Ulenhof College
EXAMENREGLEMENT 2015 - 2016
Ulenhofcollege 1-10-2015
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
EXAMENREGLEMENT
(schooljaar 2015 -2016 oktober 2015)
Ex art. 31 eindexamenbesluit v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en v.b.o.. samengesteld voor het Ulenhof college, Chr. Scholengemeenschap voor v.w.o., h.a.v.o. en v.m.b.o.- theoretische leerweg te Doetinchem en v.m.b.o. – beroepsgerichte leerwegen en l.w.o.o. te Vorden. Vastgesteld in de vergadering van het bevoegd gezag, het Bestuur van de Stichting Achterhoek VO.
Artikel 1. Begripsbepalingen (eb: art 1) 1.
In dit reglement verstaan we onder: a) eindexamenbesluit: het besluit van 10 juli 1989 houdende bepalingen inzake de eindexamens aan de scholen voor v.w.o.,h.a v.o., m.a.v.o. en v.b.o. laatstelijk gewijzigd 16 augustus 1994 (Staatsblad 624), 2 juli 1997 (Staatsblad 322) 1), 25 mei 1998 (Staatsblad 337) en 28 juli 2000 (Staatsblad 358). b) inspectie: de inspecteur, van Rijkswege belast met het toezicht op de school. c) bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Achterhoek VO.2) d) school : Het Ulenhofcollege met een vestiging in Doetinchem en een vestiging in Vorden e) examengroep: Het Ulenhofcollege kent zes examengroepen te weten de examengroepen V.W.O., H.A.V.O. en V.M.B.O. theoretische leerweg te Doetinchem en de examengroepen V.M.B.O. gemengde, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerwegen te Vorden. f) rector: de rector van het Ulenhofcollege. g) sectordirecteur: een van de sectordirecteuren van het Ulenhofcollege h) voorzitter: de voorzitter van de eindexamencommissie (zie art. 3 sub 3) i) secretaris: de secretaris van de eindexamencommissie (zie art. 3 sub 4) j) kandidaat: ieder, die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten. k) examinator: degene, die is belast met het afnemen van het examen. l) gecommitteerde: een door de minister van onderwijs aan te wijzen persoon, die belast is met het toezicht op het eindexamen of een deel daarvan. (art 29 lid 3 Wet op voortgezet onderwijs ) m) examencommissie: commissie belast met het afnemen van de examens. Bestaat uit voorzitter, examensecretaris, examinator. n) afdeling: binnen de examengroep te Vorden bestaan in het V.M.B.O., voor alle leerwegen, de volgende beroepsgerichte afstudeerrichtingen: de afdeling Verzorging, de afdeling Landbouw en Natuurlijke omgeving, de afdeling Handel en Verkoop (leerjaar 3) en de afdeling Mode en Commercie (leerjaar 4).
1
)
Het volledige besluit ligt ter inzage bij de rector
2
)
Voor adressen raadplege men de schoolgids
blz. 1
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
o)
2.
sector: in het V.M.B.O. theoretische leerweg worden de sectoren techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw aangeboden. In het V.M.B.O. beroepsgerichte leerwegen worden de sectoren zorg en welzijn, economie en landbouw aangeboden. p) vakken: vakken en andere programmaonderdelen. q) profielwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde profielwerkstuk. r) sectorwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde sectorwerkstuk. s) toets: een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten of een praktische opdracht. t) herkansing: het opnieuw, dan wel alsnog deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen. Het volgende is een samenvatting van het eindexamenbesluit. Deze samenvatting kan in zijn strekking niet van dat besluit afwijken. Bij verschil van mening dient de tekst van het besluit te worden gehanteerd.
Artikel 2. Toelating tot het eindexamen (eb: art 2) 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van het Ulenhofcollege in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen kandidaten toelaten, die niet als leerling van de school staan ingeschreven. Kandidaten als bedoeld in het tweede lid, die worden toegelaten tot het eindexamen, zijn aan het bevoegd gezag een bedrag verschuldigd als omschreven in eb 2 lid 5 en 6. Kandidaten als bedoeld in het tweede lid kunnen aan twee of meer scholen deeleindexamens afleggen, die tezamen een eindexamen als bedoeld in artikel 7 vormen. Kandidaten als bedoeld in het vorige lid kunnen slechts slagen als zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 14. Een kandidaat als bedoeld in lid 4 dient voor 1 november van het schooljaar de rector van de school waar hij deeleindexamen in het grootste aantal vakken aflegt schriftelijk te verzoeken artikel 49, eerste lid van het eindexamenbesluit te willen toepassen.
Artikel 3. Afnemen eindexamen (eb: art 3) 1. 2. 3.
4.
Het examen wordt aan elke examengroep van de school, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, afgenomen door een examencommissie. De vestiging Doetinchem kent een examencommissie voor elke afdeling. De vestiging Vorden kent één examencommissie voor alle afdelingen. De rector is voorzitter van alle examencommissies. Het voorzitterschap van de commissie in de vestiging Vorden en Doetinchem delegeert hij aan de aldaar werkzame sectordirecteuren. Het secretariaat van de examencommissies wordt uitgeoefend door de examensecretaris.
Artikel 4. Indeling eindexamen; profielwerkstuk en sectorwerkstuk. (eb: art 4) 1.
