Technische voorwaarden voor gebruik IKC Lorentz Opdrachtgever STIP Openbaar Onderwijs Hilversum Referentienummer 990026/20140613RvH01 Samenstelling Rens van Hoek en Bram van der Kleij CONCEPT 2 / 24 juli 2014
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................ 4
1.1 1.2 1.3
Algemeen .................................................................................................... 4 Uitgangspunten ruimtebeslag ............................................................................ 4 Leeswijzer ................................................................................................... 4
2
Wettelijke eisen, richtlijnen en handleidingen ........................................... 6
3
Ambities vanuit gebruikersoogpunt ......................................................... 7
3.1 3.2 3.3
Frisse scholen ............................................................................................... 7 Duurzaamheid .............................................................................................. 7 Schoonmaak en onderhoud ............................................................................... 8
4
Technische randvoorwaarden gebruik exterieur .......................................... 9
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1
Terrein ....................................................................................................... 9 Verharding en groenvoorziening ........................................................................ 9 Inrichting en parkeervoorzieningen..................................................................... 9 Installaties en verlichting ................................................................................ 9 Terreinafscheiding en omheining ....................................................................... 9 Gebouwschil .............................................................................................. 10 Gevel ....................................................................................................... 10 Dak ......................................................................................................... 10 Gebouwentree ............................................................................................ 11 Sociale aspecten en identiteit ......................................................................... 11
5
Technische randvoorwaarden gebruik interieur ........................................ 12
5.1 5.2
Randvoorwaarden bouwkundige elementen ........................................................ 12 Installatietechniek ....................................................................................... 13
6
Randvoorwaarden vanuit gebruikservaring .............................................. 15
6.1 6.2 6.3 6.4
Binnenklimaat en gebruiksgemak ..................................................................... 15 Logistiek en toegankelijkheid ......................................................................... 15 Veiligheid .................................................................................................. 15 Flexibiliteit en multifunctioneel gebruik ............................................................ 16
7
Bijlagen ....................................................................................... 17
7.1
Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012) .................................................. 17
De inhoud van deze uitgave is eigendom van ICS Adviseurs B.V. te Zwolle. Enkel de opdrachtgever waarmee ICS Adviseurs B.V. een overeenkomst is aangegaan, heeft een gebruiksrecht voor deze uitgave. De inhoud en omvang van dat gebruiksrecht zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden van ICS Adviseurs B.V., d.d. december 2008, dan wel in de overeenkomst zoals hiervoor bedoeld. Elk ander gebruik van deze uitgave, door opdrachtgever en of derden is uitgesloten, inhoudende dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via internet, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ICS Adviseurs B.V.
1
Inleiding
1.1
Algemeen
De Gemeente Hilversum, STIP en de Lorentzschool Hilversum hebben gezamenlijk het initiatief genomen om een nieuwbouw voor de Lorentzschool te ontwikkelen in de nieuwe wijk Anna’s Hoeve. Het betreft een twee-laags 9-klassig (met een extra ruimte voor peuterspeelzaal en VSO/NSO) gebouw van circa 1.486 m2 BVO (exclusief mogelijke uitbreiding*). *Het onderwijshuisvestingsplan van de gemeente Hilversum gaat uit van een uitbreiding van 9 groepen in Anna’s Hoeve. Daarbij is de wens om ook extra ruimten voor peuterspeelzaalwerk en voor- en naschoolse opvang te realiseren. Daarnaast voorziet de gemeente dat mogelijk uitbreiding van de school op termijn noodzakelijk is. Bij de planvorming wordt rekening gehouden met uitbreiding van het IKC Lorentz van 4 groepen. Voorliggend document betreft een aanvulling op het Ruimtelijk Functioneel Programma van Eisen (PvE) met kenmerk 990026/20140603sl01 en stelt als doel het inzichtelijk maken van functioneel technische aspecten, in de vorm van een functionele omschrijving van de eisen en wensen waar het gebouw en het terrein aan dienen te voldoen. De gebruiksvoorwaarden omschrijven randvoorwaarden, prestatie-eisen en wensen die vanuit gebruikersoogpunt spelen en niet standaard zijn opgenomen in de vigerende wet- en regelgeving of daar een aanvulling op zijn. Naast de technische voorwaarden wordt in de loop van het ontwerpproces een voorzieningenmatrix opgesteld. Deze matrix voorziet in een omschrijving van aanwezigheid, hoeveelheid, capaciteit, etc. van specifieke onderdelen en voorzieningen per ruimte. Met het Ruimtelijk Functioneel PvE kan de te selecteren architect starten met de ontwerpwerkzaamheden. De technische gebruiksvoorwaarden dienen bekend te zijn wanneer de technisch adviseurs van de architect betrokken worden bij het project. De voorzieningenmatrix zorgt voor de benodigde input voor het opstellen van een definitief ontwerp en het bestek.
