U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor VDO DAYTON MS 5700 SD. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de VDO DAYTON MS 5700 SD in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing VDO DAYTON MS 5700 SD Gebruikershandleiding VDO DAYTON MS 5700 SD Handleiding VDO DAYTON MS 5700 SD Bedieningshandleiding VDO DAYTON MS 5700 SD Instructiehandleiding VDO DAYTON MS 5700 SD
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Handleiding samenvatting: .......... . . . . Verklaring van de symbolen . ..... . . . . . . Voor uw veiligheid! . . . . .......... . . @@. . . ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... . . . . 1 2 2 3 4 5 Bediening . . . . . . ..... ..... .......... .......... ..... . . 6 Afstandsbedieningen . . . .......... .......... ..... ..... . . 6 In- en uitschakelen . . . . . . . . .......... ..... ..... . . . . . . . . . 8 Volume instellen . .......... ..... ..... .......... . . . . . . . 8 Wegenkaarten-DVD/CD plaatsen/verwisselen . . . ..... ..... . . . . . . . . . 9 Bediening van de menu's . .......... ..... ..... .......... . . 9 Hoofdmenu . . . . . . . . ..... ..... ..........
.......... . . 10 Navigatie. . . ..... . . . . Korte inleiding . . . . . . . Invoer bestemmingen . . . Viapunten (tussenstops) . . Begeleiding . . . . ..... TMC-verkeersinformatie . . Dynamische routeplanning. Menu ,,Info" . . . . . . . . De boordcomputer . . . . . Adresboek. . . . . . . . . . Menu Noodgeval . . . . ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... .....
..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . . . . . . . . 11 11 12 16 17 22 25 26 26 27 28 29 29 30 34 36 Telefoon . . .......... . Menu Telefoon . . . . . . . . Bellen . .......... . . SMS (Short Message Service) . Telefooninstellingen . . . . . Configuratie . . ..... ..... .......... .......... ..... . . . . 37 Navigatiesysteem aanpassen . .......... .......... ..... ..... 37 C-IQ Intelligent Content On Demand . . . . . . . . . . . . C-IQ uw toegang tot kaart-, verkeers- en reisinformatie . Menu C-IQ. . . . . . . ..... ..... .......... Systeem registreren en product activeren . . . . . . . . . . Functie Infopunten . . . . . ..... .......... . . Reisinformatie . . . . . . . . ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . . . 42 42 43 43 47 47 49 49 50 51 Aanhangsel . . .......... .......... ..... ..... . . TMC-symbolen . . . . . . . . .......... ..... ..... . . . Fabrieksinstellingen . . . . . . . .......... ..... ..... . @@@@@@Volg deze aanwijzingen daarom altijd nauwkeurig op. geeft aan dat u iets moet doen. : staat voor de reactie van het apparaat. geeft u extra informatie. geeft een opsomming aan. ,, " Begrippen tussen aanhalingstekens geven een beeldschermmenuoptie aan. A Voor vragen m.b.t. onze de multimediasystemen staat in de meeste landen een hotline ter beschikking. Voor de actuele telefoonnummers verwijzen wij u naar de volgende website: www.vdodayton.com © 2005 Siemens VDO Trading GmbH Alle rechten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing is beschermd door het auteursrecht. Technische en optische wijzigingen en drukfouten voorbehouden. Algemene aanwijzingen Voor uw veiligheid! 3 Het gebruik van het navigatiesysteem ontslaat u in geen geval van uw verantwoordelijkheid als bestuurder. @@@@@@@@Controleer de geschiktheid van de voorgestelde routes naar eigen goeddunken. Gebruik de functie ,,Alternatieve Route" om betere routevoorstellen te krijgen of rijd gewoon de route die u het best lijkt en laat de automatische routeherberekening een nieuwe route plannen. Met het oog op de verkeersveiligheid mogen gegevens alleen aan het vóór de rit of bij stilstaand voertuig in het navigatiesysteem en de telefoon worden ingevoerd. De wettelijke, actuele maximumsnelheid in het wegverkeer heeft altijd prioriteit boven de opgeslagen waarden op de gegevens-CD/DVD. Het kan niet onder alle omstandigheden altijd worden gegarandeerd dat de snelheidswaarden van het navigatiesysteem met die van de actuele verkeerssituatie overeenstemmen. In sommige gebieden kan het voorkomen dat niet alle informatie over een bepaalde weg is opgenomen. Zo kan bijvoorbeeld geen informatie beschikbaar zijn over ,,verboden in te rijden" in voetgangersgebieden, de rijrichting van een straat met eenrichtingsverkeer, of ,,verboden af te slaan". In deze gebieden geeft het navigatiesysteem een waarschuwing. Neem altijd de verkeersborden en verkeersregels in acht. Zorg ervoor, dat iedereen die uw multimediasysteem gebruikt, toegang heeft tot deze gebruiksaanwijzing en de richtlijnen en adviezen vóór het gebruik van het systeem heeft gelezen. Als uw monitor op een flexibele houder is gemonteerd, stelt u de monitor zo in dat u snel en gemakkelijk op het beeldscherm kunt kijken en reflectie en verblinding worden vermeden. Parkeer uw auto op een veilige plek voordat u instellingen uitvoert. Is uw monitor op een vaste houder gemonteerd, controleer dan of deze door uw dealer volgens de bovenstaande adviezen is ingebouwd. De monitor mag niet zodanig worden ingebouwd, dat deze het zicht op belangrijke zaken in het kader van de veilige besturing van het voertuig belemmert (bijv. straat, spiegels, instrumenten, directe omgeving van het voertuig). Bovendien mag de monitor niet in het werkingsgebied van de airbags worden gemonteerd. Kijk alleen op het beeldscherm als dit zonder gevaar mogelijk is. Als u lange tijd op het beeldscherm moet kijken, stop dan eerst op een veilige plek. Bewaar de afstandsbediening altijd op een veilige plaats. Niet-vastgezette voorwerpen kunnen bij een noodstop of een ongeval rondvliegen en bij inzittenden lestel veroorzaken. De in ,,Boordcomputer" van het systeem weergegeven waarden voor de huidige snelheid, de reistijd en de afgelegde afstand zijn berekend. De nauwkeurigheid kan niet in alle gevallen worden gegarandeerd. Bij de snelheid is de snelheidsmeter altijd bindend. k A A A A A A A A A A A 4 Als u in een noodgeval een hulpverlenende instantie (politie, brandweer, enz.) zoekt, vertrouw dan niet alleen op het navigatiesysteem. Er kan niet worden gegarandeerd, dat alle beschikbare hulpdiensten in uw omgeving in de database zijn opgeslagen. Handel naar eigen goeddunken en bekwaamheid om in een dergelijke situatie snel hulp te krijgen. Door telefoneren tijdens het rijden kan uw concentratie sterk afnemen waardoor u niet meer goed op de weg let. Om het leven van de inzittenden en dat van de andere verkeersdeelnemers niet in gevaar te brengen, is het verstandig om als bestuurder niet tijdens het rijden te telefoneren. Neem de plaatselijk geldende voorschriften met betrekking tot het telefoneren in de auto in acht. A A Algemene aanwijzingen Over het functioneren van uw navigatiesysteem Dit multimediasysteem is een buitengewoon nuttig hulpmiddel in het dagelijks verkeer. U voert simpelweg vóór het rijden de bestemming in, activeert ,,Begeleiding" en u kunt vertrekken. Het navigatiesysteem geeft u rijinstructies in akoestische en visuele vorm. Door de mobiele telefoon aan te sluiten kunt u in de auto veiliger en comfortabeler telefoneren. Een beperkt aantal bedieningstoetsen en een overzichtelijke menustructuur zorgen voor een gemakkelijke bediening. s Functies Sommige in deze handleiding beschreven functies kunnen alleen in combinatie met accessoires worden gebruikt.