Remeha Zenta
Z e n t a R e m e h a
Technische informatie
• Zonneboilersysteem
Remeha Zenta INHOUDSOPGAVE Voorwoord
3
1
Algemene systeemomschrijving
4
2
Constructie 2.1 Zonnecollector 2.2 Opslagtank 2.3 Werkingsprincipe
5 5 5 5
Afmetingen en technische gegevens 3.1 Afmetingen zonnecollectoren 3.2 Afmetingen opslagtank 3.3 Leveringsomvang
6 6 7 8
3
4
Opbrengstgegevens 4.1 Zonnecollector 4.2 Algemeen 4.2.1 Oriëntatie 4.2.2 Hellingshoek 4.2.3 Waterverbruik
9 9 9 9 9 10
5
Toepassingsgegevens 5.1 Aansluiting op Remeha Combiketels
11 11
6
Montage voorschrift 6.1 Benodigdheden 6.2 Plaatsen van de zonnecollector 6.2.1 Positie zonnecollector 6.3 Typen zonnecollectoren voor pannendak 6.3.1 Plaatsing in een (schuin) pannendak 6.4 Typen zonnecollectoren voor platdak 6.4.1 Plaatsing ballastbakset 6.4.2 Montage instructie ballastbakset 6.4.3 Plaatsing voetplatenset 6.4.4 Montageinstructie voetplatenset 6.4.5 Aansluiten van de zonnecollector 6.5 Plaatsen van de opslagtank 6.6 Montageinstructie van de opslagtank
11 11 12 12
7
8
12 12 13 13 15 17 18 20 20 20
Hydraulische aansluitingen 7.1 Vullen van de opslagtank 7.2 Aansluiten van het sanitair watercircuit op de opslagtank 7.3 Hydraulische aansluiting op Remeha HR Combiketels
22 22
Elektrische aansluitingen 8.1 Zonneboilerbesturing 8.2 Netspanning en zekeringswaarden 8.2.1 Collectorpomp 8.2.2 Collectorsensor 8.2.3 Boilersensor
25 25 25 25 25 25
22 22
2
9
In bedrijfstellings voorschrift 9.1 In bedrijf stellen 9.2 Buiten bedrijf stellen 9.2.1 Aftappen van het opslagtank 9.2.2 Aftappen van het sanitair circuit
27 27 27 27 27
10
Bediening 10.1 Het signaleringsdisplay
28 28
11
Richtlijnen voor lokaliseren en opheffen van storingen
29
12
Inspectie en onderhoudsvoorschrift 31 12.1 Inspectie leidingen 31 12.2 Inspectie vulniveau van de opslagtank 31 12.2.1 Vulniveau bij een standaard situatie 31 12.3 Inspectie Zonneboilerbesturing 31 12.4 Inspectie weerstandwaarde sensoren 31 12.4.1 Meetwaarde collectorsensor: 31 12.5 Inspectie collectorpomp 32 12.5.1 Elektrische inspectie collectorpomp 32 12.6 Doorspoelen bij langdurige afwezigheid 32 12.7 Afdanken van het toestel 32
13
Installatie checklist 13.1 Invullen checklist
33 33
14
Garantie voorwaarden Remeha Zenta Zonneboilersysteem
35
15
Garantie
36
VOORWOORD Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed functioneren en onderhoud van het Remeha Zenta zonneboilersysteem. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vóór het in bedrijf stellen en tijdens bedrijf een veilig en storingsvrij functioneren van het systeem mogelijk te maken.
De in deze technische informatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. Wij behouden ons het recht voor om op ongeacht welk moment de constructie en/of uitvoering van onze producten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane leveranties dienovereenkomstig aan te passen.
Lees vóór het in werking stellen van het systeem deze handleiding. Maakt u met de werking en de bediening van het systeem goed vertrouwd en volg de gegeven aanwijzingen stipt op. Indien u nog vragen heeft of verder overleg wenst over specifieke onderwerpen die betrekking hebben op dit systeem, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Zie achterzijde voor contactgegevens.
3
Remeha Zenta 1
ALGEMENE SYSTEEMOMSCHRIJVING
De Remeha Zenta verwarmt sanitair water met behulp van zonlicht. De Remeha Zenta is een terugloopsysteem dat is voorzien van een vorstbeveiliging zodat het met zuiver leidingwater zonder toevoegmiddelen kan worden gevuld. Indien gewenst mag er een vloeistof worden toegevoegd die voorzien is van een ATA (Attest Toxicologische Aspecten: een beoordelingssysteem voor materialen en chemicaliën dat wordt toegepast in de drinkwatervoorziening). Het systeem bestaat uit een geïsoleerde opslagtank met geïntegreerde warmtewisselaar, een toerengeregelde pomp en een zonnecollector. In de opslagtank bevindt zich 100 liter water, dat bij voldoende zonlicht door de zonnecollector circuleert en wordt opgewarmd. De opgeslagen warmte in de tank wordt via een spiraalvormige warmtewisselaar overgedragen aan het koude tapwater. De Remeha Zenta heeft dus geen opslag van warm tapwater. Het koude tapwater wordt pas tijdens het tappen in de warmtewisselaar verwarmd. Dit biedt vanuit hygiënisch oogpunt meer zekerheid over de kwaliteit van uw tapwater.
De circulatie door de zonnecollector wordt ‘low-flow’ genoemd en heeft een lage circulatiesnelheid waardoor een hoge collectorwatertemperatuur ontstaat. Als dit warme water terug stroomt in de opslagtank, wordt dit niet gemengd met het overige koude water in de opslagtank, maar vindt de opslag gelaagd plaats. Door deze ‘hot top’ is er direct verwarmd water beschikbaar en levert het systeem uiteindelijk een grotere energiebesparing op voor de gebruiker. De Remeha Zenta levert vrijwel het gehele jaar duurzame warmte. De dagelijkse opbrengst is uiteraard afhankelijk van de dagelijkse hoeveelheid zonlicht. De volgende normen zijn van toepassing op de installatie van de Remeha Zenta: - NEN 1006 algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties AVWI met bijbehorende werkbladen - NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties - NEN 3215 binnenriolering in woningen en woongebouwen - Eventuele locale voorschriften zoals bouw- en brandweervoorschriften.
4
2
CONSTRUCTIE
De Remeha Zenta bestaat uit een geïsoleerde opslagtank met geïntegreerde warmtewisselaar, een toerengeregelde collectorpomp en een zonnecollector.
De circulatie door de zonnecollector wordt ‘low-flow’ genoemd en heeft een lage circulatiesnelheid waardoor een hoge collectortemperatuur ontstaat. Het water dat uit de zonnecollector stroomt, heeft dan ook een hoge temperatuur. Als dit warme water terugstroomt in de opslagtank wordt dit niet gemengd met het overige koude water in de tank, maar er vindt gelaagde opslag plaats. Door deze ‘hot top’ is altijd een hoeveelheid water beschikbaar van voldoende hoge temperatuur zodat er direct comfort geleverd kan worden.
2.1 Zonnecollector De zonnecollector heeft een zwart gelakt aluminium frame. Deze kan worden geleverd in twee uitvoeringen, zie afb. 02 en afb. 03. De zonnecollector is van binnen aan de zijkanten en onderzijde voorzien van een isolatielaag van glaswol. Het zonlicht valt naar binnen door de afdekking van ijzervrij, gehard glas. Tussen de absorber en glasafdekking bevindt zich een luchtlaag. Het licht wordt geabsorbeerd door een koperen absorber die gecoat is met zwart chroom. Hierin wordt de energie van de lichtstraling omgezet in warmte. Deze warmte wordt direct overgedragen aan de spiraalvormige koperen buizen die aan de onderzijde van de absorber zijn gesoldeerd. Aan de achterzijde van de zonnecollector zijn de waterzijdige aansluitingen voor aanvoer (Ø 8 mm) en retour (Ø 12 mm). Naast de aanvoeraansluiting bevindt zich een draadbus voor de collectorsensor.
Bij onvoldoende zoninstraling, of wanneer de opslagtank helemaal gevuld is met warmwater, wordt de collectorpomp door de zonneboilerbesturing gestopt en stroomt het water in de zonnecollector terug naar de leegloopruimte in de tank. Deze leegloopruimte dient tevens als expansieruimte, waardoor u geen apart expansievat hoeft te installeren. Door het teruglopen kan de inhoud van de zonnecollector niet bevriezen of gaan koken. De opslagtank en de zonnecollector vormen een gesloten circuit waardoor geen zuurstof binnendringt en de tank niet kan corroderen. De Remeha Zenta levert vrijwel het gehele jaar duurzame warmte. De dagelijkse opbrengst is uiteraard afhankelijk van de dagelijkse hoeveelheid zonlicht.
