STUDIA HISTORICA GANDENSIA UlT DE SEMINARIES VOOR GESCHIEDENIS VAN DE RI1KSUNIVERSlTEIT T E GENT
225
ERIK THOEN
Oorlogen en platteland. Sociale en ekonomische aspekten van militaire destruktie j:.) Vlaanderen tijdens de late middeleeuwen en de vroege moderne tijden.
Overdruk uit: "Tijdschrift voor Geschiedenis", 91 (1978) 363-376.
GENT 1978
t:.
"
ERIK THOEN
Oorlogen en platteland. Sociale en ekonomische aspekten van militaire destruktie in Vlaanderen tijdens de late middeleeuwen en de vroege moderne tijden De gevolgen welke de oorlogen tijdens het Anci.en Regime voor het platt~~and met z.ich mee brachten, kregen in het buitenland al vrij vee) aandacbl. In zlJn m~t recente artikelen werden I.e door deeminente Fran e hi toricu E. Le Roy Ladune aJs een van de belangrijk te remmende factoren bescbouwd met betrekk.ing tot de ekon miscbe en demografi che ontwikkeling van de maalschappij: I De Ned7~ landen en speciaal Vlaanderen werden op dil vLak echter nog maar tl~fmoederl1Jk bedeeJd.2 DepaaJde specifieke eigenschappen van de .Iandbouw albier, zeal de hoge Jandbouwproduklivileit en de dicble bevolkingsconcenlralie, maken de stu die ervan echter des te belangwekkender. 1. De oorlogen als konstanf gegeven in Vlaanderen tijdens het Ancien Regime
Toch brachten ook hier krijgsverrichtingen op geregelde tijdstippen zware schade met zich mee. In Vlaanderen sloegen de grote oorlogen (met verscheidene op elkaar volgende oogstvernielingen tot gevolg) toe met een frekwentie van een a twee per eeuw. De meest vermaarde in die zin waren ongetwijfeld in de periode vanaf de tweede helft van de veertiende tot en met de zeventiende eeuw: de Gentse opstand tegen Lodewijk van Male (1379-1385), de opstand van dezelfde stad tegen Filips de Goede (1450-1453), de burgeroorlog van de Vlaamse steden tegen Maximiliaan van Oostenrijk (1488-1492), de godsdienstoorlogen (1581-1592) en de oorlogen van de Habsburgers tegen Lodewijk XIV op het einde van de zeventiende eeuw (1674-1698).3 De kortstondige en lokaal meer beperkte oorlogen (grensgeschillen, korte raids) waren eveneens van betekenis, vooral wanneer ze 1 E. Le Roy Ladurie, 'L'histoire immobile', A nnales Economies Socieu!s Civilisations (1974) 673-692 en dezelfde, 'De la crise ultime ala vrai croissance' in G. Duby en A. Wallon (ed .), Histoire de la France (urate (4 d1n.; Tours 1915) II, 355-61l. ~ Gegcvcn. over de gevolgen van oorlogcn op hel Vlaamse plaltcland z.ijn 101 op hcdcn voornamclijk Ie vinden in: A. Verhulst, 'Bronnen en problemen belrcrfende de Vlarun c landbouw in de Late Middcleeuwen (13e-15c ecuw)'. Ceres en Clio (WageningcD 1964) 205-235 cn dczelfde, 'L'economie rurale de la Flandre ella depression Cconomique du bas Moyen Age'. Etudes Rurale 10 (1963) 68·80; H. Van der Wee, 'Typologie de en cs ct cbangcmcntl de structures nux Pay -Bas (XVe-XVTe . ieclcs)' , AliI/ales Ecollomies Societe Civillsaliolls 18 (1963) 209-225; R. Van Uylven. 'Sociaal-cconomische evoluties in de Nederlanden v66r de Revoluties (14e-16e eeuw)', Bijdragen en Mededelingen hetreffende de Geschiedenis der Nederlanden 87 (1912) 60-93 en dezelfde, 'Politiek en economie: de crisis der late XVe eeuw in de Nederlanden', Belgisch Tijdschrift voor Filotogie en Geschiedenis 53 (1975) 1097-1149; P. Deprez, 'De boeren in de 16e, 17e en 18e eeuw' in: Flandria Nostra (4 din; Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven 1957) II, 123-165. J De aangegeven termini geven aileen dejaren waarbinnen opeenvolgende oogstvemielingen plaats vonden. Ze vaIlen niet altijd samen met de 'politieke' duur der oorlogen.
