Toeslagen Belastingdienst
Berekening kindgebonden budget 2014
Kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Uw klant krijgt het kindgebonden budget naast de kinderbijslag. Of en hoeveel kindgebonden budget uw klant krijgt, hangt af van: • hoeveel kinderen uw klant heeft • het maximale toeslagbedrag dat hoort bij dat aantal kinderen • de leeftijd van de kinderen • het (gezamenlijke) toetsingsinkomen • het (gezamenlijke) vermogen • het woonland van de kinderen
Vermogen mag niet te hoog zijn Heeft uw klant of zijn eventuele partner vermogen, zoals spaargeld en beleggingen? Als het (gezamenlijke) vermogen op 1 januari 2014 hoger is dan de vrijstellingsgrens, heeft uw klant het hele jaar geen recht op kindgebonden budget. In de tabel staat hoeveel vermogen uw klant mag hebben om kindgebonden budget te krijgen. Buitenlands vermogen telt ook mee.
Situatie
Vermogen per persoon
Uw klant is jonger dan de AOW-leeftijd.
€ 21.139
Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is niet meer dan € 14.302.
€ 49.123
Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 14.302, maar niet meer dan€ 19.895.
€ 35.131
Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 19.895.
€ 21.139
Bij het bedrag van ‘Vermogen per persoon’ mag u nog een vrijstellingsbedrag van € 81.360 optellen. Dit vrijstellingsbedrag geldt voor uw klant en zijn eventuele toeslagpartner samen. Let op! Doet uw klant aangifte inkomstenbelasting? Houd dan rekening met het volgende: • Heeft uw klant de AOW-leeftijd? Ga dan uit van het inkomen uit werk en woning vóór aftrek van de persoonsgebonden aftrekposten. • Heeft uw klant een vrijstelling voor groene beleggingen? Voor het kindgebonden budget geldt deze vrijstelling niet. Tel groene beleggingen dus mee als vermogen.
2
Berekening U berekent het kindgebonden budget van uw klant in 5 stappen.
Stap 1: bepaal het maximale toeslagbedrag Hoeveel kinderen heeft uw klant? Kijk in de tabel welk maximaal bedrag bij het aantal kinderen hoort. Aantal kinderen 1 2 3 Meer dan 3 kinderen Verhoging per volgend kind
Maximaal toeslagbedrag € 1.017 € 1.553 € 1.736 € 1.842 € 106 (vanaf meer dan 3 kinderen)
Stap 2: verhoog het maximale toeslagbedrag Is een kind 12 jaar of ouder? Verhoog dan het maximale toeslagbedrag met: • € 231 voor elk kind van 12 t/m 15 jaar • € 296 voor elk kind van 16 en 17 jaar
Stap 3: bereken het gezamenlijke toetsingsinkomen Houd rekening met binnenlands en buitenlands inkomen.
Toetsingsinkomen aanvrager (klant) € Toetsingsinkomen toeslagpartner + € Gezamenlijk toetsingsinkomen €
Stap 4: verminder het maximale toeslagbedrag Is het gezamenlijke toetsingsinkomen meer dan € 26.147? Verminder dan het maximale toeslagbedrag met: 7,6% x (het gezamenlijke toetsingsinkomen - € 26.147). Let op! Is het gezamenlijke toetsingsinkomen minder dan € 26.147? De vermindering is dan € 0. Uw klant ontvangt de maximale toeslag.
Stap 5: bereken het kindgebonden budget Maximaal toeslagbedrag (stap 1) + verhoging (stap 2) - vermindering (stap 4) = het kindgebonden budget van uw klant Let op! Woont het kind van uw klant buiten de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland en heeft uw klant recht op kinderbijslag voor dit kind? Dan past de SVB de woonlandfactor toe. Het kindgebonden budget wordt dan aangepast aan het kostenniveau van het land waarin het kind van uw klant woont. In de Tabel woonlandfactor kindgebonden budget 2014 staat per land hoeveel procent van het maximale bedrag uw klant kan krijgen.