2.2 Opslagtank De opslagtank bestaat uit een stalen binnenvat met een CFK-vrije polyurethaan isolatie en een witgemoffelde stalen buitenmantel. In het binnenvat bevindt zich een koperen, spiraalvormige warmtewisselaar met een inhoud van 5 liter. Aan de bovenkant van de tank bevinden zich alle water- en elektrische aansluitingen en het bedieningspaneel. Onder de kunststof beschermkap, welke met twee schroeven is bevestigd, bevinden zich de vulkraan, thermostaatbuis, aansluiting van de collectorpomp, collectorsensor en zonneboilerbesturing. Aan de buitenzijde van de tank zijn de overstortleiding, overdrukbeveiliging en collectorpomp gemonteerd, zie afb. 04 en afb. 20.
1
2 3
2.3 Werkingsprincipe De Remeha Zenta verwarmt sanitair water met behulp van zonlicht. Het systeem bestaat uit een geïsoleerde opslagtank met geïntegreerde warmtewisselaar, een toerengeregelde collectorpomp en een zonnecollector. In de opslagtank bevindt zich 100 liter water dat bij voldoende zonlicht door de zonnecollector circuleert en wordt opgewarmd. De opgeslagen warmte in de opslagtank wordt via een spiraalvormige warmtewisselaar overgedragen aan het koude tapwater, zie afb. 01. De opslag van drinkwater in de zonneboiler zelf is dus minimaal. Het tapwater in de warmtewisselaar wordt pas tijdens het tappen verwarmd. Na passeren van de warmtewisselaar wordt het water bij te lage temperatuur naverwarmd in een boiler of doorstroomtoestel tot minimaal 60°C. De naverwarmer dient te zijn voorzien van het Gaskeur NZ-label waarin de afkorting NZ staat voor Naverwarmer Zonneboiler.
116380.LT.AL.0
afb. 01 Principewerking Remeha Zenta 116380.LT.AL.003
1 = uitlaat warm sanitair 2 = inlaat koud sanitair 3 = vulnivo
5
Remeha Zenta 3
AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Afmetingen zonnecollectoren F
B 455
421
420
455 130
A
Sa
Sa
1776 1586
1516
R 130 1751
876
875 T001089-A
afb. 02
Oppervlakte 2,75 m ,verticaal 2
T001089
F
910
3491
B 420
472
1707
420
472 98
Sa
A
A
Sa 714
750
R
1
R 98
892
1707
892 T001090-A
afb. 03
Oppervlakte 2,75 m ,horizontaal
F = vooraanzicht B = achteraanzicht A = aanvoer R = retour Sa = sensoraansluiting
2
T001090
) onderdaks aansluiten met T-koppelingen *) sensoraansluiting naar keuze links of rechts 1
6
3.2 Afmetingen opslagtank 105 284 234 179
W
K
892
497
937
497
662 T001091-A
afb. 04
1
Aanzichttekeningen opslagtank
K = koud W = warm
T001091
7
Remeha Zenta Opslagtank Inhoud collectorwater en leegloopruimte Gewicht (excl. waterinhoud) Collectorvloeistof
Eenheid liter kg
Materiaal
Waarde 100 43 Drinkwater, evt. met een ATA Staal
Isolatiemateriaal
PU schuim (CFK-vrij)
Type warmtewisselaar
Tapspiraal
Inhoud warmtewisselaar Materiaal warmtewisselaar
liter
5 Koper
Collectorpomp Type
Wilo RS 25/7
Opgenomen vermogen
max. modulerend vermogen Max. opvoerhoogte pomp vanaf vloerniveau Maximale werkdruk Zonnecollector Collectoroppervlakte Gewicht (excl. waterinhoud) Opbrengst volgens DST verklaring Simulatieopbrengst, bij NEN 5128 klasse 2 Aansluiting collector aanvoer / retour Absorber coating en materiaal
W W m bar
90 25 6,5 3
m2 kg GJ/jaar GJ/jaar mm
2,75 55 3,3 3,9 Ø 8 / Ø 12 Zwart chroom op koper (α = 0,96 / ε = 0,12)
Afdekking
IJzervrij, gehard glas
Omkasting
Zwart gelakt of blank aluminium
tabel 01
Technische gegevens
3.3 Leveringsomvang Zonnecollector: - zwart gelakte aluminium frame - afdekking met ijzervrij, gehard glas Dakmontageset: - gotenset met loodslabbe Opslagtank: - Stalen opslagtank met CFK-vrije isolatie - Volkoperen warmtewisselaar - Vulkraan (voorgemonteerd) - Veiligheidsventiel - Collectorsensor, met 25 cm aansluitkabel voorzien van kroonsteen. - Zonneboilerbesturing - Overzichtelijk display - Collectorpomp Accessoires (optioneel): - Leidingset collectoraanvoer 8 mm inclusief koppelingen en isolatie - Platdakmontageset bestaande uit: montageframe, ballastbakset en voetplatenset.
8
4
OPBRENGSTGEGEVENS
4.1 Zonnecollector Oppervlakte is 2,75 m2 Opbrengst volgens DST verklaring is 3,3 GJ. (TNO rapport nr. 2002-DEG-R007)
te plaatsing moet gelet worden op deze factoren. Richt de collector zoveel mogelijk in die richting van waaruit de meeste uren zon verwacht mag worden. 4.2.2 Hellingshoek De hellingshoek is de hoek tussen de glasafdekking en het horizontale vlak. Algemeen kan gesteld worden dat de meest optimale hoek voor Nederland ligt tussen de 30° en 45°. De Remeha Zenta zonnecollector dient altijd waterpas gemonteerd te worden onder een minimale hellingshoek van 15° (horizontale uitvoering) of 20° (verticale uitvoering). Een grotere hellingshoek zorgt voor een lagere opbrengst in de zomer en een grotere opbrengst in de winter. Wordt de boiler onder een kleinere hellingshoek geplaatst dan geldt het omgekeerde effect. De invloed van de oriëntatie en de hellingshoek zijn ook terug te vinden in afb. 05.
4.2 Algemeen De opbrengst van de Remeha Zenta is afhankelijk van oriëntatie, hellingshoek, waterverbruik en tapgedrag. 4.2.1 Oriëntatie De oriëntatie is de richting waarin de zonnecollector wordt opgesteld. Algemeen kan gesteld worden dat een oriëntatie op het zuiden de hoogste opbrengst geeft. Afhankelijk van de plaats in het land kan het zijn dat de collector enkele graden naar het oosten of naar het westen gedraaid moet worden. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn in verband met mist die op sommige plaatsen in het land vaak ‘s morgens voorkomt. Voor een correc-
340 330 320
350
0 90
10
20 30
80
40
70
H
310 300
60
50
50
60
40 290 280 O
270
100%
30
90%
70
80%
20 10
80
70%
O
90
0
T001092-A
afb. 05 Percentage jaaropbrengst t.o.v. maximaal haalbare jaaropbrengst T001092
H = hellingshoek collector O = Orientatie: 0 = zuid, 90 = west, 270 = oost
9
a 1
Remeha Zenta 4.2.3 Waterverbruik In het algemeen zal de opbrengst het grootst zijn als u vooral ’s avonds warm water tapt. Dan is immers de temperatuur in de opslagtank het hoogst. Bij weinig gebruik van warm water zal de temperatuur wel hoog worden maar is de opbrengst lager. Is het warmwaterverbruik gespreid over de dag groot, dan zal de boilertemperatuur minder hoog worden maar zal de opbrengst aanzienlijk beter zijn, zie afb. 06. 3,9
3,7
3,5
3,3 R
3,1
2,9
2,7
[GJ/j] 2,5 75
95
115
135
155
175
195
215
T
afb. 06
116380.LT.AL.009 Opbrengst Remeha Zenta t.o.v. waterverbruik (instromend water 10°C, uitstromend water 60°C)
116380.LT.AL.009
R = opbrengst per jaar (GJ/j) T = tapdebiet per dag (liters water van 60°C)
10
5
TOEPASSINGSGEGEVENS 5.1 Aansluiting op Remeha Combiketels De Remeha Zenta kan worden aangesloten op verschillende Remeha HR Combiketels.
Het verwarmde water uit de opslagtank van de Remeha Zenta dient, bij te lage temperatuur, in een boiler of doorstroomtoestel naverwarmd te worden tot een minimale temperatuur van 60°C. De boiler of naverwarmer moet hiervoor geschikt te zijn. De betreffende c.v.-ketel dient dan ook het Gaskeur NZ-label (NZ = Naverwarmer Zonneboiler) te voeren. Indien de Remeha Zenta wordt gecombineerd met een niet-Remeha c.v.-ketel, dient u voor de hydraulische aansluiting contact op te nemen met de desbetreffende fabrikant. 6
MONTAGE VOORSCHRIFT
Dit installatievoorschrift geeft de juiste instructies voor een correcte aansluiting en het in bedrijf stellen van de Remeha Zenta. De installatie en het in bedrijf stellen daarvan mag alleen door een erkende installateur worden verricht, anders vervalt elke aanspraak op garantie. Tevens is Remeha niet aansprakelijk voor schade die het mogelijke gevolg is van een niet vakkundig uitgevoerde installatie en die voortvloeit uit het niet naleven van de installatievoorschriften.