1.2
Uitgangspunten ruimtebeslag
In het ruimtelijke functioneel Programma van Eisen is het ruimteprogramma opgenomen voor het gebouw. In onderstaande tabel is een samenvatting van het ruimtebeslag en de omvang van de gebruikersgroep opgenomen. Bruto vloeroppervlakte Gebouw
1.486 m2
Footprint gebouw
2 bouwlagen
Kavelgrootte
2.800 m2 totaal
1.3
Leeswijzer
Dit document beschrijft de technische voorwaarden vanuit de gebruikers, de Lorentzschool en kinderopvang, en is als volgt opgebouwd:
H2 omschrijft de van toepassing zijnde Wettelijke eisen en richtlijnen gezien vanuit het gebruik van het gebouw; H3 omschrijft de ambities welke gebruikers terug wensen te zien in de prestaties van het gebouw;
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
4/17
H4 omschrijft de technische randvoorwaarden met betrekking tot de externe omgeving (gebouw en terrein) die vanuit het gebruik nodig geacht worden; H5 omschrijft de technische randvoorwaarden met betrekking tot de interne omgeving van het gebouw die vanuit het gebruik nodig geacht worden; H6 omschrijft technische randvoorwaarden die betrekking hebben op de gebruikservaring.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
5/17
2
Wettelijke eisen, richtlijnen en handleidingen
Vanuit de rol als toekomstig gebruiker bekeken zijn onder meer onderstaande eisen, richtlijnen en handleidingen van toepassing: Bouwbesluit 2012; o Let op: verwachte herziening bouwbesluit 1 januari 2015! Brandveilig gebruik gebouwen; o De voormalige gebruiksvergunning, aan te vragen als onderdeel van de omgevingsvergunning. ARBO besluit; Burgerlijk wetboek Programma van Eisen Frisse scholen; Handboek voor toegankelijkheid; Richtlijn legionellapreventie; Tabakswet; MARSH eisen met betrekking tot verzekering; Richtlijnen auto- en fietsparkeren; CROW/NEN2443 De Wet op Primair Onderwijs; De Wet Kinderopvang; Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Hilversum, januari 2012; Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Hilversum 2012; Voorschriften GGD betreffende de Buiten Schoolse Opvang en Hele Dagopvang; Bouwverordening van de Gemeente Hilversum ; Vigerende bestemmingsplan.; Eisen gesteld door de plaatselijke brandweer; Eisen gesteld door nutsbedrijven; De van toepassing zijnde normbladen van het NNI (NEN- en ISO-normen); KOMO-certificeringen, attesten, keurmerken en richtlijnen. Er mag geen wettelijke belemmering bestaan om het gebouw en terrein in gebruik te nemen of te houden voor de beoogde functie. Voor alle wettelijke eisen en bepalingen geldt dat de laatste versie gehanteerd dient te worden. Voor het gehele document geldt dat, wanneer er zich tegenstrijdigheden voordoen in de documenten die deel uitmaken van de vraagspecificatie, de opdrachtnemer dient uit te gaan van het zwaarst wegende en/of in overleg te treden met de opdrachtgever. Enkel na schriftelijke toestemming van de stuurgroep is afwijken toegestaan. Daarnaast is het uitgangspunt het toepassen van materialen, producten en fabricaten welke marktconform zijn in de Nederlandse markt en waarvan uitgegaan kan