TRAINING WERKBEGELEIDING
Door Martje Kuijlenburg Student no: 500618854 Jaar 3 Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde In opdracht van: de Hogeschool van Amsterdam Docent: Yvonne van Marle
INHOUDSOPGAVE Inleiding .................................................................................................................................................................................2 Hoe competent ben ik ......................................................................................................................................................3 De zelfanalyse ......................................................................................................................................................................9 Leerdoelen ............................................................................................................................................................................3 Casussen ................................................................................................................................................................................5 Introductie gesprek ......................................................................................................................................................5 Instructie gesprek .........................................................................................................................................................5
INLEIDING Tijdens de cursus van werkbegeleiding werken wij, 3e jaars hbo-v studenten van de Hogeschool van Amsterdam, aan onze ontwikkelingen als werkbegeleiders. Hierbij houden we competentie 9:’De hbo-verpleegkundige geeft (werk)begeleiding aan collega’s en collega’s in opleiding’ in ons achterhoofd. In dit korte verslag wordt ingegaan op mijn kwaliteiten als beginnende werkbegeleider, hieruit worden leerdoelen gevormd die een leidraad zijn in mijn leerproces. Als laatste worden twee korte casussen beschreven waar ik mee ga werken in de bijeenkomsten van werkbegeleiding.
HOE COMPETENT BEN IK Ik zie mijzelf niet als een competente werkbegeleider aangezien ik nog nooit iemand heb begeleid. Wel ben ik in staat mijncollega’s te helpen met taken dus ik kan wel goed samenwerken. als ik een werkbegeleider zou moeten kiezen die ik persoonlijk er goedvindt in zijn werk, dan kies ik mijn eigen werkbegeleider. Deze is erg behulpzaam maar laat je wel vrij in de dingen doen. Als je vragen hebt wil hij ze graag uitleggen, maar dan moet je wel eerst zelf gezocht hebben. Bij deze persoon kan je rustig jezelf zijn en als er een keer iets niet goed gaat, word je er niet op afgerekend. Toch is hij ook streng en probeert echt jezelf te stimuleren in het werk en verwacht dit ook van je.
LEERDOELEN De leerdoelen die ik heb gevormd zijn na aanleiding van de zelfanalyse. Leerdoel 1: Ik ben aan het eind van de cursus werkbegeleiding in staat de gesprekken met de student overzichtelijk te voeren door middel van het geven van een overzicht, het hebben van een begin, middenstuk en eind en het samenvatten. Leerdoel 2: Ik ben in staat om aan het eind van de cursus werkbegeleiding negatieve feedback op mij als werkbegeleider te aanvaarden en om te vormen tot verbeterpunten. Leerdoel 3: Ik ben in staat om aan het eind van de cursus werkbegeleiding de leerling uit te laten praten en de leerling met respect te behandelen.
CASUSSEN Hieronder staan de casussen die ik heb ontworpen om op te oefenen als beginnend werkbegeleider. Onder elke casus staat de item verantwoording van het thema en de items in de feedbackformulieren.
INTRODUCTIE GESPREK Je bent voor het eerst werkbegeleider in een nieuw team en krijgt een student aangewezen die je vanmiddag voor het eerst zal ontmoeten en waarmee je een introductiegesprek zal hebben.. Het gesprek loopt moeizaam en je krijgt niet echt hoogte van haar situatie. Ze beantwoord vragen met korte antwoorden en blijkt niet veel interesse te tonen.
ITEMVERANTWOORDING Het belang van een introductie gesprek is het leren kennen van de student. Wat zijn of haar hobby’s zijn, hoe de student tegenover de stageplek staat en wat hij of zij spannend vind om te doen. Als de werkbegeleider dit weet kan hierop de begeleidingsstijl worden aangepast. In dit gesprek is het belangrijk om de student op zijn of haar gemak te stellen en hem of haar te laten uitpraten.
INSTRUCTIE GESPREK Een student had gevraagd of zij een maagsonde mag verwijderen. Je verteld haar dat dat goed is op de voorwaarde dat zij het protocol opzoekt en dit terugkoppelt. Daarna zullen jullie samen de sonde verwijderen. Echter is het zo druk op de afdeling dat zij hier geen tijd voor heeft gehad en jij moet het haar leggen.
ITEMVERANTWOORDING Bij dit gesprek is het belangrijk dat de student weet wat zij moet doen. De werkbegeleider neemt het protocol door, vraagt naar de (contra-) indicaties, belangrijke aspecten en de complicaties van de handeling. Naast het doornemen van de handeling is het belangrijk dat de werkbegeleider vraagt naar de mening van de student en hoe hij of zij tegenover de handeling staat. Als de student nog niet zeker is over de vaardigheden die hij of zij heeft kan de werkbegeleider genoeg ondersteuning geven. Zo heeft de student niet het idee dat hij of zij er alleen voor staat, maar ook een vangnet heeft.
