Voorstel voor vervolg
Transitieproces 2014 – 2016 Voortzetting Kopgroep in Actie Periode Maart – December 2015
Van: Kopgroep In opdracht van de Advies- en Initiatiefraad Nationaal Landschap IJsseldelta Datum: 20 februari 2015
Opbouw 1.
GEMEENSCHAP NEEMT INITIATIEF EN VERANTWOORDELIJKHEID ............................................................................................................................... 1 1.1. 1.2 1.3
2.
VERANDERENDE ROLLEN IN SAMENWERKING IJSSELDELTA ....................................................................................................................................... 4 2.1 2.2 2.3 2.4
3.
KOPGROEP IN ACTIE .............................................................................................................................................................................................................. 1 ADVIES EN INITIATIEFRAAD VERTEGENWOORDIGT GEMEENSCHAP(PEN) IN DE IJSSELDELTA ....................................................................................................... 1 IJSSELDELTA IS ONS LANDSCHAP, WIJ WILLEN ERAAN BLIJVEN WERKEN .................................................................................................................................... 2
GEBIEDSPARTIJEN IJSSELDELTA AAN ZET: RUIMTE VOOR INITIATIEF .......................................................................................................................................... 4 KOPGROEP ALS VERKENNER EN VOORBEREIDER ..................................................................................................................................................................... 4 ROL EN POSITIE VAN DE KOPGROEP ........................................................................................................................................................................................ 5 ROL EN POSITIE VAN OVERHEDEN ........................................................................................................................................................................................... 5
BEKNOPTE TUSSENTIJDSE VERANTWOORDING EN –RESULTAAT ............................................................................................................................... 6 3.1 ACTIVITEITEN EN RESULTATEN OP HOOFDLIJNEN ..................................................................................................................................................................... 6 3.2 RESULTAAT NA 8 MAANDEN HOOPGEVEND .............................................................................................................................................................................. 7 3.2.1 Wind- en zonne-energie bieden perspectief op verdienmodel .................................................................................................................................... 7 3.2.2 Arrangementen en website voor versterking toerisme en recreatie ............................................................................................................................ 8 3.2.3 Initiële investering voor regionaal verdienmodel agro, food, natuur en landschap nodig ......................................................................................... 10 3.2.4 Contouren nieuwe gebiedsorganisatie ...................................................................................................................................................................... 11 3.2.5 Hoopgevend maar nog niet voldoende ...................................................................................................................................................................... 13 3.3 ENKELE DILEMMA’S: BALANS TUSSEN PRESTATIES EN REALISME ............................................................................................................................................. 14
4.
DOELEN VOOR 2015 .............................................................................................................................................................................................................. 15 4.1 4.2
5.
REALISTISCHE VERWACHTINGEN EN DOELEN ......................................................................................................................................................................... 15 AANPASSING AANPAK OM DOELEN TE BEREIKEN .................................................................................................................................................................... 18
AANPAK 2015 EN VERDER ................................................................................................................................................................................................... 19 5.1 AANPAK TOT EIND 2015 PER THEMA ..................................................................................................................................................................................... 19 5.2 TOTALE AANPAK TOT EIND 2015 EN VERDER ......................................................................................................................................................................... 24 5.2.1 Gebiedscoöperatie en gebiedsdeal ........................................................................................................................................................................... 24 5.2.2 Verdienmodellen ........................................................................................................................................................................................................ 25 5.2.3 Proberen, leren, verbeteren en weer proberen ......................................................................................................................................................... 25 5.3 GLOBALE BEGROTING 2015 (MAART – DECEMBER) ................................................................................................................................................................ 26 5.3.1 Mogelijke financiering ................................................................................................................................................................................................ 26 5.3.2 Keuzemogelijkheden AIR en partners ....................................................................................................................................................................... 26 5.3.3 Vervolg: passend maken van projectvoorstel en financiering ................................................................................................................................... 27
1.
1.1.
Gemeenschap neemt initiatief en verantwoordelijkheid Kopgroep in Actie
In februari 2014 installeerde de Advies- en Initiatiefraad Nationaal Landschap IJsseldelta een kopgroep. De kopgroep werd geïnstalleerd om vorm te geven aan de transitie van de IJsseldelta. Het betreft de transitie van een gebiedsontwikkeling die vooral door overheden werd geïnitieerd en vormgegeven naar een die meer vanuit de samenleving wordt vormgegeven. Daarmee annex treedt ook een verschuiving op van subsidiëren naar investeren. Om richting te geven aan het werk van de kopgroep is het document “Kopgroep in Actie” (Nationaal Landschap, januari 2014) opgesteld. In “Kopgroep in Actie” spraken we af om een tussentijds Go/No Go moment in te lassen op 1 maart 2015. Dit document “Voortzetting Kopgroep in Actie” geeft een verantwoording van de activiteiten en resultaten van de afgelopen 9 maanden (periode april – december 2014) en een doorkijk tot eind 2015. Er is behoefte om concreet te zijn ten aanzien van de te plannen activiteiten en resultaten. Begrijpelijk. Daarom proberen wij als Kopgroep in dit stuk zo concreet mogelijk onze doelen te stellen voor de komende periode. We willen ook voorzichtig zijn. We zijn bezig met een nieuw en vernieuwend proces, een zoektocht. We hebben geleerd dat dat een complex en weerbarstig proces is. Een proces waarin we soms onze acties moeten aanpassen om ons doel te bereiken. We hebben ook geleerd dat doelen die in eerste instantie haalbaar leken, soms door veranderende omstandigheden rap verdampen. Dat noopt tot realisme, bescheidenheid en vooral hechte en noeste samenwerking. Een hechte en noeste samenwerking als opdrachtgever en opdrachtnemer en samen met overheden.
De kopgroep kreeg de opdracht om een organisatie- en financieringsmodel te ontwikkelen voor de IJsseldelta. Het financieringsmodel hangt samen met verdienmodellen die ontwikkeld moeten worden. Vele kleintjes maken een grote De kopgroep ontwikkelt momenteel een gebiedscoöperatie en een gebiedsfonds. Dit is de kapstok voor verdere gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta. Het gebiedsfonds moet worden gevoed vanuit de verdienmodellen. De zoektocht van de afgelopen maanden heeft het inzicht opgeleverd dat niet eenvoudig is om robuuste verdienmodellen te ontwikkelen. We moeten ermee rekening houden dat meerdere kleinere verdienmodellen elk kleine geldstroompjes genereren die samen een redelijke geldstroom richting het gebiedsfonds kunnen opleveren samen met middelen uit bijvoorbeeld compensatiegelden, Leader en andere fondsen.
1.2
Advies en initiatiefraad vertegenwoordigt gemeenschap(pen) in de IJsseldelta
De Advies- en Initiatiefraad van Nationaal Landschap IJsseldelta vertegenwoordigt de gemeenschap en gemeenschappen in de IJsseldelta. Dit zijn de volgende partijen: Poldervereniging Mastenbroek; Dorpsraad Kamperzeedijk; Vereniging streekbelangen Kampereiland; Vereniging Dorpsbelangen Grafhorst; Vereniging Dorpsbelangen ’s Heerenbroek; Vereniging Dorpsbelangen Wilsum; Vereniging Dorpsbelangen Zalk; Wijkvereniging Westenholte Voorst Frankhuis; Spoolder belangen; Wijkstichting Stadshagen Totaal; Agrarische Natuurvereniging Camperland; Vereniging tot behoud van de vrije natuur; Stichting Kampereiland (pachtersbond); LTO; Natuur en Milieu Overijssel; 1
Ondernemerskring Genemuiden; Landschap Overijssel; Natuurmonumenten; Staatsbosbeheer; IJsseldeltamarketing ANWB; Het Oversticht
De Advies- en Initiatiefraad is opdrachtgever en eindverantwoordelijk voor het transitieproces dat we momenteel doorlopen.
Het landschap laat het leven van hen, hun ouders en voorouders zien: de rechte verkaveling in de bijzondere polder Mastenbroek, de landaanwinningen van de buitenpolders, de dijken, terpen, kolken en kreken, de biezen, de erven op terpen verspreid in het land en het weidse weideland. Behouden en versterken Bewoners en ondernemers in de IJsseldelta willen het bijzondere landschap behouden en versterken. Niet door er een stolp overheen te zetten. Integendeel. Ze willen slim gebruik maken van de ontwikkelingen die op hen afkomen en die benutten om de kwaliteiten van het landschap te behouden en verder te versterken. Behoud door ontwikkeling dus! Voor die ontwikkelingen zijn economische dragers nodig. Landbouw is daarvan een belangrijke. Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta is en blijft leidend In aansluiting op de benoeming tot Nationaal Landschap is voor de IJsseldelta in 2006 een ontwikkelingsperspectief gemaakt. Daarin staan de (natuurlijke en landschappelijke) kernkwaliteiten van de delta beschreven. Behoud en versterken van die kernkwaliteiten blijft het uitgangspunt van het handelen. Het ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta uit 2006 blijft leidend.
Figuur 1: de Advies- en Initiatiefraad vertegenwoordigt de IJsseldelta
1.3
IJsseldelta is ons landschap, wij willen eraan blijven werken
De IJsseldelta is één van de twintig meest bijzondere landschappen van ons land en daarom Nationaal Landschap. De bewoners en ondernemers, vertegenwoordigd in de Advies- en Initiatiefraad Nationaal Landschap IJsseldelta zijn er trots op. Hun leven met het water, het leven van het water en de strijd tegen het water is te zien in ons landschap.
Vasthouden dynamiek De IJsseldelta heeft ervan geprofiteerd dat het Nationaal Landschap is. Mede dit predicaat zorgde ervoor dat de overheden, provincie Overijsel, de gemeenten Kampen, Zwartewaterland en Zwolle en het waterschap Groot Salland, gezamenlijk bijna € 40 mln in het gebied investeerden. Daardoor is veel in gang gezet en mogelijk gemaakt. De dynamiek en ontwikkeling die met de investeringen gepaard gaan willen bewoners en ondernemers zoveel mogelijk vasthouden, ook nu en in de toekomst waarin overheden minder budget beschikbaar hebben voor investeringen. We willen samen doorgaan met de verdere voorspoedige ontwikkeling van het Nationaal Landschap IJsseldelta.
2
Partijen in de IJsseldelta willen meer initiatief en verantwoordelijkheid nemen en samen blijven werken met overheden De samenwerking die er is tussen overheid, bewoners, ondernemers en andere partijen in het gebied verandert. Dat is niet erg zolang partijen als betrouwbare partners blijven samenwerken. De gebiedspartijen zijn bereid meer initiatief en verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van het gebied. Ze vragen van overheden daarbij te helpen en te ondersteunen. Dan kunnen partijen samen zorgen voor een prachtige en succesvolle toekomst voor onze IJsseldelta.
3
2.