worden dat deze in de komende 10 jaar als zodanig te verkrijgen zijn. Minimaal dient er ‘midden’-kwaliteit gerealiseerd te worden (onder ‘midden’-kwaliteit wordt verstaan dat niet de zeer laagwaardige of hoogwaardige kwaliteit gerealiseerd moet worden, maar een kwaliteitsniveau dat zich daarvan in het ‘midden’ bevindt). NB 1 Het voldoen aan voornoemde eisen is geen garantie voor algemene tevredenheid maar slechts een wettelijke basis-/ondergrens waaraan gerefereerd wordt. NB 2 Voor alle bepalingen, normen en richtlijnen die op dit project van toepassing zijn, geldt de laatste uitgave op moment van ontwerp en realisatie.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
6/17
3
Ambities vanuit gebruikersoogpunt
3.1
Frisse scholen
Het Programma van Eisen Frisse Scholen dient als leidraad voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen en gemeenten) bij het realiseren van Frisse Scholen. Een slecht binnenmilieu in scholen heeft een negatief effect op de gezondheid, leerprestaties en functioneren van leerlingen en onderwijzend personeel. Als toekomstig gebruiker van de geplande nieuwbouw stelt de Lorentzschool om te streven naar het ambitieniveau klasse B. In de bijlage is terug te lezen welk eisen hieraan worden gesteld. Als kanttekening wordt meegegeven dat er per 1 januari 2015 een significante aanscherping van de eisen in het Bouwbesluit wordt verwacht. Met deze aanscherping wordt zoals deze nu is voorgesteld een deel van de kenmerken zoals benoemd in klasse A van het PvE Frisse Scholen tot eis verheven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een reductie van bijna 50% van de EPC 1 en een minimale isolatiewaarde van Rc 5 m²K/W.2
3.2
Duurzaamheid
Het thema duurzaamheid is voor zowel het schoolbestuur als de gemeente Hilversum een belangrijk aspect. Van doorslaggevend belang is de haalbaarheid van het plan hieromtrent, waarbij er in de opgave een uitdaging ligt om duurzaamheid integraal in het plan te verwerken in zowel technieken als ook in het proces. De architect dient in het ontwerpproces aan te tonen wat de gevolgen van het ontwerp voor de exploitatiekosten zijn. Zoals benoemd staat per 1 januari 2015 een aanscherping van het Bouwbesluit op de planning. Volgens huidige projectplanning wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning 1 e kwartaal 2015 ingediend. In het ontwerptraject wordt derhalve vooruit gelopen op de verwachte invoer. Met invoering van de nieuwe wet- en regelgeving worden eisen naar boven bijgesteld en wordt er in basis een hoog duurzaamheidsniveau bepaald. Ter onderbouwing heeft GPR-Gebouw een berekening gemaakt van het effect van het nieuwe Bouwbesluit op de duurzaamheidsscore in GPR. Een onderwijsgebouw dat wordt gerealiseerd conform de huidige wet en regelgeving behaald een GPRscore van 6,23. Een gebouw dat gaat voldoen aan de nieuwe regelgeving scoort reeds een 7,7. Daarnaast wordt door het ontwerpteam onderzocht waar mogelijkheden liggen voor behalen van een hoger ambitieniveau. De gemeente stelt hiertoe een duurzaamheidslening ter beschikking.
