NilOö MEÄT ER
►RIJS
ccb
15 _
Het Cinema S thealergedeelle staat onder redactie van Pier Westerbaan
^n dit nummer bevindt zich een alleraardigst liedje met musiek van "Iris /Tmati
yTdres van Redactie en /Tdmin : Gaioewaier 22. Ëeiden en Ch de Cosier straat 10-12, Brussel.
*****
HET RUSSISCH BALLET.
BUSLANPS COMPONISTEN.
EN IN HET BI3ZONDER OVER SERGE PROkOFIËFF
Engeland is hem minder sympathiek tegemoet nieuwe opera te maken, met welker voltooiing Ook in Rusland kenmerkt zich de 19e eeuw gekomen dan Holland, waarvan hij zelf vertelt, hij thans nog bezig is. door een herleving in de muziek, waarvan Michael In 1920 is Prokofiëff te Londen voor onderhandedat de pers in dat land verpletterend voor hem Glinka (1804—1857) de schepper was. Deze „ Jonglingen met Diagileff over zijn ballet „Het Sprookje wa^; 119 van de 120 recensies waren slecht. Rus" bracht met Dargomyzski een nieuwe stroovan den Nar", waarvan hij de repetities te Parijs ming — het nationale element — in de russische Wanneer men zijne wederwaardigheden sinds zijn leidde, terwijl de eerste voorstelling met de troep muziek en het was vooral in ziin eerste opera vertrek uit Moskou in 1918 leest '), dan krijgt van het russische ballet in 't zelfde jaar te Londen „Het leven voor den Tsaar" (1836) dat de tref- men een indruk van zijn veel-bewogen en hard- plaats had en spoedig daarna te Parijs volgde, fende karakteristiek, de gevoelige volksmelodieën werkend leven, nog vol teleurstellingen en roem. met veel succes bij het publiek en de pers. Als en het oorspronkelijke koloriet tot zoo sterke Het is ongelooflijk, hoe veel deze jonge man men de ontwikkeling van de moderne balletmuziek uiting kwamen. Hij was een zeer vruchtbaar com- reeds heeft gecomponeerd. Geboren in 1891, nagaat, dan is het niet te verwonderen, dat ponist, die als nationale toondichter werd opge- schreef hij op 8 en 9-jarigen leeftijd zijn eerste ook Prokofiëff zich op dit gebied naam heeft volgd'door M. Moressorgski (1835—1881). welke opera's, die hij, wel is waar, nog niet orchestreerde. gemaakt. Want sedert een jaar of 15 vervult Neder met M. Balakiiew, A. Borodine, C. Cui en maar toch, men denke zich dit even in 1 In 1903 het Russische ballet in't Europeesche kunstlevep N. Rimsky-Korssakow de groep der ,,vijf" vormde kwam hij op het conservatorium te Petrograd. een groote plaats. In 1907 kwam Serge Diagileff wier taak het was: vernieuwing der russische waar hij de lessen voor pianospel, compositieleer te Parijs', en vestigde al dadelijk de aandacht op nationale muziek, en losn*king van de vreemde en dingeei kunst volgde. Het aantal composities zich met een vijftal door hem georganiseerde invloeden. Hun muziek is verwant met het uit zijn studietijd is ontzaglijk groot, wel min- Russische concerten, waarbij mannen als Riwskyrussische volksleven, en hoewel ieder hunner zijn stens een honderdtal, waaronder 90 pianostukken, Korsakow en Scriabine meewerkten. Een jaar eigen persoonlnkheid tot haar recht laat komen, die echter volgens zijn eigen oordeel nog niet later keerde hij met het volledig ensemble uit voelt men toch veel meer onderling verband alle rijp voor publicatie waren. In den tijd van Moskou naar Parijs terug, voor een opvoering tusschen deze 5 Russen, dan tusschen de fransche van Moussorpsky's opera, Boris Godounow. Groote ..Groupe des six" (G- Curie, L. Durey, A. Honegbijval en een aantal herhalingen, en hiermee ger, D. Milhaud, G. Pouleuc, Germaine Tailleferre), werd de grondslag gelegd voor de Fransch-Rusdis'eigenlijk geen gemeenschappelijk doel hadden, sische kunstperiode, die een tijdperk inluidde
kan niet optreden, daar zijn broeder juisi verongelukt is. Zijn impressario ziet op de kermis Bosz en Bertha-Mane werken. Hij maakt Artinelli op hen opmerkzaam. De don kere oogen van Bertha-Marie bevallen ook hem en den volgenden dag treden ,,de drie Artinelli's" op. Maar Artinelli wil er dank voor, dat hij Bertha-Marie tot een beroemdheid heeft gemaakt. Hij lokt haar in zijn kamer en maakt haar het hof. Zij vergeet, dat Dosz om harentwille vrouw en kind verliet en haar boven alles liefheeft. Zij bedriegt hem en 'op een nacht wordt gezien dat zij ir. de armen van Artinelli ligt. Zal Bosz zich op hem wreken? Het is genoeg om in het beslissende oogenblik zijn armen een haarbreed terug te trekken. Artinelli zal dan in de diepte vallen en daar gebroken blijven liggen. . . . Maar Bosz heeft met Artinelli een andere af-
•>
De binnenplaats van een gevangenis. Met moede schreden bewegen de gevangenen zich daar in een kring. No. 28 wordt geroepen. Tien lange jaren zit hij reeds wegens moord. En nog nooit heeft hij een woord losgelaten over hetgeen hem tot deze daad bewogen heeft. Maar nu moet hij tot den directeur spreken. Een verzoek om genade is ingekomen, van zijn vrouw en van zijn kind, die op hem wachten. En hij vertelt. . . . Bosz heet hij. Hij was artist. Had aan de vliegende trapeze gewerkt, en brak een been. Hij lag een jaar in het ziekenhuis en zette daarna in Hamburg een tent op. Hij had een vrouw en een kind en was gelukkig. Toen kwam op zekeren dag een matroos bij hem met een jong ding. Zij blijft. Zij danst. De dronken matrozen zijn gek op haar, ook Bosz verliest zijn hart aan het meisje en vlucht met haar, ver van zijn ouder wordende afgesloofde vrouw, ver van de weerzinwekkende tent. Hij vlucht met haar en keert naar de trapeze terug. Berlijn. Begin van de maand. In de Wintergarten begint een nieuw programma. De een na de ander treden zij op, de beroemdheden uit de artistenwereld, maar het glansnummer ontbreekt. Artinelli, de groote luchtacrobaat.
rekening voor. Hij laat aan zijn vriendinnetje zeggen dat hij eerst laat thuiskomt en Artinelli maakt van deze gelegenheid gebruik om met Bertha Marie samen te zijn. Als zij thuis komt vindt zij het bed van Bosz leeg. Deze zit onbeweeglijk in Artinelli's kamer en wacht op hem. Dreigend, staart hij den verleider in het gezicht. Dezs is opgewonden, maar zijn roes vervliegt op hetzelfde moment, dat hij alles begrijpt. Hij smeedt, hij bidt. Tevergeefs. Bosz trekt twee messen te voorschijn en zegt kalm : ,,Kiesen verdedig je". Aarzelend grijpt Artinelli dan het mes, maar-daar treft hem reeds een stoot en hij zinkt op den grond. Als een nachtwandelaar begeeft Bosz zich terug naar BerthaMarie, wascht zich rustig het bloed van de handen en ,gaat werktuiglijk de trap af om zijn laatsten weg als vrij man af te leggen . . . den weg naar de politie, waar hij zich vrijwillig aangeeft Dat is de geschiedenis van gevangene no. 28. Diep bewogen reikt de gevangenisdirecteur hem de hand en kort daarop opent zich voor hem de deur, die hem naar zijn vrouw en kind zal terugvoeren . . . Een aangrijpend drama van de Ufa-Filgi Mij. te Amsterdam, waarin zoowel Emil Jannings als Lya de Putti in de hoofdrollen prachtoreaties te zien geven.
mm/mmmmm^m-
i""
wmm
5
•si»
f
j
•y*
v O
o
THE MAUPBI3S resjes over een vrij goede techniek. Het nummer belooft heel veel goeds voor de toekomst.
THE MAUPRIJ'S Dit nieuwe Hollandsche dansnummer trad voor het eerst te Utrecht op. De costumes zijn zeer aardig en beschikken beide danse-
J o
DE HELDEN VAN DEN WATERSNOOD
■Folo Bach
TEEKENING NAAR HET LEVEN VAN J. H . VA N MASTENBROEK
LITZI EN LITA Op veler verzoek brengen wij nogmnols een nieuwe foto van deze beide aardige
danseresjes-
.o«o i
^—
Eümsii
MIL-IMi^iQUÉ COiTUNiS Voor danspartijen, carnavals, optochten enz. raadpleegt gij het beste
VOOR DAMES EN HEEREN
300 origineele teekeningen 34 gekleurde platen
PRÏJS F 0.50 Honderden origineele ontwerpen voor kinderen. 15 platen in kleuren.
Alle WELDON s uitgaven zijn te verkrijgen bij de boekhandelaren en kiosken. Weldon s Balmasqué patronen ad f 0.90 te verkrijgen van de hoofdagente Mevr. MILLY SIMONS. 2e Schuytstraat 261, Den Haag, welke alle Weldons uitgaven verkoopt.
IL©©: AAN ONZE LEZERESSEN ! - VRAAGT THANS OM EEN GRATIS EXEMPLAAR Om haar modetijdschriften bij onze lezeressen te introduceeren, besloot WELDON Ltdv de bekende modefirma, om een GRATIS EXEMPLAAR van
asgf^;^: §•>* « .
te zenden aan elkeen, die onderstaand bestelbiljet uitknipt en in een open enveloppe, met een 2-cents postzegel, zendt aan de administratie van dit blad. Galgewater 22, Leiden.
«H-ni-,« ivmi
M
miMi \t
u u, _iT*-, »*_. i— r. NCW IT_VTT,RÏ>
ft—Jtoa *•*• *-T srcrui. «nni-s 11- -ll_. w-s * «J—IM. W ■—-■ W.
BESTELBILJET VOOR BOEKWERKEN
N-»~-l. K.IW* lk.U~i^ 1^ B-^. A^J^. (Ul—^r
AAN DE ADMINISTRATIE. GALGEWATER 22, LEIDEN Gelieve te zenden een gratis exemplaar van WELDON's LADIES JOURNAL aan
(Duidelijk invullen). Knipl dit biljet uit, vult hef duidelijk in en zendt het, in een open enveloppe gefrankeerd met 2 cents, nan de Administratie, Galgewater 22, Leiden
y\9^
$
ï
WELDON'S LADIES JOURNAL bevat gratis geknipte patronen, buitengewoon gemakkelijk en van uitstekenden snit, waardoor men zelf keurige japonnen kan maken. Verder een groot strijkpatroon voor borduursel, een speciaal nederlandsch supplement, de laatste parijsche modes enz., enz.
Schrijven en schilderen. Wanneer men tegenwoordig zou beweren, dat schrijf- en schilderkunst nauw aan elkaar verwant zijn, dan heeft men groote kans, dat de schilders zich daartegen verzetten. In den ouden tijd was dit anders. Meer dan een italiaansche schilder, beroemd om de hoogte waarop zijn kunst stond, is als scribent, als illuminator begonnen. * * * In het oosten is dit nog veel meer het geval geweest. In China was schrijfkunst de oorsprong van de schilderkunst. Van de schrijvers, schoonschrijvers, werden er veten beroemd. De inhoud hunner schrifturen was diep doordacht, en nobel. Hij getuigde meest van 'n zeer beschaafd en wijsgeerig ontwikkeld gemoed. Deze geschriften gingen dus samen, met het bestudeeren der taal, van proza en poesie. De schilderkunst ontwikkelde zich als het ware spelenderwijze uit dezen beschavingstoestand. De meeste later beroemd geworden schilders gingen ook eerst dan zich op de schilderkunst toeleggen, wanneer zij de zekerheid hadden dat zij genoegzaam ontwikkeld waren. * Zooals ook ten onzent, de dichter zich beperkt gevoelend door den woordvorm, zich de vrijheid veroorlooft dezen naar zijn inzicht te wijzigen, zoo voelt de Chlncesche schilder zich vrij zijn beelden weer te geven op zijn wijze. Dat wil zeggen op de wijze, die hij zich gelijk den briefschiijver en den dichter in zijn brein vormt na aandachtige beschouwing en overdenking. *** „Een kunstenaar", zoo schrijft J. C. Ferguson, „bespiedt de bewegingen van een gevangen tijger, die aan een boom geketend is, op een rotsachtig, mistroostig boerenerf. De in bedwang gehouden energie van het dier treft hem. Hij beschouwt het flikkeren van zijn oog, de zenuwachtige bewegingen van zijn staart en de kracht van zijn pooten. Hij gaat daarna naar huis, zoekt een stuk zijde op, besteedt dagen van kostbaren tijd aan het gereedmaken van deze zijde voor zijn doel en houdt zich overigens bezig met zijn dagelijksch werk. Hij maakte geen schets terwijl hij den tijgei bespiedde en maakt er ook geen gedurende zijne voorbereidende werkzaamheden. Nu hij klaar is te beginnen ontrolt hij een klein gedeelte van de zijde, zoekt een vrije plaats op de tafel voor hem, schetst een rechthoekje waarop hij een ruwe teekening van den tijger maakt, zoodat hij hem in de
Keizer Ch'icn Lung beval toen den europcanen te schilderen volgens de chineesche werkwijze en aan eenige chineesche schilders gaf hij opdracht te schilderen in den westerschen stijl. Eigenaardig is het om kennis te nemen zoowel van het oordeel der europcanen over de chineesche opvatting als omgekeerd de meening te vernemen van de chineczen over het werk der westerlingen. Een. bekend chinecsch auteur, Tsou-I-Kuei, vatte zijn mecning als volgt samen. Leerlingen (bedoeld wordt chineesche leerlingen) mogen gebruik maken van een klein percentage van de werkwijze der europcanen en speciaal van hun suggestieve wijze; maar toch zijn de europcanen geheel zonder stijl. Ofschoon hun werk bekwaamheid in tcekencn veiraadt, kan het toch niet als waarachtig schilderen gerangschikt worden." Twee paarden door Ch'len Luns * * Men lette oo de fraaie natuurlijke teekening der twee paarden en voorts ook OD af mooie uitbeelding der boomen. CollectieKleykamr Een tamelijk afdoende critiek. Of zij in alle opzichten vergewenschte houding op de zijde den geest en geheel uit zijn diend is, laat ik in het midden, geheugen, legt hij tenslotte de wel wil ik erkennen, dat de zal krijgen. kakemono's, de laatste hand aan zijn kunst- chineesche * schildciingen op papier en stof werk." Dan begint hij te werken. * * vlug, doch vol details neergcHij schetst den kop van den Tijdens de regeering van pcnseeld, door het curopeesch tijgei, dan het lichaam en zoo Keizer Ch"ien-Lung waren aan werk nog niet zijn geëvenaard. verder van gedeelte tot ge* * diens hof twee Europeesche deelte tot dat alles wat op het * Daar de chineezen voor hun kumstenaais, de priesters Atvoltooide beeld zal moeten tiret en Castiglione werkzaam. schrijfwerk zich ook nog vaak komen, de juiste plaats heeft. In den beginne werd hun werk van het penseel bedienen, is Hij volgt geen orde, gehoorhet te begrijpen, dat er tusschen zaamt geen regel, buiten dezen aan het hof zeer bewonderd eenen, die hem opgelegd wordt Dit duurde echter niet lang, dat schilderweik en het schrijfdoor de afmetingen van zijn daar hunne europeesche werk- werk een nauw velband staat. Wie zich daarvan heeft willen tafel. Het beeld van den tijger wijie te veel verschilde van de overtuigen, kon de gelegenheid chineesche. staat hem steeds scherp voor daartoe vinden in een tentoonstelling, door Kunstzaal Kleykamp in Den Haag gehouden. Aan den interessanten catalogus dezer expositie heb ik voor het bovenstaande, het een en ander ontleend. Men vindt er ook een overzicht van de ontwikkeling der* chineesche teeken- en schilderkunst in. De overlevering wil, dat het chineesche teckenwerk dateert uit een tijd, gelijk te stellen met 2700 voor Chr. Doch overblijfselen heeft men hiervan niet. Het vroegste schilderwerk dat bekend is, stamt uit de 4de eeuw en bevindt zich in het Britsch museum. De chineesche boeken gewagen van vele vroegere kunstuitingen. *** Ter toelichting bij deze beschouwing geef ik hier enkele illustraties, aan den genoemden catalogus ontleend, ongetwijfeld intressant, ook voor ons westerlingen. M. E. R. CURIUS. De chineesche gelukssod Tuns Fans Ho met [zijn duizendjarige oerzik. Teekening uit het tijdperk der Ching-dynastie. Collectie Kleykamp
Oude man met bezem schilder Gau-chu-oeh. Collectie Kleykamp
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
.
.
