangetoond. Voor bodemgebruiksvorm III (bebouwing en verharding) is geen bodemgebruikswaarde van toepassing.
[
L L I
L
[
Grondwater Tijdens de bemonstering van het grondwater uit de peilbuis PB1 is er zintuiglijk (eveneens) geen verontreiniging waargenomen. In het grandwater (monster W01) zijn geen verontreinigingen aangetoond. De pH van het grondwater kan als neutraal gezien worden. Algemeen De vooraf gestelde hypothese dat de onderzoekslocatie als "onverdacht" kan worden beschouwd, wordt op basis van de Iichte verontreiniging met EOX in de bovengrond van het zUidoostelijk deel van de onderzoekslocatie niet geheel bevestigd. Echter gelet op de mate van verantreiniging en het toekomstig gebruik, is er geen reden voor een aanvullend of nader onderzoek en bestaan er geen milieuhygienische belemmeringen voor de voorgenomen nieuwbouw van een kippenschuur op de onderzoeksiocatie.
\
blad I
lT1 t.J
o o o o o
-
o o bJ
i
1 Inleiding 2 Vooronderzoek
:
2
2.1 Inleiding 2.2 Gebruik en beschrijving locatie 2.3 Geohydrologie en bodemopbouw 2.3.1 Inielding 2.3.2 Geohydroiogische gegevens 2.3.3 Grondwateronttrekking 2.3.4 Bodemlype
2 2 4 4 4 5 5
3 Hypothese
6
4 Onderzoeksstrategle
6
6 Uitvoering van het onderzoek
6
5.1 Veldwerkzaamheden grond 5.2 Veldwerkzaamheden grondwater 5.2.1 Plaatsen peilbuis 5.2.2 Bemonstering grondwater 5.3 Samensteliing te analyseren grondmengmonsters 5.4 Laboratoriumonderzoek
6 6 6 7 7 8
6 Onderzoeksresultaten
9
6.1 Texturele samensteliing bodem 6.2 Zintuiglijke waarnemingen 6.3 Analyseresultaten 6.3.1 Toetsingskader 6.3.2 Grond 6.3.3 Grondwater
I I:>
projectnummer 05 - 0814 - 42-
Inhoudsopgave
o Q
HMB bodem -
9 9 9 9 10 10
7 Conclusies en aanbevelingen
14
[ [ [ [
l.
Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8
Regionale situatie Kadastrale situatie Situering van de boringen en peilbuis Boorprofielen Analysecertificaat grond Analysecertificaat grondwater Cireulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering Samenvatting vooronderzoek
I,
..
blad II
0,
-
HMB bodem -
projeclnummer 05 - 0814 - 42-
J
Il 1 Inleiding In opdracht van M.T.S. Claessens, is door HMB bodem een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een perceelsgedeelte geiegen aan de Deurneseweg 72 te Heide-Venray. Kadastraal bekend gemeente Venray, sectie Y, nummer 268.
[J
Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform het gestelde in de NEN 5740. Voorafgaand aan het feitelijk onderzoek is een vooronderzoek uitgevoerd volgens het gestelde in de NVN 5725. De resultaten van het vooronderzoek zijn integraal opgenomen in de voorliggende rapportage.
[J
De veldwerkzaamheden ten behoeve van het onderzoek zijn uitgevoerd in september en oktober 2005. De aanleiding van het onderzoek vormt de realisatie van een kippenschuur en in verband daarmee het inzichtelijk maken van de hUidige, milieukundige toestand van de bodem ter plekke.
[]
Het doel van het onderzoek is vast te stellen of de bodem verontreinigingen bevat die schadelijk zijn voor de volksgezondheid en I of voor het milieu In het algemeen en zodoende een belemmering of beperking kunnen vormen bij de realisatie van de voorgenomen nieuwbouw. Het onderhavige onderzoek heelt niet tot doel om de hergebruiksmogelijkheden te bepalen van grond die van het perceel wordt afgevoerd. Hiervoor moet de af te voeren grand worden onderzocht conform het gestelde in het Bouwstoffenbesluit. Het voorliggend rapport omvat de volgende onderdelen:
• • •
I
• •
vooronderzoek; opstellen van een hypothese; opstellen van de onderzoeksstrategie; uitvoering van het feitelijk onderzoek; toetsing van de onderzoeksresultaten; conclusies en aanbevelingen.
[I
L ( blad 1 van 14
-
r C'
['
o n r
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
2 Vooronderzoek 2.1 Inleiding Uitvoering van het vooronderzoek conform het gestelde in de verzamelen van relevante informatie omtrent het vroegere en mede de directe omgeving om aldus te kunnen beoordelen vonden, die mogelijk tot verontrelniglngen in de bodem zouden
NVN 5725 is geschied middels het huidige gebruik van de locatie alsof er activiteiten hebben plaatsgehebben kunnen leiden.
Op grand van de verzamelde gegevens ult het vooronderzoek Is vervolgens een hypothese opgesteld omtrent de aan- of afwezlgheld van een eventuele bodemverontreinlglng. Voor zover relevant zijn tijdens het vooronderzoek gegevens verzameld mlddels het raadplegen van documentatie en archieven van de onderstaande instanties: • • • •
Gemeente Venray; Provincia Limburg; Grondwaterkaart van Nederland van TNO-DGV; Bodemkaart van Nederland van Stiboka.
Verder zijn gegevens verkregen mlddels een vlsuele Inspectle van het terreln op 29 september 2005 en een intelView met de hear Claessens. Ten behoeve van hat vQoronderzoek is sr tevens contact geweest met mevrouw A. Kemmeling van de afdeling milieu van de Gemeente Venray. De
verkregen onderzoeksgegevens zljn samengevat In een schema, welk als bijlage 8 is opgenomen.
Voor zover relevant is de verkregen informatie verwerkt in de onderstaande terreinbeschrijving.
2.2 Gebrulk en beschrijving locatie
I [ t
De regionale situering van het terreln is weergegeven In bljlage 1 en de kadastrale sltuatle van de onderzoekslocatie is opgenomen als bljlage 2. De onderzoekslocatle bevindt zlch aan de Deurneseweg 72, circa 2 kilometer ten westen van de dorpskern van Venray. Het betreft een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Venray, sectie Y, nummer 268. Het perceel heef! een oppervlakte van circa 32.763 m'. De oppervlakte van het onderzoeksterreln, waarvan circa 1.130 m' bebouwd is. bedraagt ongeveer 2.500
m'.
L [
Zuidelijk van de locatle Iigt de Deurneseweg. In zuld- en zuldoostelijke richtlng grenst de locatle aan het met klinkers verharde er!. De (bedrijfs)wonlng Ilgt ten zuidwesten van de onderzoekslocatle. Ten westen van de locatie Iigt een voormallg metaalgrltstraalbedrljf. Ten noorden en noordoosten van de locatle Iigt een bosperceel. De oostelijke terrelngrens grenst aan een gebled met tuln en woonbebouwlng·. De locatle maakt deel ult van een gebled waar hoofdzakelijk agrarlsche bedrljven zijn gesitueerd. Op de onderzoekslocatle bevlndt zich het plulmveebedrljf van Maatschap Claessens. Het terreln Is bebouwd met een drletal schuren waarln kalkoenen worden gehouden. De vloeren van deze opstallen zljn voorzlen van een betonnen verhardlngslaag met een mestdicht karakter. Het bultenterrein Is gedeeltelijk voorzien van klinkers (zuldelijk deel) en een aantal grote betonplaten (rljbaandelen) ten noorden van de stallen. Ten oosten van de stallen bevindt zlch nog een werktulgenloods. In de zuldoosthoek van het perceel ligt, grenzend aan de Deurneseweg, een woning met tuln. De beide westelljk gelegen stallen zullen worden gesloopt ten behoeve van nleuwbouw van de schuur. Ook een gedeelte van de recent gebouwde stal, dwars achterop het perceel zal weer afgebroken worden.
[
De tabellen 2.1 en 2.2 geven een overzicht van de diverse vergunningen die In het kader van de Bouwverordening, de Hlnderwet en I of de Wet mllieubeheer met betrekklng tot de onderzoekslocatle zljn verleend.
blad 2 van 14
c -
[
HMB bodem -
projeclnummer 05 - 0814 - 42-
[ tabel 2.1:
[ [ [
ver~unninqen
In hel ka der van d e Bouwverordenma
Ven:~unning
Datum
1 seplember 1960 1 oklober 1960 Vergunning tot in gebruikname nieuw gebouw (nr 4 april 1961 14b) 7 oklober 1968 Souw kippenhok en uitbreiding bestaande loads 15juni1970 Souw kippenhok 20juni 1972 Souw van een bedrijfsruimte Souw van een woning voar J. Claessens (Sf) Souw van een kippenhok
Uitbreiding woning en vervangen kalkoenenhok Uilbreiden van de bedrijfsruimte (loads) Souw van een kalkoenenstal (J.L.P. Claessens)
15 september 1972
29 oklober 1991 4 maart 2005
Nummer
753b 908 2382
-
688
-
1306 91.8722 2002.17102
'I' be heer ta be122 : veraunmnaen In het kadervan de H'In d erwe en I 0 fd e W et mlleu
[
8 °·····:'
~j
Vergunning
Oprichtingsvergunning revisievergunning vear aen pluimveehouderij revisievergunning voar pluimveehouderij Wm-ven:lunninq
Datum 20 januari 1971
14 oklober 1987 13 december 2001
21 ianuari 2005
Nummer
-
MHa 040029
J. Claessens (sr) is in 1959 gestart met een pluimveebedrijf. Tot die tljd was een gedeelte van het terrein als bosgrond bestemd, waardoor een door gemeente verleende bouwvergunning op last van de Provincie Limburg weer ingetrokken moest worden. Uiteindelijk is in 1960 een bouwvergunning verleend voor zowel een woning als kippenschuur. Voor de nu te slopen klppenschuren zijn respectlevelijk In 1968 en 1970 bouwvergunningen afge-
r~
L
[
I
geven,
De oudsle klppenschuur Is in 1972 gesloopt en vervangen voor een schuur die beter geschikt was voor het mesten van kalkoenen. Een gedeelte van het vrijkomende bouwpuin is, zoals dat indertijd vaker gebeurde, op en in de bodem verwerkt als erfverhardin9. Volgens de opdrachtgever zijn de dakplaten nlet in de bodem verwerkt, maar elders gebruikt. In 2002 is vergunning aangevraagd voor het bouwen van een kalkoenslal achterop het perceei, vrijwel grenzend aan de bosrand. Deze stal is gerealiseerd, maar tot op heden niet in gebrulk en een gedeeite hlervan zal wegens de nieuw te bouwen kip pen schuur weer gesloopt worden. Uit de milieuvergunning blijkt dat er vier potentieel verdachle deellocaties te onderscheiden zijn:
o l L L
L L c.