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. blz. 2
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
Het schoolexamen v.w.o. en h.a.v.o. omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk heeft op één vak of meer vakken betrekking. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken onderdeel uit van het totale pakket van de leerling. Wel moet altijd ten minste één groot vak betrokken zijn. Een groot vak heeft op de havo een omvang van minimaal 320 uur en op het vwo minimaal 400 uur. Net als voorheen bepaalt de school op hoeveel vakken het profielwerkstuk betrekking heeft en welke vorm het dient te hebben. Het schoolexamen v.m.b.o. theoretische en gemengde leerweg omvat mede een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling onderwijs volgt. In het schoolexamen van de beroepsgerichte leerwegen zijn ook een handelingsopdracht en twee grote praktische opdrachten opgenomen. Het centraal examen kan uit meer dan één onderdeel bestaan. Onderdeel van het examen is de rekentoets VO. De eerste keer dat de rekentoets afgenomen wordt is in het voor-examenjaar. De rekentoets mag driemaal herkanst worden.
Artikel 5. Onregelmatigheden (eb: art 5) 1.
2.
3.
Indien een kandidaat zich onttrekt aan (een onderdeel van) het centraal examen of schoolexamen c.q. in strijd handelt (of heeft gehandeld) met het examenreglement, c.q. zich schuldig maakt (of zich schuldig heeft gemaakt) aan bedrog of enige andere onregelmatigheid kan de voorzitter van de examencommissie maatregelen treffen. Onder “het zich onttrekken aan” wordt mede verstaan het zonder geldige redenen niet aanwezig zijn bij een toets, het niet tijdig inleveren van het (de) voorgeschreven werkstuk(ken), het zich onttrekken aan de werkstukbegeleiding, het niet tijdig inleveren van de boekenlijsten, kortom iedere afwijking van de in dit reglement of in de stofomschrijving vastgestelde regels. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die afhankelijk van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of van het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de voorzitter van de examencommissie aan te wijzen onderdelen. Indien een toets van het schoolexamen ongeldig is verklaard en moet worden overgemaakt kan de kandidaat nadien voor die toets geen gebruik meer maken van de herkansingsregeling.
blz. 3
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
4.
5.
6.
7. 8.
Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het schoolexamen wordt ontdekt kan de voorzitter van de examencommissie het schoolexamen ongeldig verklaren hetgeen tevens ontzegging van deelneming aan het centraal examen inhoudt, ofwel bepalen dat het schoolexamen slechts geldig is na een hernieuwd schoolexamen in de door de voorzitter van de examencommissie en examinatoren aan te wijzen onderdelen en op de door hen te bepalen wijze. Indien het hernieuwd examen bedoeld onder 4. betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de voorzitter van de examencommissie de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige. De voorzitter deelt zijn beslissing aan de kandidaat zo mogelijk mondeling- en in ieder geval schriftelijk mee. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het achtste lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, de voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. Ook de inspectie ontvangt een afschrift van deze mededeling. De kandidaat kan tegen een beslissing van de voorzitter in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep. (zie aanhangsel 1)
Artikel 6. Geheimhouding (eb: art 6) Een ieder, die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. (Alg.wet Bestuursrecht)
Artikel 7. Eindexamen vmbo (eb: art 7 en 8 t/m 22) 1. 2.
3. 4.
De kandidaten kiezen, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, in welke vakken zij examen willen afleggen. Deze keuze is mogelijk voor zover het bevoegd gezag - eventueel in samenwerking met een bevoegd gezag van een andere school - de leerlingen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Voor diegenen, die niet als leerling zijn ingeschreven geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen tot het examen in die vakken toelaat. Kandidaten kunnen – voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat - in meer dan het voorgeschreven aantal vakken dat een eindexamen vormt examen afleggen. De scholengemeenschap kent binnen de volgende examengroepen de genoemde examenvakken: a) De examengroep V.M.BO. theoretische leerweg kent de volgende examenvakken: in het gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijk opvoeding en de kunstvakken 1en levensbeschouwing. In het sectordeel: in de sector techniek de vakken wiskunde en natuur- scheikunde 1; in de sector zorg en welzijn het vak biologie en één van de vakken wiskunde, blz. 4
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
aardrijkskunde of geschiedenis; in de sector economie het vak economie en één van de vakken wiskunde, Franse taal, Duitse taal; in de sector landbouw het vak wiskunde en één van de vakken biologie of natuur- scheikunde 1. In het vrije deel: twee vakken uit de vakken Franse taal, Duitse taal, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuur- scheikunde 1, natuur- scheikunde 2, biologie, economie, kunstvakken 2. b) De examengroepen V.M.B.O. gemengde, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerwegen kennen de volgende eindexamenvakken: in het gemeenschappelijk deel van de gemengde en beroepsgerichte leerwegen: Nederlandse taal, Engelse taal, rekenen, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1. In het sectordeel van de gemengde en beroepsgerichte leerwegen: in de sector zorg en welzijn het vak biologie en één van de vakken wiskunde of aardrijkskunde; in de sector economie het vak economie en één van de vakken wiskunde, Franse taal of Duitse taal; in de sector landbouw het vak wiskunde en één van de vakken biologie of natuur- scheikunde 1. In het vrije deel van de gemengde leerweg: een algemeen vak, uit de nog niet gekozen vakken van het sectordeel en een bij de sector behorend afdelingsprogramma. In het vrije deel van de beroepsgerichte leerwegen: een bij de sector behorend afdelingsvak. Het eindexamen omvat de landelijke rekentoets VO niveau 2F en de daaraan gerelateerde Er-toets. De toets moet worden afgelegd, het cijfer wordt vermeld op de cijferlijst maar telt niet mee in de slag-zakregeling.
