Vasculair verpleegkundige
© Copyright AVVV Utrecht, maart 2004 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van de AVVV. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave voor welk doeleinde dan ook, dient men zich tot de AVVV te richten.
Vasculair verpleegkundige
Nederlandse Vereniging voor Hart en Vaat Verpleegkundigen (NVHVV)
Inhoudsopgave Voorwoord
5
1
Verantwoording 1.1 Inleiding 1.2 Betekenis van dit beroepsdeelprofiel
6
2
Positionering van de vasculair verpleegkundige 2.1 Inleiding 2.2 Ontwikkelingen van vasculaire verpleegkunde 2.3 Autonomie in het handelen
7
3
Zorgvragers en zorgvragen binnen vasculaire verpleegkunde 3.1 Inleiding 3.2 De oorsprong van de zorgvragen 3.3 Kenmerken van de groep zorgvragers 3.4 Aard van de zorgvragen naar urgentie en complexiteit 3.5 Effecten van de zorgvraag voor gezondheid en bestaan 3.6 Settings
8
4
De betekenis en meerwaarde van de vasculair verpleegkundige 4.1 Inleiding 4.2 Betekenis en meerwaarde - binnen het domein van vasculaire verpleegkunde - voor de zorgvrager - ten opzichte van bestaande differentiaties - voor medeprofessionals - binnen gezondheidszorgorganisaties - binnen de gezondheidszorg
10
5
Taakgebieden, kerntaken en competenties 14 5.1 Inleiding 5.2 Zorgvragergebonden taken - het verzamelen van gegevens - vaststellen van de benodigde zorg - het beoogde resultaat van de verpleegkundige vasculaire zorg formuleren - verpleegkundige interventies kiezen - verrichten van verpleegkundige interventies - behandelen - informeren en adviseren - voorlichting geven - begeleiding van de zorgvrager en diens naasten - coördineren vasculaire ketenzorg - verpleegkundige consultatie verlenen - evalueren van eigen en het totale zorgproces 5.3 Professiegebonden taken - de deskundigheis in eigen beroepsmatig handelen en dat van collega’s bevorderen. - de kwaliteit van de verpleegkundige vasculaire zorg waarborgen en bevorderen - de beroepsuitoefening profileren - de beroepsuitoefening professionaliseren 5.4 Organisatiegebonden taken - bijdragen aan kwaliteitszorg - bijdragen aan de bedrijfsvoering en beheer van de organisatie-eenheid - bijdragen aan het integrale beleid vasculaire zorg van de zorginstelling
- het (mede)ontwikkelen van richtlijnen en protocollen - mono-, multi- en interdisciplinair samenwerken
Bijlagen Begrippenlijst Lijst met gebruikte afkortingen Geraadpleegde bronnen Opstellers Beroepsdeelprofiel
Voorwoord Waarom dit beroepsdeelprofiel? De verpleegkundige beroepsuitoefening beweegt mee met de dynamiek in de hedendaagse gezondheidszorg. Een dynamiek die op gang wordt gehouden door continu veranderende zorgvragen, ontwikkelingen in medisch-technisch handelen en de voortdurend bewegende arbeidsmarktsituatie. Hierdoor zien wij momenteel een grote verscheidenheid aan vormen van verpleegkundige beroepsuitoefening. De talrijke differentiaties en specialisaties, en de daarvoor benodigde opleidingen, roepen echter een beeld op van verbrokkeling en gebrek aan samenhang. Dit wordt in de hand gewerkt door het benadrukken van een ieders bijzonderheid en het veronachtzamen van de gemeenschappelijkheid in het verpleegkundig beroep. Ook de argumenten om het bestaan van een differentiatie of specialisatie te verklaren zijn divers, en ondergraven daardoor juist het bestaansrecht ervan. Binnen lidorganisaties van verpleegkundigen bestaat daarom grote behoefte hun beroepsuitoefening te beschrijven en te verantwoorden door middel van beroepsdeelprofielen. De uniformiteit daarin laat elke differentiatie of specialisatie tot haar recht komen. En alle beroepsdeelprofielen tezamen dragen bij aan samenhang en transparantie van de verpleegkundige beroepsstructuur. In het verlengde hiervan wordt gezocht naar passende vormen van kwalificering door middel van opleidingen en naar registratie als bekrachtiging en erkenning van de positie die men inneemt binnen het beroepenveld en de gezondheidszorg. Om die reden zijn deze beroepsdeelprofielen evenzeer van belang voor overige beroepsbeoefenaren, de wetgever, de algemene beroepsgroep, overheid (VWS), onderwijsinstellingen, werkgevers en vakbonden. AVVV Utrecht, 2004
7
1. Verantwoording 1.1.
Inleiding
Vasculaire verpleegkunde heeft als belangrijke kenmerken dat er wordt uitgegaan van acute en chronische gezondheidsproblemen gerelateerd aan de (slag)aderen, die door het hele lichaam voorkomen. Een afbakening voor het domein vasculaire verpleegkunde is wenselijk, maar moeilijk te maken. Immers het aandachtsgebied vasculaire verpleegkunde heeft raakvlakken met andere verpleegkundige specialisaties zoals neurologie, cardiologie, diabetes, vaatchirurgie en interventieradiologie. Een aantal van deze specialisaties zijn al omschreven en ontwikkeld, maar de vaatchirurgie nog niet. Als er specialistische acute zorg (cardiologisch, neurologisch, vaatchirurgisch) nodig is, zal daar eerder het accent op liggen. In de chronische fase wordt er vasculaire zorg verleend ter behandeling van de bestaande en potentiële gezondheidsproblemen en risico’s. De vasculaire zorg is integraal onderdeel van de zorg voor zorgvragers die een vaatziekte hebben ontwikkeld. Daarnaast worden vasculaire preventieve zorgprogramma’s ontwikkeld en aangeboden voor zowel specifieke doelgroepen als wel voor de totale Nederlandse bevolking. In dit profiel wordt uitgegaan van de huidige (Nederlandse) vasculair verpleegkundige praktijk. Een belangrijk kenmerk daarbij is dat de zorgontwikkeling vooral plaatsvindt gerelateerd aan de ontwikkeling van de vasculaire geneeskunde, als onderdeel van de interne geneeskunde. Een relatief jong vakgebied wat in de toekomst nog verder zal ontwikkelen.Vanuit dit perspectief is dit beroepsdeelprofiel dan ook geschreven.
1.2.
Betekenis van dit beroepsdeelprofiel
Het voorliggende beroepsdeelprofiel is een verbijzondering van het verpleegkundige beroepsprofiel. Het geeft een expliciete beschrijving van de beroepsuitoefening als vasculair verpleegkundige, zodat alle betrokkenen hiervan een helder beeld krijgen. De essentie van het verpleegkundige beroep komt herkenbaar terug in het referentiekader, gevormd door de taakgebieden, kerntaken en competenties uit het beroepsprofiel. De verbijzondering wordt zichtbaar in de specificering of uitbreiding van taakgebieden, kerntaken en competenties binnen de context waarin de vasculair verpleegkundige haar beroep uitoefent. De beschrijving van de context, de zorgvragers en de zorgvragen vormen tevens een basis voor legitimering en validering. Het gaat dan om het onderscheid ten opzichte van andere verpleegkundigen en andere hulpverleners in de gezondheidszorg, en om de toegevoegde waarde ten opzichte van al bestaande vormen van verpleegkundige beroepsuitoefening. Hiermee worden aanknopingspunten ontwikkeld die leiden tot de positionering van de vasculair verpleegkundige binnen een deelgebied van de verpleegkundige beroepsuitoefening. De terminologie die in dit document wordt gehanteerd, sluit aan bij de ontwikkelingen binnen de verschillende zorgsectoren en het huidige opleidingsstelsel. Om recht te doen aan het grote aantal vrouwelijke verpleegkundigen is ervoor gekozen de term verpleegkundige in de tekst met de vrouwelijke vorm aan te duiden. Hiermee worden zowel mannen als vrouwen bedoeld. In navolging van het beroepsprofiel gebruiken we de werkveldoverstijgende term zorgvrager. Hiermee worden, afhankelijk van het werkveld, mannelijke en vrouwelijke patiënten, cliënten of bewoners bedoeld. Voor de leesbaarheid gebruiken we de term zorgvrager in de mannelijke vorm.
8
2. Positionering van de vasculair verpleegkundige 2.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de ontwikkeling van vasculair verpleegkunde en een duiding van autonomie in handelen.
2.2
Ontwikkeling vasculair verpleegkundige zorg
Als gevolg van de industrialisatie is de leefstijl in onze Westerse samenleving drastisch veranderd. Een direct gevolg is o.a. overgewicht, een te hoog cholesterolgehalte, te hoge bloeddruk en toename van diabetes mellitus. Risicofactoren, die mede verantwoordelijk zijn voor de toename van hart- en vaatziekten. Als reactie op dit inzicht in de invloed van risicofactoren werden richtlijnen opgesteld voor de behandeling. Daarna nam het percentage rokers af, zag men een daling van hypercholesterolemie en van de bloeddruk. Deze veranderingen zijn rechtsreeks in verband gebracht met een daling van het aantal hart- en vaatziekten. Toch zijn op dit moment hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak (CBS) Uit evaluatiestudies bij zorgvragers met een hoog risico of manifest arterieel vaatlijden, blijkt dat een belangrijk deel van preventieve maatregelen onbenut wordt gelaten. Echter, er is een dalende tendens van vasculaire mortaliteit waarneembaar door de verbeterde medische behandeling van hartinfarcten; de overlevingskansen zijn verbeterd en daardoor neemt het aantal chronische zorgvragers met hart- en vaatziekten toe. Integrale vasculaire zorg is gewenst op alle niveaus. Dit betekent dat afstemming en continuiteit tussen de eerste en tweede lijn noodzakelijk is. Immers de vasculaire zorgvrager heeft voor acute zorg vaak behandeling nodig in de tweede lijn en in stabiele fasen zorg uit de eerste lijn. De vasculair verpleegkundige beschikt over de benodigde expertise (kennis, inzicht en vaardigheden om als professional een interdisciplinaire rol te spelen binnen de cardiovasculaire zorg. Multi- en interdisciplinaire samenwerking, eenheid in diagnostiek, behandeling, zorg en nazorg en onderlinge afstemming zijn belangrijke voorwaarden voor optimale zorg rondom vaatpatiënten. In het rapport van de Nederlandse Hart Stichting (NHS) ‘Vaatpatiënten in beeld, vat op de vaatzorg‘(1998), wordt een aantal aanbevelingen tot verbeteringen van de vasculaire zorgverlening beschreven. Deze luiden: 1. deskundigheidsbevordering van de hulpverleners 2. vorming van multidisciplinaire vaatteams dmv richtlijnontwikkeling en protocollering 3. deskundigheidsbevordering van de beroepsgroepen, die betrokken zijn bij diagnostiek, behandeling in de zorg en nazorg van de patiënten met vaatziekten 4. kennis en inzicht vergroten van de preventie, diagnostiek en behandeling van zorg en nazorg van zorgvragers met vaatziekten.
2.3
Autonomie in het handelen
De vasculair verpleegkundige neemt zelfstandig diagnostische en therapeutische besluiten in enkel- en meervoudig complexe vasculaire zorgsituaties, mede gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Opleiding (bij- en nascholing) is noodzakelijk, specifiek gericht op de groep zorgvragers binnen deze differentiatie. ‘Learning on the job’ automatiseert de opgedane kennis uit de opleiding. De vasculair verpleegkundige ontwikkelt en onderhoudt daarnaast haar professionaliteit door het volgen van aanvullende deskundigheidsbevorderende activiteiten. Zij voert haar interventies in zowel mono-, multi- als interdisciplinaire samenwerkingsverbanden uit. Haar interventies zijn geprotocolliseerd en mede opgesteld uit landelijk geldende richtlijnen en standaarden uit eigen of andere (para-)medische beroepsorganisaties. Haar autonomie komt tot uiting in: monitoren van behandeling van vasculaire (hoog)risicofactoren monitoren van behandeling van dyslipidemie medicamenteus monitoren van behandeling van hypertensie medicamenteus monitoren van behandeling van hyperhomocysteinemie medicamenteus
9
monitoren van behandeling van diabetes mellitus medicamenteus begeleiding leefstijlverandering of verwijzen verantwoordelijkheid voor de continuïteit en coördinatie van zorgverlening voor de vasculaire zorgvragersgroep
10
3. Zorgvragers en zorgvragen binnen de vasculaire verpleegkunde 3.1
Inleiding
In 2001 bedroeg de sterfte aan hart- en vaatziekten 35% van de totale sterfte in Nederland. Gedurende de periode 1980 tot 2001 zijn de sterftecijfers voor hart- en vaatziekten gedaald van 395 per 100.000 in 1980 naar 292 per 100.000 in 2000. Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de vasculaire zorgvragers, hun zorgvragen en de zorgcontext, als onderbouwing van een specifieke vorm van vasculair verpleegkundige beroepsuitoefening. Hiermee wordt ook een referentiekader neergezet voor de benodigde deskundigheid van een vasculair verpleegkundige.