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Het is ook mogelijk dat functies in sommige landen niet kunnen worden gebruikt, omdat de gegevens niet zijn geregistreerd. Vanwege de vele functies is er omwille van het bedieningsgemak en de functionaliteit van afgezien om alle instellingen willekeurig combineerbaar te kunnen gebruiken. s Afstandsgegevens Op snelwegen wijken de afstanden tot afritten die het systeem aangeeft af van de verkeersborden. De borden op de snelwegen hebben betrekking op het begin van de afrit, terwijl het navigatiesysteem altijd de afstand tot het eind van de uitrijstrook aangeeft. Dat komt overeen met het punt waar de rijbanen zich splitsen. s Beperkingen bij gebruik (landspecifiek) Als er op de onderste statusregel het symbool van een doorgestreepte hand verschijnt, zijn de bedieningsopties tijdens het rijden sterk beperkt. Het activeren van deze functie is afhankelijk van de landelijke wettelijke bepalingen. s GPS-ontvangst Het systeem blijft in principe ook bij slechte GPS-ontvangst goed werken, hoewel dan de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling kan verminderen. Algemene aanwijzingen 5 s Opstartprocedure Als het voertuig langere tijd wordt geparkeerd, bewegen de satellieten zich intussen in hun baan om de aarde voort. Na het inschakelen van het contact kan het daardoor enkele minuten duren voordat het systeem weer voldoende satellieten kan ontvangen en de signalen kan analyseren. Voldoende ontvangst (driedimensionale positie) kunt u herkennen aan het zwarte satellietsymbool Ù in de ingestelde tekstkleur op het display. Als de GPS-ontvangst niet voldoende is, blijft het satellietsymbool rood. Bij het opstarten kan het navigatiesysteem u vertellen: ,,Rij naar de geplande route". Het systeem gaat ervan uit, dat het voertuig zich buiten een ingevoerde straat bevindt. Als zich in dit gebied andere straten bevinden, kan het navigatiesysteem met meldingen komen die niet kloppen. Het systeem gaat ervan uit, dat het voertuig zich in een andere straat bevindt. s Automatische nieuwe routebepaling Als u de aanwijzingen van het systeem niet opvolgt, plant het systeem automatisch een nieuwe route. s Gebieden met beperkte wegeninformatie In een aantal gebieden staat niet alle informatie over een weg op de wegenkaartenDVD/CD. Zo kunnen bijvoorbeeld afslagverboden, aanwijzingen over de rijrichting van een weg met eenrichtingverkeer of het inrijverbod in een voetgangersgebied ontbreken. Wanneer u een dergelijk gebied inrijdt, toont het navigatiesysteem een waarschuwing. Gedetailleerde uitleg over de werking van het navigatiesysteem vindt u ook op het internet onder www.vdodayton.com. Onderhoud en verzorging Gebruik geen wasbenzine, alcohol of andere oplosmiddelen. Gebruik het liefst alleen een vochtige doek. 6 Bediening Afstandsbedieningen Afhankelijk van de geleverde configuratie kunnen er verschillende afstandsbedieningen zijn meegeleverd. De volledige functionaliteit is uitsluitend gegarandeerd als de juiste afstandsbediening geactiveerd is. s Activeren van de juiste afstandsbediening Kies ,,Instellingen> Afstandsbediening" en activeer de gewenste afstandsbediening door de OK-toets in te drukken. Als u ook nog een afstandsbediening op het stuur gebruikt, activeert u deze ook met een vinkje. A Stel de afstandsbediening mand-by-modus. s Uitschakelvertraging Onmiddellijk na het uitschakelen van het contact wordt de monitor uitgeschakeld, maar blijft de navigatiecomputer nog gedurende een instelbare tijd actief. Het voordeel hiervan is dat u na een korte stop (bijv. bij een benzinestation) de begeleiding kunt voortzetten zonder dat de navigatiecomputer de route opnieuw moet berekenen. De uitschakelvertraging kan in het menu ,,Instellingen> Alg. instellingen > Uitschakelprocedure" tussen 1 en 10 minuten worden inget starten van de begeleiding wordt beschreven. Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke navigatiefuncties vindt u in aansluiting daarop. Een bestemming invoeren en navigeren : : Kies ,,Navigatie" in het ,,HoofdNavigatie 4000 m TMC menu". Naam: Deutschland Het menu ,,Navigatie" verschijnt. Ke m p t e n A l l g ä u Huisnummer: Straat: Als uw bestemming in een ander Te l e fo o n n r. Spec. bestemmingen land dan het weergegeven land ligt, kiest u eerst het land van Adresboek Begeleiding bestemming uit de lijst met beBestemmingskaart Viapunt schikbare landen. Routecriterium Terug Voer het bestemmingsadres onder 4 9:18 1:52h ,,Plaatsnaam/ZIP" en ,,Straat:" in. Markeer hiervoor de desbetreffende tekens en bevestig deze met de OK-toets. Bij eenduidige tekenvolgorde wordt de invoer automatisch voltooid, de cursor springt op ,,OK". Als er op de wegenkaarten-DVD/CD huisnummers voor de ingevoerde straat zijn opgeslagen, kunt u onder ,,Huisnummer" het adres van bestemming verder inperken. Als u een kruising wilt invoeren, kiest u ,,Spec. bestemmingen > Kruising". Onder ,,Naam" en ,,Telefoonnr." kunt u het adres een naam naar keuze geven en een daarbij horend telefoonnummer programmeren. Het bestemmingsadres kan vervolgens in het adresboek worden opgeslagen. In combinatie met een telefoonuitbreiding kan dit nummer direct uit het adresboek worden opgeroepen. Kies ,,Routecriterium" om de gewenste criteria voor de routeplanning vast te leggen. Kies ,,Begeleiding" om de begeleiding te starten. Reeds na korte tijd krijgt u een begeleidingsaanwijzing. 12 Navigatie Invoer bestemmingen De bestemming kan op de volgende manieren worden ingevoerd: Directe invoer van adres via plaats/postcode, straat, huisnummer of kruising. QXS - Quick Access (invoeren van straat, dan pas selecteren van plaats). Invoeren van bijzondere bestemmingen (hotels, restaurants, benzinestations, openbare voorzieningen, enz. ). Overnemen van reeds in het adresboek opgeslagen adressen. Bestemmingskaart. Invoer via GPS-coördinaten (geografische lengte- en breedtegraad). Overname uit reisinformatie (bijv. reisgids). Het invoeren van bestemmingen via postcodes, QXS (Quick Access) en reisinformatie wordt niet door alle wegenkaarten-DVD's/CD's ondersteund. Bestemmingen kunnen ook zonder C-IQ-activering worden ingevoerd. Navigatieaanwijzingen worden echter alleen in vrijgegeven gebieden en/of voor vrijgegeven producten verstrekt. Zie voor nadere informatie over het activeren van C-IQ-producten het hoofdstuk ,,C-IQ Intelligent Content On Demand", pagina 42. Directe-adresinvoer Kies ,,Navigatie" in het ,,HoofdNavigatie 4000 m TMC menu". Deutschland Naam: Voer via het toetsenbord het WETZ_ doeladres onder ,,Land", ,,PlaatsStraat: Huisnummer: naam/ZIP", ,,Straat:" en het Spec. bestemmingen Te l e fo o n n r. ,,Huisnummer" (indien van A B C D E F G H I J K L M N O P Q R ST UVW XY Z toepassing) in. 1234567890 .' - , ËÏ@& Bevestig elke letter met de OKSpatie Wissen Lijst Te r u g OK toets. 4 9:18 1:52h Onder ,,Spec. bestemmingen" kunt u in plaats van een huisnummer ook een kruising invoeren.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Deze optie is met name handig bij lange straten, als er geen huisnummer bekend is. Als de bestemming in het adresboek moet worden opgeslagen, kunnen ook nog ,,Naam" en ,,Telefoonnr. " worden ingevoerd. Strings waarvoor geen naam bestaat, kunnen niet worden gekozen. Bij eenduidige tekenvolgorde wordt de invoer automatisch voltooid. s Opties bij het invoeren van tekens Bij het invoeren van tekens kunt u kiezen uit de volgende opties: Spatie: Hiermee voegt u een spatie in de tekenreeks in. Wissen: Hiermee wist u het laatst ingevoerde teken. Lijst: Hiermee geeft u alle vermeldingen op de wegenkaarten-DVD/CD weer die met de tot nu toe ingevoerde tekenreeks beginnen. Terug: Hiermee breekt u het invoeren af en gaat u terug naar het naasthogere menu. OK: Hiermee neemt u de ingevoerde tekenreeks over. Navigatie Hiermee kiest u de plaats via de postcode 13 Voer onder ,,Plaatsnaam/ZIP:" de postcode van de gewenste plaats in. Kies vervolgens ,,Lijst" om alle in aanmerking komende wijken weer te geven. Kies de gewenste plaats uit de lijst. Voor de doelbestemming volstaat ook het invoeren van de plaatsnaam. Het navigatiesysteem begeleidt u dan tot aan de stads- of dorpsgrens. Voor eenduidige invoer zijn postcode en plaatsnaam vereist. Bedenk echter dat de beschikbaarheid van postcodes afhankelijk is van de gegevens op de wegenkaarten-CD/DVD. Functie ,,Lijst" Als er meerdere plaatsen of straten met dezelfde naam zijn, kunt u via de functie ,,Lijst" automatisch alle opties met extra gegevens bekijken. Kies de gewenste plaats of