Toelichting Checklist Optimale informatie beleggingsverzekering Algemeen Informatie over beleggingsverzekeringen Beleggingsverzekeringen zijn complexe producten. Om de klant beter inzicht te geven in de werking van het product, de risico’s en de kosten is de informatie over beleggingsverzekeringen onderworpen aan aangescherpte regelgeving. Uit onderzoek blijkt dat de consument zich onvoldoende bewust is van bijvoorbeeld het beleggingsrisico en de kosten. Het Verbond van Verzekeraars heeft het initiatief genomen de informatievoorziening over beleggingsverzekeringen flink te verbeteren. Zo verstrekken verzekeraars vanaf 2008 de zogenoemde Informatiemodellen Beleggingsverzekeringen, gebaseerd op het advies van de commissie De Ruiter. Hoe beoordeelt u de kwaliteit van informatie? Verzekeraars zijn op basis van wettelijke bepalingen en op basis van de Informatiemodellen Beleggingsverzekeringen verplicht om bij het afsluiten van een beleggingsverzekering volledig transparant te zijn over de kenmerken en alle kosten van het product. Deze informatie staat in de offerte, het Informatiemodel en de factsheet en/of prospectus. Uiteraard moet u er als adviseur op kunnen vertrouwen dat de noodzakelijke informatie aanwezig, juist, begrijpelijk, niet misleidend en volledig is. Maar hoe kunt u de kwaliteit en juistheid van de productinformatie zelf vaststellen? Deze checklist geeft u de belangrijkste zaken waarmee u de informatie in het belang van de klant kunt screenen voordat tot het sluiten van een beleggingsverzekering wordt overgegaan. Initiatief van de brancheorganisaties Deze checklist is in overleg tussen de NBVA en de NVA tot stand gekomen. Wij bevelen u aan om de informatie die verzekeraars wettelijk verplicht zijn te verstrekken minimaal te toetsen aan onderstaande kwaliteitsnormen. Als de informatie gebrekkig of niet beschikbaar blijkt te zijn, kunt u als adviseur geen adequate beoordeling maken van het product. U kunt dan mogelijk niet voldoen aan de eisen die de wet stelt om de consument juist, betrouwbaar en niet misleidend te informeren. Komt u in de praktijk onjuiste informatie tegen? Neemt u dan contact op met de NVA of de NBVA.
Toelichting Oriëntatiefase Model Algemene informatie over beleggingsverzekeringen (model 1) Informatiemodel 1 geeft algemene informatie over beleggingsverzekeringen. Dit model bevat informatie over wat een beleggingsverzekering is en wat de risico’s en kosten zijn. De verzekeraar moet Informatiemodel 1 beschikbaar hebben. Het model moet voor de consument eenvoudig te vinden zijn op de website van de verzekeraar. Financiële Bijsluiter De Financiële Bijsluiter (FB) geeft inzicht in de kosten van het product en bevat een risicometer waarmee in één oogopslag duidelijk is hoe groot of hoe klein het risico van het product is. De verzekeraar moet de FB beschikbaar hebben op de website. De FB moet voor de consument eenvoudig te vinden zijn.
Toelichting Offertefase Informatie over <productnaam> (model 2) De onderstaande kostenposten kunnen vermeld zijn in het model Informatie over <productnaam> (model 2), maar kunnen ook onderdeel zijn van de offerte. Eerste kosten verzekeringsmaatschappij De kosten die de verzekeraar maakt bij de aanvang van een verzekering. Hieronder vallen de kosten voor productontwikkeling, administratie, marketing van het product en de offerte- en acceptatiekosten. Eerste kosten bemiddelaar of verzekeringsadviseur De kosten die de verzekeraar maakt voor het advies en de verkoop van het product. Afhankelijk van het product en de verzekeraar bestaan deze kosten uit de afsluitprovisie, de kostenopslag voor de voorfinanciering van de afsluitprovisie en de kostenopslag voor de uitkering van bonusprovisies. Deze kosten komen in de praktijk niet één op één overeen met de uitbetaalde afsluitprovisie. Daarom heeft het ministerie van Financiën aangegeven dat het van belang is dat als er op 1 januari 2009 provisietransparantie wordt geboden, de kosten die aanbieders presenteren, geen verwarring veroorzaken over de uitgekeerde provisie. In dit licht zal de verzekeringssector de kostenpost ‘kosten bemiddelaar’ in de modellen de Ruiter aanpassen. In eerste instantie zal hiertoe in de modellen de Ruiter een nadere toelichting worden gegeven op de kosten die deze post bevat. In tweede instantie zal worden bezien of deze post gegeven de reeds aanwezige provisietransparantie zal worden geschrapt of dat alleen de exacte provisie wordt gegeven (citaat brief minister van Financiën aan Tweede Kamer van 12 september 2008) In het geval een verzekeringsmaatschappij geen eerste kosten bemiddelaar in rekening brengt (bijvoorbeeld bij advisering op declaratiebasis) wordt bij deze kosten ‘0’ vermeld of wordt deze regel weggelaten. Doorlopende kosten verzekeraar De kosten die de verzekeraar gedurende de gehele verzekeringsduur maakt. Onder deze kosten vallen onder andere de kosten voor polisbeheer, jaarlijkse administratie en de incasso van de premie. Doorlopende kosten bemiddelaar of verzekeringsadviseur De kosten die de bemiddelaar maakt voor advies en tijdens de looptijd van het product. Aan- en verkoopkosten fondsen Van de ingelegde premie worden deelnemingsrechten aangekocht of verkocht. Dit leidt tot aan- en verkoopkosten die op het beheerde vermogen in mindering worden gebracht. Doorgaans bedragen de aan- en verkoopkosten tussen de 0,5 en 5 procent van de belegde waarde in het fonds. Hoge aan- en verkoopkosten kunnen van grote invloed zijn op het product wanneer aan het einde van de contractsperiode gewisseld wordt van fonds. De kosten zijn dan hoog. In sommige gevallen mag de consument één keer per jaar gratis switchen van fonds. Premies Alle beleggingsverzekeringen kennen een verzekeringscomponent voor risicodekking.