■■
•
i
:■i;
;
r^^
OMZWERVINGEN MET ONZE DAPPERE JONGENS IN HET LAND —^EO:G\ VAN MAAS EN WAAL DOOR J. H. VAN MASTENBROEK ^»^— Toen de kranten ons de eerste berichten brachten van de vreeselijke dijkdoorbraak bij Cuyk en Neder-Assclt, was mijn eerste verlangen, zoo spoedig mogelijk te trachten naar de overstroomde streken te gaan, daar schetsen te maken, en deze te laten zien, om zoodoende mede te werken onze landgenootcn op te wekken de slachtoffers van de ontzettende ramp te steunen. Ik begreep, dat zonder vergunning van den Commissaris van de Koningin in .-Gelderland, het niet mogelijk zou zijn diep in het overstroomde gebied door te dringen. Daarom verzocht ik om eene zoodanige vergunning en ontving deze werkelijk zeer spoedig. Fluks was mijn toeken-gerci bij elkaar en }k vertrok naar Nijmegen. Mijn plan was naar Druten te gaan en daar met de booten van enkele patrouilleerende landstormers mede te varen om mijn schetsen te maken. In Nijmegen verwees men mij naar commandant Kuiler van de pontonniers, ik legde hem mijn plan uit en mocht dezen hoofdofficier bereid vinden, mij de gevraagde pas te verschaffen. Ik was zeer tevreden daarmede en nu 11
Januari 1926
brengen momenteef een bezoek aan ons land. Het gezelschap bij hun bezoek aan het vliegveld Waalhaven te Rotterdam.
Kardinaal Mercler die zaterdag overleden is.
a
^^ „: Januari 1926
UIT MET DE PONTON
raadde mij met de mariniers mede te gaan. Daarom veranderde ik mijn plan en vond luitenant Tuitcl bereid mij des ochtends mede te nemen op patrouilledienst met de pontons. Des ochtends vroeg was ik op het appèl, het was koud doch welgemoed ging ik het onbekende tegemoet, niet wetende wat mij te wachten stond. Wij liepen naar de kazerne, waar de mariniers aangetreden stonden. Het was een genoegen, deze dappere hollandsche jongens te zien, en het deed mijn hart goed te ontdekken, hoe opgewekt allen waren om ondanks het feit, dat zij reeds vele dagen bezig waren, wederom hun plicht te vervullen. Spoedig waren de autobussen gevuld en in den schemer reden wij voort. Het begon te dagen, het landschap lag grauw en stil. Zachtjes aan zag ik het eerste ondergelocpen land en hoe dichter wij bij Alverna kwamen, des te meer kwam het ontzettende van een ramp als een dijkbreuk is, zich aan mij opdringen. De bus stopte te Alverna en eenige meters verder lag het uitgestrekte gebied der overstrooming voor mijne oogen.
160 Afrlkaansche studenten
Mr. ]. Limburg die van de Koningin oodraent ontving lot vorming van een kabinet.
Januari 1926
DE HAVEN VAN ALVERNA
J. H Mastenbroek
.I H. Mastenbroek
Wat een wereld van water, de eerste indruk was ontzettend. Golven beukten den weg naar Grave, waar de pontonniers een geïmproviseerde haven hadden in gereedheid gebracht. Overal bootjes en pontons, wagens, aangespoeld hout, tusschen de boomen, als aan een echte haven, de roode seinlichten, noodig voor degenen, die nog des 's avonds Iaat uit waren. Zij wezen den weg in het zeer gevaarlijke gebied, zoo vol palen en hekken met prikkeldraad. Eerbied vervulde mij opnieuw voor onze pontonniers. De jongens maakten spoedig de pontons klaar. Ik werd verzocht mede te gaan op patrouilledienst, zoodat ik in de gelegenheid zou zijn, dien dag veel te zien, en! zoo de koude 't toeliet vele schetsen te maken. De schoolmeester, wiens eerenaam „de hertog van Alvema", was, druk in de weer met zijn notitieboekje bij de pontons, die levensmiddelen gingen brengen aan de in enkele hoeven en huizen achtergebleven bewoners. Het was als of wij een zeereis gingen maken, wij staken van wal en voort ging het tegen den wind in op flinke golven naar het kasteel, dat als ruïne midden in de groote watervlakte lag. Overal
MOEILIJKHEDEN BIJ HET- OVERVAREN VAN EEN WEG
J. H. Mastenbroek
:. ^
Het conflict bil de tram Zutphen —Emmerich De drukte aan het station.
t »
Het bestuur van de nieuwe Nut-bewaarschooi te Borne.
Een raad van arbeid in de gevangenis Aan een aannemer te Goes is ongedragen de voorrrange strafgevangenis aldaar te verbouwen en in te richten tol home voor oen Raad van arbeid.
Het echtpaar Zinnemers te Velp herdacht zijn 50-jarige echtvereeniging.
Aankomst van Pangaran Arjo Mataram te Den Haas.
3acob de Vries,
die uit naam van den Soesoehoenan van Soerakarta het koninklijk echtpaar bij zijn zilveren bruiloft komt gelukwenschen.
bureau-chef bij net kantongerecht te den Haag was 25 jaar in's landsdienst
Een maquette van de nieuwe Konlnginnebrus te Rotterdam.
Het nieuwe padvlndershuis te Amsterdam dat zaterdag j.l. is geopend.
De zang en operette Ver.,.Amicitla" te Almelo, voerde Edelweiss co.
De opening van de operatie-afdeellng
in dt kliniek van het ziekenfonds „de Volharding" ie den Haag.
Mei. dr. L. Kaiser is door den gemeenteraad van Amsterdam tol lector aan de amsterdamsche universiteit benoemd,
■
water en riog eens water, boomen, huizen, hekken en heesters staken op uit het watervlak. Toen wij daar den stroom bereikten, die van het gat bij Neder Asselt kwam, werd het een ware zee met echte golven. Ontzettend was het vandaar de watermassa te overzien. De bewoner van een der hoeven wuifde ons toe, even aan te leggen om een passagier mede te nemen. Verder ging het met flinken riemslag naar Balgoy. De binnenkomst over den grooten weg tusschen de huizen vereischte goede stuurmanskunst. Tusschen de openingen, welke eens straten waren, golfde de stroom, meesleurende alles wat niet vast was. Het was moeilijk om uit de hekken en heggen te blijven. Even voorbij de kerk passeerde ons een marine-vlet met. zeiltje op, die enkele menschen naar veiliger oorden bracht. Het was een wonderlijk gezicht die zeilende boot tusschen de huizen. De zon scheen toen en kleurde alles in wonderlijke kleuren. Bij de kerk te Balgoy was men juist bezig koeien te laden, waaraan door soldaten flink geholpen werd. Ik was zoodoende in de gelegenheid om eenige schetsen te fhaken. Het was echter zeer koud, maar gelukkig, het bleef droog. Van Balgoy vertrokken wij spoedig weder en hadden toen het gezicht op het geheelé complex. Het uitzicht werd steeds ontzettender, naarmate wij ons meer van de plaats verwijderden. Zelden zag ik zoo iets. Golven beukten de huisjes, hier en daar reeds verlaten door de bewoners. Eén bleek nog bewoond te zijn, de bewoner verzocht ons twee huisgenooten met recht „aan den dijk" te zetten. De jongens in. onze ponton hadden moeite de boot voor
het huds stil te houden, vanwege den sterken stroom. Maar zij, daaraan gewend door het werk van vele dagen, slaagden daarin uitmuntend. Bij den dijk werd even gewacht, een stukje brood gegeten en verder ging het weer naar Neder Asselt en Lunen. Bij het dorp, een hoeve met schuur, het water bijna aan het dak, de fruitboomen er rondom heen, op het dak twee witte kippen, een haan en hen, dicht bijeen, als om elkaar te verwarmen. Het was een troosteloos gezicht. Even verder voeren wij vootbij een andere patrouille-boot, die den tocht van een anderen kant maaktie, en eenige zeilen had geheschen, stokken met zakken er aan. Mijn fantasie verplaatste zich in den tijd der noorsche sagen. Het was alsof men een viking zag, zoodat ik deze boot dan ook doopte „een viking van onze nederlandsche landmarine". Bij den overgang over den weg naar Lunen, stond een sterke stroom. Wij trachtten vele malen dien weg over te steken, maar even zoo vele malen werden wij teruggedreven tegen de boomen. Een laatste poging met alle man aan de riemen en het leek alsof ook ditmaal het niet lukken zou, tot een der mannen uit de boot sprong en haar duwde. Een moment van groote volharding, aanmoediging van onzen stuurman en zie, het lukte, w,ij waren over den weg. Heerlijk was het te zien, hoe onze jongens kranig geen kamp gaven tegen den woesten stroom en kalm en wel bewust de boot weder in goed vaarwater kregen. Hier was het zooals geldt voor het echte hollandsche karakter, vasthouden en slagen. Ik heb onze marine, matrozen, mariniers, pontonniers, kortom allen zonder onder-
schedd van rang, aan den arbeid gezien en ik moet zeggen, eerbied vervulde mij. Eerbied en bewondering voor allen, die in de eerste dagen aan dit gevaarlijke reddingswerk hebben medegewerkt. Enkele dagen heb. ik zoo met deze jongens mede^geleefd, verschillende tochten met hen gemaakt, en het kan niet genoeg gezegd worden, dat ons vaderland aan deze mannen, jonge kerels meest, veel, heel veel dank verschuldigd is. Ik gevoel dat ik niets te' veel zeg en ik hoop dan ook, dat wij allen, nederlanders, heel veel zullen geven voor de slachtoffers van deze groote ramp, dan volgen wij het goede voorbeeld van naasteliefde dat deze menschen zoo goedmoedig en vol vuur in de ernstige dagen van het jiieuwe jaar gaven. Een prachtig voorbeeld aan allen.
jiiiiJjiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiimiiiiiim
^liHiuiiiniiiiniiurnHiiiiiiiiiHiiiuiiiiittiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiuiiuiiiniiiiiiiiiiinuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii
i
-
15 Februari was voor de Old dozen club een belangrijke dag. Indertijd was deze bond van vrienden op den I5en Februari opgericht en toen de eerste verjaardag werkelijk op de meest gezellige manier was gevierd, kwam een der leden vol jeugdig vuur op het denkbeeld, dat alle twaalf leden een duren eed zouden afleggen om elk jaar op den i^en van de tweede maand bij elkaar te komen en dit gebruik tot een heilige wet van de club te verheffen. Hetgeen geschiedde. Nu zou ik niet durven beweren, dat van de twaalf, die den bond stichtten, er nooit iemand ontbrak. Dat zou tegen de waarheid spreken zijn. Maar wel kon worden geconstateerd, dat zooveel mogelijk alle twaalf bijeen kwamen en de 15e Februari een bijzonder feest voor hen was, vooral omdat ze allemaal er zich in verheugden dat het „stelletje compleet was gebleven". Dat jongste lid, waarvan ik u hierboven sprak, heette Alex Mardon. Z'n naam had hij behouden, z'n vrienden noemden hem, wanneer ze goed gebuid waren (b.v. in den nacht van den 15en Februari) Alexje, maar jong was hij niet gebleven. De vier kruisjes had hij achter den rug, gehuwd was hij en onder de plak zat ie. *
t >
DE EENZAAMHEID NAAR
EEN
T E E K. ,'• N I N O VAN J. M. VAN MASTENBROEK
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiifiiiiiniiiiiiiiuuiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiL
'4 ANGSTIGE OOQENEOKKEN
*
Wij mogen hieraan toevoegen, dat ook de heer v. Mastenbroek niet heeft srilgezetec.. Hij vervaardigde een prachtige serie krijtteekeningen, waarnaar zeer artistieke reproducties zijn gemaakt. Deze worden in briefkaartvorm in twee bundels van zes, ieder k f 0.50 verkocht. De netto-opbrengst is ten bate van de slachtoffers van den watersnood. De kaarten, die èn als een waardevolle herinnering aan deze moeilijke dagen, èn om het doel gaarne zullen worden verkocht, rijn verkrijgbaar biji den heer v. Mastenbroek, Gentschestraat 82, Den Haag. Toezending volgt na ontvangst van f 0.60 per bundel, franco per post. De teekeningen van den heer v. Mastenbroek zullen door de welwillende medewerking van de Kunstzaal Kleykamp, daar ~worden geëxposeerd.
nniiiiniiiiiiiitiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiniiiii
1
wijten, die je het bloed aan het koken maken. Het toeval wil, dat ik in de laatste weken nog al eens vaak uit moest en toen ik vanmorgen over den verjaardag van de club sprak, toen begon het al.... Waarom heb je d'r niet mee gevraagd, het is toch wel meer gebeurd, dat sommigen van de jongens hun vrouwen hebben meegebracht. Annie zou welkom geweest zijn. Ik hèb d'r gevraagd, maar ze beweerde, dat Ik het niet meende, dat ik toch maar liever had, dat ze niet kwam. Om olie op de golven te gooien, heb ik beloofd niet later dan twaalf uur thuis te zijn. En nou (met een blik op z'n horloge) nou is het half twee. Je zult ziep hoe ze zich zelf heeft zitten opwinden. Mordan blikte angstig rond alsof z'n vrouw achter hem stond. Ze zal weer verschrikkelijk zijn.
11
miuiiniii
iiiiimiiimn
imimm
Een tcaöisch verhaal van een jaarfeest
iriiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiKiMimtmiiiiiiniiiniiiiiiiiil^
George Brunink begon de situatie wel een beetje ongenoegelijk te vinden. Wat kon hij er nou aan doen ? Een man moest z'n eigen lasten maar dragen. Om toch iets te zeggen, beweerde hij: Geef mij de schuld maar. Alex bedankte hem. Alleen ben ik bang, dat het te laat zal zijn. Z'n stem klonk zoo droevig, dat George er onder den indruk van raakte. Kom, ouwe jongen, niet zoo somber 1 Och, jij weet dat zoo niet, jij bent een vrijgezel. Wanneer je het eenmaal hadt meegemaakt, dan zou je anders praten. Je denkt, dat Annie misschien allang in slaap is en ik me dus voor niets ongerust maak. Doch dan vergis je je: Wanneer mijn vrouw een kwaje bui heeft, dan warmt ze zich zelf zoo op, dat ze niet in slaap komt. Ik kan je precies vertellen, wat ze me allemaal
*
Om half twee in den nacht van 15 op 16 Februari liepen twee mannen, in smoking gekleed, ernstig met elkaar te redeneer en. Om den hoek van de Accaciastraat waren ze blijven staan om afscheid van elkaar te nemen. Een van de twee was Alex Mardon, de andere was George Brunink, ook een lid van de Old dozen club. We hebben een prettigen avond gehad, George, zei Mardon, ik heb d'r weer van geprofiteerd, d'r gaat toch niks boven vriendschap. George lachte. Alexje, spreek je de waarheid ? Hèb je je zoo geamuseerd ? Waarom was je dan den heelen weg zoo somher en zoo zwaartillig. Het is om Annie, George. Jij bent 'm'n vriend, jou kan ik vertrouwen. Ik ben bang om naar huis te gaan. Nonsens, zei de ander, waarom ben je bang voor je vrouw ? Zóo'n aardig, opgewekt wijfje! Annie is een schat, ik geef het toe, jij weet het ook, dat we het gelukkigste paar in de heele stad zijn. Maar als ze 'n kwaje bui heeft, dan is het vreeselijk. Ze kan zich dan geen oogenblik beheerschen en zegt de vreeselijkste dingen, ver-
■■>i^*.
Het oude poortsebouw
De rijkscommissie voor monumentenzorg heofi aan B. en W. van Utrecht geadviseerd om het oude poortgebouw en de daarnaast gelegen antieke boerderij te behouden. Het poortgebouw zal belangrijk worden gerestaureerd.
