Thema: Prepress InDesign
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-01
Oriëntatie Adobe InDesign
Modulewijzer
InDesign is een opmaakprogramma ontwikkeld door de firma Adobe.
Voor de uitdrukking Prepress wordt ook wel de term EVB gebruikt. EVB staat voor elektronisch voorbereiden.
Opmaakprogramma’s worden in de grafische industrie gebruikt om pagina’s van uitgaven op te maken. Opmaken wil zeggen: zorgen dat alle tekst, illustraties, paginacijfers enzovoort op de juiste plaats op de pagina staan. Een ander veel gebruikt opmaakprogramma is QuarkXPress. Een opmaakprogramma is dus niet bedoeld om tekeningen te maken, foto’s in te scannen of tekst te typen. Die werkzaamheden doe je in daarvoor speciaal ontwikkelde programma’s. Voor een opmaakprogramma doet het er niet toe of de programma’s waaruit je importeert pixel-georiënteerde of vectorprogramma’s zijn. Samen met Photoshop, Illustrator en een tekstverwerkingsprogramma ga je met InDesign pagina’s opmaken. InDesign werkt net als alle Adobe-programma’s met paletten. Voor kennis hierover moet je eerst de introductieles ’Werken met paletten’ gedaan hebben.
Met deze module maak je in totaal 5 praktijkopdrachten. Elk werkstuk controleer je zelf op fouten, waarna je de gevonden fouten corrigeert. Bij elke praktijkopdracht hoort ook een vragenblad. Daarop staan vragen over het computerprogramma waarmee je de opdracht gemaakt hebt, over de leerstof uit het boek Grafische Vorming en over deze module. De antwoorden op deze vragen kijk je eerst zelf na en je verbetert de eventuele fouten. Als de opdracht helemaal af is lever je deze in bij je docent. Jouw opdracht wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: – Volledigheid: is de gemaakte opdracht compleet op de juiste manier ingeleverd? – Juistheid: voldoet de opdracht aan de kwaliteitseisen en heb je alle fouten verbeterd? – Verzorging: Ziet je werk er schoon en netjes uit? – Bestandsbeheer: Heb je alle bestanden op de computer onder de juiste naam en op de juiste plaats opgeslagen?
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-02
Kennismaken met Adobe, paletten De firma Adobe heeft drie sterk geïntegreerde programma’s die op dezelfde intuïtieve manier werken. Deze programma’s zijn Illustrator, Pagemaker en Photoshop. De paletten waar mee deze programma’s werken hebben dezelfde vorm en werking. Deze programma’s werken op Apple Macintoshcomputers vrijwel gelijk aan machines van het Windows-platform. InDesign is het vierde programma dat hieraan toegevoegd is. Ook InDesign werkt met paletten waarvan de meeste vergelijkbaar zijn met de andere drie programma’s. InDesign werkt met objecten, dit zijn alle elementen die je op een pagina kunt plaatsen. Bijvoorbeeld hulplijnen, om aan te geven waar de marges van de pagina’s komen, maar ook tekstkaders, illustratiekaders, teksten, cirkels en allerlei andere figuren. Om met objecten te kunnen werken moeten ze op de pagina geplaatst zijn door het commando Plaats uit het Bestandsmenu te kiezen. Als ze geplaatst zijn moeten ze geselecteerd worden met het Selecteren-gereedschap. Alvorens met de opmaakopdrachten te beginnen volgt op de volgende bladzijden een korte uitleg over de volgende paletten. – Het gereedschapspalet – Het tekenpalet – Het paletmenu – Het transformerenpalet.. – Het alineapalet – Het paginapalet en – Opties tekenpalet
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-03
Het gereedschapspalet Hieronder is het gereedschapspallet afgebeeld.met daarbij de namen van de verschillende gereedschappen. De twee belangrijkste gereedschappen van het gereedschapspalet, in de afbeelding met vette letters aangegeven, zullen we hieronder kort bespreken.
De rest van de gereedschappen komt in de loop van de opdrachten aan bod. Als in een opdracht een gereedschap wordt genoemd dat je niet kent, kun je in bovenstaande illustratie opzoeken welk gereedschap bedoeld wordt. – Het Selecteren-gereedschap wordt gebruikt voor algemene taken aan de lay-out van een kader, zoals wissen, maat, plaats op de pagina etc. – Het Tekst-gereedschap wordt gebruikt voor het plaatsen van tekst in een kader en voor het bewerken van tekst. Door dubbel te klikken op het symbool van het Tekst-gereedschap open je het Tekenpalet.