Pc
Pc
6.1 Benodigdheden Voor de plaatsing van de Remeha Zenta in een situatie zoals in afb. 07 zijn de volgende extra materialen nodig (deze zitten niet in de standaard leveringsomvang): - Leiding koper 8 x 1 mm - Leiding koper 12 x 1 mm - Leiding koper 15 x 1 mm - Passend isolatiemateriaal dat bestand is tegen temperaturen tot 180°C en buitendaks UV-bestendig is. - Verlengkabel, 2 aderig: onafgeschermd (voor aansluiting van collectorsensor op zonneboilerbesturing). - Inlaatcombinatie met bijvoorbeeld een aftapmogelijkheid
Ca Cr max. 6,5 m min. 0,85 m
Indien de afstand tussen het vloerniveau van de opslagtank en de bovenkant van de zonnecollector meer dan 6,5 meter is, dient u contact met ons op te nemen.
T001093-B
afb. 07 Zonnecollectoraansluiting in standaardsituatie T001093
Ca = collector aanvoer; koperleiding 8x1mm (onder afschot) Pc = positie collectorsensor (links of rechts) Cr = collector retour; koperleiding 12x1mm (onder afschot)
11
Remeha Zenta 6.2 Plaatsen van de zonnecollector Bij het plaatsen van de zonnecollector dient u rekening te houden met de mogelijke stand en optimale positie in een pannendak of op een plat dak. De gotenset is geschikt voor toepassing in combinatie met sneldekpannen. Voor het plaatsen van de gotenset met ander typen dakpannen, dient u contact op te nemen met onze afdeling Sales support.
afb. 08 Zonnecollector 2,75 m2, verticaal 116380.LT.AL.011
116380.LT.AL.011
6.2.1 Positie zonnecollector - Oriënteer de zonnecollector zoveel mogelijk naar het zuiden voor de hoogste zonopbrengst. - Vermijdt plaatsing achter objecten die schaduw op de zonnecollector kunnen veroorzaken. - Plaats de zonnecollector zo dicht mogelijk bij de opslagtank. - De maximale verticale afstand tussen het vloerniveau van de opslagtank en de bovenzijde van de zonnecollector bedraagt 6,5 meter. De minimale afstand tussen de onderzijde van de opslagtank en de onderzijde van de zonnecollector is 0,85 m. - Bij een groter hoogteverschil zal er geen water door de zonnecollector circuleren; u dient ons daarbij te raadplegen. - Monteer de zonnecollectorleidingen altijd onder afschot (30 - 50 mm/m)! - Monteer de zonnecollector altijd waterpas onder een minimale hellingshoek van 15° (voor de horizontale uitvoering) of 20° (voor de verticale uitvoering).
afb. 09 Zonnecollector 2,75 m2, horizontaal 116380.LT.AL.012
116380.LT.AL.012
6.3.1 Plaatsing in een (schuin) pannendak Houd bij plaatsing van de zonnecollectoren rekening met de positie van gordingen e.d. Het is de bedoeling dat de zonnecollector bij voorkeur op twee gordingen of sporen steunt. Als dit niet mogelijk is, moet de dakconstructie stevig genoeg zijn om de zonnecollector te dragen. Als eerste stap moeten de pannen op de plek van de zonnecollector verwijderd worden. Ga dan verder als volgt: 1. Plaats de lat met loodslabbe op 140-160 mm boven de panlat van de eerste dakpan onder de zonnecollector, zie afb. 10. De streep op de loodslabbe geeft globaal het midden van de zonnecollector aan. 2. Schroef de lat met loodslabbe vast met de grote schroeven. De lat moet waterpas bevestigd worden! 3. Klop het lood aan. Bij horizontale toepassing van een zonnecollector (zie afb. 09) worden 2 latten met loodslabben tegen elkaar gemonteerd. De loodslabben overlappen elkaar in deze opsteling. 4. Boor de aansluit- en voeleropeningen (Ø 83 mm), zie Par. 3.1 voor de afmetingen. De aansluitingen zijn op de achterzijde van de zonnecollector aangegeven. 5. Plaats de zonnecollector in de klampen op de panlat met loodslabbe. Bevestig de zonnecollector met de zes kleinere schroeven op de panlatten. 6. Plaats de bovengoot onder de rand. Plaats hierna de zijgoten. Vouw de ‘lip’ op de onderste zijgoot om, zodat het bovenste deel niet naar beneden schuift. 7. Leg de dakpannen weer terug en slijp deze eventueel op maat. Laat de dakpannen zo goed mogelijk aansluiten op de collector. Het nokje aan de onderzijde van de eerste pan naast de zonnecollector kan eventueel verwijderd worden.
6.3 Typen zonnecollectoren voor pannendak Het Remeha Zenta zonneboilersysteem kan met twee typen zonnecollectoren voor montage in een (schuin) pannendak met bijbehorende gotensets worden geleverd: - Zonnecollector met oppervlakte 2,75 m2, verticaal, zie afb. 08. - Zonnecollector met oppervlakte 2,75 m2, horizontaal, zie afb. 09.
12
2
1
1
3
-1 60
m
m
4
5
14 0
2
1 2
6 T001094-A
a 1
afb. 10 Zonnecollector plaatsen in pannendak T001094
1 = afdeklijst 2 = dakpan
3 = klamp 4 = loodslab
6 H t m p -
5 = bovengoot 6 = zijgoot
6.4 Typen zonnecollectoren voor platdak Het Remeha Zenta zonneboilersysteem kan met twee typen zonnecollectoren voor montage op een platdak met bijbehorende montageframe, ballastbakset en voetplatenset worden geleverd: - Zonnecollector met oppervlakte 2,75 m2, horizontaal, zie afb. 11 - Zonnecollector met oppervlakte 2,75 m2, verticaal, zie afb. 12
afb. 11
T001095-A
afb. 12
Zonnecollector 2,75 m2, verticaal
T001095
6.4.1 Plaatsing ballastbakset - Breng eerst een laag extra dakbedekking aan op de plaats waar de ballastbakken komen te staan. - Plaats eventueel op ieder van deze stroken 3 tegels (30 x 30 cm) en zet hierop de ballastbak. - Gebruik tegels (30 x 30 cm) als ballast en breng deze aan volgens tabel 02 en afb. 13. - Bouw de ballastbak en het montageframe op zoals staat beschreven in Par. 6.4.2. - Boor 4 gaten door het frame en de zonnecollectorrand en zet de zonnecollector vast met de bijgeleverde schroeven. - Controleer altijd of de zonnecollector waterpas ligt om afschot in de zonnecollector te garanderen!
116380.LT.AL.015
Zonnecollector 2,75 m2, horizontaal
116380.LT.AL.015
13
a 1
Remeha Zenta
Gebied (zie afb. 13)
Plaatsingshoogte zonnecollector (m)
I
II
III
tabel 02
afb. 13
Oppervlakte collector 2,75 m2 Ballast voor Ballast achter (kg) (kg) 120 275 150 350 170 395 185 430 90 210 120 275 140 320 165 385 190 445 70 155 95 215 110 255 135 310 160 370 180 415
4 7 10 13 4 7 10 16 25 4 7 10 16 25 35
Bepaling ballastgewicht
Kaartje Nederland
116380.LT.AL.018
14
116380.LT.AL.018
6.4.2 Montage instructie ballastbakset Volg voor de juiste samenstelling van de ballastbakset de afbeeldingen van afb. 14 en afb. 15, afhankelijk van de gekozen uitvoering van de zonnecollector; - oppervlakte 2,75 m2, horizontaal of - oppervlakte 2,75 m2, verticaal.
4x
2x B
(M8x20) 16x
1x
(M8) 16x (M8) 16x
Ai
(M8) 16x H
116380.LT.AL.019
afb. 14
Figuur 1
(M8x20) 20x
(M8) 20x (M8) 8x
(M8) 20x (M8) 8x
(M8) 20x
(M8) 20x
(M6x16) 2x
(M6x16) 2x
(M6) 2x
(M6) 2x (30x30x3) L=1036 2x (30x30x3) L=1846 1x (30x30x3) L=1846 1x (40x40x4) L=1543 2x
(30x30x3) L=704 2x (30x30x3) L=1129 1x (30x30x3) L=1129 1x (40x40x4) L=1543 2x H
V
(M8x20) 20x
116380.LT.AL.020
V
116380.LT.AL.022
B = ballastbak Ai = installatie instructie
116380.LT.AL.019 + 116380.LT.AL.020 + 116380.LT.AL.021 + 116380.LT.AL.022 + 116380.LT.AL.023
15
116380.LT.AL.021
116380.LT.AL.023
H = horizontaal V = vertikaal
Remeha Zenta V
H
40x40x4 L=1543 mm
40x40x4 L=1543 mm
H
V
116380.LT.AL.025
116380.LT.AL.024
L=704 mm
afb. 15
Figuur 2
116380.LT.AL.024 + 116380.LT.AL.025 + 116380.LT.AL.026 + 116380.LT.AL.027
L=1129 mm
L=1846 mm
116380.LT.AL.026
16
H = horizontaal V = vertikaal
L=1036 mm
116380.LT.AL.027
4x
B B
30
0 30
0
x
F
F
T001096-A
afb. 16
Figuur 3
B = achter zijde F = voorzijde X = 4 - 5 cm; de tegel is ca. 9,2 kg X = 6 cm; de tegel is ca. 13 kg X = 8 cm; de tegel is ca. 17 kg Leg een extra strook stevig dakbedekkingsmateriaal onder iedere ballastbak
T001096
6.4.3 Plaatsing voetplatenset - Plaats de voetplatenset op een degelijke ondergrond met voldoende sterkte voor de schroeven. - Dicht uiteindelijk alles waterdicht af met dakbedekking. - Bouw de voetplaten en het montageframe op zoals staat Par. 6.4.4. - Boor 4 gaten door het frame en de collectorrand en zet de zonnecollector vast met de bijgeleverd schroeven. - Controleer altijd of de zonnecollector waterpas ligt om afschot in de collector te garanderen!