3.2
De oorsprong van de zorgvragen
Het risico op het krijgen van vaatziekten (en de sterfte daaraan) wordt voor een groot gedeelte bepaald door factoren die beïnvloedbaar zijn. De zorgvragen vragen altijd om een multi- en interdisciplinair probleemanalyse. Daarbij valt een onderscheid te maken tussen leefstijlfactoren, endogene risicofactoren en tussen primaire en secundaire preventie. De relatie tussen leefstijl en het risico op hart- en vaatziekten is aangetoond op populatieniveau. Zorgvragers met vasculaire problemen hebben vaker een ongezonde leefstijl, terwijl het voor optimale behandeling juist van het grootste belang is dat deze zo gezond mogelijk is. Leefstijl en risicofactoren hebben een nauwe relatie met elkaar. Maar het is niet de enige verklaring voor het optreden van vaatziekten. Familiaire belasting, individuele aanleg of nog onbekende processen spelen hierbij een rol. De zorgvragen ontstaan door: neurologische, vaatchirurgische, cardiologische of interne aandoening de gevolgen van (ongezonde) leefstijl of endogene factoren kennistekort over de ziekte en de risicofactoren met betrekking tot het voorkomen en het hebben van vaatziekten kennistekort over de vaatziekte als gevolg van een familiaire aandoening, waarbij erfelijkheidsvraagstukken een rol spelen psychosociale en sociaal-maatschappelijke problemen als gevolg van de omgang met beperkingen door de vasculaire ziekte. De zorgvragers hebben behoefte aan begeleiding bij het veranderen van hun manier van leven, vragen hulp bij gestructureerde aanpak van risicofactoren en hebben behoefte aan voorlichting en informatie.
3.3
Kenmerken van de groep zorgvragers
Vasculaire aandoeningen ontstaan vaak als een sluipende, onzichtbare ziekte die op relatief jonge leeftijd ontstaan en zich vaak ontwikkelen zonder dat de zorgvrager het merkt. Zorgvragers met vasculaire aandoeningen hebben vaak onvoldoende inzicht in en kennis over hun ziekte om gestructureerd de oorzaken en gevolgen van de ziekte in kaart te brengen. Het beeld van de ziekte klopt niet met de feitelijkheid, de ernst ervan wordt door de zorgvrager vaak onderschat. Wanneer een zorgvrager meer dan 1 risicofactor heeft loopt hij een groter risico op het verkrijgen van hart- en vaatziekten (HVZ). Risicofactoren versterken elkaar onderling: 1 + 1= 4. Het is onbekend waarom de ene zorgvrager, die met verhoogd cholesterol ook nog rookt, wel een infarct krijgt en de ander niet. Naarmate iemand meer risicofactoren heeft, wordt de kans 10 x zo groot op het verkrijgen van HVZ. Het is echter moeilijk voorspelbaar, zodat alle (potentiële) vasculaire zorgvragers ‘gelijk’ worden behandeld om gezondheidsrisico’s tot een minimum te beperken.
11
De zorgvragers vallen onder de categorie chronisch zieken met vaataandoeningen ofwel de vaatpatiënten. De eerste manifestatie van vaatproblemen of risico’s is bepalend voor de specialistenkeuze en bepaald het acute: behandeltraject. Het chronische deel van de behandeling/het patiëntentraject is generieker qua leeftijd en risicoreductie. De zorgvragers komen voort uit diagnostiek en behandeling door vasculaire geneeskunde, interne geneeskunde, cardiologie, vaatchirurgie en neurologie. Vasculaire aandoeningen komen vaker voor bij (jonge) mannen dan bij (jonge) vrouwen. Gemiddeld vaker bij autochtonen dan allochtonen en gemiddeld vaker in de leeftijdsfase van 18 tot 75 jaar. De zorgvragers kenmerken zich met: diagnoses rond endogene risico’s die worden gesteld op basis van geclassificeerde meetwaarden: te hoge waarden gesignaleerd van plasma glucoseconcentraties (diabetes), te hoog LDL cholesterolgehalte (cholesterol), overschrijding van grenswaarden van de bloeddruk en overschrijding van Body Mass Index > 25 (BMI) (overgewicht) kennis van de nadelige effecten van roken, overmatig alcoholgebruik, ongezonde voeding conform de richtlijnen NHS, te weinig beweging en de invloed van stress (HVZ-richtlijn) met een al dan niet doormaakt ’event’, hetzij neurologisch, dan wel cardiologisch of chirurgisch van aard. Kenmerkende leefstijl-risicofactoren zijn: roken ongezonde voeding lichamelijke inactiviteit overmatig alcoholgebruik inadequaat medicatiegebruik. Kenmerkende endogene risicofactoren zijn: overgewicht hypertensie hypercholesterolemie diabetes mellitus hyperhomocysteinemie.
3.4
Aard van de zorgvragen naar urgentie en complexiteit
Binnen de vasculaire zorgverlening komen urgentieverschillen voor, maar het lifestyleprogramma binnen de (cardio-)vasculaire zorgverlening speelt in op risico’s die urgentie en complexiteit kunnen voorkomen dan wel beperken .
3.5
Effecten van de zorgvragen voor gezondheid en bestaan Het hebben van een (potentiële kans op) vaatziekte is over het algemeen een indrukwekkende en stressvolle ziekte-ervaring, die aanleiding geeft voor de verstoring van gezondheid- en bestaan, voor zowel de zorgvrager als zijn naasten. De zorgvragers ervaren de volgende effecten op gezondheid en bestaan: verhoogd risico op het krijgen van een (nieuwe) vaatziekte/overlijden door beperkingen als gevolg van de vasculaire aandoening vermindering van kwaliteit en toekomstperspectief van leven Gezondheid- en bestaansproblemen door verstoring en beperkingen in hun algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) waardoor de mate van autonomie wordt beperkt chronische afhankelijkheid van medicatie sociaal-emotionele en sociaal-maatschappelijke, economische of financiële spanningen binnen gezin en omgeving door gewijzigd beeld van eigen gezondheid stress (angst en onzekerheid) door gestelde diagnose ‘familiaire belasting’
12
3.6
Settings
De vasculair verpleegkundige is intramuraal zowel breed/generiek als specifiek/specialistisch inzetbaar op alle terreinen van de vasculaire zorg maar kan, afhankelijk van de aard en de accenten van de inzet van de functie en rollen, in functie-uitoefening verschillen. De vasculair verpleegkundige werkt in multi- en interdisciplinaire samenwerkingsverbanden met verschillende (para-)medische en verpleegkundige specialismen op poliklinische, klinische zorgsettings van academische, of perifere instellingen. Het is mogelijk dat zij binnen 1 of meerdere (poli-)klinische verpleegunits ten behoeve van specifieke categorie zorgvragers werkt. Er ontstaan steeds meer preventiepoli’s en vasculaire poli’s waar verpleegkundigen zich bezighouden met beïnvloedbare risicofactoren. In toenemende mate wordt haar expertise ook gevraagd binnen eerstelijnszorgvoorzieningen. De vasculair verpleegkundige werkt samen met: Polikliniekassistenten Secretariaten poliklinieken De klinische verpleegafdeling Gedifferentieerd verpleegkundigen werkzaam op verpleegafdelingen en poliklinieken Medisch specialisten De afdeling dagbehandeling Vaatdiagnostisch lab (Para)medici Huisarts/ Praktijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners Bedrijfsarts
13
4. De betekenis en meerwaarde van vasculair verpleegkundige zorg 4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraag wie de vasculair verpleegkundige is, wat zij doet en waar zij zich mee onderscheidt van andere verpleegkundigen en andere hulpverleners in de gezondheidszorg. Het accent ligt daarbij op de toegevoegde waarde ten opzichte van al bestaande vormen van verpleegkundige beroepsuitoefening.
4.2
Betekenis en meerwaarde
4.2.1 Binnen het domein van chronisch zieken en vasculair verpleegkundige zorg De vasculair verpleegkundige speelt binnen de intramurale poliklinische zorgsetting zowel beroepsinhoudelijk als coördinerend een centrale rol in de afstemming van het (instellings-)beleid tussen de verschillende specialismen in multidisciplinaire setting. Zij streeft naar een integrale benadering van onderzoek, diagnostiek en behandeling van vaatziekte en vaatrisico’s. Ze onderkent het belang van gezamenlijk vasculair risicomanagement, dat in de beroepsuitoefening structurele aandacht krijgt. Zij stimuleert en organiseert gestructureerde integrale evaluatie van vasculaire patiënten waardoor een groter deel van de (potentieel) behandelbare risicofactoren, mede vanuit multidisciplinair oogpunt, integraal kan worden opgespoord. Immers vasculaire ziekten zijn geen op zichzelf staande problemen, maar kennen vaak een integrale medische en psychosociale problematiek. Het is een gegeneraliseerde aandoening en dat vraagt om een gegeneraliseerde aanpak. Haar interventies komen zowel voor op het terrein van behandeling als op het terrein van secundaire preventie, waarbij zij de zorgvragers begeleidt rond verandering van huidige naar gewenste leefstijl om (potentiële) risicofactoren te kunnen beperken of verminderen. Daarnaast geeft zij door middel van voorlichting de zorgvrager aanvullende kennis en inzichten over (oorzaken en gevolgen van) het chronische vaatprobleem. Zij past zich daarbij aan het cognitieve en sociaal-emotionele niveau van de zorgvrager aan. Deze interventies hebben tot doel de zorgvrager op maat te motiveren tot het aangaan en behouden van de noodzakelijke gedragsveranderingen . De vasculair verpleegkundige beschikt over specifieke competenties betreffende het ondersteunen en begeleiden van zorgvragers met vasculaire ziekten. Zij kan adequaat transfers maken vanuit medische behandelprogramma’s multidisciplinair naar verpleegkundige behandel- en begeleidingsinterventies. De verpleegkundige behandeling richt zich op de primaire reden van verwijzing en op de bevindingen die gedaan worden ten aanzien van het risicoprofiel op HVZ. Zij is in staat bepaalde (para-) medische taken uit te voeren, die eerder door andere medische disciplines werden uitgevoerd. Hierdoor ontstaat binnen de kaders van de Wet BIG een taakverschuiving en een uiteindelijke taakherschikking binnen de interdisciplinaire hart- en vasculaire zorgverlening. De verpleegkundige zorg is complementair aan de medische zorg De vasculair verpleegkundige inventariseert de status van de vasculaire ziekte, de (actuele en potentiële) risicofactoren en de (potentiële) invloed op gezondheid en bestaan. Zij inventariseert de risicofactoren, de bestaande en potentiële problemen en de haalbaarheid van haar beoogde interventies. Zij stelt in overleg met de zorgvrager en diens naasten een eigen zorgplan vast, als integraal onderdeel van het multidisciplinaire behandelplan. De beoogde interventies houden in: a) begeleiding van de zorgvrager met manifest vaatlijden rond aanpassing en handhaving van een aanvaardbare leefstijl en ervaren kwaliteit van leven rond gezondheid en bestaan b) begeleiding van medicatiegebruik c) begeleiding bij vragen betreffende onderzoeken d) het plannen van onderzoeken
14