Voor de risicodekkingen moet de verzekeraar inzicht geven geboden ten aanzien van de te betalen premies. Deze premies worden alleen weergegeven in het model indien de verzekeringsdekking van toepassing is op het betreffende product. Te onderscheiden premies voor risicodekkingen zijn: o Premie overlijdensrisicodekking: premie die wordt ingehouden op de premie of de waarde van de beleggingen voor de meeverzekerde overlijdensrisicodekking. o Premie arbeidsongeschiktheidsrente: premie die wordt ingehouden voor de meeverzekerde arbeidsongeschiktheidsdekking. o Premie premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid: premie die wordt ingehouden voor het meeverzekeren van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. o Premie verzorgingsdekking: premie die wordt ingehouden voor het meeverzekeren van de verzorgingsdekking. Extra informatie in offerte De informatie die verzekeraars wettelijk moeten verstrekken is opgenomen in de offerte. Een deel van deze informatie is weergegeven in het model Informatie over <productnaam> opgenomen. De overige informatie is in andere onderdelen van de offerte opgenomen. Opgave totale kosten (verzekerings- én fondskosten) over looptijd product Bij een beleggingsverzekering maakt de verzekeraar zowel kosten in de verzekering zelf als in de fondsen waarin de premie wordt belegd. Verzekeraars zijn verplicht de kosten over de totale looptijd van de verzekering te vermelden in nominale bedragen. Deze moeten corresponderen met de informatie in de Financiële Bijsluiter. TER, indien verkorte fondsinformatie in de offerte wordt gegeven De Total Expense Ratio (TER) van een beleggingsfonds geeft aan welke kosten de beleggingsinstelling ten laste brengt van het beleggingsfonds. De TER is een weergave van de totale doorlopende kosten van een beleggingsfonds. De TER bestaat uit de beheerskosten en de overige kosten. De TER wijzigt jaarlijks. Op basis van de TER kunnen de kosten van beleggingsfondsen eenvoudig met elkaar vergeleken worden. Als een verzekeraar/beleggingsinstelling belegt in een andere beleggingsinstelling is er sprake van een meervoudige kostenstructuur. Er is sprake van dubbele kosten: kosten voor de beleggingsinstelling zelf en daarnaast ook voor de beleggingsinstellingen waarin deze instelling op haar beurt belegt. Deze gestapelde kostenstructuur is van invloed op het resultaat. Op grond van de wet1 moet altijd een TER worden vermeld waarin rekening is gehouden met alle kosten in de onderliggende fondsen (de zogenaamde synthetische TER). Een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de wijze waarop de risicopremies worden berekend en de factoren die het verloop ervan bepalen Risicopremies zijn een belangrijk element van beleggingsverzekeringen. De kosten hiervoor kunnen gedurende de loop van de verzekering aanzienlijk oplopen indien de premiecomponent leeftijdsafhankelijk is. Oplopende risicopremies kunnen een beleggingsverzekering uithollen, zeker als de rendementen tegenvallen. Daarom moet een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving worden gegeven van de wijze waarop de risicopremies worden berekend en van de factoren die het verloop ervan bepalen.
