Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening) 1. Algemene toelichting 1.1 Inleiding Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de wet). De wet maakt onderdeel uit van de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar gemeenten van een aantal taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ). Deze taken worden toegevoegd aan het takenpakket dat al bij gemeenten lag onder de "oude" Wet maatschappelijke ondersteuning. Hierbij wordt deels voortgeborduurd op de weg die met die wet al was ingezet. er wordt bekeken wat redelijkerwijs verwacht mag worden van de cliënt en zijn sociaal netwerk; vervolgens zal waar nodig de gemeente in aanvulling hierop hem in staat stellen gebruik te maken van een algemene voorziening of — als dat niet volstaat — een maatwerkvoorziening waarmee een bijdrage wordt geleverd aan zijn mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig te functioneren in de maatschappij. De wet en deze verordening leggen veel bevoegdheden, zoals het bij nadere regels bepalen en uitvoeren van een zorgvuldige toegangsprocedure, bij het college. De uitvoering zal in de regel namens het college gedaan worden (in mandaat) door deskundige consulenten of door aanbieders . Waar in deze verordening en in de wet "het college" staat, kan het college deze bevoegdheid mandateren aan ondergeschikten dan wel niet-ondergeschikten op grond van de algemene regels van de Awb. Op grond van artikel 2.6.3 van de wet kan het college de vaststelling van rechten en plichten van de cliënt echter alleen mandateren aan een aanbieder. 1
1.2 Per verordening regels stellen De wet schrijft voor dat de gemeente per verordening de regels dient vast te stellen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het verplichte gemeentelijk beleidsplan met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning. In de verordening moet in ieder geval bepaald worden: » op welke wijze en op basis van welke criteria wordt vastgesteld of een cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt; » op welke wijze de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld; » welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, inclusief eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten; » ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten vereist is; » ten aanzien welke voorzieningen een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn vereist is; » op welke wijze ingezeten, waaronder cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij uitvoering van de wet, voorstellen voor beleid kunnen doen, gevraagd en ongevraagd advies kunnen uitbrengen over verordeningen en beleidsvoorstellen, worden voorzien van ondersteuning en deel kunnen nemen aan periodiek overleg; » op welke wijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening wordt berekend; » op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente. Ook moet.de gemeente per verordening regels te stellen: » voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget, en van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet;
1
definitie aanbieder volgens artikel 1.1.1 van de wet
»
ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening, waar het college ten aanzien daarvan de uitvoering van de wet door derden laat verrichten. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden.
1.3 Ruimte om regels te stellen De gemeente heeft daarnaast de ruimte om over een aantal zaken regels te stellen, desgewenst in een aan de verordening gekoppelde uitvoeringsregeling. De gemeente kan: » bepalen dat cliënten voor algemene voorzieningen, niet zijnde cliëntondersteuning, en maatwerkvoorzieningen een bijdrage verschuldigd zullen zijn; » de hoogte van de bijdrage voor de verschillende soorten van voorzieningen, ook wanneer de cliënt de ondersteuning zelf inkoopt met een persoonsgebonden budget, in de verordening verschillend vaststellen. Hierbij kan tevens worden bepaald dat op de bijdrage een korting wordt gegeven voor personen die behoren tot daarbij aan te wijzen groepen en dat de bijdrage afhankelijk is van het inkomen en het vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot; » bepalen dat de bijdragen voor opvangvoorzieningen door een andere instantie dan het CAK wordt vastgesteld en geïnd; » bepalen dat in geval van een minderjarige cliënt die niet zelf de eigenaar is van de woning, een bijdrage wordt opgelegd aan diens onderhoudsplichtige ouders en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de cliënt uitoefent; » bepalen dat aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie, en vaststellen welke de toepasselijke grenzen zijn met betrekking tot de financiële draagkracht; » bepalen onder welke voorwaarden betreffende het tarief de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de ondersteuning kan inkopen van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. 1.4 Beleidsplan "drie transities, één perspectief" De voorliggende verordening kan niet los worden gezien van het beleidsplan "Drie transities, één perspectief', dat de raad op grond van artikel 2.1.2 van de wet eveneens dient vast te stellen. In dit beleidsplan voor het bredere sociaal domein is onder meer het door het gemeentebestuur te voeren beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning vastgelegd. 1.5 Toeleiding tot maatschappelijke ondersteuning Naast de toegang tot maatschappelijke ondersteuning die via of namens de gemeente kan worden geboden volgens de in de wet, de verordening en de in de uitvoeringsregeling op te nemen procedurebepalingen, vormt ook het A M H K een toegang tot maatschappelijke ondersteuning. In de wet zijn daartoe in hoofdstuk 4 van de wet bepalingen opgenomen. 2
2
AMHK: Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
2. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen Het aantal definities is beperkt aangezien de wet (in artikel 1.1.1) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening. Voor de termen "aanvraag", "een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen" en "beschikking" volgen de wet en de onderhavige verordening de definitie in de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning Bij uitvoeringsregeling worden regels opgenomen over: » melding van een hulpvraag; » cliëntondersteuning; » vooronderzoek, indienen van een persoonlijk plan door de cliënt en gespreksvoering met de cliënt; » verslaglegging van vooronderzoek en gesprekken; » de uiteindelijke vormgeving van de aanvraag tot ondersteuning. Artikel 3 Criteria voor een maatwerkvoorziening Dit artikel werkt de verplichting uit de wet uit om criteria voor toekenning van een maatwerkvoorziening te bepalen. De wet geeft echter ook aan (in de memorie van toelichting) dat het om maatwerk moet gaan en dat de gemeente daarin een zekere ruimte moet hebben. De criteria in de verordening bieden daarom een raamwerk; het artikel biedt geen limitatieve opsomming welke maatwerkvoorzieningen aangeboden worden zodat die ruimte blijft bestaan. Artikel 4 Advisering Artikelinhoud spreekt voor zich. Artikel 5 Inhoud beschikking Uitgangspunt van de wet is dat de cliënt een maatwerkvoorziening in "natura" krijgt. Indien gewenst door de cliënt bestaat echter de mogelijkheid van het toekennen van een budget. Om die reden is het noodzakelijk om t.a.v. de minimale inhoud van de beschikking nadere bepalingen op te nemen. De hoogte van de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb valt, m.u.v. die voor opvang, buiten dit bestek omdat de vaststelling en inning door het CAK plaatsvinden. Artikel 6 Regels voor pgb Ten aanzien van de regels voor toekenning van pgb's zijn de wet en de Jeugdwet aangepast ("gestandaardiseerd") zodat bij een integrale aanpak en aanbieden van gecombineerde zorgvormen tegenstrijdigheid in wetgeving de uitvoering niet bemoeilijkt. Om die reden is in deze verordening bij de uitwerking van nadere bepalingen omtrent pgb's aansluiting tot stand gebracht met hetgeen over pgb's in de Verordening Jeugdhulp gemeente Waterland is opgenomen. Bij uitvoeringsregeling kunnen over de bepaling van de hoogte van pgb's en bijdragen nadere regels worden gesteld. Achteraf kosten declareren is door de formulering in het eerste lid uitgesloten. Artikel 7 Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen De wet biedt de mogelijkheid om nadere regels op te stellen over bijdragen in de kosten ten aanzien van de soort voorziening en de hoogte van de bijdragen. Dit artikel bepaalt de hoogte van de bijdragen op hoofdlijnen en biedt de mogelijkheid om dit in de uitvoeringsregeling verder uit te werken. Om de zorg laagdrempelig te houden en ook bij het vragen van bijdragen daarmee rekening te houden, is aansluiting gezocht bij het gemeentelijke minimabeleid. De bijdrageregels in de verordening en de daarop berustende bepalingen moeten passen binnen de kaders die het Besluit maatschappelijke ondersteuning stelt. 3
Betreft een Algemene maatregel van bestuur waarin onder andere regels over de eigen bijdrage en de financiële tegemoetkomingen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning zijn opgenomen. 3
Artikel 8 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning De wet legt de gemeente de verplichting op om kwaliteitseisen bij verordening vast te leggen. Dit artikel is een uitwerking daarvan. De kwaliteit van de voorzieningen is niet alleen de verantwoordelijkheid van de gemeente maar ook nadrukkelijk van de aanbieder. Dit komt tot uitdrukking in het eerste lid. Het tweede lid maakt het mogelijk om bij uitvoeringsregeling de kwaliteitseisen indien nodig verder aan te scherpen of te specificeren. Artikel 9 Melden calamiteiten en geweld De wet geeft in een aantal bepalingen aan dat calamiteiten en geweldsincidenten moeten worden gemeld bij de toezichthoudend ambtenaar. In dit artikel wordt verder ingegaan op de navolgende stappen door de ambtenaar in kwestie. Over de procedure voor het melden van de calamiteiten en geweldsincidenten kunnen desgewenst nadere regels in de uitvoeringsregeling worden opgenomen. Artikel 10 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering De wet bevat de plicht om bij verordening regels op te stellen ter bestrijding van oneigenlijk gebruik van maatwerkvoorzieningen of ter beschikking gestelde pgb's. Dit artikel is een uitwerking van deze verplichting. Artikel 11 Jaarlijkse waardering mantelzorgers De wet kent de verplichting om regels op te stellen ter waardering van de inzet van de mantelzorger. De nadere bepaling van de vorm waarin deze waardering tot uitdrukking komt, wordt vastgelegd in de uitvoeringsregeling. Artikel 12 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen Als het beleidsplan, zoals genoemd in paragraaf 1.4 van deze toelichting, hiertoe een aanduiding bevat dan wel ruimte biedt, kan op aanvraag een tegemoetkoming worden toegekend. De beslissing op een dergelijke aanvraag is een beschikking. Artikel 13 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Om te garanderen dat de kwaliteit van voorzieningen niet onder druk komt te staan doordat alleen wordt gekeken naar de prijs van de voorziening geeft de wet aan dat nadere regels moeten worden gesteld ten aanzien van de prijs-kwaliteitverhouding. Deze verplichting uit de wet wordt in dit artikel vormgegeven. Artikel 14 Klachtenregeling Inhoud spreekt voor zich. Artikel 15 Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning De wet geeft aan dat bij verordening in ieder geval moet worden geregeld ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de cliënt van belang is, moet worden bepaald. Dit artikel is daar een uitwerking van. Het gaat om medezeggenschap van cliënten tegenover de aanbieder. Artikel 16 Betrekken van ingezetenen bij het beleid Inhoud spreekt voor zich. Artikel 17 t/m 20. Overgangsbepaling, intrekken oude verordening, inwerkingtreding, citeertitel Inhoud spreekt voor zich.