e) begeleiding van zorgvragers met potentiële kans op vaatlijden door het nemen van maatregelen die de risico’s op het verkrijgen van hart- en vaatziekten verlagen en herhaling/verergering/kunnen voorkomen f) nemen van maatregelen o.b.v. evaluaties; ter voorkoming van een toename van het risico op hart- en vaatziekten ter aanpassing van/het bijstellen van de ingezette therapie h) verwijzen naar (para)medische en verpleegkundige beroepsbeoefenaren. 4.2.2 Voor de zorgvrager De vasculair verpleegkundige relateert haar meerwaarden aan de behaalde doelen van haar interventies voor (risico- en hoogrisico-) zorgvragers met vasculaire ziekte. De beoogde doelstellingen worden in een vasculair zorgprogramma voor iedere individuele zorgvrager na een (gestandaardiseerde) screening op maat gemaakt, voorgelegd en overeengekomen. De doelstellingen zijn: leren kennen van eigen fysieke grenzen leren omgaan met fysieke beperkingen op een functionele manier leren omgaan met de ziekte herwinnen van fysiek en emotioneel evenwicht binnen de relatie of sociale omgeving leren op een functionele manier om te gaan met een vaatziekte optimale hervatting van werk of huishoudelijke taken optimale hervatting van vrijetijdsbesteding optimale hervatting van de rol in het gezin en in sociale relaties kennis overdragen over de aard van de ziekte en de risicofactoren ondersteunen bij het stoppen met roken ontwikkelen en onderhouden van lichamelijke actieve leefstijl ontwikkelen en onderhouden van een gezond voedingspatroon ontwikkelen en ondersteunen van therapietrouw en medicatiegebruik helpen bij het maken van keuzes betreffende ziekte en behandeling, waarbij de kwaliteit van het leven van het individu centraal staat. Op het gebied van vasculaire zorg presenteert de vasculair verpleegkundige zich complementair aan het medische beleid aan de zorgvrager als een laagdrempelige hulpverlener die een vertrouwensrelatie kan opbouwen. Vanuit deze relatie profileert zich haar meerwaarde: zij confronteert de zorgvrager met zijn objectieve fysieke grenzen en beperkingen op het gebied van Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) en Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen (HDL), zodat hij hier in het dagelijkse leven mee kan omgaan. Daarnaast kent zij de sociaal-emotionele gevolgen van een vasculaire ziekte, en begeleidt en ondersteunt zij de zorgvrager bij het hervinden van zijn fysieke en zijn emotionele evenwicht, wat van belang is om zijn sociale doelen en leefstijldoelen te bereiken. Zij geeft inzicht in het overschatten dan wel onderschatten van de effecten van een vasculaire ziekte zij geeft de (on)mogelijkheden aan van fysieke inspanningen in een, voor de zorgvrager objectiveerbare context zij fungeert als casemanager tussen het team en de zorgvrager en behartigt diens belangen zij informeert de zorgvrager over de effecten van problemen bij het vervullen van sociale rollen die vaak secundair zijn aan lichamelijke beperkingen. Door het oppakken van vormen van vrijetijdsbesteding kan het gevoel van zelfcontrole worden bevorderd wat bijdraagt aan de terugkeer in het sociaal-maatschappelijk leven zij bewaakt de balans tussen nadrukkelijk naleven van leefregels versus ervaren kwaliteit van leven: in deze context zit een kernopgave voor de vasculair verpleegkundige verscholen. Zij is spreekbuis in het bespreekbaar maken van ethische dilemma’s rond bewaken van de belangen van de zorgvrager versus behandelbeleid van medische specialisten en kwaliteit van leven zij geeft voorlichting en advies over het ziektebeeld, eventuele co-morbiditeit en de wederzijdse beïnvloeding, informatie over gezonde leefregels waaronder gezonde voeding, verantwoord alcoholgebruik en stoppen met roken, het belang van gebruik van levenslange
15
medicatie, het belang van therapietrouw door uitleg van effecten van inname en resultaten van medicatie, regelmatige bloeddrukmetingen, herkennen van symptomen van vasculaire ziekten, hoe te handelen bij verslechtering, stimuleren van een actieve leefstijl en beweging zij heeft kennis van farmacologie, verschillende onderzoeks- en behandeltechnieken en materialen zij observeert, signaleert, interpreteert en diagnosticeert de effecten en de grenzen van therapie(on)trouw en bespreekt deze. Zij bewaakt het opvolgen van de leefregels en de effecten zij interpreteert adequaat anamnesegegevens die voortkomen uit de tussentijdse evaluaties van de individuele (preventie-)zorgplannen/-programma’s zij informeert en begeleidt systematisch de zorgvrager, vanaf het moment van poliklinische bezoeken, over sociaal-emotionele, fysieke, sociaal- maatschappelijke vraagstukken, die de zorgvrager en zijn naasten beleven als gevolg van de vaatziekte. Zij verwijst indien nodig naar een andere discipline zij heeft specifieke kennis betreffende het bewaken en voorkomen van complicaties als gevolg van vaatbeperkingen/falen/belemmeringen. Indien noodzakelijk verwijst zij naar andere eerste- en tweedelijns-hulpverleners zij waakt als casemanager over de continuïteit van (keten)zorg, ongeacht de verblijfplaats van de zorgvrager, wat wordt bereikt door primair poliklinisch contact, zo nodig voortzetting tijdens klinische periode, en poliklinische nazorgbezoeken zij draagt, in overleg met de zorgvrager, zowel binnen als buiten de instelling kennis over aan andere disciplines, die de zorg voor de zorgvrager dragen. 4.2.3 Ten opzichte van bestaande differentiaties Bij zowel de zorgvrager met manifest vaatlijden als de zorgvrager met potentiële kans op vasculaire ziekten biedt de vasculair verpleegkundige een optimale begeleiding bij het bereiken en handhaven van streefwaarden. Complementair aan het medische beleid is de vermindering van de klachten en het risico op herhaling te verkleinen c.q te voorkomen. Het is immers bewezen dat wanneer deze zorgvragers ondersteunende begeleiding krijgen - bij het veranderen van de leefstijl – de ziekte, dan wel verergering van klachten kan worden voorkomen. Zorgvragers met (hart- en) vaatziekten hebben naast hun medische klachtenpatroon, vaak onderliggende bestaans- en gezondheidsproblemen, die voortkomen uit hun gewijzigde gezondheidsbeleving. Op het gebied van vaatziekten kunnen gedifferentieerd werkende verpleegkundigen bij actuele en potentiële zorgvragen rond gezondheid en bestaan differentiatiegebonden verpleegkundige interventies bieden. Inter- en monodisciplinaire afstemming met andere verpleegkundige differentiaties is noodzakelijk om zowel overlap als tekorten in zorgaanbod te voorkomen en de zorgvrager die effectieve en efficiënte (kwaliteits)zorg te bieden waar hij recht op heeft. Het onderscheid met de andere verpleegkundige differentiaties is het accentverschil in de doelstellingen: vasculaire verpleegkunde is voornamelijk gericht op het begeleiden en behandelen van hoogrisico-zorgvragers en hun naasten om verergering van klachten te voorkomen en om (preventief) uitingen van vaatlijden te voorkomen door gedragsverandering in leefstijl sociaalemotioneel te ondersteunen en praktisch te begeleiden. Door coördinatie van de eigen verpleegkundige interventies binnen de overige verpleegkundige interventies door andere differentiaties, wordt efficiënt vasculaire zorg georganiseerd. 4.2.4 Voor de medeprofessionals Medeprofessionals, zowel in mono- als in multidisciplinair verband functionerend, vertrouwen op een goede samenwerking op het gebied van de vasculaire zorg. De vasculair verpleegkundige regisseert en coördineert als centraal verantwoordelijke (casemanager). . Zij is de spil van de vasculaire poli en levert een bijdrage aan het ontwikkelen, opzetten en initiëren van de vasculaire zorgverlening. Op het gebied van de zorg voor zorgvragers met vasculaire problematiek profileert de vasculair verpleegkundige zich aan medeprofessionals als een expert en consulent/schakel binnen het zorgcontinuüm tussen betrokken specialisten/polikliniek en zorgvrager. Ze is de schakel tussen de eerste- en tweedelijnszorg. Zij rapporteert structureel en frequent betrokken intramurale ketenzorg-
16
partijen door afstemming, overdracht van relevante mondelinge en schriftelijke gegevens, en geeft een overdracht van het verpleegplan en het gevoerde en te voeren medische en verpleegkundige beleid betreffende vasculaire zorg. Zij heeft hierbij toestemming van de zorgvrager. Op het gebied van de vasculaire zorg profileert de vasculair verpleegkundige zich binnen bestaande differentiaties en afdelingen als een beroepsbeoefenaar die deskundig is in zowel het voorkomen van of het interveniëren in (medische) zorgvragen als gevolg van vaatlijden. Zij beschikt over een brede kennis van de verpleegkundige zorgaspecten t.a.v het omgaan met een chronische ziekte, therapietrouw zijn, vormgeven aan zelfmanagement. Zij levert een bijdrage aan de ontwikkeling van haar vakgebied en de koppeling aan verwante specialismen. Zij is deskundig in het bieden van zorg in geval sprake is van verslechtering van de gezondheid, waardoor de zelfzorgtekorten toenemen. Ze kan adequaat (be)handelen, en de eindverantwoordelijke arts in schakelen voor nadere afstemming van de vervolgbehandeling 4.2.5 Binnen gezondheidszorgorganisaties Op het gebied van de vasculaire zorg profileert de vasculair verpleegkundige zich binnen de gezondheidszorgorganisaties als een beroepsbeoefenaar met verschillende meerwaarden: zij bewaakt de effectiviteit en efficiëntie van de kwaliteit van de vasculaire zorg inclusief de eigen verpleegkundige vasculaire zorg zij maakt doelmatig (efficiënt en effectief) gebruik van de medisch/technologische ontwikkelingen waardoor zij complementair intervenieert aan het medische beleid zij streeft naar een adequate inzet van expertise op het gebied van multidisciplinaire vasculaire zorgverlening wat de kwaliteit van de zorgverlening optimaal beïnvloedt zij neemt doelmatig bepaalde (para-)medische taken over waardoor enerzijds (para)medische specialismen aan hun kerntaken toekomen en anderzijds de verpleegkundige expertise beter kan worden benut. Voor de overname van voorbehouden en risicovolle taken is zij bekwaam en bevoegd en bewaakt zij continu de kaders van de wet BIG. Daarnaast levert deze taakverschuiving kwaliteitsverbetering en efficiënte inzet van expertise binnen het totale aanbod van diensten binnen de vasculaire zorg op zij biedt een preventief zorgaanbod waardoor naar verwachting het aantal herhalingen en verergering van hart- en vaatziekten afneemt en de ervaren kwaliteit van leven wordt verhoogd zij draagt bij aan verpleegkundig (wetenschappelijk/innovatief) onderzoek en vertaalt de resultaten naar haar eigen organisatie. Zij implementeert de resultaten zij combineert interventies met betrekking tot de behandeling en de begeleiding van de zorgvrager waarbij de gevolgen van een chronisch vaatprobleem centraal staan zij wendt haar deskundigheid aan bij het vaststellen, bijstellen en uitvoeren van instellingsbeleid vasculaire zorg, waarbij zij de kwaliteit van zorgverlening bewaakt en mogelijkheden ter verbetering voorstelt zij coördineert de zorg, waardoor efficiënter met afsprakentijd wordt omgegaan door combinaties met als gevolg minder polikliniekbezoeken voor de zorgvrager zij is deskundigheidsbevorderaar, aangezien ze over brede, specialistische kennis, inzicht en communicatieve vaardigheden beschikt betreffende de zorg voor vasculaire zorgvragers zij is betrokken bij het doelmatige gebruik en beheer van materiaal, middelen en menskracht zij organiseert gestructureerde evaluatie bij de zorgvragers om pakket van diensten naadloos te laten aansluiten bij de behoefte en verwachtingen van de doelgroepen en om de tweedelijnszorg naadloos aan te laten sluiten bij de eerste lijn. 4.2.6 Binnen gezondheidszorg Op het gebied van de vasculaire zorg profileert de vasculair verpleegkundige zich binnen de gezondheidszorg als een beroepsbeoefenaar met verschillende meerwaarden: zij levert in groter verband een bijdrage aan de kwaliteit van de zorg voor zorgvragers met (potentieel) vasculair lijden, door mee te denken in nieuwe ontwikkelingen van landelijke (onderzoeks)protocollen en richtlijnen, zowel op instellingsniveau als op landelijk niveau, binnen de NVHVV of binnen de NHS zij is in staat richtlijnen te interpreteren, toepasbaar te maken, zowel binnen de instelling als binnen trans- en extramurale settings waardoor de kwaliteit van zorg verbetert
17
zij is in staat mee te denken en uitvoering te geven aan rollen in bijscholingen, cursussen en congressen en kan meedenken in-, en uitvoering geven aan de verpleegkundige rollen: in bijscholingen, cursussen en congressen zij onderkent het belang om een professionele en gelijkwaardige partner te zijn in de ketenzorg voor zorgvragers met vasculaire ziekten.
