en uitgave van i ne i-inanciai
i
imes
i..w
npI
NEDERLANDS PENSIOEN & BELEGGINGSNIEUWS
www.npn-onIinecom augustus/september 20il uitgave 41
VERANDERDE ROL TOEZICHTHOUDER
Superheld of plaaggest INTERVIEW
Dick Sluimers: We beleggen op Aarde, met op Mars VERSUS
Duurzaam stelsel vereist cohorten FEATURE
De pensioenhervormrng multidisdplinair belicht
Features Visies op pensloensysteem
Alle hoeken van akkoord Afgelopen maand publiceerde een groep vooraanstaande juristen en economen het meest Iijvige boek over ons pensioenstelsel ooit. Vanuit diezelfde multidisciplinaire benadering geven ze Esther Gotink hun visie op het pensioenakkoord inds het akkoord is getekend, rollen pensioen kenners vechtend over straat. Bonden voeren interne twisten, economen idimmen op zeep kisten, academici zwaaien met papers en de minister van sociale zaken laveert daar als een soort van moraalridder tussendoor. Parallel aan deze veidsiag heeft een iceur aan pensioenprofessionals hard gewerkt aan een groots boekwerk over ons pensioensysteem: Onderneming en Pensioen is een verzameling van 28 epistels die bij elkaar 750 pagina’s beslaan, waarin het pensioenvraag stukvanuit alle mogelijk denkbare invaishoeken onder de loep is genomen. Enicele auteurs toonden zich bereid voor npn deze aanpak op microniveau te demonstre ren: door aan de vooravond van het FNV-besluit het pensioenakkoord te belichten vanuit hetzelfde per spectiefdat zij kozen in het boek.
S
De historicus
Het pensioenverhaal is terug bij af, constateert de histo ricus. Hoogleraar Corjo Jansen opent het boek met de ontstaans-geschiedenis van het Nederlandse pensioen systeem en ziet een regressie in de afspraken. “Ons stel sel komt voort uit de morele duty van de werkgever, die hij flu lijkt los te laten. Een groeiend verantwoordelijk heidsbesef leidde begin vorige eeuw tot de oprichting van spaarfondsen om de plichtsgetrouwe arbeider niet zijn oude dag in bittere armoede te laten doorbrengen. Veel spaarfondsen werden begin twintigste eeuw omgezet in pensioenfondsen zodat het risico van beleggen niet langer rustte bij de spaarder maar bij de professional.” Dat tij iceert, aldus de professor rechtsge schiedenis. “lIc weet niet of het moreel appèl aan het 22 flfl augustus/september 2011
verdwijnen is. Er is een andere economische realiteit. De verantwoordelijkheid van het individu past bij die ontwikkelingen.” Hij ziet op dit moment een belangrijke nieuwe scha kel ontstaan in het vaderlandse pensioenverhaal. “De bankencrisis en de recessie zijn zo veelomvattend dat wel moest worden ingegrepen in het pensioenstelsel. De vergrijzing en langlevenkwestie komen daar bovenop. Bonden moeten hard nadenken over hun bestaansgrond. Het gevoig is dat deze periode als een belangrijk breukvlak in de pensioengeschiedenis zal worden beschouwd. In zowel de pensioengeschiedenis als in die van de vakorganisaties. Het akkoord beli chaamt die knak.” De econoom
—
Ret pensioenstelsel is nog altijd erg paternalistisch, stelt econoom Bert Scholtens. “Maar als het mensen duidelijk wordt dat zij alle risico’s dragen een terug keer naar het oude spaarfondsmodel dan zullen ze daar ook een eigen stem in willen hebben. Je moet de zeggenschap over het risicoprofiel faciliteren of de mogelijkheid scheppen om te kunnen overstappen naar een ander fonds.” In het boek gaat Scholtens samen met Jean Frijns in op de vraag hoe houdbaar het kapitaalgedekte pensi oen is. Zij schrijven dat het collectieve DB-systeem in Nederland de facto al is opgedoekt en zonder veel ruchtbaarheid vervangen door een hybride systeem waarbij schoicken deels worden opgevangen door een geleidelijke verlaging van de uitkeringen. ‘Het niet indexeren is een ‘stil’ instrument dat inspeelt op de geldillusie van deelnemers.’ Scholtens meent dat het pensioenakkoord de pensioe nen erodeert. “llc heb me er in hoge mate over verbaasd dat de overgang van eind- naar middelloon indertijd geen stof deed opwaaien. Dat is een weeffout die op de van pensioenfondsenbekende megafoon-wijze is gecom municeerd. Zo zal dat flu weer gaan.” De houdbaarheid van het kapitaalgedekte pensioen noemt hij ‘beperkt’. “Als we niks veranderen aan de huidige situatie, loopt het snel at Het pensioenak koord zet aan tot gedragsverandering bij pensioen fondsen, en dat is goed, maar er zijn nog duidelijk struikeibloicken zoals de egalisatiereserve en de discon tovoet. Ret akkoord is een basis die nog moet worden uitgekristalliseerd.” —
et De risicomanager Theo Kocken, die in Onderneming en Pensioen aandacht schenkt aan impliciete contracten, stelt dat ons nog zogehe ten DB-stelsel onterecht suggereert dat we een zekere uitke ring (benefit) ontvangen die duidelijk beschreven (defined) is. “De nieuwe afspraken in het aldcoord passen beter bij de term defined, omdat duidelijk is water met rendementste genvallers gebeurt. Maar dan komt die egalisatiereserve om de hoekkijken, zondereigendomsrecht, enkunje hethelaas allemaal weer zo undefined maken als je wilt. Net als FNV Bondgenoten die de pensioendeal mas saal heeft verworpen, valt Kocken ook over de introduc tie van de verwachtingswaarde: “Een transactie tussen generaties moet je altijd op basis van marktwaarde doen.” Het argument dat besturen deze incentive niet zullen gebruiken om de dekkingsgraad op te schroeven en meer te indexeren, vindt hij nalef. “Waarom schrijf je dan een heel aickoord waarin je dit faciliteert?” Over een volledig voorwaardelijk contract of een combi-con tract kun je verschillen van mening hebben. Maar een voorwaardelijk contract waarin trucjes worden toege past om meer dan economisch haalbaar te fcunnen indexeren is niet fair naarjongere generaties.” Hij constateert datvelen onterecht denken dat alsj e met een risicoloze rente rekent, je dan ook risicoloos moet beleggen. “Het waarderen van de verplichtingen staat los van het nemen van risico aan de beleggingskant. Juist omdát je flu een completer contract hebt, kun je met je achterban afstemmen hoeveel risico mogelijk is.” De gedragseconoom Volgens hoogleraar persoonlijke financiële planning Hen riëtte Prast is het aickoord gebaseerd op wishful thinking. “Een bekend verschijnsel waarmee we onszelf en anderen zoet houden.” In het boek geeft zij een gedragseconomi sche visie op de toekomst van ons pensioen. Hierbij tekent ze aan dat goede pensioeninformatie op zijn best leidt tot de intentie om betere pensioenkeuzes te maken, maar niet tot het bijbehorende gedrag. ‘Beleidsmakers gaan uit van de verondersteffing dat als mensen geinformeerd zijn en als markten adequaat werken de juiste keuzes tot stand komen.’ Dit staat haaks op de realiteit, stelt ze, er zijn veel te hoge verwachtingen van de effecten van financiele edu catie, pensioenbewustwording en transparantie. Onder zoek toont aan dat mensen worden gedreven door een wilskrachtprobleem (sneller lciezen voor hun onmiddel lijke welzijn zonder aan de gevolgen voor de toekomst te
