6ú
I
o¡l >tr to fEo
vvEERT
GEMEENTE
openbaar: EI
Sector
Ruimte
Afdeling
Ruimtelijk Beleid
n Kabinet: n
Niet openbaar:
Zaaknummer(s) ingekomen stuk(ken) Behandelend medewerk(st)er
Rob van Ekeren
Portefeui I leh ouder(s)
H.A. Litjens
Tel.: (0495) 57 53 50 Nummer B&W-advies: BW-OO7727
ONDERWERP
Evaluatie 2009 - 2014 RMO Midden Limburg en verwerving van nieuwe RMO-coördinator Midden Limburg ADVIES 1. Het vaststellen van de "Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2Ot4"; 2. Het verlengen van de vigerende "OVEREENKOMST VERDI-formatie 2009-2014, Regionale coördinator verkeer en vervoer" tot 31 december 2OL5; 3. Aan de gemeente Roermond toestemming verlenen tot het opstarten van de werving van een nieuwe RMO-coördinator zoals geschetst in het onderdeel 'wervingsprocedure'en akkoordverklaring met de daarin benoemde uitgangspunten. 4. Garant staan voor de financiële en personele consequenties in 2015 en de eventuele overgang van de RMO-coördinator naar de SML-organisatie; 5. Het benoemen van de wethouder R.Fick-Moussaoui van de gemeente Roermond tot interim-voorzitter van het RMO Midden-Limburg. TOELICHTING
Algemeen De OVEREENKOMST VERDI-formatie 2009-2014 "Regionale coördinator verkeer en vervoer" loopt in 2Ot4 af .In deze overeenkomst is de samenwerking van de MiddenLimburgse gemeenten Beesel, Roermond, Roerdalen, Maasgouw, Echt-Susteren, Leudal, Weert en Nederweet op het gebied van Verkeer en Vervoer vastgelegd. Deze RMOovereenkomst bevat: het voeren van een gezamenlijk regionaal verkeers- en Weert, 17 oktober 2014
S
Ded
^
t4
B
HL
I akkoord
þ, bespreken
Behandeling uiterlijk in college
In te vullen dooÌ het B&W secretariaat:
! I n
Akkoord
ekkoord met tekstuele aanpassing door portefeuillehouder
W
I
t
W
*y
o.o.:
QÇtl-
I I ^ LO lq
Nummer:
W
PS
GG
(
%
\ I
van 4 november
n N¡et akkoord n Gewijzigde versie
Y 2OL4
n n-stuk n B-stuk n c-stut<
Anders, nl.:
Besrissins
W
3 a
5 1
vervoersbeleid, het aanstellen - door de gemeente Roermond - van een RMO-coördinator en de financiële bijdrage van gemeenten. In het bestuurlijk RMO-Overleg van d.d. 5 juni 2014 hebben de portefeuillehouders reeds besloten om de per 30 juni 2014 aflopende overeenkomst tot 31 december 2014 te verlengen om voldoende tijd te geven voor de evaluatie van het Regionaal Mobiliteits Overleg Midden-Limburg. De RMO-coördinator faciliteert de regiogemeenten door mobiliteitsproducten en - diensten die alle gemeenten aangaan te coördineren en in te kopen. Zo maakt hij regionaal beleid voor infrastructuur (weg), goederenvervoer, openbaar vervoer, fietsverkeer en verkeersveiligheid. Hij coördineert en stimuleeft kennisontwikkeling in de regio, verzorgt onder andere het regionale verkeersmodel Midden Limburg. Hij brengt regionale kennis in bij het opstellen van provinciale en gemeentelijke mobiliteitsplannen, zoals de N280. Hij vetegenwoordigt onze regio bij provinciale plannen. (de openbaar vervoerconcessie 2016 - 2013 en het Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan). De RMO-coördinatorverzorgt de BDU gelden voor Midden Limburg. De BDU gelden is een provinciale subsidie voor infrastructurele werken en verkeersveiligheid. De gemeente Weert ontvangt jaarlijks circa
€ 500.000,= BDU subsidie. Evaluatie RMO Midden Limburg 2OO9 - 2OL4 Vooruitlopende op de verlenging van de vigerende RMO-overeenkomst per 30 juni 2014 is tijdens de bestuurlijke RMO bijeenkomst van 24 oktober 2013 besloten een evaluatie uit te voeren naar het functioneren van het RMO Midden-Limburg. Deze evaluatie heeft langer op zich laten wachten, in de eerste plaats vanwege het wegvallen van de RMO-coördinator en in de tweede plaats omdat het zoeken naar een onafhankelijk onderzoeker voor de evaluatie geen sinecure was. In het voorjaar 2014 heeft de gemeente Leudal mevrouw l. Poels beschikbaar gesteld om de evaluatie uit te voeren.
Inmiddels is de evaluatie uitgevoerd. Een andere essentiële ontwikkeling in Midden Limburg is de Samenwerking Midden Limburg (SML). Eerst wordt ingegaan op deze SML ontwikkeling en vervolgens komt de evaluatie aan de orde. Beide zaken zijn nauw met elkaar verbonden. SML
Op dit moment wordt onderzocht hoe de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML) kan overgaan in een nieuwe Samenwerking Midden-Limburg (SML). Daarbij gaan de gedachten uit naar de opzet van een aantal thematische domeinen, waaronder het domein 'Infra, Mobiliteit en Maaswerken'. Ieder domein wordt daarbij getrokken door één van de deelnemende gemeenten. Het idee is om het RMO Midden-Limburg op te nemen in het domein Infra, Mobiliteit en Maaswerken. Hoe en in welke vorm en wie de trekkende gemeente wordt is nog niet definitief. Duidelijk is dat deze mogelijke ontwikkeling van grote invloed is op de positionering van het RMO Midden-Limburg in de toekomst. Een en
ander kan leiden tot andere bestuurlijke overlegvormen en de functionele werkplek van de RMO-coördinator.
Evaluatie RMO Midden Limburg 2OO9 - 2074 In de evaluatie wordt tot het advies gekomen om de samenwerking in de vorm van het RMO Midden-Limburg voort te zetten met in achtneming van de volgende (ingekorte) aandachtspunten:
. . . . .
Het opstellen van een gezamenlijke regionale mobiliteitsvisie; Het opstellen van jaar-, actie-, uitvoerings- en taakplanning; Het nemen van een beslissing door de gemeente Beesel t.a.v. deelname aan RMO
Midden- dan wel Noord-Limburg; Het inzichtelijk maken van alle RMO coördinerende uren (overhead en ondersteuning) en kosten van het RMO Midden-Limburg op een aparte rekening binnen de gemeente Roermond (ivm transparantie en rentevoordelen); De samenwerking met andere RMO's uitsluitend op basis van gezamenlijke
thema's/projecten;
Pagina
2
. . ¡
De vacature RMO-coördinator openstellen voor 1 Het actualiseren van de RMO overeenkomst;
fte schaal 11;
De benoeming van een bestuurlijk voorzitter van het Bestuurlijk RMO.
De definitieve versie van de evaluatie is als bijlage bijgevoegd aan het collegevoorstel
Bestuurlijk RMO Deze evaluatie zal tijdens het bestuurlijk RMO overleg op 12 november 2014 ter vaststelling worden aangeboden. In een bestuurlijk vooroverleg op 2 oktober jl. hebben de aanwezige bestuurders (Echt-Susteren, Leudal, Weert, Roermond, Beesel, Roerdalen, Nederweeft (via SMS)) reeds de intentie uitgesproken door te willen gaan met de samenwerking in RMO-verband. Daarbij wel een kanttekening plaatsend over de positionering van het RMO. Nog niet helder is de positie van het RMO Midden-Limburg binnen de ontwikkeling van SML. Definitieve besluitvorming daarover in de gemeenteraden wordt niet verwacht voor 31 december 2074. Het sluiten van een nieuwe RMOovereenkomst voor de periode 2075-2020 is daarom thans niet aan de orde. De bestuurders hebben aangegeven te kunnen instemmen met de in de evaluatie opgenomen adviezen onder vermelding van de volgende kanttekeningen:
1.
2. 3.