18
5. Taakgebieden, kerntaken, en competenties 5.1
Inleiding
In samenhang met voorliggende hoofdstukken wordt in dit hoofdstuk een beschrijving gegeven van de deskundigheid van een vasculair verpleegkundige. Deze deskundigheid manifesteert zich op drie taakgebieden, te weten: Zorgvragergebonden taken: de verzameling van taken die verbonden zijn aan het primaire proces, de directe zorgverlening Professiegebonden taken: de verzameling van taken die verbonden zijn aan behoud, ontwikkeling en kwaliteit van professionele beroepsuitoefening Organisatiegebonden taken: de verzameling van taken die verbonden zijn aan beleid en beheer met betrekking tot voorwaarden voor de directe zorgverlening in een zorgorganisatie of in een organisatie-eenheid Elk taakgebied is een verzameling van kerntaken rond een aspect van zorg, waarvoor een vasculair verpleegkundige verantwoordelijkheid draagt. Alle taakgebieden samen dekken het totale proces van behandeling en zorg. Elk taakgebied krijgt een eigen inkleuring door de zogeheten kernopgaven. Kernopgaven hebben betrekking op een opgave of probleem, dat kenmerkend is voor een vasculair verpleegkundige en waarop zij in haar beroepsuitoefening adequaat moet kunnen reageren. De kernopgaven geven richting aan een of meerdere competenties. Een competentie wordt in dit profiel omschreven als: Een - continu te onderhouden en te ontwikkelen - combinatie van vaardigheden, kennis, attitudes en persoonskenmerken, nodig om in een bepaalde werksituatie adequaat, effectief en efficiënt te handelen. De competenties – geformuleerd in termen van gedrag en resultaten – beschrijven de vermogens van een vasculair verpleegkundige om taken en opgaven in haar beroepsuitoefening op een adequate, proces- en productgerichte wijze aan te pakken. Elke competentie wordt gecompleteerd met opsommingen van concreet en waarneembaar handelen en gedrag, die representatief zijn voor het competente gedrag. In feite geeft een competentie aan wat een vasculair verpleegkundige doet, in welke situatie en met welk doel. Zoals de begripsomschrijving aangeeft, berust competent gedrag op een samenhangend gebruik van onderliggende vaardigheden, kennis, attitudes en persoonskenmerken. Vasculaire verpleegkunde bouwt voort op het al aanwezige competentieniveau in de basisverpleegkundige beroepsuitoefening en de - door opleiding en beroepservaring - verkregen expertise. Taken en competenties die daartoe gerekend mogen worden, zijn niet meer opgenomen in dit profiel. Het handelingsrepertoire van een vasculair verpleegkundige kenmerkt zich door de voor iedere gezondheidszorgwerker geldende methodische beroepsuitoefening en beroepsmatig handelen, maar omvat daarnaast specifieke vaardigheden, procedures en handelingen. De beroepshouding van de vasculair verpleegkundige is verweven met alle kerntaken die worden uitgevoerd. Daarbij zal zij zich ervan bewust moeten zijn dat elke situatie waarin zij verkeert of handelt, steeds andere eisen stelt aan haar vermogens om de beroepshouding ten opzichte van de zorgvrager, de organisatie en zichzelf deel te laten uitmaken van haar handelen. Dit betekent dat zij: met respect en toewijding optreedt tegenover zorgvrager, ongeacht sociale en economische status, opleiding, cultuur, ras, sekse, levensovertuiging, aard of duur van ziekte of handicap; rekening houdt met de waarden en normen, de wensen en gewoonten en de behoefte aan privacy van de zorgvrager; op basis van wederzijds vertrouwen een functionele samenwerkingsrelatie aangaat met de zorgvrager, deze onderhoudt en beëindigt; zich ervan bewust is dat de gelijkwaardigheid van de relatie onder druk kan staan doordat de zorgvrager min of meer afhankelijk is van de verpleegkundige zorg professioneel omgaat met het spanningsveld tussen de eigen deskundigheid versus de deskundigheid van de zorgvrager zich bewust is van eigen normen en waarden en hiermee professioneel omgaat
19
professioneel omgaat met ethische kwesties en daarbij gebruik maakt van een verpleegkundige beroepscode, de regels vanuit de organisatie en de wetgeving.
5.2
Zorgvragergebonden taken
Context en opgaven De verbijzondering van de verpleegkundige zorg naar de vasculaire zorg berust op een specifieke deskundigheid op het gebied van de hart- en vaatzorg en de continuïteit van de relatie met de zorgvrager, ongeacht waar deze zich bevindt. Een zorgvrager met (potentiële) lichamelijke of geestelijke ziekte, verstoring of beperkingen als gevolg van de ziekte, of gezondheid- en bestaansdreiging, kent fysieke, psychische, sociale, maatschappelijke en seksuele gevolgen. De weg naar herstel, stabiliteit en zelfontplooiing voor de zorgvrager en zijn naasten is lang en vraagt intensieve begeleiding. Deze vindt plaats op zowel praktisch, psychisch, sociaal, en maatschappelijk gebied. Inherent aan de lichamelijke verstoring en al zijn mogelijke gevolgen voor vasculaire zorgvragers met een ziekte, ziet de vasculair verpleegkundige zich in haar zorgverlening voor vier belangrijke met elkaar samenhangende kernopgaven gesteld, die voortkomen uit: - het bieden van ondersteuning bij de verwerking van ziek worden en het (acuut/chronisch) ziek zijn Zingevingvragen, angst voor afhankelijkheid en verlies van autonomie spelen een rol. Morele en ethische kwesties vormen belangrijke kernopgaven voor de vasculair verpleegkundige - het begeleiden bij voorkomende gezondheid en bestaansproblemen als gevolg van vasculaire ziekte Door het creëren van een veilige leefomgeving kunnen complicaties en achteruitgang worden voorkomen, vertraagd of tot een minimum worden beperkt. De normen en waarden van de zorgvrager ten aanzien van de leefomgeving kunnen op gespannen voet staan met de wenselijke praktische - en sociaal-emotionele veiligheid, hygiëne en persoonlijke opvattingen van de zorgvrager over ziekte en gezondheidsbelevingen. Binnen deze context vormen sociaal-ethische kwesties belangrijke kernopgaven voor de vasculair verpleegkundige - het bewaken van draagkracht en draaglast bij de uitvoering van het therapeutische regiem Hierbij is de verpleegkundige vasculaire zorg bijzonder bedacht op de belasting, die het therapeutische regiem, afwisselend gevoerd binnen en buiten een instelling, met zich meebrengt in relatie tot de draagkracht van de zorgvrager. Om zo nodig nadere uitleg te kunnen geven is de vasculair verpleegkundige goed op de hoogte van het doel van de therapie en organiseert zij tijdig de zorg, die de zorgvrager nodig heeft. Ze geeft geprotocolleerde medicatie vervolgconsulten, waarbij zij extra alert is op specifieke complicaties of bijwerkingen die kunnen optreden. Ten slotte zijn veel vaatziekten gerelateerd aan leefstijl. Het fenomeen ’eigen schuld dikke bult’ is een gevaarlijke tendens binnen de maatschappij die ook onder beroepsbeoefenaren kan doorspelen. Het hanteren van medisch-ethische dilemma’s binnen deze context is een kernopgave voor de vasculair verpleegkundige. - casemanagement van de multi-, en interdisciplinaire zorgverlening Naarmate mensen meer afhankelijk worden van professionele hulpverleners, wordt het managen van de preventieve en curatieve zorg in continuïteit, kwaliteit en kwantiteit een belangrijk issue. De vasculair verpleegkundige coördineert de zorg en behandeling van de zorgvragers. Zij draagt binnen de interdisciplinaire zorg bij aan een goede communicatie met de (potentiële) zorgvrager/behoeftige, diens naasten en betrokken disciplines over de verleende en te verlenen zorg, zowel in intra- als in extramurale settings. De opgaven waarvoor zij staat bij het uitvoeren van zorg bestaan uit een continue mix, voortkomend uit diverse doelgroepen, hun sociaal-culturele context, leeftijd en ontwikkelingsfase gerelateerde aandachtspunten: Dit alles beïnvloedt de manier waarop ze de interventies kan uitvoeren.
20
Het is tegen deze achtergrond en wetenschap dat de vasculair verpleegkundige zich een beeld dient te vormen van de aard, urgentie en omvang van de zorgvraag en de behoefte aan gedifferentieerde vasculair verpleegkundige zorg. De kernopgaven, waarvoor zij zich dagelijks bij het uitvoeren en organiseren van zorg gesteld ziet, wisselen door de uniciteit van iedere zorgvrager af, en vinden zowel structureel als ad hoc plaats. Zij komen voort uit de diversiteit, complexiteit en urgentie aan hulpvragen, specifiek uit deze zorgvragercategorie met een chronische aandoening en een breed scenario aan ziektebeelden met stoornissen en beperkingen. Daarnaast ziet de vasculair verpleegkundige zich voor de (kern)opgave gesteld om altijd in afwisselende mono-, multi- en interdisciplinaire verbanden verpleegkundige interventies uit te voeren bij zorgvragers. Dit beïnvloedt de wijze waarop ze de interventies kan uitvoeren en vraagt om specifieke communicatieve competenties. A. Kerntaak: Het verzamelen van gegevens Essentieel binnen deze kerntaak is het systematisch en op methodische wijze verzamelen van informatie over de gezondheids- en bestaansituatie van de zorgvrager en zijn naasten, de beleving van zijn situatie, zijn verwachtingen en vragen, en over de aard, urgentie en omvang van de problematiek. Bij het afnemen van de verpleegkundige anamnese wordt gebruik gemaakt van specifieke richtlijnen en protocollen van eigen en andere betrokken disciplines. Daarnaast maakt de vasculair verpleegkundige gebruik van observaties van de veranderingen van de vasculaire status van de zorgvrager, het signaleren van het gezondheidsgedrag en het verloop ervan. Daarnaast voert zij algemeen lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek uit. De protocollaire werkwijze kan per instelling verschillen. In geval er sprake is van een te verwachten overdracht van de eigen instelling naar een andere zorgsetting stelt de vasculair verpleegkundige vast welke a.s. zorgbehoeftes en zorgverlening de zorgvrager mogelijk nodig heeft. Competentie Om de mogelijke oorzaken en gevolgen van de vasculaire ziekte van de zorgvrager in kaart te brengen en de daarmee samenhangende gezondheid- en bestaansdreiging te signaleren analyseert en interpreteert de vasculair verpleegkundige continu en op systematische wijze onderzoeks- en observatiegegevens van de zorgvrager over zijn actuele gezondheid- en bestaansituatie. Ze maakt daarbij gebruik van specifieke hulpmiddelen, zodat de zorgverlening en het zorgproces optimaal worden afgestemd op de zorgvraag. Op deze wijze krijgt de zorgvrager de zorg die hij nodig heeft. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: een (gestandaardiseerde) anamnese afneemt door observatie, specifiek vasculair diagnostisch onderzoek en aanvullende gegevens van de zorgvrager en derden bij de (her)indicatiestelling van de zorg participeert en adviseert (gestandaardiseerde) observaties uitvoert, waarbij het gaat om signaleren en diagnosticeren van (dreigende) gezondheid- en bestaansproblemen in relatie tot vasculaire problemen potentiële en feitelijke reacties op gezondheid- of daaraan gerelateerde bestaansproblemen signaleert in relatie tot de vasculaire problematiek de specifiek verpleegkundige zorgvragen en de veranderingen die zich hierin voordoen herkent, vaststelt en verifieert bij de zorgvrager een inschatting maakt van mogelijke complexiteit van de gezondheidsituatie en de hiervoor vereiste deskundigheid van zichzelf, maar ook die van anderen beoordeelt, op grond waarvan de zorgcase wordt geregisseerd rond inzetten van expertise van derden de zorgcase coördineert bij herkenning van andersoortige zorgvragen gegevens op een transparante en toegankelijke wijze schriftelijk vastlegt en hierbij rekening houdt met de rechten van de zorgvrager verwijzing of samenwerking organiseert naar landelijke screeningprogramma’s Familiaire Hypercholesterolemie (FH). B. Kerntaak: Vaststellen van benodigde zorg De vasculair verpleegkundige is een expert op het gebied van vasculair verpleegkundige
21
diagnostiek. Ze v gaat op methodische wijze na (en indien nodig met behulp van een heteroanamnese) op welke wijze de zorgvrager zijn ziekte/stoornis/beperkingen en omstandigheden beleeft en welke verwachtingen, vragen en wensen er bestaan. Zij schetst een beeld van de mate van autonomie versus de problemen bij het zelfstandig functioneren en schat in in hoeverre het evenwicht is verstoord tussen draagkracht en draaglast op het terrein van ziekte en herstel, invaliditeit, en of er sprake is van een psychosociaal, fysiek of maatschappelijk probleem. Ze verkrijgt haar aanvullende informatie van andere disciplines en via eigen observaties. In een kortdurende of acute situatie zal het verzamelen van gegevens zich vooral concentreren op de meest noodzakelijke informatie. Verantwoorde verpleegkundige vasculaire zorg berust voor een belangrijk deel op eenduidige en hanteerbare beschrijvingen van de verpleegproblemen, die uiteindelijk richting geven aan doelen en interventies. Daarbij is het van belang een beeld te krijgen van de actuele of potentiële gezondheidsproblemen en van problemen met een acuut of chronisch karakter. De beschrijvingen van verpleegproblemen, die samenhangen met de ziekte en de gevolgen berusten op de continue en systematische gegevensverzameling. De vasculair verpleegkundige realiseert zich dat (potentiële) gezondheid- en bestaansproblemen van zorgvragers vaak niet eenduidig zijn, maar complex en verweven in andere sociaal/medische contexten die van invloed kunnen zijn op het resultaat van de beoogde interventies. Op basis van de gegevens kunnen zorgdoelen worden geformuleerd gericht op primaire, en secundaire preventie, die zich richten op het bevorderen (aanpassen) van een gezonde(re) leefstijl. Competentie Om het verpleegkundig zorgaanbod aan te laten sluiten bij zorgvraag van de zorgvrager of een groep, verzamelt de vasculair verpleegkundige op systematische wijze gegevens over de feitelijke en gewenste gezondheids- en bestaanssituatie en de daaraan gerelateerde bestaansproblemen van de zorgvrager of een groep. De vasculair verpleegkundige formuleert in eenduidige typeringen de verpleegproblemen en -diagnosen met betrekking tot de ziekte/stoornis van een zorgvrager en maakt daartoe gebruik van gestandaardiseerde en (wetenschappelijk) onderbouwde methodieken, zodat gerichte keuzes gemaakt kunnen worden in doelen van zorg en behandeling. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: gegevens aanpast aan de omstandigheden van de zorgvrager, het doel van de zorgverlening in relatie tot de aard van de vasculaire problematiek zich een totaalbeeld vormt van de situatie van de zorgvrager en diens naasten, en nagaat welke (risico)factoren van invloed kunnen zijn op de leefsituatie van de zorgvrager gegevens op een transparante en toegankelijke wijze schriftelijk vastlegt en hierbij rekening houdt met de rechten van de zorgvrager informatie t.a.v. het medische beleid documenteert d.m.v. (gezamenlijke) statusvoering. informatie verstrekt aan de zorgvrager m.b.t. de ziekte, het beloop, de behandeling en de prognose de verpleegkundige anamnese en diagnoses vaststelt op basis van de (on)mogelijkheden en de vermogens van de zorgvrager m.b.t. de ziekte/stoornis en deze beargumenteert de samenhang en wisselwerking van de vasculaire problematiek analyseert en hierin prioriteiten aangeeft in overleg met de zorgvrager waar nodig de problematiek van de zorgvrager herbenoemt, zodat deze toegankelijk wordt voor beïnvloeding. In de planningsfase komen de beoogde resultaten, de verpleegkundige interventies en de gedelegeerde medische interventies, de afspraken met andere disciplines en de evaluatiemomenten in overleg met de zorgvrager en diens naasten gepland aan bod. Zij worden overeengekomen en vastgelegd in een individueel en integraal verpleegplan en vervolgens georganiseerd. Indien de benodigde zorgverlening niet binnen de eigen setting van de vasculair verpleegkundige uitvoerbaar is, zal zij gebruik maken van de netwerken van betrokken zorgverleners en verwijst zij de zorgvrager.