3
Tabel woonlandfactor kindgebonden budget 2014
Land Woonlandfactor
Land Woonlandfactor
Afghanistan 40% Albanië 50% Algerije 60% Angola 90% Antigua en Barbuda 70% Argentinië 70% Armenië 50% Australië 100% Azerbeidzjan 70% Bahamas 70% Bahrein 70% Bangladesh 40% Barbados 60% Belarus 50% Belize 60% Benin 50% Bhutan 40% Boeroendi 50% Bolivia 50% Bosnië en Herzegovina 50% Botswana 40% Brazilië 90% Brunei Darussalam 80% Burkina Faso 40% Cambodja 40% Canada 100% Centraal Afrikaanse Republiek 60% Chili 70% China 70% Colombia 70% Comoren 70% Congo, Dem. Rep. 70% Congo, Rep. 70% Costa Rica 70% Cuba 60% Djibouti 50% Dominica 50% Dominicaanse Republiek 60% Ecuador 60% Egypte 50% El Salvador 50% Equatoriaal Guinea 80%
Eritrea 90% Ethiopië 40% Fiji 90% Filippijnen 60% Gabon 70% Gambia 30% Georgië 60% Ghana 80% Grenada 70% Guatemala 70% Guinea 60% Guinea-Bissau 50% Guyana 100% Haïti 60% Honduras 60% Hong Kong SAR, China 70% India 40% Indonesië 70% Irak 100% Iran 40% Israel 100% Ivoorkust 60% Jamaica 60% Japan 100% Jemen, Rep. 60% Jordanië 80% Kaapverdië 90% Kameroen 50% Katar 90% Kazakstan 90% Kenia 50% Kirgizië 50% Kiribati 70% Koeweit 100% Kosovo 60% Laos 50% Lesotho 60% Libanon 70% Liberia 70% Libië 60% Macau SAR, China 90% Macedonië, FYR1 40%
4
Land Woonlandfactor
Land Woonlandfactor
Madagaskar 50% Malawi 30% Malediven 70% Maleisië 60% Mali 60% Marokko 60% Mauritanië 40% Mauritius 50% Mexico 60% Micronesië 80% Moldavië 60% Monaco 100% Mongolië 70% Montenegro 50% Mozambique 60% Namibië 80% Nepal 50% Nicaragua 50% Nieuw Zeeland2 100% Niger 60% Nigeria 60% Oeganda 40% Oekraïne 50% Oezbekistan 50% Oman 80% Pakistan 50% Palau 60% Panama 60% Papoea Nieuw Guinea 80% Paraguay 60% Peru 60% Russische Federatie 60% Rwanda 50% Samoa 80% Sao Tomé en Principe 80% Saoedi-Arabië 80% Senegal 50% Servië 50% Seychellen 50% Sierra Leone 50% Singapore 80%
Soedan 70% Solomon Eilanden 60% Somalië 60% Sri Lanka 50% St. Kitts en Nevis 80% St. Lucia 60% St. Vincent en de Grenadines 60% Suriname 100% Swaziland 60% Syrië 60% Tadzjkistan 40% Tanzania 40% Thailand 60% Timor-Leste 60% Togo 60% Tonga 90% Trinidad en Tobago 70% Tsjaad 60% Tunesië 50% Turkije 60% Turkmenistan 60% Uruguay 90% Vanuatu 70% Venezuela 90% Verenigde Arabische Emiraten 90% Verenigde Staten 100% Vietnam 50% Westelijke Jordaanoever en Gaza 60% Zambia 90% Zimbabwe 60% Zuid-Afrika 70% Zuid-Korea 70% Koninkrijksgebieden Aruba 80% Bonaire 80% Curacao 80% Saba 80% St. Eustatius 80% St. Maarten 80%
1 Voor Macedonië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag voor de wezenuitkering vooralsnog een woonlandfactor van 40%. 2 Voor Nieuw-Zeeland geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
5
Rekenvoorbeelden Rekenvoorbeeld 1 Henk en Karin werken allebei. Zijn jaarinkomen is € 24.000, haar jaarinkomen is € 12.000. Ze hebben twee kinderen van 4 en 8 jaar. Hoeveel kindgebonden budget kunnen ze krijgen?
Stap 1 Ze hebben twee kinderen. Het maximale toeslagbedrag is dan € 1.553.
Stap 2 De kinderen zijn jonger dan 12 jaar. Het maximale toeslagbedrag wordt dus niet verhoogd.
Stap 3 Het gezamenlijke toetsingsinkomen is € 36.000. Toetsingsinkomen aanvrager € 12.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 24.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 36.000
Stap 4 Het maximale toeslagbedrag wordt verminderd met € 748,83.
Gezamenlijk toetsingsinkomen € 36.000 Grensinkomen -/- € 26.147 Subtotaal € 9.853 Vermindering: € 9.853 x 7,6% € 748,83
Stap 5 Het kindgebonden budget is € 67,01 per maand.
Maximaal toeslagbedrag € 1.553 Vermindering -/- € 748,83 Totaal kindgebonden budget per jaar € 804,17 Bedrag per maand € 67,01
De jaar- en maandbedragen ronden we rekenkundig af op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
6
Rekenvoorbeeld 2 Frank en Jozien werken allebei. Zijn jaarinkomen is € 16.000, haar jaarinkomen is € 27.000. Ze hebben twee kinderen. Het oudste kind is geboren op 25 december 1996, de jongste op 5 december 1999. Hoeveel kindgebonden budget kunnen ze krijgen?
Stap 1 Ze hebben twee kinderen. Het maximale toeslagbedrag is dan € 1.553.
Stap 2 De kinderen zijn ouder dan 12 jaar. Het maximale toeslagbedrag wordt verhoogd met € 527. Verhoging voor kind van 13 jaar: € 231 Verhoging voor kind van 16 jaar: + € 296 € 527
Stap 3 Het gezamenlijke toetsingsinkomen is € 43.000. Toetsingsinkomen aanvrager € 27.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 16.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 43.000
Stap 4 Het maximale toeslagbedrag wordt verminderd met € 1.280,83. Gezamenlijk toetsingsinkomen € 43.000 Grensinkomen -/- € 26.147 Subtotaal € 16.853 Vermindering: € 16.853 x 7,6% € 1.280,83
Stap 5 Het kindgebonden budget is € 66,60 per maand. Maximaal toeslagbedrag € 1.553 Verhoging + € 527 Vermindering -/- € 1.280,83 Totaal kindgebonden budget per jaar € 799,17 Bedrag per maand € 66,60
De jaar- en maandbedragen ronden we rekenkundig af op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
Dit is een uitgave van Belastingdienst/Toeslagen januari 2014 tg081-1z41fd