Artikel 8. Eindexamen v.w.o. (athenaeum) (eb: art 11) 1. Het eindexamen vwo. (atheneum) omvat: a. De vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel: levensbeschouwing; maatschappijleer; Nederlandse taal en literatuur; Franse taal en literatuur of Duitse taal en literatuur; Engelse taal en literatuur; algemene Natuurwetenschappen; culturele en kunstzinnige vorming of klassiek culturele vorming; lichamelijke opvoeding. De leerlingen die een vrijstelling hebben gekregen voor de verplichte tweede moderne vreemde taal, Duits of frans, doen examen in een ander e examenvak.( Zie hiervoor het reglement “Vrijstelling 2 moderne vreemde taal” ) b. De vakken van het profieldeel van een van de profielen: profiel cultuur en maatschappij: geschiedenis; en 1) een keuze uit wiskunde A en C; 2) een keuze uit economie en aardrijkskunde; 3) een keuze uit Frans, Duits, handvaardigheid, tekenen en muziek. profiel economie en maatschappij: geschiedenis en economie; en 1) een keuze uit aardrijkskunde, M&O, Frans en Duits; 2) een keuze uit wiskunde A en B. profiel natuur en gezondheid: scheikunde en biologie; en een keuze uit 1) wiskunde A en B; 2) een keuze uit natuurkunde en aardrijkskunde.
blz. 5
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
profiel natuur en techniek: wiskunde B, natuurkunde en scheikunde; en een keuze uit biologie en informatica. Bovendien dient tevens een profielwerkstuk te worden gemaakt. c. Vakken van het vrije deel van elk profiel: één vak te kiezen uit de vakken genoemd in dit artikel onder b. Bovendien kan Latijn gekozen worden als vak in het vrije deel. Een leerling mag een tweede vak in de vrije ruimte kiezen en daar examen in afleggen. 2. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor v.w.o. bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken van het gemeenschappelijk deel voor welke hij werd vrijgesteld van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste tot en met derde lid, of vijfde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.; dit betreft: a. vrijstelling van het vak lichamelijke opvoeding als de leerling vanwege zijn lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. b. vrijstelling van de volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en culturele en kunstzinnige vorming voor leerlingen, die in het bezit zijn van een h.a.v.o. diploma. c. vrijstelling van de vakken Franse taal en literatuur en/of Duitse taal en literatuur in het geval dat a. de leerling in de eerste drie leerjaren van die vakken werd vrijgesteld b. de leerling werd toegelaten tot 4 vwo en voordien buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs volgde, waarbij hij geen of nauwelijks onderwijs in het betreffende vak of betreffende vakken heeft gehad. c. de leerling in het bezit is van een diploma h.a.v.o. en op grond van soortgelijke bepalingen als bedoeld onder i en ii vrijgesteld werd van het volgen van onderwijs in Frans of Duits. d. in alle gevallen genoemd onder c, stelt het bevoegd gezag vast welk examen in de plaats komt van het deel van het examen waarvoor vrijstelling is verleend. 3. Het eindexamen omvat de landelijke rekentoets VO niveau 3F en de daaraan gerelateerde Er-toets. Voor de toets moet minimaal een 5 worden gehaald. Indien landelijk meer dan 5% door de rekentoets zou zakken mag worden volstaan met een 4.
Artikel 9. Eindexamen h.a.v.o. (eb: art 13) 1. Het eindexamen h.a.v.o. omvat: a. De vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel: levensbeschouwing; maatschappijleer; Nederlandse taal en literatuur; Engelse taal en literatuur; culturele en kunstzinnige vorming; lichamelijke opvoeding. b. de vakken van het profieldeel van een van de profielen: profiel cultuur en maatschappij: geschiedenis en 1) een keuze uit Frans en Duits; 2) een keuze uit economie en aardrijkskunde; 3) een keuze uit Frans, Duits, handvaardigheid, tekenen en muziek. profiel economie en maatschappij: geschiedenis en economie; en 1) een keuze uit aardrijkskunde, M&O, Frans en Duits; 2) een keuze uit wiskunde A en B. profiel natuur- en gezondheid: scheikunde en biologie; en een keuze uit 1) wiskunde A blz. 6
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
en B; 2) een keuze uit natuurkunde en aardrijkskunde. profiel natuur en techniek: wiskunde B, natuurkunde en scheikunde; en een keuze uit biologie en informatica. Voor het profieldeel dient tevens een profielwerkstuk te worden gemaakt. c. Vakken van het vrije deel van elk profiel: één vak te kiezen uit de vakken genoemd in dit artikel onder b.
2. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor havo, bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken van het gemeenschappelijk deel voor welke hij werd vrijgesteld van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste , vierde, of vijfde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.; dit betreft vrijstelling van het vak lichamelijke opvoeding als de leerling vanwege zijn lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. 3. Het eindexamen omvat de landelijke rekentoets VO niveau 3F en de daaraan gerelateerde Er-toets. De toets moet worden afgelegd, het cijfer wordt vermeld op de cijferlijst maar telt niet mee in de slag-zakregeling.