denken), door procrastination (keuzes uitstellen vanwege de overdaad aan mogelijkheden of complexiteit) en door ommisie-commissie bias (meer spijt krijgen van een actieve keus als die verkeerd blijkt te zijn dan een passieve, en daarom al snel de voorkeur geven aan de status quo). De complexiteit van het pensioendomein maakt dat zelfs van de meest bewuste en rationele werknemer geen optimale pensioenplanning kan worden verwacht, besluit Prast. “Het nieuwe systeem zal ertoe leiden dat mensen hopen op hetbeste maar zich nietvoorbereiden op het slechtste.” De beleggingsspecialist Jean Frijns is optimistisch over het aickoord. Samen met Scholtens schreefhij het hoofdstuk over de houdbaarheid van ons stelsel. “Eindelijkwordt hardop gezegd dat pensi oenen risicovol zijn en de risico’s bij de deelnemers hg gen. De contracten van nu zijn daar volstrelct vaag over. Is dat voorafniet goed geregeld, dan krijgje daar ruzies over op het moment dat de risico’s zich manifesteren. Deelne mers denken dan dat ze slechter af zijn dan ieder ander, wat het vertrouwen ernstig beschadigt.” Kockens mening over de egalisatiereserve onder schrijft hij. “Het eigendomsrecht moet beter worden gedefinieerd. Ook het verwachte rendement geeft de verkeerde prikkels en kan potentieel leiden tot uithol ling van het pensioenfonds. Maar ik verwacht niet dat dit overeind blijft in een nieuw toezichtkader, dus ik maak me daar eigenlijk niet zoveel zorgen over.” Dan volgt de discussie of het een risicovrije rente moet zijn of een rente met een opsiag. Frijns is voorstander van het laatste ‘omdat het in feite risicovolle verphichtingen zijn’. “Het mag dus best jets hoger zijn maar wel marktge waardeerd. Je kampt met een scheefgroei in de checks and balances als degene die het beleid maakt zelfmag bepalen wat de uitkomst is. Voor hun eigen bestwil zouden bestuurders zo’n onduidehijke situatie met alle bijbeho rende pressie van buitenafmoeten uitsluiten.” Hij zegt dat het geen ramp is als het nieuwe akkoord niet doorgaat. “Dan komt alleen het initiatief meer bij de politiek te liggen. Het akkoord biedt goede bouwste nen voor een nieuw FIK.” De jurist Voor een jurist geldt niet zozeer de vraag welk pensi oenplan het beste is, zegt Erik Lutjens. De hoogleraar pensioenrecht, die in het boek een hoofdstuk wijdt aan de juridische aspecten van ons pensioen, wil dan ook augustus/september 2011 flfl 23
Features Visies op pensioensysteem
API als alternatief geen lcwalificatie aan het aickoord hangen. “Zowel de oude als de nieuwe contractvorm is toelaatbaar. Wel icun je stellen dat het nieuwe akicoord het juridisch maldcelijker maakt, vanwege ingebouwde mechanis men omtrent het korten van rechten en het inleveren van hersteiplannen.” Hamvraag is de toelaatbaarheid van het invaren van oude rechten. ‘A1les wat wordt voorgesteld in het pensi oenalckoord is juridisch toelaatbaar. Er is pas een pro bleem als bet alcicoord zich vertaalt naar een nieuw contract: De Pensioenwet stelt glashard dat bij wijziging van de regeling, eerder verworven aanspraken behouden moetenblijven. Interne waardeoverdracht opverzoekvan de werkgever is mogelijk, maar alleen met individuele instemming van de betroickenen.” Hij voorziet dat het inruilen van zelcerheid weinig medestanders zal oogsten, en aan het individueel keuzerecht valt niet te tornen. “Hier geldt geen algemeen belang. De werlcnemer heeft meer invloed dan hij nu beseft.” Dus zit er maar één ding op: “Een wetswijziging. Je lcunt in de Pensioenwet vastleggen dater een hoofdregel is, in dit geval dat individuele instemmingvereist is voor waardeoverdracht, maar dat je van die hoofdregel icunt afwijken als sociale partners daar in de CAO andere afspraken over maken. Juridisch heet dat ‘driekwart dwingend recht’. Daar is dan voldoende waarborg in gelegen dat de individuele belangen van alle werkne mers op evenwichtige wijze onder ogen zijn gezien.” De fondsdirecteur HethoofdstukvanJeroen Steenvoorden (directeur SPMS) in het boek omvat lessen aan de sector uit de ervaringen van beroepspensioenfondsen. “Beroepspensioenrege lingen verschillen wezenlijk van werknemerspensioen regelingen. Het zijn geen arbeidsvoorwaarden. Het alcicoord heeft voor ons dan ook minder gevolgen dan