verwijten zal, maar hoe lang* het duurt, nou dat weet ik niet. En dat is juist het ergste. Je bent doodmoe, je hebt een glas wijn extra gedronken, je woudt zoo graag je hoofd op het kussen leggen en slapen ... Neen hoor, niets van dat alles. Wel een scherpe stem die maar aldoor kijft, kijft, kijft... Br, 't is vreeselijk. Ik hoorde dat geluid den heelen weg door. Alexje, we hebben bij het afscheid nemen een oognacje te veel gedronken en ik denk, dat dit je meer in je bol suist dan Annie d'r stem. 't Is zonde, hoe jij over dat lieve wijfje praat.... Man, ze is een schat. En ik houd dol veel van d'r, maar ... Nöu adjuus, 't beste. Sterkte en moed. Met die woorden ging George den hoek om, naar zijn eigen kamers. Mordan liep alleen verder. En hij liep te prakkizeeren over alles en nog wat. Over z'n jongezellen leven, z'n huwelijk . met Annie, hun knusse pleiziertjes, hun kleine onaangenaamheden. Jammer dat ze nooit een kindje hadden gehad. Misschien lag het daaraan, dat ze soms zoo vinnig humeurig kon zijn. George had goed praten, zoo'n vrijgezel. Eigenlijk toch 'n onzin, dat een man bang moest zijn voor zijn eigen vrouw, omdat hij wat later thuis kwam van een partijtje. Waarom mocht je niet naar een vriendendinertje gaan ? 't Was toch maar erg, wanneer je wist, dat je vrouwtje zich daarover lag op te winden ... En zoo liep Alex verder te pruttelen. Totdat hij bij de laatste zijstraat kwam. Toen beg9n hij te tellen, 't Was een gewoonte van hem, waarover hij nooit met iemand gesproken had, dat hij om den hoek van de laatste zijstraat altijd begon te tellen, totdat hij bij zijn huisdeur was. Twee en dertig ... drie en zestig ... Hij wist precies hoeveel stappen het waren ... twee honderd en drie en negentig stappen en hij was thuis. Onwillekeurig telde hij verder. Zelfs in z'n onderbewustzijn heerschte de vrees voor 't thuis komen en zoo gebeurde het, dat hij zijn eigen woning voorbij liep en weer terug moest. Alex stond een oogenblik stil en redeneerde met zich zelf over die idiote angst voor zijn vrouw, de onrechtvaardigheid van Annie. En hij voelde zich diep verlaten en verongelijkt. Plotseling drong een stem tot hem door. 't Was blijkbaar van een man en een vrouw. Hij hoorde hün stappen en het zeurig gedrein
:
■
■-■■■^"
———
^mm^mmm^
^-n
van de kijvende vrouwenstem. En direct daarop hoorde Alex weer Annie's stem door z'n hersens gaan. Opnieuw schrok hij op> Een plotselinge knal klonk door de stilte van den nacht, 't Was als een revolverschot. Doch Alex kon niet aannemen, dat in een zoo rustige straat als de zijne iets dergelijks kon gebeuren. 't Was waarschijnlijk iemand die hard een raam dicht trok. Hoe laat was't nou eigenlijk? Alex keek op z'n horloge. En bij het licht van een straatlantaarn zag hij, dat het al bijkans half drie was. En Annie die wachtte. Alex nam ineens een besluit on liep recht op z'n huisdeur af. Nu hing alles er van af of hij rustig on stil naar boven kon komen. Tien tegen een dat Annie om half drie in slaap was gevallen. Wanneer hij eenmaal in bed lag, zou het gevaar veel kleiner zijn. Vol trotsch wist hij het te bereiken, dat hij geluidloos in de hal van z'n eigen huis stond, de voordeur achter zich dicht had gedaan. Van boven klonk geen enkel levensteeken. Het eerste haltepunt op de gevaarvolle reis was bereikt. Gij kunt het u moeilijk indenken, hoe trotsch Alex zich voelde, dat hij zoover al was gekomen. Een licht geluid dat hij meende te hooren, nadat hij z'n stok in den bak had gezet, herinncide hem eraan, dat hij nog geen victorie mocht roepen en het maande hem tot grootere voorzichtigheid aan. Nog zoo'n geluidje en de lichte slaap van z'n vrouw was wellicht verstoord. Voorzichtig trok Alex z'n schoenen uit en zette den eersten stap op de trap. Hij klom naar boven met bewegingen, zeker als die van een koorddanser. Z'n sportieve aard ontwaakte en hij kreeg pleizier in het geval. De lantaarn voor de deur lichtte hem voldoende bij. 't Was toch maar 'n prettig huis, het zijne. Hij bereikte de slaapkamerdeur. Systematisch als een puzzlespeler, voegde hij beweging aan beweging, totdat eindelijk de deur geluidloos zoover open was, dat hij er door kon glippen. Voorzichtig ook werd zij weer gesloten. Het
MAAK! EEN5 KENNI5 MET MI55 BLANCHE ROYAL
HET TOONEEL IN DE HOOFDSTAD OLLY-POLLY IN HET CENTRAAL THEATER
V.l.n.r: Louis de firee, Sylvain Poons. Jean Janssens
Een goede operette zonder zoetvloeiende en welluidende muziek, zunder goed stemmateriaal, is een oud, verschrompeld moeizaam voortstrompelend bestje. Kuchend en steunend, hortend en stootend gaat ze van acte tot acte en als, bij het vallen van het gordijn, de toeschouwers, der traditie getrouw, in de handen klappen, is dat misschien meer- uit blijdschap, dat 't stuk uit is, dan uit dankbare voldoening. De zaal is onder de voorstelling angstaanjagend kalm, de fijnste grappen en de best bedachte regisseurtrucjes missen hier effect in die Siberische stemming. Laat echter van het tooneel af de stemmen vroolijk opklinken en iets wakker schudden in het luisterend publiek, laat opwindende muziek het vastgrijpen in haar heerlijke en sterke boeien en uw intrigue, uw stuk is bijzaak geworden. De groote toovenares die muziek heet, zal het pleit beslechten. 't Was een niet genoeg te prijzen idee van Louis de Bree, om aan zijn wakker troepje twee zulke goede stemmen toe te voegen: Fientje de la Mar en Jean Janssens. Zij beiden stelen met hun liedjes het hart van het publiek, Kollenberger, de kapelmeester, voert lustig zijn orkest aan, Louis de Bree en Sylvain Poons doen het lachen met hun onbetaalbare mimiek. Als u dan nog wilt bedenken, dat het stuk aardig is, dan kunt u zich hel succes verklaren van Olly-Polly. Harold Wills (J. Janssens), de filmacteur, vangt alle jonge mèisjesharten door zijn spel. Bij dozijnen komen zij hem haar liefde verklaren, een hulde, die hij, blasé geworden, onverschillig naast zich neerlegt. Maar 't zou geen amerikaansche moeten zijn, die Olly, wanneer zij zulk een verwend mannetje niet onder haar juk zou weten te doen buigen. Zij, de aardig uitziende Fientje, vermomt zich als de afschuwelijk uitziende huwelijkspretendente, die Harold zocht om aan zijn contract te ontkomen. Pas na den huwelijksnacht moet Harold zijn eigen vrouw veroveren, weer helaas ten koste van zijn vriend (Louis de Bree), die successievelijk al zijn verloofden van zich zag wegloopen en in aanbidding neerknielen aan de voeten van den verafgoden filmheld. Sylvain Poons is de onbetaalbare huisknecht en toegewijde dienaar van zijn meester. Annie de Bree-Bakkex het verdoolde schaap, dat bij haar vroegeren verloofde weer in de pas moet komen. REMUDA.
lantaamlicht viel door het glazen bovcngedeelte van die deur en zoo kon Alex ook den wég vinden in zijn eigen kamer. Zijn jas en zijn vest waren spoedig uit en hingen in een ommezientje over den stoel. Hij deed ook zijn boord af en zonder geluid te geven lag het. op de toilettafel. Nog een paar minuten, zoo troostte Alex zich dan, lag ook hij rustig in zijn helft van het dubbele bed. Maar zoo dicht bij de overwinning kwam de terugslag. Hij hoorde een heel lichte beweging. En zoo overspannen waren zijn zenuwen, dat dit lichte geritsel hem als een duidelijk merkbare beweging toescheen. En Annie's stem klonk in zijn ooren. Het koude zweet parelde op z'n voorhoofd. Alles voor niets. Scherp en onverbiddellijk kwam de stroom van verwijten los. Hij poogde den stroom te keeren, maar al door heftiger, scherper, met snijdende verwijten hoorde hij Annie, uit elk vriendelijk bedoelde opmerking haalde zij het bittere, elk verweer was een aanleiding om een nieuwen grond te vinden voor haar verontwaardiging en woede. Van alles werd er bij gehaald. En terwijl die stem in zijn ooren klonk, hem razend maakte, worstelde hij met een hemdenknoopje, dat niet los wilde gaan. Wanneer het licht maar pp was geweest, dan zou het makkelijker gaan. Had hij maar lucifers. Opeens viel het hem in, dat er een doosje op Annie's nachtkastje stond. Hij ging er voorzichtig heen, tastte met zijn vingers.... De spottende stem van de vrouw klonk in zijn ooren. Neen ik ben niet dronken. Ik zoek alleen maar lucifers, verdedigde hij zich. Wanneer het licht maar .op was, dan zou ze wel inzien, dat haar verwijten onbillijk waren. Een enkele kaars was voldoende. En Alex zocht verder op het nachtkastje naar het doosje. Doch zijn vingers ontmoetten 'n ander vooiweip. Een schaar. Gelukkig. Een schaar, daarmee kon hij ook zonder licht het weerspannige hemdenknoopje overwinnen. Heerlijk, de moeilijkheden waren bijkans verdwenen. Doch Annie's stem bracht hem weer tot de werkelijkheid terug. Zij maakte hem vveer even ellendig, als toen hij van George afscheid nam. Waarom kom je eigenlijk thuis, niet voor mij. Iedereen spreekt d'r over dat je me opzettelijk verwaarloost.., . Onzin. Ja, blaf me maar af. Nou weet ik waarom je terug bent gekomen. Alléén om me af te blaffen. Waarom piobeer je me
't Van „vrouw tot vrouw" Wel een der meest interessante foto's tijder.s de tochten der Koningin genomen.
C»
niet kwijt te raken. Als je 'n kerel was en geen lafaard, dan zou je 't maar ineens doen, inplaats van me zoo te martelen ... Alex kon het niet helpen, maar hij moest om zooveel dwaasheid lachen. Stel je voor, hij zou Annie vermoorden. Natuurlijk, lach maar. 't Is aardig, dat is wat je altijd gedaan hebt, me uitgelachen. Jij en je hcele familie. Je moeder, je zusters. Annie. Nou is 't genoeg.... Doch de stem ging maar verder, de meest absurde verwijten makend. Hij kon het niet langer uithouden en hij strekte zijn hand uit om haar bij de schouders te "grijpen. Schei er nou uit, dadelijk, ik verkies het niet langer te verduren. *** Alex dacht, dat wanneer hij Annie maar eens flink door elkaar schudde, dat ze dan wel plotseling zou bedaren. Een schok had haar wel ereis meer tot haar zelve gebracht. Hij greep in het donker naar de beddelakens en zocht naar haar schouders. En net als hij meende haar lichaam te grijpen hoorde hij een gil. Een gil, zoo schrikkelijk, als hij er nog nooit een gehoord had. Die vulde de heele kamer. Een venster stond open, daardoor vloog het geluid de straat op, weerkaatste tegen de muien van de andere huizen, 't Scheen Alex toe, alsof die gil wel door honderd anderen werd gevolgd. Vreeselijk. Vreeselij k I Alex voelde hoe hij beefde. Hij kroop als het ware automatisch terug, weg van 't bed. Totdat hij plotseling tegen het nachtkastje stootte. Hij tuimelde voorovei, greep met zijn handen in het bed en... voelde iets warms. Annie, riep hij uit. Een ijzige schrik had zijn hart vastgegrepen; . • Annie. Geef ereis antwoord, lieveling. Wat is er, spreek toch. Geen geluid antwoordde op het zijne% Het was stil in de kamer. Vreeselijk, hoorbaar stil. In Alex ooren trilde de gil nog
geslagen ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van het koninklijk echtpaar.
na. Zou hij dat geluid ooit kwijt raken ? Hij probeeide Annies naam nog eieis te roepen, maar hij kon geen geluid voortbrengen. Langzaam maar met vrecselijke zekeiheid diong het in zijn hersens door, wat hij gedaan had, de oorzaak van den vrgeselijken gil, de reden van de daarop volgende stilte, de grond waarom Annie hem geen antwoord kon geven. Hij begreep wat het warme geweest was, dat zijn hand gevoeld had. Hij hield nog steeds de schaar vast. Buiten klonken regelmatige voetstappen. Alex wierp het raam open en zag hoe twee politieagenten nadeiden. Hij riep hen. Zij keken naar hem op en in hun gezicht was verbazing noch schrik. Natuurlijk, zij waren mannen, op wier geweten geen vreeselijke bekentenis drukte. Alex vreesde en haatte hen. Maar boven alles was hij gelukkig, dat andere menschelijke wezens naderden. Wanneer hij nog langer alleen zou zijn gebleven, dan was hij zeker gek geworden. Toen de politieagenten vlak bij zijn huis stonden riep hij hun toe: Wacht hier even. Ik kom. direct naar beneden. Ik heb m'n vrouw vermoord. Bij ongeluk .... Hij ontving de mannen in de zitkamer beneden. Een van hen had het licht opgestoken. Alles zag er keurig uit, zooals dat in de kamers van welgestelde menschen zonder kinderen gewoonlijk is. Alleen was het er koud. Alex was in een stoel neergevallen en de politiemannen stonden terzijde. Voor de vierde maal sprak Mardon de zelfbeschuldiging uit: Ik heb m'n vrouw vermoord, 't Was bij ongeluk, dat kan ik bezweren .... De agent zei niet veel. Hij trachtte door zijn houding den overspannen man wat te kalmeeren; Kom maar even mee, mijnheer. Opnieuw schrok Alex. En met een stem waaruit de angst duidelijk sprak; zei hij: Ik wil alles doen wat ge wilt. Maar mee naar boven ga ik niet.
Dat is ook niet noodig, mijnheer Mardon, zei de andere agent. Alex herhaalde ook tegenover hem, dat hij den moord bij ongeluk had gedaan. Ik wil niat zeggen, dat het de schuld van mijn vrouw was, dach het gebeurde als het ware vanzelf. Ze bleef maar tegen me kijven en me plagen. En ze hield niet op. Zoo, zei de agent meewarig, intusschen keek hij overal rond in de kamer. Ik had die verwijten al wel duizend keer gehoord. Ik wou haar alleen maar tot haar zelf brengen en toen gebeurde het van zelf met de schaar. Een uitroep van één van de agenten deed hem schrikken. Hij had van den schoorsteen mantel een stuk beschreven papier genomen. Toen Alex 't zag, bemerkte hij direct, dat het de inkt was die Annie in den regel gebiuikte en dadelijk daarop onderscheidde hij Annie's handsc hrift, de groote, duidelijke letters. Een ellendig gevoel kwam over hem. Hij zonk nog dieper in den stoel en met z'n hoofd in de handen begon hij te snikken. De eene agent gaf den ander een wenk, deze nam een glas van een tafeltje, deed er wat in uit de flesch die er bij stond en vulde dit aan uit een spuitwaterflacon. Kom mijnheer, drink ereis hier wat van. Dat zal je wat opkikkeren. En dan lees den brief eerst. Het duurde wel eenige minuten eer Alex zoover was dat hij den brief kon lezen. Lieve man. Ik hoop, dat je je vanavond op het feest van de club goed zult amuseeren. Ik gun het je van harte, want het moet vreeselijk leuk zijn, zoo z'n oude vrienden weer ereis te zien. Daarnet weid ik door Lize opgebeld. Je weet wel, m'n vroegere schoolvriendin Lize Rowney. Zij is in de stad en logeert in het Grand hotel, ze vroeg of ik bij haar kwam en bleef slapen. Ik heb geprobeerd om je op te bellen, maar ze waren voortdurend in gesprek. Btl me morgen vroeg op. Óf beter, kom
De elndelooze vlakte me halen, dan kunnen we met ons drieën, Lize, jij en ik, samen gezellig lunchen. Met vele kussen, je liefhebbend vrouwtje. Weer wat beter, m'nheer, vroeg de agent, met een gezicht waarvan geen krimpje vertrokken was. Alex keek hem ereis aan om poolshoogte te nemen. Ik hoop, dat m'nheer smakelijk gegeten heeft, zei de een. Ik geloof het wel, zei de andere, tenminste ik hoorde mijnheer een heelen tijd boven in zich Zidf praten en ik kon er maar niet uit wijs worden waarom en tegen wien het was. Ik geloof, dat u een sterke verbeelding heeft, mijnheer Mardon. Maar u kunt er zeker van zijn, dat een politieagent weet wat mondje houden beteekent. Alex was heelemaal niet op z'n gemak. Zoudt ge ook willen beweren, brigadier,. dat ik zoo gegild heb ? Of wou je me soms wijs maken, dat er heelemaal niet gegild is? Dat niet, m'nheer. Een stelletje van die straatslijpers hebben op den hoek van de straat, verder op, staan ruzie te maken. En toen het den man begon te vervelen, heeft ie de vrouw een sla.g om d'r hoofd gegeven. Zij heeft toen gegild. Mensch je kon het mijlen ver hooren. We hebben den kerel nagezeten, maar we konden hem niet krijgen ... Dat is alles. Heeft mijnheer ons nog soms noodig, anders gaan we .... Als je me wel even helpen wilt, brigadier, geef me dan nog een beetje whisky met spuit. En toen hij die uitgedronken had, zei Alex met 'n stijfhoofdigheid, menschen, in zijn omstandigheden eigen: Enne.... zie je brigadier, 't Was toch allemaal m'n vrouw d'r schuld. Waarom, zie je, heeft ze d'r schaar, zie je, op het nachttafeltje laten liggen, dat hoort niet, zeg ik.... De agenten luisterden allang niet meer. Ze hadden net de voordeur achter zich dichtgeslagen.
I 0(555 (g5)35)(Sgiö®i3e)(^)e6>(5e)(26)(3©(5e)<SS)(S5>(5®05x5S>(Se»
aexS5)
NATUURLIJKE HISTORIE VOOR DE JEUGD DE DICHTER' Een Kool Is Iemand met twee ooien En aan weersKanten een boren. DE SCHOOLMEESTER.
Verschil van opvatting. Jacobs (gelukkig getrouwd): Mijn vrouw is een engel I Karels (precies het tegenovergestelde): De mijne is nog in 't leven I Een kleine koopman. Jantje: Meheer, kunt u ook 'n jongen gebruiken, die op den winkel past als u even weg moet ? Kruidenier: Maar beste jongen, ik ga nooit uit den winkel. Jantje: Toch m'njieer. Kruidenier: Och houd je mond, kwaje jcrtigcn. Jantje: Neen meheer. U zal wel moeten. Want uwes zoontje ligt in 't water.... Misverstand. Bezoeker:, Geef me nog een glas bier. Ik wacht op een dame. Kelner: Donker of licht? Bezoeker: Zeg brutale kerel, wat gaat jou dat aanl 'n Ijdeltuit. Mijnheer van Ingen was door een auto overreden, terwijl hij met zijn vrouw aan het wandelen was. Op het politiebureau dient hij zijn klacht in. Weet u ook bijgeval het nummer van de auto ? Jawel m'nheer, terwijl ik overreden ben, zag ik dat er het jaar van m'n vrouw haar geberorte op stond. Waarop mevrouw van Ingen haar man bij den arm trok. Och kom Mannie, zoo erg is het toch niet aangekomen. Laten we mijnheer den commissaris niet langer ophouden.. . Galgenhumor. Eenige boeren, die door de overstrooming groote schade hadden geleden, bespraken de plannen, die indertijd te berde waren gebracht om bijtijds het water te keeren. _ Hoe staat het eigenlijk met die plannen? vroeg A. Och, antwoordde B, ik denk dat ze ook in het water zijn gevallen. Hij wist te veel. Fritsje komt huilend uit de school. Wat is er, jongen, vraagt z'n moeder. Ik moest schoolblijven. Waarom ? Omdat ik meer wist dan de andere jongens. Wat wist je dan ? Och,- de meester vroeg, wie den kikvorsch in den inktpot had gedaan en ik was de eenige die het wist.