Het doel en de opgave van het RMO moet helder worden opgenomen in een nieuwe overeenkomst; De transitie van GOML naar een nieuwe samenwerking in SMl-verband is van invloed op de positionering van het RMO en haar RMO-coördinator; De gemeente Beesel voeft thans een onderzoek uit om haar positie te bepalen in
de diverse samenwerkingsverbanden in Noord- en Midden-Limburg, waaronder voor het thema verkeer en vervoer. Zowel de inhoudelijke kanttekening als vooral de tweede (procesmatige) kanttekening betekenen dat op 31 december 2Ol4 nog niet duidelijk zal zijn in welke vorm de RMOovereenkomst gecontinueerd gaat worden. Vandaar dat tijdens het bestuurlijk vooroverleg op 2 oktober is voorgesteld de RMO-overeenkomst met l jaarte verlengen, in casu tot 31 december 2015. De gemeente Roermond is daarbij verzocht gedurende die periode de bestuurlijke voorzitter van het RMO te leveren en de procedure te starten voor het werven van een nieuwe RMO-coördinator. Gemeenten hebben daarbij de intentie uitgesproken gezamenlijk garant te staan voor het werven van de nieuwe coördinator en de eventuele overgang van deze medewerker in SML. Dit vanuit de overtuiging dat de functie onontbeerlijk is voor het doorzetten van de gewenste regionale samenwerking op het gebied van Verkeer en Vervoer. Hiermee is'tijd'en 'capaciteit'gekocht om in 2015 de koers uit te zetten voor het te voeren regionale verkeers- en vervoerbeleid, dat als basis dient voor de nieuwe RMOovereenkomst of de positionering van het thema Mobiliteit binnen SML. Aan het verlengen van de vigerende RMO-overeenkomst zijn geen risico's verbonden. Indien wordt besloten tot overgang van het RMO in SMl-verband, dan kan de lopende overeenkomst ontbonden worden en kunnen de taken van het RMO overgaan in het SML.
Nieuwe RMO coördinator Midden Limburg Per 1 december 2013 is de RMO-coördinator van Midden-Limburg met vervroegd pensioen gegaan. In afwachting van de uit te voeren evaluatie en de beslissing om het RMO Midden-Limburg voort te zetten is er niet overgegaan tot het werven van een nieuwe RMO-coördinator. De gemeente Roermond heeft met de gemeente Venlo nadere afspraken gemaakt over het inhuren van de RMO-coördinator van het RMO Noord-Limburg voor het waarnemen van de functie in Midden-Limburg. Deze inhuurperiode loopt - na een verlenging medio 2074- tot 31 december 2074 en zal door de gemeente Venlo c.a. het RMO Noord-Limburg niet worden verlengd. De gemeente Roermond is verzocht een RMOcoördinator te werven voor 1 fte.
Pag¡na 3
Voor wat betreft het aantrekken en te werk stellen van de RMO-coördinator is er tot dusver steeds vanuit gegaan dat de medewerker bij de gemeente Roermond in een ambtelijke aanstelling zal worden gebracht en dat de werkzaamheden ook vanuit daar worden verricht. Uit voorgaand relaas wordt echter al vlug duidelijk dat er enkele risico's verbonden zijn aan het op deze wijze aantrekken van een nieuwe RMO-coördinator. Er is immers sprake van een aantal variabelen dat direct van invloed is op de huidige en toekomstige rol, taken en verantwoordelijkheden van deze te werven coördinator, en afhankelijk van een aantal ontwikkelingen kan de optimale oplossing verschillen. Onderstaand worden een aantal mogelijkheden genoemd:
1. 2. 3. 4.
Werken als ambtenaar vanuit een van de deelnemende gemeenten onder handhaving van de (vaste) aanstelling. Idem als 1, maar dan met een detachering naar de gemeente Roermond en een verandering van standplaats (Roermond). Regulier werven als er vanuit het oogpunt van ambtenarenmobiliteit geen gemeentelijke kandidaten zijn, maar aangezien de werkzaamheden en financiering onzeker/tijdelijk zijn en gezien de te lopen wachtgeldrisico's wordt de kandidaat op de payroll gezet bij de vaste contractpaftner. Regulier werven, vervolgens een ambtelijke aanstelling bij de gemeente Roermond en standplaats Roermond en nadien bij eventuele werkloosheid wachtgeld betalen. Gemeenten hebben op 2 oktober jl. de intentie uitgesproken garant te staan voor de gezamenlijke afhandeling en verantwoordelijkheid, mocht dit in het uiterste geval leiden tot'onvrijwillige'werkloosheid van de betreftende medewerker.
Voorgesteld wordt om gezien de te lopen risico's de functie eerst (steeds voor de duur van één jaar) intern binnen de gemeenten uit te zetten en de werkzaamheden zo mogelijk bij de 'latende gemeente'te laten plaatsvinden. Is dit laatste niet mogelijk, dan kan ook worden gewerkt met een detacheringsovereenkomst naar de gemeente Roermond, waarbij de werkzaamheden ook bij die gemeente plaatsvinden. Pas als geen gemeentelijke kandidaat kan worden gevonden, wordt de werving extern opgestart, waarbij de geselecteerde externe kandidaat bij contractpartner Driessen op de payroll wordt gebracht. Dit is niet alleen goedkoper dan het aangaan van wachtgeldverplichtingen, maar voorkomt bovendien uitvoeringsvraagstukken daar waar het gaat om de instemming, verrekening en inning van wachtgelden. (Hoewel aftikel 4 van de vigerende RMO-overeenkomst stelt dat de eventuele wachtgeldverplichtingen voor de gemeente Roermond ten laste worden gelegd bij alle aan de overeenkomst deelnemende gemeenten, is dit in de praktijk lastig en tijdsintensief te realiseren.) Van belang is dat de gemeente Roermond in de werving transparant is over de ontwikkelingen in SML-verband en dat de aanstelling in Roermond op termijn kan overgaan naar een andere gemeente en dat de functie op onderdelen kan wijzigen.
JURIDISCHE GEVOLGEN (o.a. FATALE TERMIJNEN/ HANDHAVING) Niet van toepassing
FINANCIËLE EN PERSONELE GEVOLGEN Met het verlengen van de RMO-overeenkomst ontstaat er geen wijziging in de financiële verplichtingen van de gemeente ten opzichte van de verplichtingen in 2Ol4 of voorgaande jaren. De middelen voor de regionale bijdrage aan de gemeente Roermond zijn structureel in de gemeentebegroting opgenomen. Voor Weeft betekent dit: € 16.000,-- per jaar Beqrotingspost: 21 1 1000 6343902
Beschikbaar bedraq: € 16.000,-- perjaar
Pagina 4
co
MM
u NICATT E/ PARTTCT PATI E
Voor wie is dit advies van belano? .t Niet van toepassing Nadere specificatie:
{. Niet van toepassing Nadere specificatie: *
:
Niet van toepassing OVERLEG GEVOERD MET
Intern: Rene Bladder
RB
Extern: Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Beesel
Echt-Susteren Leudal
Maasgouw
Nederweert Roerdalen Roermond
BIJLAGEN Ooenbaar: Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014 Niet-ooenbaar: Niet van toepassing
Pagina 5
o
(
Voorwoord: In november 2074 loopt de afgesproken vijfjarige termijn van de samenwerkingsovereenkomst (Verdi-overeenkomst) af. Het aflopen van de vijfjarige termijn vormt de aanleiding voor een evaluatie onderzoek naar het functioneren van het RMO Midden Limburg. Hieftoe is in het bestuurlijk RMO overleg van 24 oktober 2013 een besluit genomen. Daar de RMO coördinator van Midden Limburg, die deze taak zou uitvoeren, per december 2013 vervroegd is uitgetreden, werd een oproep gedaan binnen de samenwerkende gemeenten om deze evaluatie uit te voeren. De onderzoeker zou bij voorkeur onafhankelijk zijn van het RMO. Vanuit gemeente Leudal kwam in het eerste kwartaal van 2074 een reactie. De evaluatie omschrijft het functioneren van RMO Midden Limburg in de afgelopen periode, naar aanleiding hiervan zal een besluit genomen worden voor een nieuwe samenwerkingsperiode van vijf jaar. De evaluatie wordt uitgevoerd in opdracht en afstemming met de RMO coördinator Noord Limburg. Een evaluatie en een "blik vooruit" is wenselijk daar zich een aantal ontwikkelingen voordoen binnen de samenwerking Midden Limburg op het vlak van verkeer en vervoer. Er dient aandacht besteed te worden aan een eventuele samenwerking met Noord Limburg en tevens zijn de ontwikkelingen binnen GOML/SML van belang.