Veranderende rollen in samenwerking IJsseldelta
2.1
Gebiedspartijen IJsseldelta aan zet: ruimte voor initiatief
Partijen in Nationaal Landschap IJsseldelta werken toe naar een nieuwe situatie. Daarin is sprake van een Nationaal Landschap dat vooral gedragen wordt door bewoners, ondernemers en andere partijen uit de IJsseldelta. We zitten midden in een fundamentele verandering van een nationaal landschap dat door de overheid is gedomineerd naar een nationaal landschap dat primair door gebiedspartijen wordt gedragen. De samenwerking verandert van een publiek-privaat naar privaat-publiek. Daarmee verschuift ook het accent van subsidiëren naar investeren. Geld dat we vanaf nu steken in de ontwikkeling van de IJsseldelta moet ook weer geld opleveren om opnieuw te kunnen investeren in de ontwikkeling van onze IJsseldelta.
1.
2.
3.
Lever bouwstenen voor verdienmodellen en ontwikkel samen met partijen verdienmodellen. Een verdienmodel is een concreet 1 initiatief of project om de cirkel “IMEF cyclus” te versterken. De verdienmodellen worden (in eerste instantie) ontwikkeld binnen de thema’s: Agro, food, natuur en landschap; Toerisme, recreatie en economie; Energie en duurzaamheid; Benut kennis en ervaring uit de verdienmodellen voor ontwikkeling van een passende en toekomstbestendige organisatie en financiering van Nationaal Landschap IJsseldelta. Benoem daarbij de taken en verantwoordelijkheden van huidige en eventuele toekomstige partners. Werk de verdienmodellen en het organisatie- en financieringsmodel uit tot een gebiedsdeal. Dit is een “bedrijfsplan” voor de IJsseldelta waaraan private en publieke partijen zich verbinden en waarin wederzijdse rollen en verwachtingen worden overeengekomen.
Tot 2016 is er geld voor de uitvoeringsprogramma’s van Nationaal Landschap IJsseldelta. Tot die tijd kunnen en willen we ons voorbereiden op de nieuwe situatie. Begin 2016 moeten de nieuwe kaders beschikbaar zijn: een nieuwe, door het gebied gedragen gebiedsorganisatie met een eigen financiering, verdienmodellen en een gebiedsfonds om bijeengebrachte gelden weer te investeren in de kernkwaliteiten van het gebied.
2.2
Kopgroep als verkenner en voorbereider
In februari 2014 installeerde de Advies- en Initiatiefraad een kopgroep. Die bestaat uit mensen vanuit verschillende achtergronden en een duidelijke betrokkenheid met de IJsseldelta. Na haar installatie heeft de kopgroep gezocht naar een passende professionele ondersteuning en een voorzitter. Uiteindelijk kon de kopgroep eind april 2014 van start met haar opdracht. Die luidt als volgt:
Figuur 2: van subsidiëren naar investeren via de IMEF cyclus.
De kopgroep werkt in vier thema’s. Figuur 3 presenteert de samenstelling van de kopgroep.
1
Identiteit en Kwaliteit (I) biedt mogelijkheden voor versterken van merk en marketing (M) wat weer kansen biedt voor economie en financiering (EF) voor het landschap door overwinsten weer te investeren in identiteit en kwaliteit.
4
2.4
Rol en positie van overheden
Overheden zorgen voor aansluiten op bestaand beleid De provincie, gemeenten en het waterschap behouden de komende periode tot 2016 hun positie en rol in de uitvoering van het uitvoeringsprogramma 2012 – 2015. Daar is ook de rol ten aanzien van de kopgroep bijgekomen. De overheden (in het Bestuurlijk Kernteam en het Uitvoeringsteam) hebben als taak ervoor te zorgen dat de te ontwikkelen gebiedsdeal aansluit op en zoveel mogelijk gebruik maakt van het reguliere beleid. Daarvoor geven zij input aan de kopgroep. De uiteindelijke gebiedsdeal blijft echter de verantwoordelijkheid van de kopgroep en de Advies- en Initiatiefraad.
Figuur 3: samenstelling kopgroep
2.3
Rol en positie van de kopgroep
De kopgroep is opdrachtnemer. De Advies- en Initiatiefraad is opdrachtgever. Kopgroep en Advies- en Initiatiefraad trekken samen op. Want wij realiseren ons dat deze opdracht een zoektocht is waarbij het noodzakelijk kan zijn tussentijds de bakens iets te verzetten om bij ons einddoel uit te komen. Dat einddoel is een robuuste, duurzame organisatie- en financieringsstructuur voor het Nationaal Landschap IJsseldelta, waarmee succesvol aan verdere ontwikkeling van de delta kan worden gewerkt. De kopgroep is uitvoerder van de transitie. De Advies- en Initiatiefraad is naast opdrachtgever ook klankbord voor de kopgroep.
5
3.
Beknopte tussentijdse verantwoording en –resultaat
3.1
Activiteiten en resultaten op hoofdlijnen
Maand Mei
De kopgroep is vanaf april 2014 in acht werkbijeenkomsten bij elkaar geweest. In tabel 1 is een overzicht van werkzaamheden en resultaten, op hoofdlijnen, gegeven. Maand Januari
Februari
Maart
April
Activiteiten op hoofdlijnen Voorbereiden werkzaamheden Kopgroep Opstellen PvA Transitie Aanvragen bijdragen overheden Opstellen vacatieregeling Benaderen deelnemers Kopgroep Besluitvorming in BKT, GS en colleges en besturen Oriëntatie huisvesting Kopgroep Installatie kopgroep Kennismakingsbijeenkomst kopgroep Uitvraag offerte voor ondersteuning kopgroep + selectiegesprekken Selectiegesprekken ondersteuning 1e werkbijeenkomst kopgroep Voorbereiding ontvangst CdK Werven voor vacature kopgroep in themagroep organisatie en financiering
Resultaten op hoofdlijnen Kopgroep gereed voor installatie Vastgesteld PvA transitie Operationele en geaccordeerde vacatieregeling Werkplek voor kopgroep
Kopgroep Transitie IJsseldelta met 10 “professionele vrijwilligers Kopgroep van start Voordracht voorzitter Offertes voor ondersteuning Aanstelling ondersteuner Aanstelling voorzitter Themagroep O+F compleet
Juni
Juli
Augustus
Activiteiten op hoofdlijnen 2e werkbijeenkomst Gesprekken potentiële voorzitters Voorbereiding ontvangst CdK Ontwikkelen PvA’s voor themagroepen binnen kopgroep Bijeenkomsten van themagroepen rond PvA’s Start uitvoering PvA’s 3e werkbijeenkomst kopgroep Ontwikkelen toekomstvisie landbouw IJsseldelta Bijeenkomsten samenwerking kopgroep en IJsseldelta marketing Inventarisatie agro-food programma provincie Projectvoorstel agro, food, natuur en landschap ontwikkelen Afstemming met BKT Contact leggen programma Noaberschap provincie Uitwerken en verbeteren projectvoorstel agro, food, natuur en landschap Brainstorm organisatie, financiering Werksessie themagroep T&R met IJDM Samenwerking ENECO, KIWA en kopgroep Verbeteren projectvoorstel agro, food, natuur en landschap op aangeven van provincie Check conclusies biomassa 4e werkbijeenkomst kopgroep.
Resultaten op hoofdlijnen Voordracht voorzitter Ontvangst CdK PvA’s themagroepen gereed Uitvoering PvA’s Conclusies en aanbevelingen ten aanzien van biomassa en duurzame energie Concept toekomstvisie landbouw IJsseldelta Afspraken over samenwerking met IJsseldelta marketing Concept projectvoorstel agro, food, natuur en landschap inclusief afstemming daarover met provincie BKT geïnformeerd over voortgang Expertise voor verankering in samenleving verbonden aan kopgroep Verbeterd projectvoorstel Ideeën voor gebiedsorganisatie Uitwerking ontwikkeling arrangementen en website
Eerste ideeën verdienmodellen duurzame energie Verder verbeterd en aangepast projectvoorstel Gevalideerde conclusies verdienmodellen biomassa
6
Maand September
Activiteiten op hoofdlijnen Resultaten op hoofdlijnen Vergelijken vereniging, stichting, Advies voor gebiedscoöperatie coöperatie en BV Met provincie afgestemde aanpak duurzame energie Ontwikkelen voorstel aanpak duurzame energie voor Plan agro, food, natuur en provincie landschap dat beter aansluit op Uitwerken projectplan agro, voorwaarden provincie. food, natuur en landschap met Ideeen voor verdienmodellen begroting, financiering en IJsseldelta in zorg. verdienmodellen Afspraken voor inhoudelijke Uitwerking ideeën bijdrage IJsseldelta aan leader verdienmodellen zorg voorstellen. Inventarisatie kansen financiering leader 5e werkbijeenkomst kopgroep Oktober Inventarisatie Ideeën opzet en financiering gebiedscoöperaties gebiedscoöperatie Werkbijeenkomst ondernemers Beperkte samenwerking in T&R arrangementen ontwikkeling arrangementen Werkbijeenkomst T&R met Ideeën en afspraken voor IJDM ontwikkeling T&R website met verdienmodel Uitwerken projectplan agro, food, natuur en landschap Verbeterd projectplan inclusief presentaties 6e werkbijeenkomst kopgroep November Verdere ontwikkeling Verbeterde ideeen voor verdienmodellen duurzame verdienmodellen energie Aftasten mogelijke verdienmodellen zorg Eerste gesprekken met partijen uit zorg Geïnformeerde gemeenteraad Presentaties in gemeenteraden Kampen 7e werkbijeenkomst kopgroep December (Bestuurlijke) afstemming Bestuurlijk draagvlak voor plan rondom agro, food, natuur en Lokale ontwikkelingsstrategie landschapsplan tbv leader met kans op Schrijven lokale financiering vanuit leader ontwikkelingsstrategie Waardering en adviezen van IJsseldelta tbv leader BKT t.a.v. werk kopgroep Afstemming met BKT Geïnformeerde gemeenteraad. Presentatie gemeenteraad Zwartewaterland Tabel 1: beknopt overzicht van activiteiten en resultaten
3.2
Resultaat na 8 maanden hoopgevend
De resultaten van de kopgroep zijn na de eerste 8 maanden hoopgevend. 3.2.1
Wind- en zonne-energie bieden perspectief op verdienmodel Binnen het thema duurzaamheid en energie zijn we begonnen om kansrijkheid voor de IJsseldelta van verschillende vormen van duurzame energie in beeld te brengen. We onderzochten de volgende opties: Duurzame energie uit biomassa en (co)mestvergisting; Zonne-energie; Windenergie; Geothermie. Het bleek dat in de IJsseldelta onvoldoende biomassa voorhanden is om er rendabel duurzame energie uit te winnen. Geothermie is vooralsnog in de ontwikkelfase en blijkt tot op heden nog een relatief dure optie. Windenenergie biedt, mede op basis van SDE subsidie, goede mogelijkheden om geld te verdienen voor de regio IJsseldelta. Plaatsen van windturbines in de IJsseldelta kan niet rekenen op maatschappelijk of politiek draagvlak. Investeren in turbines aan de randen van de IJsseldelta of elders is wel een mogelijkheid. De kopgroep wil de kans van een positieve bijdrage van windenergie aan een gebiedsfonds nog niet laten vallen en de mogelijkheden verder onderzoeken in 2015, waarbij de maatschappelijke gevoeligheden zeker niet uit het oog zullen worden verloren. Initiatiefnemers van windenergie hebben zich bij de kopgroep gemeld voor samenwerking. Ten aanzien van zonne-energie is in samenwerking met ENECO, KiWa en ZONNL geprobeerd om tot een regionaal verdienmodel te komen. Hieruit werd geconcludeerd dat in de meeste gevallen zonneenergie rendabel is voor degene die investeert voor eigen gebruik, maar dat er geen mogelijkheid is voor een verdienmodel. Scenario’s waarbij gebruik gemaakt kan worden van SDE-subsidie kunnen extra revenuen opleveren. Het gaat dan echter niet om grote bedragen. Maar meerdere kleine geldstroompjes kunnen samen toch een zoden aan de dijk zetten. 7
De geldende wet- en regelgeving alsmede het tussentijds wegvallen van de investeringsaftrek leidden ertoe dat het vooralsnog niet mogelijk is om een goed regionaal verdienmodel op basis van zonneenergie te ontwikkelen. Op 15 januari heeft de kopgroep een workshop met specialisten georganiseerd om de bevindingen nog eens te checken. Helaas bevestigden de deskundigen dat het op dit moment niet mogelijk is een stevig regionaal verdienmodel te ontwikkelen op basis van zon, biomassa of geothermie. Het ontwikkelen van een verdienmodel op basis van bijvoorbeeld zon zou vooral vanuit ideële motieven moeten geschieden en minder vanuit de wens om bijvoorbeeld een gebiedsfonds te voeden. Op dit moment bekijken we of het mogelijk is om voor dorps- en gemeenschapshuizen een zonne-energiearrangement te ontwikkelen. Dat gaat geen “groot geld” opleveren, maar kan wel een manier zijn om gemeenschappen in de IJsseldelta meer te betrekken bij Nationaal Landschap IJsseldelta en de op te richten gebiedsorganisatie. Een start is gemaakt voor een onderzoek naar de kansen ten aanzien van mestverwaarding. Dit onderwerp is nog zeer pril vastgesteld als mogelijke kans en de kopgroep wil dit pad in 2015 graag verder verkennen. Een belangrijke conclusie binnen het onderwerp duurzaamheid en energie is dat de verdienmodellen niet voor het oprapen liggen. Indien de AIR ervoor kiest om de focus te verleggen van verdienmodel naar verduurzaming van de IJsseldelta en vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid, dan lijken er haalbare mogelijkheden te liggen. Verdienmodellen Energie en Duurzaamheid Biomassa, geothermie: Nee Zon: Vele kleintjes leven een geldstroom Betrokkenheid samenleving /impuls duurzaamheid Wind: Kans!