A: B: C: 0:
de opslag de opslag de opslag de opslag
van van van van
diesel, motor- en afgewerkte olie; spoel- en schrobwater; reinigings- en bestrijdingsmiddeien vaste mest in de stallen.
De conclusle luidt dat er gezien de bodembeschermende voorzieningen sprake is van een verwaarloosbaar rislco op bodemverontrelniging. De punten A Vm C hebben bovendien niet direct betrekking op de huidlge onderzoekslocatie. Op het onderzoeksterreln bevindt zich een 8.000 liter propaangastank ten behoeve van de verwarming van de kippenhokken. Deze tank is verplaatst ten behoeve van de laatste nieuwbouw. V66r 26 oktober 1998 heef! er een grotere (16,8 m') propaangaslank gelegen ten noorden van de hUidige onderzoekslocatie. In juni 2003 Is er door Econsultancy Swalmen (rapportnummer 03051227) een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de reallsatie van de nleuwe schuur op het noordelljk deei van de huidige onderzoekslocatle. In de grond is indertijd enkei een licht verhoogd gehalte aan PAK boven de streefwaarde aangetoond. Tijdens de terreininspectie in september 2005 is geconstateerd dat er aan de buitenzijde van de te slopen opstallen asbestverdacht materiaal is toegepast. De betreffende dakpiaten verkeren in redelijke staat. Er is geen asbest waargenomen op / in de grond ter plaatse van de onderzoekslocatie. Het onverharde gedeelte direct rondom de stallen wordt als gazon bijgehouden. De gehele locatie ziet er ordelijk ult.
blad 3 van 14
o -
[
HMB bodem -
proiectnummer 05 - 0814 - 42-
[, [
Ten westen, buiten de perceelsgrenzen van het onderzoeksterrein ligt een terrein dat in gebruik is geweest bij een s1raalbedrijl (Stralerij Venray). Uit het gemeentelijk bodemdossier (rapportcode M098400732) blijkt dat er sprake is van een sterke verontreiniging met zink en koper op het terrein. Tevens is vastgesteld dat er sprake is van ernstige bodemverontreiniging volgens de Wet Bodembescherming (>2.000 m'). Een sterke verontreiniging met minerale olie bij een tweetal deel. locaties is niet ingekaderd. De opdrachtgever is voornemens ter plaatse van de onderzoekslocatie een kippenschuur te bouwen.
2.3 Geohydrologie en bodemopbouw
[
o n
2.3,1 Inleidlng Enig inzicht omtrent de bodemsoort en -opbouw is van belang bij het beoordelen van de aangetoonde stoffen in relatie tot het natuurlijk voorkomen ter plaatse en de mogelijkheid van het doordringen van de aangetoonde stoffen in diepere lagen. De geohydroiogische sltuatie bepaalt in hoge mate de verspreldingskansen van de aangetoonde stoffen naar de omgevlng en is samen met de aard van de bodem en de mobiliteit van de aangetoonde stoffen, belangrijk bij het verkrijgen van een indruk van het be'lnvloedingsgebied van mogelijke verontreinigingen.
2.3.2 Geohydrologische gegevens Tabel 2.3 geeft een overzicht van geohydrologische gegevens welke zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland (kaartblad 52 west, Venlo).
[
I
c
o ! l I
tabel 2.3: qeohvdroloaische qeqevens Parameter iizeroehalte hardheid maaiveldhooQte hoogte freatisch vlak slromingsrichting grondwater kD~waarde
Waarde I richtina
>15 moll 0-3 'D + 26,5 m+NAP + 25,0 m+NAP noordelfk
500-1000m Id
Geologisch gezien ligt de onderzochte locatie in het gebied van de Peelhorst. De onderzoekslocatie Ilgtjuist ten westen van de Tegelenbreuk Het gebled waarbinnen het grondwater in de Peelhorst zich beweegt, is geologisch opgebouwd uit een pakket fijne en grove sedimenten van tertiaire tot kwartaire ouderdom. Aan de bovenzijde wordt het watervoerend pakket algesloten door de slecht doorlatende deklaag (zanddilivium); aan de onderzijde vormen kleiige afzettingen van het Mioceen de slecht doorlatende basis. Het isohypsenpatroon van het Ireatisch grondwater vertoont een grote mate van overeenstemming met het isohypsenbeeld van het (diepe) grondwater in het eerste watervoerend pakket. Daaruit blijkt dat er geen duidelijke hydrologische scheiding aanwezig is tussen het freatische en het diepe grondwater. Miocene alzettlngen, Deze zijn overwegend van mariene oorsprong en opgebouwd uit middelfijne, door glauconiet groengekleurd, slib- en glimmerrijke zanden waarin schelpen, botten en plaatselijk kleilagen worden gevonden. De slecht doorlatende deklaag. Deze deklaag is over het algemeen opgebouwd uit een pakket fijne slibhoudende zanden, zandige lemen (Brabantleem), klei en veen. Hydrologisch is de deklaag van betekenis omdat hij stagnerend kan werken op verticale grondwaterstromingen, vooral op plaatsen waar leemlagen aanwezig zijn. Plaatselijk kan dit aanlelding geven tot schijnsplegels van Ireatisch grondwater.
blad 4 van 14
n -
['
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
C' 2.3.3 Grondwateronttrekking Tabel 2.4 geeft een overzichl van de gereglstreerde grondwaleronttrekklngen, die volgens opgave van de Provincle Limburg in de omgeving van de onderzoekslocalie plaatsvlnden.
['
r IJ
c l~j
label 2.4: nereolstreerde oro ndwate ronttrekki noen Nummer
903
Richting
Afstand
ZO
(km) 4,4
Naam vergunninghouder NV Walerleidingmij Limburg
407
NO
4,9
Inalfa Metal
Adres onttrekking Pompstation Breehei. Breevennenweg 11 Maasheseweg 83
Winning in 2004 (m') 1.727.248
127.589
Bovenstaande onttrekkingen zullen waarschijnlijk geen noemenswaardige invloed hebben op de stand of stromingsrichting van het freatische grondwater ter plaatse van de onderzoekslocatie. Het Is onbekend of in de omgeving van de onderzoekslocatie niet geregistreerde particuliere onttrekkingen aanwezlg zijn. Gelet op het landelijk karakter van de omgeving van de onderzoekslocatie is het nlet ultgesloten dat er, mel name In de zomerperiode. in de omgeving grondwateronttrekking plaatsvindt ten behoeve van landbouwkundlge doeleinden (beregenen). Deze onttrekkingen zullen geen noemenswaardlge invloed op de grondwaterstand of stromingsrichting van het grondwater uitoefenen.
2.3.4 Bodemtype Uit de Bodemkaart van Nederland (kaartblad 52 west, Venlo) is at te leiden dat het bodemtype in de omgevlng van de onderzoekslocatie behoort tot de dulnvaaggronden, welke volgens de Stichting voor Bodemkartering (STIBOKA) voornamelijk bestaan uit leemarm en zwak lemig fijn zand.
I
o !
Deze gronden treft men aan op de flanken van de Peelrug. Het zijn stuifzandterreinen met een onrustig relief, soms met hoogteverschillen van meer dan 5 meter op korte afstand. De gronden zijn nagenoeg geheel bebos!. O'lerwegend wordt Gt VII aangetroften; slechts eon kaartvlak heeft Gt VINII, twee kaartvlakken hebben Gt VI. De proflelen bestaan over het geheel genomen ult meer dan 50 centimeter stuifzand. Dit zand is matig fijn (M50 150 a 160 mu) en leemarm (circa 8% leem) en wordt gekenmerkt door een atwisseling van blonde. humusloze laagjes en laagjes met een fietse kleur die veroorzaakt wordt door Ingestoven humus. Het zand heefi bovendien een losse pakking. De A1 is ongewoonlijk zeer dun en humusarm, Onder het opgestoven dek wordt op vele plaatsen nog het oorspronkelijke leemarme. fijnzandige humuspodzolprofiel aangetroften; elders ligt het stulfzanddek op het zand van een uitgestoven laagte. In dat geval bestaat de ondergrond uit humusarm. lemig frjn zand (Ouder dekzand) dat een dichte pakklng heeft. De voornoemde alkorlingen zijn de bodemhorizonten die men in hel bodemprofiel ken waarnemen. Ze verschillen van elkaar door onder andere hal gehaUe aan humus, ijzar, leem, lulum, de kleur en de slrucluur. De volgende dria hoofdhorizonten kunnen hierbij worden onderschaiden. Hoofdhorizonl A is de bovenste laag van ieder bodemproflel, waarin verse organische slof wordl omgelet tol humus en waaruil evenlueel gemakkelijk oplosbare bestandde)en kunnen uitspoelen. Dele hoofdhorizonl wordt onderverdeeld in· AO: slrooisel)aag van onverteerde of weinig verteerde planlenreslen; A1 bovensle, donker gekleurde laag mel een relatief hoog gehalle aan organisch slot, die biologisch geheel of gedeellelijk is omgezel en intensief is vermengd met minerale delen;
!
blad 5 van 14
[J -
['
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
3 Hypothese
[
Tijdens het vooronderzoek zijn er geen aanwijzingen gevonden dat er op of in de directe omgeving van de locatie activiteiten hebben plaatsgevonden die tot een verontreiniging van de bodem zouden hebben kunnen leiden. Op basis van de gegevens van het vooronderzoek wordt de locatie als "onverdacht" aangemerkt.
4 Onderzoeksstrategie
f.