17
Remeha Zenta 6.4.4 Montageinstructie voetplatenset Volg voor de juiste samenstelling van de voetplatenset afb. 17 en afb. 18, afhankelijk van de gekozen uitvoering van de zonnecollector; - oppervlakte 2,75 m2, horizontaal of - oppervlakte 2,75 m2, verticaal.
4x
1x
100x100x2
Ai
F T001097-A
H
H
V
(M8x20) 20x (M8) 20x (M8) 8x
(M8) 20x (M8) 8x
(M8) 20x
(M8) 20x
(M6x16) 2x
(M6x16) 2x
(M6) 2x
(M6) 2x
(30x30x3) L=704 2x (30x30x3) L=1129 1x (30x30x3) L=1129 1x (40x40x4) L=1543 2x
(30x30x3) L=1036 2x (30x30x3) L=1846 1x (30x30x3) L=1846 1x (40x40x4) L=1543 2x
116380.LT.AL.030
V
116380.LT.AL.032
afb. 17
(M8x20) 20x
F = voetplaat Ai = installatie instructie
Figuur 4
T001097 + 116380.LT.AL.030 + 116380.LT.AL.031 + 116380.LT.AL.032 + 116380.LT.AL.033
18
116380.LT.AL.031
116380.LT.AL.033
H = horizontaal V = vertikaal
V
H
1690 mm
990 mm
1690 mm
990 mm
T001098-B
T001099-B
H
H
L=1129 mm
L=704 mm
L=1846 mm
T001101-A
T001100-A
afb. 18
L=1036 mm
Figuur 5
H = horizontaal V = vertikaal * = dakbevestigingsmateriaal niet meegeleverd
T001098 + T001099 + T001100 + T001101
19
Remeha Zenta
!
B
B F
4x
F
T001102-A
afb. 19
Figuur 6
[!]Alles goed afdichten met dakbedekking
T001102
6.4.5 Aansluiten van de zonnecollector - Bevestig de meegeleverde kniekoppeling (12 mm) aan de collector-retourleiding, zie afb. 20. - Sluit de collector-retourleiding aan vanaf deze knie naar de onderste aansluiting van de collector met 12 x 1 mm koperleiding, zie afb. 20. Gebruik voor deze leiding buisisolatie die geschikt is voor temperaturen tot 180°C en UV-bestendig. Indien nodig de leidingisolatie en onderzijde collector beschermen tegen schade van pikkende vogels. - Sluit de collector-aanvoerleiding aan vanaf de bovenzijde van de collector naar de T-koppeling met 8 x 1 mm koperleiding. De leiding wordt door de gesloten zwarte doorvoertule gestoken aan de achterzijde van het toestel. Gebruik voor deze leiding buisisolatie die geschikt is voor temperaturen tot 180°C. - Controleer tenslotte alle leidingen op lekkage en op voldoende afschot (minimaal 30 mm/m). - Belangrijk: Isoleer beide collectordoorvoeren met glaswol en plak de achterzijde van de collector af met aluminiumtape. Let op: Gebruik nooit PUR-schuim!
6.5 Plaatsen van de opslagtank Plaats de opslagtank (zie afb. 20) in een vorstvrije ruimte op een vlakke horizontale ondergrond, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de naverwarmer. De afstand van de onderzijde van de zonnecollector tot het vloerniveau dient minimaal 0,85 meter te zijn, dus boven het vulniveau. Tevens dient u de zonnecollectorleidingen onder afschot (minimaal 30 mm/m) te monteren. 6.6 Montage instructie van de opslagtank - Verwijder de rode afsluithoes van de Ø 15 mm buis aan de bovenzijde van de opslagtank en monteer de T-koppeling op de aansluiting - Verwijder een van de doppen uit de zijkant van de opslagtank en sluit hiermee de opening van de T-koppeling op de opslagtank af.[4] Let op: Het is mogelijk dat er, na het verwijderen van de dop, wat ‘zwart gekleurd’ water uit de opslagtank loopt. Dit water kan vlekken veroorzaken.
20
- Schroef de bocht met PTFE-tape in de zijkant van de opslagtank. Richt de bocht naar boven zonder deze terug te draaien.[15] - Bevestig vervolgens de collectorpomp met afdichtringen en overstortleiding aan de bocht. De schepmoeren worden schuin over de flens geschoven. - Schroef het zadel met draadeind in de mantel van de opslagtank en klik de overstortleiding vast.[16] - Monteer de overdrukbeveiliging met PTFE-tape op de bovenzijde van de overstortleiding.[11] - Sluit op de overdrukbeveiliging een afblaasleiding aan van tenminste Ø 22 mm en leg deze leiding af naar het riool met een open verbinding. De overdrukbeveiliging [17] van het opslagvat is bij fabricage afgesteld op 3 bar. Deze instelling mag niet worden gewijzigd.
- Hang de boilersensor zo diep mogelijk in de thermostaatbuis van de opslagtank.[1] - Bij de opslagtank wordt de collectorsensor, inclusief 25 cm aansluitkabel en kroonsteen meegeleverd. Deze dient u te monteren in de zonnecollector. Draai de collectorsensor diep genoeg in de draadbus op de absorber. Bij een slecht contactoppervlak kan de behuizing van de sensor worden voorzien van warmtegeleidende contactpasta. - Vul na montage van de sensor de opening rond de sensor met glaswol en plak de onderzijde van de collector af met aluminiumtape.
5
16
6
1
7
2
17
8 9
11
10
12 3
1= Thermostaatbuis 2 = Vulkraan 3 = Display 4 = Dop 5 = Pompaansluiting 6 = 230 V voeding 7 = Sanitair water in 8 = Collectoraanvoer (los onderdeel) 9 = Sanitair water uit 10 = Collectorsensor 11 = PTFE tape 12 = Collectorretour 13 = Knie 14 = Niveaukraan 15 = PTFE tape 16 = Zadel 17 = Overstortbeveiliging
13
14 4
15 T001088-A
a 1
afb. 20 Overzicht opslagtank T001088
21
Remeha Zenta 7
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
7.1 Vullen van de opslagtank 1. Verwijder de ontluchtingsdop uit de T-koppeling (bovenzijde boilervat); 2. Draai het niveaukraantje [14] open met de meegeleverde ontluchtingssleutel, zie afb. 20; 3. Sluit de vulslang aan op de vulkraan [2] bovenop het vat en draai de vulkraan open; 4. Vul het collectorvat met schoon leidingwater tot het vulniveau is bereikt. Er komt dan water uit het niveaukraantje;[14] 5. Sluit de vulkraan en verwijder de vulslang; 6. Wacht tot er geen water meer uit het niveaukraantje stroomt en draai dan pas het kraantje dicht; 7. Draai als laatste de ontluchtingsdop [4] weer in de Tkoppeling.
- Draai alle koppelingen stevig aan en zet het systeem op leidingdruk. Controleer alle koppelingen op lekkage. Het drinkwatercircuit wordt gevuld zodra de warmwaterkraan wordt geopend. 7.3 Hydraulische aansluiting op Remeha HR Combiketels Indien de Remeha Zenta hydraulisch wordt aangesloten op de Remeha HR combiketels, dient dit te gebeuren volgens het schema zoals weergegeven in afb. 21 of afb. 22. Het verdient aanbeveling het betreffende schema strikt aan te houden en geen extra afsluiters en/of terugslagkleppen te plaatsen, die de watertoevoer naar de opslagtank, of van de opslagtank naar de inlaatcombinatie kunnen verhinderen. Is dit om bepaalde redenen noodzakelijk, verzekert u zich er dan van dat de opslagtank nooit per ongeluk afgesloten kan worden. Neem bij twijfel contact met ons op. Het afsluiten van de opslagtank kan ernstige schade aan het systeem veroorzaken. In afb. 20 is te zien welke leidingen, op welke plaats op de opslagtank worden aangesloten. Voor het aansluiten op de Quinta en Avanta-ketels zijn verschillende aansluitsets beschikbaar. • Voor de Quinta combiketels bestaat de aansluitset (artikelnummer S53.197) uit de volgende componenten: - behuizing voor doorstroombegrenzer; - hitte bestendige stromingsschakelaar type VK315 MO (tapdrempel 1,8 l/min); - mengventiel type 52-6042 (15 mm knelkoppeling); - NZ-interface (voor inbouw in ketel; zie separate Montage instructie).