Artikel 10. Regeling van het schoolexamen (eb: art 31) Programma van toetsing en afsluiting, begin en einde van het schoolexamen, examinatoren 1
2 3 4 5
6 7
De examencommissies, daartoe gemachtigd door het bevoegd gezag stellen jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast. In dat programma wordt in elk geval aangegeven, welke onderdelen van het examenprogramma op het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de delen van het schoolexamen, de verdeling van de examenstof over de toetsen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt en de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Het schoolexamen vangt voor de vakken waarin het onderwijs in het derde, respectievelijk het vierde, respectievelijk het vijfde leerjaar begint in het desbetreffende jaar aan. Het schoolexamen wordt afgesloten: voor VWO, HAVO, VMBO ten minste een week voor de aanvang van het Centraal Examen. Voor een vak waarin geen centraal examen wordt afgelegd bepaalt de examencommissie het tijdstip waarop het schoolexamen wordt afgelegd. Kandidaten van de examengroepen VMBO, die het laatste examenjaar overdoen (schoolexamen en centraal examen) moeten, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, alle onderdelen van het schoolexamen en het c.e. opnieuw afleggen. Dat geldt met name ook voor werkstukken/scripties. De docent die belast is met het verzorgen van onderwijs in enig jaar waarover het schoolexamen zich uitstrekt, treedt in dat jaar op als examinator. Bij de mondelinge tentamens kan behalve de examinator een andere leraar van de school blz. 7
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
8
9
dan wel een deskundige van buiten de school aanwezig zijn. De betreffende leraar c.q. de deskundige maakt het protocol. De leraar-examinator bepaalt het cijfer. Het sectorwerkstuk van kandidaten in het VMBO wordt beoordeeld door minstens twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming van het sectorwerkstuk. Indien een kandidaat in een vak door twee of meer examinatoren wordt geëxamineerd, bepalen deze examinatoren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Indien zij niet tot overeenstemming kunnen komen, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen.
Toetsen 10 Het schoolexamen bestaat per jaar voor elk vak uit ten minste een aantal toetsen dat gelijk is aan het aantal lesuren per week en/of uit een aantal repetities. 11 De vorm van een tentamen kan zijn: een schriftelijke toets met gesloten of open vragen, een praktische opdracht, een profielwerkstuk, een sectorwerkstuk, een handelingsdeel, een mondelinge toets. 12 Indien als onderdeel van een schoolexamen een schriftelijk werkstuk / scriptie c.q. een profielwerkstuk, c.q. een sectorwerkstuk wordt gevraagd levert de kandidaat een maand voor de vastgestelde inleverdatum van de scriptie bij de examinator de titelpagina van het werkstuk in. 13 De titelpagina vermeldt ten minste de titel van het werkstuk, een beknopte omschrijving van het onderwerp alsmede de naam en het examennummer van de kandidaat. 14 De examinator kan een werkstuk/scriptie, als dat in ernstige mate afwijkt van redelijk te achten normen betreffende spelling, stijl en netheid, na verkregen toestemming van de voorzitter van de examencommissie, weigeren. In overleg met de kandidaat wordt in dat geval een nieuwe inleverdatum vastgesteld. Mocht de kandidaat opnieuw duidelijk in gebreke blijven, dan kan artikel 5 in werking treden in die zin dat het cijfer 1 wordt toegekend. 15 Indien de examinator kan aantonen dat een werkstuk/scriptie niet het werk is van betrokken kandidaat wordt dat aangemerkt als bedrog en is artikel 5 van toepassing. 16 Indien een werkstuk/scriptie niet op het vooraf vastgestelde tijdstip wordt ingeleverd dan wordt de titelpagina als werkstuk beschouwd en dat ontvangt als beoordeling het cijfer 1 (een); het sectorwerkstuk wordt als onvoldoende aangemerkt.
Cijfers 17 De examinator stelt van de onderdelen in het programma van toetsing en afsluiting de beoordeling van de prestaties vast. 18 Bij een onderdeel dat schriftelijk wordt geëxamineerd stelt de examinator het cijfer vast op basis van een correctievoorschrift. 19 Bij een praktische opdracht, een handelingsopdracht of een opdracht uit de handelingsdelen wordt aan de kandidaten vooraf schriftelijk meegedeeld wat de beoordelingscriteria zijn. 20 Van iedere beoordeling, die bij het bepalen van het eindoordeel van het schoolexamen van een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat en de secretaris zo spoedig mogelijk in kennis. 21 Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers blz. 8
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met een decimaal. In deze schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers van 1 tot en met 10 de volgende betekenis toe: 1 zeer slecht 6 voldoende 2 slecht 7 ruim voldoende 3 zeer onvoldoende 8 goed 4 onvoldoende 9 zeer goed 5 bijna voldoende/ niet 10 uitmuntend voldoende 22 Indien een gemiddelde als bedoeld in lid 9 een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande, dat deze decimaal met 1 verhoogd wordt indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. 23 Het eindcijfer van het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen als bedoeld in lid 20 24 Indien dit gewogen gemiddelde een cijfer met twee of meer decimalen is dan wordt dit cijfer afgerond zoals aangegeven in lid 22. 25 Indien het schoolexamencijfer tevens het eindcijfer is dan wordt het afgerond tot een geheel getal op de wijze zoals beschreven in lid 22. 26 De examencommissie rapporteert drie maal per jaar en in het jaar waarin het centraal examen wordt afgenomen twee maal per jaar aan de kandidaat en indien deze minderjarig is ook aan zijn ouders omtrent de voortgang van het schoolexamen. Daarbij worden alle cijfers van het lopende schooljaar en de afgelegde handelingsdelen vermeld. Tevens wordt een voortschrijdend gemiddelde van de resultaten per vak aan de rapportage toegevoegd. 27 Voor de vakken Culturele en kunstzinnige vorming, Lichamelijke opvoeding, kunstvakken 1 en het sectorwerkstuk worden geen cijfers gegeven maar wordt volstaan met het judicium “voldoende” of “goed”, indien deze vakken c.q. het werkstuk genoegzaam zijn afgesloten.