3.2.2
Arrangementen en website voor versterking toerisme en recreatie De themagroep Toerisme en Recreatie constateerde bij aanvang van haar werkzaamheden dat ondernemers en bewoners niet tevreden zijn over de marketing en promotie van het gebied. De themagroep constateerde dat de marketing en promotie: Versnipperd is; Weinig aansluit op het aanbod van ondernemers; Weinig gericht is op samenwerking met en tussen ondernemers; Weinig gericht is op het realiseren van meer boekingen en omzet bij ondernemers. De onvrede had al geleid tot de oprichting van de stichting “In de IJsseldelta”, waarbij in eerste instantie ongeveer 30 ondernemers zijn aangesloten. Recentelijk is deze stichting uitgebreid en verbreed doordat ook producenten van streekproducten zich bij de stichting aansloten. Er zijn nu ongeveer 40 ondernemers aangesloten. Dat is een mooi platform. De themagroep wil op basis van goede samenwerking met IJsseldelta Marketing resultaten neerzetten. IJsseldelta Marketing is immers de organisatie die verantwoordelijk is voor marketing en promotie van het gebied en daartoe ook financiële steun krijgt van gemeenten en provincie en lidmaatschapsgelden van ondernemers. Daarom investeerde de themagroep in goede samenwerking met IJsseldelta Marketing en in samenwerking met en tussen ondernemers. Koek vergroten door samenwerking ondernemers in recreatieve arrangementen De themagroep constateerde dat ondernemers meer kunnen samenwerken om aantrekkelijke en soms meerdaagse toeristischrecreatieve arrangementen te ontwikkelen. De koek kan samen worden vergroot. Met goede arrangementen kunnen deels nieuwe doelgroepen worden aangesproken en verleid naar de IJsseldelta te komen. Daarom heeft de themagroep workshops met ondernemers georganiseerd om arrangementen te ontwikkelen. Dit leidde nog niet tot een grote oogst. Maar enkele ondernemers zijn gestart met gezamenlijke ontwikkeling van arrangementen. Wij gaan ervan uit dat een “goed voorbeeld, goed doet volgen”.
8
De kopgroep blijft ondernemers uiteraard oproepen om de gebruik te maken van de investeringen die de afgelopen tijd zijn gedaan in de toeristisch-recreatieve infrastructuur in de IJsseldelta. Dan kunnen die investeringen renderen en benut worden in aantrekkelijke arrangementen. Omdat de ontwikkeling van arrangementen vanuit de Kopgroep wordt aangejaagd en op termijn vanuit de gebiedscoöperatie, verwachten we dat deelnemende ondernemers bereid zijn een klein deel van de extra omzet bij te dragen in de coöperatie om de continuïteit van de verdere toeristische- en gebiedsontwikkeling te kunnen waarborgen. Vrijwillige bijdragen als verdienmodel? Rondom het evenement “Kerst in Oud Kampen” is een proef gedaan met een arrangement. Het bleek dat de 31 deelnemers aan het arrangement bereid waren vrijwillig een bijdrage te leveren aan beheer, onderhoud en ontwikkeling van het gebied. De gemiddelde vrijwillige bijdrage lag rond de € 4,--. Dat is meer dan 15% van de totale arrangementsprijs. Stel je eens voor wat dit kan opleveren voor de IJsseldelta als we vaker en op grotere schaal een beroep doen op een vrijwillige bijdrage!
(Digitale) marketing IJsseldelta verbeteren De themagroep heeft vastgesteld dat de digitale marketing en promotie van het gebied versnipperd is over veel verschillende websites, een app en andere platforms van: IJsseldelta Marketing; De IJsseldeltadag; Het programmabureau Nationaal Landschap IJsseldelta; In de IJsseldelta; Dorps- en streekverenigingen; Terreinbeherende organisatie; De digitale tafels in de bezoekerscentra in de IJsseldelta. Voor de consument is deze informatie niet altijd gemakkelijk toegankelijk. Bovendien is geen van de informatiekanalen gericht op het realiseren van boekingen. Daarom wordt hard gewerkt aan de realisatie van een nieuwe goed toegankelijke toeristisch-recreatieve website voor de IJsseldelta. Deze wordt gemaakt voor en door ondernemers en biedt mogelijkheden om direct boekingen te doen.
De website moet een portaal zijn naar alle informatie die over de IJsseldelta beschikbaar is. Het moet dé website van de IJsseldelta worden. Op dit moment werkt de themagroep Toerisme en Recreatie samen met ondernemers aan het (technisch) pakket van eisen voor de website. Na deze fase volgt aanbesteding van de bouw van de website alsmede de opzet van de structuur voor beheer, onderhoud en financiering daarvan. De ontwikkeling van de website biedt op twee manieren perspectief op een verdienmodel voor de regio: Via boekingsbijdragen; Via lidmaatschapsbijdragen van ondernemers. Een andere mogelijke verdienmodel is een “plusje” bovenop de toeristenbelasting. De beperkte verhoging zou in samenspraak met gemeenten moeten worden gerealiseerd en beschikbaar moeten worden gesteld voor toeristisch-recreatieve versterking van het gebied. De toerist betaalt nu gemiddeld € 1,-- toeristenbelasting per overnachting. Voor Nationaal Landschap IJsseldelta telt dit op tot een jaarlijks bedrag van circa € 200.000. Een verhoging met € 0,50 zou dus een bedrag kunnen opleveren van circa € 100.000,--. Het is redelijk om de toeristenbelasting, die door ondernemers wordt afgedragen of geïnd, niet alleen terug te laten vloeien in de algemene middelen van de gemeente, maar ook zichtbaar aan te wenden voor toeristisch-recreatieve versterking van de regio. De te realiseren gebiedsorganisatie zou hiervoor een prima vehikel kunnen zijn. Vrijwillige bijdragen als verdienmodel? Meerdere verdienmodellen toerisme en recreatie mogelijk: 1. Boekingsbijdrage op boekingen via website 2. Lidmaatschap ondernemers aangesloten op website 3. “Plusje” op toeristenbelasting 4. Kleine (boekings)bijdrage via, vanuit de gebiedscoöperatie geïnitieerde of ontwikkelde arrangementen 5. Vrijwillige bijdragen van deelnemers aan evenementen en arrangementen.
9
3.2.3
Initiële investering voor regionaal verdienmodel agro, food, natuur en landschap nodig De themagroep agro, food, natuur en landschap heeft een innovatief regionaal verdienmodel voor de agrarische sector ontwikkeld. Het voorstel beoogt te komen tot een permanente ontwikkeling van de agro-food sector in de IJsseldelta gericht op meer rendement en duurzaamheid. Dat wordt gerealiseerd door te werken aan: herfundering waarbij de boer meer netto bedrijfsresultaat krijgt doordat hij meer uit de grond en de melk haalt tegen lagere kosten omdat hij bewuster omgaat met grondstofstromen op zijn bedrijf; verdieping waarbij de boer (op termijn) een hogere opbrengst krijgt per kg melk omdat hij zich samen met collega’s in de IJsseldelta zich kwalitatief onderscheidt in de wereldmarkt. Door waarborgen te geven aangaande kringlooplandbouw en duurzaamheid (IJsseldeltamerk), creëren de boeren een constante melkstroom voor een bepaalde markt die bereid is meer te betalen dan de standaard wereldmarktprijs. Zo zijn de IJsseldelta boeren pro actief in de markt en drijven niet langzaam mee op de stroom; verbreding waarbij een klein deel van de boeren additionele inkomstenstromen ontwikkelt via zorg, educatie, toerisme en recreatie en natuur- en landschapsdiensten.
Figuur 4: meer rendement en duurzaamheid via herfunderen, verdiepen en verbreden
Die ontwikkeling kunnen we via een coöperatie waarin boeren zijn verenigd vormgeven. In ruil daarvoor betalen de boeren een vaste bijdrage aan de coöperatie en een klein aandeel (2,5%) van de extra behaalde rendementen. Op die manier creëren we een geldstroom richting het gebiedsfonds waarmee we kunnen blijven investeren in de sector en in het landschap. Figuur 5 geeft een eerste beeld van het verdienmodel op basis van een realistisch ontwikkelingsscenario’s.