Er is momenteel geen enkele aanleiding vraagtekens te hebben omtrent het bestaansrecht van RMO Midden Limburg, wel dient het functioneren van RMO aandacht
te krijgen. In de afgelopen periode hebben tevens een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden waardoor het noodzakelijk is naar hernieuwde samenwerking te kijken voor de toekomstige periode: a
a
a
a
De gemeente Beesel neemt voor een aantal thema's deel aan samenwerkingsorganen in Noord Limburg. De vraag ligt voor of Beesel overstapt naar het RMO Noord Limburg of bij het RMO Midden Limburg blijft Positionering van het RMO Midden Limburg. Thans treedt de gemeente Roermond op als rechtspersoon voor het RMO. Daarmee is Roermond tevens expliciet eindverantwoordelijk voor de afhandeling van de BDU subsidies. In geval van een geschil van een andere gemeente over een BDU aangelegenheid is niet de provincie het juridische aanspraakpunt maar de gemeente Roermond. De samenwerking voor het onderdeel Doelgroepenvervoer WMO is reeds op schaal van Noord en Midden Limburg. Thans is voor de samenwerkende regio's ook beleidsvorming in voorbereiding voor de volle breedte van het Doelgroepenvervoer met een mogelijke combinatie van vrijwilligersinitiatieven en koppeling aan het Openbaar Vervoer. De RMO coördinator Midden Limburg is met vervroegd pensioen per december 2013, deze werkzaamheden worden vooralsnog opgepakt door RMO coördinator Noord Limburg. Er dient een besluit genomen te worden of de tijdelijke samenwerking tussen Noord en Midden Limburg omgezet dient te worden naar een meer structurele vorm. Zoals boven genoemd is ook het aflopen van de vijtjarige termijn aanleiding voor het evaluatie onderzoek
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
Inhoudsopgave:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 7.
Inleiding Doelstelling Procedure De evaluatie
Toekomst Samenvatting Conclusies Aanbevelingen
Inleiding:
In het kader van het landelijke VERDI-akkoord van maart 1996 zijn er op het beleidsveld verkeer en vervoer taken, bevoegdheden en middelen vanuit het Rijk overgeheveld naar provincie en gemeenten. Tot 2004 in de vorm van een specifieke uitkering en daarna is deze uitkering in de algemene uitkering opgenomen. In meerdere regio's, waaronder Midden Limburg, is besloten deze middelen en taken gebundeld in te zetten. Hiertoe hebben de betrokken gemeenten een overeenkomst gesloten. De gemeente Roermond heeft, als Midden Limburgse centrumgemeente, zich verplicht menskracht beschikbaar te stellen ter grootte van 1 fte. Alle deelnemende gemeenten van Midden Limburg dragen na rato van het aantal inwoners financieel bij aan deze personele kosten.
vijf jaar verlengd tot juni 2OL4. Voorgesteld is om over de verlenging/wijziging in 2Ol4 een expliciet besluit te nemen op basis van een evaluatie. Daarmee wordt ook invulling gegeven aan het traject dat is ingezet om het RMO door te ontwikkelen op De VERDI overeenkomst is in mei 2009 met
beleidsvorming. De huidige overeenkomst loopt op 30 juni 2074 af . De wethouders van het RMO Midden Limburg hebben op 24 oktober 2013 besloten het functioneren van het RMO te evalueren alvorens een besluit te nemen over een nieuwe periode van vijf jaar. Wegens vervroegd uittreden van de RMO coördinator Midden Limburg is het evaluatietraject
gestagneerd en is in het bestuurlijk RMO overleg van 5 juni 2014 uitstel verleend tot24 oktober 2014 om het evaluatietraject af te ronden,
2.
Doelstelling:
Doelstelling van het evaluatietraject is het nemen van een besluit over de toekomstige voortzetting van het RMO Midden-Limburg en in welke vorm dit de komende jaren gaat plaatsvinden. Belangrijke aandachtspunten hierin zijn de regionale samenwerking, de organisatievorm, de taken en uitvoeringen binnen de organisatie. Tevens is punt van aandacht de al dan niet interregionale samenwerking van RMO Noord-Limburg
met Midden-Limburg en in welke vorm.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
o
(
3.
Procedure:
In het voortraject van de evaluatie wordt eerst kennis genomen van diverse relevante stukken en er vinden gesprekken plaats met medewerkers om als buitenstaander zo een beeld te kunnen vormen van het RMO Midden Limburg. Hierbij wordt gesproken met de RMO coördinator Noord Limburg en de uitgetreden RMO coördinator Midden Limburg. Verder vinden er ter informatie nog enkele gesprekken plaats met ambtelijke medewerkers uit het RMO Midden Limburg en enkele strategische medewerkers in het kader van ontwikkeling Samenwerking Midden Limburg (SML) een vervolgtraject op Gebiedsontwikkeling Midden Limburg (GOML).
Aansluitend vindt nog een gesprek plaats met de medewerker die voor Noord Limburg het evaluatiera pport heeft opgesteld. De evaluatie wordt uitgevoerd in het jaar dat er lokale verkiezingen plaatsvinden. Hierdoor is het
mogelijk dat de bestuurlijke portefeuillehouders wisselen. Daarom is besloten in het uiteindelijke evaluatietraject te spreken met bestuurders die zowel voor als na de verkiezingen in het bestuurlijk RMO Midden Limburg zitting hebben. Ook wordt een bijeenkomst belegd waarbij alle ambtelijke RMO Midden Limburg medewerkers worden uitgenodigd en naar aanleiding van een vooraf opgestelde vragenlijst (zie bijlage) vindt evaluatie van de afgelopen periode plaats. Aansluitend vindt er een gesprek plaats met de RMO veftegenwoordiger op provinciaal niveau. Vanuit de uitgebreide informatie die op bovenstaande manier wordt ingewonnen wordt een notitie opgesteld. Deze notitie wordt besproken met de RMO coördinator Noord Limburg (momenteel vervangend RMO coördinator Midden Limburg) medio juli, aansluitend wordt de notitie voorgelegd in het ambtelijk RMO Midden Limburg (september 2074) en zal uiteindelijk gepresenteerd worden in het bestuurlijke RMO Midden Limburg op 2 oktober 2074. Naar aanleiding van de diverse reacties zal de evaluatie waar nodig worden bijgesteld dan wel
worden aangevuld om zo tot een definitief toekomstig besluit omtrent RMO Midden Limburg te komen, voor de nieuwe verlengingsperiode van vijf jaar.
4. De
De evaluatie: te evalueren aandachtspunten: a. Het functioneren van het RMO Midden Limburg b. Deelname van gemeente Beesel in RMO Midden Limburg of RMO Noord Limburg c. Samenwerking op beleidsniveau enlof operationeel niveau RMO Midden Limburg en
d.
RMO Noord Limburg Tijdelijke dan wel structurele samenwerking van RMO coördinator(-en) Midden Limburg en/of Noord Limburg
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
e.