Een dichter Is Iemand met wuivende haren, Met smachtende ooöen, die hunüerend staren. Hij staat bij de meesten als „schunnig" te boek, Van weöe zijn chronisch gerafelde broek. Heeft-hij daarenboven een lap op z'n Knieën, Dan telt men hem evenwel tot de genieën. Die zijn in de wereld geweldig getapt, Daar niemand ze in hun verhevenheid snapt. Voorts zijn er poëten die treurspelen dichten, Behept met door droefheid verwrongen gezichten; Ze gaan onder kommer en zorgen gebukt, Wijl nimmer een letter van hen wordt gedrukt. Vervolgens bestaat ook de klasse der taaien. Der drogen, der hypervervelende saaien. De soort, die in verzen historie verhaalt, En die men gewoonlijk per meter betaalt. Een dichter in vuur is door niemand te stuiten. Het slaat in zijn hoofd en het schiet In zijn kuiten, Hij dicht met genoegen zich hartsükkedood. Hij dicht met zijn kunst zelfs een lek in de goot. 't Is desondanks vreemd, dat er geen van die lichten Schatrijk is, of ooit millionair werd van 't dichten. Maar 't is ook slechts „naam" waar een dichter naar (streeft, Ofschoon daar de Bank geen rijksdaalder op geeft.
I
Zeer velen verbeelden zich „dichter" te wezen. Ook ikl Maar hoe langer hoe meer ga ik vreezen, — Hoewel mij bewegend op rijmersterrein — Dat 'k nimmer een Vondel of Tollens zal zijn. Maar toch zweer ik graag, op mijn eer en geweten. Dat 'k liever niet ruilen wil met die poëten, Al ware hun naam nog wel tienmaal zoo groot.... Want ik ben nog levend en zij zijn al doodl DIRK DE BOER.
(SQ9 9C)<9g)(3g)(3g><9S>(eg>Q6)(3g)(9g)!ac5Q0{3g)(Sg)CQg>
Een belangrijk iets. Mammie welke jurk krijg ik aan voor het partijtje van vanavond. Dat weet ik nog niet, dat moet ik nog even nakijken. Hè mammie, doe het dan direct, want ik wou zoo graag weten of ik me voor 'n ronden of voor een vierkanten hals moet wasschen. Een bewijs. Mannen zijn meer dan vrouwen. Was de man niet het
eerste menschelijk wezen, dat geschapen werd ? zoo beweerde hij. Onzin, zei zij. De vrouw is het meest waardevolle schepsel en... ik zal het je, bewijzen ook. Als jij een moeielijk vraagstuk moet oplossen, doe jij het dan direct voor goed of eerst in klad ? Natuurlijk eerst in klad, zei hij. Zie je nou wel dat ik gelijk heb, de man is niet het beste, eerst kwam het klad en toen het goede I
Hatelijk. Zij: En heb je de van Braveren toch nog gevraagd? Hij: Ja natuurlijk. Maar ze hebben geschreven, dat ze niet kwamen Zij: Vergeet vooral niet om ze een vriendelijk bedankbriefje te schrijven. Uit de kinderkamer. Een geweldig geschreeuw werd uit de badkamer gehoord. Moeder liep er vlug heen en daar vond ze kleine Wimpie na z'n werkelijk bad, badend in tranen. Wat is er gebeurd Wim ? O moesje, die akelige Bob heeft m'n handdoek in het bad gedaan en nou heeft ie me nog natter afgedroogd dan ik was. M'n neef Janssen beweert, dat hij niks niemendal geen vertrouwen meer in handboeken heeft. Onlangs kocht hij op de markt voor 30 ets een boek om in drie dagen hypnotiseeren te leeren. Prachtig, dacht hij, dat leer ik. Kun je hypnotiseeren, dan krijg je alle lui, die om een fooitje komen van de deur, heeft je vrouw behoefte aan een nieuwe japon, je brengt haar in slaap en ze zet geen been buitenshuis, je schoonmoeder kun je het praten af leeren, je jongsten zoon het slaan op de trommel, welke die her ... .rde neef (dat ben ik) hem op z'ii verjaardag heeft gegeven. M'n neef Janssen wilde dus, te zijnen bate, iedereen in slaap brengen. Met als gevolg ? Nadat hij tien bladzijden in het handboek over het hypnotiseeren had gelezen, viel hij zelf in slaap ...
Voorzichtig. Zoo, lieve jongen, zei de mijnheer die wilde aanbellen, weet je ook of je moesje thuis is ? Wacht u een oogenblikje mijnheer, zei de „lieve jongen", ik zal Marie even roepen, die weet precies wat ze zeggen moet als u komt.
Na het bal-masqué Zoek je de sleutel ? Neen die zll in m'n vestjeszak Maar ik mis den schroevendraaier om m'n harnas open te maken. (Gaiety)
Billlike berekening Mijnheer: Ik zie dat een van mijn overhemden In tweeën van de waschvrouw Is terugkomen. Huishoudster: Maar ze berekent 'tslechts eens (Gaiety)
HET MEISJE UIT HET SLOP
I
1
\ Het nieuwe tafelgerei. Mevrouw: Hilda, wat hebben we noodig voor 't middagmaal ? Hilda: 'n nieuw servies, mevrouw, ik ben daar net met den dienbak in m'n handen over het karpet gestruikeld.
M00R H tT
BESTE
ROT LOOD
mmm^mf^^m^mmm^mmmmm^^^^^m^^mmÊÊÊÊtmmi
Toen Dr. .Buiding, de jonge medicus, die zich' zoo zeer voor social« kwesties interesseert, 's avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot hij naar huis te wandelen, daar de fnssche lucht hem een verkwikking was na de benauwde atmosfeer der kamer vol rook. Het gesprek had een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan het hart lag en hi| was blij, thans bevrijd te zijn van zijn lichthartige kameraden. Onderweg redt hij een meisje dat zich wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar huis en verpleegt haar.
Hij reikte haar een glaasje medicijn. „Je zal me toch niet verdoove en opsluite, zooas ze dat met de meissies in de boeke doen ?", vroeg zij zacht. „Je kunt gerust zijn", sprak Burding. „Dit dient alleen om je een rüstigen nacht te bezorgen na je avontuur." Het amuseerde hem, te zien, hoe Elsie hem eerst lang en aandachtig bekeek, voordat zij hem geloofde. „Wel, je ben wel te vertrouwe, denk ik", sprak zij tenslotte en dronk den inhoud van het glaasje vlug op. Toen verdween zij gehoorzaam naar de kamer, die hij haar gewezen had. Eenigen tijd staarde Burding haar na. Toen keerde hij terug naar zijn stoel bij den haard en vulde zijn pijp. „Ik ben er nu mee begonnen," mompelde hij, „en ik zal hen laten zien, wat ik doen kan." Toen Elsie Browning den volgenden morgen wakker werd, kon zij haar oogen nauwelijks gelooven bij het zien van de haar geheel vreemde omgeving. Toen het gebeurde en de beloften van den vorigen avond haar in de gedachte kwamen, durfde zij nauwelijks adem te halen, uit vrees, dat alles slechts een wonderschoone droom zou zijn. Ze bestudeerde het aardige behang en de helder witte gordijnen; eerbiedig streek ze haar hand over de zachte wollen dekens, die haar bedekten. Al spoedig werd ze gestoord door de verschijning van juf houw Border, die een blad droeg, waarop een heerlijk ontbijt was gelegd. Juist wilde Elsie haar blijdschap hierover uiten, toen iets in de uitdrukking op het gezicht der huishoudster haar daarvan terughield. „Denk maar niet, dat je dat eiken morgen zoo krijgt", sprak die dame, „maar je kuirnt nu niet opstaan; je hebt geen kleeren". „Wat bedoel je", vroeg Elsie verwonderd. „Ik' had mijn kleeren toch nog gisiteravond." „Die vodden? Die waren te vuil om te bewaren. Die zijn verbrand", zei juffrouw Border boos. „Hé, wat mot ik zonder kleere doen? Wat wil je ? Heb je me kleere verb rand, dat ik niet zal wegloope ? Een ik gevangen ? Je zal merreke, dat ik te slim ben voor zoo'n spelletje; ik ga toch weg, al mot ik in die nachtpon gaan." „Doe niet zoo dwaas", antwoordde juffrouw Border bits; „ik wou, dat je maar wegliep, al draag je ook mijn «nachtjapon, ik zal ze toch nooit meer willen dragen. Maar je zoudt mal wezen, als je het deedt, want mijnheer heeft mij geld gegeven om nieuwe kleeren voor je te koopen." „Nieuwe kleeren I" schreeuwde Elsie; „wel mensch, dan is-t-ie zeker verliefd op me ge worde!" Juffrouw Border barstte in vroolijk lachen uit. „Niet erg!" zei ze; „ik weet niet, om welke reden, maar hij is een
man, die het heele huis onderste boven zou laten keeren vbor de een of andere dwaze gril." Met deze woorden verliet juffrouw Border de kamer, terwijl zij de deui hand achter zich dichtsloeg. „Ouwe kat", mompelde Elsie, en toen bekeek ze aandachtig alles wat op het blaadje stond. Een mooi versch ei, wat geroosterd brood, heerlijke boter! En dat alles voor haar! Ze nam een slok thee en al. heel gauw had zij haar ontbijt genuttigd. Spoedig daarna kwam juffrouw Border terug en droeg een groote tinnen badkuip. „Je kleeren zijn gekomen", zei ze. „Ben je dan uit geweest", vroeg Elsic verwonderd. „Wel nee, kind, denk je dat ik niets anders te doen heb, dan voor jou te zorgen? Ik bestelde ze per telefoon", sprak juffrouw Border bedaard. „Je hebt een kleine maat en ze zullen wel nassen." „Wat ga je nou doen ?" vroeg Elsie, die juffrouw Border nieuwsgierig gadesloeg.
BEKENDE MUSICI
Harold Bauer geboren 28 April 1873 te Londen, een der eersten onder de tegenwoordige pianisten.
WÊ^^mmmmmmmmmmmmmm
zij het bovenste knoopje open, waardoor de japon haar meer voldeed. Toen ging zij naar de keuken, waar zij door juffrouw Border begroet werd: „Wel, wel, je bent geen. schoonheid, maar je bent helder en. dat is heel wat! Maar waar zijn het kraagje en, de manchetten ?" „Die doe ik niet an", sprak Elsic op een beslisten toon. „Dat doe je wel, als je als dienstnwysje hier in huis zult blijven. Ik ben baas over de keuken", zei juffrouw Border beslist. „Het kan me niet schele; je hebt me niet gekocht, je hoef zoo'n drukte niet te make, hoor!" „Zoo mag je volstrekt niet tegen mij praten, begrijp je dat? Ik ben reeds langer dan zeven jaar hier huishoudster en als ik verteil, hoe je tegen mij uitvalt, wordt je onmiddellijk weggestuurd' Doe dus vlug je kraagje en manchetten aan, zooals ik dat verlang; ik zal ze even voor je halen!" Elsie gehoorzaamde; ze begreep, dat, wilde ze hier blijven, er voor haar niets anders op stond. Ze moest nu di' kamer vegen en haar bed opmaken, maar deed het zóó slordig, dat juffrouw Border haar verontwaardiging niet langer bedwingen kon: „Als het niet was voor Dr. Burding, dan liep ik zoo het huis uit!" Ze wees Elsie, hoe ze haar bed moesit opmaken en gaf haar instructies voor het vegen der kamer. Elsie zette zich aan het werk; tranen van ellende mengden zich met het water in den emmer en zij haatte de vrouw, die zoo duidelijk liet blijken, dat zij haar te veel was. Toen zij naar de keuken teiugging, stootte zij bij ongeluk den emmer tegen den poot van de tafel en de halve inhoud liep over den vloer. „Jou, dom, onhandig kind", riep juffrouw Border, „dat doe je zeker expres!" „Leugenaarster!" antwoordde Elsie. „Nou, dat doel de deur dicht; ik zal Dr. Burding, zoodra hij thuis komt, eens vertellen, hoe je me genoemd hebt en dan zullen we .■cns zien, wat hij ervan zegt!" „Het kan me niet schelen!" barstte Elsic uit; „ik ben hier niet noodig; en ik wil niet bij je blijve; ik haat je en ik ga liever weer naar de rivier: o, had ie me maar late verdrinke!" „Wees stil", suste juffrouw Border plotseling. Ze hoorde den sleutel in de deur steken. ,,Daar is mijnheei ; waarom zou hij zoo vroeg zijn thuisgekomen ?" Maar Elsie had haar emmer en borstel in den steek gelaten en vloog naar de slaapkamer om zich daai te verbergen.
„Je bad klaar maken", luidde het antwoord. ; Een oogenblik was Elsie stom. van verbazing; toen kroop ze snel onder de dekens. „Wat scheelt er aan ?" vroeg juffrouw Border. Aarzelend vroeg Elsie: „Ga je me bade ?" HOOFDSTUK III. „Nee hoorl Je bent oud genoeg, om het zelf te doen, hoewel ik geloof, dat „Wel, juffrouw Border, hoe maakt onze je er niet al te veel ondervinding van pas aangekomene het ?" vroeg Burding, hebt", zei de huishoudster. toen hij de kamer binnentrad. Ze verliet de kamer en kwam spoedig „O, zij is best, mijnheer; maar haar met heet water terug, welk zij in de bad- manieren zijn het niet!" zei de huishoudster kuip stortte. hoofdschuddend. „Lieve hemel!" riep Elsie uit, „wat wor' „Hé, wat is dat ? Slechte manieren, zegt ik schoon!" u", vroeg Burding, haar doordringend aan„Nou, en schiet maar vlug op; hier zijn ziend. je kleeren", sprak juffrouw Border, terwijl „Ja, onbeschaamd en brutaal!" antzij een pakje op een der stoelen legde. woordde juffrouw Border verontwaardigd. Toen Elsie tenslotte zich gewasschen „Het is goed!" zei Burding btuusk. en gekleed had, ging zij naar den spiegel „Breng mij mijn lunch en stuur haar en bekeek zich zelve. bij me." Zij scheen niet erg voldaan over haar Juffrouw Border verwijderde zich en tereigen beeld. wijl Burding op zijn bezoekster wachtte, Zij droeg een zwarte japon, zooals de trachtte hij zich voor te stellen, hoe zij dienstmeisjes 's middags dragen en het er wel zou uitzien, maar hij kon zich niets kleurde slecht bij haar bleeke tint en bij anders herinneren dan den gejaagden blik de kleur.van haar haar. in haar grijze oogen. Die hals was haar te nauw; dus liet (Wordt vervolgd.)
—
Een ideale stad voor sommige bestrijders van de bioscoop is Anroy, een plaats in Zuid-Chma. Deze telt 120.000 inwoners. Er is geen enkel cinema theater en ook andere amusementsgelegenheden ontbreken er geheel. De parlementsverkiezingen in Tschecheslowakije hebben dezen keer gestaan in het moderne teeken van de film, het nieuwste propagandamiddel. De partijen van de candidatenlijst no. 22 hadden de beschikking over vier Ememann-apparaten, die zij 'in dienst van hun veldtocht stelden. Na beëindiging van hun redevoeringen vertoonden de sprekers nog een film, die speciaal voor dit doel vervaardigd was en het slot was, dat de partij kon bogen op een toename van 370.000 stemmen.
Het is waarschijnttjk weinig bekend, dat een zoon van den beroemden schrijver, Charles Dickens, nog in het leven is. "Sir Henry Fielding Dickens, zoo is zijn naam, werd een dezer dagen 74 jaar oud. Hij is een rechtsgeleerde. In Frankrijk is boogschieten tegenwoordig de meest moderne sport. De dames doen er dapper aan mee en verschillende clubs zijn door de moderne boogschutters gevormd. Als costuum dragen de vrouwelijke leden meestal een groen fluweel jachtpak met een soort rijbroek. Op het hoofd een baret, met een gesp, waarop het wapen van de club zit en een reigerveer.
Ook Emil Jannings, de bekende duitsche film-acteur is door een amerikaansche filmindustrie, in dit geval door de ,,Famous Lasky", naar zich toe getrokken. Men beweert, dat hij een contract voor drie jaren heeft weten te krijgen. De Sennar dam, welke door den engelschen hoogen commissaris in- Engeland Lord Lloyd zal worden geopend is een der wonderen van de wereld. Door middel hiervan wordt het water van den Nijl tegengehouden, waarvan dan gebruik gemaakt wordt om groote stukken land te besproeien, waardoor dit vruchtbaar wordt gemaakt en geschikt voor de beplanting met katoen. Kort voor zijn dood was Max Länder bezig met een groot fümwerk voor de ,,Albatros". De regisseur Roger Lion, die voor dezelfde firma „Jim la Houlette" en „Der König der Diebe", heeft geënsceneerd, zal zijn arbeid voortzetten. Engeland heeft nog altijd een „officieelen" dichter, de z.g. Poet laureate. De tegenwoordige uitverkorene ,Dr., Bridges, laat maar betrekkelijk weinig van zich hoeren en er zijn al menschen, die zich over deze stilzwijgendheid beklagen. Ze verlangen blijkbaar van tijd tot tijd een stukje „nationale poëzie".