Gezien de structuur van de sector in de IJsseldelta en het streven naar een blijvende zorg voor de kernkwaliteiten van de IJsseldelta kiest de themagroep agro, food, natuur en landschap voor deze benadering. Een globaal voorstel met werkwijze is in de zomer van 2014 besproken op ambtelijk niveau met de provincie. Daarop werd toen enthousiast gereageerd: het voorstel weerspiegelt de ambitie van de provincie op het gebied van agro en food. Afgesproken werd dat de themagroep het voorstel zou uitwerken en dat de provincie financiering zou regelen zonder de themagroep te belasten met allerlei subsidieregels. Het voorstel is tijdens de uitwerking een aantal keren besproken met de provincie. 10
Uiteindelijk bleek dat een en ander toch binnen de subsidieregeling agro en food moest passen. Hierop werd het voorstel aangepast. Vervolgens werd de commissie agro en food, die adviezen geeft over subsidieaanvragen, geconsulteerd. De commissie vroeg opnieuw om aanpassing van het plan. Op 28 januari 2015 werd het aangepaste voorstel opnieuw gepresenteerd in de commissie. De commissie besloot negatief te adviseren over het voorstel. Voor ons voorstel bestaat ambtelijk en bestuurlijk desalniettemin veel waardering. Het past perfect in de provinciale ambities ten aanzien van de agro- en foodsector. Het past echter minder goed bij geldende subsidieregels, terwijl er wel een subsidie als initiële investering nodig is om deze “motor aan het draaien te krijgen”. De kopgroep heeft zijn uiterste best gedaan om het voorstel zo goed mogelijk af te stemmen op de subsidieregels en bovendien heeft uitvoerig bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de gedeputeerden Van Hijum en Bakker. Deze acties hadden moeten leiden tot een positief advies van de Commissie Agro en Food op ons voorstel. Momenteel wordt binnen het provinciehuis nagegaan of het voorstel op een andere manier kan worden gefinancierd. Samenwerken in de uitvoering van de Subsidieregeling Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLB) Parallel aan de opgaven waar de kopgroep aan werkt, ligt er bij de agrarische natuurverenigingen een opgave rondom de veranderende aanpak bij het agrarisch natuurbeheer. Landelijk gezien hebben de verenigingen zich moeten verenigen in grotere collectieven die de uitvoering van de SNL regeling op zich gaan nemen. In de IJsseldelta en omgeving is daarom als collectief de Coӧperatie Agrarisch Natuurbeheer Noord West Overijssel opgericht. Het collectief heeft de opdracht om vanaf 2016 zelfstandig uitvoering te geven aan de ANLB-regeling. Om aan te geven waar ze middelen voor willen inzetten en voor welke doelen, dient het collectief een gebiedsofferte in te dienen bij de provincie. We verkennen daarom of de gebiedscoöperatie IJsseldelta en het collectief zaken in samenhang kunnen ontwikkelen, elkaars doelen verder kunnen brengen.
Ook het administratief ondersteunen bij contractbeheer (backoffice) kan aanleiding zijn om nauw samen te werken. 1.
Lidmaatschap ondernemers aangesloten op website Ontwikkelen verdienmodel agro, food, natuur en landschap is realistische optie mits geïnvesteerd wordt in innovatie.
3.2.4 Contouren nieuwe gebiedsorganisatie De themagroep organisatie en financiering heeft de contouren van een nieuwe gebiedsorganisatie voor de IJsseldelta ontwikkeld. Daarvoor is in verschillende organisaties gekeken hoe gebiedsorganisaties zijn vormgegeven. De gebiedsconferentie 2013 bood daarvoor al een eerste opstap. Daarop aansluitend is informatie opgevraagd bij enkele nationale landschappen en zijn inventariserende gesprekken gevoerd met Noardlike Fryske Wâlden, de gebiedscoöperatie O-Gen in Utrecht en de gebiedscoöperatie Westerkwartier in Groningen. Daarbij zijn ook verschillende mogelijke rechtsvormen voor een gebiedsorganisatie onderzocht. Uiteindelijk lijkt een centrale gebiedsorganisatie in de vorm van een gebiedscoöperatie het beste aan te sluiten bij de behoeften en wensen in de IJsseldelta om de gebiedsontwikkeling in het Nationaal Landschap IJsseldelta vorm te geven. We kiezen voor de vorm van een coöperatie omdat:
11
we een juridische vorm nodig hebben om (in juridische zin) handelingsbevoegd te zijn en contracten te kunnen sluiten of subsidies te kunnen aanvragen; de coöperatie uit gaat van gezamenlijkheid van een (groot) aantal partijen. Alle leden hebben zeggenschap; deze vorm past bij een doe-club; de coöperatie vorm aansluit bij de behoefte in de IJsseldelta om zowel geld te verdienen als maatschappelijke doelen na te streven. De coöperatie heeft leden maar geen aandeelhouders waaraan dividend moet worden uitgekeerd.
We denken aan een gebiedscoöperatie, die een gebiedsfonds beheert. De gebiedscoöperatie kent een aantal thematische “business units” waarin verdienmodellen worden ontwikkeld en geëxploiteerd. Het gaat in eerste instantie om verdienmodellen in agro, food, natuur en landschap, toerisme en recreatie of duurzaamheid en energie. Andere thema’s zijn op termijn denkbaar. Eventueel kan ervoor worden gekozen de business units om te vormen tot aparte (deel)coöperaties.
Er zijn exploitatieopzetten gemaakt. Tevens is gestart met een inventarisatie van mogelijke partners die deel kunnen uitmaken van de gebiedsorganisatie. Uitgangspunt is dat alle leden van de AIR lid worden de coöperatie. Daarover vinden nu gesprekken plaats. Zo blijven we samen aan het roer staan van onze eigen gebiedsontwikkeling. Inwoners, ondernemers, belangengroepen en overheden als gelijkwaardige partner Er is een voorkeur om als inwoners, ondernemers, belangengroepen en overheden gezamenlijk als gelijkwaardige partners op te blijven trekken: privaat-publieke samenwerking. We zijn allemaal “gebiedspartners” en hebben overeenkomstige doelen met het gebied. Daarom wordt ervoor gepleit overheden te laten deelnemen in de nieuwe gebiedsorganisatie, juist vanwege de gelijkwaardigheid en de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Slagvaardigheid van de nieuwe organisatie moet echter wel gegarandeerd blijven. Door te spreken van een gebiedscoöperatie die “van het gebied is” en daarnaast overheden als aparte entiteiten ontken je dat overheden ook deel zijn van het gebied. En dat kan er gemakkelijk toe leiden dat coöperatie en overheden als twee entiteiten in het gebied gaan opereren en reactief worden ten opzichte van elkaar. Er ontstaat dan een zekere vrijblijvendheid van elkaar. Dat willen we voorkomen. We willen gelijkwaardige samenwerking vanuit een gezamenlijk perspectief en een gezamenlijke organisatie. We realiseren ons dat partijen hier verschillend tegenaan kunnen kijken vanuit verschillende belangen. Derhalve gaan we graag de discussie hierover aan en houden ook andere mogelijke opties open. In 2006 betrokken de overheden andere gebiedspartijen bij de gebiedsontwikkeling in Nationaal Landschap IJsseldelta. In 2016 is het andersom.
Figuur 5: contouren gebiedsorganisatie
12
Samenwerken in gebiedsorganisatie De gebiedscoöperatie IJSSELDELTA kenmerkt zich door een ondernemende werkwijze om haar doelen te realiseren, waarbij zowel het geheel, als de afzonderlijke leden baat hebben. Zij werkt voor en met haar leden: partijen in het landelijk gebied, - zoals overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren – die onderling of met anders partners, zoals kennisinstellingen- willen samenwerken aan gebiedsontwikkeling. De leden vormen samen een organisatie. Daarin geven zij deze samenwerking telkens op projectbasis vorm en maken zij afspraken over de inbreng van de afzonderlijke leden en, afhankelijk van de opgave, met andere partijen. De gebiedscoöperatie sluit uitstekend aan bij de ontwikkelingen en wensen in de regio. Juist in deze tijd van schaarste gaat het om bundelen van krachten. Daarom is deze vorm van samenwerken zo mooi. Elk lid is belangrijk. Elke inbreng doet ertoe. Betrokkenheid, kennis, netwerk en ondernemerskracht zijn allemaal waardevol. Het is een nieuwe manier van gebiedsontwikkeling. Onze gebiedscoöperatie streeft naar efficiencywinst en kan daardoor garant staan voor de ‘meest voordelige wijze’ van gebiedsontwikkeling voor haar leden.
De themagroep is verder bezig om na te denken over nieuwe en wellicht minder voor de hand liggende verdienmodellen, zoals zorg. Andere mogelijke verdienmodellen liggen wellicht in zaken als tijdelijke herbestemming van gronden van projectontwikkelaars (pauze landschappen). Dit is nodig omdat andere verdienmodellen nog geen “groot geld” opleveren. Tegelijkertijd hebben we onze handen meer dan vol en moeten we focussen. Dus we leggen prioriteit bij de drie genoemde thema’s. Tenslotte is een belangrijk punt dat investeringen in dorpsontwikkeling mogelijk moeten blijven. Daar zit namelijk een belangrijk deel van de kracht van de IJsseldelta. Via het gebiedsfonds willen we dorpsontwikkeling mogelijk blijven maken. Hoe we dat precies doen is nog onderwerp van oriëntatie en ontwikkeling en uiteindelijk ook besluitvorming van de leden van de nieuwe gebiedscoöperatie.
De kopgroep heeft een bijdrage geleverd aan het schrijven van de Lokale Ontwikkeling Strategie (LOS) voor Leader. Via deze lijn hopen we Europese middelen aan de nieuwe gebiedsorganisatie te kunnen binden voor gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta. Verder spreken we met de provincie over de mogelijke kansen vanuit de Kwaliteitsimpuls Groene Ruimte. Wellicht dat de coöperatie en de provincie daarin van betekenis voor elkaar kunnen zijn. Daarnaast is uitgebreid geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn voor (co)financiering via banken (Rabobank), het Groenfonds en het Nationaal Investeringsfonds. Vooralsnog moeten we vaststellen dat de mogelijkheden voor (co)financiering beperkt zijn. Nader onderzoek is nodig om te bezien of er toch nog financieringsmogelijkheden zijn. Het Nationale Investeringsfonds is nog niet operationeel. Het Groenfonds blijkt financieringsvoorwaarden te hanteren die voor de IJsseldelta weinig of geen voordeel opleveren.
Mogelijke verdienmodellen en financiering op termijn: 1. Verdienmodellen Zorg en natuur 2. Verdienmodellen via pauze landschappen/tijdelijk herbestemmen 3. Leader/EFRO 4. Sponsoring Mogelijkheden via streekrekening, het Nationaal Groenfonds zijn beperkt.