De positie van RMO ten opzichte van GOML dan wel toekomstige SML
In deze evaluatie is een terugblik van belang en een blik vooruit is wenselijk vanwege een aantal ontwikkelingen uitgebreid genoemd in het voorwoord.
a. Het functioneren van het RMO Midden Limburg
a.l Rol en betekenis
van het RMO: jaren De afgelopen is het RMO Midden-Limburg naast de operationele taken op het gebied van verkeer, mobiliteit en verkeerseducatie zich ook gaan bezighouden met strategische mobiliteitsvraagstukken, dit is een verbreding van het takenpakket. De rol en betekenis van het RMO opgesteld op strategisch, regionaal en lokaal niveau en regionale service wordt verwoord in de opgestelde gebiedsvisie "Het oog van Midden Limburg" (p. 13). Strategisch Op dit niveau gaat het enerzijds om projecten rondom de hoofdinfrastructuur (de
strategische netwerken). Deze projecten zijn veelal regio-overstijgend en hebben hun doorwerking op de regio. Het RMO zorgt hierbij voor regionale afstemming bij problemen en oplossingen voor het verwoorden van een gezamenlijke visie richting rijk, provincie en omliggende regio's. Anderzijds gaat het om een gezamenlijke visie en wensen richting andere partijen die in de regio een rol hebben op mobiliteitsgebied (rijk, provincie, aangrenzende regio's, bedrijven , scholen en instellingen) a
Regionaal
Dit is het niveau waar de samenwerking van de gemeenten in het RMO het meest concreet is. De regionale netwerken voor auto, fiets, openbaar en goederenvervoer worden gezamenlijk vastgelegd. Ontbrekende schakels en projecten worden gedefinieerd, rekening houdend met de heersende beleidskaders en lopende projecten. Verkeersveiligheid, verkeerseducatie en ketenmobiliteit zijn thema's die een gezamenlijke regionale aanpak vragen, a
Lokaal
Kernpunt is hier de kwaliteit van het woon- en leefmilieu. Dit is primair een taak en verantwoordelijkheid voor de gemeenten. De rol van het RMO is op dit niveau passief en beperkt zich tot onderlinge informatievoorziening, kennisontwikkeling en
advisering. (bijv. parkeerbeleid, handhaving, educatie) a
Regionale service De samenwerkende gemeenten kunnen hun efficiency vergroten door gezamenlijk kennis te delen en producten en diensten in te kopen.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
r
o
De rol van het RMO hierin is:
.
Het faciliteren van de gemeenten door mobiliteitsproducten en
. o
gemeenten aangaan te coördineren en in te kopen Het coördineren en stimuleren van kennisontwikkeling in de regio Het inbrengen van regionale kennis bij het opstellen van provinciale en gemeentelijke mobiliteitsplannen
-
diensten die alle
Dit is een duidelijke theoretische indeling op verscheidenheid van niveau, echter vanuit de evaluatie blijkt dat er in de praktijk verstrengeling van rollen en taken al dan niet plaatsvindt, waardoor samenwerking in het RMO Midden Limburg niet optimaal verloopt. Momenteel wordt provinciaal beleid opgesteld hoe RMO's dienen te functioneren, in september wordt deze nota in de RMO's besproken. Dit zal voor de toekomst verheldering opleveren voor alle niveaus binnen de RMO's. a.2 Beleid: Het Regionaal Mobiliteitsoverleg (RMO) Midden Limburg bestaat uit de gemeenten Beesel, EchtSusteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weeft met samen ongeveer 250,000 inwoners. Deze acht gemeenten in Midden Limburg werken onderling samen in diverse gemeentelijke taakvelden, waaronder verkeer en vervoer ofwel de mobiliteit. In deze gemeentelijke samenwerking op gebied van mobiliteit is het opstellen van een visie op de toekomstige mobiliteitsontwikkeling in de regio van belang. Een bestuurlijk vastgestelde mobiliteitsvisie moet de regio helpen bij het prioriteren van regionale projecten en in de discussie met de provincie en het Rijk over investeringen in de regio. Een belangrijk veftrekpunt voor het concept regionale mobiliteitsvisie Midden Limburg was de door Gebiedsontwikkeling Midden Limburg (GOML) vastgestelde regionale ontwikkelingsvisie "Het oog van Midden Limburg 2008-2028". Tevens is de laatste periode van vijf jaar gebruik gemaakt van de regionale mobiliteitsvisie Noord Limburg echter heeft er nooit accordering van een beleidsvisie Midden Limburg plaatsgevonden. Uiteindelijk is het in de toekomst belangrijk te komen tot één regionale mobiliteitsvisie voor RMO Midden Limburg waarbij van belang is dat deze regionale mobiliteitsvisie past in het provinciaal beleid, aansluitend het bestuurlijk vaststellen van de hoofdlijnen en het vertalen hiervan naar een meerjarig actieprogramma, de organisatorische vormgeving, de samenwerking en tevens de financiering van het programma. Omdat er echter geen duidelijk gezamenlijk proces heeft plaatsgevonden naar het ontstaan van een officieel document "regionale mobiliteitsvisie Midden Limburg" was hierover ontevredenheid. Hantering van de tekst uit het rapport van Noord Limburg was namelijk uitgangspunt voor de Midden Limburgse situatie. Hierdoor ontstond geen draagvlak voor de inhoud van deze "visie" en zijn er geen vervolgstappen gekomen op dit rapport. Deze "visie" bleef een ambtelijk concept en werd ook niet bestuurlijk geaccordeerd, er werd geen uitvoeringsprogramma opgesteld met doelen, geen jaarprogramma dan wel actieprogramma, hierdoor ontstond er geen organisatorische vormgeving en resulteerde in een niet optimale samenwerking.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
Uiteindelijk werden in de uitwerking projecten gekozen afgeleid vanuit het PVVP, de " aangepaste regionale mobiliteitsvisie" en projecten uit de diverse gemeentelijke verkeers- en vervoersplannen Hierdoor ontstond er echter een situatie waarin de provincie de regie voerde in het RMO Midden Limburg daar zij de agenda van het bestuurlijk RMO Midden Limburg bepaalden.
3 Doelen,/proiecten : Vanwege het ontbreken van een duidelijke visie wordt er geen doelstelling dan wel prioritering van projecten aangebracht. Er worden ad hoc projecten aangeleverd door de separate gemeenten uit RMO Midden Limburg. Vaak zijn dit projecten die in de gemeentelijke planning en begroting zijn opgenomen waarvan men hoopt dat deze alsnog passen in de doelstellingen van het LiMoP, Gemeenten dienen echter gezamenlijke projecten te initiëren op basis van een gezamenlijk opgesteld regionaal programma. Op basis hiervan kan dan een projectaanvraag worden gedaan, Niet voor specifieke gemeentelijke projecten maar gezamenlijke projecten voor regio Midden a.
Limburg. Wel zijn er visies opgesteld voor losse projecten namelijk het Stimuleringsplan Fietsen in Midden
Limburg en het Regioplan Verkeerseducatie Midden Limburg. Uit deze documenten vloeien projecten voort op zowel strategisch (afstemming tussen de gemeenten en een gezamenlijke visie uitdragen) als regionaal niveau (basis zijn de regionale netwerken uit het PWP). Beide projecten zijn echter tot op heden niet optimaal afgerond. Wat betreft Verkeerseducatie zou een regionaal programma opgesteld kunnen worden, Vanuit dit programma kunnen projecten regionaal gezamenlijk ingekocht worden. Dit initiatief is vanuit RMO Midden Limburg niet genomen. Separate gemeenten zijn namelijk terughoudend om zeggenschap over eigen budgetten kwijt te geraken. Goed verlopen projecten in RMO Midden Limburg uit afgelopen periode zijn Doelgroepenvervoer en Openbaar Vervoer. Vanuit deze projecten blijkt tevens het belang van een goed functionerende
samenwerking in RMO verband. Om projecten positief te laten verlopen is een concrete behoefte noodzakelijk binnen de Midden Limburgse RMO gemeenten en is het van belang dat de projecten een regionaal karakter hebben.