De Remeha Zenta is een terugloopsysteem dat is voorzien van een vorstbeveiliging en kan met zuiver leidingwater zonder toevoegmiddelen worden gevuld. Indien gewenst mag een vloeistof worden toegevoegd die voorzien is van een ATA. De kwaliteit van het leidingwater dient te voldoen aan de eisen van de World Health Organisation: - pH 7 < pH < 9,5 - Fe < 0,2 mg/l - Cl < 150 mg/l - geleidbaarheid < 125 mS/m - waterhardheid < 15°dH** 7.2 Aansluiten van het sanitair watercircuit op de opslagtank - Monteer een KIWA-gekeurde inlaatcombinatie in de koudwater toevoerleiding binnen 2 m. van de Remeha Zenta opslagtank. De ontlastklep van de inlaatcombinatie dient afgesteld te zijn op maximaal 8 bar. - Sluit de afvoerleiding voor het expansiewater op het riool aan.
•
Waarschuwing: Het niet plaatsen van een inlaatcombinatie leidt onherroepelijk tot schade aan de Remeha Zenta. De garantie op het zonneboilersysteem komt hiermee dan te vervallen.
Voor de Avanta combi ketels bestaat de aansluitset (artikelnummer S100.189) uit de volgende componenten: - behuizing (flowcartridge) voor doorstroombegrenzer; - stromingsschakelaar type VK315 MO (tapdrempel 1,8 l/min); - mengventiel type 52-6042 (15 mm knelkoppeling)
De combinatie van Remeha HR combiketels met deze aansluitset voldoen aan het gaskeur NZ.
- Spoel de waterleidingen, voordat deze worden aangesloten, goed door om vervuiling van de inlaatcombinatie, naverwarmer en de kranen te voorkomen. - Sluit vervolgens een Ø 15 mm koperleiding aan vanaf de inlaatcombinatie naar op de koudwater-aansluiting van de opslagtank. De koudwater-aansluiting is gemarkeerd met een blauwe doorvoer en wordt aangegeven met ‘sanitair in’. - Sluit een Ø 15 mm koperleiding aan vanaf de warmwater-aansluiting van de opslagtank direct naar de koudwater toevoer van de naverwarmer. De warmwater-aansluiting is gemarkeerd met een rode doorvoer en wordt aangegeven met ‘sanitair uit’.
Bij het aansluiten moet speciale aandacht worden besteed aan het volgende: De eventueel in de Remeha HR combiketels gemonteerde doorstroombegrenzer dient te worden verplaatst. Voor de positie hiervan: raadpleeg de desbetreffende keteldocumentatie.
22
1
4
5
6
2
7 9 8 3 T001087-A
afb. 21 Hydraulische aansluiting op de Remeha Avanta combiketels
1 2 3 4 5
T001087
Vervolgens wordt de doorstroombegrenzer (tussen twee ringen) in de behuizing geplaatst en opgenomen in de installatie. Let op dat de stromingsrichting door de begrenzer correct is (zie afb. 23). De met de aansluitset geleverde stromingsschakelaar moet op dezelfde wijze als de oorspronkelijke stromingsschakelaar in de ketel worden ingebouwd en aangesloten (bij de Remeha HR combiketels). Reden voor de verwisseling van de stromingsschakelaar is de hogere temperatuur die kan voorkomen in de koudwater aansluiting van de ketel.
= Avanta ketel = Mengventiel = Tapwater 60°C = Voorraadvat = Collector
6 7 8 9
= = = =
Pomp Doorstroombegrenzer Inlaatcombinatie koud water
Wanneer u de installatie aansluit volgens het schema in afb. 21 of afb. 22, bent u verzekerd van een optimaal tapcomfort en voorkomt u onnodig pendelgedrag van de naverwarmer. Wanneer het een grotere installatie betreft, kan het voorkomen dat het betreffende schema niet voldoet en dat er meerdere systemen gekoppeld moeten worden. Neem in dat geval eerst contact op met onze afdeling Sales support.
Let op: De pijl op de stromingsschakelaar geeft de stromingsrichting aan.
23
Remeha Zenta 1
4
5
6
2
7 9 8 3 T001105-A
afb. 22
1 2 3 4 5
Hydraulische aansluiting op de Remeha Quinta combiketels
T001105
afb. 23
Doorstroombegrenzer
116380.LT.AL.040
116380.LT.AL.040
24
= = = = =
HR combi ketel Mengventiel Tapwater 60°C Voorraadvat Collector
6 7 8 9
= = = =
Pomp Doorstroombegrenzer Inlaatcombinatie koud water
8
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
8.1 Zonneboilerbesturing De zonneboilerbesturing is in een kunststof bak geplaatst op de opslagtank en geborgd met een stift. Ter bescherming van de printplaat is er een plexiglas afdekking aangebracht. Op de plexiglas plaat is het aansluitschema afgebeeld, zie afb. 24. De laagspanningsgroep bevindt zich rechts en de netspanningsgroep links op de printplaat. gl/gr
V
5
K2
J4
bl
230 VAC 50Hz
br
1 br w
Sc
gl gl
Sv
1 7 J6
F
P gl/gr
EP
gl/gr
afb. 24
zw w 3 bl 1 bl 3 br 1
J6
J5 J1 RS 232
J3
K5
1 zw 2 zw gl 1 w gr br 4 br 1 w gr 5 gl
Sw gl gr w br
D
C T001792-A
Zonneboilerbesturing
V = Netspanning P = Modulerende pomp F = Zekering 1A traag EP = Extra vulpomp
T001792
8.2 Netspanning en zekeringswaarden De Remeha Zenta is geschikt voor een 230V/50 Hz voeding met fase (L), nul (N) en aarde (╧) en voorzien van steker met randaarde. De hoofdzekering van de zonneboilerbesturing bevindt zich plat op de printplaat. Om de zekering (250 V / 1 A traag) te verwijderen dient de schroef op de zekeringhouder 90° linksom gedraaid te worden.
Sc = Sensor collector Sv = Sensor boilervat Sw = Sensor warmte inhoud D = Display C = Communicatie regelunit
8.2.2 Collectorsensor De collectorsensor is een NTC (20 kΩ/ 25°C), zie grafiek in afb. 25. De collectorsensor dient diep genoeg in de draadbus op de absorber gedraaid te zijn en voldoende contactoppervlak te hebben. Indien er onvoldoende contactoppervlak is kan er een miswijzing optreden. Bij een defect van de sensor zal de regeling een storing weergeven op het display van het bedieningsdisplay, zie Par. 10.1. Er treedt een storing op indien de volgende waarde wordt gemeten: - T collector < - 10 °C
Let op: Schakel de netspanning altijd uit bij werkzaamheden aan de elektrische bedrading! 8.2.1 Collectorpomp De collectorpomp, type Wilo RS 25/7, is verticaal geplaatst buiten het toestel zodat deze op een eenvoudige wijze uit- en ingebouwd kan worden. Let er bij het inbouwen op dat de stroomrichting juist is (collectorwater stroomt door de pomp van onder naar boven naar de onderzijde van de zonnecollector). Op het pomphuis is tevens een pijl aangebracht waarmee de stroomrichting wordt aangegeven. De elektrische aansluiting bevindt zich op de kroonsteen op de beugel met alle doorvoeren (zie afb. 24). Deze is vieraderig: aarde (╧), fase , nul en schakel. Het maximaal opgenomen vermogen van de collectorpomp is 90 W (bij vullen zonnecollector) en circa 25 W (bij normaal bedrijf).
8.2.3 Boilersensor De boilersensor is ook een NTC (20 kΩ/ 25°C), zie grafiek in afb. 25. De boilersensor dient zo diep mogelijk in de thermostaatbuis van de opslagtank te hangen. Indien de sensor niet diep genoeg hangt, zal de collectorpomp voortijdig stoppen terwijl het water in de tank nog niet helemaal is opgewarmd. Bij een defect van de sensor zal de regeling een storing weergeven op het display van het bedieningsdisplay, zie Par. 10.1. Er treedt een storing op indien de volgende waarden worden gemeten: - T boiler < - 10 °C - T boiler > 115 °C
Let op: Bij het inbouwen van een vervangende pomp moet er op gelet worden dat de kabelaansluitdoos zich niet aan de onderzijde van het motorhuis bevindt om kortsluiting bij lekkages te voorkomen. 25
Remeha Zenta 70
60
50
40 R
30
20
10 0 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
T
afb. 25 Weerstandkarakteristiek boiler- en collectorsensor 116380.LT.AL.042
26
R = Weerstand [kΩ] T = Temperatuur [°C]
116380.LT.AL.042
9
IN BEDRIJFSTELLINGS VOORSCHRIFT
9.1 In bedrijf stellen De zonnecollectorregeling wordt ingeschakeld zodra de steker van de opslagtank in de wandcontactdoos wordt gestoken. De collectorpomp zal bij voldoende zon-instraling vanzelf starten. De collectorsensor meet de temperatuur in de zonnecollector. Als de temperatuur in de zonnecollector hoger is dan de temperatuur in de opslagtank, dan zal de collectorpomp starten. De collectorpomp zal eerst een aantal minuten op een hoog toerental draaien om de zonnecollector te vullen en zal daarna op een lager toerental overschakelen. Wanneer het water in de opslagtank warmer wordt dan de zonnecollectortemperatuur of dat de zon-instraling wegvalt, dan zal de collectorpomp afslaan en het water stroomt uit de zonnecollector terug in de opslagtank. Tijdens stilstand is de zonnecollector gevuld met lucht.