22
Bij het plannen van de zorg heeft zij te maken met tegenstrijdige professionele of organisatorische belangen en (on)mogelijkheden van anderen (de doelstellingen organisatie versus professionele zorgdoelen, de 24uurs-beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel versus beperkte/geen beschikking van, en de bereikbaarheid en beschikbaarheid van andere disciplines uit de eerste en tweede lijn. Deze dilemma’s kunnen haar beperken in het kiezen van verpleegkundige en gedelegeerde medische interventies voor de zorgvrager in de thuissituatie. Niet alleen professionele zorgmogelijkheden maar ook belangenverschillen en mogelijkheden uit informele zorg (wonen, zorg en welzijn) en voorliggende voorzieningen kunnen haar beperken in het plannen van verpleegkundige of gedelegeerde medische interventies. C. Kerntaak: Het beoogde resultaat van de verpleegkundige vasculaire zorg formuleren Doelgerichte verpleegkundige zorg aan vasculaire zorgvragers stoelt op haalbare en meetbare resultaten, met een onderscheid naar resultaten op korte en lange termijn. Specifieke resultaten liggen op het gebied van het wegnemen, reduceren of voorkomen van het probleem, maar ook op het accepteren van de situatie, op diagnostisch, therapeutisch of psychosociaal gebied. Hierbij gaat het erom dat de vasculair verpleegkundige op basis van de geformuleerde verpleegproblemen- en diagnosen resultaten van zorg formuleert en daarbij rekening houdt met de interventiemogelijkheden op het gebied van leefstijl, therapietrouw en copinggedrag. Competentie De vasculair verpleegkundige formuleert, in overleg met de zorgvrager en diens naasten, in relatie tot de vastgestelde verpleegproblemen- en diagnosen, het beoogde resultaat van de zorgverlening (reduceren van risico op hart- en vaatziekten, voorkomen van een event). Zij geeft hierin prioriteiten aan, zodat de verpleegkundige zorg doelgericht en afgebakend in fasen kan worden verleend. Bij het vaststellen van de resultaten houdt zij rekening met de beoogde doelstellingen versus de draagkracht/draaglast van de zorgvrager en diens naasten, waarbij coping en therapietrouw belangrijke aandachtspunten zijn. Het beoogde eindresultaat wordt beschreven in concreet haalbare doelen en voldoen aan landelijke kwaliteitsnormen vasculaire zorgverlening. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: in overleg met de zorgvrager en diens naasten haalbare resultaten formuleert met betrekking tot gedragsverandering op het gebied van leefstijl en daarbij rekening houdt met de condities waaronder, de termijn waarop en de weg waarlangs dit gebeurt een eigen en intergraal zorgplan opstelt en ervoor zorgt dat dit deel uitmaakt van het dossier van de zorgvrager indien nodig prioriteiten aangeeft in te behalen resultaten en deze keuzes onderbouwt in overleg met de zorgvrager en diens naasten de beoogde resultaten herformuleert, indien de situatie verandert bij inter- en multidisciplinaire besprekingen betrokken is, waarbij afstemming plaatsvindt over de integraal beoogde resultaten structureel verslag legt van de zorg volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden de zorgvrager buiten verdere onnodige medische interventies tracht te houden. D. Kerntaak: Verpleegkundige interventies kiezen Voor het behalen van de beoogde resultaten kent de vasculair verpleegkundige een breed scala aan verpleegkundige en gedelegeerde medische interventies om doelgerichte verandering/stabiliteit in de gezondheid en bestaansituatie te bewerkstelligen. Deze interventies houden in: het ondersteunen van de zorgvrager en zijn naasten door voorlichting, het begeleiden van een curenaar een caresetting door het aanvragen en organiseren van zorg, en in de overdracht van care naar cure voorlichting geven over de (on)mogelijkheden van zorg en de wegen waarlangs deze kunnen worden georganiseerd. Dit geldt overigens niet alleen in de eigen woonomgeving maar ook in andere zorgsettings. De keuze voor een verpleegkundige of gedelegeerde medische interventie, die door de vasculaire verpleegkundige in overleg met betrokkenen wordt gemaakt, is afhankelijk van het beoogde resultaat en de mogelijkheden van de zorgvrager en de verantwoordelijke arts/specialist. Medisch
23
specialistische standaarden kunnen de keuze van haar interventiekeuzes beïnvloeden cq ondersteunen Met betrekking tot de vasculair verpleegkundige interventies is onderscheid te maken naar: interventies die voortkomen uit de vastgestelde verpleegkundige diagnoses en behoren tot het autonome aandacht- en competentiegebied van de vasculair verpleegkundige handelingen die voortvloeien uit problemen waarvan het aandacht- en competentiegebied gedeeld wordt met andere disciplines en uit hun diagnostische en therapeutische werkzaamheden signalering van problemen, waarvan de behandeling buiten haar aandacht- en competentiegebied valt, en verwijzing naar andere disciplines betekent. Competentie Om het beoogde resultaat van zorgverlening te behalen kiest de vasculair verpleegkundige interventies in overeenstemming met de vastgestelde verpleegkundige en medische diagnoses en in relatie tot de geformuleerde doelen van zorg en prioriteitstelling. Zij houdt daarbij rekening met de mogelijkheden van de eigen instelling, de zorgvrager en zijn omgeving, zodat deze kan vertrouwen op deskundige, en efficiënte behandeling van zijn ziekte en de gevolgen hiervan. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: een keuze maakt uit bestaande interventies, waarvan de doelmatigheid is bewezen een keuze maakt uit nieuw ontwikkelde, alternatieve interventies deze keuze beargumenteert met gebruik van wetenschappelijke kennis, klinische expertise, protocollen/richtlijnen en standaarden en voorkeuren van de zorgvrager zo nodig afwijkt van de vigerende protocollen en deze afwijking beargumenteert en verantwoordt alternatieve zorg weet aan te wenden het belang, tijdstip en werkwijze van de interventie uitlegt aan de zorgvrager afwegingen in de soms strijdige belangen van de individuele zorgvrager beargumenteert. E. Kerntaak: Verrichten van verpleegkundige interventies De vasculair verpleegkundige gebruikt een geselecteerd scala aan interventies om doelgerichte (gedrags-)verandering in de individuele gezondheids- en bestaanssituatie te bewerkstelligen. Deze interventies variëren in intensiteit en leiden tot een ondersteuningspakket van behandeling, voorlichting, informatie, advies en sociaal-emotionele begeleiding van de zorgvrager en diens naasten. Er is een sterke samenhang en wisselwerking tussen deze interventies. - Behandelen De vasculair verpleegkundige voert zowel gedelegeerde medische als verpleegkundige handelingen uit die samenhangen met diagnostische en therapeutische werkzaamheden van eigen en andere disciplines. De handelingen zijn zowel voorbehouden handelingen, het doen van eigenen gedelegeerd onderzoek en het uitvoeren van (gedelegeerde) verrichtingen. De gedelegeerde handelingen zijn via protocollen geautoriseerd binnen de kaders van de wet BIG. De competenties van de vasculair verpleegkundige worden gevormd door kennis van ziekte, comorbiditeit, onderzoek en behandeling, medisch-technische handelen, kritisch analyseren, en hiervan afgeleide handelingen en beslissingen. Vasculair verpleegkundigen die deze zorg bieden hebben aantoonbaar aanvullende scholing of training gevolgd op specifieke gebieden van de zorg, vaatziekten en co-morbiditeit. In principe zijn de basiscompetenties uit het verpleegkundige beroepsprofiel van toepassing alwaar naar wordt verwezen. Indien de vasculair verpleegkundige deze interventies niet zelf uitvoert, organiseert zij de benodigde medisch-technische zorg. Indien zij handelt na delegatie van taken door andere beroepsbeoefenaren is zij in staat desbetreffende beroepsgebonden richtlijnen te hanteren en geprotocolliseerde medische handelingen volgens de KNMG-standaarden uit te voeren, binnen de kaders van de wet BIG.