De onderzoeksstrategie is gebaseerd op voornoemde hypothese. De onderzoekslocatie wordt als "onverdacht" aangemerkt en onderzocht conform de strategie ONV als genoemd in de NEN 5740. Opgemerkt wordt dat de boringen, die aanvankelijk in de pluimveestallen gepland waren, verplaatst zijn naar juist buiten deze stallen. In verband met de regels omtrent hygiene en besmetting bij kippenstallen is het niet wenselijk dat derden de stallen betreden. Voor het onderzoeksresultaten zal dit, gezlen de historie van de stallen, geen gevolgen hebben. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de hiervoor geldende richtlijnen.
5 Uitvoering van het onderzoek
I I
5.1 Veldwerkzaamheden grond Verdeeld over het terrein zijn op 28 september en 5 oktober 2005 behulp van een edelmanboor', elf boringen (boring 1 tim 11) verricht tot 0,5 m-mv dan wei 0,5 meter onder de aanwezige verhardingslaag. Van het uitkomende materiaal is per boring een grondmonster samengesteld. Van de verhardingslagen zijn separate monsters samengesteld. Ten behoeve van het doorboren van de betonverharding ter plaatse van boring 7 is een diamantboor
gebruikt en veor het doorboren van de sterk puin~ en I of baksteenhoudende verhardingslagen ter plaatse van de boring en 7, 8,10 en 11 is een ram guts gebruikt.
Drie van deze boringen (boring 1, 2 en 3) zijn doorgezet tot 2,0 m-mv. Per boring zijn, in trajecten van maximaal 50 centimeter, grondmonsters samengesteld. Het opgeboorde materiaal van al deze boringen is zintuiglijk onderzocht op mogelijk aanwezige verontreinigingen en is beschreven conlorm NEN 5104.
f
De situering van de boringen is weergegeven in bijlage 3. In bijlage 4 zijn de profielen van de diverse boringen weergegeven.
L
5,2 Veldwerkzaamheden grondwater 5.2.1 Plaatsen peilbuis Benedenstrooms van de onderzoekslocatie is een boring (boring 1) doorgezet tot een diepte van circa 1,5 meter beneden het freatisch vlak en afgewerkt tot peilbuis (peilbuis PB1). Door het onsamenhangende karakter van de grond vanal het freatisch vlak is deze boring vanal het Ireatisch vlak uitgevoerd met behulp van mantelbuizen en een pulsboor. De peilbuis bestaat uit Hoge Dichtheid Poly Ethyleen (HOPE). Aan de onderzijde is de peilbuis voorzien van een filterbuis van blank HOPE met een lengte van 1 meter. De filterbuis is aan de onderzijde algesloten met een HDPE-afsluitdop. Het liitergedeelte en het blinde gedeelte van de pellbuis zijn lekvrij verbonden met een strak sluitende mol. Het filtergedeelte van de pelibuis is omstort met gebrand en gewassen filtergrind (1-2 mm).
blad 6 van 14
_
[
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
[ [ [
[ [
Het boorgat is gedicht met een bentoniet kielstop. De peiibuls Is afgeschermd met een straatpot en verzonken onder maaiveld. Direct na plaatsing is de peilbuis afgepompt. De situering van de peilbuis is eveneens aangegeven in bijlage 3.
5.2.2 Bemonsterlng grondwater De bemonstering van het grondwater heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2005. Direct voor de monstemame is de pellbuis afgepompt (ongeveer 2 maal de natte inhoud van de peilbuis). De bemonstering heeft plaatsgevonden met een vacuumpomp. Via een doorstroomcel heeft tiidens het afpompen en bemonsteren een continue meting van de pH en het elektrisch geleidingsvermogen (EG) plaatsgevonden. Pas nadat deze parameters geen schommelingen meer vertoonden, is het grondwatermonster genomen. Voor de monstername zlin de aanzuigslangen met het betreffende grondwater gespoeld. Ten behoeve van het onderzoek op kwik en andere zware metalen is een gedeelte van het grondwatermonster tiidens de monstemame in-line gefiltreerd (filter met een poriengrootte van 0,45 ~m). Het grondwatermonster is verdeeld over enkele monsterftessen welke. afhankeliik van de te analyseren parameters, voorbehandeld ziin met een bepaald conserveringsmiddel. Direct na de monstemame ziin zowel de grand monsters als het grondwatermonster gekoeld aangeleverd bii het laboratorium, waar verdere conservering ten behoeve van het onderzoek heeft plaatsgevonden.
[
5.3 Samenstelling te analyseren grondmengmonsters Bovengrond
[
I
o [
L [
Tabel 5.1 geeft een overzicht van de grondmonsters, die ziin gebruikt ten behoeve van het samenstellen van de te analyseren mengmonsters van de bovengrond. tabel 5,1: samenstellina menamonsters bovenarond Monstercode
M01
M02
Boring en
Monsternametraject
arondmonster
Icm-mv)
2.1 3.1 4.1 5.1 6.1 7.3 8.2 10.2 11.2
0-50 0-50 0-50 0-50 0-50 50 -100 50 -100 50 - 100 50 - 100
Zintuiglijke verontreinigingen
geen geen geen geen ;:;een geen
geen geen
;:;een
Ondergrond Tabel 5.2 geeft een overzicht van de grondmonsters, die zijn gebruikt ten behoeve van het samenstellen van het te analyseren mengmonster van de ondergrond. ta b e152 : sarnenstellina menamonster ondernrond Monstercode
M03
Boring en
Monsternametraject
arondmonster
(cm-mv)
1.2 1.4 2.2 2.3 3.2 3.3
50 - 100 150-200 50 -100 100-150 50-100 100 -150
Zintuiglijke verontreinigingen
geen
geen geen geen
geen aeen
Er is geen mengmonster samengesteld van de bodemvreemde verhardingslaag c.q. puinverharding.
blad 7 van 14
c -
[ [ [
HMB bodem -
projectnummer 05 -0814 -42-
5.4 Laboratoriumonderzoek De grondmonsters en het grondwatermonster zijn onderzocht door het milieulaboratorium van Envlrocontrol 8.V.BA in Wingene (8elgie). Het samenstellen van de te analyseren grondmengmonsters heeft op het laboratorium plaatsgevonden. Hier zijn op de monsters de navolgende an,,lyses uitgevoerd. Mengmonsters boven- en ondergrond
[
• • • • •
droge stof-, organisch stof- en lutumgehalte"; zware metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink); polycycllsche aromatische koolwaterstoffen (de 10 PAK genoemd in de Leidraad bodembescherming); extraheerbare organohalogeenverbindingen (EOX); minerale olie. Enkel het organisch stof~ en lutumgehalte van de grondmengmonsters M01 en M02 zijn bepaald. Deze waarden worden als representatief beschouwd voor het organisch stof~ en IUlumgehalte van de boven- en ondergrond van de gehele onderzoekslocatie.
o
Grondwatermonster
• •
[
•
[
•
zware metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zlnk); vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen) en naftaleen; vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (dichloormethaan, trichloormethaan, tetrachloormethaan, 1,1-dichloorethaan, 1,2-dichloorethaan, 1,1, 1-trichloorethaan, 1,1 ,2-trichloorethaan, cis 1,2-dichlooretheen, trans 1,2-dichlooreteen, trichlooretheen, tetrachlooretheen, 1,2-dichloorpropaan, monochloorbenzeen en dichloorbenzenen); minerale alie.
De pH en het elektrisch geleidingsvermogen (Ee) van het grondwater zijn in het veld bepaald.
I
Een kopie van de analysecertlficaten is opgenomen als bijlage 5 (grond) en 6 (grondwater).
o o L L L
blad 8 van 14
o
c
-
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 42-
[ [
6 Onderzoeksresultaten 6.1 Texturele samenstelling bodem
[
De bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie bestaat textureel gezien in hoofdzaak uit zwak siltig, matig fijn zand. Direct voor de bemonstering van het grondwater is een grondwaterstand van circa 2.70 m-mv in de peilbuis gemeten.
[
6.2 Zintuiglijke waarnemingen
o
Tijdens het verrichten van de veldwerkzaamheden zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen in het opgeboorde materiaal waargenomen. Ter plaatse van de boringen 7, 8. 10 en 11 is een 30 a 50 centimeter dikke puin-. baksteen- en / of koolhoudende verhardingslaag aanwezig. Tijdens de bemonstering van het grondwater uit de peilbuis is er zintuiglijk geen verontreiniging waargenomen.
o [
[
6.3 Analyseresultaten 6.3.1 Toetsingskader De analyseresultaten zljn beoordeeld aan de hand van de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering" (Nederlandse Staatscourant, nummer 39, 24 februari 2000; zie bijlage 7). De basis van het toetsingskader wordt gevormd door de streef- en interventiewaarden, welke de volgende betekenis hebben: •
streefwaarde (S-waarde): deze waarde geeft het concentratieniveau aan waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. Dit niveau dient bereikt te worden om de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voar mens, dier en plant, volledig te herstellen. Het concentratieniveau komt overeen met een "gemiddelde" achtergrondconcentratie, die bij de verschillende bodemtypen in Nederland kan voorkomen, of die is afgestemd op de bepalingsgrens bij de gebruikelijke anaiysemethode;
•
interventiewaarde (I-waarde): deze waarde geeft het concentratieniveau aan voar verontreinigingen in de bodem waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die bodem heeft voor mens. dier en plant. Gehalten of concentraties van verontreinigende stoffen, die deze waarde overschrijden geven aanleiding een saneringsonderzoek in te stellen en zonodig sanerendemaatregelen te treffen;
•
criterium voor nader onderzoek ('f,(S+I)-waarde): dit is het criterium (Y,(interventiewaarde + streefwaarde}) waarbij, afhankelijk van de omstandlgheden, sprake kan zijn van een blootstellingsrisico voor de mens en / of aantasting van het milieu. Afhankelijk van die dmstandigheden kan een nader onderzoek gewenst zijn. Voor stolfen waarvoor geen streefwaarde is vastgesteld, wordt het criterium Y,(interventiewaarde} gehanteerd in plaats van het criterium Y,(interventiewaarde + streefwaarde). Ter verduidelijklng is het criterium voor nader onderzoek eveneens bij de analyseresultaten opgenomen.