9.2.2 Aftappen van het sanitair circuit De wijze waarop het sanitair circuit wordt afgetapt is afhankelijk van de toegepaste inlaatcombinatie waarop de installatie is aangesloten. Bij toepassing van een inlaatcombinatie met aftapkraan: - Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie. - Draai de aftapkraan van de inlaatcombinatie open. - Open een warmwaterkraan in de woning. Het water uit de installatie stroomt nu via de trechter van de inlaatcombinatie in het riool. - De Remeha Zenta kan nu worden afgekoppeld van de installatie. Indien het sanitair circuit van de Remeha Zenta niet leeg is wordt een slang aan de koudwateraansluiting aangesloten. Hevel hiermee het resterende water naar het riool.
Let op: Controleer na in bedrijfstelling de complete installatie en koppelingen in het collectorcircuit zorgvuldig op lekkage.
Bij toepassing van een inlaatcombinatie zonder aftapkraan: - Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie of sluit de hoofdwaterkraan indien de inlaatcombinatie niet is voorzien van een stopkraan. - Draai een warmwaterkraan open en weer dicht. De druk is van de installatie. - Koppel de bovenzijde van de inlaatcombinatie los bij de koudwateraansluiting die naar de opslagtank gaat. Het water blijft nu in de installatie ‘hangen’. - Sluit een slang op aan op de losgekoppelde leiding en hang deze in het riool. - Open een warmwaterkraan in de woning. Het water uit de boiler stroomt nu via de slang in het riool. - De Remeha Zenta kan nu worden afgekoppeld van de installatie. Indien het sanitair circuit van de Remeha Zenta niet leeg is wordt een slang aan de koudwateraansluiting aangesloten. Hevel hiermee het resterende water naar het riool.
9.2 Buiten bedrijf stellen Het zonneboilersysteem wordt buiten werking gesteld door de steker van het opslagvat uit de wandcontactdoos te nemen, bij voorkeur ‘s ochtends of ‘s avonds wanneer de collectorpomp niet in bedrijf is. 9.2.1 Aftappen van het opslagtank - Koel eerst de inhoud van de opslagtank af. - Open de warmwaterkraan totdat alle LED’s van de indicatie voor ‘temperatuur’ uit zijn. - Neem de steker van de opslagtank uit de wandcontactdoos. - Neem de knie van de collectorretour-aansluiting los en monteer een slang aan de overstortleiding. - Verwijder de dop op de T-koppeling op de opslagtank om de ketel te beluchten. - Hang de slang in een afvoer van het riool. - Maak de overstortleiding los uit het zadel en leg deze plat neer. De inhoud van de tank zal nu overhevelen naar het riool. - De bocht die in de opslagtank is geschroefd moet opnieuw worden voorzien van PTFE-tape.
Let op: Na het aftappen zal er nog een kleine hoeveelheid water in de boiler en in de warmtewisselaar achterblijven. Voor transport dient daarom alles afgedopt te worden.
Tip: Als de zon schijnt kan de opslagtank met de collectorpomp worden leeggepompt door het systeem in te schakelen. Zodra er geen water meer wordt weggepompt, kan de steker van de opslagtank uit de wandcontactdoos worden verwijderd. Als er geen zon schijnt kan de boilersensor met een spuitbus koude-spray (verkrijgbaar bij elektronica leverancier) worden afgekoeld zodat de collectorpomp in werking treedt, mits de zonnecollector warmer is dan 10°C. Eventueel kan de collectorsensor worden verwarmd zodat de collectorpomp in werking treedt.
27
Remeha Zenta 10
BEDIENING
De Remeha Zenta is voorzien van een vooruitstrevende zonneboilerbesturing. Deze waakt, via een regelunit, over het goed functioneren van de zonnecollector, collectorpomp en de opslagtank. Op deze besturing zitten de aansluitingen voor: - Sensor zonnecollector - Sensor opslagtank - Signaleringsdisplay - Communicatie regelunit - Collectorpomp 10.1 Het signaleringsdisplay Het signaleringsdisplay van de Remeha Zenta opslagtank bestaat uit een tweetal indicators die de ‘temperatuur’ en ‘opslag zonne-energie’ weergeven, zie afb. 26. Met de 5 LED’s van de ‘temperatuur’ -indicator, wordt de gemiddelde temperatuur van de opslagtank in 5 stappen weergegeven. Bij een minimale warmteinhoud branden er geen LED’s; is de warmte-inhoud maximaal dan branden alle 5 LED’s. Bij een draaiende collectorpomp brandt de LED voor ‘opslag zonne-energie’. Bij een storing knippert deze LED en dient u de storingswijzer raad te plegen, zie Hoofdstuk 11.
temperatuur
afb. 26
opslag zonne-energie
Signaleringsdisplay Remeha Zenta opslagtank
116380.LT.AL.043
116380.LT.AL.043
28
11
RICHTLIJNEN VOOR LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN tactdoos en steek deze na een minuut terug. b. Blijft de Remeha Zenta in storing of treedt er meerdere malen storing op, raadpleeg dan uw leverancier. Noteer in dat geval vooraf de volgende gegevens: - het serienummer van de Remeha Zenta. (Deze is te vinden onder de kunststof beschermkap van de opslagtank of op de ingevulde garantiekaart). - het type naverwarmer en het serienummer daarvan.
Raadpleeg in het geval van storingen altijd eerst de aanwijzingen die bij de naverwarmer (c.v.-ketel of boiler) zijn gegeven. Storingen treden doorgaans vaker op in het traject na de zonnecollector en de opslagtank. Als het niet lukt om de storing bij de Remeha Zenta op te lossen: a. Neem de stekker van de opslagtank uit de wandcon- de aard van de storing.
Waarneming 1. De LED voor ‘opslag zonne-energie’ knippert.
Oorzaak Er treedt een besturingsfout op. Neem de steker van de opslagtank uit de wandcontactdoos, wacht 30 seconden en steek deze terug. Er is iets stuk gegaan. Open de kunststof beschermkap van de opslagtank en controleer: - de zekering van 1 A - correcte aansluiting van bedrading en connectoren - de collectorsensor, boilersensor en bedrading - werking van de collectorpomp Indien geen van de bovenstaande oplossingen helpt, neem dan contact op met uw leverancier en laat de printplaat vervangen. 2. De warmte-inhoud weergave van het zonneboilerDe instraling van de zon is zwak en levert geen hoge temsysteem blijft minimaal tijdens zonnige perioden terwijl peratuur op de zonnecollector. de collectorpomp al enkele uren draait. Er vindt geen circulatie plaats door de zonnecollector. Dit kan komen door: - de collector-aanvoerleiding moet Ø 8 x 1 mm zijn voor een goede circulatie. - de bovenzijde van collector ligt hoger dan 6,5 meter boven het vloerniveau: vraag ons om advies. - de leidingen naar en van de collector zijn langer dan 15 meter; stel het minimale toerental van de collectorpomp hoger in. Er bevindt zich te weinig water in de opslagtank. Vul de opslagtank bij en controleer het systeem op lekkages, zie diagnose punt 6. 3. De collectorpomp komt niet in bedrijf of stopt tijdens - De LED’s van ‘temperatuur’ geven een waarde aan. zonnige perioden. - De temperatuur op de zonnecollector is gelijk aan of lager dan de watertemperatuur in de opslagtank. De collectorpomp wordt electrisch niet aangestuurd: - de bedrading of connector van de collectorpomp is niet correct aangesloten. - controleer de zekering van 1 A op de besturingsprintplaat. - de printplaat is defect, vervang de printplaat. - de collectorpomp is defect, vervang de pomp. Het zonneboilersysteem is zojuist aangesloten en de zonnecollector is ondertussen verhit tot boven de 100°C. Het systeem zal met intervallen de zonnecollector koelen totdat deze de juiste werktemperatuur heeft bereikt.
29
Remeha Zenta 4. Het geluid van vallend water is hoorbaar bij de opslagtank.