de gewenste straat. De lijst met alle bij de tot nu toe ingevoerde tekenreeks passende namen kan altijd via de functie ,,Lijst" worden opgevraagd. Wanneer er nog niets is ingevoerd, geeft de lijst een alfabetische opsomming. Met ,,Terug" of door op de cursortoets 4 te drukken, kan de lijst worden afgesloten zonder een vermelding in de lijst te kiezen. Bijzondere bestemmingen Via ,,Spec. bestemmingen" in het menu ,,Navigatie" kunt u de volgende bestemmingen invoeren: Bijzondere lokaties: Interessante en/of nuttige instanties, waarvan de adressen op de CD/DVD zijn opgeslagen. Voorbeelden hiervan zijn tankstations, werkplaatsen, ziekenhuizen, luchthavens enz. Kruising: bij reeds ingevoerde plaatsnaam en straat Alle straten: straatnaam invoeren zonder dat de naam van de plaats eerst moet worden ingevoerd. Deze methode heet ,,Quick Access" en is nuttig bij zelden voorkomende straatnamen. Bedenk dat deze functie afhankelijk is van de gebruikte wegenkaartenCD/DVD. s Bijzondere bestemmingen Kies ,,Spec. bestemmingen" in het menu ,,Navigatie". Kies "Bijzondere lokaties". Kies één van de volgende opties: In de buurt: als u een bestemming in de buurt van de actuele positie van het voertuig zoekt. Bij de bestemming: als u een bestemming in een reeds ingevoerde plaats van bestemming zoekt. Nationaal belang: als u naar een bestemming van nationale of interregionaal belang wilt rijden. Kies de gewenste categorie (bijv. STATION, HOTEL, enz). Kies de gewenste instantie. Kies "Begeleiding". 14 Navigatie s Kruising Bij langere doelstraten kan het nuttig zijn een kruising in te voeren: Kies ,,Spec. bestemmingen" in het menu ,,Navigatie". Kies ,,Kruising". Voer de kruising in met behulp van het toetsenbord of de lijstfunctie in. s Alle straten (Quick Access) Kies ,,Spec. bestemmingen" in het menu ,,Navigatie". Kies ,,Alle straten". Voer de straatnaam in. Kies de gewenste plaats onder ,,Lijst". Kies ,,Begeleiding". Bestemming uit het adresboek laden Wanneer het gewenste bestemmingsadres al in het adresboek staat of wanneer het adres tot de laatste 20 ingevoerde bestemmingen behoort, kunt u het adres gemakkelijk overnemen als bestemmingsadres: Kies ,,Adresboek" in het menu ,,Navigatie". Kies ,,Adres lezen". Kies de categorie van het adresboek waarin het adres moet worden gewijzigd (Privé, Zakelijk, Thuis of Werk). Met ,,Vorige bestemming" kunt u één van de 20 laatst gebruikte bestemmingen laden. Kies de gewenste vermelding in de lijst en bevestig deze met de OK-toets, als u het adres als nieuw bestemmingsadres wilt overnemen. Met de 6-toets op de afstandsbediening kunt u eerst de details van het adres bekijken. Met ,,Terug" door op de toets 4 te drukken kunt u de lijst afsluiten zonder een vermelding uit de lijst te kiezen. Wanneer u kaarten van verschillende leveranciers gebruikt, kan het noodzakelijk worden om de opgeslagen adressen aan te passen. Navigatie Bestemmingskaart Via de bestemmingkaart is het mogelijk een bestemming in te voeren via: overnemen van een bestemming met behulp van een vizier. direct invoeren van een geografische positie (GPS-coördinaten). 15 s Vizier Wanneer de bestemming niet in de buurt van de positie van het voertuig ligt, moet u de bestemming van tevoren zo nauwkeurig mogelijk via het directe adres invoeren. Kies ,,Bestemmingskaart" in het menu ,,Navigatie". of: Schaal: 10 km TMC 4000 m Druk op een cursortoets als de wegenkaart al wordt weergeTerug 3006 geven. OBERURSEL TAUNUS Telefoon NIEDER ERLENBAC EDER Schaal : De bestemmingskaart wordt aan455 geduid met een vizier. Wanneer er NIEDER ESCHBACH Opslaan ERHÖCHSTADT E451 BONAMES HARHEIM geen bestemming is ingevoerd, Coördinaten WEISSKIRCHEN 3 geeft het vizier de positie van het Beginpos. 661 voertuig aan. FRANKFURTER BERG STEINBACH TAUNUS NIEDERHÖCHSTADT Het vizier kan nu met de cursor521 3003 1:52h 4 9:18 toetsen worden verplaatst. Druk op de OK-toets en kies ,,Opslaan". Druk opnieuw op de OK-toets om de gemarkeerde positie als bestemming over te nemen. Kies eerst een grote schaal om de bestemming ruwweg vast te leggen. Kies daarna een kleinere schaal om uw bestemming met het vizier exact te markeren. Bestemmingen in niet-gedigitaliseerde gebieden kunnen ook worden gekozen. Bij de bestemmingskeuze op snelwegen moet op de juiste kant van de rijbaan worden gelet. s Coördinaten Kies ,,Bestemmingskaart" in het menu ,,Navigatie". De bestemmingskaart wordt weergegeven. Druk op de OK-toets. Kies ,,Coördinaten" en druk op de OK-toets. Kies ,,Lengtegraad" of ,,Breedtegraad" en druk op de OK-toets. Met elke druk op de OK-toets markeert u de volgende positie van de coördinaten. Elke positie kan met de cursortoetsen worden gewijzigd en met de OK-toets worden bevestigd. Als u een positie wilt overslaan, drukt u op de OK-toets. Kies ,,Voer coördinaten in" om de coördinaten als bestemmingsadres over te nemen. : 16 Navigatie Viapunten (tussenstops) Wanneer u onderweg naar het ingevoerde bestemmingsadres nog meer plaatsen wilt bezoeken, kunt u deze als viapunten opslaan. Het navigatiesysteem plant een zodanige route dat de viapunten in de opgegeven volgorde worden bezocht voordat het bestemmingsadres wordt bereikt.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Wanneer u een viapunt bent gepasseerd, wordt dit automatisch van de lijst met viapunten geschrapt. Er kunnen maximaal 25 viapunten worden opgeslagen. Bij een actief viapunt verwijst alle route-info, zoals bijv. afstand en reistijd, naar het desbetreffende viapunt. s Viapunten invoeren Kies ,,Viapunt" in het navigatiemenu. : Het menu ,,Viapunt" verschijnt. Viapunten kunnen op dezelfde wijze als bestemmingen worden ingevoerd. Zie ook ,,Invoeren van bestemmingen", pagina12. In het menu ,,Viapunt" kunt u bovendien uit de volgende opties kiezen: Viapunt opslaan: hiermee slaat u het nu ingevoerde viapunt op. Viapunten tonen: hiermee geeft u een lijst met de tot nu toe ingevoerde viapunten weer. Viapunt wissen: hiermee wist u viapunten uit de lijst met viapunten. Viapunten die u niet hebt bereikt of niet meer wilt bereiken, moeten uit de lijst met viapunten worden gewist. Het navigatiesysteem plant dan een route naar het volgende viapunt of naar de definitieve bestemming. Als een niet bereikt viapunt niet wordt gewist, probeert het systeem u steeds weer opnieuw naar dit viapunt te leiden. s Een flexibel routepunt vastleggen. Naast de reguliere viapunten kunt u het navigatiesysteem de geplande route naar de bestemming zo laten bepalen dat het traject zo dicht mogelijk langs een bepaald punt op de landkaart loopt. Kies tijdens de begeleiding de kaartweergave. Plaats de cursor met de cursortoetsen 4, 6, 8 of 2 op het punt op de kaart dat u als flexibel routepunt wilt vastleggen. Druk op OK. Kies in het invoegmenu ,,Opslaan > Flex. routepunt". Er kan slechts één flexibel routepunt worden vastgelegd. Een flexibel routepunt kan alleen via de kaartweergave bij actieve begeleiding worden vastgelegd. Een flexibel routepunt wordt niet direct bezocht. Het is met name een globale oriëntatie bij de begeleiding onderweg. Zodra u een nieuwe bestemming of een nieuw viapunt (zie bovenstaand) invoert of de begeleiding stopt, wordt het flexibele routepunt gewist. In tegenstelling tot een regulier viapunt volgt er bij het bereiken van het flexibele routepunt geen melding. s Flexibel routepunt wissen Kies ,,Info" in het hoofdmenu. Kies ,,Viapunt" in het menu ,,Info". Kies ,,Flex. routep. wissen". Navigatie Begeleiding 17 Als u alle beschikbare gegevens voor het bestemmingsadres hebt ingevoerd, kunt u de begeleiding starten. Het invoeren van een plaatsnaam volstaat voor de navigatie. Het navigatiesysteem brengt u daarna tot aan de stadsgrens. Kies ,,Begeleiding" in het menu ,,Navigatie". : De route wordt gepland, op de monitor verschijnt het begeleidingsscherm. Al naar gelang de eerder gekozen weergave kan dit de pictogram-, de kaart- of de split-screen-weergave zijn (zie ook de paragraaf ,,Schermweergaveopties", pagina 18). : Het navigatiesysteem begeleidt u vervolgens met grafische en gesproken aanwijzingen naar de ingevoerde bestemming. Stop begeleiding Als u in één van de begeleidingsschermen bent, kan de begeleiding altijd worden gestopt. Druk op de OK-toets. Kies de optie ,,Stop begeleiding" en druk op de OK-toets. Begeleiding in niet-gedigitaliseerde gebieden Als de ingevoerde bestemming niet in de buurt van een gedigitaliseerde straat ligt, wordt de begeleiding tot aan een plaats met de kortste afstand (hemelsbreed) t.o.v. de bestemming uitgevoerd. Op het scherm verschijnt de aanwijzing "De bestemming ligt buiten het gedigitaliseerde gebied". In alle weergavemodi van de begeleiding verschijnt nu i.p.v. de begeleidingsaanwijzing een pijl die de richting naar de bestemming aangeeft. Begeleiding in gedeeltelijk gedigitaliseerde gebieden In landelijke gebieden en kleine dorpen kan het voorkomen dat niet alle wegen op de wegenkaarten-DVD/CD opgeslagen zijn. Wanneer u een gedigitaliseerde weg verlaat, verandert het begeleidingsscherm. In plaats van de gebruikelijke begeleidingsaanwijzing wordt een pijl getoond, die de richting van de geplande route aangeeft. Op de statusregel verschijnt de afstand in een rechte lijn naar de route. Begeleiding in gebieden met beperkte wegeninformatie In een aantal gebieden staat niet alle informatie over een weg op de wegenkaartenDVD/CD. Zo kunnen bijvoorbeeld afslagverboden, aanwijzingen over de rijrichting van een weg met eenrichtingverkeer of het inrijverbod in een voetgangersgebied ontbreken. Wanneer u een dergelijk gebied inrijdt, toont het navigatiesysteem een waarschuwing. De plaatselijke verkeersregels hebben altijd voorrang op de aanwijzingen van het navigatiesysteem. In het begeleidingsscherm verschijnt het !-symbool, zolang u zich in een gebied met beperkte wegeninformatie bevindt. A Neem te allen tijde de verkeerstekens en het verkeersreglement in acht. 18 Gesproken meldingen Navigatie Zodra u de begeleiding hebt ingeschakeld, krijgt u naast de symbolen op de begeleidingsschermen gesproken aanwijzingen te horen. s U hebt de gesproken aanwijzing niet gehoord? Druk op de VOICEtoets op de afstandsbediening. (bij de RC 5000 drukt u op de {-toets.) : De laatste begeleidingsaanwijzing wordt herhaald of er volgt een geactualiseerde begeleidingsaanwijzing. Wanneer het symbool l op de statusregel knippert, zijn de gesproken aanwijzingen uitgeschakeld. Gebruik de toets V of de toets W op de afstandsbediening om de aanwijzingen weer te activeren. Alternatieve route plannen U kunt het navigatiesysteem tijdens de begeleiding een alternatieve route over een afstand naar keuze laten plannen. Gebruik deze optie wanneer u bijv. een file wilt omzeilen of wanneer de geplande route u niet bevalt. De alternatieve route wordt voor de aangegeven afstand vanaf de actuele positie van het voertuig berekend. Druk op de ALT-R-toets. : Het systeem toont nu de afstand waarvoor een alternatieve route moet worden gepland. Deze kan tussen 1 en 50 km worden ingesteld. Kies de waarde achter ,,Afstand" en druk op de OK-toets. Stel de waarde met behulp van de cursortoetsen in en druk op de OK-toets. Kies de optie ,,Ja" om de ingevoerde waarde over te nemen en de planning van de alternatieve route te starten. Kies ,,Nee" om de planning van een alternatieve route af te breken. Schermweergaveopties De volgende 4 soorten schermweergaveopties zijn voor de begeleiding beschikbaar: Pictogrammen: grafische weergave van de afslagaanwijzingen als pictogrammen Kaart*: kaartweergave van de geplande route. De pijl markeert de actuele positie van de auto. en de beide gecombineerde weergavesoorten (split screen): Kaart* / pictogrammen Kaart* / boordcomputer s Overschakelen op een andere weergavesoort Door te drukken op de NAVIGATIE- of KAART-toets kunt u steeds tussen de verschillende weergavesoorten overschakelen: * De kaart kan naar keuze in 2D of 3D (perspectivisch) worden weergegeven. Navigatie Pictogramweergave De pictogramweergave biedt de volgende informatie: 3 Begeleiding TMC 4000 m 19 4 5 GAMBACHER KREUZ 6 2 1 167 km 1:52h 4 A 45, LINDEN 9:18 7 8 1 Afstand naar bestemming resp.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
volgende viapunt. 2 Richtingspijl hemelsbreed naar bestemming of naar volgende viapunt. 3 Menunaam 4 Afstand tot de volgende verandering van richting. 5 Naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen (volgende richtingsverandering). 6 Rijrichtingspijl en evt. vooraankondiging voor de volgende kruising of splitsing. Zodra u een kruising of een splitsing nadert, verschijnt een gedetailleerde afslagaanwijzing. Afslagaanwijzingen worden bovendien door gesproken meldingen aangekondigd. 7 Huidige positie van het voertuig: straatnaam, plaatsnaam en wijk, voor zover op de wegenkaarten-DVD/CD aanwezig 8 Statusregel s Menuopties bij de pictogramweergave Druk op de OK-toets om een menu met de volgende opties weer te geven: Terug: Hiermee gaat u terug naar het navigatiemenu. Kaart: Hiermee schakelt u over op kaartweergave. Info: Hiermee opent u het menu Info. Stop begeleiding: Hiermee stopt u de begeleiding. Lokale omleiding: Hiermee plant u indien gewenst een omleiding als er binnen een afstand van 50 km een verkeersbelemmering op de geplande route ligt. Deze optie verschijnt alleen als de dynamische routeplanning gedeactiveerd is en de TMC-verkeersinformatie geactiveerd is. Zie ,,Dynamische routeplanning", pagina 25 en ,,Instellingen > Berichtselectie", pagina 37. Nieuwe route plannen: Hiermee plant u indien gewenst een nieuwe route op basis van de huidige verkeerssituatie. Deze optie verschijnt alleen als de dynamische routeplanning geactiveerd is. Zie ,,Dynamische routeplanning", pagina 25. 20 Kaartweergave Navigatie De kaartweergave toont de volgende informatie: 3 2 455 NIEDER ESCHBACH ERHÖCHSTADT WEISSKIRCHEN Schaal: 1 km 3006 TMC 4000 m 4 5 OBERURSEL TAUNUS NIEDER ERLENBAC EDER E451 BONAMES HARHEIM 6 3 1 661 STEINBACH TAUNUS NIEDERHÖCHSTADT FRANKFURTER BERG 1:52h 4 3003 521 9:18 1 Geplande route (wordt in wit weergegeven). 2 Kompas: De pijl in de cirkel wijst naar het noorden. 3 Ingestelde schaal. 4 Afstand tot de volgende verandering van richting. 5 Vereenvoudigde grafische weergave van de rijrichting, de volgende kruising of splitsing. 6 Voertuigstandplaats, pijl wijst naar de huidige rijrichting. s Menuopties bij de kaartweergave Druk op de OK-toets om een invoegmenu met de volgende opties te openen: Terug: hiermee gaat u terug naar het navigatie- of het hoofdmenu. Schaal: hiermee opent u het venster voor het wijzigen van de schaal. Kaartmodus: hiermee wijzigt u de kaartweergave (,,Noordelijk", ,,Rijrichting" en ,,2D/3D"). De weergavesoort ,,Rijrichting" is niet beschikbaar in de schalen 50 km tot 1000 km. De weergavesoort ,,2D/3D " is niet beschikbaar in de schalen 50 km tot 1000 km en gebeurt altijd in de rijrichting. Bij het overschakelen op ,,Rijrichting" of ,,2D/3D" wijzigt het navigatiesysteem evt. zelf de schaal. Info: hiermee opent u het menu Info. Stop begeleiding: hiermee stopt u de begeleiding. Verkeersinfo: hiermee activeert u de cursor voor het kiezen van TMC-symbolen op de kaart. Zie paragraaf ,,TMC-verkeersinformatie". Lokale omleiding: hiermee plant u indien gewenst een omleiding als er binnen een afstand van 50 km een verkeersbelemmering op de geplande route ligt. Deze optie verschijnt alleen als de dynamische routeplanning gedeactiveerd is en de TMC-verkeersinformatie geactiveerd is. Zie ,,Dynamische routeplanning", pagina 25 en ,,Instellingen > Berichtselectie", pagina 37. Nieuwe route plannen: hiermee plant u indien gewenst een nieuwe route op basis van de huidige verkeerssituatie. Deze optie verschijnt alleen als de dynamische routeplanning geactiveerd is. Zie ,,Dynamische routeplanning", pagina 25. Navigatie Split-screen-weergave (gecombineerde weergave) De beide split-screen-weergaven