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-04
Het tekenpalet
Lettertype Corps
Het Teken-palet is niet het palet om mee te tekenen, maar het palet voor de lettertekens! In het Tekenpalet kunnen eigenschappen van de tekst worden ingesteld. Door dubbel te klikken op het tekstgereedschapsymbool open je het Tekenpalet. Door een tekst eerst te selecteren (actief maken), kan in het Tekenpalet gekozen worden in welk lettertype, stijl, corps en regelafstand de geselecteerde tekst gezet wordt. Een lettertype is een volledige reeks tekens: letters, cijfers en symbolen, die in een bepaalde stijl ontworpen zijn. Elk lettertype, er zijn er duizenden, heeft een naam, bijvoorbeeld: Helvetica, Times, Courier etc. Van elk lettertype zijn er verschillende varianten. Dit noemen we de letterstijl. Van de meeste lettertypen is er de basisstijl (Regular, Plain), een vette variant (Bold), en een cursieve variant (Oblique, Italic). Vaak zijn er ook combinaties beschikbaar zoals Bold Oblique . Achter het tekentje TT kan de lettergrootte ingesteld worden. Een ander woord voor lettergrootte is Corps of Corpsgrootte. Rechts van het corps kan nog de regelafstand ingevuld worden. De regelafstand is de afstand van de basislijn van de eerste regel, tot de basislijn van de tweede regel. De regelafstand wordt door InDesign automatisch ingesteld op 120%van het corps, maar dat kan altijd gewijzigd worden.
Letterstijl Regelafstand
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-05
Opties Teken-palet
Door in het Paletmenu van het tekenpalet Opties weergeven te kiezen kunnen in het palet instellingen gemaakt worden om letters te verbreden of te versmallen. Bij horizontaal en verticaal schalen is standaard 100% ingevuld. Door deze waarden te wijzigen wordt de letter breder of smaller gemaakt. Hiernaast is een voorbeeld te zien van letters die horizontaal of verticaal aangepast zijn. Het is in dit deel van het tekenpalet ook mogelijk om zelf te bepalen onder welke hoek een tekst cursief gezet wordt. Door achter schuintrekken een positief of een negatief getal in te vullen zal de geselecteerde tekst linksom of rechtsom hellen. Deze mogelijkheden mogen niet te veel gebruikt worden. Het wordt al snel rommelig als je te veel van deze mogelijkheden toepast. Hierdoor wordt de tekst meestal minder goed leesbaar.
M
verticaal 130%
M
verticaal 100%
M
verticaal 70%
M M M
horizontaal 70%
horizontaal 100%
horizontaal 130%
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-06
Het paletmenu
Bijna alle paletten hebben een paletmenu. Door met de aanwijzer op het driehoekje rechtsboven te gaan staan en de muisknop in te drukken wordt het paletmenu zichtbaar. In het paletmenu kunnen extra mogelijkheden gekozen worden. Standaard is een tekst altijd onderkast, dat wil zeggen: kleine letters. In het paletmenu kan een geselecteerde tekst bijvoorbeeld KAPITAAL (HOOFDLETTERS), KLEINKAPITAAL (HOOFDLETTERS DIE ZO GROOT ZIJN ALS ONDERKASTLETTERS) gezet worden.
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-07
Het Transformeren-palet
referentiepunt
Als in het programma InDesign een tekst of een illustratie geplaatst wordt, wordt hiervoor altijd een kader gemaakt. In het Transformeren-palet kunnen de volgende eigenschappen van een geselecteerd kader ingesteld worden: X: De afstand van de linkerkant van de pagina tot het referentiepunt van het kader. Y: De afstand van de bovenkant van de pagina tot het referentiepunt van het kader. B: De breedte van het kader. H: De hoogte van het kader. Je kunt ook het Selecteren-gereedschap gebruiken en het kader verslepen. In de tekening hiernaast wordt dit verder verduidelijkt. Het referentiepunt kan links in het transformeren palet gekozen worden. In de afbeelding hierboven is de linkerbovenhoek van het kader het referentiepunt. Deze instelling is standaard. In de tekening hiernaast zijn de mogelijke referentiepunten met een wit vierkantje aangegeven. Het gebruikte referentiepunt is zwart.