24
Competentie Om onderzoek en behandeling van de ziekte te ondersteunen verricht de vasculair verpleegkundige volgens protocollair voorschrift verpleegtechnische en diagnostische interventies. Deze zijn gebaseerd op de vastgestelde diagnoses en de te behalen resultaten, zodat de zorgvrager onderzoek en behandeling van zijn ziekte ervaart als integraal en efficiënt georganiseerd onderdeel van de vasculaire zorgverlening. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: aan onderzoek en behandeling, door de eigen en andere disciplines, meewerkt onderzoek instelt n.a.v. observaties op verzoek van de arts zelfstandig of in overleg met medebehandelaars adviezen geeft zelfstandig de zorgvrager informeert over de ziekte en het verloop zelfstandig of in overleg een afwijkend genezingsproces (mede) behandelt bij gecompliceerde zorg specifieke interventies uitoefent probleemoplossend handelt bij complexe zorg bepaalde vasculaire afwijkingen onder supervisie van een arts behandelt zelfstandig of in overleg verpleegtechnische handelingen en lichamelijk onderzoek uitvoert. - Informeren en adviseren De vasculair verpleegkundige richt zich op het bevorderen van kennis en inzicht van de zorgvrager en diens naasten om op eigen vermogen de leefstijl te veranderen. De informatie is mede toegesneden op gezondheidsbeleving van de zorgvrager en diens naasten, de ziekte, de dreiging van de ziekte, copinggedrag en inzicht in noodzaak tot therapietrouw en de gevolgen van inadequaat medicatiegebruik. Daarnaast bespreekt de vasculair verpleegkundige de organisatie en uitvoering van onderzoek en behandeling vasculaire ziekten in het algemeen en specifiek voor de situatie van de zorgvrager en diens naasten. Zij wijst de zorgvrager op de expertise van andere disciplines en de toegang tot zorgmogelijkheden en zijn rechten en plichten bij afname van de vasculaire zorgverlening. Competentie Bij de uitvoering van deze interventies zijn de competenties uit het verpleegkundige beroepsprofiel van toepassing alwaar naar wordt verwezen. Indien de vasculair verpleegkundige deze interventies niet zelf uitvoert organiseert zij informatievoorziening, advisering en voorlichting door derden. Bij verwijzing werkt zij een analyse uit met gezondheidskundige en mogelijke gedragsdeterminanten die van invloed kunnen zijn op de verdere informatievoorziening en advisering. - Voorlichting geven Bij het geven van advies, instructie en voorlichting geeft de vasculair verpleegkundige informatie toegesneden op de specifieke aandoening en hulpvragen van de individuele zorgvrager. Zij beoogt gezondheid- en bestaansbedreigende risico’s en (potentiële) problemen te voorkomen of te verminderen en een gezonde leefstijl te bevorderen. De vasculair verpleegkundige intervenieert door middel van een programmatische aanpak. Educatie en instructie worden zowel gestandaardiseerd als op maat via advies, instructie en voorlichting gegeven. Tijdens de gefaseerde informatievoorziening peilt zij regelmatig de status van de gezondheid- en bestaanssituatie van zorgvrager om vervolgens specifieke voorlichting te geven. Zij verleent haar preventieve zorgtaken vanuit de poliklinische zorgsetting op basis van het overeengekomen integrale zorgplan. Competentie Bij het geven van voorlichting beschikt de vasculair verpleegkundige over de basiscompetenties zoals beschreven in het verpleegkundige beroepsprofiel alwaar naar wordt verwezen. Indien zij deze interventies niet zelf uitvoert of beschikt over de benodigde competenties, organiseert zij informatievoorziening, advisering en voorlichting door derden. Zij werkt dan een gezondheidskundige analyse uit, beschrijft mogelijke gedragsdeterminanten en verwijst de zorgvrager met behulp van haar sociale kaartkennis en inzichten.
25
Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: preventieve zorgprogramma’s en Gezondheid Voorlichting en Opvoeding (GVO) ontwikkelt en verzorgt, gericht op het aanvaarden van en leren omgaan met een vasculaire ziekte individuele voorlichtingsprogramma’s ontwikkelt, organiseert en uitvoert de resultaten van de voorlichting tussentijds checkt om continu informatie op maat te leveren interventiestrategieën voor gedragsveranderingen kent, deze ontwikkelt en toepast gesprekstechnieken hanteert om gedragsveranderingen te bewerkstelligen GVO verzorgt voor de zorgvrager met een vasculaire aandoening GVO verzorgt voor de naasten van een zorgvrager met een vasculaire aandoening Evidence Based (EB) GVO-lifestyle programma’s kent en deze toepast in haar beroepspraktijk de resultaten van EB GVO-lifestyle programma’s onderzoekt en bij winst publiceert praktische en morele dilemma’s rond de uitvoering van vasculaire zorgverlening opspoort en deze bespreekbaar maakt groepsvoorlichting en scholing geeft aan hulpverleners. - Begeleiding van vasculaire zorgvrager en diens naasten Bij begeleiden gaat de vasculair verpleegkundige nadrukkelijk uit van het gehele cliëntsysteem: de zorgvrager en diens naasten. In eerste instantie betreft het een ondersteunende rol voor opvang van de vragen naar aanleiding van verpleegtechnische en psychosociale vragen in relatie tot de vasculaire ziekte tijdens de poliklinische bezoeken en bij verblijf op de verpleegafdeling. Zorgvragers bezoeken vaak alleen het poliklinische spreekuur van de vasculair verpleegkundige. De rol van naasten is echter van belang bij het ondersteunen van de partner in de thuissituatie en het gezamenlijk inzetten van gedragsverandering en het bespreken van gezamenlijke vragen. De zorg voor zorgvragers met hoogcomplexe vasculaire problematiek is intensief waardoor de draagkracht-/draaglastverhoudingen verstoord kunnen raken. De vasculair verpleegkundige bewaakt de balans en ondersteunt bij discrepanties. De accenten liggen op het terrein van zelfzorg, ziekte en beperking, stoornis, gedrag en beperking, en interacties met de omgeving. In bepaalde situaties is deze opvang niet voldoende. Afhankelijk van de aard en omvang van de problematiek, de gemoedstoestand van de zorgvrager of diens naasten, de draagkracht en de fysieke en cognitieve vermogens van de zorgvrager, zal zij in overleg met de zorgvrager experts inschakelen bij behoefte aan intensieve psychosociale begeleiding. De begeleiding omvat reacties van de vasculair verpleegkundige op vier belangrijke met elkaar samenhangende opgaven, die voortkomen uit de behoefte aan gerichte, relevante en eenduidige informatie betreffende de behandeling en de consequenties zoals omgaan met levenslange medicatie-inname, en diëten de behoefte aan deskundige ondersteuning en begeleiding bij het verwerken van de ziekte, met alle voorkomende lichamelijke, psychische, sociale, maatschappelijke consequenties de behoefte aan deskundige, praktische en technische ondersteuning bij het leren verzorgen en bij de keuze van materiaal en middelen de behoefte aan deskundige begeleiding bij het leren leven met de ziekte/stoornis of beperking begeleiden looptraining en controles begeleiden medicijngebruik en de gevolgen. Competentie Om de kennis en het inzicht, het zelfmanagement en de onafhankelijkheid van de zorgvrager en diens naasten te behouden en te bevorderen begeleidt, informeert en instrueert de vasculair verpleegkundige hen bij de behandeling en het onderzoek, zodat zij er meer bij betrokken raken en controle hebben op de voortgang daarin. Op deze wijze bevordert zij de balans draagkracht/draaglast van beide partijen, copinggedrag en therapietrouw opdat het zelfmanagement van de zorgvrager rond het omgaan met een vasculaire ziekte optimaal wordt bereikt.
26
Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: informatie verstrekt die is afgestemd op de zorgvrager en zijn naasten over: de patiëntenrouting hun rechten en plichten de taak, functie en deskundigheid van de vasculair verpleegkundige en wat men van haar kan verwachten de taak, functie en deskundigheid van hulpverleners van andere disciplines het raadplegen van andere disciplines de mogelijkheid van een second opinion de mogelijkheid van klachtenbehandeling informatie verstrekt die is afgestemd op de zorgvrager en diens naasten en informatie van andere disciplines verduidelijkt de zorgvrager en diens naasten begeleidt bij het omgaan met de eigen beperkingen en mogelijkheden op het terrein van zelfzorg gerelateerd aan de mogelijkheden van verzorging door deze ziekte de zorgvrager en diens naasten begeleidt bij het sociaal functioneren met deze ziekte de zorgvrager en diens naasten begeleidt bij het verwerken van de ziekte en de gevolgen de zorgvrager en diens naasten begeleidt bij het verwerken van problemen, die kunnen ontstaan tengevolge van de ziekte, het onderzoek en de behandeling. F. Kerntaak: Coördineren vasculaire ketenzorg Coördineren is het op elkaar afstemmen van de verschillende vormen en resultaten van de mono en multidisciplinair verleende (eigen en integrale) zorg rond de zorgvrager in de eerste- en tweedelijnszorgsetting. Daarnaast omvat coördinatie verwijzing naar derden. Hiervoor is overleg nodig met de eigen en andere disciplines. De coördinatie is tevens gericht op het bewaken van de continuïteit bij complexe trajecten. Signaleren, observeren, rapporteren en overdracht zijn hiervoor belangrijke vereisten. De onderzoeken, behandelingen, verpleegkundige interventies en andere diensten vormen naast een steun in hulpverlenen mogelijk ook een belasting voor de zorgvrager. Door een goede regie over deze activiteiten kan de (over)belasting worden gereduceerd naar juiste omvang. Deze regie kan bestaan uit coördinatie ten behoeve van een thuissituatie, vanuit een instelling/afdeling of casemanagement over de grenzen van de instelling. De vasculair verpleegkundige coördineert de zorg en behandeling als een continu en intergraal proces. Zij stemt de verschillende zorg- en behandelingsactiviteiten op elkaar af tot een samenhangend geheel, opdat de zorgprocessen efficiënt en doelmatig worden aangeboden en uitgevoerd. Competentie Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn en gezondheid van de zorgvrager en diens naasten coördineert de vasculair verpleegkundige de zorgprocessen opdat de zorgvrager en diens naasten de integrale vasculaire zorgverlening. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: in mono-, multi- en interdisciplinaire netwerken samenwerkt de medische gegevens naar de huisarts of medebehandelaars communiceert de juiste activiteiten op het juiste moment coördineert opdat deze door de juiste persoon worden verricht op een pro-actieve wijze concrete aanwijzingen aan zorgvragers, familieleden en zorgverleners geeft over de mensen en middelen die aangewend moeten worden om de zorg te realiseren met professionals uit eerste en tweede lijn, en met de zorgvrager communiceert om mogelijke verwarring in verwachtingen op te heffen dan wel te voorkomen. G. Kerntaak: Verpleegkundige consultatie verlenen Consultatie is een uitermate geschikte methode van deskundigheidsbevordering die aansluit bij alle werkzaamheden van de vasculair verpleegkundige. Het doel van consultatie is het optimaliseren
27
van de verpleegkundige zorg door het geven van zorginhoudelijk advies aan verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers. Dit kan zowel gevraagd als ongevraagd van aard zijn. Om te worden uitgenodigd voor het verlenen van een consult is het belangrijk dat de vasculair verpleegkundige voor hulpverleners en informele zorgverleners duidelijk zichtbaar aanwezig is en zich uitnodigend opstelt. Deze consulten betreffen zowel zorgvragergebonden als niet-zorgvragergebonden vraagstukken. Zij verleent op een lerende wijze ondersteuning zowel op de werkplek als in andere deskundigheidsbevorderende omgevingen. Competentie Om de mono- en multidisciplinaire vasculaire zorgverlening aan zorgvragers op kwalitatief vereist niveau mogelijk te maken, verleent de vasculair verpleegkundige gevraagd en ongevraagd consulten aan alle betrokken zorgpartijen, opdat de vasculaire zorg de gewenste kwaliteit en continuïteit waarborgt. Dit betekent in concreet methodisch gedrag en handelen dat de vasculair verpleegkundige: aanspreekbaar is voor vraagstukken met betrekking tot het vakgebied een consultatievraag kan diagnosticeren de te onderscheiden consultatieve vraagstellingen op methodische wijze hanteert door een analyse te geven van methode, proces, en procedures de tekortkomingen signaleert in de kwaliteit en continuïteit van vasculaire zorgverlening en hier interventies op toepast deze tekortkomingen vertaalt in deskundigheidsbevorderende activiteiten consulten en coaching op maat aanbiedt ter ondersteuning van verpleegkundigen, binnen en buiten de organisatie, ten aanzien van vasculaire zorg en gedelegeerd medisch handelen consultatie verleent aan de verschillende individuele hulpverleners en multidisciplinaire teams (leerling)verpleegkundigen ondersteunt bij specifieke onderwijsvragen betreffende vasculaire gezondheidsproblematiek de verleende consultatieve ondersteuning verifieert in hoeverre deze tegemoet komt aan de wensen van de zorgvragers en de effecten op hun kwaliteit van zorg een bijdrage levert aan discussie en visieontwikkeling over de vasculaire zorgverlening. H. Kerntaak: Evalueren van het eigen en het totale zorgproces De evaluatie heeft zowel betrekking op het eigen verpleegproces als op het totale zorgproces. Bij de evaluatie binnen het verpleegproces gaat het vooral om het beoordelen van het effect van de verpleegkundige vasculaire zorg, aandacht voor therapietrouw en om de samenwerking met de zorgvrager. Het evalueren van het totale zorgproces heeft betrekking op de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening, de samenwerking met andere disciplines en de tevredenheid van de zorgvrager over de zorg op de polikliniek en de verblijfsafdeling. De bevindingen worden op transparante wijze vastgelegd in het integrale verpleegplan. Hierdoor wordt de zorg inzichtelijk gemaakt waarbij de instelling zich kan toeleggen op kwaliteitseisen en erkenning voor de geleverde en te leveren zorg . Competentie Om de kwaliteit en continuïteit van het totale zorgproces te beoordelen evalueert de vasculair verpleegkundige de efficiëntie en effectiviteit van de zorgverlening, de samenwerking met andere disciplines en de tevredenheid van de zorgvrager en diens naasten. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: het zorgproces zowel tussentijds als na afloop evalueert op efficiëntie, effectiviteit, het proces van toewerken naar beoogde en feitelijk behaalde doelstellingen volgens organisatiecriteria en de tevredenheid van de zorgvrager en diens naasten tussentijdse veranderingen signaleert en op basis hiervan, in overleg met betrokken partijen, het integrale verpleegplan bijstelt over de verleende zorg evaluatiegegevens rapporteert aan relevante partijen/zorgorganisaties en voorstellen doet ter verbetering van de eigen en in de
28
instellingsgebonden vasculaire zorgverlening.