1
EPC staat voor Energie Prestatie Coëfficiënt, een vanuit het Bouwbesluit verplicht gestelde berekening om de prestaties van een gebouw op energetisch vlak te beoordelen. 2 De Rc waarde geeft de warmteweerstand van een bouwkundige scheidingsconstructie weer. Het actuele Bouwbesluit (2012) gaat uit van een minimale Rc 3,5 m²K/W. 3 o.b.v. GPR-Gebouw versie 4.2
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
7/17
3.3
Schoonmaak en onderhoud
Materiaalgebruik en detaillering worden zodanig gekozen dat ophoping van stof of vervuiling zo veel mogelijk wordt vermeden. Indien onvermijdelijk, kan het schoonmaken eenvoudig plaatsvinden. De navolgende uitgangspunten worden in acht genomen: vermijd in het ontwerp “dode hoeken en randen” oftewel stofnesten; de afwerkingen en constructiedetails van de gebruiksruimten moeten op eenvoudige wijze te reinigen zijn; wanden worden in het algemeen vlak en hard afgewerkt. Daarbij zijn de intensief gebruikte ruimten als gangen en verblijfsruimten voorzien van eenvoudig schoon te maken afwerkingen; vloer-, wand- en plafondafwerkingen (in overeenstemming met het materiaal) moeten waar het gebruik dat nodig maakt, wasbaar en stofvrij zijn, dat wil zeggen: te reinigen met water, waaraan professioneel reinigingsmiddel is toegevoegd, bij een zoveel mogelijk beperkte opnamemogelijkheid en/of afgifte van stof; de kleurstelling van afwerkingen moet zodanig zijn dat dit geen extra schoonmaakonderhoud met zich meebrengt; opslag afvalcontainers bij voorkeur architectonisch geïntegreerd op te nemen in het bouwvolume. Opslag slechts bereikbaar vanaf buiten. Realisatie van een ondergrondse afvalcontainer; houdt rekening met een goede bereikbaarheid van de te wassen glasoppervlakken zowel aan binnen- als buitenzijde; de losse en eventueel vaste inrichting van een ruimte moet bestand zijn tegen eenzelfde wijze van reiniging als voor de afwerking van de desbetreffende ruimte is vereist. De keuze voor de te gebruiken materialen en installaties wordt mede bepaald door de kosten die met het onderhoud gemoeid zijn. De navolgende uitgangspunten kunnen in acht worden genomen: detaillering van de gebouwonderdelen is zodanig, dat onderhoud tegen weinig kosten is uit te voeren; houd rekening met de bereikbaarheid ten behoeve van onderhoud en inspectiewerkzaamheden bij het ontwerp van de opstellingen van de technische apparaten en dergelijke. Tevens moet er voldoende ruimte rondom deze apparaten aanwezig zijn om de installaties te kunnen bedienen en onderhouden; alle installatieonderdelen moeten, zoveel als mogelijk, van een standaardtype zijn en gedurende een periode van 10 jaar na oplevering tegen een normale marktprijs en met korte levertijd te verkrijgen zijn. Uitgangspunt is het creëren van een schoolgebouw wat binnen de daarvoor beschikbare normvergoeding t.b.v. exploitatie ook daadwerkelijk geëxploiteerd kan worden.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
8/17
4
Technische randvoorwaarden gebruik exterieur
4.1
Terrein
Zie voor de algemene uitgangspunten het ruimtelijk /functioneel PvE. Het terrein dient een groene uitstraling te hebben.
4.1.1
Verharding en groenvoorziening
Het toepassen van groene inrichting is vanuit algemene belevingswaarde van terrein en gebouw gewenst. Aandacht wordt gevraagd voor de volgende punten: Toepassing van onderhoudsarm groen; Bij de keuze van de beplanting opletten dat wortelgroei geen nadelig effect heeft op de terreinafwerking; Het beperken van vervuiling van het terrein door bijvoorbeeld geen bladverliezende soorten toe te passen; Een detaillering van openbare ruimte die past bij het gebruik en de doelgroep, zoals: o Aansluitingen rondom groen zijn robuust met beperkte gevoeligheid voor schade maar kunnen gelijktijdig een mogelijke aanleiding tot zitten / verblijven zijn. Realiseren van een Schooltuin; Realiseren van bergingen op zowel het onderbouw- als het bovenbouwplein; Het schoolplein is alleen toegankelijk voor de kinderen en docenten; Een deel van het terrein betreft recht op overpad; Realiseren van een ondergrondse afvalcontainer. De Lorentzschool is voornemens om de ondergrondse container van locatie De Villa mee te verhuizen (uitvoering in overleg met gemeente en opdrachtgever). Hemelwater infiltreren in de bodem of op natuurlijke wijze weg laten vloeien naar de omliggende groenvoorzieningen.
4.1.2
4.1.3
Inrichting en parkeervoorzieningen Parkeervoorzieningen voor fietsen. De overdekte fietsenstalling voor docenten dient uit het zicht gerealiseerd te worden; Verkeersstromen dienen gescheiden te zijn met aandacht voor de (verkeers)veiligheid;
Installaties en verlichting
Specifieke technische voorwaarden voor het gebruik van de buitenruimte zijn: Aanwezigheid van een vorstvrije buitenaansluitingen voor water; Voor de buitenverlichting wordt meegegeven dat deze bijdraagt aan de sociale veiligheid (overzichtelijk terrein en geen donkere hoeken/nissen) van de locatie met name buiten de openingsuren; De fietsenstalling en de entree van het gebouw vragen voldoende verlichting voor oriëntatie en herkenbaarheid. Deze voorzieningen zijn geschakeld op een schemer- en vakantieschakelaar en zijn tevens vanuit een centrale positie (de balie) ‘overrulebaar’.