5. De collectorpomp maakt een ruisend geluid.
6. Er treedt een fluittoon op als de collectorpomp in bedrijf komt. 7. Het vulniveau van de opslagtank is te laag.
8. De temperatuur van het warmwater varieert sterk.
tabel 03
De zonneboiler is zojuist in bedrijf is gekomen. Wacht 3 minuten tot de zonnecollector gevuld is en de pompsnelheid is gedaald en luister opnieuw. Het vulniveau van de opslagtank is te laag. Controleer het vulniveau van het systeem, zoals beschreven bij de inspecties voor het onderhoud, Hoofdstuk 12. De zonneboiler is zojuist in bedrijf is gekomen. Wacht 3 minuten tot de zonnecollector is gevuld en de pompsnelheid is gedaald en luister opnieuw. Wanneer de zonnecollectortemperatuur toeneemt, zal de collectorpomp bij een hoger toerental gaan draaien. Dit is hoorbaar. De collectorpomp is defect, vervang de pomp. De restrictie boven in de zonnecollector is beschadigd of vervuild. Reinig het gat in de restrictie en ontbraam deze eventueel. De inhoud van de opslagtank is oververhit geraakt en heeft water geloosd via het overstortventiel. - De zonnecollector(leidingen) zijn lek door bevriezing: - de zonnecollector ligt niet waterpas op het dak of frame. - de hellingshoek van het dak is te laag (< 15°) - de aanvoer- en/of retourleiding liggen niet (voldoende) onder afschot naar de opslagtank. De opslagtank bevat te weinig water. Door lekkages is er water uit de zonnecollector weggelekt. Vul de opslagtank bij en controleer het volgende: - correcte werking overstortventiel. - lekkages van de leidingen en koppelingen. - lekkages in het leidingwerk in de zonnecollector. De toegepaste naverwarmer is niet uitermate geschikt voor een zonneboiler. De naverwarmer vertoont pendelgedrag en heeft een tapdrempel waardoor de naverwarmer aan- en afslaat.
Storingstabel Remeha Zenta
30
12
INSPECTIE EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT 12.3 Inspectie Zonneboilerbesturing De zonneboilerbesturing is niet uitgerust met een zelftest, maar beschikt wel over de mogelijkheid om storingen weer te geven. Bij de Remeha Zenta wordt een storing kenbaar gemaakt door het knipperen van de LED: ‘opslag zonne-energie’.
Het Remeha Zenta systeem is vrijwel volledig opgebouwd uit onderhoudsvrije componenten. Het verdient echter aanbeveling om de volgende inspecties jaarlijks uit te voeren. 12.1 Inspectie leidingen Controleer of de leidingen goed ondersteund zijn en onder afschot liggen (minimaal 30 mm/m). De leidingen mogen niet doorhangen zodat een waterslot ontstaat. Controleer tevens de leidingisolatie en leidingdoorvoeren op beschadigingen.
12.4 Inspectie weerstandwaarde sensoren 12.4.1 Meetwaarde collectorsensor: Meet de buitentemperatuur en kijk op de weerstandskarakteristiek van afb. 27, wat de bijbehorende weerstand dient te zijn. Meet de weerstand van de collectorsensor op pinnen 1 en 2 van zonneboilerbesturing, zie afb. 24. Vervang de sensor indien u geen weerstand meet of een hoge afwijking meet ten opzichte van de juiste weerstand.
12.2 Inspectie vulniveau van de opslagtank 12.2.1 Vulniveau bij een standaard situatie - Koel eerst de inhoud van de opslagtank af. - Open de warmwaterkraan totdat alle LEDs van de indicatie voor ‘temperatuur’ uit zijn. - Haal de steker uit de wandcontactdoos en wacht ca. 5 minuten tot het water uit de zonnecollector is teruggelopen. - Verwijder de sluitkap van de opslagtank en verwijder hierna de dop op de T-koppeling - Maak de collectorretourleiding los om het vulniveau te kunnen bepalen. - Indien er geen water uit de zijkant van de overstortleiding komt, dient u de opslagtank bij te vullen, zoals staat beschreven in Par. 7.1. - Monteer de kniekoppeling terug op de overstortleiding en sluit de opening van de T-koppeling met de dop. - Monteer de sluitkap. - Steek de steker in de wandcontactdoos en controleer het systeem op een correcte werking en lekkages.
Let op: Zorg dat de collectorsensor diep genoeg in de draadbus op de absorber is gedraaid. Indien er onvoldoende contactoppervlak is kan er een meetafwijking optreden. Bij een slecht contactoppervlak kan de behuizing van de sensor worden voorzien van warmtegeleidende contactpasta. 12.4.2 Meetwaarde boilersensor: Neem de boilersensor uit de thermostaatbuis van de opslagtank en meet bij kamertemperatuur de weerstandwaarde. Kijk op de weerstandskarakteristiek van afb. 27, wat de bijbehorende weerstand dient te zijn. Meet de weerstand van de collectorsensor op pinnen 5 en 6 van zonneboilerbesturing, zie afb. 24. Vervang de sensor indien u geen weerstand meet of een hoge afwijking meet ten opzichte van de juiste weerstand.
70
60
50
40 R
30
20
10 0 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
T
afb. 27 116380.LT.AL.042
Weerstandkarakteristiek boiler- en collectorsensor
R = Weerstand [kΩ] T = Temperatuur [°C]
31
116380.LT.AL.042
Remeha Zenta 12.5 Inspectie collectorpomp Het draaien van de collectorpomp kan op de gebruikelijke manier gecontroleerd worden door de inspectiedop te verwijderen.
12.6 Doorspoelen bij langdurige afwezigheid Na lange afwezigheid (meer dan 14 dagen) adviseren wij u om de sanitaire zijde van het systeem door te spoelen.
Let op: Bij het verwijderen van de inspectiedop kan een kleine hoeveelheid water vrijkomen dat vlekken kan veroorzaken Vang het vrijkomende water op met een weggooidoek.
12.7 Afdanken van het toestel De Remeha Zenta is opgebouwd uit een aantal primaire materialen, namelijk koper en staal. Deze materialen zijn bij het einde van de levensduur van het toestel op eenvoudige wijze te scheiden en te recyclen. Informeer voor de afvoer van het afgedankte apparaat bij uw gemeente.
12.5.1 Elektrische inspectie collectorpomp Collectorpomp in stilstand: Meetwaarde spanning over pin 2 en 3: Spanning: U < 25 V ac correct Spanning: U > 25 V ac foutief Indien de meting een fout aangeeft, vervang dan de printplaat. Weerstandswaarde van de collector-pomp tussen pin 2 en 3: Bij 20°C; 93 Ω ± 15 Ω Is dit niet het geval, controleer dan de bedrading. Is deze in orde, vervang dan de cv-pomp. Collectorpomp in werking: Tijdens het vullen van de collector meet u de eerste 3 minuten de volgende meetwaarde over pin 1 en 3: Spanning: U > 180 V ac correct Spanning: U < 180 V ac foutief Na 3 minuten wordt de spanning over pin 1 en 3 faseaangesneden en neemt de gemeten spanning af. Indien de meting een fout aan geeft, meet dan de spanning op de kroonsteenaansluiting van de collectorpomp. - Als de waarde correct is, zal de bedrading onderbroken zijn tussen printplaat en kroonsteenaansluiting - Als de waarde fout is, zal de printplaat defect zijn. Vervang dan de printplaat. Meetwaarde over pin 2 en 3: Spanning: U > 180 V ac correct Spanning: U < 180 V ac foutief Indien de meting een fout aan geeft, meet dan de spanning op de kroonsteenaansluiting van de collectorpomp. - Als de waarde correct is, zal de bedrading onderbroken zijn tussen printplaat en kroonsteenaansluiting - Als de waarde fout is, zal de printplaat defect zijn. Vervang dan de printplaat.
32
13
INSTALLATIE CHECKLIST
Inspectie installatie binnenshuis 1 Opslagvat O O 2 3
4
5 6
7 8
9 10
Isolatie opslagvat Collectorleidingen (let op diameters!)
n.v.t.
niet correct
correct
13.1 Invullen checklist De navolgende checklist kan uw installateur gebruiken om vast te leggen of de zonneboiler naar behoren is geïnstalleerd en aangesloten. Toelichting
Het opslagvat dient zo dicht mogelijk bij collector en naverwarmer geplaatst te zijn. O Het opslagvat dient geheel en strak geïsoleerd te zijn. Afschot leidingen minimaal 30 mm/m en geen doorzakkingen in de leidingen.
O O
O O
O
O
O
O
O
O
De collectorleidingen dienen geheel en strak (inclusief bochten en koppelingen) geïsoleerd te zijn.
O
O
Temperatuurbestendig (180 °C) isolatiemateriaal toegepast.
Vul- en aftapkraan verzegeld Circulatiepomp (let op de max. opvoerhoogte !)
O
O
O
O
O
O
Warm- en koudwater leidingen geïsoleerd Inlaatcombinatie opslagvat
O
O
O
O
O
O
Overstort via een open verbinding aangesloten op riolering conform de installatiehandleiding.
O
O
Alle dakdoorvoeren dienen geïsoleerd en dampdicht afgewerkt te zijn.
O
O
De sensor dient stevig gemonteerd te zijn (metaal-metaalcontact).