I
o
De toetsing van de analyseresultaten' van de grondmengmonsters en het grondwatermonster is weergegeven In de tabelien 6.1,6.2 en 6.3.
l l
Parameters die in een gehalte of concentratie boyan de slreefwaarde gecentreerd. Parameters die in een gehalte of concentratie boven het aangetoond, zijn vetgedrukt, gecentreerd en gearceerd. Parameters boven de interventiewaarde zijn aangetoend, zijn vetgedrukt, gearceerd
zijn aangetoond, zijn vetgedrukt en criterium voer nader onderzoek zijn die in een gehalte of concentratie en links in de kolom geplaatst.
blad 9 van 14
-
[
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 42-
[ Om de mate van verontreiniging aan te geven, wordt in voorliggende rapportage de volgende terminologie gebruikt:
[
•
niet verontreinigd licht verontreinigd matig verontreinigd : sterk verontreinigd
gehalte I concentratie .:: streefwaarde; streefwaarde < gehalte f concentratie .5. h(streef~ + interventiewaarde); %(5tree1- + intetlJentiewaarde) < gehalte I concentratie.:: interventlewaarde; gehalte I concentratie > interventiewaarde.
[
6.3.2 Grand
[
In de geanalyseerde mengmonsters van de bovengrond (M01 en M02) zljn. met uitzondering van een verhoogd gehalte aan EOX boven de streeliNaarde in mengmonster M01. geen van de onderzochte parameters aangetoond in verhoogde gehalten boven de streeliNaarden en I of be palingsgrenzen.
Bovengrond
Ondergrond In het geanalyseerde mengmonster van de ondergrond (M03) zijn geen van de onderzochte parameters aangetoond in verhoogde gehalten boven de streeliNaarden en I of bepaiingsgrenzen. 6.3.3 Grandwater
[ [
In het geanalyseerde grondwatermonster (W01) zijn geen van de in onderzoek genomen parameters aangetoond in verhoogde concentratles boven de streeliNaarden en / of bepaiingsgrenzen. De pH van het grondwater kan als neutraal gezien worden.
I [
o L. 1-
I l
l blad 10van 14
"
[, -
['
HMB bodem -
Projectnaam
Heide, Deurneseweg 72
GebrUikl,e
Projeclnummer
05-0814-42
boven-
IZA51 000542
M01 van
IAna Iy
grand S8 fa pportn ummer
grOndmonlsters t.b.v.
1
2.1 3.1 4.1 5.1 6.1
Analyseparameters
[' ['
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
~ 0'9
Droge stof (gew.-%)
1,8 2,8
Organisch stof (% vd OS)
Lutum (% vd OS) Zware melalen
17 0,47 56 18 0,21 55 13 61
24 3,7 133 66 3,6 198 45 188
IpAK-totaal (10 van VROM)
1,°1
211
401"
I~
ITalaal minerale alie (C10·C40)
101
5051
10001
<101
0,31
-,
-I
arseen cadmium chroom
koper
kwik
['
L I
lood nikkel zink
IEOX
32 7,0 211 94 7,0 340 77 314
<10 <0,4
10 14 <0,05
38 3,7 49
0,41
Berekende streef- en interventiewaarden bij bepaald organisch stof- en lutumgehalte. Voor de berekening van de referentiewaarden met betrekking tot de organische verbindingen is bij een organisch stofgehalte van <2% uitgegaan van 2% en bij een organisch stofgehalte van >30% is uitgegaan van 30%.
o
Analyseresultalen in mg/kg d.s. tenzij anders aangegeven.
* Voar deze stoffen zijn geen individuele slreef~ respectievelijk interventiewaarden vastgesteld. Voor de streef~ en interventiewaarde PAK wordt conform de circulaire "Streefwaarden en in1erventiewaarden
(1
bodemsanering" geen bodemtypecorrectie voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10% en bodems met een organlsch stofgehalte boven de 30% toegepast.
[
blad 11 van 14
[
r
-
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 42-
tabel 6.2: toetsing analyseresultaten grondmengmonsters M02 en M03
r~
[
Projectnaam
Heide, Deurneseweg 72
Gebruikte grondmonsters t.b.v.
Projeclnummer
05·0814·42
boven·
IAnalyserapportnummer
grand IZA51000542
Analyseparameters
['
I
onder· grand
M02 van
M03 van
7.3
1.2
8.2
1.4
10.2
2.2
11.2
2.3
I
3.2 3.3
['
[}
0,6
Lutum (% vd OS)
2,0
Zware metalen
16
23
30
<10
<10
0,43
3,5
6,5
<0,4
<0,4
chroom
54
130
205
<5,0
5,9
koper
17
52
87
<5,0
<5,0
arseen cadmium
L:
kwik
0,21
3,5
6,9
<0,05
<0,05
load
53
190
328
nikkel
12
42
12 <3,0
zink
57
175
72 293
9,5 <3,0 22
12
0,201
<0,2°1
IPAK.totaal (10 van VROM)
I
94,31
95,1
Droge stof (gew.-%) Organisch stof (% vd OS)
ITolaal minerale alie (C10-C40)
!EOX
21 1
1,0!
401<1
1O!
5051
10001
<101
<101
0,3!
-I
-I
<0,051
<0,051
Berekende streef- en interventiewaarden bij bepaald organisch stof- en lutumgehalte. Vocr de berekening van
de referentiewaarden met belrekking tot de organische verbindingen is bij een organisch stofgehalte van <2% uitgegaan van 2% en bij een organisch stefgehalte van >30% is uitgegaan van 30%. Analyseresultaten in mg/kg d.s. tenzij anders aangegeven. * Veer deze steffen zijn geen individuele streef~ respectievelijk interventiewaarden vastgesteld. (1
Veer de streef~ en interventiewaarde PAK werdt conform de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden
bedemsanering" geen bedemtypecorrectie voor bodems met een erganisch stofgehaJte tot 10% en bodems met een organisch stofgehalte boven de 30% toegepast.
l l blad 12 van 14
[J -
HMB bod em -
projectnummer 05 - 0814 - 42-
tabel 6.3: toetsing analyseresultaten grondwatermonster
Projectnaam
Heide, Deurneseweg 72 05-0814-42
Projectnummer
r'..
['
I::.:A::.:n.::a"ly.::se::.;r.::a",p"-po::.;rt.;;n"u"m.;;m=e,,r
I.::ZA=5,,10,,0,,0;..4.;;2.::2
_
Ult
6,96 750 2,70
pH (~S/cm)
Grondwaterstand
WOi
peilbuis PB1
Analyseparameters
EC
(m~mv)
Zware metalen arseen cadmium
10 0,4 1 15 0,05 15 15 65
chroom koper
[J
Grondwatermonster
kwik lood nikkel zink ITotaal mlnerale ahe (C1 O-C40)
I
35 3,2 16 45 0,2 45 45 433
501
60 6 30 75 0,3 75 75 800
<10 <0,4 <3,0
7,2 <0,05 <5,0 <5,0 <5,0
600 1
Vluchtige aromatische kool-
I !' ::"':'1
walerstoffen benzeen lolueen ethylbenzeen xylenen naftaleen Vluchtige gehalogeneerde
chloroform (trichloormethaan) tetrachloormelhaan 1,1 -dichloorethaan
[
! l [
1,1,1-trichloarethaan 1,1,2-trichJoorethaan cis 1,2-dichloorelheen trans 1,2·dichloorelheen trichlooretheen tetrachlooretheen 1,2·dichloorpropaan
15 504 77 35 35
30 1000 150 70 70
<0,20 <0,20 <0,20 <0,50 <0,50
0,01 6 0,01 7 7 0,01 0,01
500 203 5 454 204 150 65
1000 400 10 900 400 300 130
<0,50 <0,20 <0,20
kool~
watersloffen dichloorrnethaan
1,2 -dichloorethaan
0,2 7 4 0,2 0,01
· · ·
· · ·
··
24 0,01
262 20
500 40
7
94
160
·
<0,50 <0,20
<0,50 <0,20 <0,20 <0,20
<0,20 <0,20 <0,50
Chloorbenzenen monochloorbenzeen 1,2·dichloorbenzeen 1,3·dichloorbenzeen 1,4~dichloorbenzeen
· · ·
· · ·
· · ·
<0,20
<0,20 <0,20
<0,20
Analyseresultaten in J-lg/l tenzij anders aangegeven. * Veer deze stoffen zijn geen individuele streef~ respectievelijk interventiewaarden vastgesteld.
[ blad 13 van 14
r -
[
HMB bodem -
projectnummer 05 - 0814 - 4 2 -
7 Conclusies en aanbevelingen
[ Grond Tijdens het verrichten van de veldwerkzaamheden zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen in het opgeboorde materiaal waargenomen. Ter plaatse van de boringen 7, 8, 10 en 11 is een 30 50 centimeter dikke puin-, baksteen- en I of koothoudende verhardingslaag aanwezig.
a
De bovengrond op het zuidoostelijk deel van de onderzoekslocatie (mengmonster MOi) is licht verontreinigd met EOX. Voor hat Dverige zijn geen verontreinigingen in de bavengrond (meng¥ monsters M01 en M02) aangetoond. Voor de lichte verontreiniglng met EOX in de bovengrond zijn geen dllidetijk mogelijke bronnen of oorzaken aan het licht gekomen. Gelet op de mate van verontreinlging en het toekomstig gebruik, is sr geen reden voar een aanvullend of nadar onderzoek.
[J
In de ondergrond (mengmonster M03) zijn geen verontreinigingen aangetoond. Voor bodemgebruiksvorm III (bebouwing en verhardlng) is geen bodemgebruikswaarde van toepassing. Grondwater
Tijdens de bemonstering van het grondwater uit de peilbuis PSi is er zintulglijk (eveneens) geen verontreiniging waargenomen. In het grondwater (monster W01) zijn geen verontreinigingen aangetoond. De pH van het grondwater kan als neutraal gez!en worden. Aigemeen
I L
De vooraf gestelde hypothese dat de onderzoekslocatie als "onverdacht" kan worden beschouwd, wordt op basis van de lichte verontreiniging met EOX in de bovengrond van het zUidoostelijk dee I van de onderzoekslocatie niet geheel bevestigd. Echter gelet op de mate van verontreiniging en het toekomstig gebruik, is er geen reden voor een aanvullend of nader onderzoek en bestaan er geen milieuhygienische belemmeringen voar de voorgenomen nieuwbouw van een kippenschuur op de onderzoekslocatie.