Afsluiting van het schoolexamen 28 Voor de aanvang van het centraal examen deelt de voorzitter van de examencommissie de kandidaat schriftelijk mee welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen. 29 Een kandidaat heeft het schoolexamen VWO, HAVO, VMBO afgerond indien: a het sectorwerkstuk is beoordeeld met “voldoende” of “goed” dan wel een cijfer is toegekend aan het profielwerkstuk en b de vakken CKV, kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed” en c de praktische opdrachten, handelingsopdrachten en toetsen van de vakken uit het algemene gedeelte als aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting zijn afgelegd en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen en d de vakken van het door de kandidaat gekozen profiel en vrije deel zijn getoetst als aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting en e de handelingsdelen van de door de kandidaat gevolgde vakken naar behoren zijn afgerond. f de rekentoets-VO met minimaal een 5 is afgesloten. blz. 9
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
30 Een kandidaat kan niet aan het centraal examen deelnemen indien een of meer onderdelen als genoemd in het eerste lid niet zijn afgerond. 31 Schriftelijk werk dat onderdeel is van het schoolexamen mag niet meegenomen worden naar huis, maar blijft tot 1 januari van het daarop volgende cursusjaar op school bewaard evenals een exemplaar van de opgaven en een exemplaar van de beoordelingsnormen. Van de vervaardigde werkstukken voor het vak handvaardigheid worden door de kandidaten aan de school foto's c.q. dia's verstrekt welke de aspecten van de werkstukken genoegzaam weergeven. Deze worden met de schriftelijke verantwoording van de werkstukken alsmede de beoordeling eveneens bewaard tot 1 januari van het volgende cursusjaar. In de gemengde en beroepsgerichte leerwegen mag schriftelijk werk worden meegenomen naar huis, nadat de ouders / verzorgers hebben getekend voor de behaalde resultaten.
Absentie door ziekte of andere overmacht 32 Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de sectordirecteur, een onderdeel van het schoolexamen niet kan doen op het daarvoor vastgestelde tijdstip, dient hij dit van tevoren schriftelijk te melden aan de sectordirecteur, in een verzoek ondertekend door hemzelf of, indien hij minderjarig is, ondertekend door zijn ouders / verzorgers. In dat geval wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld om het betreffende onderdeel alsnog af te leggen. 33 Het verzuimen van toetsen om andere redenen dan als gevolg van ziekte of andere overmacht wordt aangemerkt als een onregelmatigheid in de zin van artikel 5. Voor de betreffende toets wordt dan als regel het cijfer 1 toegekend. 34 Indien een kandidaat wegens ziekte aan een onderdeel van het schoolexamen niet kan deelnemen op het daarvoor vastgestelde tijdstip, dan dient hij of zijn ouders/verzorgers van te voren de sectordirecteur hiervan in kennis te stellen. De kandidaat wordt in de gelegenheid gesteld het betreffende onderdeel alsnog af te leggen. Het betreffende onderdeel kan niet herkanst worden. Zodra de kandidaat de school weer bezoekt, wordt bij de sectordirecteur een schriftelijke verklaring van de ouders/verzorgers ingeleverd waarop de reden is vermeld waarom aan het onderdeel van het schoolexamen niet kon worden deelgenomen. 35 Een kandidaat die in gebreke blijft de verklaring genoemd in artikel 36 in te leveren, wordt geacht onwettig afwezig te zijn en valt onder de bepalingen van artikel 5, in die zin, dat het cijfer 1,0 wordt toegekend voor dat onderdeel van het schoolexamen, dat door het verzuim niet is gemaakt.
Herkansingen:VMBO Gemengde en beroepsgerichte leerwegen 36 Een kandidaat van het VMBO – gemengde en beroepsgerichte leerwegen - heeft het recht om per periode een toets die meetelt voor het schoolexamen, waarvan het resultaat 5,5 of lager is, te herkansen. 37 Het recht op herkansen van een toets vervalt als een leerling ongeoorloofd afwezig is op het moment van de toets. 38 Alle handelingsdelen van het schoolexamen die niet met “voldoende” of “goed” zijn afgerond, moeten worden herkanst voordat aan het centraal examen kan worden
blz. 10
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
deelgenomen. 39 In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 40 Een herkansing wordt schriftelijk aangevraagd bij de sectordirecteur, uiterlijk twee schooldagen na het bekend worden van het cijfer en na inzage van het werk door de kandidaat. 41 Het vak maatschappijleer, behorend tot het gemeenschappelijk deel, mag altijd worden herkanst indien de kandidaat voor dit vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6. Theoretische Leerweg 42 Een kandidaat van het VMBO heeft het recht om een toets die voor het schoolexamen meetelt te herkansen, tenzij in het PTA anders is vastgelegd. 43 De vaksectie bepaalt het aantal herkansingen, zoals vermeld in het PTA. 44 Een kandidaat mag aan een herkansing deelnemen als hij de opdracht(en) heeft uitgevoerd die de vakdocent heeft opgegeven. 45 Voor de vakken die niet met een centraal examen worden afgerond (maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en beeldende vorming) vindt de herkansing plaats vóór het centraal schriftelijk eindexamen. 