Tijdschrift voor Geschiedenis 91 (1978) 363-378
363
·1
elkaar geregeid opvolgden, doch de invloed van deze is moeilijker le evalueren; dit kan pas in een eindfase van het onderzoek gebeuren. Dat krijg verrichtingen steed een latente bedreiging vormden voor de Vlaamse plattelandsgemeenschap van het Ancien Regime blijkt ondermeer uit de diverse bewaarde pachtkontrakten waarin ook in vredestijd klau ules werden opgenomen over wat diende te gebeuren in geval vall 'orloghe of ghemeene tempeeste'.4 Niet aIleen beperkten we ons tot de beJangrijk te oorlog fasen uiteraard konden binnen dit kader niet alle aspekten worden behandeld. Dit zou een zeer diepgaande kenni van de ocio-ekonomische ge cbiedeni van het Vlaamse platteland vereisen, terwijl deze j uist pas in de kinderschoenen staat. In de eer te plaalS zal daarom de aandacht worden gevestigd op een aantal kon tanLe ver ehijnseleo die in vele gevallen typisch waren voor de Vlaamse landbouwmaatschappij. Vaak zal ooze ui teenzetting zich daarom beperken tol enkele aanwijzingen en veeleer een aansporing zijn tot verder onderzoek. 2. Waarom het platteland te lijden had onder het krijgsgebeuren
De konsekwenties welke krijgsverrichtingen voor het platteland met zich mee brachten dieneo in verband te worden gebracht met de manier waarop dit laatste slachtoffer werd van militaire destruktie tijden het Ancien Regime. 'L'effet de la campagne militaire est, de loin, Ie plus clifficile Ii apprehender' chrijft Neveux nog in zijn recent werk over de streek rond CambraLs Een aantal a pekten hiervan werden reeds door Le Roy Ladurie als typi eh beschouwd v~~r het Ancien Regime. Terecht brengt deze auteur de desastreuze gevolgen van oorlogen gedurende deze periode in verb and met de vanaf de veertieode eeuw sterk toegenomen centralisatie van de staten welke grote, deel perrnanente leger op de been konden brengen, wat oorlogen op veel ruimere schaal tot gevolg had. 6 Hieraan kan worden toegevoegd dat de, weliswaar reed eerder toegepaste, uitputtings lrategie vanaf de late middeleeuwen grotere dimensies treeg. Deze krijg taktiek bestond erin de vijand op de knieen te krijgen door de tegenstander de bestaansmiddelen uit handen te nemen door enerzijds de toevoerwegen af te sluiten en anderzijd het platteland te vernielen. De eigenlijke veld lagen waren van ekundair belang en werden vaak venneden. De leger konden zich steeds terugtrekken in ver terkle steden en vestingen welke zich voortdurend aanpasten aan de vooruitgang van de wapentechniek (bijvoorbeeld door het aanleggen van aarden wallen in plaat van muren toen in de 16e eeuw het gebruik van vuurwapens algemeen werd). 7 Pas .. Voorbeeldeo ujn legio. Slc.chts een pachlkootrakl van bet 'godsbuisgoed' gelegen te AppclterreEichem en OUler (prov. O. VL., arr. Dcndermonde) waarvan bel SI.-JlUlsgodshuis te Gent cigcnaar was (opgetekend in de Registers van de Keure van dezestad in dec. 1471) ' .. .code bij also dal up Woors. goed ccoeghe scade g.beviele van Icmpeeste of van orlogbe dan of zoude Ivoors. godsbuus den pachter on. cadichedc doen . ..' (Stadsarchief Gent, 301 , 51 , 11 , (0 44 yO). S H. Ncveux, Les grains du Cambr/!$(s (fill dll XI Ve, debllt du XVllesiecles). Vieet dec!i"d'une stnll:ture ~collom{que (Lille 1974) 242. 6 E. Le Roy Ladurie, 'L'lti loire immobile', 679·684. 1 Over de luijgs"laktick io de middelceuwen verw.ijzen we, onder dc cliverse literatuur hieromtrenl naar J. F. Vcrbruggeo, De krljgskulI.