[J [
!
I
blad 14 van 14
r ['
r['
" L I [;.
\ 28.1i
L [
n!
r r r r r r [
o o [ [
I [J "I [
J
[
l [ (
[
l [
Bijlage 1 Regionale situatie
c [
Uw referentle: 05-0814-42
Uittreksel Kadastrale Kaart
r
390
[ 203
[
[ 122
[
o [
268
127
[
I [
133
o [ L
135
1034 Om
12345 25
Deze kaart is noordgencht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Bebouwlng Ovenge topografie
Voar een eensluidend uittreksel, ROERMOND, 28 september 2005 De bewaarder van hat kadaster en de openbare registers
100 m
20m
Kadastrale gemeente
Sectie Perceel
VENRAY Y 268
Aan dit uiltreksel kunnen geen betrouwbare maten worden onUeend. De Dienst veer het kadasfer en de openbare re<]isters behoudt zich de intellectuale 81gendomsrechten vOar, waaronder het auteursrecht en hel dalabankenrecht.
Bijlage 3 Situering van de boringen en peilbuis
[J [
L I L f\ LJ
I [
[
I I I
o
o o o c o o
Schaal 1: 20
Boring:
1
Boring:
2
Datum:
29-09·2005
Datum:
05·10-2005
gras
O''T" ..-.-,.-,.-,.-,.-,.n rr
Zand, malig fijn, zwak sillig, bruin
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
" 3L-...
............. .............
land. matig tijn. zwak sUUg, zwak grindig, beige land, mallg fijn, zwak siltlg, bruin
............. Zand, malig fijn, zwak siltig, geel 50~ ::::::::::::: ,
........
50 '::::::::::::.
....
.
.
............. .............
land, malig fijn, zwak sllllg, Ilchtgeel
2 land, mallg tijn, zwak siltig, beige
............. ............. .............
100
100- :::
3
geel·beige
150
............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. "::::::::::::. .. , . '::::::::::::•
'"
land, matig tiJn, zwak silllg, donkergeel
3 Zand, matig fijn. zwak silUg, geel
-"
I········· .. ··
l:'::':i{{{:
c
, land, matig filn, maUg silllg, bruin
'00 200
[J
.............
':':':':':' :':':::B
Zand, malig fijn, zwak silllg,
I
Gras
OT":,.-,.-,.-,... -. . '"
~
,.
land, matlg fijn, maUg siltig, donkerbruin
Zand, malig fijn, zwak sillig, beige 250
~:.>
300 v
':::.
[
L
350
•..
[
L t. Projectcode:
~)5·0814-42
Projectnaam: Heide, Deurneseweg 72
getekend volgens NEN 5104
[J Schaal 1: 20
['
Boring:
3
Boring:
4
Datum:
05-10-2005
Datum:
05-10·2005
gras Zand, matig fijn, 2wak sillig, bruin
O--r:., "' .."' .."' .."' .."' ..Tlo
['
gras Zand, malig tijn, zwak sillig, lichlbruln
1::---:':--:-:':':-':-:'-:-:':""
O'T
.............
Zand, matlg fiJn, zwak sillig, bruin
[' 50
.
.............
Zand, malig fijn, zwak sillig, gee!
100
3
f]
150
"" Zand, malig fijn, mallg silt1g, =-"~g"rjje',b'O"";O'::--::_-:-:=-:-:
~~114
L
175
~
200
L
_
Boring:
5
Boring:
6
Datum:
05-10-2005
Datum:
05-10-2005
............. .............
gras
I
Zand, maHg fijn, zwak sillig, bruin
gras Zand, mallg tiJn, zwak silUg, bruin
............. ............. ............. ............. ............. ............. ............. .............
[J
"•
---
50
Zand, malig fijn, zwak sillig, geel
1L....
5O.J.:'C·C"C':"C'C'C''C'j'""
Borino:
7
Boring:
8
05-10-2005
Datum:
05-10-2005
beton
12cm
" •
[1
[2 50 ~;
I
;
..
,n
0=--"'"
Zand, mallg fijn, zwak sillig, sterk pulnhoudend, matlg baksteenhoudend, Z\Vak koolhoudend, bruin
-I ::::::::::::
J' ..••••••••• ,
land, malig fijo, zwak sillig, geel Zand, mallg fijn, 2wak siltig, slerk baksteenhoudend,
lichlbruin
J
.
J
t
.
·
1"' .. ,
.
1".
.
.
-r ":::::::::::,
" '"
Zand, mallg fijn, zwak sillig, Iichtbruin
Zand, malig fijn, zwak sillig, geel
Zand, mallg tijn, zwak sillig, tJchlbruln
SOl:::::}}}}:
Zand, mallg fijn, zwak sl1lig, beige
j.::.::.:.:.:.:.:.:.:.:
oJ········ •.•.. ............. 100
-
~c
Projectcock <)5-0814-42
Zand, mallg tijn, zwak sillig, llchlbruln Zand, malig tljn, zwak sillig, bruin
Datum: 0
L
Zand, matig Cljn, mallg siltig, bruin
Zand, malig fijn, zwak sillig, "'-....:b='~;g=,
'00
Projectnaam: Heide, Deurneseweg 72
100-
'00
gelekend volgens NEN 5104
Schaal 1: 25
Boring:
9
Boring:
10
Datum:
05-10-2005
Datum:
05-10-2005
00~1
Gras Zand, malig fijn, zwak sHlig, bruin
............. ............. ... . . . ... . ... ··............. '::::::::::::. ............. , ............ ............. , .. ·.... ....... ....... .... " .
o
50
t.::..::..'::'. ~ l.:-:. . :....:.:. . .::':.".::. ......... . ......... . .
Zand, mallg lijn, zwak siltig, gee!
·ii 100
Boring:
11
Datum:
05·10·2005
,rr Zand, matig lijn, zwak sillig,
sterk puinhoudertd, bruin 1
~,
Zand, matig fijn, zwak siltig, beige
,rr
o SO
[ 100
..... ......... .... ..... ........ ..... ... ..... ... .. ..... .. ... ....... ....... .. .. ..... .............. .. .... .. ... ..... .. .. ... ................. .. .... .,... .... ..... .. .... .. .... ....... ...... .. .... ........... .... ...... .. .... .... .. .. .. ......
Zand, malig lijn, zwak sillig,
I
sterk puinhoudend, bruin
Zand, maligl1jn, zwak silllg, bruin
I,
Zand, mallg lijn, zwak sittig, beige
'00
L I [",''' ..
[j
l
! Projaclcode: 05-0814-42
Projectnaam: Heide, Deurneseweg 72
gelekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104) grind Grind, slltlg
Grind, %Wak zandlg
Grind, matlg zandlg
Grind, sterk zandlg
r
Grind, ulterstzandlg
r zand
I........ ··~ ':::,'::,':::: I..·..'..·· .. ............. .... I............·~ .. I............ ......... ·~ . I........... "
gaur
klal
Zand, klelYg
wgm
Klef. zwak sUllg
~
Klal, mattg sllt19
~
Klal, sterk slltlg
-m
Kia], zwak zandlg
~J Wt@j]
Kist, matlg zandlg
Zand, matlg sUtlg
Learn, zwak zandfg
Zand, sterk sllUg
Learn, sterk zandlg
I
•
ulterste gour
o n
zwakke aile-water reactls
S
matlge olle·water rasetle
geen olle-water reacUe
ultersts olle-water rosetle
p.l.d.-waarda >0 >1
3 til
>10
..
>1000
•
>10000
>100
monsters
~
Zand, ulterst Slltlg
Veen, mlneraa/arm
I
starke gaur
*
learn
veen
I
matlge
~
•
Klal. sterk zandlg
overlge toevoeglngen
I L lJ
gaur
$-
~
,
~
zwakke gaur
.... sterke oUe·water resctte
~ Z8nd, Zwsk slltl9
",
geen gaur
~
olio
Klal, ulterst slltlg
~]
o
'----~ L-_gj
zwak humeU8
I
geroerd monster
ongeroe'" monster
matlg humeus
overtg
Veen, zwak ktelTg
L.--§J
sterk humeus
...
blJzonder bastanddeel
Veen, stork klalTg
'---------_r~
zwakgrlndlg
~
Gem/ddeld hoogste grondwatersu
~
grondwaterstand
Vean, zwak zandtg
I
matlg grlndlg
•
Gemlddeld /aagate grondwaterstal
Veen, sterk zandlg
C~
sterk grlndlg
~Stlb
I~
[J [l r( .
I I I, U
o [
-
[ [ I,
Bijlage 5 Analysecertificaat grand
[J
HMBgroep BV
['
Postbus 8017 5993 ZG
Maasbree
ter attentie van Wilko Garritsen
r
projectgegevens project
05-0614-42
Heide (venray), Deurneweg 42
opdracht 1780
1
C
Opdrachtqeqevens opdracbt 039936
10~Oct-2005
rapport
17-0ct-2005 pagina 1 van 3
ZA51000542
II Geachte, Hierbij zenden wij u de analyse resultaten van het door Envirocontrol uitgevoerde laboratoriumonderzoek. De gerapporteerde analyseresultaten hebben betrekking op door u aangeleverde monsters en
voorzien van uw refer.enties. Het analyse rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Envirocontrol.
I
De analyses gemerkt met een Q behoren tot de scope van de RvA-accreditatie en uitgevoerd zoals vermeld op het analyserapport, op aanvraag zenden wij u een overzicht van de analysemethodieken met een
b~schrijving
van de rneetonzekerheid.
AIle grondwatermonsters zijn aangeleverd conform de criteria van protocol SIKB-300l, tenzij uitdrukkelijk
o
anders vermeld op het analyserapport.
I.