4.1.4
Terreinafscheiding en omheining
Voor beide schoolpleinen wordt een laag hekwerk toegepast (nader te definiëren in overleg met de opdrachtgever). Voor het hek dient een groene haag geplaatst te worden.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
9/17
4.2
Gebouwschil
Deze paragraaf omschrijft de voorwaarden vanuit gebruik die betrekking hebben op de van toepassing zijnde componenten aan de buitenzijde van het gebouw. Er dient rekening gehouden te worden met een instandhoudingstermijn van minimaal 40 jaar.
4.2.1
Gevel
De plint van het gebouw: Is bestand tegen en ontworpen op aanwezigheid van leerlingen; Is zo ontworpen dat er geen zitgelegenheid wordt gecreëerd. Het gebouw beschikt over afdoende zonwering: Minimaal worden de gevels met een hoge zonbelasting (zuid, oost en west) voorzien van een degelijke en goed bedienbaar systeem voor zonwering. Per gebruiksruimte is deze individueel regelbaar. Indien elektrisch bedienbare zonwering wordt toegepast dan is deze centraal ‘overrulebaar’; Een alternatieve oplossing is het toepassen van getint glas (in combinatie met binnenzonwering); De budgetdemarcatie gaat er vanuit dat de school zelf verantwoordelijk is voor het aanbrengen van verduistering en/of helderheidswering (interieur) in individuele ruimten. Schadegevoeligheid: In verband met het voorkomen van opklimbaarheid van de gevel is het gewenst om gevelreliëf in verticale geleding te beperken; Tevens in verband met opklimbaarheid is het gewenst om hemelwaterafvoeren in de gevel te integreren of intern gebouw op te lossen; Toepassen van een anti graffiti coating van 0,15+p tot 2,50m+p. (een kleine strook gevel aan de onderzijde wordt niet behandeld in verband met opbouw van dampspanning); Toepassen van robuuste en stevige materialen zowel aan de buitenzijde als binnenzijde van het gebouw. Materialen dienen veilig te zijn, een lange levensduur te hebben en onderhoudsvriendelijke te zijn; Er wordt geen beglazing lager dan 50cm + peil toegepast. Gevelopeningen, kozijnen en deuren: Te openen ramen kiepramen zijn bij voorkeur naar binnen te openen kiepramen die zich in verband met preventie van tocht, boven 1,80m+p bevinden; Verdiepingen wordt voorzien van een verhuisraam; Hang- en sluitwerk: o Het hang- en sluitwerk dient in algemene zin voldoende robuust en zwaar te zijn voor de beoogde intensiteit van het gebruik; gecertificeerd volgens BRL 3104 (SKG-sterren). Glasbewassing: o Vermijd een installatie voor glasbewassing, maar los dit op met bijvoorbeeld een strook verharding rond het gebouw ten behoeve van een hoogwerker/steiger.
4.2.2
Dak
Aspecten die bijdragen aan het comfort, zoals de invloed van warmtelast op een behaaglijk binnenklimaat: Indien een plat dak wordt toegepast: denk aan voldoende massa van de dakvloer door toepassing van steenachtig materiaal of prefab beton. Mogelijke alternatieven voor een plat dak die een bijdrage kunnen leveren aan het comfort kunnen, binnen de budgettaire kaders, worden onderzocht; Zorg voor voldoende isolatiewaarde, minimaal conform Bouwbesluit en hogere waarden (Rc5)4 indien een plat dak wordt toegepast; 4
Wettelijk toe te passen waarden afhankelijk van nieuwe eis Bouwbesluit 2015
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
10/17
Het dak dient voor onderhoud en inspectie veilig betreden te kunnen worden zonder kans op schade aan het dak en hiervoor uitgerust te zijn met de nodige veiligheidsvoorzieningen. Overige technische aspecten: De constructie van het dak is geschikt voor nu of eventueel later te plaatsen PV panelen.