Vrijblijvendheid in samenwerking zal namelijk optimalisatie negatief beTnvloeden. Nog lopende projecten vanuit deze periode zijn landbouwverkeer en snelfietsroute. Deze projecten dienen in de komende periode weer opgepakt te worden. Omdat er bij aanvang van de nieuwe Verdi-overeenkomst in 2009 geen duidelijke doelstelling zijn geformuleerd, is in de afgelopen periode is niet na te gaan of deze doelen ook daadwerkelijk zijn behaald.
a.4 Samenwerking binnen RMO Midden Limburg: Samenwerking is noodzakelijk om gezamenlijk meer doelen te kunnen bereiken. Door het gezamenlijk inzetten van vakinhoudelijke kwaliteiten verhoog je de efficiëntie en door optimale inzet van netwerken heb je meer toegang tot kennis, informatie en contacten. Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
Vanuit bovenstaand is duidelijk wat de rol en betekenis van het RMO (p.4) dienen te zijn. ¡ Bestuurlijk (b-RMO) Voor diverse (regio overschrijdende) projecten is goede samenwerking op strategisch niveau gewenst. Dit kan met de samenwerkende RMO gemeenten zijn, met omliggende RMO's, maar ook met andere provincies in het kader van grensoverschrijdende
samenwerking en/of externe partijen. Vanuit de praktijk blijkt echter dat uitsluitend gemeenten die rechtstreeks betrokken zijn bij bepaalde projecten geïnteresseerd zijn in samenwerking. Echter belangrijke verkeersaders (bijv. A2) zijn voor de mobiliteit van de gehele regio van belang en daarom dienen ook niet direct betrokken gemeenten samen te werken in deze projecten. Een meer bestuurlijke lobby is noodzakelijk voor grote en grensoverschrijdende projecten waarin een focus op coalities met andere provincies van belang is. Uit de evaluatie met portefeuillehouders blijkt dat het b-RMO Midden Limburg tot dusver
zijn waarde bewezen heeft, projecten zijn volgens hen naar volle tevredenheid gerealiseerd en afgehandeld. a
Ambtelijk (a-RMO) De rol en betekenis van a-RMO is duidelijk (p.4). Het regionaal belang is hoofdzaak in RMO Midden Limburg, hiervoor is commitment noodzakelijk en dienen alle partijen in alle projecten en programma's aan te sluiten Vanuit de evaluatie is duidelijk geworden dat het a-RMO Midden Limburg een te passieve houding toont, het a-RMO zou meer proactief kunnen optreden en reageren, hiervoor is echter een betere afstemming van taken en samenwerking van belang. De agenda's van a-RMO en b-RMO zijn niet identiek waardoor er geen efficiëntie in de samenwerking tussen a-RMO en b-RMO behaald wordt. Het b-RMO laat zich sturen door de provinciaal opgestelde agenda waardoor de provincie de koers lijkt te bepalen. In het aRMO wordt de agenda opgesteld door de RMO coördinator. Dit zou echter vanuit het a-RMO meer geïnitieerd dienen te worden, Het a-RMO stelt zich nu te afhankelijk op van b-RMO en de RMO coördinator waardoor er teveel top-down besturing plaatsvindt. In de afgelopen periode is er veelal uitsluitend op initiatieven vanuit de RMO coördinator gereageerd met als gevolg dat de verantwoordelijkheid van uitwerking en vervolgstappen
teveel bij de RMO coördinator liggen. Door opstellen van actieplannen en - lijsten met een duidelijke taakverdeling voor de separate gemeenten en door opstellen van deadlines door het a-RMO zal er meer commitment ontstaan. Het a-RMO zou tevens een netwerkfunctie kunnen vormen en een informerend karakter dienen te hebben t.a.v, de gezamenlijke deelnemende gemeenten in het RMO Midden Limburg. Hierdoor profiteert iedereen van interne expertise die al aanwezig is vanuit uitgevoerde projecten. Tevens zou er een groter commitment moeten zijn van de separate gemeenten in het RMO Midden Limburg voor zowel de diverse regionale als de grensoverschrijdende projecten. Er dient een focus te zijn op het grotere belang i.p.v. gemeentegericht, waardoor dus grotere (g rensoversch rijdend e) sa menwerki n gsprojecten mog el ij k worden. Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
Een betere gezamenlijke afstemming en voorbereiding van taken heeft een gunstig effect
op regionale samenwerking en snellere afhandeling van projecten. Indien noodzakelijk kan hiervoor ook expeftise ingehuurd worden (Expertise vanuit de RMO coördinator, de interne gemeenten dan wel vanuit externe paftijen). Vanwege passiviteit blijven teveel a-RMO ideeën liggen, door gezamenlijk een regionale mobiliteitsvisie voor Midden Limburg op te stellen ontstaat er meer commitment en wordt de vrijblijvendheid verlaagd. a
Provincie De provincie is onderdeel van diverse provinciale RMO's op zowel strategisch als regionaal
niveau. Uniformiteit over de provincie is van belang in de vijf provinciale RMO's. Dit veroorzaakt namelijk voor de provincie een efficiency slag. De provincie is daarom momenteel bezig met professionalisering van de RMO's, echter van de provincie wordt ook professionalisering verwacht, waardoor de rol van de provincie in de regio duidelijk wordt. Uit de evaluatie met de provincie blijkt dat de provincie de agenda bepaalt van het b-RMO en bestuurders hebben buiten het RMO Midden Limburg schijnbaar toch individueel contact met de provincie. Vanwege opstellen van de agenda lijkt het RMO (ook in Midden Limburg) vooral een podium om de provinciale beleidsvisie (PVVP) uit te dragen. De provincie is dan de trekker in projecten waardoor zij een eigen koers gaan varen, Voor a-RMO is een duidelijk programma met een duidelijk takenpakket, een taakverdeling en goede samenwerking noodzakelijk, waarbij in alle overleggen een provinciale verkeersambtenaar deel uit dient te maken van het a-RMO, operationeel als wegbeheerder. Hierdoor wordt de betrokkenheid van de provincie groter en dit bevordert tevens de samenwerking. Voor de toekomst dient te worden afgestemd dat er geen enkele agenda meer rechtstreeks naar het b-RMO gaat voordat deze in a-RMO besproken is.
a
Extern
Communicatie en informatievoorziening vanuit externe partners (Veolia/politie etc.) is van groot belang. Het is echter begrijpelijk dat zij geen zitting kunnen nemen in alle RMO bijeenkomsten. Vandaar dat er in de afgelopen periode vaak overleggen waren met RMO coördinator(en) en of bestuurlijk RMO. Samenwerking met externe partijen in afgelopen periode is zeer positief verlopen m.n. in samenwerking met b-RMO en de RMO coördinator. Samenwerking met externe partijen zou beter kunnen in het a-RMO. Er dient hiervoor een optimalere afstemming te zijn met RMO coördinator. Indien er een betere samenwerking is met externe partijen wordt ook het a-RMO beter geïnformeerd maar ook ontzorgd. Nu vinden overleggen met name plaats met de RMO coördinator en het b-RMO.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
Het zou een taak van de RMO coördinator kunnen zijn diverse partijen uit te nodigen daar waar noodzakelijk en ze te betrekken in de diverse projecten. Tevens is het mogelijk om gezamenlijke regionaal overschrijdende a-RMO bijeenkomsten te organiseren indien externe partijen bij bepaalde thema's gewenst zijn,
a.5 Financieel; ¡ FinancieringRMO-coördinator De gezamenlijke RMO Midden Limburg gemeenten doen een jaarlijkse bijdrage voor de financiering van de RMO coördinator. Hiertoe leveren de acht RMO Midden Limburg gemeenten naar rato van hun inwonersaantal een financiële bijdrage aan de personeelskosten ten gunste van gemeente Roermond. De gemeente Roermond zet gelet op deze middelen hiervoor een fulltime-equivalent in. Uit de evaluatie blijken de genoemde inwonersbijdragen niet dekkend zijn qua salaris en bureaukosten. Overheadskosten en andere onkosten van de RMO coördinator kunnen niet betaald worden uit de gemeentelijke bijdragen. De huidige kosten zijn dus niet dekkend voor alle te maken kosten van de RMO coördinator. Tevens vindt er ambtelijke ondersteuning van werkzaamheden plaats voor de RMO
coördinator Midden Limburg vanuit Roermond, ook deze kosten kunnen niet worden gedekt uit de bijdragen van de gezamenlijke gemeenten. Deze kosten dienen in de toekomst inzichtelijk gemaakt te worden. Er zou een betere samenhang in RMO zijn en meer financiële armslag voor de RMO
coördinator indien gelden separaat gestort/geboekt worden. Hierdoor blijven ook de geldstromen en de rente opbrengsten van de voorschotten BDU, meer inzichtelijk (separaat van de Algemene Middelen Roermond). Voor de toekomst is dus van belang het optimaler regelen van de inwonersbijdrage voor de RMO coördinator door de gelden separaat te houden. In de gemeentebegroting dient er
geld begroot te blijven voor de RMO coördinator. Van belang is dat er een duidelijk overzicht komt voor alle in te zetten uren (coördinator en ondersteuning) in de toekomst. a
Financiering mobi liteitsprojecten Een van de taken van de regionale coördinator Midden Limburg is het verwerven van subsidies voor mobiliteitsprojecten in de regio, de coördinatie van de subsidieaanvragen en de subsidieverantwoording van het meerjarig Limburgs Mobiliteitsprogramma (LiMoP). De door het Rijk beschikbaar gestelde gelden uit de landelijke BDU-regeling worden aan de provincie uitgekeerd. De provincie vertaalt deze regeling door in het LiMoP dat jaarlijks door GS wordt vastgesteld. Voor alle doelen geldt dat naast de LiMoP bijdrage er altijd een gemeentelijke bijdrage moet zijn, die per doel kan variëren, echter minimaal 50o/o is. De jaarlijkse provinciale bijdrage voor verkeerseducatieprojecten wordt gestoft in het
Regiofond Verkeer Midden Limburg. De verantwoording van het Regiofonds Verkeer
Midden Limburg vindt plaats via de jaarrekening van Roermond.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2074
€
o
(
De financiële verantwoording van de ontvangen BDU subsidies voor infrastructuurprojecten vindt plaats via de jaarrekening van de subsidie ontvangende gemeente. Een van de subsidievoorwaarden is dat het infrastructuurproject uiterlijk 2 jaar na subsidietoekenning moet zijn afgerond, mits goed onderbouwd is een verlenging van maximaal een jaar mogelijk. Omdat jaarlijks voor meerdere projecten uitstel van eindverantwoording wordt aangevraagd is er vertraging van de eindverantwoording aan de provincie. Hierdoor ontbreekt een helder totaaloverzicht van alle lopende projecten, daar alle afhandelingen te langdurig naslepen.