voor opfen en bpf’ en. Wij hebben al een mm of meer vaste premie en kennen geen werkgeversgaranties. De deelnemers dragen alle risico’s.” Het ontbreken van sociale partners leidt tot een eenvou diger besturingsmodel zonder de ‘natuurlijke’ belangen tegenstelling tussen werkgevers en werknemers, stelt de directeur. “1k zie al jaren een trend dat werkgevers meer afstand nemen, ook is dit heel merkbaar in het pensioen aickoord. Vanuit internationaal concurrentieperspectief is dat begrijpelijk, maar als de risico’s voor de werlcgever ideiner worden, heeft dat wel consequenties voor de governance van het fonds. Het is niet goed als een belang rijke stakeholder zich geen ‘eigenaar’ meer voelt.” In het boek merlct Steenvoorden op dat door de terugtrelclcende rol van werkgevers de opf’en en bpf’en steeds meer gaan lijicen op beroepsfondsen, met alleen actieven en eventu eel gepensioneerden in het bestuur. Hij voorziet proble men met deze ontwiklceling omdat werkgevers op een gegeven moment ‘netjes afscheid willen nemen van oudere werknemers’. “Dit wordt een stuk lastiger als er onvoldoende pensioeninlcomen is” De toeziclithouder Het alclcoord geeft minder discretionaire vrijheid aan de pensioenuitvoerder, stelt René Maatman, AFM-bestuurs lid en hoogleraar vermogensbeheer. “De ruimte voor ad hoc beleid neemt af.” Hij ziet daarmee een scherper onderscheid ontstaan tussen pension governance en pen sion fund governance, ofwel de governance over bet con24
npn
augustus/september 2011
‘De introductie van de API is een window of opportunity om een aantal doelstellingen gelijktijdig te realiseren: verbetering van de governance van de pensioenuitvoerder, reductie van bet aantal schaalvergroting mogelijk wordt, vereenvoudiging en standaardlsatie van pensloenregelingen, betere communicatie over pensioenen, alsmede terugdringing van ultbesteding, belangenconfllcten en uitvoeringskosten. De wetgever zou van deze unieke gelegenheid gebruik moeten maken, temeer omdat er onderhandeld wordt over de uitwerking van bet pensioenakkoord; er zit veel synergie in de introductie van de API en de totstandkoming van een vollediger pensloencontract. AIs de API een succes wordt, zal zij veel bestaande pensioenfondsen kunnen absorberen. Pensioenfondsen kunnen 1n een samenval van rechtsmomenten’ consolideren en opgaan in één of meer API’s. In onze ogen is het zonder meer mogelijk am alle pensioenregelingen in Nederland te laten uitvoeren door 10 tot 20 API’s. Daarmee wordt de API bet nleuwe pensioenfonds! (Bron: Bovenberg, Maatman en Winter, Onderneming en Pensioen)
tract versus die over de uitvoering. “1k denk dat bestuurders beter zicht lcrijgen op wat hun opdracht is en daar betere beheersmaatregelen op icunnen zetten.” Op Maatmans initiatiefzag Onderneming en Pensioen bet licht In een hoofdstulc over pensioengovernance, scbrijft hij samen met Lans BovenbergenJaapWinterdathetdebat over een betere governance-structuur lange tijd op slot zat maar nu in beweging is. “De principes voor goed pensioenfondsbestuur sloten aanbij debestaande infrastructuur en governance. Die werden fundamenteel niet aangepakt. Nu is duidelijkdatmeer nodig is om een pensioenfonds optimaal te laten functioneren.” De drie hoogleraren houden in bet boek een innovatief pleidooi voor een nieuw soort, zelfadministrerend pensioenfonds (zie kader). “De API die nu op de politieke tekentafelligtis daarhetvehilcelvoor.” Ret pensioenaklcoord ziet Maatman als een goede beweging richting dat model. “Het stimuleert een scheiding tussen pension governance en pension fund governance. Pensioenfondsen gaan zo meer lijken op een gewone financiële instelling die con form de eisen van bet financiële recbt moet worden ingericht.”