In vertrouwen u hiermede te hebben geinformeerd, verblijven wij
I
Voor eventuele vragen en/of opmerkingen omtrent het uitgevoerde onderzoek, kunt U ons altijd contacteren.
hoogachtend,
namena Envirocontrol BVBA
J.J,J.H. van Kammen
P. Ghyssaert
directeur
hoofd laboratorium
I
Envirocontrol BVBA Beernemsteenweg 81 8-8750 Wingene Tel. +32(0)51 656297 Fax+32(0)51 656298 e-mail info@envirocontroLbe TESTEN
[] ['. . ~' r~
['
, HMBgroep BV
['
ter attentie van Wilko Garritsen
L
project 05~Oa14-42 opdracht 039936
rapport
Heide (venray), Deurneweg 42 1O-Oct-2005
17-0ct-200S pagina 2 van 3
ZASI000542
overdracht / acceptatie 39936/001 grand
r:
]9935/002
grand
39935/003
grand
algemene parameters droge staf
Q ofr NEN 5747
Lutum
Q
ofr NEN 5753
Organische stef
Q
ofr NEN 5754
90.9 2.8 1.8
95.1 <2.0
94.3
% op ds % op ds
eigen eigen eigen eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen Q eigen
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Q Q Q Q Q
zink
,••"""""8'--
[
,
Q ofr NVN7322 Q ofr NVN7322
Q ofr NVN7322
cadmium chroom
nikkel
[
39936/003
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
arseen
load
[
39936/002
0.'
metal en
kwik
L
39936/001
Eenheid
koper
[j
moustername opgegeven door opdrachtgever 05/10/2005
MOl 4+2+6+5+3 (O-50) M02 8+11+10+7(50-100) M03 1+2+3{50~lOO)+1(150~200)+2+3(lOO-150}
o n I
OS-Oct-200S
pagina 1 betreft een algerneen voorblad
ofr NVN7322 ofr NVN7322 ofr NVN7322
ofr NEN 5779-1994 ofr NVN7322
<10
38 3.7
<:0.4 <:5.0 <:5.0 <:0.05 9.5 <3.0
49
22
12
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 0.03 0.02 <0.02 <0.02 0.03 <0.02 <0,02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.50 <0.20
<0.02 <:0.02 <:0.02 <0.02 0.06 <0.02 0.06 0,06 <0.02 0.03 0.02 <:0.02 <:0.02 <0.02 <:0.02 <0.02 <0.50 0.20
<0.02 <:0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <:0.02 <:0.02 <:0.02 <0.02 <:0.02 <:0.02 <:0.02 <0.02 <:0.50 <0.20
10 14
<0.05
12
<:3.0
_
naftaleen acenaftyleen acenafteen fluoreen fenantreen antraceen fluoranteen pyreen benzo (a) antraceen chryseen benzo(b)fluoranteen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen indeno (123cd) pyreen dibenzo (ah) antraceen benzo(ghi)peryleen som 16 EPA sam 10 VROM
Q Q Q Q
GCMS
GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS
GCMS GCMS GCMS
GCMS GCMS GCMS GCMS
GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS
alien minerale alie GC fractie C10-C12 fractie Cl2-C16 fractie C16-C20 fractie C20-C24 fractie C24-C28 fractie C28-C36 fractie C36-C40
Q
arqanisch haloqeen EOX
Q cfr NEN 5735
voorbehandelinq cryogeen vermalen extractie
dO <0.4 5.9 <5.0 <0.05
<10
<0.4
Q
NEN 5733 5733 NEN 5733 NEN 5733 HEN 5733 HEN 5733 NEN 5733 NEN 5733
Q NEN
Q
o o Q Q
5730 eigen
Q NVN Q
Er zijn geen afwijkingen geconstateerd
,,, ,
mg/kgds
<10
<10
,,,
<1.0 <1. 0 <1.0 <1.0 <1. 0 <1. 0 <1. 0
<1. a <1. 0 <1.0
mg/kgds
0.41
<0.05
<0.05
uitgevoerd uitgevoerd
uitgevoerd uitgevoerd
uitgevoerd uitgevoerd
ten opzichte van protocol SIKB·300l.
Envirocontrol BVBA Beernemsteenweg 81 8·8750 Wingene Tel. +32(0)51 656297 Fax+32(0)51 656298 e·mail
[email protected] TE$TEN
o HMBgroep BV
[ [
ter attentie van wilko Garritsen
project
05-0814-42
opdracht 039936 rapport
ZASI000542
Heide (Venray), Deurneweg 42 10-0ct~2005
17-0ct~2005
authorisatie hoofd laboratorium
[
pagina 3 van 3
P. Ghyssaert
. _.. _._....._c~ .
.2~Jit4.cL
[
pagina 1 betreft een algemeen voorblad
-
o [ [
I
c o L
! Envirocontrol BVBA Beernemsteenweg 81 8-8750 Wingene Tel. +32(0)51 656297 Fax+32(0)51 656298 e-mail
[email protected] TESTEN
n c
Chrom Perfect Chromatogram Report -
C;\CPOala\GC05\051013\SA50100921 0035 BND
039936/001
450
[
..~
"
[
400
[ 350
[ 300
o
250
w ~
[
[
&
•w
200
a:
150
I 100
o l L
50 -
,
,
r
8
10
a a
2
4
6
I,
r
12
I
II,
III"" 14
16
"I,IJJ,~IL 18
20
22
24
26
28
30
Time - Minutes
Envirocontrol chromatogram minerale alie m.b.v. gaschromatografie
I Printed on 10/14/2005 2:31 :26 PM
Page 2 of 2
r [
Chrom Perfect Chromatogram Report -
C:\CPData\GC05\051014\SA50100923.0012.BND
039936/003
450
•
2l B
~ 400
350 -
[' ['
Ii IJ
,
300
250 2
~
:;;
,
~ c
8.
••
200
"'
150
I L []
,
100
50 -
o
!
I
L
8
10
.l
I.
I
,j
,II, I
14
16
I UillJj~~
, o
2
4
6
12
18
20
22
24
26
28
30
Time· Minutes
Envirocontrol chromatogram minerale alie m.b.v. gaschromatografie
Printed on 10/17/20056:45:26 AM
Page 2 of 2
[
Chrom Perfect Chromatogram Report -
C:\CPQata\GC05\051013\SAS0100922 0037 BND
039936/002
450
[
400
350
L
300 -
[]
250
~
o
&.
•"
200
"'
150
I 100
50
I,
a
l I
I
III
10
12
II, ,I
Ll ,'," III I
, a
2
4
c----r6
8
14 16 Time· Minutes
18
20
,
,
22
24
26
28
30
Envirocontrol chromatogram minerale olie m.b.v. gaschromatografie
Printed on 10/14/2005 2:31 :30 PM
Page 2 of 2
o [~,
':
:t -.
[ HMBgroep BV
[
[ [
Postbus 8017 5993 ZG
Maasbree
ter attentie van wilko Garritsen
Pro j ectgeqevens project
05~0814-42
Heide (Venray), Deurneweg 42
opdracht 1780
[
Opdrachtgegevens opdracht 039937
lO-Oct-2005
rapport
12~Oct-2005
ZASI000422
Pagina 1 van 2
Geachte,
[
Hierbij zanden wij u de analyse result at en van het door Envirocontrol uitgevoerde laboratoriumonder~oek.
[
De gerapporteerde analyseresultaten hebben betrekking op door u aangeleverde monsters en
voarzien van uw referenties. Het analYse rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd tenzij met
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Envirocontrol.
I
De analyses gemerkt met ean Q behoren tot de scope van de RvA-accreditatie en uitgevoerd
~oals
vermeld op het analyserapport, op aanvraag zenden wij u een everzicht van de analysemethedieken met een beschrijving van de meetonzekerheid. AIle grondwatermonsters zijn aangeleverd conform de criteria van protocol SIKB-3001, tenzij uitcirukkelijk
o
anders vermeld op het analyserapport. Voor eventuele vragen en/of opmerkingen omtrent het uitgevoerde onderzoek, kunt u ons altijd contacteren.
In vertrouwen u hiermede te hebben geinformeerd, verblijven wij hoogachtend,
L I,--
namens Envirocontrol BVBA
J.J.J.K. van Kammen
P. Ghyssaert
directeur
hoofd laboratorium
Envirocontrol BVBA Beernemsteenweg 81 B~8750 Wingene Tel. +32(0)51 656297 Fax+32(0)51 656298 e·mail
[email protected] TESTEN Ava l331
..
L j I
!
i
:.i,:j'
'j I
I "1, ('J
"',.!