1
Zie Nota van toelichting van Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen artikel 123
Dit is mogelijk op verschillende manieren. De meest transparante manier is het toevoegen van een tabel van de leeftijdsafhankelijke risicopremies gedurende de looptijd van de verzekering óf een weergave van het verloop van de risicopremies op basis van de in de offerte vermelde rendementspercentages. De wet biedt ook de mogelijkheid om de geschatte premiesom over de hele looptijd te vermelden of het aangeven van een bandbreedte of een cijfermatige en/of tekstuele toelichting te geven op basis van de in de offerte vermelde looptijd en rendementspercentages.\
Omschrijving van de gevolgen van een verhoging of verlaging van de premie met inbegrip van premievrijmaking Het is wettelijk geregeld dat verzekeraars een omschrijving moeten geven van de gevolgen van een verhoging of verlaging van de premie en van het premievrijmaken van de beleggingsverzekering. Het is van belang dat de consument inzicht heeft in de premievrije waarden van zijn verzekering om te kunnen beoordelen wat de financiële gevolgen zijn van het premievrijmaken van het verzekeringscontract. Dit kan bijvoorbeeld door een opgave van de premievrije waarde te geven over de eerste 10 jaar of de jaren 1, 5, 10, 15, of de gehele looptijd van het contract. In alle gevallen onder vermelding van het gehanteerde rendementspercentage. Opgave van de afkoopwaarde gedurende tenminste de eerste tien jaar met vermelding van het gehanteerde rendementspercentage Het niet voordelig voor de verzekerde om een verzekeringscontract voor de einddatum te beëindigen of af te kopen. Dit geldt zeker voor de eerste tien jaar, waarin de meeste kosten worden gemaakt. Door het in rekening brengen van de eerste kosten in de eerste jaren van de verzekering zijn de afkoopwaarden dan ook laag. Het is belangrijk hier inzicht in te hebben om de consument hierop te wijzen. Ook als de consument van een lijfrenteverzekering wil switchen naar een bankspaarproduct is het van belang te weten wat de afkoopwaarde is in enig jaar om vervolgens dit bedrag te kunnen overdragen. Switchkosten Dit zijn de kosten die bij de verzekerde in rekening worden gebracht bij het switchen van fondsen. Deze kunnen bestaan uit een vast bedrag en/of een percentage van het belegde vermogen. De kosten kunnen in dit laatste geval hoog oplopen aan het einde van de contractsperiode. Bij sommige contracten is het mogelijk één keer per jaar kosteloos te switchen. Prospectus en/of factsheet Voor bancaire fondsen is het wettelijk verplicht een prospectus op te stellen. Hierin moeten gegevens opgenomen zijn die voor beleggers van belang zijn voor het beoordelen van het vermogen, de financiële positie, de resultaten en de vooruitzichten van de beleggingsonderneming. In afzonderlijke paragrafen in de prospectus moeten alle gegevens over de kosten en risico’s van de beleggingsinstelling worden opgenomen. Voor unit linkedfondsen is het niet verplicht om een prospectus op te stellen. Verzekeraars stellen hiervoor een factsheet op met de belangrijkste informatie over de kosten en risico’s per fonds. Verzekeraars beleggen zowel in bancaire als in unit linkedfondsen.
Verzekeraars moeten in ieder geval de volgende informatie opnemen in de factsheet (per 1 september 2008). o
Maximale op- en afslagen
Naast de aan- en verkoopkosten kunnen op- en afslagen in rekening gebracht bij het in- en uittreden van een fonds. Dit zijn bedragen waarmee het bedrag van de intrinsieke waarde van het deelnemingsrecht maximaal kan worden verhoogd bij het in- of uittreden van een fonds. o
TER/Synthetische TER over het laatst bekende verslagjaar
De Total Expense Ratio (TER) van een beleggingsfonds geeft aan welke kosten de beleggingsinstelling ten laste brengt van het beleggingsfonds. De TER is een weergave van de totale doorlopende kosten van een beleggingsfonds. De TER bestaat uit de beheerkosten en de overige kosten. De TER wijzigt jaarlijks. Op basis van de TER kunnen de kosten van beleggingsfondsen eenvoudig met elkaar vergeleken worden. Als een verzekeraar/beleggingsinstelling belegt in een andere beleggingsinstelling is er sprake van een meervoudige kostenstructuur. Er is sprake van dubbele kosten: kosten voor de beleggingsinstelling zelf en daarnaast ook voor de beleggingsinstellingen waarin deze instelling op haar beurt belegt. Deze gestapelde kostenstructuur is van invloed op het resultaat. Op grond van de wet 2 moet altijd een TER worden vermeld waarin rekening is gehouden met alle kosten in de onderliggende fondsen (de zogenaamde synthetische TER). De consument zal hierop gewezen moeten worden in begrijpelijke bewoordingen. o
Historisch rendement
Het historisch fondsrendement wordt vastgesteld volgens regels van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Voor een fonds met een historie van twintig jaar of langer, wordt het historisch rendement gebaseerd op het gemiddelde rendement van dat fonds in de afgelopen twintig jaar. Voor een fonds met een historie langer dan vier jaar, maar korter dan twintig jaar, wordt de eigen historie aangevuld met een door de AFM voorgeschreven rendementspercentage. Voor een fonds met een historie korter dan vier jaar, wordt een door de AFM voorgeschreven rendementspercentage gebruikt. o
Mate van risico van het fonds
Zie hiervoor de informatie in de Financiële Bijsluiter. o
Bruto en netto fondsrendement
Bruto fondsrendement is het rendement dat een beleggingsfonds vóór aftrek van welke kosten dan ook behaalt met beleggen. Netto fondsrendement is het rendement
2
Zie Nota van toelichting van Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen artikel 123
dat een beleggingsfonds behaalt met beleggen na aftrek van alle kosten van het fonds en de onderliggende fondsen. Beheerkosten in % Kosten die de beleggingsinstelling jaarlijks betaalt aan de beheerder van de beleggingsinstelling voor het beheren van het toevertrouwde vermogen. Beheerskosten kunnen bij de verzekering in rekening worden gebracht en bij de fondsen. Als de beheerskosten ten laste van komen van het fonds, zijn deze kosten opgenomen in de TER/Synthetische TER. o
Overige kosten, bijvoorbeeld performance fee, etc.