Wij, die niet in een wijnland leven, hebben geen voorstelling van de opbrengst van een wijnoogst. In het Journal officiel meldt het ministerie van financiën, dat de oogst in Frankrijk in 1925 heeft bedragen 62.411.166 hectoliters. Dat is 4.657.702 hectoliter minder dan vorig jaar. Men verwacht een stijging der prijzen, daar de voorradige hoeveelheden belangrijk zijn gedaald. De dansgelegenheden k la mode in Parijs, bieden een schitterenden aanblik, daar het gros der danseressen gekleed is in danscostumes van glinsterende stof, bezaaid met goud, zilver en z.g. diamante poeder. In Londen is onlangs een alleraardigste tentoonstelling gehouden, bestemd om de schooljongens een indruk te geven van de practische toepassing van verschillende uitvindingen. O.a. was tentoongesteld een der nieuwste vliegmachines, een treintje -dat met radiq in beweging werd gebracht en bestuurd, trok ook zeer de aandacht. Een voorbeeld dat ongetwijfeld navolging verdient! Dat de film-artisten internationaler zijn, dan welke andere kunstenaars ook, dat staat wel vast. Constance Talmadge bewijst dit ook in haar privé leven. Zij heeft haar amerikaansch burgerrecht gekregen. Vijf jaar geleden was zij door haar huwelijk, grieksche geworden. Nu is ze weer amerikaansche.
Rudolf Valentino heeft een bezoek gebracht aan de Ufa-ateliers op Tempelhof. Hij heeft de opnamen van „Faust" willen maken. Onze foto geeft van links naar rechts Albert Sander, de chef van de buitenlandsche pers-afdeeling van de Ufa. Rudolf Valentino, den bekenden amerikaanschen filmartist, F. W. Murnaw, der regisseur van „Faust", Reachi, den vertegenwoordiger van de Mexicaansche regeering.
CORRESPONDENTIE /. A., Nijmegen. Dezen keer zijn de anecdoten niet zoo gelukkig. Wij zullen trachten de gevraagde portretten te brengen.
^^^———
^m
,
——
ONS SPORTHOEK JE
•■-■'
'■f::'-l:'f^, «
■.■■-.
;""..•■„--'■.-•■'
John Lewis f Op 71-jarigen leeftijd is dezer dagen te Bradford overleden: John Lewis, vice president van de Football Association, tevens directeur «n mede oprichter van de bekende eerste klasse prof. club The Blackburn Rovers. De voetbalsport heeft aan Lewis ontegenzeggelijk veel te danken. Bijna 60 jaar heeft hij die sport gediend, 'eerst als speler, later in bovengenoemde functies. Nog slechts een dik half jaar geleden maakte hij als leider van het team de Australische voetballoer mede. Lewis was tot voor kort een der beste Engelsche scheidsrechters. In 1920 hadden wij het genoegen hem aan het werk te zien- 't Was in den berucht geworden eindstrijd van de Antwerpsche Olympiade. De regeling der wedstrijden was niet bijster in orde, want toen de I jeschen en Belgen reeds in het veld stonden, bleek dat men vergeten had een scheidsrechter uit te noodigenOnmiddellijk verklaarde Lewis zich bereid de fluit te hanteeren en deed dit ondanks zijn 66-jaren tot ieders tevredenheid, met uitzondering natuurlijk van de Tjeschen, die al spoedig met 2—0 achter waren. Toen een der Praagsche spelers naar ieders meening Coppée opzettelijk trapte en deswege natuurlijk door John Lewis uit het veld werd gezonden.meenden de beeren, dat de arbiter partijdig was en liepen het veld uit. Zoo won ftelgie zonder verderen strijd een olympiade, die de „Koode Duivels" liever op hel groene veld hadden uitgevochten. Juist dezer dagen is hel 50-jarig beslaan der Blackburn Rovers feestelijk herdacht en in alle fingelsche sportperiodicken is loen zeer terecht hulde gebracht aan den man. die medeoprichter was. van een van Albions grootste en krachtigste clubs. Een woord van erkeplelijkheid voor zooveel beiangoozc toewijding aan de volkssport bij uitnemendheid achten wij ook hier on zijn plaats. Nu we t toch over de voetbalsport in Engeland hebben, moet ons iets van het hart. Wie geen vreemdeling in Jerusalem is, weet. dal de bezoldigde secretaris van de Football Association Mr. Wall, de man is, die over het groote lichaam onbeperkt den scepter zwaait. Wat Wall zegt. gebeurt en wie Wall legen zich heeft, kan zijn matten oprollen. Toen Hirschman in 1902 hel plan opperde, over te gaan tol hel slichten van een FI.F. A-, een lichaam, dat te beschouwen zou zijn als een wereldbond voor voetbal, was hel hoofdzakelijk Wall. die. het plan deed mislukken. Toen echter in 1904 Hirschman. gesteund door Frankrijk, België. Nederland en de Scandinavische landen zijn plannen zag verwezenlijken, achtle Wall hel voor Engeland toch beter in den nieuw Ie vormen wereldbond de leiding Ie nemen, dan in zijn „bloole hemdje alleen, als builenslaander. achter Ie blijven Zoo werd de Engelschmnn Woolfall de eerste voorzitter van de F.IF. A. In dien tijd waren de Engelsche Amateurs de leermeesters van de Continentale voetballers en wonnen hun wedslrijdeh, zooals ze wilden. Slechts weinige jaren later waren de voornaamste landen van Europa (voornaamste sportlanden wel Ie verstaan) reeds de gelijken van hun leermeesters. Denemarken— Engeland 2—2. België —Engeland 2—2. Het kleine Holland had zelfs de brutaliteit de Engelsche leermeesters te verslaan (24 Maarl 1912 op Houtrust 2—l). Van dien datum of hebben we Wall's onderhoorigen hier niet meer gezien en komen de Engelschen bij evenluëele aanvragen om interland wedstrijden steeds met uitvluchten. De voornaamste van die uitvluchten is de emaleurquaestie- Engeland wil wel legen België en Nederland spelen doch met profs, omdat onze amateurs, zooals Wall es. opgeven in hun oogen verkapte profs zijn. daar ze vergoeding van reiskosten en loonderving ontvangen- Kranig gevonden nietwaar! Maar Mr. Wall, hebben Uw amateurs geen vergoeding ontvangen voor hun vier uilwedstrijden legen ons Oranje team? Hebben de Corinthians hun toeren naar Zuid-Afrika. Canada. Scandinavië,Tjecho Slowakije, Duitschland en Nederland zélf betaald?. Wij weten wel zeker van niet! En wal lezen we nu over de onderhandelingen voor de nieuwe loer naar Canada? „Ook aan de groote amaleurclub is een verzoek om opgaaf van spelers gezonden. Deze amateurs ontvangen reisen verblijfkosten, te betalen door de F. A. Bovendien ontvangt elke amateur eene som, waarvan hij zijn uitrusting voor de reis kan bekostigen en lol slot een vergoeding voor persoonlijke uitgaven". Leve het Amateurisme! En dat geschiedt door het land, dal zich uit de F.I.F.A. terug trok, omdat deze wereldbond de amateursbepalingen niet scherp genoeg stelde. Of zou hel feil. dal de Engelsche voetballers niet langer de onoverwinbare wereldkampioen zijn aan dit uittreden niet vreemd zijn? VETERAAN
1
,1.
Gooi (l)-H.V.V. (1) te Hilversum
Ajax (0)—Exelsior (1) te Amsterdam Soelmoment.
Spannende strijd.
Voor het Gooi doei.
De keeper van Exels'or redt.
Sparta (4) R.C.H. (0) te Rotterdam De keeper van R.C.H, in actie.
'.më 8 ?W Jnbtleumwedstrijd op de overdekte tennisbaan te Scbeveningen Mcj. Hliien en mej. Hef:ing. die zich in den eindstrijd Dames-enkci-spel wisten te plaatsen.
Internationale hockeywedstrijd te Antwerpen. Het belgische elftal. Het nederlandsche eiftai dat met 2—1 won.
^
Veldloop A. A. B. te Amsterdam Siart bij 't Stadion.
De eindstrijd floretschermen te Rijswijk De deelnemers.
3an Zeesers die den weastriid won, in actie
UIT DE TOONEElr EN MUZIEKWERELD
Frances Berkova
de jeuqdige russische vioiiste. maakt eer tournee door ons land.
Bart Kreeft
Vera Danacopulos
de bekende tooneelspeler. viert zijn 50-jarig jubileum.
gaf in het Concertgebouw te Amsterdam een iiederenavond
vercleegd in het Burgerziekenhui.s te A'dam, ontvangt ook dati bloemen van vereerders.
^
jHISTORISCHE Fl(aURËN|
.
^^^^^—
| EEN ROMAN VAN DEN EERSTEN CONSUL
DOOR MATHILDA MALLINQ »MtMMMUMMt
Rene d'Anjcu, zoon van Lodewijk II, koning van Sicilië en van Yolande van Aragon, werd 16 Januari 1409 op het kasteel van Angers geboren. Van zijn eerste Levensjaren valt niets bijzonders te vermelden. Daar hij de jongste zoon der familie was, scheen hij niet bestemd voor den troon. Zijn moeder, een energieke vrouw en handige diplomate, besloot, zoowel in het belang van de Fransche kroon als in dat van haar eigen vorstenhuis, de graafschappen Bar en Lotharingen met het koninklijk domein te vereenigen. Zij wilde . een huwelijk tusschen haar zoon René en de dochter van Karel II. Eenige tegenkantingen in haar plannen ontving 'zij van een der zusters van den kardinaal en diens zwager, de hertog .van Berg, trok te wapen. Het kind René werd in dien strijd gevoerd, welke tot zijn voordcel verliep en de hertog van Berg werd gevangen genomen. Zoo had in 1420 het huwelijk plaats tusschen de beide kinderen; Isabelle was 1 o jaar en René nog geen 1 21 De toekomstige koning woonde nu bij zijn zwager en zijn oom en verdeelde zijn tijd tusschen zijn studie, die hij nog niet voleindigd had en het onderricht in de staatswetenschappen. Aan het hof werd veel aan muziek en literatuur gedaan en in dit milieu werd het gevoel voor kunst van den jongen hertog zeer ontwikkeld. Men zegt, dat hij een koddig edelman was, flink gebouwd, vriendelijk en gracieus. Door zijn charme werd hij de lieveling der dames en door zijn dapperheid zou hij eens een ideaal ridder worden. Omstreeks 1425 ving hij zijn loopbaan als krijgsman aan. In dien tijd verspreidde zich een zonderling gerucht in ■ Lotharingen. Men vertelde, dat een jong boerinnetje wonderlijke visioenen had en dat zij Karel van Blois en Touraine wilde opzoeken, hem overwinnaar op de wapenen wilde maken en daarna door de heilige zalving tot koning wilde kronen. De hertog van Lotharingen hoorde over dat buitengewone meisje spreken en daar hij met jicht te bed lag, meende hij, dat de bovennatuurlijke macht van dit dweepstertje hem mogelijk zou kunnen genezen. Hij stuurde haar een vrijgeleide en zij kwam. Doch toen hij haar vroeg, of zij zijn kwaal kon genezen, antwoordde zij verontwaardigd, niet daarvoor te zijn gekomen en voegde er aan toe: „Geef mij uw lieven zoon René met een troep krijgslieden om mij naar Frankrijk te volgen en ik zal God om uwe genezing bidden." De hertog weigerde en gaf haar een klein geschenk tot afscheid. Maar Jeanne d'Arc had op René van Anjou een onvergetelijken indruk gemaakt en een paar maanden later brak hij met zijn schoonvader, die hem wilde laten dienen in het Engelsche leger en toog naar Reims om zich te voegen bij het leger van den koning. Daar gevoelde hij "zich in zijn element; hij vond er zijn broeders, zijn zwager en Jeanne d'Arc. Hij bleef haar getrouwe ridder, tot hij haar weer voor onlusten in zijn eigen grondgebied moest verlaten.
Hij kon dus geen deel meer uitmaken van de expeditie, die voor haar zulk een nood-lottig einde nam. Bij den dood van Karel II kwam Lotharingen aan zijn dochter Isabelle en aan zijn schoonzoon. Onder de gelukkigste voorleekenen ving de regeering van René aan; bij zijn komst te Nancy werd hij door de geheele bevolking luide toegejuicht. Doch één was er, die hem het opvolgingsrecht betwistte: Antoine de Vaudemont meende meer recht te hebben dan René en tusschen de beide pretendenten ontstond een hevige strijd. Verscheidene officieren.uit het leger van Anjou vluchtten; hij zelf bleef tot het eind toe op zijn post, werd gewond en gedwongen zich over te geven, waarna men hem gevangen nam. Onder de bevolking heerschte groote verslagenheid; men had medelijden met het ongeluk van den jongen hertog, die nu van vrouw en kinderen gescheiden werd. Hij werd opgesloten in het kasteel de Talent bij Dyon en moest alle ellende van een gevangene doorstaan, daar men hem als een gewoon misdadiger behandelde. Hij gevoelde zich van allen verlaten, zonder uitkomst op redding, want de bemiddeling, die hij van koning Karel VIII verwachtte, bleef uit. Zijn overwinnaar eischte drie millioen ducaten als losprijs en René begreep, dat
hij die ©nmogelijk verschaffen kon. Zoo bleef deze treurige situatie voortduren, totdat hij in 1436 zijn neef den prins van Oranje te Dyon ontbood en erin slaagde bij dezen een leening te sluiten. Hij werd nu in voorloopige vrijheid gesteld en een jaar later werd een contract opgemaakt tusschen René en den hertog van Bourgogne, waardoor de eerste zijn volkomen Vrijheid herkreeg en voor goed een einde gemaakt werd aan den jarenlangen afgunst, tusschen de huizen van Anjou en Bourgondië. Ook de strijd tegen den overweldiger Alfons van Aragon eindigde met het verlies van het koninkrijk Sicilië. Toen trok René zich in zijn geliefd Provence terug; hij was op rijpen leeftijd gekomen en het steeds ten krijge trekken, stond hem tegen. Veel liever wijdde hij zich aan zijn' artistieke neigingen en aan de verfraaiing van zijn land. In de steden werden tuinen aangelegd en monumenten opgericht; tevens srichtte hij liefdadige instellingen om de ellende te verzachten, die door de onafgebroken oorlogen, ontstaan was. Maar het was hem niet gegeven, langen tijd van dit rustige leven te genieten. Hij had zijn hertogdom Lotharingen aan zijn zoon afgestaan, maar deze moest zijn rechten in Aragon gaan verdedigen, waarheen men hem ontboden had, daar stierf hij aan de pest. Zijn dochter in Engeland had ook steeds met tegenspoed te kampen en hij verloor, achtereenvolgens, zijn tweeden zoon en zijn kleinzoon. Nog niet voldoende door al deze rampen getroffen, werd de arme man door Lodewijk XI ontroofd van zijn hertogdom Anjou. Zonder eenige voorkennis en tegen alle recht in, maakte deze er zich meester van. Toen een boodschapper den ongelukkigen vorst die tijding brengen kwam, was deze bezig in zijn cabinet met het schilderen van een patrijs. De oude koning luisterde aandachrig naar de treurige mededeeling, daarna schudde hij het hoofd en ging, zonder een woord te uiten, rustig aan zijn arbeid voort. Dit eenvoudig feit toont duidelijk, in welk een kalmen gemoedstoestand die vorst was gekomen na het bewogen leven, dat hij ächter den rug had. Zijn laatste levensjaren sleet hij in de Provence op zijn rustig kasteel d'Aix, dat hij met zijn tweede vrouw bewoonde. Vaak zag men hem te midden zijner trouwe boeren, de spade in de hand, rechtsprekend onder een grooten eik, ook wel zat hij op een eenzaam plekje en hield zich bezig met het maken van gedichten. Hij stierf op 71-jarigen leeftijd, oprecht betreurd door zijn onderdanen. Thans heeft men zijn groote krijgsdaden vergeten, maar niét vergeten is de sympathieke figuur van den goedhartigen koning en van den gevoeldgen kunstenaar. Men spreekt niet meer over zijn veldtochten in Italië of Spanje, maar wél kent men zijn ballade „Ie Bergie et la Bergeronne" en bewondert zijn schilderstukken. En dat bewijst, dat kunst vereenigd met goedheid een kroon vafi onsterfelijkheid kan vlechten, die hechter is dan de kroon, die men dankt aan de onbestendige glorie der wapenen.