4.3
Gebouwentree Reserveer bij de entree(s) een inloopzone bestaande uit verwisselbare (schoonloop)matten; Pas bij iedere entree een overgangszone toe (bijvoorbeeld een tochtsluis) waarmee energieverlies beperkt en intern comfort gewaarborgd wordt; Rookbeleid: o De school en het terrein worden geheel rookvrij.
4.3.1 Sociale aspecten en identiteit Vermijd nissen in het gebouw waar overdag of ‘s avonds geen sociale controle is;
Zorg voor wisselwerking tussen binnen en buiten, ter zichtbaarheid van functies en activiteiten.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
11/17
5
Technische randvoorwaarden gebruik interieur
5.1
Randvoorwaarden bouwkundige elementen
Vloeren o Vloeren van binnenruimten van linoleum (geschikt voor toepassen van vloerverwarming); o Vloeren dienen eenvoudig schoongemaakt te kunnen worden; o Minimaal de ruimte en de route naar deze ruimte die gebruikt zullen worden voor en door mindervaliden (miva toilet) wordt geheel drempelvrij ontworpen; o De (antislip)vloer van het speellokaal is ook geschikt voor buitenschoenen ivm de koppeling met de aula. Binnenwanden o Een bepaalde mate van transparantie en wisselwerking tussen verblijfsruimtes en algemene zoals nader omschreven; o Daar waar gewent voor bevestiging van digiborden, voorzieningen in groepsruimten en zijn de binnenwanden voldoende draagkrachtig of worden voldoende constructieve maatregelen geïntegreerd in binnenwanden opgenomen; o Er dient een schuifwand gerealiseerd te worden in de ruimte voor de voorschoolse opvang en de naschoolse opvang. Plafonds o In plafonds worden voorbereidingen opgenomen voor het kunnen aansluiten van beamers daar waar gevraagd (data, elektra en montagemogelijkheden); Trappen en hellingbanen Sanitair o Voor de aanwezigheid van het aantal toiletten wordt minimaal voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit (1 toilet per 30 leerlingen). Ter plaatse van bijeenkomstfuncties (entrees en aula) wordt een hogere dichtheid gerealiseerd; o Sanitaire ruimtes worden uitgevoerd met gesloten vloervlakken (giet/troffelvloeren) met opstaande en plinten (geen tegelwerk); o Toepassen van hangtoiletten. Spoel- en wasvoorziening o Het realiseren van aansluitmogelijkheden (aan- en afvoer) voor de behoefte aan spoel- en wasvoorzieningen. Werkkasten o Voorzien van warm- en koud water met uitstortgootsteen. Afwerking o Op scherpe hoeken in de verkeerszones worden metalen hoekprofielen aangebracht om het kapot stoten van de hoeken te voorkomen; o De wanden in alle ruimten die vrij toegankelijk zijn voor gebruikers dienen bij voorkeur tot 1.200 mm (bij voorkeur 2.000 mm of deurhoogte) van een onderhoudsarme, niet eenvoudig te beschadigen, nat afneembare, makkelijk schoon te maken wandcoating voorzien te zijn. Vaste inrichting o Het treffen van alle benodigde voorbereiden voor de plaatsing en aansluiting van: Woonkeuken, pantry’s en apparatuur; Koffie automaat. o Type en positie van de garderobe nader af te stemmen met gebruikers. o Realiseren van vaste kastenwanden bij in ieder geval de groepsruimten van de onderbouw;
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
12/17
5.2
Installatietechniek
Voor de algemene doelstellingen: zie hoofdstuk 6 Specifieke voorwaarden per type installatie: Ventilatie en luchtbehandeling: o Wtw-installatie; o Installaties dienen uitgewerkt te zijn op een bezetting van 32 personen in de groepsruimten; o Capaciteit voldoet minimaal aan hetgeen vereist is door Bouwbesluit. Voor het bereiken van een hogere gebruikswaarde wordt binnen het ontwerp-engineersteam de financiële haalbaarheid van CO2 gestuurde ventilatie per ruimte onderzocht. Verwarming: o Toepassen van vloerverwarming is het uitgangspunt; o Installaties dienen uitgewerkt te zijn op een bezetting van 32 