""
"
HMBgroep BV
[
[ [
ter attentie van wilko Garritsen
Heide (Venray), Deurneweg 42
05~oa14-42
project
opdracht 039937 rapport
lO-Oct~2005
ZA51Q00422
12-0ct-2005 Pagina 2 van 2
overdracht I acceptatie 39937(001 grondwater
07~Oct-2005
moustername opgegeven door opdrachtgever 07/10/2005
WOl:pbl
Eenheid
[
o [ [
I
monsteracceptatie overdrachtsdatum conservering
39937/001
2100071005 CFR CFR
SIKB-300l SIKE-300l SIKB-300l
verpal
pagina 1 betre£t een algemeen voorblad
metalen arseen cadmium chroorn koper kwik load nikkel zink
clien minerale olie GC fractie CIQ-C12 fractie C12-C16 fractie C16-C20 fractie C20-C24 fractie C24-C28 fractie C28-C36 fractie C36-C40 methode
Q
ofr ofr Q ofr Q ofr
NEN 6426 NEN 6426 NEN 6426
Q
MEN-EN 13506
Q
NEN 6426 (AFS)
ofr MEN 6426 Q ofr NEN 6426 Q ofr MEN 6426 Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q
NEN-EM-ISO MEN-EM-ISO MEN-EM-ISO NEN-EN-ISO MEN-EM-ISO MEN-Elf-ISO NEN-EM-ISO NBN-EN-ISO NEN-Elf-ISO
9377.2 9377.2 9377.2 9377.2 9377.2 9377.2 9377.2 9377.2 9377.2
ug/1 ug/l ug/l ug/l ug/1 ug/1 ug/l ug/l
<10 <0.4 d.O 7.2 <0.05 <5.0 <5.0 <5.0
ug/l
<50 <1. 0 <1. 0 <1.0 <1.0 <1.0 <1.0
••• •• •
•
conform
vluchtige aromaten
o L
benzeen
Q
tolueen ethylbenzeen
Q
xylenen, som
Q
naftaleen
Q
aromaten, som
Q
VQel dichloormethaan tricb100rmethaan tetrachloormethaan l,l-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan lll-trichloorethaan 112-trichloorethaan 0 12-dichlooretheen t l2-dichlooretheen trichlooretheen tetracblooretheen 1,2-dichloorpropaan monochloorbenzeen 1,2-dichloorbenzeen 1,3-dichloorbenzeen 1,4-dichloorbenzeen
Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
eigen eigen eigen eigen. eigen eigen
GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<0.20 <0.20 <0.20 <0.50 <0.50 <0.50
eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen eigen
GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS GCMS
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<0.50 <0.20 <0.20 <0.50 <0.20 <0.50 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 <0.50 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20
authorisatie hoofd laboratorium __ ~P' Ghy~,aert 12
"(L
Envirocontrol BVSA Beernemsteenweg 81 8-8750 Wingene Tel. +32(0)51656297 Fax+32(0)51656298 e-mail
[email protected] TESTEN Rva L 331
geaccrediteerd conform EN-ISO 17025 voor gebieden zoals nader beschreven in de accreditatie
o [ [
r r [
Clrculaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (Nederlandse Staatscourant 2000, nummer 39, 24 februari 2000) tabel 1: streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering bodem I sediment en grondwater. Waarden voar bodem I sediment zijn uitgedrukt als de concentratie in een standaardbodem (10% organisch stof eri 25% lutum), Grand f sediment Slreef.Naarde
,
o
rnolybdeen nikkol
zink Anor anlsche verblndln en cyaniden-complex (pH<Sl' cyanlden-complex (pH:;:S) cyaniden·v~·
Ih!ocvanate~
[ [
'V
I
(som)
10 10 5
1500 1500 1500 1500
1 20 5 50 40 10 10 100 130 25
0,2 0,2 0,2 4 0,2 0,2 0,2 6 7 0,2
30 1250 200 150 2.000 800 600 300 1000 70
o,ooor
0,003" 0,003" 0,003 0,0004" 0,01
5 0,5 0,05 0,05 0,05 0,2 5 1 0,05 70
0,01 0,01 7 0,01 7 0,01
300 130 900 10 400 20
Aromatlscha verblndln en benzeen 0,01 catechol (o-dihydroxybenzeen) 0,05 cresolen (sam) 0,05 ethylbenzeen 0,Q3 fenol 0,05 hydrochfnon (p-dihydroxybenzeen) 0,05 resorcinol (m-dihydroxybenzeen) 0,05 styreen (vinylbenzeen) 0,3 tolueen 0,01 xYlenen 0,1 Po, cllsche aromatlsche koolwaterstoffen PAK's PAK (som 10)"" 1 antraceen benzo[aJanlraceen benzo(ajpyreen benzo(ghi]peryleen benzo[k[lIuoranlheen Chryseen fenanlreen fluoranlheen Indeno[1,2,3,-cdJpyreen naftateen Ge<:hloreerde koolwaterstoffon 1,1,1·trichloorelhaan 1,1,Z-lrichloorelhaan 0,4 1,1-dlchloorethaan 0,02 1,1-dlchlooretheen 0,1 1,2odlchloorelhaan 0,02 1,2odlchloorelheen (cis· en trans) 0,2 chloortlenzenen (som)&- I' 0,Q3 ch!oorfenolen (SOffi)&·I. 0,01 chJoomaftaleen dlchloorbenzenen dlchtoorfenolen dlchtoormethaan 0.4 dlchloorpropanen 0,002# EOX 0,3 hexachloorbenzeen monochlooranilinen 0,005 monochloorbenzeen monochloorfenolan (som) penlachloorbenzeen pentachtoorfenol polychloorbifenylen (som 7)1 0.02 telrachfoorbenzenen telrachtoorelheen (Per) 0,002 telrachloorfenolen letrachloonnethaan (Telra) 0,4 In'ch!oorbenzenen lrichloorelheen (Tn) 0,1 lrichloorfenolen trichloormethaan (chloroform) 0,02 vinVlchloride 0.01 Bostrl dIn smlddelen atrazine 0,0002 carbaryl 0,00003 carbofuran 0,00002 chloordaan 0.00003
om
-
L.. V,
0,15 7,2 200 0,06 2,5 0,7 1,3 0,01 1,7 3,6 2,1 24
650 50 20 20
40
-
-
-
o
Inlervenliewaarde
5 5 1 1
-
V
die
0,3 85 3 35 140
36
lood
III
TSlre;:t:~rde T
Grondwater (tLg/1 opgelostj
Stree~~~~de (ondlep
15 55 625 12 380 240 190 10 530 200 210 720
3 29 160 0,8 100 9
barium cadmium chroom kobell Koper kwik
"
!nte1Ventiewaarde
Matalen
anlimoon arseen
[
lm9/k9 droge stot)
15 10 15 0,3 4 1 30 10 10 10 2
-
10 50 0,4 1 20 15 0,05 15 5 15 65
0,0001' 0,0005" 0,0003 0,0004~
3 0,2 0.01 0,8
20 60 625 6 30 100 75 0,3 75 300 75 800
-
6 50 30 1000
SO
-
O.OOOOS"
,0 0,1
7 0,3 0,003 0,04" 0,01 ~ 0,01 0,Q1 0,01" 0.01 0.01 24 0,03" 6 0,01
0,5 30 180 100 1 3 0,01 2,5 40 10 10 '0 500 '0 400 5
6 5 2 4
29 ng/l 2 ngll" 9 ng11 0.02 nQ11
150 50 100 0,2
50
1 4 1 60
c [ tabel1: streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering bodem / sediment en grondwater. Waarden voar bodem I sediment zijn uitgedrukt als de concentratie in aen standaardbodem (10% organisch staf en 25% lutum) Grand I sedIment
Streefwaarde
[
VI
Bostrl din smlddelen vervolq) aDT lODE I DOD'
0,01 0,005 0,00006 0,0005 0,00004 0.00001 0,01" 0,003 0,009
drins~
aldrin dieldrin endn'n endosulfan HCH·verbindingen'O o:-HCH
['
p.HCH
[
[J [
[
I
c o L L
VII
#
y.HCH heptachloor heptachloorepoxide maneb MCPA organollnverbindinaen " Ovarl e varontrainl in cyclohexanon ftalaten (som)\2 mlnerale 0lle'3 pyridine tetrahydrofuraan tetrahydrolhiofeen lribroommethaan
lm9fk9 drege stot)
lnlerventiewaarde
4 4
-f- Slreefwaarde rl-'flterventiewaarde Idiepi 0,01 0,1
0,004 rlg/l' 0,0090gl1"
0,1 ngll 0,04 ngll 0,2 ngll-
4 2
5 1
0,05" 3309/1 8 ng/I
0,00005
'"
Grondwater (~g/l opgelosl)
StreelWaarde . (ondieo)
0,0007 0,0000002 0,002 0,00005# 0,Q1
4 4 35 4 2,5
9 ng/! 0,005 ngEl 0,005 ngil 0,05 ngll" 0,02 0.05"·16 nail
0,1 0,1 50 0,1 0,1 0,1
45 60 5000
0,5 50
0,3 3 0,1 50 0,7
a,s
a,s
a,s
2 90 75
0,5 0,5
15000 5 600 30 300 5000 630
Getalswaarde benaden detecliallmiet I bepallngsondergrens of meelmethode onlbreekt. Deze streefwaarden zijn niet getoelst In HANS. AIle ovenge streefWaardan zlln wal getoetst In HANS. In de 4· Nota Waterhulshouding staan de Individuele normen uit INS, plus aanvullend de met aan ... gernarkaerde somnormen.
Nolen billabel1 1 ZUurgraad: pH (0,01 M CaCl z). Voor da bepallng pH groter dan of gelijk aan 5 an pH klainer dan 5 geldl hat 90-percenliel van de gematen waarden. 2 In gableden met marine be'invloedlng kemen van nature hogere waarden voor (zout an brak grondwater). 3 Dlfferentlatle naar lulumgahalte: (F) =: 175 + 13L(L= % tutum). 4 Onder PAK (som van 10j wordt varstaan: de $Om van anthraceen, benzo[ajantraceen, benzo[klfluorantheen, benze[alpyreen, chryseen, phenanthraan, fIuoranthean, Indane(1,2,3-cdjpyreen, naphlhalean, benzo(ghijperyleen. 5 Onder chloorbenzenen (som) wordt verstaan: de som van aile chloorbenzenen (mono., dl-, tri-, telra-, penla-en hexachleorbenzeen). 6 Onder chloorfanolen (som) wordt verstaan: de som van aile chloorfenolan {mono-, di-, tri-, lalra-, an pentachloorfanolj. 7 Onder Interventlewaarde polychloorbifenylen (som) wortH verstaan: de som van PCB 28,52,101, 118, 138, 153, 180. De slreefwaarde geldl voor de som zonder PCB 118. . a Onder DDT I ODD lODE wordl verstaan: de som van DDT, DOD en DOE. 9 Onder drlns wordt verstaen: de som van aldrin, dieldrin en andrin. 10 Ondar HCH-verblndlngen wordt varslaan: som van o,-HCH, p.HCH, y·HCH en S·HCH. 11 De lnterventiewaarde geldt voor de totala, gesommeerde concenlratle van aangelroffen organotinverbindlngan, 12 Onder defta!alen wordt de sam van alia ftalalen verstaan. 13 Definille van minerale aile wordt beschreven blj de analysenorm. Indlen er sprake is van varonlreiniging mat mengsels (bijvoorbeeld benzJne of huisbrandolle) dan diant naasl het alkeangahalte oak het gehalte aan aromallsche an I of poIycyciische aromatlsche koolweterstoffen bepaald Ie worden. Met daze somparamater is om praktlsche radanen volstaan. Nadere toxicologischa en chemischa differantialie wordt besludaerd. 14 De somwaerde voor polycyclische aromallsche koolwatersloffan, chloortanolen an chloorbenzenen in grond I sediment galdl voor de lolala concenlratles van de verblndingan utt de betreffande groep. Indien aen varonlreiniging slechls een varbindlng uit een groep belreff, geldt de waerde voor de belreffenda verblndlng, BIJ twea of meer verblndlngen galdt de waarde voor de sam van daze verbindlngen. Voor grand I sedlmant zjjn da affecten diract optelbaar (dat wll zeggen 1 mg slof A heeft evenvaal affect als 1 mg stof B) en kan aan een somwaarde gatoelst worden door hat oplellen van de concentratles van die verbindlngan. VOOf grondwater ZlJn affecten indlred, als fradle van de indlviduele inlervantiewaarde,optelbaar (del wil zeggen 0,5 x Intarventlawaarde stof A heeft avanvael affect als 0,5 x interventlewaarde slof 8). Dit batakanl dat een somformula gebnJikt moat worden om te beoordalen of van ovarschrlJding van de intelVantlawaarda spraka is. Er is sprake van overschrijdlng van de inlarventlewaarde voor de sam van een groep van stoffan indian: (te,) { 1, :2; 1, waarbiJ c,= gamaten concantratle van een stof uit aen betreffende groep en 1, Intarventlewaarde voor de belreffende groap.