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-08
Het Alinea-palet
Uitlijning
Het Alinea-palet gebruiken we voorlopig alleen om de uitlijning van een tekst te veranderen. Deze instelling wordt gemaakt met de 7 blokjes boven in het palet. Hieronder staan de mogelijkheden waarbij de blokjes van links naar rechts genummerd zijn. De eerste 4 zijn de meest voorkomende vormen van uitlijnen. Onder op de pagina staan stukjes tekst met voorbeelden van uitlijnen. 1: Links uitlijnen 2: Centreren 3: Rechts uitlijnen 4: Uitvullen met de laatste regel links uitgelijnd 5: Uitvullen met de laatste regel in het midden uitgelijnd 6: Uitvullen met de laatste regel rechts uitgelijnd 7: Alle regels uitvullen
Theorie
Thema: Prepress
InDesign
PP-01-01-09
Het Pagina-palet
nieuwe pagina maken
Hierboven is het Pagina-palet afgebeeld van een document dat uit 5 pagina’s bestaat. Het paginapalet benader je onder het menu Venster. Je kunt dan klikken op Pagina om het palet te openen. In de bovenste helft van het palet is de stramienpagina weergegeven. Door deze stramienpagina te selecteren (dubbelklik) kun je een stramien maken. Alle informatie die op de stramienpagina gemaakt wordt, komt automatisch op alle pagina’s in het document te staan. Dit wordt vaak gebruikt voor het maken van een sprekende hoofdregel. Op deze stramienpagina wordt ook de automatische paginanummering gemaakt. Door met het tekstgereedschap een tekstkader te selecteren en “Lay-out -paginanummer invoegen” te kiezen komt in het kader een “A” te staan. Op alle pagina’s komt automatisch het juiste paginacijfer te staan. In de onderste helft van het palet staan de pagina’s die in het document aangemaakt zijn. Op deze pagina’s kan de stramienpagina toegepast worden. Door op een ikoontje van een pagina te dubbelklikken kan snel een andere pagina opgezocht worden om te bewerken.
Tenslotte is onder in het palet een balk waarin vermeld staat uit hoeveel pagina’s het document bestaat, een ikoontje voor het aanmaken van een nieuwe pagina in het document (een maal klikken), en een prullenmand. Door een pagina-ikoontje naar de prullenmand te slepen wordt de pagina waarnaar dat ikoontje verwijst verwijderd.
OPDRACHTKAART
Thema: Prepress
InDesign 1
PP-01-01-10
Formaat, marges, blad- en zetspiegel Voorkennis: Geen
Intro: Voordat we een boek of folder gaan maken moeten we een aantal dingen weten, zoals: – Hoeveel pagina’s worden het? – In welke kleuren? – Met veel of weinig illustraties? Je moet weten waar je alles neer gaat zetten. Voor het opmaken van pagina’s zijn het formaat, de blad- en zetspiegel en de marges daarom heel belangrijk. Formaat zijn de afmetingen van de pagina, ook wel bladspiegel genoemd. De zetspiegel is het bedrukte deel van een pagina. De marges zijn de ruimten om de zetspiegel. Deze ruimten worden ook wel kopwit, staartwit, snijwit en rugwit genoemd. Met deze opdracht leer je hier allemaal mee te werken.
Doelen: Als je deze opdracht uitgevoerd hebt kun je: – aangeven wat het formaat, marges, blad- en zetspiegel zijn – een tekst plaatsen in Adobe InDesign – het lettertype van een tekst veranderen. – de lettergrootte van een tekst veranderen. – de stijl van een tekst veranderen.
Activiteiten: 1. Lees hoofdstuk 9.2 van het boek Grafische Vorming en maak de Instaptoets 1. Controleer je antwoorden. 2. Lees de theorie over Indesign. 3. Maak praktijkopdracht 1: Formaat, marges, blad- en zetspiegel 4. Maak de bijbehorende vragen van opdracht 1 Tijd: Voor deze opdracht heb je ongeveer vier lesuren. Beoordeling: Is de opdracht gemaakt zoals het model en is het op de juiste manier opgeslagen (zie checklist)? Zijn de vragen volledig en juist gemaakt?
Instaptoets InDesign 1 Geef in onderstaande tekening de bladspiegel en de zetspiegel aan, dit door er een kruis doorheen te tekenen. De marges schrijf je op de juiste plaats.
Thema: Prepress PP-01-01-11
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Prepress
InDesign 1 Formaat, marges, blad- en zetspiegel Wat heb je nodig: – Computer. – Printer. – Floppydisk/zip – Tekstbestand “doors txt”. Wat ga je doen: De opdracht stap voor stap: – Start de computer op en log in. – Maak aan de hand van de volgende stappen zelf een eenvoudige mappenstructuur – Open jouw floppydisk/zip of je bestand op de server – – – – – – – –
Kies in de menubalk: Archief. Kies vervolgens: Nieuwe map. Geef de map de naam “Opdrachten module Indesign”. Open deze map. Maak in deze map een nieuwe map en geef deze de naam “Tekstdocumenten”. Maak in de map opdrachten nog een nieuwe map en noem deze “Illustratiedocumenten”. Maak in de map opdrachten nog een nieuwe map en noem deze “Opmaakdocumenten”. Sluit alle mappen op het bureaublad.