«1
Htt wai een (jure, itormachtiae dag In den laten herfit van het Jaar 1800 dat Edmte de la feuillade een dochter uit een adelijk geslacht in de Veudée, van den Abbé Bernler verneemt, dat zij den volgenden dag naar Parij« zou gaan vergezeld door Monsieur de Chantillon. De koulngsgezinde partijen hebben vrede met de republikeinen gesloten en daardoor is deze rei« mogelijk. Het jonge meisje is geschrokken met het bericht, Doch staal haar tegen, dat men, blijkbaar zonder haar voorkenni« terug wil komen op de mogelijkheid haar uit te huwelijken aan Loui« de Chateauneuf voor wlen xij al« kind bestemd wa«. Het wa« voor haar eene vernederende gedachte, dat hare bloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden en eenen man wilden opdringen, di« weliswaar sedert jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen. en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, waarop beslag gelegd was. en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen, fa. zl) bezat zelfs niet eene ordentelijke relsjapon. waarin zi) voor hare familieleden zou kunnen verschijnen. Lang en breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde 14 da en 8 - Gedeeltelijk legde men den afstand in de koets af. ook reed Edmte wel achter op het paard van Monsieur de Chantillon. Zij hoorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte den eersten Consul, «preken. Ëdmèe moest zich wel wennen aan de veranderingen die het nieuwe regime had veroorzaakt. In Parus ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. De „legltimislen" de aanhangers dus van het koningschap, zien in den Eersten Konsul Napoleon den man, die hun idealen zal helpen herstellen. Edmie woont een parade bij en is zeer getroffen door het optreden van Napoleon. Tegen haar wil juicht zij mee. Kort daarop wordt zij door Abbé Bernier aan den Eersten Konsul voorgesteld. Deze zegt: „Ik heb u vroeger al eens gezien. Het was bij de voorlaatste parade". Napoleon heeft op buitengewoon welwillende wijze Edmte's belangen behartigd. Zij maakt kennis met de heerschende kringen en hoort hoe Josephine. Bonaparte's vrouw, haar man bedriegt met een onbeteekenenden fat, zekeren Monsieur Charles. Bonaparte maakt een einde aan de feestelijke samenkomsten, welke zijn vrouw organiseert tijdens lijn afwezigheid. Hij berispt Josephine ernstig en denkt aan echtschelding. Hij wil haar nog een kans geven en geeft haar daarom een jaar tijd. De toestand is voor Frankrijk zeer ernstig geworden en Bonaparte volgt met spanning de ontwikkeling zijner milltnlre plannen. Op een zekere dag gaat hij ter ontspanning In de Jardin des Plante« wandelen en ontmoet daar Edmie de la Fculllade met haar tante en neef. Hij spreekt met haar en het meisje uit op naive wijze haar bewondering voor hem. Napoleon vertrekt daarop naar Italië. Louis de Chateauncuf, Edmte's neef, heeft bemerkt hoe het meisje zich voor den Eersten Consul interesseert en hij is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een scène, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerzijds. Edmte antwoordt hierop niet In toestemmenden geest, doch Iaat hem heel veel hoop. Zij 1« in Loui« gezeUchsp en dat van zijn vrienden en amuseert zich. Voor het naar bed gaan staart zij door het venster. Haar kamenier komt met een brief binnen. Deze blijkt afkomstig te zijn van den Eersten Consul, die het meisje in hartstochtelijke woorden zijn liefde verklaart. In Edmee's hart vindt deze liefde weerklank. Geheel Frankrijk volgt dan veldtocht in Italic met spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning behaald. Edmte is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van den Eersten Konsul. Zij gaat met hare familie naar het buitengoed Belles Rives, Napoleon zendt een van zijn bedlenden erheen en komt spoedig zelf. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart hij het meisje zijn liefde. En zij kan zich niet weerhouden om hem haar wederliefde te bekennen. Hij moet het wederzien wel tot haar terugkomst naar Parijs uitstellen, Doo» een ongeval dat haar tante overkomt Is Edmte echter aan Belles Rives gebonden. Zij schrijft' Napoleon een brief, doch hoort niets van hem. Terwijl zij op een dag op het terras staat ziet zij hoe het paard van haar neef Louis nadert. Louis bemerkte hoe Edmte's hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eenlgen tijd gaat het meisje weer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodigd. dat ook door den Eersten Konsul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar haar toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, doch zij weet hem te bedwingen, daar Loui« naar hen kijkt. Napoleon dwingt haar de toezegging af dat zi) hem zal ontmoeten. Dienzelfden avond zegt Loui« de Chateauncuf aan zijn nicht, dat hij haar moet «preken. Hij vertelde haar, dat hij door het Ministerie van Buitenlandsche Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afscheid van zijn moeder. Op het laatste oogenblik. voordat hij het huls verlaat, spreekt hij nog met Edmte. Op zijn vraag of er nog eenige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen". Edmte gaat daarna bij Mad. Junot logeeren. Denzelfden dag brengt Bonaparte zijn ouden kameraad een bezoek. Mad. Junot Is erg geagiteerd door dit eerste bezoek van den grooten man. ' Edmte wil liefst 'n ontmoeting met hem vermijden en verlaat 't vertrek. Doch Bonaparte volgt haar en op hartstochtelijke wijze spreekt hij van zijn liefde .Edmte toont hem hoe ook hi) alles voor haar is. Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. Bonaparte en ook daar toont zi) hem hoe gelukkig zij met zijn liefde is. Napoleon wordt hoe langer hoe overmoediger. Hij weet Edmte een papier in de'handen te spelen, waarop staat, dat hij haar 's avonds om elf uur zal komen bezoeken. Met schrik en met spanning ziet hel meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerste bezoek volgden vele. Edmte ging naar Napoleon. Doch alleen haar dienstmeisje en zijn trouwe dienaar wisten, wie die gesluierde dame was. welke zoo vaak bij den Eersten Konsul kwam. Edmte verstond meesterlijk de kunst om Napoleon gelukkig, te stemmen. Hi) aanbad haar al« zijn prln«e« en zi) inspireerde hem voor grootere daden. Aan haar vertrouwde hl) zijn plannen en zl) wa« vol trot« om hem Haar liefde wa« zoo groot, dat zl) «lechts met moeite scheidde. In deze dagen werd een aanslag op Napoleons leven gedaan. Edmte behoort tot hen. die zoodra het feit bekend Is, In het huls van den Eersten Consul komen. Zl) wordt daarna ziek. Haar neef Louis komt uit Engeland terug en bezoekt haar In haar kamer. Daar «preken zi) over Napoleon.
Je hebt hem lief — maar hij I... Wat ben je voor hem?" Hij .zag, dat hij haar kwelde en beangstte, en hij had, vóór hij in de kamer kwam, het vaste voornemen gehad, niet over dingen te spreken, die toch niet meer te veranderen waren, maar thans, nu hij haar zag, werd hij plotseling door zijne ijverzucht, zyn medelijden., door zijn haat
tegen hem overweldigd — het was of hem eene macht drong, die woorden uit te spreken. ,,En geloot je werkelijk, dat hij tegenover jou nog eenige verplichting zal gevoelen, als hij eenmaal ophoudt, je lief te hebben? Geloof je, dat hij je liefde, je gevoel van kieschheid, je naam zal ontzien? Ik, die hem ken, omdat mijn haat hem beter dooi ziet dan de bewondering der menigte, ik weet, dat plichten en eerbied tegenover anderen niet voor hem bestaan. Frankrijk beteekent even weinig voor hem als jij. Hij werkt, omdat hij van wejken houdt, hij vecht, omdat hij van oorlog-
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
Zend ona voor 5 Febr. 1926 aan onderschrift bij dit plaatje Dit onderscMft moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkertijd in verband staan met de goede werking der Togaltabletten voor rheitmatiek. verkoudheid, slapeloosheid, influenza, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week wordt'aan de beste inzending een prijs van 12.50 in contanten uitbetaald. Teneinde echter OOK meerderen goeden inzendingen tegemoet te komen stellen wij bovendien ten hoogste 10 troostprijzen ter beschikking. Zend uw antwoord voor 29 Jan. 1926 aan de Redactie, Galgawalar 22,afd. Prijsvragen na. XVII, Leiden
Voor onderschrift bij afbeelding no. XIV werd ds prijs van jl 250 toegekend aan den heer M.J.van Middelkoop. Den Helder voor het navolgende gedicht: Mulder: Zeg Jansen, wat zie je er Ik zou haast zeggen, je Je bent op de club, altijd En nou loop je naar je
ellendig uit, heb hm leelijk te pakken: de vroolijkste guit adem te snakken.
Jansen : Geep lol vriend, je weet niet half hoe beroerd ik mij voel. Het eene middel op het ander faalde; Naar Drogist en Apotheker is mijn eenigste doel, Ik weet niet, hoeveel ik al, aan medicijnen betaalde. Mulder: Maar Jansen, nu moet je eens flink op gaan letten. Kijk hier in mijn hand, als ik je dat nu eens gal; Het is een flacon met de beroemde Taaal-lableltes, Die helpen je in èin dag van je verkoudheidje af. Voorts kwamen voor troostorijzen in aanmerking: de heer 3. Piederlet, Breda; Mej. M. v. d. Leeden, Amsterdam; Mevr. A. M. Jacry, Amsterdam; A. B. v. d. Snee, Kampen; Erna Bolle, Brussel; F. Felsjr. Amsterdam,
J «m
voeren houdt, en zijne onverzadelijke ziel naar eer hongert. Wat ben je in werkelijkheid voor hem ?... Je ras, je stam, je eigenaardigheden zijn hem vreemd. Hij kent niets, hij vermoedt niets van de Edmée de la Feuillade, die mij zoo lief is, omdat zij — zooals zij nu eenmaal is — de ziel mijner ziel geworden isl Wat hij liefheeft, is alleen je uiterlijke schoonheid. Hij bemint je, zooals een Medici, een Borgia de vrouwen beminde. Corsicaan of Italiaan, die hij is, een vreemdeling voor jou en voor ons allen ... ." Edmée ging plotseling rechtop zitten, en legde hare gebalde hand op den rand van het ledikant. „Ga heen!" z-eide zij bevelend, terwijl zij haar neef met een dreigenden blik aanzag. „Je dringt tot mij door, teiwijl ik ziek lig onder het dak van je moeder, en ik geloof, dat je mij welwillend gezind bent. Ik ontvang je, zooals eene zuster haar broeder ontvangt... Ga heen...l Li.ever dan je booze woorden over hem, cjien ik lief heb, aan te hooren, wil ik opstaan en dit huis verlaten. Ga heen ... .1" Zij Viel in hare kussens terug en verbleekte zoo plotseling, dat Valenüae verschrikt naar haar toesnelde. „Mijn God, Monsieur Louis, u zal haar nog doodcnl Haal den dokter... zij moet weer ader gelaten worden... gauwl" en het krachtige meisje drong hem bijna met geweld de deur uit. De dokter verklaarde, dat Edmée zenuwkoortsen had. Verscheidene dagen vreesde men voor haar leven; toen begon zij te herstellen. Gedurende dezen tijd kwamen dikwijls boden van Madame Bonaparte, om officieel te vragen hoe het Tdmée ging. Van den Eersten Konsul echter kwamen iedcren nacht brieven en boodschappen langs de geheime trap. Monsieur de Chateauncuf ging vóór zijn vertrek op audiëntie bij den Eersten Konsul. Bonaparte ontving hem beleefd, en luisterde met groote aandacht naar hetgeen hij over den gang der onderhandelingen en over Otto's opvatting omtrent de politiek van het Engelsche kabinet tegenover de neutrale mogendheden wist mede te deelen. Hij scheen zoo geheel verdiept in deze quaestie, en deed Louis zulke van belangstelling getuigende vragen, dat dezeeen oogenblik geloofde, dat Bonaparte vergeten was, met wien hij sprak. Toen de audiëntie afgeloopen was en Monsieur de Chateauncuf vertrekken moest, bleef hij dralen, en één oogenblik stonden beide mannen van aangezicht tot aangezicht tegenover elkander. Bonaparte kwam Louis eenige schreden nader, „Spreek, Monsieur de Chateauncuf!" zeide hij scherp. ,,U wil iets zeggen." „Ja, Bürger-Konsul! Wat ik u krachtens mijn ambt had mede te deelen, is u nu bekend. Wij zijn beiden Fransche edellieden, beiden dienaren der Republiek; in het eene opzicht sta ik eene trap boven u, in- het andere staat u ver boven mij. Laten wij als mannen met elkander spreken." „Spreek I" zeide Bonaparte nogmaals kort, met denzelfden harden toon in zijne stem. Zijn blik boorde zich scherp als een stalen wapen in Louis' oogen, die dezen blik kalm doorstond. „Generaal Bonaparte, waartoe heeft u mijne nicht. Mademoiselle de la Feuillade gebracht ?" „Graaf Chateauncuf, heeft u het recht, daarnaar te vragen ?"
:
„Ja". „£n wanneer ik dit recht nu niet erkm ? Wanneer ik niet wensch, dat deze naam lubschen ons genoemd wordt... ?" Louis naderde hem zoo dicht, dat zijne hand, die trillend op het gevest van zijn degen lag, Bonaparte's kleederen aanraakte. „Dan noem ik u een — een —" „Zwijg, Monsieur de CMteauneuf, bedenk, wie hier de sterkste is!" „Ik heb dit reeds al te lang gedaan. En u heeft ook niet geaarzeld, mij er aan te herinneren." „Ik doe het nog eens, in het belang van uwe eigen toekomst!" zeide Bonaparte flegmatisch, maar nadrukkelijk. „U beproefde bij het be^in van ons gesprek, ons aan elkaar gelijk te stellen. Geloolt u werkelijk zelf dat dit kan ? Neen, u weet even goed als ik, dat ik hier heer en meester ben. Niemand in dit land kan van mij verantwoording eischenl" „Maar wij staan hier als man tegen man... ." Bleek van woede trok Louis zijn degen half uit de scheedc. „Onzin!" zeide Bnoaparte trotsch, en met zijn vasten, kouden blik keek hij minachtend naar Louis' hand. „Uw leven' behoort aan den Staat, zoo goed als het mijne. Mijne liefde is eene particulere aangelegenheid, die niemand buiten mij en de vrouw, die ik liefheb, aangaat. Wij hebben reeds eenmaal als man tegen man, zooak u zegt, in den strijd om deze vrouw tegen-
ALGEMEENE BEHANDELING VAN KAMERPLANTEN Men moet er ook goed op letten, dat de planten weinig of in het geheel geen water krijgen tijdens de rustperiode. Vooral niet in den winter of na den bloei. b.v. bij clivia en prichardia (Arondskelk). Schoonhouden der planten. Evenals het gieten is het schoonhouden der planten een voorname factor. Door de planten geregeld schoon te houden verhoogt men den groei. Planten met groote bladeren, aspidistra, clivia, palmen, enz. kan men met een sponsje afwasschen. Evenals het gietwater moet ook dit water lauw zijn. Zoowel de onderkant als de bovenkant wordt afgewasschen, daar aan den onderkant de huidmondjes zitten. Dit zijn de organen, waaimede de plant adem haalt. Planten met kleine bladeren doopt men onder, in een emmer water en laat haar daarna uitdiuipen. In den zomer kan dit werk ook vervangen worden, door de sterkste kamerplanten, in een zacht regenbuitje te zetten. Evenals de plant moet ook de pot er zindelijk uit zien. Dikwijls zit op den buitenwand een dikke groene laag. Deze moet geheel weg geboend worden. Door de poriën van den potwand dringt de lucht de potkluit binnen, vandaar dat ook de meeste wortels langs de binnenzijde van den pot groeien. Ook mos, dat zich op de kluit mocht vormen, moet verwijderd worden.. Eenige plagen, waar onze kamerplanten nogal eens last van kunnen hebben, zijn b.v.: Bladluizen. Deze komen op vele kamerplanten voor. Men kan ze verdelgen door de planten onder te dompelen in zeepwater. Kleine planten kan men ook in water dompelen, dat een temperatuur heeft van 450—500 C. Deze onderdompeling moet echter van korten duur zijn. Ook schildluizen kunnen hierdoor gedood worden. Men kan dit ongedierte ook dooden door nicotine te verdampen; hier is ^echter al uitvoerig over geschreven.
—
over elkander gestaan en — met het recht van den sterkste —ben ik de overwinnaar!" „U weigert dus mij satisfactie te geven ?" „Ik ken u zelfs niet het recht toe, deze van mij te vorderen. Ten eerste is Mademoiselle de la Feuillade vrij, en kan zelfstandig over haar lot beschikken, en ten tweede ben ik — die ik ben. Adieu, Monsieur de ChÄteauneuf!" Louis keek hem vast in de oogen — zijne hand lag nog op het gevest van zijn degen. „Ik zie, dat er hier voor mij niets meer te doen is. Het Hoofd der Republiek verheft zich niet te vergeefs op zijne onschendbaarheid." 'Zijne stem trilde van gekrenkten trots. „Wij zien elkander dus eerst bij Philippi weer — en üit zal nog wel eens gebeuren!" „Bij Philippi, Monsieur de Chateauneuf", antwoordde Bonapaite, „zal ik u niet vergeten. U is een moedige, eerlijke vijand, men weet ten minste, wat men van uV verwachten heeft. Maar denk hieraan: Frankrijk heef ions beiden, nood ig 1" ,,LJ hecli gcene oorzaak, mij daaraai te herinneren, generaal!... Mijne woorden gelden u, niet uwe regeering. Nog is er een onderscheid tusschen u en den Staat!" Bonaparte lachte. „Nog! Gelooft u dat ?" Met eene lichte nijging van het hoofd en een handgebaar nam de Eerste Konsul afscheid van den secretaris bij het Commissariaat der Republiek te Londen. Walluizen. Deze zijn te herkennen aan de witte kleur. Deze komen veel voor op clivia's. Door de bladeren in zeepwater met een sponsje af te wasschen kan men ze 'verdelgen. Thrips. Dit zijn kleine zwarte diertjes, die, als men ze aanraakt als een vloo opspringen. Dooi- een te hooge temperatuur verergert men deze plaag. Ze veroorzaken bleeke vlekken op de bladeren. De bestrijding hiervan een niet te hooge temperatuur en een vochtige atmosfeer, ook besproeien met één deel phytophiline op 50 declen water. Iets over luöhten. Dit is ook een zeer voorname factor. Dooi verkeerd luchten ontstaat vaak tocht en hierdoor werkt men het verkrijgen van luis in de hand. Wil men luchten, dan moet men één deur open zetten of één raam. Doet men dit laatste, dan moet het midden op den dag gebeuren. Nooit 2 ramen of deuren tegen elkaar openzetten. GEERTSEMA.