De buitenlander In bet alclcoord worden ‘collectiviteit’ en ‘solidariteit’ genoemd als de twee pijiers van het Nederlandse stelsel, zegt Keith Ambachtsheer, financieel hoogleraar in Toronto. Hij vreest dat deze nobele aspec ten ook ‘hindernissen kunnen zijn als bun toepassing verder gaat dan wat redelijk en pralctisch is’. Hij werpt zich op voor meer lceuzemogelijlcheid ofleeffijdscohorten. In het boek geeft hij een internationale lcijkop tomorrowspensionfund. “Hetalclcoord baalt de spanning weg tussen nominale rechten en reële ambities. flc vraag me alleenafofdithetbeste kanwordenbereilct met de gekozen discontovoet en een reparatietijd die kan oplopen tot tienjaar.” Hij bepleit extra solvabiliteit maar merict eveneens op dat de eigendomsrechten onduidelijk zijn. “Spel theoreticus John Nash stelde lange tijd geleden al dathet beter is om solidariteit voor-de-feiten te bewerkstelligen dan er achteraf op te hopen.” Om de twee belangrijkste pensioendoelstellingen te behalen betaalbaar, toerei kend pensioen en pensioengarantie zijn twee verschillende pensioeninstrumenten vereist, aldus Ambachtsheer. “Ret is ironisch dat de man die deze ijze ren economische wet creëerde een Nederlander was: Jan Tinbergen, in 1969 de eerste winnaar van de Nobelprijs voor de Economie. Hij wees op de één op den relatie tus sen doelen en instrumenten. Zijn wet impliceert dat de twee doelen aparte risiconemende en risicomijdende instrumenten behoeven. Pas dan kunnen individuele beleggingskansen worden gecreeerd en worden deelne mers niet langer gedwongen in een mythisch collectief risicoprofiel.”• —
—
K[uwer a Wolters K[uwer business
Onderneming en Pensioen Redactie: R.H. Maatman, R.MMJ Bauer, D. Busch en L. G. Verburg IN
PeaSTOEN
Onderneming en Pensioen (uit de Serie Onderneming en Recht) bevat 28 opstellen van vooraanstaande juristen en economen die vanuit verschillende invaishoeken kijken naar vraagstukken rond pensioen en pensioenuitvoering. Ret geeft u een goed inzicht in de economische en juridische vraagstukken rondom dit onderwerp. Meer informatie over Onderneming en Pensioen vindt u op www.kluwer.nl. NU MET 15% KORTING VOOR LEZERS VAN NPN MAGAZINE! Als lezer van npn magazine ontvangt u 15% korting op de verkoopprijs van Onderneming en pensioen (ISBN: 9789013094527). In plaats van €110,- betaalt u slechts €93,50 (mci. btw). Deze actie geldt van 12 september tIm 12 december 2011. AANTAL EXEMPLAREN ONDERNEMING EN PENSIOEN NAAM ORGANISATIE T.A.V. DE HEER/MEVROUW’ VOORLETTERS POSTADRES (zALIJK/pFuvE*): POSTCODE:
TITULATUUR PLAATS
TELEFOON E-MAIL HANDTEKENING
DATUM
Indien afwijkend van bovenstaand adres, factuur zenden aan: POSTADRES (zAEXLIJ/PiivE*). POSTCODE: *
PLAATS
doorhalen hetgeen niet van toepassing is.
Lever deze coupon in bij ow boekhandel of stuur rn in een envelop (zonder postzegel) naar Kiuwer, Antwoordnumrner 93, 7400 VB in Deventer. U kunt ook bestellen via www.kluwer.nl of de website van uw boekhandel. Vermeld dan in het opmerkingenveld 15% korting npn magazine’.
141 NI III AlIDSI oIlDI VAN VI)VOCAI
II