Op grond van het Bgfo zijn verzekeraars verplicht informatie te geven over de totale kosten over de looptijd van de verzekering, alsook de wijze waarop dit is verdeeld over de looptijd van de verzekering. Alle kosten die dus hiervoor niet worden genoemd, moeten alsnog genoemd worden. Te denken valt aan performance fee, kickback fee etc. Als bijvoorbeeld een kickback fee wordt verstrekt, zal dit opgenomen moeten zijn in de TER en kan de TER hoog zijn. Een performance fee zal toegekend worden na het behalen van een goede performance. Het kan dus zijn dat het dit jaar niet in de (S)TER zit en volgend jaar dus pas zichtbaar wordt. Voor de goede informatieverstrekking is het noodzakelijk dit op voorhand voor de consument en zijn adviseur inzichtelijk te hebben. Polisvoorwaarden Polisvoorwaarden beschikbaar Polisvoorwaarden bevatten alle uitgangspunten van de overeenkomst die de consument met de verzekeraar aangaat. De adviseur dient deze in het belang van de consument te kunnen raadplegen om kennis te nemen van specifieke contractsvoorwaarden en van de mogelijkheden die de verzekeraar heeft om eventueel de kosten aan te passen gedurende de looptijd van het contract. Kennis van de contractsvoorwaarden is onder andere van belang om vooraf kennis te kunnen nemen van bijzondere bepalingen. Bijvoorbeeld ten aanzien van kortingen die op de hoogte van de beheerskosten gegeven kunnen worden, tussentijdse aanpassingen van de kostenvergoedingen, gestaffelde aanen verkoopkosten en verschillen in uitsluitingen, etc. Kortom: de polisvoorwaarden moeten beschikbaar zijn bij de offerte óf te raadplegen zijn via de website van de verzekeraar. Extra aandachtspunt: en bloc-clausule Ten aanzien van de polisvoorwaarden dient de adviseur te letten op het al dan niet voorkomen van een en bloc-clausule. Een en bloc-clausule kan van toepassing zijn op de verzekeringsvoorwaarden of op de fondsvoorwaarden. Op grond van een zogenoemde en bloc-clausule heeft de verzekeraar het recht de voorwaarden en de tarieven van een verzekering of fonds eenzijdig te wijzigen. Een en bloc-clausule kan ruim of minder ruim geformuleerd zijn. Voorbeeld ruime en bloc-clausule
Een voorbeeld van een ruime formulering is de bepaling met de strekking dat de verzekeraar zich het recht voorbehoudt om de kosten voor administratie en beheer en de kosten voor de overlijdensrisicodekking alsook de door de consument aangewezen beleggingsmogelijkheden en de kosteninhoudingen in de onderliggende beleggingsfondsen eenzijdig te wijzigen. Dergelijke ruime en bloc-clausules zijn niet in het belang van de consument. Strikte en bloc-clausule In het geval een strikte en bloc-clausule wordt gehanteerd zal de verzekeraar slechts ingrijpen bij zeer uitzonderlijke extremiteiten/catastrofes die buiten de invloedssfeer van de verzekeraar liggen en die het voorbestaan van de verzekeraar bedreigen (vergelijkbaar met de gevolgen van terrorisme of oorlog). Deze bescherming door middel van een strikte en bloc-clausule is van belang, omdat de consument met een beleggingsverzekering doorgaans niet de mogelijkheid heeft om over te stappen naar een andere verzekeraar zonder nadelige gevolgen.