^^"
.
XVI.
Edmée vertoonde zich na hare ziekte voor het eerst weer in de wereld op het groote feest, dat Berthier ter eere van den vrede van Luneville gaf. Op een wenk van den Eersten Konsul was dit een gecostumeerd bal geworden. Mademoiselle de la Feuillade had een costuum gekozen, waaraan in dien tijd zeker wel niemand anders gedacht had, en dat zeker niemand anders zou hebben durven dragen. Zij was als Anna van Oostenrijk gekleed. Tusschen alle griekscho godinnen en beroemde romeinsche heldinnen was zij in haar zilverbrocaat en brabantsche Jcan,; eene schoonc uitzondering. Hare gestalte en houding gaven bij hare intrede in de zaal tegelijkertijd de stijve voornaamheid van het oude hof en de vermetele dartelheid der Fronde te aanschouwen. Het was nog in het begin van het bal. Edmée danste met Duroc, die in het cosstuum van een arabischen Sheik was verschenen, toen zich plotseling een kleine, sJanke, donkere domino tusschen haar en haar cavalier plaatste, welke laatste zich tot hare groote verbazing dadelijk zonder bezwaren te maken, zwijgend terugtrok. De domino vatte haar snel om de taille en fluisterde met eene stem, die zij dadelijk herkende: (Wordt vervolgd.) ben en het door u geprobeerde middel niet heeft geholpen, zal ik u er een ander tegen geven, dat afdoende is. U zet uw aangetaste planten in een afgesloten ruimte, b.Vi in een kist die goed gesloten kan worden. Daar moet u nicotine in verdampen. Nicotine 4iunt u waarschijnlijk bij een drogist of apotheker wel krijgen. Voor het verdampen moet u een toestel hebben volgens bijgaande teckening.
- r/Zcot/fie.
76/er eev/yez
Boaem/ooze
éu3 S/?/r/LU6
VRAAG EN ANTWOORD M. V. te U. schrijft ons: Als Abonné van uw Weekblad, verzoek ik u de volgende vragen in dit blad te beantwoorden. ie. Mijne kamerplanten hebben veel last van luis. Een moederplant zat er geheel vol mede, terwijl ook andere planten als begonia en cyclamen er last van hebben. Ik heb ze verscheiden malen met sterk aftreksel van tabak besproeid en ze er in ondergedompeld, doch zonder resultaat. Hoe kan ik mijne planten daarvan bevrijden ? 2e. In de aarde van die planten komen vele witte wormpjes voor. Ik heb ze hiervoor mtt zeepwater behandeld, doch ook zonder resultaat. Weet u hiertegen ook een middel ? Bij voorbaat mijn dank. Antwoord, ie. Daar uw planten, volgens uw schrijven, veel last van luis heb-
^^^^"
Misschien kunt u het zelf wel maken. Verder wil ik u een goeden raad geven en wel den volgenden: zorg er vooral voor, dat de. planten niet in den tocht slaan, want daardoor komen ze onder de luis. 2. Wat die witte wormpjes zijn en hoe ze weg te krijgen, daarover kan ik u momenteel niets mededeelen, zoodra ik er meer van weet, zal ik het u berichten. Wel kan ik u eenige goede wenken geven. Indieij u over goeden voedzamen grond beschikt, is liet 't beste de planten nieuwen grond te- geven. Heeft u geen grond, dan moet u de planten geheel uitkloppen en den grond tot koken toe verhitten. Vooral moet u er om denken, dat u den grond niet uitkookt, alleen sterk verhitten in heet water. Misschien gaan de wormpjes ook wel door den nicotine-damp dood. Na hel oppotten aangieten en luchtig nederzetten.. In het begin niet veel gieten. GEERTSEMA
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad Baron Everard verloor Jong zijn vrouw, die hem twee jongeni naliet, Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Virginie. De baron is lid van bet Parlement, wanneer bij thuis komt zijn de jongens erg blij, Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is, dat hij van plan is de adel uit de buurt op eeo diner te vragen. Wat is dat adel, informeert Humphrey, Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg is, smeedt Humphrey plannen om voor de ,,wilden" die bij zijn vader sullen komen eten champignons te verzamelen. Hl) weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Virginie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred is voor dien taak niet berekend. Virginie ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginie is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn, doch tegen zijn gewoonten in is hij heelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat- al die menschen wilden zijn en staart Ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vrteselijk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vader 's avonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te knikken. Hij is bang dat zijn oom In de bel komt voor zijn liegen. Virginie klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingenicuiten af op Humphry'santwoorden. De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader iet» voor diens verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek it niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselijk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn vader een stuiver en belooft hem dat geld te bewaren om den dooven Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen, Humphrey is zóó vol van het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat bij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen, bij welke familie tij een visite maken. Bij het naar huls gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de jongens. Na het ontbijt worden zij echter alleen gelaten tot dat Virginie komt roepen. Daar het weer te slecht is om naar de kerk te gaan, wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden, 's middags wordt het huis bezichtigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den slgarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey. De zaak komt echter in orde, want deze bezoeker. Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den jongens dit apparaat om vijf uur te zullen zenden. Vol opgewondenheid gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk erg geïnteresseerd bij het instrument, Dyson moet wakker gemaakt worden voor hij het cadeautje kan aannemen. De jongens raken op den terugweg verdwaald en worden eerst later weer gevonden. De zwakke Alfred is ziek geworden en heeft weer longontsteking, Humphrey wil zijn broertje wat radijsjes brengen en wordt door Virginie erg beknord. Weet hij dau niet hoe vreeselijk ziek Alfred was, Virginie heeft geen idee boe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry, Kom mi lltve ichat, •et» maar 1
1 uur 1 nacht«
Verborgen misschien door de wolk die wij zelf hebben doen opkomen, de donkere wolk der hopeloosheid, is Hij toch nabij, en Dezelfde wiens tegenwoordigheid wij in gelukkiger oogenblikken gevoelen. „Hij", zegt een hedendaagsch schrijver, „is onveranderlijk en standvastig, terwijl wij ieder uur veranderen." Want hij zelf is de groote onveranderlijke: „Ik ben," En wat Hij is, niet wat wij ons nu en dan van Hem voorstellen, dat is onze hoop. Onze troost en die van het bedroefde kind is dus, dat ofschoon wij op dergelijke tijden ons werk niet doen, Hij altijd gereed is het zijne to doen, en bijna schijnt het, of Hij ook in dezen zielstoestand voorzien heeft toen hij sprak: „Vóór zij roepen zal ik antwoorden." Maar wat kon voor het kind gedaan worden in deze vreeselijke ure ? Wij weten het niet, maar God wist het. Het kleine hart lag voor Hem open, en Hij wist, dat de droefheid des morgens geweken zou zijn en het kind slechts in het tegenwoordig oogenblik troost behoefde. Met medelijden op het eenzame kind nederziende, zond God hem het eenige wat hem helpen kon — legde zachtkens op zijne zware oogleden het eenige wat hem goed kon doen — en gaf hem de rust der vergetelheid, tot de ure van droefheid en tranen voorbij zoude zijn! Ongeveer een uur later vond hem eene der dienstboden daar en bracht hem te bed zonder hem wakker te maken.
het met een gevoel van pijn, HOOFDSTUK X, dat hij niet gaarne weder in Humphrey sliep lang den hot leven riep. Door zijne gevolgenden morgen, en de zon aardheid was hij maar al te scheen hem recht in het aan- blijde aam dergelijke herinnegezicht toen hij ontwaakte. ringen te kunnen ontkomen. Hij, sprong uit het bed met Zijn vurige geest en lichtzinnige een kreet van verrukking, om-, aard hielpen hem om treurige dat het zulk prachtig weder herinneringen van zich af te was, en was toen uiterst verwerpen, en nooit was hij vroobaasd, dat hij zich in eene lijker e n wilder geweest dan vieemde kamer bevond. Juisit dezen morgen, toen hij, voor kwam eene herinnering aan den zijns broeders bed lachte praatte vorigen avond bij hem op, toen en speelde. de deur geopend werd en Het was een heerlijke dag, Johanna binnentrad. Alfred was bijna hersteld. Papa „Eindelijk, jongeheer Humzou komen (op een schrijven phrey. Wel ik dacht dat gij van Virginie) en het leven nimmer- wakker zoudt worden. scheen hem enkel zonneschijn. Uw broertje heeft reeds verVirginie, die nog knorrig was scheidene malen naar u geom den doorgestanen angst en vraagd," •nog altijd den doek om haar „Is hij dan beter?" vroeg hoofd had geknoopt, zag grimHumphiey snel. mig op vjne vroolijkheid neder. „Beter", riep Johanna op Zij begreep het kind, niet, en vroolijken toon, „hij is heel hoe zou zij ook ? Zij was boos wel." op hem, dat hij al deze moeite Johanna had Humphrey den veroorzaakt had; natuurlijk wist vorigen avond in de zitkamer zij niet wat hij had geleden, en gevonden, en daar zijn gezichtje zag dus in zijne luidruchtige nat was van tranen, had zij "de vroolijkheid slechts een nieuw oorzaak geraden. bewijs zijner ongevoeligheid, Wat zij zeide was waar, de Humphrey, die naar den ziekte van Alfred had des tuin was geloopen, was niet in nachts eene wending ten goede de kamer toen zijn vader aangenomen en hij was buiten gekwam, Virginie kon dus lucht vaar, geven aan al hare klachten. Humphrey was in een oogDe Baron was verschrikt bij wenk even vroolijk als altijd, het zien van de uitwerking, hij kleedde zich in der haast welke deze kortstondige ziekte aan, en weldra waren de beide op Alfred gehad had en luisbroertjes weder bij elkander, terde geduldiger dan gewoonHumphrey sprak geen woord lijk. over zijne droefheid van den Het teere kind geleek, in zijn vorigen avond. Missschien had bedje liggende, zooveel op zijn hij die reeds vergeten, of zoo moeder, met die brandende hij zich harer herinnerde, w.-i« wangen en schitterende oogen, dat de vrees voor zijn leven, die 9AN EN ÜOOR ONZE KLEINE VRIENDJES EN VRIENDINNETJES den vader steeds bij was, een bepaalden vorm aannam. Zeker was Virginie's verhaal van Humphrey's (ongehoorzaamheid niet geschikt om hem zachter te stemmen jegens den knaap; hij was boozer op hem dan ooit te voren. De kleine Alfred was dien dag buitengewoon lief, zoo verheugd Papa te zien, en zoo liefkozend in zijn manieren, dat Humphrey's ongevoeligheid nog meer afstak. De baron kon zich gedurende eenige oogenblikken niet losscheuren van het kleine ventje, en hoe aanvalliger het kind was, des te pijnlijker trof den vader de gedachte, wat het geweest zou zijn, hem te verliezen, (Wordt vervolgd.) Met vader mee. Dan is eerst drie Jaar
longen aa toch slapen li Ik moet om half _,—^
i«*an op.
6.30 uur
4 UUf 's morgtns |
's mergans
Wat 7 Al half negen Goeie deugd, wat zal da baat wal zeggen
,*-'
^0) ^ WAAROM VADER DE WEKKER NIET HOORDE
:
ip i
'M
:
;
VOOR ONZE LEZERESSEN
mi^—^^^^^^mm
l S^
ONS HAAR
Of onze meisjes en vrouwen met „page-kopjes" het haar kort dragen, omdat zij dit mooi of gemakkelijk vinden, dan wel alleen, omdat het mode is, laten we liefst te harer beoordeeling. De beweegredenen derdames zullen in dit opzicht wel even verschillend zijn als de meeningen der mannen. Sommigen dezer vinden het korte haar heel aardig, anderen echter noemen het afschuwelijk. Ook hier valt over den smaak niet te twisten. En een kwestie van smaak is dit ongetwijfeld. Dat is het niet altijd geweest. Er was een tijd, dat wettelijke bepalingen uiterlijke kenteekenen voor gehuwde en ongehuwde vrouwen voorschreven. Daartoe behoorde o.a., dat de ongehuwde jonkvrouw lang haar droeg en het in lokken liet golven, waarom men ze „locbore", d.i. lokkendraagster, noemde. De gehuwde vrouw echter was verplicht, wel niet reeds daags na het sluiten van den echt, om het haar onder de schaar te doen vallen, maar toch om het in vlechten terug te slaan of het onder een sluier of een „kuif" te verbergen, alzoo den schijn aannemende, als droeg zij het haar kort. Het haar der vrouw moest zeide men, gebonden zijn, ten teeken, dat zijzelf aan den man gebonden en dus niet meer vrij was. Dit alles gold evenwel slechts voor vrijen. Onvrije maagden, die in 't huwelijk traden, mochten als bruid niet met hangende lokken verschijnen; trouwens alle onvrijen, ook de mannelijke waren verplicht, het haar kort te dragen. Wanneer een knaap in een gilde of ambacht wenschte te worden opgenomen, werden ter bevestiging van zijn vrije geboorte, brieven uitgevaardigd met de formule, „dat de moeder van den leerjongen aan zijn vader in vliegende haren was uitgehuwd." Hoe lang het haar van het vrije meisje moest of mocht zijn, daaromtrent bestonden geen bepalingen; want men had oudtijds nog geen metingen op grootc schaal verricht. Tegenwoordig weet men, dat de gemiddelde typische lengte van het vrouwenhaar van 58 tot 74 centimeter bedraagt. Vele japansche vrouwen echter bezitten haar, dat, wanneer het los hangt, tot op den grond reikt; bij sommigen sleept het
No, 74047
No. 74367
Aardige gemakkelijk te maken partiijurk voor meisjes van 8—16 jaar. He- lijfje geoorduurd volgens strijkoatroon No. 1410 Henooojga van 100 cM' zijde, crèoe of satijn 2 M. Lint 1.50 M.
gegarneerd met fantasie tres. Benoodigd van 135cM. breede stof 1.75 M. of van 1Ö0 cM. breede stuf 2.75 M.. garneerir.g 1.25 M Verkrijgb. voor den leeftijd vanKMSjaai
Partüiurk melsjesnamlddasjapon netje
Van deze afbeeldingen, welke met toestemming oer fa. Weldon Ltd. te Londen, zijn gei. produceerd, zijn franco p. p. geknipte oatronen verkrijgbaar tegen toczenoing van f 0,75 er vermelding van het no. aan Mevr. Miliy Simons, 2c Schuytsti. 261, Den Haag.
zelfs nog een eind na. Een kenteeken van alle mannelijke vrijen, was lang hoofden baardhaar. Werd het hun al te lang, dan moohten zij het wel wat laten inkorten; maar „gemillimeberd", zooalsbij de onvrijen, mocht het toch niet worden. Bij de frankische koningen was het evenwel een dure plicht, al hun haar vrijelijk te laten doorgroeien zonder inkorting. Werd zulk een koning van zijn waardigheid vervallen verklaard, dan werd hem ook maar tegelijk bet haar afgeschoren. Was een vrije man niet in staat, zijn jschuld te betalen, dan werd hij aan zijn schu'.deischer dienstbaar. Ten teeken daarvan hield hij zijn hals onder den arm van dien schu'.deischer, terwijl zijn haar werd afgeknipt, dat nu maar in plaats van geld tegelijk met zijn diensten als
m
betaling moest dienen. Een vrije, die nog nooit om zulk een reden zijn hals onder eens anders arm had behoeven te houden, heette daarom ook „vrijhals". Verkeerde iemand in nood, dan was het overzenden van eenige zijner haarlokken de meest dringende bede om hulp. Bij grieken en oud-germanen raakte een smeekeling kin of baard aan van dengene, wien hij om hu'.p vroeg. Moesten vrouwen een plechtige belofte doen, dan legden zij de vingers der rechterhand op haar haarvlcchten. Zwerende mannen raakten voor dat doel baard of hoofdhaar aan. De friezen zwoeren bepaaldelijk met aanraking van het laatste, wat zeker zeer gepast was, als het juist is, dat hun volksnaam afgeleid moet worden van „frisla", d.w.z. gekrulde lok.
TEGEN DE VLEKKEN
Een onzer lezeressen vraagt: „Mijn zoontje heeft een pauwblauw wollen pakje (handwerk.) Nu heeft hij er den vorigen winter vetvlekken op gemaakt, die ik er niet uit kan krijgen." Onze medewerker schrijft: Meet het pakje op, bewaar de maten, van lengte en breedte, van het pakje zelf zoowel als van de mouwen, pijpen en schouders. Zet een half ons (of als 't een groot pak is, een ons) gesnipperde houtzcep in een oud pannetje met koud water op en breng dit aan de kook. (Oppassen voor overkoken!) Giet het water af, door een zeef, vermeng het met warm en koud water, tot het lau w-warm is, en klop het tot
Ül Ml
er een dikke laag schuim op is. Geef de vlekken met een draadje wit garen aan, omdat ze in 't natte goed onzichtbaar zijn. Wasch het pakje voorzichtig, voornamelijk door knijpen, wrijf de vlekken voorzichtig tussschen de vlakke handen. De houtzeep kan nog eens afgetrokken worden voor een tweede sopje, spoel het daarna eenige keeren goed uit in lauw water. Knijp \ uit en spreid 't uit op een doek op den grond of een oude tafel en leg het in het goede model en op maat. Zoo noodig kan 't, als 't bijna droog is, opgehangen efi daarna met een niet te warm ijzer aan den verkeerden kant gestreken worden. Hierbij oppassen voor lubberen of uitrekken.