verenigen telkens de kaartweergave aan de linker- met de pictogram- of boordcomputerweergave aan de rechterkant. De menuopties bij split-screenweergave zijn alle identiek aan die bij de kaartweergave. Bij deze weergavesoort is de menuoptie ,,Verkeersinfo" niet beschikbaar. Schaal: 10 km 3006 NIEDER ERLENBAC NIEDER ESCHBACH WEISSKIRCHEN 21 TMC 4000 m GAMBACHER KREUZ RSEL TAUNUS E451 BONAMES HARHEIM 3 661 FRANKFURTER BERG NBACH TAUNUS DT 1:52h 4 3003 A 45, LINDEN 521 9:18 s Statusregels Boven- en onderaan het beeldscherm verschijnen twee statusregels met talrijke gegevens over de navigatie en de systeemstatus. Veel van de weergegeven informatie kan in het menu ,,Instellingen > Beeldscherm" voor de weergave worden gekozen. Zie het hoofdstuk ,,Configuratie", pagina 37. De bovenste statusregel geeft de menutitel van het actieve menu aan. Bij de kaartweergave wordt de huidige schaal van de kaart weergegeven. Op de onderste statusregel vindt u de volgende symbolen die niet kunnen worden geconfigureerd: 5 Ù: weergave van de GPS-ontvangststatus aan (aantal satellieten). Ú: de dynamische routeplanning is geactiveerd/gedeactiveerd. l: gesproken navigatieaanwijzingen zijn uitgeschakeld. (knipperend op de positie van het Ú-symbool). t: gekozen routecriterium voor de routeplanning (hier ,,Snel"). 22 Navigatie TMC-verkeersinformatie Uw navigatiesysteem beschikt over de geïntegreerde Dynamic TMC Receiver verkeersinformatie die voor de dynamische routeplanning wordt gebruikt. Bovendien kunt u informatie over de huidige verkeerssituatie opvragen, zowel als tekstmelding als via de kaartweergave. Om gebruik te kunnen maken van de TMC-informatie moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: C-IQ voor TMC is geactiveerd. De TMC-gegevens worden in deze regio door de wegenkaarten-DVD/CD ondersteund. In de desbetreffende regio wordt TMC-verkeersinformatie uitgezonden. U hebt de TMC-meldingen in het menu ,,Info" of ,,Instellingen" onder ,,Berichtselectie" geactiveerd die weergegeven moeten worden en waarmee rekening moet worden gehouden. De TMC-status ziet u in de statusregel van het beeldscherm*: ,,TMC" groen . . . . . . TMC-informatie beschikbaar. Eventueel kan ook de naam van de TMC-provider verschijnen. ,,TMC" zwart . . . . . . Geen TMC-database op CD/DVD voor de regio, of gegevens niet geactiveerd (zie paragraaf C-IQ). ,,TMC" rood . . . . . . . TMC-ontvangst gestoord/geen TMC-zender ingesteld. Als de nu ontvangen TMC-zender de naam van de provider uitzendt, verschijnt deze in plaats van de melding ,,TMC" op de statusregel. * De melding ,,TMC" moet in de statusregel geactiveerd zijn. Zie het hoofdstuk ,,Instellingen", pagina 37. s TMCproducten tegen tarief (Pay TMC) In sommige landen of regio's kunt u mogelijk tegen betaling over uitgebreide TMCinformatie beschikken. Deze Pay TMCservices worden door uw navigatiesysteem ondersteund en kunnen via de C-IQ Service worden geactiveerd. Zie hoofdstuk ,,C-IQ Intelligent Content On Demand". Pay TMC-zenders zijn in de lijst met TMC-zenders met een munt gemarkeerd.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Als er een C-IQ Pay-TMC-product is geactiveerd, worden de desbetreffende TMCzenders met prioriteit behandeld. Als er geen C-IQ Pay-TMC-product is geactiveerd, verschijnt de munt doorgestreept. Weergeven van verkeersbelemmeringen s Op de statusregel Eventuele verkeersbelemmeringen op de geplande route worden door het systeem rechtsboven op de statusregel aangegeven: ,,T" rood: . ..... . Verkeersbelemmeringen op de geplande route die een duidelijke vertraging zouden veroorzaken. ,,T" groen: . . . . . . Minder dan 50 km tot aan verkeersbelemmering op de geplande route. Via de functie ,,Lokale omleiding" kan een uitwijkroute worden gepland (alleen beschikbaar bij gedeactiveerde dynamische routeplanning). ,,T" oranje: . . . . . . Geaccepteerde of omzeilde files op de oorspronkelijke route (bij geactiveerde dynamische routeplanning). Navigatie s In de kaartweergave Schaal: 500 m ZELLINDEN 20 23 TMC 4000 m 2 KLE EB AC H 3123 45 485 IM ROD 1 961 3475 3 9:18 1:52h 4 Zijn er verkeersmeldingen, dan geeft het systeem u op de kaart aan waar er bijv. ongevallen of files zijn. 1 Belemmering op de route (rood omkaderd). 2 Betreffend gedeelte van het traject. 3 Grijs of oranje omkaderde symbolen liggen niet op de geplande route en zijn niet relevant voor de begeleiding. Alleen de TMC-meldingen die in het menu ,,Info" of ,,Instellingen" onder ,,Berichtselectie" zijn geactiveerd verschijnen. s TMC-symbolen De TMC-symbolen worden afhankelijk van de schaal van de kaart verschillend weergegeven: Kaartschalen van meer dan 10 km: de verkeersbelemmeringen verschijnen als driehoeken met richtingspijl. De pijl geeft de rijrichting van de verkeersbelemmering aan. Kaartschalen van 10 km of minder: het symbool geeft het soort verkeersbelemmering aan (bijv. ongeval, versperring). Het desbetreffende deel van het traject wordt met pijlen gemarkeerd. Voor een overzicht van de TMC-symbolen verwijzen wij u naar de bijlage. s Details van TMC-meldingen bekijken Druk op de OK-toets om het invoegmenu te openen. Kies ,,Verkeersinfo". : Op de kaart verschijnt een cursor als zwarte haakjes. Verplaats de cursor met de cursortoetsen naar het gewenste TMC-symbool en druk op de OK-toets. : De uitgebreide informatie over de gekozen verkeersinformatie verschijnt. ZELLINDEN 20 KLE EB AC H 3123 45 485 IM ROD 961 3475 24 s In de pictogramweergave 1 2 3 4 167 km 1:52h Navigatie Begeleiding TMC 87 km 17 km 34 km A 45, LINDEN 4 9:18 1 TMC-symbool van de volgende verkeersbelemmering op de geplande route. Wanneer er meer verkeersopstoppingen zijn, wordt dit door een tweede, achterliggend gedeeltelijk afgedekt TMC-symbool aangegeven. 2 Lengte van het traject met de verkeersbelemmering. Als u al op het betreffende traject bent: afstand tot aan het einde van het traject met de verkeersbelemmering. 3 Afstand tot de volgende verkeersbelemmering op de geplande route. 4 Vereenvoudigde weergave van de route (zwarte balken) en de positie van de verkeersopstopping (rood segment). De positie van het voertuig wordt aangeduid met een cirkel met een pijl erin. Alleen de TMC-meldingen die in het menu ,,Info" of ,,Instellingen" onder ,,Berichtselectie" zijn geactiveerd verschijnen. Bij dringende verkeersberichten in een straal van 50 km rondom de actuele voertuigpositie verschijnt een afzonderlijke melding op het beeldscherm (bijv. spookrijder). U kunt deze melding verbergen door deze met de OK-toets te bevestigen. Bovendien wordt de informatie ook gesproken weergegeven. Verkeersbelemmeringen op de route worden alleen weergegeven als de begeleiding actief is. Navigatie Dynamische routeplanning 25 Met behulp van de TMC-verkeersinformatie wordt bij de dynamische routeplanning de totale actuele verkeerssituatie in een instelbare straal (verkeershorizon) rondom de actuele positie in de berekening van de route meegenomen. Als er voor de berekende route via TMC een verkeersbelemmering (bijv. een file) wordt gemeld, evalueert het navigatiesysteem deze informatie en bepaalt het de vertraging die als gevolg hiervan zou kunnen ontstaan. Bij een verkeersprobleem op de geplande route ontvangt u vervolgens een aanwijzing van het navigatiesysteem en kunt u beslissen of het systeem door het wijzigen van de route het probleem ruim te vermijden of dat u het nuttiger vindt het problematische traject af te leggen. De door het navigatiesysteem berekende, mogelijke vertraging als gevolg van een verkeersbelemmering is gebaseerd op de gegevens die het systeem via de op dat moment ontvangen TMCzenders ontvangt. De ervaring heeft geleerd dat de werkelijke vertraging van de berekening kan afwijken. Als u de automatische modus hebt geactiveerd, plant het systeem de route automatisch zo dat u ruim om verkeersbelemmeringen heen wordt geleid, zonder dat het systeem een aanwijzing geeft. Het systeem controleert tijdens de navigatie