5.3
Professiegebonden taken
Registratie als verpleegkundige ex. artikel 3 Wet BIG brengt impliciet de verplichting met zich mee de eigen deskundigheid te behouden en verder te ontwikkelen. Dit vereist een permanente investering van de vasculair verpleegkundige om zich op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen op haar vakgebied en deze toe te passen. Naast haar eigen ontplooiing als professioneel beroepsbeoefenaar levert zij een bijdrage aan de kwaliteit van de integrale vasculaire zorgverlening en de professionalisering van het verpleegkundige beroep en in het bijzonder dat van de vasculair verpleegkundige. Het generieke van vaatziekten maakt dat er veel disciplines en specialisten bij de zorg en behandeling betrokken zijn. De ontwikkelingen in onderzoeks- en behandelmogelijkheden maken dat steeds meer zorgvragers hun eerste event overleven. Daarmee groeit de groep chronische vasculaire zorgvragers en ontstaan ook nieuwe zorgvragen. De vasculair verpleegkundige vertegenwoordigt een differentiatie in verpleegkundige beroepsuitoefening. Haar deskundigheid is gebaseerd op op specifieke vasculaire zorg gerichte kennis, vaardigheden en attituden. Het bestaan en voortbestaan als differentiatie impliceert tevens dat bedoelde deskundigheid niet of in mindere mate aanwezig is bij andere beroepsbeoefenaren. Dit stelt haar voor de opgave andere beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij vasculaire zorg te laten delen in haar deskundigheid. A. Kerntaak: De deskundigheid in eigen beroepsmatig handelen en dat van collega’s bevorderen De vasculair verpleegkundige investeert in de ontwikkeling van haar eigen deskundigheid en werkt actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep, zodat de kwaliteit van haar beroepsuitoefening als vasculair verpleegkundige in overeenstemming blijft met de vraag en met de ontwikkelingen in beroep en gezondheidszorg. Ze draagt op deze wijze bij aan de deskundigheid van andere beroepsbeoefenaren. Competentie Om de deskundigheid in eigen beroepsmatig handelen en dat van collega’s te bevorderen onderhoudt de vasculair verpleegkundige haar expertise op haar vakgebied opdat de beroepsuitoefening aansluit bij de laatste maatschappelijke en professionele ontwikkelingen. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: de leer- en ontwikkelingsbehoeften van vasculair verpleegkundigen inventariseert en deze inbrengt in het leer- en opleidingsbeleid van haar werkgever zich op de hoogte houdt van relevante vakliteratuur op het gebied van vasculaire zorg aan wetenschappelijk onderzoek en de toepassing van onderzoeksresultaten in het beroepsmatig handelen in relatie tot vasculaire zorgverlening meewerkt. bijdraagt aan het ontwikkelen en implementeren van multidisciplinaire behandelplannen en zorgprotocollen vasculaire zorgverlening ontwikkelingen binnen het vakgebied beoordeelt op de wetenschappelijke en praktische waarde en deze integreert binnen de eigen praktijk maatschappelijke ontwikkelingen van invloed op haar vakgebied volgt en de gevolgen integreert binnen de vasculaire zorgverlening. De vasculair verpleegkundige werkt actief mee aan de verspreiding van kennis en vaardigheden, zodat de deskundigheid van andere hulp- en zorgverleners op het gebied van vasculaire zorg wordt bevorderd. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: relevante vakliteratuur beoordeelt en bespreekt om een zo groot mogelijk kennisdraagvlak te bewerkstelligen actuele literatuur en informatie betreffende de nieuwste ontwikkelingen op het vakgebied
29
verspreidt aan intercollegiale ondersteuning meewerkt en leiding geeft door middel van lezingen en het schrijven van publicaties, het organiseren van themabijeenkomsten en scholingen op het gebied van vasculaire zorgverlening nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk aan de orde stelt en deze zo nodig implementeert hulp- en zorgverleners binnen hun eigen handelingscontext informeert en instrueert over toepassing van interventies die vasculaire zorg ondersteunen hulp- en zorgverleners binnen hun eigen handelingscontext informeert en instrueert over toepassing van materialen en producten bij vasculaire zorg. B. Kerntaak: De kwaliteit van verpleegkundige vasculaire zorg waarborgen en bevorderen De vasculair verpleegkundige spoort op systematische wijze knelpunten op in de vasculair verpleegkundige zorgverlening in en rond de gezondheid- en bestaansituatie van de zorgvrager. Gegevens uit de evaluaties van de verleende vasculaire zorg vormen de basis voor maatregelen die de kwaliteit van de integrale vasculaire zorgverlening bevorderen en waarborgen. Dit heeft betrekking op het niveau van directe zorgverlening als ook op instellingsniveau. Competentie De vasculair verpleegkundige participeert in het ontwerpen en uitvoeren van kwaliteitszorg op afdelings-, instellings- en instellingsoverstijgend niveau, zodat de kwaliteit van integrale vasculaire zorg wordt gewaarborgd. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: de gewenste veranderingen in de integrale vasculaire zorg inventariseert voorstellen formuleert ter verbetering van de integrale vasculaire zorg op basis van evaluatiegegevens aan het realiseren van de voorwaarden meewerkt, waardoor de kwaliteitsnormen betreffende integrale vasculaire zorg kunnen worden bereikt een bijdrage levert aan ontwikkeling en vaststelling van kwaliteitscriteria, standaarden en meetinstrumenten integrale vasculaire zorgverlening (kwaliteitszorg)projecten m.b.t. beleid voor vasculaire zorg in de instelling opzet, begeleidt en uitvoert gestructureerde adequate behandeling van primaire en secundaire preventie hart- en vaatziekten initieert, ontwikkelt, uitvoert en evalueert het volledig cardiovasculair risicoprofiel opstelt aan onderzoek en behandeling naar familiare hypercholesterolemie en premature atherosclerose bijdraagt de zorgbehoefte van zorgvragers afkomstig uit andere culturen, kent en zorgintegratie bevordert. C. Kerntaak: De beroepsuitoefening profileren De vasculair verpleegkundige is verantwoordelijk voor het profileren van de professionele rol in de zorgverlening en praktijkvoering zoals positionering, profilering en inhoudelijke ontwikkeling van de positie van de vasculair verpleegkundige. Zij voert deze rol uit zowel binnen de eigen instelling als instellingsoverstijgend. Competentie Om te komen tot nadere validering en legitimering van de vasculair verpleegkundige positie initieert zij het professionaliserings- en profileringproces van depositie. Op deze wijze positioneert zij het verpleegkundig beroepsdomein vasculaire zorg binnen de integrale vasculaire zorgverlening. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: de eigen functie in organisatorische context positioneert de eigen functie in beroepsmatige context profileert professionele verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van de eigen taakgebieden en
30
kerntaken op het gebied van vasculaire verpleegkunde met beroepsbeoefenaren, die op het grijze gebied van de vasculaire zorg participeren, reflecteert om afstemming van zorg te bewerkstelligen de mogelijkheden en grenzen van de eigen bekwaamheid kent in relatie tot de integrale vasculaire zorg die in de zorgsetting plaats moet vinden, maar altijd in relatie tot vigerende wet- en regelgeving van betrokken partijen bekwaamheden onderhoudt en uitbreidt bijdragen levert aan de positieverbetering van de eigen beroepsgroep door te participeren in netwerken van belangen- of beroepsorganisaties aan de intergratie van de vasculair verpleegkundige in de eerste lijn bijdraagt door eigen beroepsgrenzen te relativeren zonder te verloochenen, beroepswaarden uit re dragen en op en met argumenten communiceert met collega’s, beleidsmakers en management. D Kerntaak: De beroepsuitoefening professionaliseren De vasculair verpleegkundige is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en onderhouden van de professionele rol in de zorgverlening en praktijkvoering. Zij ontwikkelt een visie over haar opvattingen, taken en verantwoordelijkheden van de vasculair verpleegkundige. Zo worden de specifieke kenmerken van deze differentiatie in verpleegkundige beroepsuitoefening zichtbaar gemaakt en gehouden ten opzichte van andere differentiaties in verpleegkundige beroepsuitoefening. De beroepsvereniging van vasculair verpleegkundigen speelt hierbij een belangrijke rol. Competentie De vasculair verpleegkundige vervult een pro-actieve rol in vernieuwing en verdergaande inhoudelijke onderbouwing van het beroep, zodat haar professionele beroepsuitoefening in overeenstemming blijft met de ontwikkelingen in maatschappij en gezondheidszorg. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: een pro-actieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van de inhoud en organisatie van zorginnovaties op afdelings-, instelling- en instellingsoverstijgend niveau een pro-actieve bijdrage levert aan de uitvoering van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek op het gebied van vasculaire interventies een pro-actieve rol vervult bij het uitvoeren van Best Practices op het gebied van integrale vasculaire zorgverlening.