De subsidie heeft een regionale functie, BDU gelden dienen gezamenlijk ingezet te worden
voor een gezamenlijk doel, dan is deze subsidie positief voor regionale samenwerking en ontzorgen van de separate gemeenten. Echter door sturing door de provincie lijkt het of de BDU gelden worden ingezet om het PVVP van de provincie uit te voeren. Uit de afgelopen periode blijkt dat de financiële afhandeling door de provincie sterk veftraagd is, mede ook t.g.v. achterblijvende uitvoering en afwikkeling door individuele gemeenten. Gemeenten dienen aan de voorkant van het project een duidelijke
projectbegroting in te dienen. Vertraging van afrekening door de provincie ontstaat vanwege afrekening op basis van gehele projectenlijst, niet aan individuele projecten, maar tevens omdat de provinciale financiële afhandeling over meerdere afdelingen verloopt. Afwikkeling van projecten is via de SiSa bijlage in de jaarrekening. Dit zou werk besparend zijn, maar blijkt vanuit de praktijk zeer weerbarstig. Het leidt tot zeer veel extra werkzaamheden, is onduidelijk en ondoorzichtrg. Het separaat houden van gelden voor activiteiten van RMO Midden Limburg ( BDU gelden) op een separate bankrekening zou een duidelijker beeld geven van inkomsten en uitgaven en rente voor de diverse projecten.
b. Samenstelling RMO Midden Limburg: Het Regionaal Mobiliteitsoverleg (RMO) Midden Limburg bestaat uit de gemeenten Beesel, EchtSusteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert met samen ongeveer 250.000 inwoners. Deze acht gemeenten in Midden Limburg werken onderling samen in diverse gemeentelijke taakvelden, waaronder verkeer en vervoer ofwel de mobiliteit. Gemeente Beesel maakt geen deel uit van GOML en het is onduidelijk of deze gemeente deel uit gaat maken van de nieuw te vormen groep Samenwerking Midden Limburg (SML).
In de afgelopen periode schommelde Beesel tussen de diverse mobiliteitsthema's van RMO Noord en Midden Limburg. Tot op heden is de positie van Beesel in RMO Midden Limburg onduidelijk. Verlaten van Beesel van RMO Midden Limburg heeft echter ook financiële gevolgen t.a.v. inwonersbijdragen. Op 8 augustus 2014 heeft een oriënterend gesprek plaatsgevonden met gemeente Beesel omtrent deze vraagstelling. Een eerste reactie vanuit de gemeente is dat zijgraag blijven deelnemen aan het RMO Midden Limburg. Momenteel vindt er in gemeente Beesel intern overleg plaats. Een definitief besluit zal z.s.m. worden genomen. Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
(
c, Samenwerking
op beleidsniveau en/of operationeel niveau van RMO Midden Limburg met RMO Noord Límburg: In de huidige situatie is er een RMO Midden Limburg en een RMO Noord Limburg. Deze RMO's hebben separate bestuurlijke, ambtelijke RMO's en elk een RMO coördinator. Deze RMO's hebben twee verschillende agenda's. Regionale samenwerking van Midden Limburg is niet identiek aan regionale samenwerking in Noord Limburg. Ook op strategisch nivo staan er verschillende items op de agenda (te denken aan A2 voor RMO Midden Limburg/467-Greenpoft voor RMO Noord Limburg), Uitsluitend indien er gezamenlijke/overeenkomstige thema's geagendeerd zijn is samenwerking op strategisch dan wel operationeel niveau mogelijk en efficiënt. In diverse projecten vindt er daarom momenteel ook grensoverschrijdende samenwerking plaats binnen Midden en Noord Limburg. Deze samenwerking binnen en buiten de regio's is noodzakelijk daar infrastructuur niet eindigt aan de gemeentelijke grenzen en/of de regiogrenzen. In de afgelopen periode heeft met name een samenwerking plaats gevonden van de RMO's Midden en Noord Limburg t.a.v. het Doelgroepenveryoer en de Openbaar Vervoer. Deze beide projecten zijn volgens de evaluatie goed verlopen. Tijdens de evaluatiegesprekken is uitgesproken dat RMO Midden Limburg echter een separate partij dient te blijven, daar m.n. specifieke mobiliteitskwesties voor de regio Midden Limburg niet identiek zijn aan de Noord Limburgse situatie. RMO Midden Limburg heeft qua ervaring nog niet het niveau van Noord Limburg en zou daar
expertise kunnen halen, maar het is tevens van belang dat RMO Midden Limburg zijn eigen identiteit behoudt. Uit de evaluatie blijkt dat samenwerking met RMO Noord Limburg op strategisch niveau positief zal zijn, temeer daar RMO Noord Limburg momenteel meer ervaring heeft en op het huidige niveau beter georganiseerd is. Samenwerking op operationeel niveau zal projectafhankelijk bepaald dienen te worden en is ook afhankelijk van de totstandkoming van een regionale mobiliteitsvisie en de daaruit geprioriteerde projecten voor Midden Limburg. Een andere mogelijkheid voor samenwerking is het gezamenlijk uitnodigen van externe partijen en/of het gebruik maken van interne dan wel externe expeftise voor bepaalde thema's.
d. RMO coördinator Midden Límburg: Het takenpakket van de regionale coördinator is opgesteld in de "Overeenkomst Verdi-formatie 2OO9-2OI4 Regionale coördinator verkeer en vervoer". Inhoudelijk legt de RMO coördinator verantwoording af aan het b-RMO, de portefeuillehouders mobiliteit van de acht gemeenten van RMO Midden Limburg en van de provincie. Organiek valt de functionaris, in de huidige periode,
onder de verantwoordelijkheid van het hoofd van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Roermond,
In het takenpakket van de functionaris zijn naast de reguliere taken momenteel vier belangrijke regionale projecten opgenomen: Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2074
(r
o
. .
Opstellen van een regionale mobiliteitsvisie Opstellen van een visie op het openbaar vervoer in relatie tot de provinciale aanbesteding OV-concessie 20t6-2O26
. .