3.2.5 Hoopgevend maar nog niet voldoende De perspectieven zijn hoopgevend. Maar concrete functionerende verdienmodellen, die geld genereren om te investeren in de ontwikkeling van de IJsseldelta, zijn er nog niet. Uitwerking van verdienmodellen blijkt lastiger dan we bijvoorbeeld in september 2014 nog dachten. Regelgeving is weerbarstig. En het op één lijn krijgen van partijen en belangen kost tijd en energie. Dit betekent dat we realistisch moeten zijn in de verwachtingen voor eind 2015. Het lijkt verstandig langer de tijd nemen voor ons gezamenlijke transitieproces. Dat geldt zeker, wanneer we de samenleving van de IJsseldelta meer willen betrekken en echt ruimte willen geven voor initiatief van onderop. 13
3.3
Enkele dilemma’s: balans tussen prestaties en realisme
Top down in plaats van bottom up De kopgroep heeft de opdracht om in een kort tijdsbestek een fundamentele verandering in de IJsseldelta vorm te geven: Van ontwikkeling van de IJsseldelta die door overheden is gedomineerd naar een ontwikkeling die vooral vanuit bewoners en ondernemers wordt vormgegeven. Kortom van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie; Van subsidiëren naar investeren. De kopgroep moet in korte tijd “spectaculaire” resultaten leveren. Daarin schuilt het gevaar dat de kopgroep ver voor de troepen uit gaat marcheren en feitelijk een top down ontwikkelingsproces vorm geeft wat een bottom up ontwikkeling had moeten zijn.
Beperkte middelen voor resultaat op korte of lange termijn Het werk van de kopgroep is in zekere zin een experiment en leertraject. Het is echter niet zomaar een experiment. Nergens in Nederland wordt gewerkt aan een gebiedsorganisatie, die zich via eigen verdienmodellen richt op een bottom up gebiedsontwikkeling, zo breed als in de IJsseldelta. Nauw samenwerken om dilemma’s op te lossen De dilemma’s, de leerervaringen van de afgelopen periode, liggen op tafel. Aan die tafel hebben vele partijen een plaats, een rol en een verantwoordelijkheid. Het bespreekbaar houden, aangaan en ontrafelen van de dilemma’s kan alleen in hechte samenwerking van alle partijen aan tafel. Samen zullen we de grenzen moeten opzoeken van wat mogelijk is. Samen moeten we bepalen wat realistisch en haalbaar is. In de volgende hoofdstukken doet de Kopgroep een voorstel.
Maatschappelijk draagvlak en verankering van verdienmodellen Alle verdienmodellen die de kopgroep ontwikkelt zijn voor hun succes afhankelijk van verankering in de samenleving in de IJsseldelta. Sterker: partijen in de IJsseldelta zouden veel meer betrokken moeten worden bij de ontwikkeling van de plannen. Of liever nog: zelf plannen maken voor een succesvolle ontwikkeling van de IJsseldelta. Dat betekent dat partijen in de IJsseldelta de kans moeten krijgen zich de plannen van de kopgroep eigen te maken en samen verder door te ontwikkelen. Die verankering en betrokkenheid kost tijd, die er vooralsnog niet is. Succes van verdienmodellen kan daardoor in de kiem worden gesmoord door onvoldoende draagvlak en verankering. Dat is een bedreiging voor het (succes van het) transitieproces. Tijd nemen om van elkaar te leren in nieuwe rollen Het vormgeven van de “IJsseldelta nieuwe stijl” gaat ook over nieuwe rollen. Daar moeten alle partijen, bewoners, ondernemers, belangengroepen en overheden aan wennen. Dat is voor niemand gemakkelijk. Zeker niet voor overheidsorganisaties die relatief groot zijn, (letterlijk) vele gezichten kennen en tijd nodig hebben om te acteren op veranderende omstandigheden.
14
4.
Doelen voor 2015
4.1
Realistische verwachtingen en doelen
Agro, food, natuur en landschap Dorpsontwikkeling Nieuwe verdienmodellen en samenwerking Kenniswerkplaats.
Leden van het Bestuurlijk Kernteam stelden op 4 december 2014 voor te focussen op realistische en haalbare doelen. Zij stelden vast dat de kopgroep en haar opdrachtgever heel ambitieus zijn. Daarin zit risico van teleurstelling. Het is een wijs advies om te focussen op haalbare realistische doelen. Wat de kopgroep eind 2015 oplevert: Gebiedsorganisatie als kapstok voor het verder vormgeven van de gebiedssontwikkeling in Nationaal Landschap IJsseldelta; Een gebiedsfonds van waaruit eerste investeringen kunnen worden gefinancierd; Een aantal verdienmodellen die een beperkte geldstroom richting het gebiedsfonds kunnen genereren De kopgroep kan een voedingsbodem opleveren; een voedingsbodem voor succesvolle verdere bottom up gebiedsontwikkeling van de IJsseldelta. Die voedingsbodem bestaat uit een werkende en werkbare gebiedsorganisatie en gebiedsfonds, die zich van 1 januari 2016 verder zelfstandig organisch kan ontwikkelen. Vanuit de gebiedsorganisatie worden een aantal thematische “business units” projectmatig aangestuurd. In de “business units worden verdienmodellen ontwikkeld en geëxploiteerd die samen een geldstroom (gaan) opleveren voor het gebiedsfonds. Vanuit dit gebiedsfonds kan (co)financiering van gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta plaatsvinden. Tabel 2 geeft een overzicht van elementen waaruit die “voedingsbodem” is opgebouwd. Voor zeven elementen worden doelen geconcretiseerd: Organisatie en financiering Toerisme en recreatie Duurzaamheid en energie
15
Onderdeel Organisatie en financiering
Toerisme en recreatie
Duurzaamheid en energie
Doelen eind 2015 Eind 2015 is er een nieuwe formele gebiedsorganisatie opgericht en operationeel: de gebiedscoöperatie IJsseldelta. De meeste leden van de AIR zijn lid van de gebiedscoöperatie geworden. Daarnaast zijn een aantal andere belangengroepen lid van de gebiedscoöperatie. De gebiedscoöperatie heeft door de AIR goedgekeurde statuten, wordt adequaat bestuurd en heeft een klein efficiënt uitvoerend apparaat. De gebiedscoöperatie wordt deels gefinancierd via inkomsten vanuit een aantal regionale verdienmodellen. Een deel van de apparaatskosten worden gedragen door de gezamenlijke overheden. De gebiedscoöperatie krijgt de volgende taken: Het werken aan een grote naamsbekendheid en draagvlak in de regio en aan een grote betrokkenheid van gemeenschappen en bewoners bij de gebiedscoöperatie via verschillende acties waarbij partijen op hun belangen worden aangesproken Beheren van een gebiedsfonds dat gevoed wordt via verdiensten uit een aantal regionale verdienmodellen Het (doen) uitvoeren van een aantal regionale verdienmodellen Het verzorgen van regionale promotie en marketing in overleg met en in opdracht van de leden. Het is mogelijk dat IJsseldelta Marketing uitvoerder is van de promotie- en marketing opdrachten. Het aanjagen van ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen Het werven van aanvullende fondsen voor verdere ontwikkeling van (verdienmodellen in) de IJsseldelta Overleg, afstemming met en verantwoording afleggen aan de leden van de coöperatie. In het toeristisch seizoen 2015 zijn er tenminste drie vernieuwende toeristisch recreatieve arrangementen uitgeprobeerd. Die hebben voor de betreffende ondernemers extra omzet opgeleverd. Daarom heeft de kopgroep in de 2e helft van 2015 een nieuwe actie op touw gezet om een brede samenwerking van ondernemers op te zetten. De stichting “In de IJsseldelta” speelt hierin een belangrijke rol. Voor het toeristische seizoen 2016 zijn eind 2015 tenminste 5 nieuwe toeristisch-recreatieve arrangementen in voorbereiding. De gebiedscoöperatie IJsseldelta speelt hierbij een stimulerende en faciliterende rol. In ruil daarvoor ontvangt de coöperatie een bijdrage per boeking. Eind 2015 is er een nieuwe toeristisch-recreatieve website operationeel. Deze is ontwikkeld door en voor ondernemers. De gebiedsmarketing als geheel en de website in het bijzonder, is afgestemd op de marketing- en promotiewensen van de ondernemers in het gebied en op die van de aan te spreken doelgroepen. Via de website komen aantoonbaar meer boekingen binnen. Dat is gebleken in het seizoen 2015. Ondernemers betalen daarom een bijdrage per boeking aan de gebiedscoöperatie IJsseldelta. De gebiedscoöperatie is eind 2015 in een afrondende gespreksfase met gemeenten over het doorgeven van een deel van de geïnde toerismebelastingen aan de gebiedscoöperatie om te investeren in toeristische-recreatieve ontwikkelingen. Eventueel gaat dit gepaard met een beperkte verhoging van de toerismebelasting. De toeristisch-recreatieve ondernemers zijn voor het overgrote deel lid van de gebiedscoöperatie IJsseldelta. Deels is dit het geval via hun lidmaatschap van de Stichting “In de IJsseldelta” Verduurzaming gaat hand in hand met behoud en versterking van de kwaliteiten van het Nationaal Landschap. Eind 2015 heeft de kopgroep tenminste twee zonne-projecten ontwikkeld, waarbij zowel wordt gekeken naar de pijler duurzaamheid als naar de pijler financiën. Daarnaast is een concreet initiatief voor (deelname aan) een windenergieproject ontwikkeld en ter besluitvorming voorgelegd aan de Advies- en Initiatiefraad. De ervaring leert dat van initiatieven voor zonne-energie geen grote revenuen verwacht mogen worden; het gaat hier vooral om verduurzaming van de energievoorziening, het duurzame imago van het nationaal landschap en de bewustwording van haar inwoners. De kopgroep stelt haarzelf tot doel dat de structuur voor het beheer en exploitatie van de zonne-projecten professioneel en naar de toekomst toe bestendig moet worden uitgevoerd, zonder dat hiervoor verdere betrokkenheid van de kopgroep vereist is. Hiervoor zullen de contacten met de huidige gesprekpartners (bv Eneco, basisscholen in de nabijheid van potentiele zonne-projecten locaties) worden voortgezet. Indien dit niet (snel) genoeg tot een concrete opening leidt zal er naar alternatieven worden gezocht. Het windenergie-initiatief biedt perspectief op redelijke rendementen waarvan een deel terecht kan komen in het gebiedsfonds, van waaruit het weer geïnvesteerd kan worden in verdere rendabele verduurzaming van de IJsseldelta. Via de gebiedscoöperatie IJsseldelta kunnen dorpshuizen en verenigingen onder aantrekkelijke voorwaarden investeren in zonne-energie, waardoor hun energievoorziening niet duurder, maar wel duurzamer wordt. Daarom raken zij graag betrokken bij de gebiedscoöperatie. Door de verdergaande schaalvergroting in de IJsseldelta en de vigerende mestwetgeving is er toenemende behoefte aan het verwaarden van mest. De kopgroep heeft in 2015 de mogelijkheden hiervoor onderzocht, in samenwerking met de CAH Dronten. Ook hiervoor geldt dat zowel de duurzaamheidswaarden als de financiële waarden een belangrijke rol spelen.