5.4
Organisatiegebonden taken
Het beleid van de zorgorganisatie vormt het kader waarbinnen de vasculair verpleegkundige haar zorg verleent. Op het terrein van integrale vasculaire zorgverlening verricht de zij haar activiteiten in of vanuit de intramurale (poliklinische) setting. Vanuit haar positie, eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid vervult zij een belangrijke rol in de bedrijfsvoering van haar eigen organisatieeenheid, maar ook in die van zorgeenheden waar aanverwante zorg wordt verleend. Beheersmatig heeft de zij een aantal voorwaardenscheppende taken. Het gaat bijvoorbeeld om het bijhouden van standaardvoorraden, verpleegmaterialen en het adviseren op het gebied van materiaal, rekening houdend met budgettaire mogelijkheden. Behandelplannen en zorgplannen, die door een vasculair verpleegkundige zijn opgesteld, zullen ook door andere hulpverleners en binnen meerdere settings ten uitvoer moeten worden gebracht. Continuïteit in zorg is immers een maatstaf voor kwaliteit. Ze heeft de verantwoordelijkheid om onderzoeks en behandelmethoden en ondersteunende maatregelen met betrekking tot de vasculaire zorg overdraagbaar te maken, zodat integrale vasculaire zorgverlening, inclusief de verpleegkundige, in overeenstemming zijn met de landelijk geldende standaarden. A. Kerntaak: Bijdragen aan bedrijfsvoering en beheer van de organisatie-eenheid Het beleid en beheer van de organisatie-eenheid heeft onder andere betrekking op de omgang met de zorgvrager(s), de personele zorg en de registratie- en rapportagesystemen. Het is van belang dat
31
de vasculair verpleegkundige hierbij betrokken is, omdat deze beleidsonderdelen de voorwaarden voor haar beroepsuitoefening vormen. Competentie De vasculair verpleegkundige levert een bijdrage aan bedrijfsvoering en beheer van haar organisatie-eenheid, zodat de organisatie-eenheid zo efficiënt en effectief mogelijk kan functioneren. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het beleid van de organisatie-eenheid over en uitvoering geeft aan het beleid meedenkt factoren signaleert, exploreert en uitwerkt, die kunnen leiden tot veranderingen de problemen omschrijft die worden ondervonden bij de uitvoering van de taken en functies en mogelijke oorzaken daarvan op het gebied van multidisciplinaire vasculaire zorgverlening bijdraagt aan het beheer van de eenheid rond vasculaire zorgverlening, vooral met betrekking tot: o de dagelijkse bedrijfsvoering o de voorwaarden scheppende taken en logistieke processen op effectieve en efficiënte wijze omgaat met materiële, financiële en personele middelen het gebruik van materiaal en financiële middelen bewaakt en beoordeelt. Dit omvat: o het testen van nieuw materiaal o het zorgvuldig omgaan met materiaal o het zorgvuldig keuzes maken bij de aanschaf van materiaal o het beheren van het beschikbare budget. B. Kerntaak: Bijdragen aan het integrale beleid vasculaire zorg van de zorginstelling Het interdisciplinaire beleid vasculaire zorg van de zorginstelling heeft betrekking op een uniforme en gestandaardiseerde wijze van uitvoering van de integrale vasculaire zorg door alle hulp- en zorgverleners binnen de zorginstelling. Daarmee heeft het ook betrekking op toepassing van methoden en technieken, gebruik van producten en materialen, en afstemming onderlinge registratie- en rapportagesystemen. Competentie De vasculair verpleegkundige levert een bijdrage aan het totstandkomen en invoeren van beleid m.b.t. vasculaire zorg binnen de zorginstelling, zodat deze zorg binnen de instelling– onder de juiste omstandigheden – op kwalitatief hoog niveau tegen aanvaardbare kosten kan worden verleend. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: input geeft aan beleid m.b.t. vasculaire zorg met al ontwikkelde protocollen en richtlijnen op het gebied van vasculaire zorg in de keuze voor specifieke materialen en producten adviseert en haar keuze onderbouwt haar bijdrage levert op basis van evaluatiegegevens over vasculaire zorg en over het gebruik van materialen en producten initiatieven en verantwoording neemt voor een samenhangende en multidisciplinaire benadering van vasculaire zorg voor individuele en groepen zorgvragers. C. Kerntaak: Het (mede)ontwikkelen van richtlijnen en protocollen Het instellingsbeleid m.b.t. integrale vasculaire zorg heeft betrekking op een uniforme en gestandaardiseerde wijze van organisatie en uitvoering van de vasculaire zorgverlening door alle hulp- en zorgverleners, zowel binnen als buiten de zorginstelling. Competentie Om onderzoeks- en behandelmethoden en ondersteunende maatregelen met betrekking tot vasculaire zorg, transmuraal overdraagbaar te maken, ontwikkelt de vasculair verpleegkundige hiervoor richtlijnen en protocollen, zodat de kwaliteit en continuïteit van vasculaire zorg gegarandeerd wordt, ook bij uitvoering door andere hulpverleners.
32
Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: richtlijnen en protocollen ontwikkelt voor behandelmethoden en maatregelen met een bewezen effect richtlijnen en protocollen ontwikkelt voor toepassing van materialen en producten met een bewezen effect een bijdrage levert aan de invoering van protocollen en richtlijnen. D. Kerntaak: Mono-, multi- en interdisciplinair samenwerken Voor de continue uitvoering van de vasculaire zorgverlening maken de meeste vasculair verpleegkundigen deel uit van een team of een praktijk. Dit brengt een aantal organisatorische taken met zich mee. Vasculair verpleegkundigen hebben samenwerkingsrelaties met beroepsgenoten en andere deskundigen, binnen en buiten de eigen organisatie. Om kwalitatief verantwoorde zorg te bieden functioneert zijpro-actief en anticiperend, zowel als lid van een organisatie en als teamlid. Zij is intermediair tussen manager en zorguitvoerende beroepsbeoefenaren en vertaalt de afspraken over kwaliteit en productiviteit naar de praktijk. Om de kwaliteit van zorgprocessen en professioneel handelen te bewaken en te bevorderen, coacht ze collega’s bij het ontwikkelen van kwaliteitscriteria en het werken volgens deze criteria. Competentie Voor een continue bewaking en afstemming van de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van zorg werkt de vasculair verpleegkundige samen met beroepsgenoten en andere deskundigen, zowel binnen als buiten de eigen instelling. Dit betekent in concreet handelen en gedrag dat de vasculair verpleegkundige: aan mono-, multi- en interdisciplinaire samenwerkingsverbanden en netwerken deelneemt die de integrale vasculaire ketenzorgverlening optimaliseren.
33
Bijlagen Begrippenlijst Beroepsdeelprofiel
Best practices Co-morbiditeit Differentiatie Evidence-based nursing Format beroepsdeelprofiel Kerntaken
Kernopgaven
Niveau van verpleegkundige beroepsuitoefening Preventie
Specialisatie Verpleegkundige beroepsstructuur
Een verbijzondering van het verpleegkundig beroepsprofiel, gericht op een expliciete beschrijving van verpleegkundige beroepsuitoefening, verbonden aan een niveau en verbonden aan een welomschreven groep zorgvragers. Een ‘best practice’ is een in de praktijk beproefde techniek of een methode en die heeft bewezen betrouwbare en gewenste resultaten op te leveren. Het voorkomen van problematiek op zowel psychiatrisch als somatisch gebied. Een te onderscheiden vorm van verpleegkundige zorg aan specifieke zorgvragers binnen een bepaald deelgebied op een bepaald niveau. Evidence-based practice is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. Raamwerk met richtlijnen dat beroepsdeelprofielen voorziet van een gestandaardiseerde basis. Sets van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die door een belangrijk deel van de verpleegkundigen worden uitgeoefend; dat wil zeggen: zij weerspiegelen de kenmerkende werkzaamheden van de verpleegkundige, geordend in logische volgorde van het beroep. De opgaven of problemen waarmee een verpleegkundige regelmatig te maken heeft, die kenmerkend zijn voor het beroep en waarbij van de verpleegkundige een oplossing en een aanpak wordt verwacht. Dergelijke problemen stellen de verpleegkundige voor keuzes of dilemma's en zijn daarmee complex van aard. Beroepsuitoefening geordend naar verpleegkundige bekwaamheid, die parallel loopt met een groei in professionele beroepsuitoefening en met beroepservaring. Een niveau in beroepsuitoefening is niet alleen gekoppeld aan specialisatie in een bepaald type zorg. Bestrijden van risicofactoren en het bevorderen van positieve determinanten van gezondheid om nieuwe gevallen van problemen van gezondheid te voorkomen (primair), vroegtijdig risicofactoren van ziekte of problemen van gezondheid op te sporen en te behandelen (secundair) en om ernstiger gevolgen van bestaande problemen te voorkomen (tertiair). Afzonderlijk beoefend deel van een tak van vak/wetenschap: daar waar men zich bijzonder op toelegt. Structuur van niveaus en deelgebieden in verpleegkundige beroepsuitoefening.
Lijst van gebruikte afkortingen ADL AVVV BIG BMI CBS CVA
Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Body Mass Index Centraal Bureau Statistiek Cerebraal Vasculair Accident
34
FH HDL HVZ NHS NVHVV PHC VWS
Familiaire Hypercholesterolemie Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen Hart en Vaat Ziekten Nederlandse Hartstichting Nederlandse Vereniging Hart en Vaat Verpleegkundigen Public Health Care Volksgezondheid Welzijn Sport
Geraadpleegde bronnen Allen, J.K., R.S. Blumenthal, S. Margolis, D.R. Young, E.R. Mille K. & Kelly (2002), Nurse case management of hypercholesterolemia in patients with coronary heart disease: results of a randomized clinical trial. Am.Heart J. 144, 678-686. Ammerman A.S., T.C. Keyserling, J.R. Atwood, J.D. Hosking, H. Zayed & C. Krasny (2003), A randomized controlled trial of a public health nurse directed treatment program for rural patients with high blood cholesterol. Prev.Med. 36, 340-351. Burke L.E., J.M. Dunbar-Jacob & M.N. Hill (1997), Compliance with cardiovascular disease prevention strategies: a review of the research. Ann.Behav.Med. 19, 239-263. Criqui M.H.,R.D. Langer, A. Fronek, H.S. Feigelson, M.R. Klauber, T.J. McCann & D. Browner (1992), Mortality over a period of 10 years in patients with peripheral arterial disease. N.Engl.J.Med. 326, 381386. Denver E.A., M. Barnard, R.G. Woolfson, & K.A. Earle (2003), Management of uncontrolled hypertension in a nurse-led clinic compared with conventional care for patients with type 2 diabetes. Diabetes Care 26, 2256-2260. Dunbar-Jacob J. & M.K. Mortimer-Stephens (2001), Treatment adherence in chronic disease. J.Clin.Epidemiol. 54 Suppl 1, S57-S60. Euroaspire I (1997), A European Society of Cardiology survey of secondary prevention of coronary heart disease: principal results. EUROASPIRE Study Group. European Action on Secondary Prevention through Intervention to Reduce Events. Eur.Heart J. 18, 1569-1582. Euroaspire I and II (2001), Clinical reality of coronary prevention guidelines: a comparison of EUROASPIRE I and II in nine countries. EUROASPIRE I and II Group. European Action on Secondary Prevention by Intervention to Reduce Events. lancet 357, 995-1001. Euroaspire II (2001), Lifestyle and risk factor management and use of drug therapies in coronary patients from 15 countries; principal results from EUROASPIRE II Euro Heart Survey Programme. Eur.Heart J. 22, 554-572. Kromhout D. (1999), Primordial prevention of cardiovascular disease risk in The Netherlands. Prev.Med. 29, S106-S110. Murchie P., N.C. Campbell, L.D. Ritchie, J.A. Simpson & J. Thain (2003), Secondary prevention clinics for coronary heart disease: four year follow up of a randomised controlled trial in primary care. BMJ 326, 84. New J.P., J.M. Mason, N. Freemantle, S. Teasdale, L.M. Wong, N.J. Bruce, J.A.Burns & J.M. Gibson (2003), Specialist nurse-led intervention to treat and control hypertension and hyperlipidemia in diabetes (SPLINT): a randomized controlled trial. Diabetes Care 26, 2250-2255.
35
Ockene I.S., L.L. Hayman, R.C. Pasternak, E. Schron & J. Dunbar-Jacob (2002), Task force #4-adherence issues and behavior changes: achieving a long-term solution. 33rd Bethesda Conference. J.Am.Coll.Cardiol. 40, 630-640. Riley J. (2003), The nurse as expert practitioner in global cardiovascular risk management. Heart 89 Suppl 2, ii33-ii34. Scandinavian simvastatin survival study (1994), s4 Scandinavian simvastatin survival study group. lancet 344, 1383-1389. Sdringola S., K. Nakagawa, Y. Nakagawa, S.W. Yusuf, F. Boccalandro, N. Mullani, M. Haynie, M.J. Hess & K.L. Gould (2003), Combined intense lifestyle and pharmacologic lipid treatment further reduce coronary events and myocardial perfusion abnormalities compared with usual-care cholesterollowering drugs in coronary artery disease. J.Am.Coll.Cardiol. 41, 263-272. Stromberg A., A. Brostrom, U. Dahlstrom & B. Fridlund (1999), Factors influencing patient compliance with therapeutic regimens in chronic heart failure: A critical incident technique analysis. Heart Lung 28, 334-341. Taylor C. (1995), Rethinking nursing's basic competencies. J.Nurs.Care Qual. 9, 1-13. Visseren F.L., P.P. de Jaegere, J.D. Banga, L.J. Kappelle, B.C. Eikelboom, W.P. Mali, A. Algra & G.Y. van der (2003), [In Process Citation]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 147, 2376-2382. Vrijhoef H.J., J.P. Diederiks, C. Spreeuwenberg & B.H. Wolffenbuttel (2001), Substitution model with central role for nurse specialist is justified in the care for stable type 2 diabetic outpatients. J.Adv.Nurs. 36, 546-555. J.A. Rauwerda, D.G.A. Kasteleijn-Nolst Trenite & M.J.W. van Oosterhout-Harmsen (1998) Rapport Nederlandse Hartstichtng; Vaatpatienten in beeld. H.R.Buller, J.J.P.Kastelein &E.S.G. Stroes, Vasculaire Geneeskunde. Fahey V.A., Vascular Nursing Third Edition.
Opstellers Beroepsdeelprofiel Dit beroepsdeelprofiel is tot stand gekomen binnen het kader van het programma Beroepsontwikkeling van de Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV). Het is samengesteld door de Ontwikkelgroep Beroepsdeelprofiel, bestaande uit vertegenwoordigers van de NVHVV. Annette Galema- Boers, vasculair verpleegkundige Hella Grandjean Perrenod Comtesse, vasculair verpleegkundige Elly Plasmeijer, vasculair verpleegkundige Berna Sol, MScN, Nurse Practitioner vasculaire zorg
36