voortdurend aan de hand van de verkeersinformatie of er een betere route voor de begeleiding is en berekent evt. een nieuwe route, bijv. wanneer er een file opgelost is. Al naar gelang de instellingen van de dynamische routeplanning zijn er twee verschillende soorten omleiding: s Ruime omleiding (alleen bij geactiveerde dyn. routeplanning) Zodra het navigatiesysteem één of meerdere verkeersbelemmeringen via RDS-TMC ontvangt, die nog meer vertraging voor de begeleiding naar uw bestemming tot gevolg zouden hebben, biedt het systeem reeds ver vóór de belemmering aan om u ruim om de verkeersbelemmeringen heen te leiden. De criteria die het opnieuw plannen van de route beïnvloeden (omleidingswens, verkeershorizon en totale vertraging), kunnen onder ,,Instellingen > Dynamische route" worden ingesteld. Het opnieuw plannen van de route met inachtneming van de huidige verkeerssituatie is te allen tijde handmatig met de menuoptie ,,Nieuwe route plannen" op het begeleidingsscherm mogelijk. s Lokale omleiding (alleen bij gedeactiveerde dyn. routeplanning) Met de lokale omleiding kunt u steeds de volgende aanstaande verkeersbelemmering die via TMC wordt gemeld omzeilen. Zodra u binnen een straal van ca. 50 km van de verkeersbelemmering komt, krijgt u een overeenkomstige melding. @@Kies ,,Routecriterium" in het menu Info. Activeer ,,Dynamische route". @@@@ Kies ,,Info" en druk op de OK-toets. @@@@@@@@@@Zie ook ,,Configuratie", pagina 37. Routebeschrijving: overzicht van deeltrajecten op de geplande route. @@@@@@snelheid: gemiddelde snelheid (sinds reset) Afgelegde weg: traject (sinds reset) Verstreken tijd: rijtijd (sinds reset) Lengtegraad*: geografische positie Breedtegraad*: geografische positie De snelheidsaanduiding dient slechts als aanvullende informatie. @@@@@@Zie ook ,,Schermweergaveopties", pagina 18. @@@@@@@@@@@@@@@@ Adres wissen: hiermee wist u een adres uit het adresboek. @@s Adressen opslaan Voer het adres in (zie Bestemming invoeren). @@Kies ,,Adres opslaan" en bevestig dit met de OK-toets.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
@@: Het aangegeven adres wordt opgeslagen. Als het adresgeheugen vol is, wordt dit via een melding aangegeven. @@Kies de gewenste categorie voor het adresboek. Er wordt een lijst met de opgeslagen adressen getoond. Kies het gewenste adres en druk op de OK-toets. Het gekozen adres wordt verwijderd. @@ Kies ,,Vorige bestemming" en druk op de OK-toets. : De laatst voor de begeleiding gebruikte adressen worden gewist. @@ Kies de gewenste adresboekcategorie. Druk op de OK-toets. Om het adres bij te werken (bijv. @@@@De nauwkeurigheid van de aangegeven voertuigpositie bedraagt ca. 30 m. @@@@@@ Bevestig de volgende aanwijzing binnen 5 seconden met ,,OK". : De verbinding wordt nu tot stand gebracht. Het kiezen van een ander dan het internationale GSM-alarmnummer ,,112" is alleen met geplaatste SIM-kaart en na invoer van de PIN-code mogelijk. De mobiele telefoon moet bij het GSM-net zijn aangemeld. s Invoeren van een wegenwachtnummer U kunt in het noodgevallenmenu een telefoonnummer naar keuze opslaan van bijv. een automobielclub of een hulpdienst. Kies in het noodgevallenmenu de functie ,,Instellingen", druk op de OK-toets. Voer het telefoonnummer in van de door u gewenste wegenwacht. Bevestig elk ingevoerd getal met de OK-toets. : Het ingevoerde nummer verschijnt nu in het noodgevallenmenu. Voor het kiezen van het telefoonnummer voor ,,Wegenwacht" moet de mobiele telefoon zijn aangesloten en bij een net zijn aangemeld. Deze optie is zonder SIM-kaart en zonder de PIN-code niet beschikbaar. Telefoon 29 Als er een passende mobiele telefoon op het navigatiesysteem is aangesloten en de PIN-code is ingevoerd, verschijnt in het hoofdmenu de optie ,,Telefoon". Als het Bluetooth-symbool verschijnt, is de PIN-code op de mobiele telefoon niet ingevoerd of is er geen verbinding met een bekende mobiele telefoon (via CIX 3000 Blue). Meld in het laatste geval de telefoon eerst bij de CIX 3000 Blue aan. Zie ,,Bluetooth Pairing (koppeling tussen mobiele telefoon en CIX 3000 Blue)", pagina 51. Menu Telefoon Kies ,,Telefoon" in het hoofdmenu. Het menu Telefoon verschijnt. 6 Te l e f o o n TMC 4000 m 7 8 9 1/2 5 1 4 ghi 2 abc 3 def 5 jkl 6 mno 10 Provider 7 pqrs 8 tuv 9 wxyz 4 3 2 1 11 12 9:18 * 0 + # +49694080 1:52h 4 13 14 1 Aanduiding signaalsterkte. De vulhoogte van de rechthoek geeft de sterkte van het ontvangen signaal aan. Als de signaalsterkte in rood wordt aangegeven, bevindt u zich in een gebied waarin alleen een extern net kan worden ontvangen. In dit geval kunnen alleen alarmmeldingen met het alarmnummer ,,112" worden doorgegeven. 2 Verbinding verbreken en directe oproep ,,Gemiste oproepen". 3 Verbinding tot stand brengen , oproep beantwoorden en directe oproep van de lijst ,,gekozen telefoon-nr.". 4 Wissen van laatste cijfers. Door lang indrukken worden alle ingevoerde cijfers gewist. 5 Toetsenbord voor invoeren van cijfers. 6 Opbouwen van verbinding met voicemailbox van de provider/netwerkexploitant. Hiervoor moet het nummer van de voicemailbox zijn opgeslagen, zie pagina 36. 7 Berichten/SMS: tekstbericht schrijven of lezen. 8 Bluetooth-symbool (geeft aan dat er een CIX 3000 Blue aangesloten is). 9 Voortgangsindicators voor telefoonboek- en SMS-download. 0 Telefoonboekmenu: opslaan (alleen op SIM-kaart), zoeken of wissen van vermeldingen in het telefoonboek. q Telefoonprovider bij wie u momenteel bent geregistreerd. w Telefoonopties: spraakherkenning (alleen in combinatie met CIX 3000 Blue), de aangenomen, gekozen en de bij afwezigheid binnengekomen gesprekken, de optie om het telefoonboek in het navigatiesysteem te laden en de algemene telefooninstellingen. e Actueel ingevoerde cijfers. r Terug naar het vorige menu. 30 Telefoon De mobiele telefoon kan na het uitschakelen van het contact alleen nog direct op de telefoon worden bediend. Voor de bediening via de monitor en de afstandsbediening moet het contact zijn ingeschakeld. Sommige opties zijn alleen bij geselecteerde mobiele telefoons beschikbaar. Voor een actueel compatibiliteitsoverzicht verwijzen wij u naar het internet onder www. vdodayton.com. Bellen Gespreksvolume Tijdens een telefoongesprek: Druk de V -toets één of meerdere keren in om het volume harder te zetten. @@ De laatst gekozen instelling wordt opgeslagen. Verder kan het volume alleen op de mobiele telefoon worden ingesteld. @@Verder kan het volume alleen op de mobiele telefoon worden ingesteld. @@@@@@@@@@@@@@@@@@De verbinding wordt nu tot stand gebracht. Met de rode telefoontoets P verbreekt u de verbinding. Telefoon Telefoonlijsten 31 Telefoonnummers kunnen ook uit de volgende lijsten direct in het telefoonmenu worden overgenomen: ,,Gemiste oproepen" * ,,Ontvangen oproepen" * ,,gekozen telefoon-nr" * afhankelijk van de netwerkexploitant en de mobiele telefoon. De beller moet zijn telefoonnummer doorgeven. Om een telefoonnummer uit de telefoonlijsten over te nemen: Kies het E-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies "Lijst gesprekken". Kies de gewenste lijst. Kies de gewenste vermelding uit de lijst. : Het geselecteerde telefoonnummer verschijnt in het weergaveveld. Druk op de groene telefoontoets H om de verbinding tot stand te brengen. Bellen vanuit het telefoonboek Kies het B-symbool in het menu ,,Telefoon". Het menu ,,Telefoonboek" verschijnt. U kunt nu op twee manieren naar een vermelding in het telefoonboek zoeken: s Zoeken op naam Voer via het toetsenbord de beginletters van de vermelding in. : Als bij het invoeren van de eerste letters een vermelding met dezelfde beginletters wordt gevonden, verschijnt automatisch de complete vermelding in het weergaveveld. Kies ,,OK" om het telefoonnummer in het menu Telefoon over te nemen. s Kiezen vanuit de telefoonboeklijst Kies ,,Lijst" om alle telefoonnummers van het gekozen telefoonboek weer te geven. Blader in de lijst en kies de gewenste vermelding om deze in het menu Telefoon over te nemen. U kunt ook één of meerdere beginletter(s) invoeren en vervolgens ,,Lijst" kiezen om de mogelijke vermeldingen in te perken. 32 Telefoon Telefoonboekopties Telefoonboek kiezen U kunt tussen de telefoonboeken ,,SIM-kaart" en ,,Mobiele tel." omschakelen. Kies het E-symbool in het menu ,,Telefoon". Het menu voor de telefooninstellingen verschijnt. Kies ,,Tel. instell. " en vervolgens ,,Telefoonboek". Kies het gewenste telefoonboek. Alle beschikbare telefoonboekvermeldingen verwijzen nu naar het gekozen telefoonboek. Vermelding toevoegen (alleen telefoonboek ,,SIM-kaart") : : Voer het gewenste telefoonnummer in het menu ,,Telefoon" in of haal deze uit één van de telefoonlijsten. Kies het symbool B. Kies ,,Naam invoeren". Op het beeldscherm verschijnt het toetsenbord om de bijbehorende naam in te voeren. Bevestig de ingevoerde naam met ,,OK". Opties bij het invoeren, zie onderstaand.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