16
Onderdeel Agro, food, natuur en landschap
Doelen eind 2015 Eind 2015 zijn er tussen de 50 en 100 agrarische ondernemers actief betrokken bij het project “Uitdagend boeren in een vitaal landschap” dat de kopgroep, met steun van de provincie, heeft opgezet. Alle betrokken boeren zijn bezig om via herfundering, verdieping en/of verbreding hun bedrijfsrendementen aanzienlijk te verbeteren. De kopgroep/gebiedscoöperatie faciliteert en begeleidt het project. Het project levert aantoonbaar extra rendement op voor de agrarisch ondernemer. Daarom zijn zij bereid lid te zijn van de coöperatie en een klein deel (2,5%) van hun extra rendementen af te staan aan de coöperatie. Die investeert circa 2/3e daarvan weer in de ontwikkeling van de agrarische sector in de IJsseldelta en 1/3 e in verdere gebiedsontwikkeling van de IJsseldelta. Binnen de gebiedscoöperatie is dit vooralsnog, in kwantitatieve zin, het belangrijkste verdienmodel. Het project “Uitdagend boeren in een vitaal landschap” levert niet alleen financieel rendement. Er wordt ook bewuster omgegaan met het landschap en de natuur. Dat leidt tot verbetering van de biodiversiteit maar bijvoorbeeld ook naar het samen zoeken naar oplossingsrichtingen voor de waterhuishouding en veenoxidatie. In 2015 hebben de verenigde agrarische natuurverenigingen een gebiedsofferte ontwikkeld. Administratieve afhandeling daarvan blijkt echter een last te zijn. Daarom is de kopgroep gesprekken gestart om na te gaan of samenwerking voor beide partijen profijtelijk kan zijn. Eind 2015 zijn die gesprekken in een afrondende fase. DorpsEind 2015 is er door de kopgroep, in samenspraak met de Advies- en Initiatiefraad, een financieel model voor dorpsontwikkeling ontwikkeld. Hierdoor kan geïnvesteerd blijven ontwikkeling worden in dorpsontwikkeling in de IJsseldelta, zij het op beperktere schaal dan voorheen. Nieuwe In 2015 zijn er door de kopgroep verkennende gesprekken gevoerd rondom de kwaliteiten van het Nationaal Landschap IJsseldelta en het thema zorg. Eind 2015 heeft dit verdienmodelgeresulteerd in een samenwerking tussen de gebiedscoöperatie IJsseldelta, een zorgverzekeraar en kennisinstituten om samen nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen op het len en grensvlak van zorg en landschap. Zoals gesprekken zijn gevoerd met partijen uit de zorg, zo zijn in 2015 ook gesprekken gevoerd met projectontwikkelaars. Eind 2015 zijn daaruit samenwerking tenminste twee concrete initiatieven gedestilleerd die via tijdelijke gebiedsfuncties (“pauze landschappen”) rendement kunnen opleveren voor het gebied. Naast de genoemde partijen is het mogelijk dat ook via andere, nu nog onbekende partijen, kansen en mogelijkheden ontstaan voor interessante samenwerking en verdienmodellen Kennis De gebiedscoöperatie is een nieuwe vorm van (maatschappelijke) samenwerking. Dat is voor alle partijen één groot leerproces. Kennisinstituten kunnen hierin een waardevolle rol werkplaats spelen. Eind 2015 is er, in nauwe samenwerking met de lokale actiegroep van Leader, in de gebiedscoöperatie een “kenniswerkplaats” ingericht waarin partijen zoals Kennispoort Zwolle, Hogeschool Windesheim, de RUG, de Stenden Hogeschool en MBO instellingen samenwerken om maatschappelijke vraagstukken in de IJsseldelta aan te pakken. Tabel 2: overzicht van doelen per thema voor 2015
17
4.2
Aanpassing aanpak om doelen te bereiken
De aanpak die in het voorjaar van 2014 is overeengekomen bestond uit 6 fasen: 1. Voorbereiding 2. Opdrachtformulering en intentieverklaring 3. Business cases en organisatie en financieringsmodel 4. Gebiedsdeal 5. Proefdraaien 6. Verankeren De eerste twee fasen zijn afgerond en begin 2015 zijn we nog volop bezig met fase 3: het ontwikkelen van business cases en een organisatie en financieringsmodel. De uitdagingen in deze fase zijn groot. Het vergt nog een flinke inspanning om passende business cases of verdienmodellen en een passend model voor organisatie en financiering te ontwikkelen. In de komende maanden zullen fase 3, 4, 5 en 6 min of meer parallel worden opgepakt. Daarbij zullen termen als “gebiedsdeal”, “proefdraaien” en “verankeren” deels een iets andere invulling krijgen dan begin 2014 kon worden voorzien. Voor de verschillende thema’s kunnen ook verschillende snelheden gelden.
Verder hebben we hulp vanuit het programmabureau om via concrete communicatie-acties relaties te leggen met partijen in de samenleving van de IJsseldelta. Dat leidt op korte termijn tot gerichte acties. Daarnaast doen wij een beroep op de leden van de AIR om hun achterbannen nauw te betrekken bij ons gezamenlijke transitieproces en samen met ons initiatieven en voorstellen te ontwikkelen. De geformuleerde doelen zijn nog steeds uiterst ambitieus. Daarin schuilt een risico. Het risico is dat de kopgroep teveel hooi op de vork neemt en verwachtingen mogelijk niet waar kan maken. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat de ambitieuze doelen noodzakelijke bouwstenen zijn om het hoofddoel van de Advies- en Initiatiefraad, het voortzetten van een succesvolle ontwikkeling van de IJsseldelta, vorm te kunnen geven. Graag gaan wij in overleg met de opdrachtgever over eventuele verdere focus in onze opdracht.
Aandacht voor verankering in de samenleving van de IJsseldelta In de afgelopen periode is gebleken dat brede verankering van (Nationaal Landschap) IJsseldelta in de samenleving nog veel aandacht behoeft. Dat is een zoektocht. Hoe geven we in het korte tijdsbestek dat we hebben, werkelijk ruimte voor initiatief vanuit de samenleving? Hoe kunnen we zoveel mogelijk partijen zinvol betrekken bij de ontwikkeling van de IJsseldelta? En hoe spreken wij die partijen aan? Dat zijn vragen die de komende maanden aandacht vragen en zoveel mogelijk moeten worden beantwoord. Daarom hebben wij gevraagd aan de CdK om ons te helpen vanuit haar programma Noaberschap 20xx. Ferenc van Damme is nu als strategisch communicatieadviseur betrokken bij het werk van de kopgroep. Daarmee hebben we niet meteen alle antwoorden. Maar we worden wel geholpen in onze zoektocht door een creatieve specialist.
18
5.
Aanpak 2015 en verder
5.1
Aanpak tot eind 2015 per thema
Tabel 3 presenteert per thema de aanpak voor 2015. Themagroep Organisatie en Financiering Nr
Activiteit
1 2
Oprichting gebiedscoöperatie, met statuten, bestuur, preambules, onafhankelijk voorzitter Coöperatie bekend maken bij de leden van de AIR
3
Coöperatie bekend maken bij leden buiten de AIR
20
8
4
Aanstelling leden- en fondsenwerver
16
4 12
e
Tijdsbesteding themagroep in uren 60
Uren ondersteuner
Out of pocket kosten
Wanneer
Resultaat
24
€ 5000
01-07-2015
Oprichting gebiedscoöperatie
01-07-2015 01-07-2015
75% van de huidige leden zijn lid van de coöperatie 10 gebiedspartijen zijn lid van de cooperatie
Vanaf 01-07-2015
Leden- en fondsenwerver die actief werft
Q3
Ledenvergadering
40
€ 500
5
1 ledenvergadering voorbereiden en houden
24
6
Openen van rekening tbv gebiedsfonds
8
Q3
Gebiedsfonds
7
Opstellen huishoudelijk reglement
8
31-12-2015
Huishoudelijk reglement
31-12-2015
Voor 31-12-2015 go of no go specifieke businesscases
8
Verder uitwerkingen businesscases rondom zorg, gezondheid en pauzelandschappen Geschatte totale tijdsbesteding /kosten Tabel 3a: plan van aanpak Organisatie en Financiering
72
32
250
80
€ 5500
19
Themagroep Toerisme en Recreatie Nr
Activiteit
1
4
Overleg met participanten (stichting in de IJsseldelta, Marketing IJsseldelta) over het samenvoegen van sites Huiskamergesprekken met ondernemers van streekproducten in de IJsseldelta Huiskamergesprekken met toerisme en recreatie ondernemers in de IJsseldelta Huiskamergesprekken met horeca-ondernemers en winkeliers
Wanneer
Resultaat
2
Geheel 2015
2
Jan. 2015
Afspraak is het ontwikkelen van een gezamenlijke site Zie verslag
-
Jan. 2015
Zie verslag
-
Feb. 2015
Zie verslag
5
Opstellen programma van eisen
8
2,5
Feb. 2015
Programma van eisen
6
4
1
Feb/mrt. 2015
Procedurele afspraken
7
Vaststellen procedure (wie geeft opdracht en wie is straks eigenaar van de website) Opstellen functioneel ontwerp (met screenshots)
8
4
Mrt/april 2015
Functioneel ontwerp
8
Opstellen offerte-aanvraag
Samengevoegd met actie 5
April/mei 2015
Offerteaanvraag
9
Beoordelen van offertes
8
3
*
10
Verstrekken opdracht en begeleiden bouw website
6
1
*
Mei 2015
Overzicht van de beoordelingscriteria en de punten On-going-proces
11
Testen van de site
8
1
*
Juni 2015
testrapport
12
Vullen en redigeren van de templates
10
-
PM
Juli-sept. 2015
Minimaal 50 gevulde ondernemersinfo
13
Opstellen van de beheerplan
4
1
PM
Juni-sept. 2015
beheerplan
14
Lanceren van de site
12
1
PM
Eind sept. 2015
Organiseren van media-moment
15
Beheren en uitbouwen van de site
16
1
PM
Sept.-dec. 2015
On going proces
Geschatte totale tijdsbesteding /kosten
120
20
Ca € 12.500 voor ontwikkelen website
2 3
*
Tijdsbesteding themagroep in uren 10
24
Uren ondersteuner
Out of pocket kosten
*
Deze kosten vallen binnen het aangevraagde budget voor het bouwen van een website Deze activiteiten vallen buiten kader van subsidie-aanvraag maart – december 2015
Tabel 3b: plan van aanpak Toerisme & Recreatie
20
Themagroep Duurzaamheid en Energie Nr
Activiteit
1
Onderzoek naar de mogelijkheden van zonne-energie op maatschappelijk vastgoed als scholen en dorpshuizen (1). Tevens uitwerking van kansrijke mogelijkheden in concreet initiatief (2). Onderzoek naar de mogelijkheden van een zonnepark in de IJsseldelta (met behoud van landschappelijke kwaliteiten).