46 In het geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 47 Een herkansing wordt schriftelijk aangevraagd bij de teamleider, uiterlijk twee schooldagen na het bekend worden van het cijfer en na inzage van het werk door de kandidaat. 48 De school bepaalt de datum en het tijdstip van de herkansing. 49 Het vak maatschappijleer, behorend tot het gemeenschappelijk deel, mag altijd worden herkanst indien de kandidaat voor dit vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6. 50 De rekentoets mag drie maal worden herkanst in de door de overheid daarvoor vastgestelde toets perioden Herkansingen: Havo/Vwo 51 Een kandidaat Tweede Fase heeft per leerjaar recht op één, twee of drie herkansingen van een dossiertoets. Dit recht is als volgt uitgewerkt:
HAVO 4: twee herkansingen HAVO 5: drie herkansingen VWO 4: één herkansing VWO 5: twee herkansingen VWO 6: drie herkansingen
Om gebruik te maken van dit recht kiest de kandidaat één toets per periode. VWO 4 kent één periode, d.w.z. het gehele schooljaar. De leerjaren HAVO 4 en VWO 5 kennen één herkansing voor de periodes 1 en 2 en één herkansing voor de periodes 3 en 4. De examenjaren kennen drie toetsperioden. Een kandidaat mag geen herkansingsmogelijkheden sparen. 52 De rekentoets mag drie keer worden herkanst in de door de overheid daarvoor vastgestelde toets perioden 53 De herkansingen worden afgenomen uiterlijk binnen drie weken na de afsluiting van de periodes. 53 De kandidaat bepaalt zelf welke herkansbare toets hij herkanst.In geval van herkansing blz. 11
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
geldt het hoogste cijfer. 54 Een herkansing wordt schriftelijk aangevraagd bij de sectordirecteur, uiterlijk op een nader vast te stellen en bekend te maken tijdstip na de bekendmaking van de resultaten van de laatste toetsweek van de betreffende periode.
Vrijstellingen 55 Bij doubleren worden in principe geen vrijstellingen verleend. In heel bijzondere gevallen kan de docentenvergadering de sectordirecteur adviseren een vrijstelloing te verlenen.
Het profielwerkstuk 56 Het schoolexamen HAVO en VWO omvat mede een “profielwerkstuk”. Het profielwerkstuk heeft op één vak of meer vakken betrekking. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken onderdeel uit van het totale pakket van de leerling. 57 Wel moet altijd ten minste één groot vak betrokken zijn. Een groot vak heeft op de HAVO een omvang van minimaal 320 uur en op het VWO minimaal 400 uur. De school bepaalt op hoeveel vakken het profielwerkstuk betrekking heeft en welke vorm het dient te hebben. 58 De examinatoren van de door de kandidaat bij het profiel betrokken vakken komen in gemeenschappelijk overleg tot een beoordeling die vertaald wordt in een cijfer. Dit cijfer telt mee in het combinatiecijfer.
Het sectorwerkstuk 59 Het schoolexamen VMBO theoretische en gemengde leerweg omvat mede een “sectorwerkstuk”. 60 Het sectorwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in de door de kandidaat gekozen sector. 61 Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling onderwijs volgt. 62 De kandidaat dient aan het sectorwerkstuk tenminste 20 uur te besteden.
Het examendossier 63 Het examendossier wordt gevormd door een beoordelingsoverzicht alsmede verder in dit artikel genoemde onderdelen. 64 De examinator meldt binnen een termijn van een week na bespreking van een toets of praktische opdracht het resultaat per kandidaat op de door de voorzitter van de examencommissie aangegeven wijze. 65 Het gestelde in het tweede lid is tevens van toepassing op a. een in het programma van toetsing en afsluiting per vak weergegeven handelingsdeel b. een door de kandidaat afgelegde herkansing als bedoeld in artikel 5. c. de beoordeling van het profielwerkstuk of het sectorwerkstuk. 66 De in lid 2 en 3 genoemde meldingen resulteren in het in lid 1 bedoelde blz. 12
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
beoordelingsoverzicht zijnde de hoofdpijler van het examendossier. 67 De examinator bewaart tot een half jaar nadat de kandidaat de school heeft verlaten een exemplaar van de opgaven van elke voor het schoolexamen meetellende toets of praktische opdracht met de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen. 68 De (gezamenlijke) examinator(en) die is (zijn) belast met het geven van onderwijs in een bepaald vak geeft (geven) aan of hij (zij) de door de leerlingen gemaakte toetsen wenst (wensen) te bewaren of dit overlaat (overlaten) aan de kandidaat. Voor het cursusjaar 2012-2013 geldt dat de door de leerlingen gemaakte toetsen door de examinatoren bewaard worden tot 1 september 2013.
69 De kandidaat havo of vwo legt een toekomstdossier en een kunstdossier aan en is daarvan houder. Indien de kandidaat een of meer nog te beoordelen dossieronderdelen niet kan overleggen, worden deze onderdelen als niet voltooid beschouwd. 70 De kandidaat is houder van het profielwerkstuk of sectorwerkstuk. De examinatoren van het profielwerkstuk leggen schriftelijk hun beoordeling vast volgens door het bevoegd gezag daartoe aangegeven richtlijnen.
Artikel 11. Regels voor het centraal examen 1. 2.
3. 4.
5. 6.
7. 8. 9.
10. 11.