TUSSENEVALUATIE Je moet een tussenevaluatie leiden waarin je een voldoende tussenbeoordeling geeft aan de student. De student heeft hard zijn best gedaan voor de opdrachten en is hiermee op orde. Ook op de afdeling heeft zij een goede klik en je ziet dat zij het naar haar zin heeft. Haar attitude
tegenover de patiënten is voldoende. Het probleem is dat de student zich weinig assertief opstelt en hierdoor veel klusjes van andere verpleegkundige of studenten overneemt. Daardoor komt zij in de knoop met haar eigen taken en het is meer dan eens voorgekomen dat zij hierdoor haar eigen werk niet op tijd af kreeg en jij haar moest helpen. Student: Je loopt nu al 10 weken stage als tweedejaars student en hebt het erg naar je zin op de afdeling. Je kan het goed vinden met het team en de specialisatie vindt je erg interessant. Je bent blij dat alle opdrachten tot nu toe voldoende zijn beoordeeld. Wel voel je je erg onzeker in het team en probeert erg graag aardig gevonden te worden, hierdoor hoop je ook op een betere beoordeling. Om dit te bereiken bied je graag je diensten aan en hierdoor eindig je vaak met kleine klusjes. Deze zijn niet vervelend maar kosten wel tijd waardoor je in de knel komt met je eigen planning.
ITEMVERANTWOORDING Het is belangrijk om tussen een stage door een beoordeling te geven zodat de student weet waar hij of zij staat. Hierbij is het belangrijk op tips en tops te geven zodat de student weet waar zij goed in is en waar extra aandacht nodig is. Door te vragen naar de ervaringen van de student kom je er vaak ook achter hoe de student de afdeling ervaart en waar hij of zij problemen mee heeft die eventueel het leerproces verstoren. Daarnaast is het belangrijk ook om het te hebben over de opdrachten en of er knelpunten zijn. Tijdens de tussenevaluatie is het belangrijk om te vragen naar de emotie van de student en respect te hebben voor de student.
EINDEVALUATIE Vandaag moet je samen met een tweedejaars een eindevaluatie houden. De student heeft duidelijke groei laten zien in tempo en assertiviteit. Verder hoor je positieve verhalen van collega’s en ook haar feedbackformulieren zijn ruim voldoende. Je geeft de student een ‘goed’ als beoordeling met enkele aandachtspuntjes. Namelijk dat zij de handtekeningen van de VTV handelingen beter moet bijhouden omdat zij deze vaker heeft uitgevoerd dan op het formulier staat weergegeven. Daarnaast vertel je haar dat de assertiviteit nog beter kan, maar dat zij als tweedejaars hier voldoende groei in heeft laten zien. Als laatste vertel je haar dat de opdrachten waren nagekeken en zij allemaal voldoende zijn, je ziet dat de student haar best heeft gedaan en je wenst haar alle geluk bij de volgende stage. Student: Je hebt hard gewerkt om een duidelijke groei te laten zien. Ondanks de goede feedback ben je toch wel erg zenuwachtig omdat je net iets te weinig feedback lijsten hebt verzameld. Wat de beoordeling ook is, je hebt het erg plezierig gehad op de afdeling en vond het erg leerzaam.
ITEMVERANTWOORDING Ik vindt het belangrijk dat er meteen wordt verteld wat de eindbeoordeling is zodat je de student niet lang in spanning houd. Daarna moet je een duidelijke structuur scheppen over het gesprek zodat de student weet wat er gaat komen. Het praten over de tips en tops zijn leerzaam voor de student zodat hij of zij bij de volgende stage hier een leerdoel van kan ontwikkelen en door blijven leren.
FEEDBACKFORMULIEREN De feedbackformulieren konden niet in het document geplaatst worden dus deze staan apart in de bijlage van de mail.
BIJLAGE 1: EVALUATIE TRAINING WERKBEGELEIDING.
In het begin van de training werkbegeleiding gaf ik aan dat ik niet veel wist over het geven was werkbegeleiding en ik wist niet precies wat de taken van een werkbegeleider waren. Nu weet ik dat de werkbegeleider zijn begeleidingsstijl moet aanpassen aan de fase waarin de student zit. Er is een groot verschil of de student 1e jaars, 2e jaars of 3e jaars is. Hierop moet de werkbegeleider zijn stijl aanpassen. Ik werkte in het begin van de eerste twee gesprekken niet erg gestructureerd en dit zorgde voor iets verwarring. Daarna ben ik gestructureerde gaan werken en ik merkte dat de gesprekken duidelijker werden. Ik ben van plan ook gestructureerd te gaan werken als de echte gesprekken met mijn leerling volgend jaar. Ik moet wel echt werken aan aandacht geven voor de emotie van de leerling. Ik maak de gesprekken erg formeel waardoor het erg stijf overkwam. De student heeft dan niet het idee dat hij of zij haar hart kan luchten en kan zo misschien problemen niet vertellen. Deze problemen kunnen invloed hebben op het leerproces waardoor de student in het nadeel komt. Ik zal proberen volgend jaar meer te praten over hoe de student iets ervaart en hier op in gaan zodat problemen duidelijk worden. De emotie van de student ter sprake brengen zorgt ok voor het hebben van respect voor elkaar. Door elkaar te begrijpen respecteer je elkaars beslissingen. Daarnaast is het belangrijk om de student te laten uitpraten als deze praat. Hiervoor is ook respect nodig. Als laatste wil ik me meer focussen op de verschillende begeleidingsstijlen zodat ik de theorie nog meer in praktijk kan brengen en de student kan begeleiden op de manier waarop deze van toepassing is. Door middel van positieve en negatieve feedback heb ik deze bijeenkomsten veel kunnen leren van verschillende gespreksstijlen en de thema’s. Ik ben van plan om bij de begeleiding van studenten of collega’s mij hierin te blijven ontwikkelen.
DE ZELFANALYSE Aangezien ik nog nooit iemand heb begeleidt heb ik enkel de beginnende werkbegeleider vragen ingevuld omdat de ervaren en excellente werkbegeleider vragen niet van toepassing waren op mijn situatie.