364
vanaf de 18e, maar vooral de 1ge eeuw werd op dit vlak vooruitgang geboekt en kregen de eigenlijke veldslagen doorslaggevende betekenis (zie de N apoleontische oorlogen). De beschreven taktiek bestond reeds eerder maar werd vanaf de late middeleeuwen algemeen toegepast. Dit wa ook bet gevolg van de herstrukturering van de Jegers waarin vanaf de twaalfde eeuw steed meeT het voetvolk zijn intrede deed. TegeJijk werd ook meer en meer eeo beroep gedaan op buurliogen. die de vdj logge riddedegers verdrongen. 8 Deze groepen kwamen vaak wt de bevolkingslagen die eeo margioaaJ bestaan leidden en hun enige bedoeling wa l1et verzamelen van 'loveel mogelijk buit. Ten gevolge van het vervaJ van de adeJ in de dertiende veertiende eeuw was het winstoogmerk ook bij deze groep van meer belang geworden (dit loopt parallel met het aJgemeen worden van bezoldiging).9 Meermaal vememen we boeveel moeite de legerleiders ze1f hadden om hun troepen onder controle te houden. 10 Het is dwdelijk dat hel relaLief rijke en dichtbevolkte Vlaamse platteland voor dergelijke als het ware legale pluodertochten uiterst interessant was. Oit verklaart ongetwijfeld de weliswaar nooit zeer lang aanslepende maar ongemeen harde manier waarop dit vorstendom door militaire destruktie w.erd getroffen. Het zi:jn echter met aileen de verruelingen zeU welke aan bet platteland de grootste schade toebrachten. Hierdoor werd ook een ware angstpsychose gecreeerd waardoor gronden onbewerkt en onbezaaid bleven liggen en gehele dorpen tijdelijk verlaten werden. Deze zgn. FJur- en OrtswUstwlgen kwamen mer ten gevolge van oorlogen teeds massaaJ v~~r doch waren in de rege1 vrij kortstondig van aard. ll V66r 1385 lagen alle pachthoeven van de Gentse Sint-Pietersgegevcns uil de derliende en veertiende eeuw. Ook bij liet paralJellen met de krijgskunsl in de moderne periode (541 -534). Gcnoemde plunderingstaktiek kwarn v66r de 13e eeuw ook uitsluitend voor in publieke oorlogcn (oorlogen tussen ·staten'). De privi! oorlogen tussen individuele heren in de middelecuwen hndden maar weiDig vernielingen tOI gevolg. Het was eeo principe dal tcruggaat op het Romeins rechl dat de matcriele goederen van de legen Lander zovcel mogelijk werden gespaard. Zie: Michael Howard, War ill l.illrOpel.1fI history (Londen, O:uord, New· York 1976) 6. Zic over de krijgstaktiek locgepast op de vij(tiende eeuw ook E. Thoen, De gevolgell vall mililaire de.l'Inlktie op lief plattelalld. fTef voorbeeld vall de burgerQ()r/og op hel eillde van de vY/lielUJe eeuw ill Vlaallderen (Onuitgegeven diSSCflatic RijksuDivcrsiteit2 din.; Go.nl1975 metalspromotor prof. dr. A. Verhulsl) 67-72. Over de aanpassing van de steden nnn de wapentecbDiek O.m. J. Craebcekx 'Het legcr en de oorlogvoering' in : Algemelle Geselliedellis del' Neder/alldell 4 (Anlwerpen en Utrecht 1952) 146- 151 en G. Parker. The army of Flanders and file Spallish road. J 567-1659 (Cambridge 1972) 3-21. Ondaoks het belang van dcze studie worden door dcze auteur aile veel vcrnieuwende krijgstaklische faktorcn naar voor geschoven aI typisch voor de 16eeeuw, o.m. metbelrcltking tot het voetvolk dal volgensdc aulcurpa vanaf dezevenligcrjaren van de vijflicnde eeuw effeklief aan belang zou bebben gewonncn. Hetzetfde geld! voor lijn bedenkingen in verband met de guerilla-acb'lige manier van oorlog\'oering, 6 De opkomsl van be! voelvolk en huurlingen word! uitvoerig beschrevcn door J. F. Verbruggen, De krijgskul1s{, 541-543. Voor bet belang van bel voclvolk lijdeDs d.e bonderdjarige oorlog: Ph. Cootarninc, Guerre, elal el SOc:iell! ala fill dll Moyen Age, Parijs 1972, Volgens Ch, Brusten, L'armee BOllrglligllQllllc de 1465 ti 1468 (Bressel z.d.) 194-197 was bet belang van bct voetvolk in de vijftiende ecuw dermale toegenomcn dnt zelfs de kavalerie op het slagveld afgestegeo de su-ijd voerde. 9 Ph. Cootaminc, Guerre, etat el societe, 548 . 10 Voorbeelden tijden de opstand op hel einde van de vijfliende ceuw zijn o.m. Ie vinden in W. Block-mans, 'Albrecht, hertog van Saksen, sladhoudcr-generaal der Nederlanden' in: Nationaal Biografis ch woordcllbock V (Brussel 1972) koJ. 14-22 en tijdens de godsdienstoorlogen G. Parker, The army 0/ Flanders, \85-206. II
De lerminologie is van Wilhelm Abel, Agrarkrisen lind Agrarkolyunklur(Hamburg en Berlijn \966)
81 e.v.