Tijdens een toets worden aan kandidaten geen mededelingen van welke aard ook gedaan omtrent de opgaven. Een kandidaat, die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets nog worden toegelaten. Hij levert het werk in op het tijdstip dat voor andere kandidaten geldt. Tassen e.d. mogen in de examenzaal niet binnen het bereik van de kandidaten zijn. Zij dienen bij voorkeur buiten het lokaal te worden achtergelaten. Mobiele telefoons mogen in de examenzaal niet binnen het bereik van de kandidaten zijn. Zij dienen bij voorkeur buiten het lokaal te worden achtergelaten. Evt. kunnen zij (uit) op een tafel in de examenzaal worden gedeponeerd. Het werk mag niet met potlood gemaakt worden (uitgezonderd tekeningen en grafieken) Bij meerkeuzevragen is het gebruik van potlood evenwel verplicht. Het gebruik van boeken, logaritmentafels, tabellen en andere hulpmiddelen is de kandidaat verboden met uitzondering van die welke expliciet zijn toegestaan. Het is de kandidaat niet geoorloofd boeken, logaritmentafels en tabellen en evenmin andere hulpmiddelen mee te nemen naar het examenlokaal, met uitzondering van de toegestane. Er mag alleen gebruik worden gemaakt van door de school goedgekeurde elektronische rekenapparatuur. Bij de rekentoets-VO mag geen rekenmachine gebruikt worden. Wel bij de ER-versie Kandidaten mogen zich gedurende de examenzitting niet van hun plaats begeven. Indien zij iets nodig hebben, dienen zij door hand-opsteken en zo min mogelijk storend de aandacht van een surveillant te trekken. Het is de kandidaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van degenen die toezicht houden uit het examenlokaal te verwijderen. Kandidaten mogen, na inlevering van hun werk, de zaal verlaten vanaf een uur na de blz. 13
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
12. 13.
14. 15.
opening van de zitting tot een kwartier voor het einde van de zitting. Zij leveren in dat geval hun werk in bij de surveillant. De opgaven mogen zij meenemen. Niets van de rekentoets mag de computerzaal verlaten, ook geen kladpapier. Aan het einde der zitting blijven alle nog aanwezige kandidaten zitten, tot het werk van alle kandidaten is opgehaald en door of vanwege de voorzitter van de examencommissie wordt te kennen gegeven dat men mag vertrekken. De kandidaat dient er zelf op toe te zien, dat zijn werk inclusief de eventuele bijlagen door de surveillanten worden ingenomen. ICT controleert van alle examenkandidaten of de rekentoets juist is afgesloten. Gemaakt werk, dat eenmaal de examenzaal heeft verlaten mag niet meer door de surveillanten worden ingenomen. Een kandidaat, die de zaal heeft verlaten mag niet meer worden toegelaten.
Artikel 12. Overige regels voor het Centraal Examen.(eb: art 36-46) 1.
2. 3.
4.
5.
6.
Ongeveer een week voor de aanvang van het centraal examen ontvangen examinatoren een aantal nadere regels voor surveillance en correctie (draaiboek), waarin de artikelen 36 t/m 44 van het besluit eindexamens vwo-havo-mavo-vbo zijn samengevat. Het centraal examen kent drie tijdvakken: de data worden opgenomen in het katern “Aanwijzingen voor examenkandidaten” dat jaarlijks in maart wordt uitgereikt. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de voorzitter van de examencommissie is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen (voor zover roostertechnisch mogelijk) te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich in dat geval door tussenkomst van de voorzitter van de examencommissie zo snel mogelijk aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de rector.
Artikel 13. Bepaling van het cijfer. (eb: art 47, 48) 1. 2. 3.
4.
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het cijfer van het centraal examen vast. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De voorzitter van de examencommissie bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond en indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond. In de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO telt het centraal examen voor éénderde deel en het schoolexamen voor tweederde deel mee voor het bepalen van blz. 14
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
5.
6.
het eindcijfer. Als een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het minimaal vereiste aantal vakken betrekken de voorzitter van de examencommissie en de secretaris, indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. De voorzitter en de secretaris van de examencommissie stellen in dat geval uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in artikel 7 sub 4a, 4b of 4c dat voldoet aan het bepaalde in artikel 14.
Artikel 14. De uitslag. (eb: art 49) De voorzitter van de examencommissie en de secretaris stellen de uitslag vast met inachtneming van de volgende bepalingen. 1 De kandidaat die examen VMBO heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten 5,5 is, en hij tevens minste: b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of c. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of d. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. b. de rekentoets is afgelegd. De kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de bovengenoemde voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing bedoeld in artikel 15. 2. De kandidaat die het examen HAVO heeft afgelegd is geslaagd indien: a. alle cijfers 6 of hoger en voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. b. één 5 en voor alle overige vakken eindcijfers van 6 of hoger. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. c. één 4 en voor alle overige vakken een 6 of hoger en een gemiddelde over alle vakken gelijk aan of hoger dan 6,0. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. d. twee cijfers 5 of één 5 en één 4 en voor alle overige vakken een 6 of hoger en een gemiddelde over alle vakken gelijk aan of hoger dan 6,0. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. e. een gemiddelde van de CE-cijfers van de vakken waarin CE wordt afgelegd van minimaal 5,5, waarbij bij de berekening uitgegaan wordt van de onafgeronde CEcijfers.