InfrastructuurN230-West Uitvoering van het Stimuleringsplan Fietsen in Midden Limburg
Uit de evaluatie blijkt dat de RMO coördinator Midden Limburg een "concept regionale mobiliteitsvisie" heeft opgesteld, basis voor de opgestelde "concept regionale beleidsvisie Midden Limburg" is de door GOML vastgestelde regionale ontwikkelingsvisie: "Het oog van Midden Limburg 2008-2028" en een aanpassing van de regionale mobiliteitsvisie Noord Limburg naar de Midden Limburgse situatie. Dit opgestelde stuk is echter altijd in conceptvorm gebleven daar er vanuit het a-RMO kritiek ontstond op genoemde werkwijze, namelijk dat op deze manier geen document kan ontstaan dat door a-RMO gedragen werd. Het beleidsdocument "De Reiziger Centraal" (openbaar vervoer per trein, bus en regiotaxi) is opgesteld in coördinatie met de provincie. De huidige stand van zaken is dat de concessie met Veolia loopt tot december 2016. Tevens is er een aanbesteding concessie 2016-2026. Deze is gestart en gunning zal in 2OI4 gaan plaatsvinden. Infrastructuu r N280-West De werkzaamheden voor de RMO coördinator Midden Limburg t.a.v, de N280 zijn grotendeels
afgerond. De RMO coördinator nam deel aan de overleggen van de ambtelijke werkgroep en aan de brede Klankbordgroep. Momenteel loopt nog de MER-studie N280, die in opdracht van de provincie (wegeigenaar) wordt uitgevoerd. De RMO coördinator heeft, vanuit zijn mobiliteitsexpertise, actieve inbreng en geeft commentaar op
de concept-rapporten die door de provincie en het externe bureau worden opgesteld. Momenteel vindt er discussie plaats omtrent het voorkeurstracé. daarin zijn de gemeenten direct vertegenwoordigd vanuit specifieke strategische belangen van de gemeenten. Incidenteel zijn er nog een bijeenkomsten van de Klankbordgroep en daaraan neemt de regionale coördinator nog deel.
Het Stimuleringsplan Fietsen in Midden Limburg is in 2011vastgesteld, voor de uitvoering van het plan is nog geen duidelijke richting bepaald, enkele gemeenten hebben individueel een start gemaakt, maar dit project is niet gezamenlijk ondersteund. Onderzoeken door studenten van NHTV zijn niet voldoende afgerond/uitgewerkt. De fte voor RMO Midden Limburg wordt gefinancierd door een inwonersbijdrage vanuit de gezamenlijke gemeenten op basis van de "Verdi-overeenkomst".
De RMO coördinator heeft echter ook overheadskosten en extra ondersteuning nodig voor
boekhoudkundige en financiële afhandelingen van de BDU. Deze overheadskosten en kosten voor extra ambtelijke ondersteuning in de dagelijkse gang van zaken worden nu door gemeente Roermond uitgevoerd en gefinancierd. Hiervoor zou meer financiering door provincie gewenst zijn Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
In de afgelopen periode was er lfte beschikbaar voor de RMO coördinatie Midden Limburg uit de inwonersbijdrage tot medio 2014. Echter vanwege vervroegd pensioen (december 2013) van de huidige coördinator Midden Limburg is deze taak toegevoegd aan de werkzaamheden van de RMO coördinator Noord Limburg tot uiterlijk 21 december 20L4. Er kan nog expertise worden ingehuurd vanuit de voormalige RMO coördinator Midden Limburg, maar dit is geen structurele dan wel optimale oplossing voor de toekomst. Uit de evaluatie blijken de meningen te verschillen over de aantallen coördinerende fte's. Vanuit de afgelopen periode is echter duidelijk gebleken dat 1 fte voor Midden Limburg noodzakelijk is en
dat er zelfs ondersteunende werkzaamheden noodzakelijk waren, Meerwaarde voor regionale samenwerking in de huidige situatie voor Midden Limburg is één fulltime coördinator voor de RMO Midden Limburg al dan niet met ondersteunende ambtelijke uren, Hierdoor ontstaat ontzorging van de separate gemeenten uit de RMO Midden Limburg en is er een versterking naar bestuurlijk RMO en de provincie. Ook door het opstellen van een regiovisie Midden Limburg ontstaat een versterkte positie t.o.v. de provtncte. Of de nieuwe RMO coördinator vanuit gemeente Roermond dient te opereren is afhankelijk vanuit welke gemeente de coördinator gekozen gaat worden. Aansluitend kan bepaald worden waar de coördinator gestationeerd gaat worden. De RMO coördinator dient kartrekker te zijn in het doen van voorstellen en suggesties, de coördinator moet actief lobbyen, netwerken en informatie uitwisselen naar zowel a- als b-RMO. Zowel het a-RMO als het b-RMO dienen de coördinator te benaderen voor expertise.
e. RMO in relatie tot toekomstíge SML: Het huidige GOML (Gebiedsontwikkeling Midden Limburg) zal gaan wijzigen in SML (Samenwerking Midden Limburg). Hierbij blijven schijnbaar bestaande netwerken in de toekomst identiek. In de nieuwe organisatie SML krijgen de zeven Midden Limburgse gemeenten ieder een peiler/taak met een gemeentelijke coördinator. Een van deze peilers is Infrastructuur en Maaswerken.
In het a-RMO is er omtrent deze nieuwe opzet gediscussieerd. Van belang is namelijk dat het RMO Midden Limburg, SML informeeft en adviseert. De specifieke mobiliteitskennis vanuit de regio is
namelijk bij het RMO Midden Limburg. Voorstel vanuit a-RMO is om het RMO als zelfstandige eenheid in te bedden in een van de peilers van SML. Het RMO Midden Limburg zou dan de peiler Infrastructuur op zich kunnen nemen. Voorstel is dan te kiezen voor de benaming Mobiliteit in plaats van Infrastructuur. Hier vindt dan tevens een verbreding van het takenpakket van RMO plaats. Vanwege de nieuwe opzet van SML kan echter de positie van gemeente Beesel complexer worden. Vooralsnog is het echter noodzakelijk de huidige structuur van RMO Midden Limburg te handhaven tot er meer duidelijkheid is omtrent de definitieve organisatie van en rondom SML. Daarom is het noodzakelijk dat gemeente Roermond zo snel mogelijk start met de werving van een nieuwe coördinator. Hierdoor wordt echter de positie van gemeente Beesel complexer.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
Uit de verkregen informatie vanuit de evaluatiegesprekken blijkt vanuit de diverse lagen, dat voortzetting van de samenwerking in RMO Midden Limburg een pre is. In algemene zin blijkt dat men positief is over het RMO Midden Limburg, het gaat goed, maar er zijn tevens punten van aandacht waarin verbetering mogelijk/noodzakelijk is (zie bovengenoemde opsomming). Onduidelijk is tevens of en hoe toekomstige samenwerking met Noord-Limburg zal gaan plaatsvinden. Omtrent alle genoemde aandachtspunten hierbovenzal uiteindelijk in het bestuurlijk overleg van november a.s. een definitief besluit dienen te worden genomen.
5.