– Kopieer het bestand ’doors txt’ naar jouw map. – Plaats het bestand ’doors txt’ in de map tekstdocumenten. – Open het opmaakprogramma Adobe InDesign – Het programma start nu op. – Open een nieuw document, kies Bestand-Nieuw. – In het dialoogvenster dat verschijnt vul je in: – Pagina’s naast elkaar uit. – Stramientekstkader uit. – Paginaformaat A4, – Boven 20 mm, Links 15 mm, Onder 15 mm en Rechts 15 mm, – Klik op OK. – Kies Bestand-Plaatsen, selecteer het bestand ’doors.txt’ en open dit. – Het ikoontje van de cursor verandert in een tekstblokje. – Klik met dit tekstblokje linksboven in de hoek van het stramienkader. De tekst wordt nu geplaatst. – Kies in het gereedschappalet het tekstgereedschap. – Selecteer de tekst door met de muis te slepen. Als nu het tekenpalet niet verschijnt open je dit door in het menu Tekst op Teken te klikken. – Verander het lettertype in Helvetica.
PP-01-01-12
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Prepress
InDesign 1 – – – – – –
Kies in het palet teken; “Helvetica”. Verander de lettergrootte. Kies in het palet teken “12 pt”. Selecteer nu alleen de kop en verander het Corps in 18 pt. Verander de stijl van de kop in Vet. Kies in het palet teken “Bold”.
– – – – – – –
Typ je naam en klas onder de opdracht. Sla je werk regelmatig op met Bestand-Opslaan. Bij de eerste keer bewaren verschijnt er een dialoogvenster. Achter “naam” typ je : opdracht1 en je eigen Naam. Ga via desktop naar je eigen map. Kies in je eigen map, de map “opmaakopdrachten” Klik op bewaar
– Print de opdracht. Kies Bestand-Afdrukken. – In het dialoogvenster dat verschijnt vul je in: aantal: 1 en pagina’s: van 1 tot 1 en klik op Print. – Controleer je werk op fouten aan de hand van het model en verbeter deze. – Print de verbeterde opdracht nog een keer. Theorie – Maak de vragen van deze praktijkopdracht 1. – Gebruik hiervoor je boek Grafische Vorming en de theorie van dit onderdeel. – Typ de antwoorden op de computer met het programma InDesign. – Print de antwoorden. – Controleer je antwoorden Inleveren: – Een uitdraai van de opdracht. – De uitwerking van de vragen ■
■
Aantekeningen
PP-01-01-13
Checklist
Thema: Prepress
InDesign 1
PP-01-01-14
Formaat, marges, blad- en zetspiegel Leerling
Docent
Zijn de juiste gegevens ingevoerd in het programma?
O
O
Zijn de de maten juist?
O
O
Zijn de bestanden juist geïmporteerd in het programma?
O
O
Zijn de zetinstructies juist toegepast?
O
O
Is de proefprint gemaakt en gecontroleerd?
O
O
Zijn de vragen gemaakt en gecontroleerd?
O
O
Toets
Thema: Prepress
InDesign 1 Formaat, marges, blad- en zetspiegel 1.
Wat betekent de afkorting EVB?
2.
Noem vier werkzaamheden die horen bij het elektronisch voorbereiden.
3.
Hoe heet het samenvoegen van tekst en illustraties tot een pagina?
4.
Welk computerprogramma gebruiken wij voor het opmaken?
5.
Op welke manieren kunnen we de computer opdrachten geven in het programma InDesign?
6.
Welke zijn de twee belangrijkste gereedschappen in het Gereedschaps-palet?
7.
Noem vier eigenschappen van letters die je kunt veranderen in het Teken-palet.
8.
Welk lettertype heb je gebruikt?
9.
Welke lettersoorten heb je gebruikt?
10. Omschrijf het begrip “bladspiegel”. 11. Omschrijf het begrip “zetspiegel”. 12. Hoe heten de witmarges rondom de zetspiegel? 13. Wat betekent Corps? 14. Waarom moet je jouw werk op de computer regelmatig bewaren? 15. Onder welke naam heb je je jouw werk opgeslagen? 16. In welke map heb je je jouw werk opgeslagen?