2
3
4
4 5
Onderzoek naar de mogelijkheden van zonne-energie op bedrijfsdaken, zoals fabrieken, schuren en kassen (1). Tevens uitwerking van kansrijke mogelijkheden in concreet initiatief (2). Onderzoek na vergroten maatschappelijke betrokkenheid (bv basisscholen / (sport) vereniging innabijheid van potentiele zonne-installatie). Onderzoek naar de mogelijkheden van wind-energie in de IJsseldelta Onderzoek naar de toegevoegde waarde en mogelijkheden van mestverwaarding in de IJsseldelta Geschatte totale tijdsbesteding /kosten
Tijdsbesteding themagroep in uren 40
Uren ondersteuner
Out of pocket kosten
Wanneer
Resultaat
40
€2.000
1) Juni 2) December
Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden. Indien positief: implementatie van één project
80
80
€8.000
Oktober
40
40
€2.000
1) 2)
Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden. Indien positief: eerste voorbereidingen getroffen. Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden. Indien positief: implementatie van één project
40
40
€2.000
Juni
80
80
€8.000
December
Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden. Indien positief: implementatie van één project Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden.
40
40
€4.000
December
Uitgewerkt voorstel met mogelijkheden.
320
320
€ 26.000
Juni December
Tabel 3c: plan van aanpak Duurzaamheid en Energie
21
Themagroep Agro, Food, Natuur en Landschap Nr
Activiteit
1
Toekomstperspectief melkveehouderij IJsseldelta: Maken van een korte en duidelijke brochure met een uitdagend en realistisch toekomstperspectief Organiseren van 3 gesprekstafels met zoveel mogelijk boeren om draagvlak te reageren Aansluitend vormen van werkgroepen van boeren om concrete actieplannen te maken op basis van het verdienmodel. Opleiden van 5 zgn. boerencoaches uit het gebied ter ondersteuning. Aan de slag met herfundering: Op Kampereiland zijn inmiddels ruim 38 boeren bezig met kringlooplandbouw. Dat bouwen we uit: Via studiegroepen maken we een verdiepingsslag in kringloopboeren, gericht op meer rendement voor het individuele bedrijf en duurzaamheidswinst. We organiseren tenminste 10 huiskamerbijeenkomsten en 3 verdiepende excursies. De positieve resultaten op Kampereiland delen met boeren in Mastenbroek, zodat ook zij actief worden betrokken. Samen met boeren ontwikkelen we een puntensysteem voor score op biodiversiteit We ontwikkelen samen met CAH Dronten een pilot op het gebied van mestverwaarding Aan de slag met verbreding: Het kringloopcertificaat geeft inzicht. Boven wettelijke inspanningen van melkveehouders maken we meetbaar en beloonbaar via uitwerking van het certificaat en afspraken met overheden, de melkcoöperaties en banken/financiers. Tenminste 3 workshops met boeren om de kansen en mogelijkheden voor bedrijfsverbreding in beeld te brengen. Via dit project realiseren van meer rendement in de sector via Herfundering, Verbreding en Verdieping. Daarbij nemen boeren deel aan de gebiedscoöperatie en dragen bij in het gebiedsfonds.. Met boeren en particulieren ontwikkelen van een coöperatie voor het opwekken en verkopen van duurzame energie.
2
3
Totale tijdsbesteding themagroep, adviseurs en ondersteuner 134
Out of pocket kosten
Wanneer
Resultaat
€2000
Voorjaar 2015
978
€32.900
Voorjaar 2015 tot december 2016
910
€9.000
Voorjaar 2015 tot juni 2016
Een wervende publicatie van het toekomstperspectief; Breed draagvlak voor het perspectief Een eerste groep van tenminste 30 – 50 betrokken boeren die aan de slag gaat met uitwerking en actieplannen
Alle boeren hebben kennisgemaakt met de mogelijkheden van Herfundering via kringlooplandbouw. Tenminste 100 boeren hebben kringlooplandbouw geïntegreerd in hun bedrijfsvoering Een operationeel puntensysteem dat wordt benut om winsten in biodiversiteit meetbaar en beloonbaar te maken. Tenminste 3 boeren die nieuwe afzetkanalen hebben gevonden voor mest en daaraan verdienen. Permanente prikkel voor boeren om duurzaamheidwinst te realiseren met meer financieel rendement. Tenminste 10 boeren die hun portfolio hebben verbreed en daardoor meer rendement realiseren. Een operationele gebiedscoöperatie en –fonds Een collectief voor opwekking en verkoop van duurzame energie.
22
Themagroep Agro, Food, Natuur en Landschap (vervolg) Nr
Activiteit
4
Aan de slag met verdieping: Onder verdieping verstaan we alle actie gericht op het realiseren van meer rendement uit de melkstroom, d.m.v.: We verkennen de kansen en mogelijkheden voor grootschalige afzet van kwaliteitsmelk uit de IJsseldelta (in termen van volumes, kwaliteitseisen, geïnteresseerde melkcoöperaties, afzetmarkten etc) . Vervolgens zetten we met de deelnemende ondernemers een pilot voor levering van melk aan de geselecteerde markt op. Na een eerste verkenning, vormen we een groep van geïnteresseerde melkveehouders waarmee we tot een verdere uitwerking van kansen, mogelijkheden en business cases komen door uitbreiding van de streekmerkproducten , promotie, marketing en realisatie van meer afzetkanalen richting de consument. Het ontwikkelen van een serie nieuwe (kwaliteits)producten op basis van melk. Communicatie, maatschappelijke verankering, projecten procesmanagement: Deze activiteiten zijn gericht op het creëren van draagvlak en betrokkenheid onder boeren en andere relevante partijen zoals bijvoorbeeld overheden, consumenten, natuurbeherende organisaties. Tevens zijn de activiteiten gericht op een goed en ordentelijk verloop van het project, een solide verantwoording en verspreiding van leerervaringen en kennis. Communicatiemiddelen zoals brochures, een actuele website, nieuwsbrieven (1 per kwartaal/8x) en organisatie van diverse bijeenkomsten met voorbereiding en verslaglegging (tenminste 10). Tenminste 2 grootschalige evenementen worden georganiseerd rondom lanceringen van bijvoorbeeld nieuwe producten of de start van nieuwe verdienmodellen Tenminste 3 congressen of symposia. Daarnaast verzorgen we tenminste 3 artikelen/publicaties voor vakbladen. Desgewenst doen we dat samen met vertegenwoordigers van de provincie Overijssel. In het kader van project- en procesmanagement vinden alle voorkomende werkzaamheden plaats die nodig zijn voor een ordentelijk, resultaatgericht en goed verantwoord project. Geschatte totale tijdsbesteding /kosten
5
Totale tijdsbesteding themagroep, adviseurs en ondersteuner 900
Out of pocket kosten
Wanneer
Resultaat
€35.400
Voorjaar 2015 Tot juni 2016
1055
€17.500
Tenminste tot december 2016
3977
Grootschalige afzet van IJsseldeltamelk, die zich onderscheid door erkende specifieke kwaliteiten, tegen een bovengemiddelde prijs/kg. Dit levert tenminste 80 boeren meer rendement. Een vergrote afzet van herkenbare streekproducten . Dit levert tenminste 5 – 10 boeren meer rendement. Naast bestaande producten leveren tenminste 5 – 10 boeren nieuwe kwaliteitsproducten voor specifieke markten. Dit levert die boeren meer rendement op. Alle relevante partijen zijn continu goed geïnformeerd en betrokken en steeds meer boeren sluiten aan; Verspreide kennis Een resultaatgericht project met adequate besteding van middelen en dito verantwoording
€96.800
Tabel 3d: plan van aanpak Agro, Food, Natuur en Landschap Bron: projectplan Gebiedscoöperatie IJsseldelta, Uitdagend boeren in een vitaal landschap
23
5.2
Totale aanpak tot eind 2015 en verder
In tabel 4 geven wij een globaal overzicht van de aanpak tot 2015 en verder. In de volgende sub paragrafen lichten we dit toe. Gebiedscoöperatie en gebiedsdeal
Verdienmodellen
Activiteiten: Uitwerking, organisatiemodel, regionaal verdienmodel en businessplan gebiedscoöperatie Ontwikkelen samenwerkingsvorm met overheden eventueel via een convenant Oprichten en inrichten gebiedscoöperatie inclusief samenwerking met overheden, investeerders en financiers (=gebiedsdeal)
Activiteiten: Uitwerken van verdienmodellen Verdienmodellen in de praktijk brengen en uitproberen Leerervaringen verdienmodellen omzetten in verbeteringen Kopgroep komt tenminste 9x bij elkaar voor verbinden thema’s afstemmen Themagroepen komen tenminste 7x bij elkaar Tenminste drie keer terugkoppeling BKT Tenminste vier keer terugkoppeling AIR Resultaten: Verdienmodellen die bijdrage kunnen leveren aan gebiedsfonds
Resultaten: Een gebiedsorganisatieen financiering en een overeengekomen samenwerking met overheden
Planning: Planning: December 2015 December 2015 Tabel 4: aanpak 2015, en verder
Proberen, leren, verbeteren en weer proberen (Plan, Do, Check, Act) Activiteiten: Ervaring opdoen met verdienmodellen en in de nieuwe samenwerking Evalueren en aanscherpen verdienmodellen, taken, rollen en bevoegdheden aanscherpen Nieuwe ervaringen opdoen Evalueren en aanscherpen verdienmodellen, taken, rollen en bevoegdheden aanscherpen Etc. Resultaten: Een nieuwe samenwerking voor gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta waarin partners continu leren en taken en rollen ten opzichte van elkaar aanscherpen . Planning: Vanaf 2016
5.2.1 Gebiedscoöperatie en gebiedsdeal Prioriteit voor de kopgroep is om een gebiedsorganisatie te ontwikkelen. Dit is de kapstok om verdere gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta met elkaar vorm te kunnen geven. De coöperatie biedt mogelijkheden voor een gelijkwaardige samenwerking tussen verschillende rechtspersonen uit de regio. In andere regio’s zijn ook gebiedscoöperaties opgericht. Daar kunnen we van leren. De coöperatie is, in het model dat we nu voor ogen hebben, beheerder van het gebiedsfonds. Binnen de kopgroep moeten de verschillende verdienmodellen die worden ontwikkeld worden samengebracht in een regionaal verdienmodel: een samengestelde geldstroom die het gebiedsfonds voedt en waarmee verder geïnvesteerd wordt in versterking van de identiteit en kwaliteit van de IJsseldelta.