Natuurlijk is hiermee bedoeld het natuurlijke, niet het kunstmatige krullen. Wat dit natuurlijke krullen betreft, kan gezegd worden, dat we dit in den hoogsten graad aantreffen bij de negers. Hun haar is spiraalachtig gekromd, gekroesd, wat schijnt veroorzaakt te worden door den vorm in doorsnede; deze doorsnede is langwerpig. Mongolen, maleiers en amerikaansche roodhuiden bezitten recht, sluik haar, dat een ronde doorsnede heeft. Wij, europeanen, en de inboorlingen van het australische vastland hebben lokkig of bosachtig haar met een ovale doorsnede. Een ander punt van overeenkomst tusschen die australiërs en vele europeesche mannen bestaat daarin, dat niet alleren het hoofd, doch ook de rest van het lichaam vrij sterk behaard is, al is het dan in mindere mate dan het hoofd. Bij de zwarte, gele en bruine menschenrassen bestaat die beharing van het lichaam bijna niet. Wat de vrouwen betreft, heeft men bij sommige toba-vrouvven in Indië haargroei tusschen de schouderbladen aangetroffen. In de kringen van geleerden is men het er vrijwel over eens, dat bij onze allereerste voorouders het gansche lichaam bijna even sterk behaard was als bij de meeste zoogdieren. Van de oorzaken, waardoor die grootc haarmassa op weinige resten na verloren is gegaan, kunnen we hier alleen zeggen, dat dit waarschijnlijk geschied is onder den invloed van klimaatwijziging en teeltkeus. Merkwaardig is het echter, dat er nog steeds overgangsvormen bestaan tusschen die harige oermenschen en ons. In noordelijk Japan, op Sachalin en de Koerden leeft b.v. temidden van de gele, schuinoogige, platneuzige, sluikbarige, baardlooze mongolen, het volkje der Ainoe's. Hun huidkleur is iets donkerder dan de onze, maar zonder de minste gele rjuance. Hun neus lijkt precies op de onze. Maar... ze zijn overvloedig behaard, zoowel op het lichaam als op het hoofd, en zoowel vrouwen als mannen. Alleen de laatsten echter bezitten een weelderigen, zwaren baard. Doth dit sieraad wordt van zoo hooge waarde geacht, dat de Ainoe-dames er jaloersch op schijnen te zijn. Tenminste, zij dragen op de bovenlip een elegant kneveltje. Beziet men dit evenwel van naderbij, dan blijkt het niet echt te zijn. Het is getatoueerd I Zouden nu de tegenwoordige en de middeleeuwsche beminnaars van lang en overvloedig haar min of meer oermenseben gelijken, dan moesten we onze bezitsters van page-kopjes gelukwenschen met haar stand op een hoogere sport van de cultuurladder. WILLE.
PALM EN OLIJFOLIE Hierboven reproduceeren wij nog' eens ter herinnering de zeven door ons in 1925 uitgegeven premieplaten onzer Comfort Zeep. Zooals wij destijds bekend maakten, was elk dezer, door bekwame artisten ontworpen ideeën van Comfort, uitgevoerd op zwaar kunstdrukcarton, zonder eenige reclame gratis verkrijgbaar tegen inzending van de voorzijden van 3 Comfort doozen. Deze aanbieding blijft nog steeds van kracht en iedereen is nog in de gelegenheid om in het bezit te komen van één of meer dezer platen op dezelfde wijze, als hierboven aangegeven, waarbij dan het gewenschte nummer bij de aanvrage moet worden opgegeven. Het zal U niet moeilijk vallen een aantal coupons te krijgen. Het gebruik van Comfort Zeep neemt hand over hand is dan ook een waar genot. „Aangenaam van kleur, opwekkend en heerlijk verfrisschend in het gebruik", 'uidt de opinie van de zenden, die deze zeep reeds beproefden.
bij elkaar toe. Het van geur vele dui-
Comfort Zeep is een zuivere Palm- en Olijfoliezeep, geheel vrij van dierlijke bestanddeelen. Zelfs de teerste babyhuid zal er niet het geringste nadeel van ondervinden. Toch is de prijs zeer laag — slechts 30 cent per doos met twee groote stukken. Koop nog heden een doos bij Uwen winkelier I De Lever's Zeep Maatschappij, Vlaardingen.
cr»-«) ZIE UIT NAAR ONZEN COMFORT PRIJZEN WEDSTRIJD 2 OROOTE STUKKEN VOOR 30 CENTS
v
,c
^
)
^^—^^—^___^__
Krabben Maakt HetMaarErgerj Waarom nog langer lijden als genezing mogelijk is ? Bedenk eens wat het wil zeggen bevrijd te worden van zoo'n verschrikkelijke jeuk. Een paar druppels D.D.D. en gij voelt onmiddellijk verlichting. Geen jeuk en geen gekrab meer ! Do veraachtende bestanddeelen van deze byzondere vloeistof dringen door de poriën en dooden de ziektebrengende bacteriën. — Genezing begint direct. Lijdt gij aan Exzeem, Open been, Ringworm, Huidzeer, lusectenbeten. Roos en andere huidziekten, één flesch D.D.D. zal U bewijzen, hoe heilbrengend dit middel is I
JTIHIi CÄ¥i paimiMc MASCOTTE WAGENSTRAAT 68 Tel. 14172
..Hef«»«.» Directeur E. BOERMA DAMES-EN HEERENKLEEDERMAKERI3 De Coupe in nieuwe banen wi! zcagcn : De lot nog toe onopgeloste moeitijkheid door film en projectie opgelost omdat de coupenrs, tijdens hel snijden rekening kunnen houden met den individueeien lichaamsvorm.
GrooinocB Heereastraal 58 Telefoon 755 Anuterdam, Rokin 70. Telefoon 35808
^^—mmmmmm
———
1ste klas reparatie-af deeling Bondsrijwielhersteller A. N.W.B.
J. E. BAANK Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haag Tel. 31709
ROTOGRAVURE HET IDEAAL-PROCÉDÉ VOOR ALLE SOORTEN DRUKWERK
DEN HAAG
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 IS HEROPEND met medewerking van de schitterende
THE ROY AI. DANCING BAND Kapelmeester 3. C. v. BROCK
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN Matinee van 4—8 uur
Soiree van S1/, -1,;2 uur
Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags. Zon- en feestdagen 50 ets. entree.
IÖIE CAI^IiEli^A HET IDEALE TI3DSCHRIFT VOOR AMATEUR-FOTOGRAFEN 24 nummers per jaar
• f 1.50 per kwartaal
Godfried de Groot ^Tmstellaan 64
Telefoon 28474
>Tmstepdöm
RoodePort Witte Port Samos . . . Bloedwijn . Medoc . . .
f 110 p. flesch -1.10 „ „ -1.10 „ -1.10 ,, -0.80,. „
PALESTINAWONEN
gelukt Bruce nog op het laatste oogenblik te ontsnappen. Daar Bruce gezworen heeft, den dief te zullen vfnden, begeeft hij zich weer naar de stad. Een brigadier herkent hem, Bruce rent naar het dak en de politie "volgt hem op de hielen. Dan springt Bruce door een dakvenster en komt in een kantoor terecht. Hij valt in handen van John Greighton, voor wien Gilmore de gestolen documenten verhandelt. Ook Pomroy wordt naar het hoofdkwartier van Greighton's bende overgebracht. Nog steeds wordt er-in de kranten over Bruce's verdwijning geschreven, waardoor hij verplicht is thuis te blijven. Op zekeren dag luistert hij een gesprek af, en bemerkt dat Gilmore lid is van Greighton's bende. Des nachts kruipt Bruce uit een venster en gaat naar Betty's huis. Hij beveelt haar Gilmore in het oog te houden, terwijl hij zelf weer naar de bandieten terug gaat. Dien zelfden avond moet Bruce een proef van zijn handigheid afleggen. Des nachts springt hij van het dak van Ghreighton's huis naar het kantoor, dat moet worden bestolen. Eenige oogenblikken later keert hij terug en overhandigt Greighton de effecten. Intusschen heeft Betty bemerkt dat Gilmore
Specialiteit in:
TAodeme en jffrtistieke foto's ROTTERDAM
T^en sie de vele reproducties van ons werfe in ,.Het Weekblad" Cinema SSheater NVZAADHANDEL ESES-ENZAADTEELT
;^N
tAJtOBBEl
DAMES MET OVERTOLLIG HAAR kunnen dit zelf zonder pijn of litteekens verwilderen Terugkomen der baren uitqeslolen
Gratis Inlichtingen bij E.M. A.B. {
OOLTGENSPLAAT
Scheveningen 8, - Harslenkoekstraat 31
Levrring aan landbouwers en fuinbcilllcrs Mea vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
HET „BUREAU-PISUISSE"
Voor Behoud van een
2e Schnytstraat 65 - Den Haag
«miraii ^^ 2ÄV/iÄ OKI """""' «miliin Vil Ct'W ^S *'■ • '""H""»
C-KLINKERT
Telefoon 36644
STADHOUDERSKADE 152
Belast zich met het SAMENSTELLEN van Cabaret programma s en hc( organiseerco van Feestavonden, Concerten, Drawing room-Entertainments, Soirees particulier es KiBdervoorsteilingen, etc. etc.
TELEFOONNUMMER 24232
DANSINSTITUUT
Zachte Huid van Handen en Gelaat gebruik ik altijd
PUROL
Rinso Maakt waschdag
steeds lichter
Voldoet aan de hedendaagsche eischen voor een werkeiyk modern zeeppoeder 844-20
^^^^^^^^^^^^^m—^
Dir.-Eigenaar: C. F. HACK =
Vraagt den berijders Humberrij wielen vanaf f 135 Good-Luck-rijwielen vanaf f 75
-^.«U-,1 1,
DE GROOTEBAWK-ZWEODEL
V/H
Berijdt Humber- en Good-Luck-rijwïelen en U is tevreden
- '
99
D D.D. m flor. a f. 0.75 mf t SO. D.D.D. trep i f. I.- bii allé apoth. en drog
Naaml. Vennootschap
■^^^^
De Lever's Ziep Mij. Vtoardingen
VOOK ADVERTENTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BÜREAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61 b. ROTTERDAM
4
Druce Pomroy was er in geslaagd *-' zich op te werken tot kassier bij de Greystone Bank, die in zijn geboorteplaats gevestigd was. Paul Gilrriore, de president, was zijn schoolkameraad geweest. Langzamerhand begonnen de directeuren te gelooven, dat de president de bank gebruikte als verkoopkantoor van gestolen effecten en zij besloten een onderzoek in te stellen. Daar Betty Brown een hinderblok bij de geheime zaken van den president was, besloot Gilmore, Bruce op de een of andere manier onschadelijk te maken. Op zekeren middag, werd Bruce Jdoor Gilmore aangesproken en op dit oogenblik ontvreemdt Joe Turner 5000 dollar. Gilmore roept de directeuren bij elkander en hij stelt voor, Bruce gerechtelijk te laten vervolgen. Hij zal worden gearresteerd. Betty verzekert hem echter, dat zij van zijn onschuld overtuigd is. Plotseling dringen detectives binnen, doch het
steeds een bezoek aan den ouden molen brengt en volgt hem. Bruce wordt met de effecten naar den molen gestuurd en plotseling staat hij tegenover Gilmore. Gilmore en zijn mannen werpen hem in een kelder. Betty wordt gevangen genomen en aan een paal vast gebonden en zal zoo het lot van Bruce dealen. De detectives verwonderen zich over het lange wegblijven van Betty en g? r, o '.en. Zij vinden haar en ' - e; W-Tden bevrijd. Spoedig J:r1 i zijn Greighton en zijn bende gevangen genomen. Wie beschrijft ethter de verwondering van den bendeleider en Betty wanneer blijkt, dat Bruce Pomroy, de arme, onschuldig verdachte kantoorbediende, een dei ijverigste leden der geheime politie is. Het is het filmverhuurkantoor F. A. N. te Amsterdam, dat dit spannende werk met den onversehrokken waaghals Charles Hutchison in de hoofdrol, in omloop brengt.
[.'..-A.^-;.:.. ■ ! ——--»*—. •0*0 "■"
O•O '
1 ■ o* o *^
,, ^. V.^.v^UU
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
o-o
M WMiO^OOIN < DE Ufa heeft in Berlijn dezer dagen een nieuw en groot succes te boeken. Men heeft in groote, moderne studio's Straus' „Ein Walzertraum" op de film gebracht. Daarbij is op voortreffelijke wijze de bekende muziek passend gemaakt, zoodat film en orkest één zijn. Eten inhoud van deze operette kent ieder, want zoo klein is er geen stadje of een der operette-gezelschappen heeft zich verdienstelijk gemaakt mtt deze, een der beste operettes te brengen 't Mag eigenlijk verwondering baren, dat deze operette niet eerder op het werkplan der Ufa is gebracht, want alle elementen voor een goed scenario zijn aanwezig. We zeiden hiervoor, dat in de groote, moderne studio's de film is opgenomen. Dit is slechts een gedeeltelijke waarheid, want ook in Weenen is men gaan filmen. Het vermaarde Schönbrunn is ook een der plaatsen geweest waar men gewerkt heeft. En dat de rechte sfeer daardoor gemakkelijker kon worden getroffen op deze plek, die zoo sterk tot de verbeeelding spreekt, is duidelijk. De film is gemaakt onder leiding van den bekenden regisseur dr. Ludwig Berger. Met vee! zorg zijn de actrices en acteurs gekozen om ,,Ein Walzertraum" op de film een even vlotte vertooning te waarborgen als op de planken. Onze foto's, ,die pas dezer dagen uit Berlijn aankwamen, brengen de voornaamste figuren in beeld. Zoo geven de beide bovenste {010'!= Mady Christians als de prinses Von Tilausenthurm. Op de foto hiernaast links ziet men haar met den prins gemaal, gespeeld door Willy Fritz en op die rechts ontvangt de prinses bezoek van de dirigente van de Wiener Damenkapelle Franzi (Xenia Desni) die den prinsgemaal zoo sterk heeft weten te bekoren. In het medaillon geven we Jacob Tiedtke, den voortreffelijken komiek, in zijn rol van hertog Eberhard XVIII. De linksche foto beneden brengt ir, beeld, dat Franzi haar kleersn aan de prinse? leent om daardoor een meer hübsch voorkomen te verkrijgen en de rechtsche foto is een der vele aardige tafereeltjes, roms zoo vol operette-tragiek, tusschen de prinses en den prins-gemaal. Met veel belangstelling zien we de première in ons land tegemoet.
03B OFAsOïR3LS Dij de Ufa hebben ze er slag van om voor de vrouwelijke hoofdrollen de keuze *--'Ie vestigen op figuurtjes, die in eik opzicht sterk de aandacht trekken. Dat is overbekend, want herhaaldelijk heeft men in de besprekingen van fllmvcrloonmgen den lof kunnen lezen van het innemende persoontje, dat een hoofdrol Ie vertolken had in een of andere Ufa-film. Wie heeft niet Lil Dagover gezien of Lya de Putti. Die beide prettige actrices zijn in den iaatsien tijd niet 'I minst op den voorgrond gekomen in haar scherp geteekende creaties. Beider succes is trouwens voor een niet gering deel te danken aan de wijze, waarop de Ufa ze naar voren heeft gebracht. Wie kent niet Ossi Oswalda.dat tengere poppetje, dat altijd oo zoo prettige wijze, zoo geestig en dol-komisch in tal van groote •»
o-*o
^-o
■- ■■
O-0
1 o o
films is uitgekomen. In den laalsten lijd hebben we haar heel weinig kunnen aanschouwen, maar dat verandert misschien spoedig wei weer. De verstandhouding lusschen al deze sterretjes is zooals men dat aan hel artislen-firmament niet overal aantreft. Van jalouzie is er onder haar geen sprake. Misschien is dit wel een gevolg van het feit. dat elk haar eigen genre heelt. Zoodoende kan men took beleven, dal de dames op zoo genoeglijke wijze in de aulo vaneen harcr een toch! maken in de omgeving van Berlijn. Óp onze folo ziel men zittend van links naar rechts; Lil Dagover. Ossi Oswalde, Maria Corda en Elisabeth Pinajeff en staand : Lya de Putti, Ellen Richter. Xenia Desori. Liana Haid en Mady Christians. • o -o ■ o, o —^—^—^^ 00 ■ o .0 ■ o .0 ^—^^—• o
@v^:
0
* .1
<£
• "'
Sa?
Lya de Putti heeft hier haar bewonderaars bij duizenden. En de komende maanden zullen dit getal nog stelllig sterk doen stijgen. Een nieuwe film waarin deze actrice een voorname rol speelt zal hier het licht zien, namelijk „Variété", een Ufa-film die naast den boeienden inhoud door het eminente spel van Emil Jannings en Lya de Putti opvalt. We zijn in staat reeds nu van een nieuwe Ufa-film afbeeldingen te brengen, namelijk van Lya de Putti in de titelrol van ,,Manon Lescaut. Ook dit belooft weer een groot succes te worden.
f
I
0
—
PRIJS 15^
ELEGÏB i i^ïS AMATi w
w
1
y
^—urn—WL
I -
^ ^^^
^m^^^M^^Mf ^ ^^.u^rJr:
. ^ JM IW.WM^ J(ml..iui)o ówmu, jomo.
^on Amant, il est en guerre en T^aroc Jöi peur, mon coeur est triste et dit, i] ne reviendra pas. ÖN
Dt'cdu'W/.
^m
^I est venu, 5nais, mon Oieu, ses yeux sont fermés et jamais il ne verra les larmes cjui brillent sur mes Joues/
BELGISCHE ^{\ Pif\