De vermelding wordt in het telefoonboek opgeslagen. Bij onvoldoende geheugencapaciteit van de SIM-kaart of de mobiele telefoon verschijnt er een melding. Om een nieuw nummer op te kunnen slaan, moet eerst een ander nummer worden gewist. s Opties in het toetsenbord van het telefoonboek Het toetsenbord in het telefoonboekmenu biedt de volgende opties voor invoeren en bewerken (afhankelijk van de functie verschijnen niet alle opties): Lijst: weergeven van de telefoonboeklijst (alfabetisch gesorteerd). A > a: van hoofdletters op kleine letters omschakelen. a > !: van kleine letters op getallen en speciale tekens omschakelen. ! > A: van getallen en speciale tekens op hoofdletters omschakelen. A > !: van hoofdletters op getallen en speciale tekens omschakelen. OK: ingevoerde tekenreeks overnemen. Ins: invoegen van spaties in een bestaande tekenreeks op de huidige positie van de cursor (bijv. als er achteraf nog tekens moeten worden ingevoegd). Space: invoegen van spaties. - - >: bewegen van de cursor activeren/deactiveren. Opt: weergeven van de telefoonboekopties (vermelding lezen, vermelding toevoegen, vermelding wissen). Del: wissen van tekens uit de tekenreeks. Door lang indrukken worden alle ingevoerde tekens gewist. Esc: terug naar het bovenliggende menu zonder overnemen van instellingen. Telefoon Gegeven wissen 33 : Kies het B-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,Opt" in het telefoonboekmenu. Kies ,,Geg. wissen". Kies het gewenste gegeven. Er volgt een vraag ter bevestiging, om te voorkomen dat een naam en nummer per ongeluk worden gewist. Kies ,,Ja" om het gegeven uit het telefoonboek te verwijderen. Telefoonboeken laden Bij de eerste aanmelding van een mobiele telefoon bij het navigatiesysteem worden de telefoonboeken van de mobiele telefoon automatisch in het navigatiesysteem geladen. Hierbij worden zowel de in de telefoon als de op de SIM-kaart opgeslagen gegevens geladen. Zodra u wijzigingen in de telefoonboeken van uw mobiele telefoon hebt aangebracht, moet u de gegevens opnieuw laden om ook in het navigatiesysteem over de meest actuele versie te kunnen beschikken. Kies het E-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,Download telefoonb.". : De telefoonboekgegevens worden vanuit de mobiele telefoon naar het navigatiesysteem overgedragen. Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens kan het laden enige minuten in beslag nemen. Telefoonboeken wissen Als u de vanuit uw mobiele telefoon en uw SIMkaart in het navigatiesysteem geladen telefoonboeken wilt wissen (bijv. wanneer u het navigatiesysteem verkoopt), gaat u als volgt te werk: Kies het Esymbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,Tel. instell. ". Kies ,,Telefoonb. wissen". : Beide telefoonboeken worden compleet uit het geheugen van het navigatiesysteem gewist. Het wissen heeft geen invloed op de telefoonboeken in de mobiele telefoon. Spraakherkenning starten In combinatie met de CIX 3000 Blue kunt u de spraakherkenning van de mobiele telefoon comfortabel via het menu Telefoon van het navigatiesysteem starten. Kies het E-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies "Spraakherkenning". De spraakherkenning van de mobiele telefoon is nu actief. Of deze functie ter beschikking staat, is afhankelijk van de desbetreffende mobiele telefoon. De spraakherkenning wordt uitsluitend via de mobiele telefoon geconfigureerd. 34 Telefoon SMS (Short Message Service) Via de koppeling op de mobiele telefoon kunt u ook via het navigatiesysteem korte tekstberichten (tekst-SMS, lengte maximaal 160 tekens) ontvangen en verzenden. Of deze functie ter beschikking staat, is afhankelijk van de netwerkexploitant; eventueel moet deze functie worden geactiveerd. Volg de aanwijzingen van de netwerkexploitant op. Afbeeldingen, geluiden, gegevens of multimediamessages en zeer lange SMS-berichten worden niet ondersteund. Het telefoonnummer van het SMS-servicecenter moet via de instellingen op de mobiele telefoon worden ingevoerd. Ontvangst van SMS-berichten Als u nieuwe SMS-berichten hebt ontvangen, verschijnt de melding ,,Nieuwe SMS! Nu lezen?" op het beeldscherm. Kies ,,Ja" als u het bericht direct wilt bekijken. Kies ,,Nee" en als u het bericht op een later tijdstip wilt lezen (zie onderstaand). Ontvangen SMS-berichten worden op de SIM-kaart of in het interne geheugen van de mobiele telefoon (afhankelijk van het toestel) opgeslagen. Op die manier blijven zij na het uitschakelen van het systeem behouden en kunnen bijv. ook later op de mobiele telefoon worden gelezen. SMS-berichten lezen SMS-berichten worden automatisch in het navigatiesysteem geladen als de mobiele telefoon opnieuw op het systeem wordt aangesloten of als het systeem opnieuw wordt gestart. Het aantal SMS-berichten bedraagt maximaal 50. Bedenk ook dat het inlezen van alle SMS-teksten enige tijd in beslag kan nemen. Kies het M-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,SMS lezen". Het menu ,,Opgeslagen SMS" verschijnt. Blader evt. met de 2 of8-toets op de afstandsbediening per regel naar het einde resp. het begin van het bericht. Boven het weergavevenster voor de tekst staat de verzenddatum van de SMS, de tijd en het telefoonnummer van de afzender (alleen als het telefoonnummer wordt doorgegeven). s Opties bij SMS-weergave Tijdens het weergeven van een SMS kunt u door indrukken van de OK-toets op de afstandsbediening de volgende opties opvragen. Terugbellen: hiermee neemt u het telefoonnummer van de afzender over in het menu Telefoon. Antwoorden: hiermee legt u een antwoord ter verzending aan de afzender van de SMS vast. Bewerken: hiermee bewerkt u de weergegeven tekst. Vervolgens kunt u de gewijzigde tekst als SMS verzenden. Wissen: hiermee wist u de weergegeven SMS. Telefoon SMS-berichten schrijven 35 : Kies het M-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,SMS schrijven". Voer de tekst in met behulp van het toetsenbord in (max. 160 tekens). Kies ,,OK" om de ingevoerde tekst te bevestigen. Het menu Telefoon verschijnt. Voor het invoeren en bewerken van SMS-berichten kunt u over dezelfde opties op het toetsenbord beschikken als bij het invoeren van namen voor het telefoonboek. Zie ,,Opties in het toetsenbord van het telefoonboek", pagina 32. SMS-berichten verzenden Om het ingevoerde SMS-bericht te verzenden voert u het volledige telefoonnummer van de ontvanger (evt. met internationaal toegangsnummer) in of neemt u het telefoonnummer over uit het telefoonboek. Kies vervolgens ,,SMS verzenden". Bij het toevoegen van een antwoord op een ontvangen SMS-bericht wordt het telefoonnummer van de afzender automatisch in het menu ,,SMS verzenden" overgenomen, voorzover dit doorgegeven is. Direct kiezen van weergegeven telefoonnummers Bij bepaalde wegenkaarten-DVD's/CD's kan aanvullende informatie bij bijzondere bestemmingen worden opgeroepen (zie ,,Route-informatie" in het hoofdstuk ,,C-IQ Intelligent Content On Demand", pagina 47).