blz. 15
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
f. tenminste twee eindcijfers 6 of hoger en geen cijfer lager dan 5 voor de eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat voor de vakken Nederlands en Engels tenminste één van de eindcijfers 6 of hoger moet zijn, en geen cijfer lager dan 5. g. De cijfers voor levensbeschouwing/godsdienst, maatschappijleer en het profielwerkstuk maken deel uit van het combinatiecijfer. h. Met een eindcijfer van 3 of lager is de kandidaat afgewezen. Dit geldt ook voor het eindcijfer per onderdeel van het combinatiecijfer: de kandidaat met een 3 voor of godsdienst of maatschappijleer of het profielwerkstuk is afgewezen. i. De rekentoets is afgelegd. De kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de bovengenoemde voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing bedoeld in artikel 15. 4. De kandidaat die het examen VWO heeft afgelegd is geslaagd indien: a. alle cijfers 6 of hoger en voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. b. één 5 en voor alle overige vakken eindcijfers van 6 of hoger. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. c. één 4 en voor alle overige vakken een 6 of hoger en een gemiddelde over alle vakken gelijk aan of hoger dan 6,0. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. d. twee cijfers 5 of één 5 en één 4 en voor alle overige vakken een 6 of hoger en een gemiddelde over alle vakken gelijk aan of hoger dan 6,0. Voor ckv en lo de aanduiding “voldoende” of “goed”. e. een gemiddelde van de CE-cijfers van de vakken waarin CE wordt afgelegd van minimaal 5,5, waarbij bij de berekening uitgegaan wordt van de onafgeronde CEcijfers. f. tenminste twee eindcijfers 6 of hoger en geen cijfer lager dan 5 voor de eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. g. De cijfers voor levensbeschouwing/godsdienst, anw, maatschappijleer en het profielwerkstuk maken deel uit van het combinatiecijfer. h. Met een eindcijfer van 3 of lager is de kandidaat afgewezen. Dit geldt ook voor het eindcijfer per onderdeel van het combinatiecijfer: de kandidaat met een 3 voor of godsdienst of maatschappijleer of het profielwerkstuk is afgewezen. i. De rekentoets is afgelegd. Voor de toets moet minimaal een 5 worden gehaald. Indien landelijk meer dan 5% door de rekentoets zou zakken mag worden volstaan met een 4.
De kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de bovengenoemde voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing bedoeld in artikel 15.
Artikel 15. Herkansing. 1.
Zodra de uitslag volgens artikel 14 is vastgesteld, deelt de voorzitter van de examencommissie deze te zamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat mede. De uitslag van de rekentoets wordt in Magister opgeslagen. blz. 16
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
2.
3.
4
Een kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak, dan wel, als artikel 12 lid 4 van toepassing is in het derde tijdvak, deel te nemen aan een herkansing van het centraal examen in één vak. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Een herkansing moet door de kandidaat schriftelijk bij de secretaris van de examencommissie worden aangevraagd voor een door de examensecretaris te bepalen tijdstip. Dit geldt ook voor de rekentoets Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt.
Artikel 16. Diploma, cijferlijst en certificaten. (eb: art 52,53) 1.
2.
3.
4.
De voorzitter of de secretaris van de examencommissie reikt aan elke kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en van wie de eindcijfers definitief zijn vastgesteld een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, indien dat zich voordoet volgens welk programma elk vak is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk cq sectorwerkstuk, de beoordeling van het sectorwerkstuk, en de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming, kunstvakken 1 en Lichamelijke opvoeding, de eindcijfers voor de examenvakken en het profielwerkstuk , het cijfer voor de rekentoets alsmede de uitslag van het examen. De voorzitter of de secretaris van de examencommissie reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het in artikel 7.4 voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken, die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. De voorzitter van de examencommissie reikt aan de definitief voor het eindexamen VMBO afgewezen kandidaat een getuigschrift uit, indien de kandidaat daarom verzoekt, met het oog op zijn vervolgopleiding. Dit getuigschrift vermeldt de resultaten van het schoolexamen en het centraal examen.
Artikel 17. Afwijkende wijze van examineren. (eb: art 55-59) 1.
2a.
2b
De voorzitter van de examencommissie kan toestaan, dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. Hij doet daarvan mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan een kandidaat, die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste zes jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, toestaan af te wijken van voorschriften krachtens het eindexamenbesluit. Deze afwijking kan betrekking hebben op het vak Nederlandse taal (en literatuur) en op enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Deze afwijking kan bestaan uit verlenging van de duur van de betreffende toets met blz. 17
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
3a
3b 3c 3d 3e
ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van elektronische apparatuur zoals computer of Daisyspeler. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen. Een dergelijk verzoek dient voor de aanvang van het eerste schoolexamen te worden ingediend. Voor elk vak mag maar in een van beide jaren examen worden afgelegd. De regeling van herkansing (zie art. 15) is in haar geheel van toepassing in beide examenjaren. Na het voltooien van het eindexamen wordt voor het bepalen van de uitslag artikel 14 toegepast.
Artikel 18. Overige- en slotbepalingen. 1.
2.
Het werk van het centraal examen der kandidaten wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de voorzitter van de examencommissie, ter inzage voor belanghebbenden. Daarna wordt dit werk vernietigd. Van het werk worden geen fotokopieën verstrekt. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de voorzitter van de examencommissie.
blz. 18
EXAMENREGLEMENT ULENHOF COLLEGE DOETINCHEM - VORDEN _________________________________________________________________
Aanhangsel 1. Commissie van Beroep Eindexamens.
Het Bestuur heeft benoemd als leden van deze commissie: - de heer H. Grondman (voorzitter) - de heer drs. G.H. Dales - de heer W. Mak Het adres van de commissie van beroep is: Postbus 159, 7000 AD Doetinchem 1. Het beroep wordt binnen vijf dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht schriftelijk bij voorzitter van de commissie van beroep ingesteld. 2. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij ze de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. 3. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 5 het tweede lid. 4.De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, de rector en aan de inspectie.
Doetinchem/Vorden, oktober 2015
blz. 19