Toekomst:
Het opstellen van een gezamenlijke mobiliteitsregiovisie en regioagenda door a-RMO is belangrijk
voor de toekomst. Er dient een kanteling te komen zodat er bottum up en niet top down gewerkt gaat worden. Van belang is dat het b-RMO de mobiliteitsvisie, agenda en jaarplanning/prioriteitenlijst accordeeft waardoor prioritering van regionale projecten voor alle belanghebbende duidelijk wordt. Er zal dus een bestuurlijke vaststelling dienen plaats
te vinden op de hoofdlijnen van het regionale
mobiliteitsvisie. Vervolgens moet deze visie op hoofdlijnen nog vertaald worden naar een meerjarig actieprogramma. Uiteindelijk zal de samenwerking organisatorisch te worden vorm gegeven en dient een financieel plan te worden opgesteld voor het programma. Hierdoor zal binnen RMO Midden Limburg het proces van samenwerking en betrokkenheid optimaler zijn vanwege gezamenlijk opgestelde duidelijke afspraken wat leidt tot meer commitment. Van belang is ook dat er een duidelijke vooftgangsbewaking, handhaving en controle gaat plaatsvinden naar afwerking, afronding en financiële afhandeling van de diverse BDU-projecten. Door deze efficiency slag is het mogelijk gezamenlijk meer projecten aan te besteden. Regionaal kunnen stagiaires een belangrijke bijdrage leveren aan onderzoeken, echter ook hier is van belang dat onderzoeken goed afgerond en uitgewerkt worden. Vooraf bepaling van het proces, vaststelling en omschrijving van het beleid en een actieplan geven ook voor stagiaires een duidelijker beeld van de verwachtingen van hun onderzoek. Het RMO ontwikkeld zich sterk op strategisch niveau, hierdoor kan een samenvoegen van RMO Noord en Midden Limburg op strategisch niveau positief zijn, m.n. in regio overschrijdende projecten. Uitvoering op ambtelijk niveau zou echter gescheiden dienen plaats te vinden, zodat uitwerking en afwerking betreffende overeengekomen afspraken overzichtelijk en binnen de regio blijven. Indien SML tot stand komt, dan is het noodzakelijk dat RMO Midden Limburg relaties zoekt in de mobiliteitsthema's van het netwerk Samenwerking Midden Limburg. Waarschijnlijk is het in de toekomst ook van belang om het Provinciaal Omgevingsplan Limburg te betrekken in de samenwerking. Het POL bevat namelijk ook hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Als belangrijke toekomstige aandachtspunten worden tevens gemeld: MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport), N280 en aanbesteding Openbaar vervoer. Dit dient meer integraal plaats te vinden in tegenstelling tot de huidige situatie. Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
Wat betreft werkzaamheden van de RMO coördinatoren zijn verschillende oplossingsmogelijkheden aangedragen. a-RMO Midden Limburg ziet graag 1 fte voor Midden Limburg met ondersteunende mogelijkheden. Dit mede omdat er nog veel optimalisatie binnen het RMO Midden Limburg dient plaats te vinden
waarbij een "eigen" coördinator van belang is. Deze RMO coördinator dient dan ambtelijk ondersteund te worden uit een van de deelnemende gemeenten indien noodzakelijk. Het voordeel hiervan ontstaat dan niet uitsluitend vanuit de gezamenlijke projecten, echter ook in de overheads- en salariskosten. Een andere mogelijkheid is twee pafttime RMO coördinatoren voor Noord en Midden Limburg. Er kan een projectmatige samenwerking tussen deze coördinatoren plaatsvinden, waarin een duidelijke taakverdeling. Op deze wijze kan de samenwerking en afstemming van Noord en Midden Limburg versterkt worden, de urenbelasting verlaagd en het brede takenpakket versmallen. Vanuit a-RMO wordt een duidelijke voorkeur uitgesproken voorl fte voor RMO Midden Limburg. Tevens dient er voor de toekomst een werklocatie gekozen te worden voor de RMO coördinator.
Indien de coördinator gekozen wordt uit een van de deelnemende RMO gemeenten is het mogelijk dat de werkzaamheden plaatsvinden op betreffende locatie. Indien voor samenwerking gekozen wordt is een gemeenschappelijke (parttime) werklocatie een optie. Van belang voor de komende periode is echter dat in de huidige situatie gemeente Roermond zo spoedig mogelijk een vacature uitschrijft voor RMO coördinator Midden Limburg. Actualisatie van het PVVP 2014 heeft pas in juni/juli plaatsgevonden. Subsidie aanvragen voor diverse projecten heeft echter al eerder in het jaar plaatsgevonden. Dit heeft dus consequenties voor de start van diverse projecten, daar de beschikking niet tijdig binnen is bij de gemeenten kan er met projecten niet gestart worden en gaat het eerste jaar verloren. Het is dus noodzakelijk de actualisatie van het PVVP vóór aanvang van het projectjaar te accorderen.
6.
Samenvatting
De wethouders van het RMO Midden Limburg hebben op 24 oktober 2013 besloten het functioneren van het RMO Midden Limburg te evalueren alvorens een besluit te nemen over een nieuwe periode
van vijf jaar. Een evaluatie en een blik vooruit is wenselijk gezien de bovengenoemde ontwikkelingen genoemd in het voorwoord. De huidige samenwerking van het RMO Midden Limburg is niet constructief, mede door het niet opstellen van een gezamenlijke regionale mobiliteitsvisie. Hierdoor is samenwerking onduidelijk, prioritering van projecten ad hoc en te weinig commitment voor de regionale mobiliteitsprojecten De huidige samenstelling van RMO Midden Limburg met acht aangesloten gemeente werkt niet
optimaal, daar regionale projecten die niet ingebed zijn in de betreffende individuele gemeente niet
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2Ot4
€
worden gedragen. Gemeente Beesel dient nog een besluit te nemen omtrent deelname aan RMO Midden dan wel Noord Limburg. Er is momenteel geen coördinator voor RMO Midden Limburg. Deze taak wordt uitgevoerd door de
coördinator Noord Limburg tot uiterlijk 31 december 2Ot4, die hierdoor extra werkdruk heeft.
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€
o
(
7. Conclusies vanuit evaluatie: Overzicht opties diverse aandachtspunten: a Opstellen gezamenlijk
€ Verantwoordelijke
7.s.m. noodzakelijk
a-RMO en coördinator
Accordering door b-RMO van reqionaal beleid
Na opstellen beleid
a-RMO inbrengen op agenda
Opstellen doelen en
Na accordering beleid
a-RMO
Niet door provincie
a-RMO bepaald agenda
reqionaal beleid a
a
b-RMO
actieplannen vanuit reqionaal beleid a
Agenda overleggen
overleooen a
Verbeteren interne samenwerking RMO Midden Limburg op
operationeel en strateqisch nivo
Op alle niveaus dit wordt
a-RMO/b-RMO/RMO
duidelijk indien er duidelijke actieplannen, u itvoeringsplannen zijn
coördinator
opqesteld
a
Samenwerking extern met andere reoio's
Uitsluitend afhankelijk van
a-RMO/b-RMO/RMO
overeenkomstige thema's
coördinator
a
Samenwerking met
Op alle niveaus
a-RMO/b-RMO/RMO
coördinator
Drovrncte
Inwonersbijdrage voor kosten coördinator
Verhogen om alle onkosten
Alle aangesloten gemeenten
van RMO coördinator en ondersteuning te kunnen dekken.
a
Fi
nanciën projectkosten
Inzichtelijk en transparant
Alle aangesloten gemeenten
maken a
Groepssamenstelling beoalen
a
SML
Wel/niet behoud van huidige samenstellinq RMO dient peiler te zijn van nieuw te orqaniseren SML
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
Gemeente Beesel a-RMO/b-RMO
8.
Advíezen:
Advies is om de samenwerking in de vorm van het RMO Midden Limburg voort te zetten met de
onderstaande aandachtspu nten : . Opstelling van een gezamenlijk regionale mobiliteitsvisie door het ambtelijke RMO Midden Limburg voor de toekomstige periode.
.
Accordering door het bestuurlijke RMO Midden Limburg waarna het opstellen van jaar-, actie-, uitvoerings- en taakplanning door het ambtelijke RMO.
.
Het RMO dan wel de coördinator mandateren zelfstandig te handelen binnen de vastgestelde mobi liteitsvisie.
.
Gemeente Beesel dient een definitieve beslissing te nemen t.a.v. deelname RMO Midden dan wel Noord Limburg. Inzichtelijk maken van alle RMO coördinerende uren (overhead en ondersteuning). Een separate rekening voor de BDU gelden en een separate rekening voor de
. .
inwonersbijd rage.
. . .
Samenwerking met andere RMO's uitsluitend op basis van gezamenlijke thema's/projecten op zowel ambtelijk en bestuurlijk niveau. Vacature RMO coördinator instellen voor 1 fte. Opstellen van een goede profielschets voor de vacature RMO coördinator Midden Limburg,
. . .
waarbij de voorkeur uit gaat naar een fulltime kandidaat uit de aangesloten gemeenten. Deze dient mandaat te krijgen voor zowel strategische als operationele zaken in gemeentelijke en gemeentelijk overstijgende processen. Kiezen van een werklocatie voor de RMO coördinator. Actualiseren van de RMO overeenkomst Duidelijk in beeld brengen van alle projectvoorschotten, project financiën en de afhandeling ervan.
.
Benoeming van een bestuurlijk voorzitter van het b-RMO en het benoemen van een
coördinator tot voorzitter van het a-RMO
Evaluatie RMO Midden Limburg juni 2014
€