=
tabel2: streefv.laarden,
lndicatleve
niveaus
voar
ernstlge
bademverantreiniging
bodem
/
sediment
en
grondwater. Waarden voer bodem / sediment zijn uitgedrukt als de concentratle in een standaard bed em (10% orQanisch staf en
25% lutuml.
G,onO ' ..Olmenl rglJ
I
[ 111
V
Metalen beryllium selean teHun'um thelium lin vanadium zilvar Aromatlache varblndln en dodacylbeflzaen aromaUsche oofosmiddelan l Gechlorearde koolwatersloffen dichlooraniiinan Irtchlooanillnen letrachlooranilinan
S!reefwaarda
Indlcatlaf niveau emstige veronlreilliQlnQ
1,1 0,7
30 100 600 15 900 250 15
1
42
1000 200 0,005
50 10 30
Grondwater (119/1 opgelost) Slreefwaarde '''(. slreefwaarde"r Indicatlef nivaau (ondiep) (diap) emsllge varonltainiqinq 0,05" 0.07
2· 2.2· 1,2-
-
15 160 70 7
50 70 40 0,02 150
100 10 10
M
>1 [ ..-.1
[ [ tabel 2: streefwaarden, indicatieve niveaus voar ernstige bodemverontreiniging bodem I sediment en grondwater. Waarden voar bodem / sediment zijn uitgedrukt als de concentratie in een standaardbodem (10% oraanlsch staf en 25% lutum). Gm,d I ""me"lmg/kg dmge ston Slreefwaarde
['
V
Gechloreerde koolwaterstoffen (vervolQ)
VI
4-chloormelhylfeno!en dioxine2 Ba$lrl din smiddelen azinfosmethyl Overl e verontrelnl
VII
[-
L I [
,
Streefwaarde "jlndicatief niveau
(diep)
ernstige veronlreiniaino
350 0,001 noll
'"
0.000005#
2
0,1' n II
2
0,000007#
0,1 30 200 75 270 100 0,1 220 30 100 35
0,08
5 5600 6300 15000 13000 5500 50 31000 24000 9200 6000
-
GelaJswaarde baneden detecllelimlet / bepatingsondargrens of meetmethode onlbreekt. Deze streefWaarden zlln nlet geloetst in HANS. AUe overige streefWaarden zijn wei getoetst in HANS.
Nolen bll tabel2 1 Onder aromalJsche oplosrniddelen wordt een slandaardrnengsel van stoffen, aangeduid als 'C9-aromalic naphtha" verstaan zoals gedefinieerd door de Internalional Research and Development Corporatlon: o-xy~en 3,2%, i-isopropylbenzeen 2,74%, n-propulbenzeen 3,97%, 1-methyl.-4ethylbenzeen, 7,05%, 1-melhyj-3-elhylbenzeen 15,1%, 1-methyi-2-ethylbenzeen 5,44%, 1,3,5-1rimelhylbenzeen 8,37%, 1,2,4-trlmelhylbenzeen 40,5%,1 ,2,3-lrlmelhylbenzeen 6,18% an ~ alkulbenzenen 6,19%. 2 Het indlcalieve nlveau Is ultgedrukt op basis van toxiclleilsequivalenlen gebaseerd op de meest toxlsche varblnding. Aanvullende opmarkingen btl tabel1 en 2 De slreelwaardan, Inlarventlewaarden en Indicatleve nlvaaus voor matalcn en arseen, met uilZonderlng van antimoon, molybdeen, seleen, tellurium, IhalHum en zUver zlJn afhanketljk van het lutumgehalte en / of het organlsch stofgehalte, Bi] de beoordeling van de kwalitel\ van de bodem worden de In de tabellen opgenomen waarden voor een standaardbodem omgerekend naar de waarden voor de betreffende bodem gabruik makenda van de voor da gemeten gehalten aan organlsch stof (het gewichlsparcentage gloeivertles belrokken op het tolale drooggewicht van de grond) en lutum (het gewichlspercentage mlnerale beslanddelen met een diameter klelner dan 2 IJffi betrokken op het lotale drooggewicht van de grond). De omgerekenda waarden kunnen vervolgens met de gemeten gehalten worden vergeleken. 81j de omrekening voor melalen kan gebrulk gemaakt worden van de volgende bodemtypecorrectleformule: (SW,IW). '" (SW,IW)••_x [{ A+{8x%lutum) + {Cx%organisch stof)) 1{(A+{BX25) + (Cx10))) waarin:
,
tbel3; so tffh a
S,ot
[
(ondiep)
15
meth~elhvlketon
o
Streefwaarde
0,001
" aaylonitril bulanol 1,2-bulylacelaal elhylacetaat dlethyleen glycol elhyleen glycol formaldehyde isopropanol methanol methyl-tert-butyl ether (MT8E)
#
l
Grondwater (11911 opgelost)
Indicatief niveau ernstige verontreiniaino
arseen barium beryllium cadmium chroom
(SW,IW). (SW,IW)•• %lutum %organiseh stof A, B,G
'" '" '" '"
streefWaarde of Inlervenllewaarde voor de te beoordelen bodem slreefwaarde of interventiewaarde voor s!andaardbodem gemeten percentage lutum In de te beoordelen bodem gematen percenlage organisch stof In de te beoordelen bodem stofafhankelljke constanten voor ffielalen (zie hieronder)
II a en '"Akll'k , e cons,Ban'"e voorme C St01
15 30 8 0,4 50
0,4 5 0,9 0,007 2
0,4 0 0 0,021 0
kobalt koper kwik
lood nikkel
A 2 15 0,2 50 10
B 0,28 0,6 0,0034 1 1
C 0 0,6 0,0017 1 0
Stof
",
vanadium zlnk
A 4 12 50
B 0,6 1,2 3
C 0 0 1,5
De streefwaarden, Interventiewaarden en IndicaUeve niveaus voor ernstlge verontreiniging voor organische verbindingen, zijn afhankelijk van hel organlsch slofgehalte, BI] de omrekening voororganlsche verblndlngen, mel ultzonderlng van PAK's, kan gebrulk gemeakt worden van de votgende bodemlypecorrecl1efonnule: (SW,IW). '" (SW,IW),. x (%organisch stof/10) wasrin:
(SW,IW). (SW,IW),.
%organlsch stof
'" streefWaarde of intervenliewaarde voor de Ie beoordelen bodem '" streefWaarde of intervenliewaarde voor standaardbodem '" gemeten percentage organ/seh slof In de te beoordelen bodam. Voor bodems met gemeten organlsche stofgehalten van meer dan 30% respecllevelijk minder dan 2% worden gehallen van respectleVelljk 30% en 2% aangehouden,
Veor de streefwaarde en Intervenliewaarde PAK's wOrdt geen bodemtypecorreetie voor bodems met een organisch stofgehalte tol 10% en bodems met een organiseh stofgehalte boven de 30% toegepast. Voor bodems met sen organisch stofgehaUe to110% wordt een waarde van 1 respecUevelijk 40 mglkg en veor bodems mel een organisch slofgehalte vanaf 30% sen waarde van 3 respectievelijk 120 mglkg gehanteerd. Tussen de10% en 30% organisch stofgehalte kan gebruik gemaakt worden van de volgende bodemtypecorrectieformule: (SW). '" 1 x (%organlseh s!of/10)
(IW). '" 40 x (%organisch stol/1 0)
waarin:
streefWaarde of inlerventlewaarde voor de !e beeordelen bodem :: gemeten percentage organlsch slof in de Ie beoordelen bodem
(SW,IW).
%organlsch stof
Voor de algemane prlneipes van fysisch en chemisch bodemonderzoek (b!voorbeeld locatiakeuze van waarnemingspunlen, te hanteren boorsyslemen, de wijze waarop bodem en grondwatermonslers worden genomen, monslerconserverlng, voorbehandeling, opwerking en analyse van de monsters) wordt verwezen naar bijlage 8 van deze circula!re en de protocollen voor hel orlenterend en nader onderzoek e.q. de Leidraad bodembescherming.
L ['
f' ['
r [' [ [J [l
[ [
I L U l l
Bijlage 8 Samenvatting vooronderzoek
[ [ [ [ [ [
c [ [
I [
o [
Samenvatting vooronderzoek* Heide, Deurneseweg 72 05-0814-42
rro:ectnummer
I Datum vooronderzoek
29 september 2005
Verzamelde gegevens vooronderzoek vergunningen bedriifsactiviteiten bovengrondse op- I overslag vasts (alval)stoffen ondergrondse opslag vloeibare (alval)'Stoffen aanwezigheid van (ondergrondse) leidingen lekkaae van leidinaen, tanks etc. bovengrondse opslag vloeibare (alval)stoffen verwiiderde (brandstof1tanks stallina I reparatie voertuiaen aanweziae bebouwinaen I oDstalien sloopactiviteiten alvoer slooDresten lozinaen (alval)water grondverzet I ophoging I alvoer
Ja
aanweziae verhardingen calamiteiten bodemonderzoek overige bodembedreigende handelingen I activiteiten
X
Nee
X X
Opmerkingen Bouw, Wm Kippen en kalkoenhouderii
X X X X X
Propaangastank
X X X X
Kalkoenenstallen een stal omstreeks 1970 aeslooDt
X X
Verhardingslaag aangebracht achter de stal Beton en aebroken Duin
X X
.. Voor relevante details wordt verwezen naar het vooronderzoek.
Econsultacv, iuni 2003
X