Figuur 4: ontwikkeling IJsseldelta met regionale verdienmodellen
De kopgroep is van mening dat ook overheden lid zouden moeten worden van de gebiedscoöperatie. We willen als gezamenlijke partijen met overeenkomstige doelen immers als gelijkwaardige partijen samenwerken. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. De samenwerking kan uiteindelijk ook een andere vorm krijgen, als het gezamenlijk doel maar overeind blijft.
24
In 2015 geven we de samenwerking in de IJsseldelta vorm via een formele handelingsbevoegde organisatie: de gebiedscoöperatie. Daar proberen we zoveel mogelijk partijen bij te betrekken; de leden van de AIR, gebied beherende organisaties, maatschappelijke partijen, particulieren en ondernemers. Dat vraagt om het actief benaderen van partijen, gezamenlijk overleg, het samen ontwikkelen van statuten en het uitwerken van taken, rollen en zeggenschapsverhoudingen. Dat zijn vrij complexe zaken die zorgvuldig moeten worden opgepakt. Verder moet de coöperatie organisatorisch worden vormgeven als een kleine efficiënte en slagvaardige organisatie met een (voorlopig) bescheiden exploitatie. In de statuten geven we de wijze van samenwerking en de onderlinge afspraken weer. Daarnaast kunnen er samenwerkingsconvenanten zijn tussen de gebiedscoöperatie IJsseldelta en andere partijen zoals bijvoorbeeld overheden of externe investeerders. De statuten en samenwerkingsconvenanten interpreteren we voorlopig als gebiedsdeal. 5.2.2 Verdienmodellen In de komende maanden zet de kopgroep haar werk voort. Inspanningen zijn erop gericht om verdienmodellen te ontwikkelen die een geldstroom kunnen opleveren om het gebiedsfonds mee te voeden. Zoals in hoofdstuk 4 is aangegeven richt de kopgroep zich in eerste instantie op: toerisme en recreatie; duurzaamheid en energie agro, food, natuur en landschap. Naast deze thema’s zoeken we ook binnen andere thema’s naar samenwerking en verdienmodellen. Dit zijn thema’s zoals zorg, dorpsontwikkeling of tijdelijke gebiedsfuncties. Samenwerking verbreden De kopgroep wil samenwerking zoeken met de lokale actiegroep van Leader en kennisinstituten en scholen om de ontwikkeling van verdienmodellen waar mogelijk te versnellen en te verbreden. Daarnaast zoeken we ook samenwerking met financiers, projectontwikkelaar, investeerders en andere partijen om sneller meer resultaat te kunnen boeken.
We zijn ervan overtuigd dat er mogelijkheden zijn om samen te werken met kennisinstituten. We rekenen erop dat dit ook meer ontwikkelkracht kan opleveren dan nu van de kopgroep mag worden verwacht. We willen de samenwerking vormgeven in een kenniswerkplaats. Andere gebiedscoöperaties hebben daar al goede ervaringen mee opgedaan. Afstemming en verantwoording Om de werkzaamheden als kopgroep onderling af te stemmen en resultaten te versterken komt de kopgroep tenminste 9 keer bij elkaar. In 2014 kwam de kopgroep vanaf april maandelijks bij elkaar. We denken dat het efficiënter is om vanaf maart 2015 eens per 6 weken bij elkaar te komen. Tussentijds komen de meeste themagroepen minstens een keer bij elkaar om verdienmodellen verder uit te werken. De kopgroep stemt haar werkzaamheden en de resultaten daarvan af met haar opdrachtgever. Daarom geeft zij in elke bijeenkomst van de AIR, die vanaf maart nog 4 keer in 2015 bijeen komt, een presentatie over tussentijdse resultaten, ontwikkelingen en mogelijke dilemma’s. Tevens wordt afgestemd met het Bestuurlijk Kernteam Nationaal Landschap IJsseldelta, die vier keer per jaar bijeenkomt. 5.2.3 Proberen, leren, verbeteren en weer proberen In 2015 levert de kopgroep een gebiedscoöperatie, een gebiedsfonds en een aantal operationele verdienmodellen op, die het gebiedsfonds kunnen voeden. Dat is de voedingsbodem voor verdere ontwikkeling, de basis om op verder te bouwen. Alle genoemde elementen zijn nieuw voor de IJsseldelta. En de ontwikkelde taken, rollen, verdienmodellen en samenwerkingsafspraken zijn ook allemaal nieuw. Alle partijen zullen moeten leren samen te werken in nieuwe verhoudingen en met nieuwe instrumenten. Die instrumenten zijn naar beste vermogen ontwikkeld. Of de nieuwe instrumenten, structuren, rollen, taken en verdienmodellen voldoen, kan slechts in de praktijk worden vastgesteld. Dat zullen we samen moeten ervaren.
25
Het is verstandig om regelmatig de ervaringen te evalueren en vast te stellen wat goed gaat en wat beter kan. Om vervolgens de aanpassingen door te voeren die we nodig achten en weer opnieuw te proberen. Dat heet ontwikkelen. En dat is wat we doen in de IJsseldelta. Men spreekt ook wel over het voortdurend doorlopen van de Plan Do Check Act cyclus. Dat is niets anders dan het continu doorlopen van de verbetercyclus, gericht op je hoofddoelstellingen. Dat is het traject dat de komende jaren vanaf 2016 is te voorzien.
5.3
Globale begroting 2015 (maart – december)
Onderwerp Professionele ondersteuning kopgroep in 2015 Vergoeding inzet kopgroepleden in 2015
Budget kopgroep voor inhuur externe expertise en out of pocket kosten Huisvesting en catering Totaal 2015 (globaal)
Toelichting Gemiddeld 2 dagen per week, gedurende ca. 38 weken
Werkruimte in Trefpunt en catering voor bijeenkomsten
5.3.1
Mogelijke financiering
Partner(s) Gemeenten Zwartewaterland, Kampen, Zwolle en waterschap Groot Salland Provincie Overijssel (Nationaal Landschap IJsseldelta) Resultaat 2014 Kopgroep Totaal 2015 (globaal)
Bijdrage € 33.000
Status toegezegd
€ 100.000
toegezegd
€ 25.000
verwacht
€ 158.000
NB: de Stichting Particuliere Landschapsdiensten IJsseldelta (SPLIJ+) is niet b.t.w. plichtig. Dit betekent dat rekening moet worden gehouden met circa € 23000,-- aan b.t.w. afdracht.
€ 50.000
Kopgroep komt 9 keer voltallig bij elkaar. Daarnaast zijn in themagroepen gemiddeld ongeveer 7 bijeenkomsten. Voor thema agro, food, natuur en landschap geldt eigenstandige financiering Per bijeenkomst geldt een vergoeding van maximaal € 316,29 (inclusief voorbereiding en uitwerking). 9 x11 x € 316,292=€ 31.313,-(Kopgroep) 7 x 8 x € 316,29 =€ 17.712,-(themagroepen excl AFNL) O&F: € 5.500 T&R: € 12.500 D&E: € 26.000
Kosten voor b.t.w. ca € 23.000,-Tabel 5: globale begroting 2015 2
Kosten (afgerond) € 61.000 (ex b.t.w.)
Deze begroting geldt exclusief projectplan Agro, Food, Natuur en Landschap. Voor dit project wordt aparte financiering gezocht.
Voor uitvoering van het totale programma is er dus een tekort van € 22.500. Dat noopt tot keuzes.
€ 44.000 (ex b.t.w)
€ 2.500 (ex b.t.w) € 157.500 (ex b.t.w.) € 180.500
Hierbij wordt aangesloten op artikel 14 van het rechtspositiebesluit staten- en commissieleden. Dit artikel geeft de mogelijkheid de vergoeding aan te passen aan de zwaarte van de te verrichten werkzaamheden. Uitgegaan is van het prijspeil 2014.
5.3.2 Keuzemogelijkheden AIR en partners De AIR maakt de uiteindelijke keuze ten aanzien van voortzetting van het transitieproces, passend binnen de financiële mogelijkheden. Op dit moment zijn er onvoldoende middelen om het proces in zijn geheel voort te zetten. De AIR kan keuzes maken op de volgende niveaus: Keuze op het niveau van de aanvrager van financiering: o Houden we de SPLIJ als aanvrager dan blijft een tekort bestaan. Maar de financiering wordt wel bewust aangevraagd door een partij van en voor het gebied; o We kunnen de financiering aanvragen via andere b.t.w. plichtige partners in de AIR, de Kopgroep of via een gemeente of waterschap. De gemeenten en waterschappen kunnen b.t.w. terugvragen via het b.t.w. compensatiefonds. Het financieringstekort van het voorstel is dan grotendeels opgelost. Maar dit betekent dat we als partijen uit het gebied afhankelijker worden van overheden, terwijl we juist meer als gelijkwaardige partijen willen opereren.
26
Keuzes op het niveau van het beoogde resultaat per 1 januari 2015: o Richten we ons in eerste instantie vooral op het realiseren van een gebiedscoöperatie en gebiedsfonds, als basis en vehicle voor verdere ontwikkeling van de IJsseldelta en komen verdienmodellen later aan de orde? gaan we voor de “kerstboom”? o Of richten we ons op realisatie van een gebiedscoöperatie, gebiedsfonds en een aantal verdienmodellen die een geldstroom opleveren voor het gebiedsfonds, zodat we meteen een werkende “structuur hebben” gaan we voor de “kerstboom met ballen en verlichting”? Keuzes op het niveau van thema’s: blijven we inzetten op de 4 huidige thema’s of focussen we op minder thema’s? Keuzes binnen de thema’s: waar richten we ons binnen de thema’s wel en niet op? Welke activiteiten doen we wel en wat niet? Keuzes op het niveau van het verrichten van activiteiten binnen de plannen van aanpak van de themagroepen: bij welke activiteiten kunnen de leden van de AIR helpen, onder andere om de totale kosten te drukken?
Op 20 februari bespreekt de AIR het voorstel, samen met de kopgroep. Daarbij neemt de AIR de keuze mogelijkheden in overweging en komt tot een definitieve keuze, die zij vervolgens ook voorlegt aan het Bestuurlijk Kernteam die op 5 maart bij elkaar komt.
5.3.3
Vervolg: passend maken van projectvoorstel en financiering Op 12 februari 2015 komt het uitvoeringsteam bij elkaar. Daar kan worden nagegaan of het voor de overheden een begaanbare optie is om als “financieel doorgeefluik” voor de AIR te functioneren. Op 18 februari 2015 komt de Kopgroep bij elkaar. Daar wordt dit voorstel tegen het licht gehouden. Mogelijk dat uit de bespreking blijkt dat besparingen te realiseren zijn. Wellicht is een besparing mogelijk op de onderzoekkosten voor het thema Duurzaamheid en Energie. Een andere optie is dat kopgroepleden wel declareren voor voltallige kopgroep bijeenkomsten maar bijvoorbeeld niet voor themagroepbijeenkomsten. Kortom: de kopgroep kan enkele besparingsopties adviseren aan de AIR. 27