PP-01-01-15
Model InDesign 1
Thema: Prepress PP-01-01-16
The Doors Vier jaar lang, van 1967 tot 1971 behoorden The Doors tot de populairste rockbands van Amerika.Ze brachten het in die tijd tot zeven gouden platen. Van singels als ‘Light My Fire ‘,’Hello I Love You ‘en ‘Touch Me ‘werden miljoenen exemplaren verkocht. Zoals de fans volkomen in vervoering raakten van hun muziek, bewonderden de critici de originaliteit en poëtische teksten van leadzanger Jim Morrison.De opkomst van de groep viel samen met de turbulente maatschappelijke conflicten tegen de achtergrond van de Amerikaanse Vietnam-oorlog aan het einde van de 60er en het begin van de 70er jaren. Beter dan wie ook gaf hun muziek het zich afzetten tegen de gevestigde orde van de protestgeneratie weer. De door conflicten geladen atmosfeer vond zijn weerslag in hun carrière, vooral in de problemen rond Jim Morrison.Op de bühne was hij het toonbeeld van rebellie, maar ook privé was hij de belichaming van opstandigheid. The Doors waren ook nog nooit zo populair geweest als bij zijn dood in 1971.Twee jaar later ging de band uit elkaar. De hereniging kwam in 1979, om de door Morrison achtergelaten teksten op te nemen. In 1979 koos regisseur Francis Coppola ‘the end ‘als titelsong voor zijn film Apocalypse Now.The Doors beleefden een wedergeboorte. Een Morrison-biografie haalde de bestsellerlijst. Uiteindelijk volgde er in 1991 een film over de groep. Vandaag, meer dan 20 jaar na Morrisons dood.wordt duidelijk dat The Doors niet alleen typische jaren ‘60-muziek maakten, maar dat die muziek ook tijdloos is. In hun muziek werd de maatschappelijke rebellie van de 60er jaren weerspiegeld. Natuurlijk had je in die tijd ook popteksten die net als vroeger louter ‘gezwijmel ‘bevatten. Desondanks is het niet verwonderlijk dat veel van de bestselleralbums de mensen aan het denken hebben gezet. Dat is waarschijnlijk ook een van de redenen waarom de muziek van The Doors zo tot de verbeelding sprak. Er zijn veel oorzaken waarom hun hits van toen hits van nu zijn gebleven:de uitstraling van leadzanger Morrison,de unieke soberheid van hun door keyboards beheerste sound en hun vele, begrijpelijke songs. Daar komt nog bij hun vastberadenheid om de vraagstukken die karakteristiek zijn voor die tijd, met artistieke middelen te bestrijden. Vragen, die ook nu een generatie bezig houden, van jonge mensen die Jim Morrison nooit live aan het werk hebben gezien. The Doors zijn nog net zo actueel als toen. Begin september 1966 brachten The Doors met Paul Rothschild van Electra twee weken in de studio van Sunset Sound Recorders in Hollywood door, om hun eerste lp op te nemen. Omdat de nummers door de band al gerepeteerd en gearrangeerd waren, klonk er ook iets van hun live optredens op de plaat door. Hun sound, die tot op heden toch enigszins oppervlakkig was, kreeg nu een dramatisch tintje mee, terwijl de jazz-roots (voornamelijk Densmore), de klassieke invloeden (vooral Manzarak)de dominerende invloed van de blues (voornamelijk Morrison) en pure rock (vooral Krieger)elkaar afwisselden. Zo ‘n mengeling had men tot dan toe nog nooit gehoord. The Doors wisten daarmee vanaf het prille begin al een onmiskenbare eigen sound te creëren, wat zowel een positieve als een negatieve invloed op hun carrière zou hebben. Morrisons stem was bij deze sound niet weg te denken. Hij was met zijn excentrieke personage de blikvanger van de groep. Daarbij mag men echter de kracht van zijn doordringende stem niet vergeten. Toen The Doors uitkwam werd Morrison vergeleken met Eric Burdon van The Animals, ook een bariton. Hij had echter meer affiniteit met de blues. Morrison was aanvankelijk zo introvert dat hij op het podium met zijn rug naar het publiek toestond. Naarmate zijn stem zich verder ontwikkelde kreeg hij ook meer zelfvertrouwen. Hij was een echte bariton, die heel duidelijk articuleerde, die heel fel en hoog kon uithalen met een schreeuw van ontzetting, om vervolgens weer gas terug te nemen.