personen in de groepsruimten; o Indien naverwarming aan de orde is dan convectoren voorzien van instelbare regelventielen en voetventielen en thermostatische radiatorkranen. Indien convectoren aan de wand worden bevestigd, dan zodanig positioneren dat deze beschermd zijn tegen erop gaan zitten en er geen afval tussen gestopt kan worden; o Het toepassen van koeling dient te worden voorkomen; In onderstaand schema een indicatie van de temperatuur die minimaal gerealiseerd dient te worden. In een wintersituatie bij een buitentemperatuur van -10ºC en een windsnelheid van 5 m¹/seconde en het volledig in gebruik zijn van alle verwarmings- en ventilatie-elementen dienen, berekend conform NEN ISO 7730, de volgende minimale temperaturen bereikt te worden: Ruimtesoort
Groepsruimten / gebruiksruimten Ontmoetingsruimte/Horeca/Foyer Bibliotheek Technieklokaal / crearuimte Keuken Spreekkamer/Vergaderruimte Kantoorruimte Entrees (tochtportalen) Verkeersruimten* en garderobes Toiletten Magazijn/opslag Technische ruimte Andere ruimten, niet bestemd voor langdurig verblijf
Temperatuur (0C) 20 20 20 20 18 20 20 15 18 15 (voorkeur 18) 15 (voorkeur 18) 15 15
*Daar waar de verkeersruimten tevens functioneel te benutten zijn, zoals bij leerpleinen, dienen de waarden van gebruiksruimten worden aangehouden
Minimaal 90% van de gebruikstijd wordt voldaan aan deze eisen: De operatieve temperatuur is op alle werk- en leerplekken (waar iemand meer dan 2 uur per dag zittend werkt of leert) minimaal 20°C. en maximaal 24°C. Bij buitentemperaturen <20°C is de operatieve temperatuur maximaal 23°C. Bij buitentemperaturen >20°C ligt de operatieve temperatuur maximaal 4°C boven de buitentemperatuur.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
13/17
In verticale richting mogen de genoemde waarden worden overschreden met maximaal ± 1,5°C ten opzichte van het “leefgebied”. Deze temperaturen mogen 5 % van de verblijfstijd tot 2°C en 1 % van de verblijfstijd met 2°C of meer worden onderschreden. In een zomersituatie mag in de verblijfsruimten een temperatuur van 28°C niet meer dan 1% van de verblijfstijd overschreden worden. Een temperatuur van 25,5°C mag niet meer dan 10% van de verblijfstijd overschreden worden. De overschrijding is maximaal 2°C. De waarden gelden bij een normaal gebruik van de ruimte en optimale benutting van de aanwezige zonwerings- en ventilatiemogelijkheden.
Wateraansluitingen: o In pantry/personeelskamer en in lokalen; o Keuken; o Toiletten; o Buitenkraan (in berging?). Gasaansluiting: o Warmte opwekking; o In de keuken wordt uitgegaan van elektrisch koken. Elektra aansluitingen: o Voldoende oplaadpunten voor devices in de verblijfsruimten (leerpleinen vallen ook onder verblijfsruimten); o Aansluitingen in verkeersruimte tbv schoonmaak. Data- telefoon- en CAI aansluiting: o Een vast telefoonlijn voor doormelding van de beveiligingsinstallatie; o Het gehele gebouw wordt voorzien van draadloos internet. De gebruikers dienen beschikking te hebben over een apart netwerk met een goede beveiliging; o Er worden voorbereidingen getroffen voor de aansluiting van een smartboard in elke lesruimte en een plek voor de docenten-pc; o Waar vaste computers worden gebruikt dienen voldoende data-aansluitingen gerealiseerd te worden; o Voldoende aansluitpunten voor gebruiksapparatuur (bijvoorbeeld kopieermachines en printers). Verlichting o Toepassen van aanwezigheidssensoren voor verlichting minimaal in de sanitaire ruimtes en bergingen; o Toepassen van daglichtsensoren voor deelschakelingen voor verlichting. o Toepassen van dimbare verlichting in de groepsruimten; o Mogelijkheid voor diverse kleuren verlichting in de groepsruimten. Brandveiligheid o De installatie voldoet aan eventueel gestelde MARSH eisen vanuit de verzekeringen. Controle geschiedt door de gemeente Hilversum; Inbraakbeveiliging o De installatie voldoet aan eventueel gestelde MARSH eisen vanuit de verzekeringen. Controle geschiedt door de gemeente Hilversum; o Pas bij voorkeur een buitendeur en raamstand signalering toe. Liftinstallatie o Realiseren van eenvoudige ‘plateaulift’. Minimaal groot genoeg voor een rolstoel. Lift alleen te bedienen met een sleutel.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