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Als de zoekresultaten een telefoonnummer bevatten, kan dit direct worden gekozen. Kies de gewenste bijzondere bestemming in de zoekresultaten. Markeer het telefoonsymbool en bevestig dit met de OK-toets. : Het telefoonnummer wordt in het menu Telefoon overgenomen. Druk op de groene telefoontoets H om de verbinding tot stand te brengen. 36 Telefoon Telefooninstellingen Kies het E-symbool in het menu ,,Telefoon". Kies ,,Tel. instell.". Het submenu voor de telefooninstellingen bevat de volgende opties: Telefooninfo: deze optie bevat informatie over de aangesloten telefoonmodule (CI 3000) (belangrijk voor de klantenservice). Telefoonboek: hiermee legt u het telefoonboek waarmee u wilt werken vast (SIMkaart of Mobiele telefoon). Telefoonb. wissen: hiermee wist u beide telefoonboeken uit het geheugen van het navigatiesysteem. Het wissen heeft geen invloed op de telefoonboeken in de mobiele telefoon. Mailbox opslaan: hier slaat u het telefoonnummer voor de voicemailbox van uw netwerkexploitant op. SW downloaden: hiermee start u een softwaredownload voor de CI 3000 via de aangesloten mobiele telefoon. Gebruik deze functie uitsluitend als u een update of een driver via het C-IQ Service Centre hebt besteld. Bluetooth (alleen in combinatie met CIX 3000 Blue): hier start u de pairing met een nog niet aangemelde mobiele telefoon. Zie ook ,,Bluetooth Pairing (koppeling tussen mobiele telefoon en CIX 3000 Blue)", pagina 51. Configuratie Navigatiesysteem aanpassen 37 U kunt talrijke instellingen wijzigen om het navigatiesysteem naar wens aan te passen. Kies ,,Instellingen" in het hoofdmenu. : Het menu ,,Instellingen" verschijnt. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd: Dag-/nachtkleuren Instellen van de afhankelijkheid van het kleurenschema van de verlichting van het voertuig. Het kleurenschema kan onder ,,Beeldscherm" worden ingesteld. Automatische omschakeling: Het kleurenschema is afhankelijk van de instelling van de koplampen. Altijd kleur bij dag: Er wordt altijd het kleurenschema voor daglicht gebruikt. Altijd kleur bij nacht: Er wordt altijd het kleurenschema voor duisternis gebruikt. Beeldscherm Instellen van de volgende beeldschermeigenschappen: Kleur bij dag: keuze van het kleurenschema voor een lichte omgeving Kleur bij nacht: keuze van het kleurenschema voor een donkere omgeving Statusregel links: keuze van de specificatie die op de statusregel linksonder moet worden weergegeven. Statusregel rechts: keuze van de specificatie die op de statusregel rechtsonder moet worden weergegeven. Statusregel boven: keuze van de specificatie die op de statusregel boven moet worden weergegeven. Berichtselectie Kiezen van de soort TMC-verkeersberichten die door het navigatiesysteem moeten worden weergegeven en waarmee voor de dynamische routeplanning rekening moet worden gehouden. Kies ,,Alles kiezen" of ,,Alles annuleren", als u alle berichtsoorten tegelijkertijd wilt activeren/deactiveren. Sla de gewijzigde instellingen met ,,Vastleggen" op. Druk op de ESC- of de 4-toets om het menu zonder wijzigingen af te sluiten. Dringende verkeersberichten (bijv. spookrijders) kunnen niet worden geannuleerd en worden altijd weergegeven. 38 Routecriterium Configuratie Voor het berekenen van de route kunt u verschillende criteria kiezen: Snel: de route wordt voor een zo kort mogelijke reistijd geoptimaliseerd. Geschikt voor alle situaties. Kort: de route wordt voor een zo kort mogelijk traject geoptimaliseerd. Aanbevolen voor stadsritten. Snelwegen: de route wordt met zoveel mogelijk snelle wegen geoptimaliseerd. Secundaire wegen: de route wordt met zoveel mogelijk secundaire wegen geoptimaliseerd. Aanbevolen wanneer u snelwegen wilt vermijden. Het symbool van het gekozen routecriterium verschijnt op onderste statusregel. Bovendien kunt u ook de volgende routeopties activeren: Tolwegen vermijden*: hiermee vermijdt u tolwegen. Veerdiensten vermijden*: hiermee vermijdt u veerboten bij de routeberekening. Tunnels vermijden*: hiermee vermijdt u tunnels bij de routeberekening. Dynamische route: hiermee activeert/deactiveert u de dynamische routeplanning. Voor de instellingen voor de dynamische routeplanning verwijzen wij u naar ,,Dynamische route", zie onderstaand. Sla de gewijzigde instellingen met ,,Terug" op. Druk op de ESC- of de 4-toets om het menu zonder wijzigingen af te sluiten. * De beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van de gebruikte kaartgegevens. Wanneer een route niet zonder de geselecteerde uitzonderingen kan worden gepland, kunnen ook tolwegen, veerverbindingen en tunnels voor het plannen van de route worden gebruikt. Dynamische route Instellen van de volgende parameters voor de dynamische routeplanning: Omleidingwens: Via deze optie legt u vast of het navigatiesysteem bij verkeersbelemmeringen wel of geen omweg plant. Er zijn vijf niveaus beschikbaar. Het laagste niveau (1) betekent dat afhankelijk van de omstandigheden en de berekende vertraging ook de oorspronkelijke route door de file heen wordt geprefereerd. Als de hoogste waarde is gekozen, wordt er in de meeste gevallen een omleiding gepland. Niveau 3 biedt u een evenwichtige instelling bij de dynamische routeplanning. Deze waarde is af fabriek ingesteld. Verkeershorizon: Deze instelling beïnvloedt de omgeving waarin het navigatiesysteem verkeersbelemmeringen in de routeplanning opneemt. Totale vertraging: Via deze waarde geeft u aan vanaf welke te verwachten vertragingstijd als gevolg van een verkeersbelemmering het navigatiesysteem een nieuwe berekening van de route moet voorstellen. De te verwachten vertraging wordt met behulp van de gegevens van de ontvangen TMC-zender bepaald en kan van de werkelijke situatie afwijken. Automatisch: Als deze functie geactiveerd is, leidt de dynamische routeplanning u automatisch om files heen. Er verschijnt geen nadere vraag. Sla de gewijzigde instellingen met ,,Terug" op. Druk op de ESC- of de 4-toets om het menu zonder wijzigingen af te sluiten. Configuratie Snelh.waarschuwing (snelheidswaarschuwing) 39 Instellingen voor de aanwijzingen en waarschuwingsmeldingen bij het overschrijden van de wettelijke of handmatig instelde maximumsnelheid: Waarsch. . .. ov. limiet: Instelling van de tolerantiewaarde voor het overschrijden van de op de wegenkaarten-DVD/CD opgeslagen wettelijke snelheidslimiet. Bij overschrijden van de ingestelde waarde wordt de snelheid op de statusregel rood weergegeven. Hiervoor moet de snelheidsaanduiding op de statusregel geactiveerd zijn. Zie ook paragraaf ,,Beeldscherm > Statusregel". De beschikbaarheid van de wettelijke maximumsnelheid is afhankelijk van de gebruikte wegenkaarten-DVD/CD en van het desbetreffende land. BELANGRIJK! De gegevens over maximumsnelheden uit het navigatiesysteem worden vrijblijvend verstrekt en kunnen niet altijd de actueel geldende regelingen weergeven. Houd u altijd aan de geldende wettelijke maximumsnelheden en verkeersregels.
Uw gebruiksaanwijzing. VDO DAYTON MS 5700 SD http://nl.yourpdfguides.com/dref/3700928
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)