Isolatie collectorleidingen
Leidingdoorvoeren door dak/wand Collectorvoeler
Leidingdiameters conform installatiehandleiding 8 x 1 mm, bovenzijde collector → bovenzijde opslagvat 12x1 mm, overstortleiding → onderzijde collector Lekkage van aansluitingen en koppelingen is gecontroleerd door in bedrijf stellen van de circulatiepomp.
O Indien een CV vul- en aftapkraan is opgenomen in het collectorcircuit dient deze verzegeld te worden om vullen door ondeskundigen te voorkomen De pomprichting is correct als de pomp het water via de retourleiding van het opslagvat naar de ‘koudwateraansluiting’ (aanvoerleiding) van de collector verplaatst. Het hoogteverschil tussen de bovenzijde van de collector en het vloerniveau is minder dan 6,5 meter. Indien de wateraansluitingen zich aan boven- of zijkant van het opslagvat bevinden, dienen deze vanaf het opslagvat zo ver mogelijk (en maximaal 1 meter) geïsoleerd te worden. Geplaatst in de koudwaterleiding van de zonneboiler op maximaal 2 meter afstand.
De sensoropening in de collector is geïsoleerd en dampdicht afgesloten van de omgeving. 11
Bescherming sensorsnoeren (collector en vat)
O
O
Sensorsnoer dient ‘vrij’ te zijn van de collectorleidingen. De sensorsnoeren dienen beschermd te zijn tegen hoge temperaturen.
33
1 D l
12
Naverwarming
13
Directe gasnaverwarming
14
(Doorstromers zoals geiser, combi zonder voorraad) Indirecte gasnaverwarming
(Bijv. Aqua boiler) 15 Warmte-inhoud weergave Inspectie buitenshuis 16 Schuin dak opstelling a. Loodslab
17
O O O
O
O O O
O O O
O
O
O
Toelichting n.v.t.
niet correct
correct
Remeha Zenta
O Naverwarmer met mengventiel, bijv Quinta of Avanta O Ander type naverwarmer met mengventiel na het toestel. O De naverwarmer is geschikt voor hoge inlaattemperatuur en is voorzien van een temperatuurregeling. Uitsluitend een stromingsschakelaar is niet geschikt. O De naverwarmer is voorzien van het NZ label. O Na de naverwarmer is een mengventiel aangebracht. O De naverwarmer is geschikt voor hoge inlaattemperatuur en is voorzien van een temperatuurregeling. O Na de naverwarmer is een mengventiel aangebracht. O De Zenta geeft de warmteinhoud weer met 0 – 5 LED’s.
O O
O
Loodslab goed aangeklopt en volledig afwaterend.
O
O
Lengte van stukken loodslab maximaal 1,5 meter.
b. Afstand tussen pan en collectorbak c. Positionering collectorbak Platdakopstelling
O
O
O
O
De collector ligt aan alle zijden vrij van de pannen. De gootstukken sluiten aan op de pannen. De collector ligt exact horizontaal en is met een waterpas gecontroleerd.
a. Leidingloop
O
O
b. Leidingisolatie
O
O
c. Isolatieplaat
O
O
d. Sensorsnoer
O
O
e. Dakdoorvoer
O
O
O
Toelichting geven aan eigenaar 18 Uitleg eigenaar O O
Leidingen dienen geheel onder afschot (minimaal 30 mm/m) te liggen zonder verzakkingen en leidingen voldoende ondersteund met geschikte beugels. Leidingen zijn volledig, geheel en strak geïsoleerd met weer-, temperatuur(>180 °C) en uv- bestendig materiaal en beschermd voor pikkende vogels. Isolatie aan achterzijde collector is niet beschadigd en openingen met isolatie en aluminiumtape afgewerkt. O De aansluiting van de collectorsensor is afgeschermd. De kroonsteen is afgeschermd van vocht. O De doorvoer met leidingen is waterwerend en veroorzaakt geen tocht in de woning. De werking van de zonneboiler is uitgelegd aan de eigenaar.
(indien bij oplevering aanwezig)
19
Gebruikershandleiding
tabel 04
O
O
De eigenaar (gebruiker) heeft een gebruikershandleiding c.q. installatiehandleiding gekregen.
Checklist
Voor accoord: Naam medewerker installatiebedrijf: Datum: Handtekening:
Voor gezien: Naam eigenaar/gebruiker of vertegenwoordiger opdrachtgever: Datum: Handtekening:
34
14
GARANTIE VOORWAARDEN REMEHA ZENTA ZONNEBOILERSYSTEEM
De garantieperiode voor zowel de collector als het vat van de Zenta zonneboiler is 5 jaar en overige delen en materialen 2 jaar na de installatiedatum. Remeha garandeert de goede werking van de bij u geïnstalleerde Remeha Zenta zonneboilersysteem met inachtneming van de hieronder vermelde voorwaarden:
5. Van de garantie is uitgesloten de glasafdekking. Tevens is van de garantie uitgesloten de water- en tochtdichte aansluiting op het dak, hiervoor verwijzen wij naar de garantiebepalingen van de betreffende plaatsingsdienst en/of installateur. 6. Bij aanspraak op garantie moeten de volgende gegevens opgegeven worden: installatiedatum, type zonneboiler, serienummer vat en storingsomschrijving. Tevens dient u in het bezit te zijn van een volledig ingevulde garantiekaart en aankoopnota van een erkende installateur.
1. Dat de bij de handleiding ingesloten installatie checklist en volledig ingevulde registratiekaart binnen 14 dagen na installatie geretourneerd is aan Remeha. 2. Het systeem dient te zijn geïnstalleerd door een erkende installateur volgens de algemene en plaatselijke voorschriften met inachtneming van de door Remeha verstrekte technische informatie. 3. Het toestel moet geïnstalleerd blijven op de oorspronkelijke plaats. 4. De garantie heeft alleen betrekking op tijdens de garantieperiode aan het licht getreden gebreken voor zover deze gebreken berusten op materiaal-, fabricage- en/of constructiefouten, zulks ter beoordeling van Remeha. Bij het optreden van dergelijke gebreken worden de betrokken onderdelen gratis ter beschikking gesteld. De arbeidskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Herstel of vervanging van onderdelen heeft geen verlenging van de oorspronkelijke garantietermijn tot gevolg.
De zorg voor de uitvoering van de garantie berust bij de erkende installateur waar het toestel is betrokken. Voor schade aan de Remeha Zenta - anders dan ter zake van een gebrek dat onder de boven omschreven garantie valt - wordt door Remeha niet ingestaan. Remeha is tegenover de gebruiker niet aansprakelijk voor door de gebruiker geleden vermogensschade en bedrijfsschade van welke aard dan ook. Deze garantievoorwaarden gelden in aanvulling op de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden, uitgegeven door Remeha B.V. te Apeldoorn (gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Zwolle onder nummer 56/2006) en die van toepassing zijn op de levering van alle Remeha producten.
35
Remeha Zenta 15
GARANTIE
Remeha garandeert de goede werking van de bij u geïnstalleerde Remeha Zenta zonneboilersysteem met inachtneming van de garantievoorwaarden. Een eventuele storing aan de zonneboiler dient u bij uw installateur te melden. Om voor volledige garantie in aanmerking te komen dient u de Registratiekaart, volledig ingevuld, binnen 14 dagen na installatie van de zonneboiler aan ons te retourneren. Het onderstaande Garantiebewijs dient volledig ingevuld, door u bewaard te worden. Toon deze bij storing aan uw installateur.
Garantiebewijs te bewaren door de eigenaar S.V.P. INVULLEN IN BLOKLETTERS
Type: Zenta Serienummer ………………………………………………… Installatiedatum ……….……………………………………. Plaats …………………….…………………………………. Handtekening installateur ………………………………….. Handtekening gebruiker …………………………………….
36
Stempel en naam installateur
Registratiekaart
ingevuld retourneren aan Remeha B.V.
S.V.P. INVULLEN IN BLOKLETTERS Hierlangs afknippen en binnen 14 dagen na installatie volledig ingevuld in envelop retourneren
Geplaatst bij: Naam ..………………………………………………
Type: Zenta Serienummer ......……………………………………
Adres …..…………………………………………… Postcode .………………………………...…………
Naam installateur .……………………………………
Plaats ..…………………….……………………….
Plaats ….…………………….……………………..…
Telefoon ……………………………………………
Installatiedatum …………………………………….…
Handtekening eigenaar……………………………
Handtekening Installateur …………………………...
37
postzegel niet nodig
Remeha B.V. Afdeling garantiebewijzen Antwoordnummer 179 7300 VB APELDOORN
38
39
R e m e h a
Z e n t a
Remeha Zenta
Remeha B.V. Postbus 32 7300 AA APELDOORN Tel: +31 55 5496969 Fax: +31 55 5496496 Internet: nl.remeha.com E-mail:
[email protected]
© Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden op welke wijze dan ook, zonder onze schriftelijke toestemming.
116380 116380-291008
Wijzigingen voorbehouden
40