14/17
6
Randvoorwaarden vanuit gebruikservaring
6.1
Binnenklimaat en gebruiksgemak
Omschrijving van de kenmerken die bijdragen aan de gebruikerservaring: Ruimtetemperatuur is per ruimte individueel regelbaar; Natuurlijke ventilatie is mogelijk door te openen ramen; Maatregelen met betrekking tot reduceren van geluid en geluidsoverdracht. Klimaatsysteem (zowel centraal als decentraal) is eenvoudig bedienbaar Centraal bedienpaneel voor elektrische en klimaatinstallatie. Wellicht opnemen in een eenvoudig bedienbaar gebouwbeheersysteem; In een later stadium kan indien gewenst en in nader overleg met technisch adviseurs input worden gegeven inzake de volgende onderwerpen: Ruimtetemperatuur Geluidsisolatie/geluidsproductie/ akoestiek o extra aandacht te besteden aan de akoestische isolatie van het speellokaal naar de overige ruimten in het gebouw. Jonge kinderen die rennen en spelen maken veel geluid. Activiteiten in omliggende ruimten mogen hier geen hinder van ondervinden. Plafondhoogte Gelijktijdigheid Verlichtingssterkte Let op: gebouw is ingedeeld in drie compartimenten. Deze drie compartimenten dienen apart regelbaar te zijn in de installatietechniek (bijvoorbeeld drie compartimenten onafhankelijk van elkaar te verwarmen).
6.2
Logistiek en toegankelijkheid
Het gebouw is onderverdeeld in twee verdiepingen. De onderbouw bevindt zich beneden en de bovenbouw op de verdieping. Tevens dienen alle ruimten afzonderlijk afgesloten te kunnen worden. Het pand is verdeeld in drie compartimenten.
6.3
Veiligheid
De veiligheid in het gebouw ligt vooral in de open, overzichtelijke vormgeving van het gebouw en de kleinschaligheid van de school (zie ook het RF PvE). Het gebouw wordt voorzien van de volgende technische voorzieningen:
Een Inbraakbeveiligingssysteem beveiligt het gebouw na sluitingstijd; De keuze voor een camerasysteem wordt in een later stadium gemaakt; Pas ter voorkoming van onveilige situaties preventieve verlichting toe rondom het gebouw; Pas hoogwaardig hang- en sluitwerk toe, afgestemd op het gebruik onderwijs, en zorg voor een goed gecoördineerd en samenhangend sluitplan voor het hele project. Houd daarbij rekening met de voorschriften voor vluchtroutes en ontruiming in combinatie met het afsluiten van bepaalde gebouwdelen bij activiteiten.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
15/17
6.4
Flexibiliteit en multifunctioneel gebruik
Het gebouw dient flexibel te zijn om voor een langere periode functioneel te blijven, wetend dat het onderwijs continu in verandering is. Deze flexibiliteit wordt grotendeels gerealiseerd door de multifunctionaliteit en vrije indeelbaarheid van de ruimten die in het programma staan. Het aanpassen van de omvang van de afzonderlijke ruimten is minder aan de orde, al is het essentieel om een bouwsysteem te kiezen dat het verplaatsen van (tussen)wanden faciliteert, zoals een kolomstructuur. Er dient ook rekening gehouden te worden met eventuele uitbreiding van het pand (zie Ruimtelijk Functioneel Programma van Eisen). De architectonische verschijningsvorm en de bouwkundige en installatietechnische structuur vormen hierin geen belemmeringen.
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
16/17
7
Bijlagen
7.1
Programma van Eisen Frisse Scholen (april 2012)
24 juli 2014 | 990026/20140613RvH01
17/17