abdlj in hel Land van Aal t, Oudenaarde en Waa ten gevaJge van de vaarbije aarlag minstens een, maar meestal heel wat meer (tat vijf) jaren braak.12 Op 12 augustus van dat jaar kreeg de pachter van de liende te Anzegero een darp ten zuiden van Oudenaarde, pachtafslag vaar de voorbije vijf jaar. Dit werd in de bronnen a1 voIgt geformuJeerd: ' .. . mid dat dlant vele ledich wa ende tvole gheveest (= gevlucht) hem afgbesleghen alLe laste verlies ende cade van orlogben .. .'. J3 Tijden de oorlog tegen Maximiliaan van 00 tenrijk boekte de SintBaafsabdij vaor hetjaar 1489 geen ontvangsten van zijn granden te Wulf donk (nabij Maerbeke in het Land van Waas) 'want men heefLer niet ghewaen l .14 Vermoedelijk lagen binnen het Kwartier van Gent, rut i de administratieve omschrijving welke het omliggend plalteland van deze stad omva ten zich uitstrekt Van de gtens met Henegouwen tat aan de Schelde, gedurende het zwaarst getroffen jaar (1492) van deze aorlog, 85% van alle gwnden totaal verwilderd. 1~ Ook gedurende de gad dienstoorlagen daalden de tienden-opbreng ten in eeo aantal jaren tat nul. 16 Dit is bet geval vaar dejaren 1583 en 1584 in de dorpen Munkzwa1m, Sint-Maria-Latem en Sint-Denijs-Boekel met al opgegeven reden 'amme def trQuble vanden oorloghe gheene landen al daer en zijn besael gheweest'. Tat hier werden slechts enkele voorbeelden gegeven waarvan de bedoeling was aan te ton en dat de onmogelijkheid om de gtonden te bewerken een min ten even grote weerslag op het platteland had als de da ling van de apbrengsten ten gevalge van eigenlijke vernielingen. De bevolking vluchtte in mas a met have en goed naar veiliger oorden haofdzakelijk naar de teden. Ten gevolge hiervan daaJden de huishuren in de steden Diet. De grandwaarde van de perce len in de onmiddellijke amgeving van de stad handhaafde zi h of steeg, terwijl elders de pachtprijzen tot een minimum werden teruggebracht. 17 De apeenhaping van mensen in de steden evenals de rondtrekkende leger zelf brachten in vele gevallen epidemieen met zich mee. ls Aldus wordthet duidelijk datde oorlogen de produktie op het platteland tot Rijksarcruef Gent (R.A.G.), Sint-Pietersabdij Ie reeks, rekeningen m. 2286. Ibidem fO 190 vo. I. RAG ., SI.-Baafsabdij K 4378 (ongefolicerd). U .E. Thoen, De gevo/gen van milifaire desl7llklie I 120. 16 E. Thoen, 'Landbouwproduktie eo bevolking in enkelc gemecDleD Icn z uiden van Genl gedu.rende het Ancien Regi me (14e.18e ceuw)'. Ter persc in een venameJbundeJ over produktiviteiI in Vlaandercn en Brabant (C. Vandenbroecke Cd.) Ie verscbijneD in de reeks Studio Hisrorica Gal/dellsia. 11 Vocr CCD vergeUjk.ing lU$Sen de pachlprijsevolutie in deonmiddellijke omgeving van de ·tad Genl en elder in het Kwartier van deze sUld tijdcns de oodog op hel einde van de vijflicnde ceuw zie grafiek I achteraan. Voor de cijfers E. Thoen, De gevolgelll'an militaire desrnlkrie II, 18-86. Voor de huishuren te Brugge: F . Masson. 'Huisburen Ie Brugge (1500-1796)'in: Cll. Verlinden C.n. (ed.), Prijzen ell lonell ill Vlaandetell ell Braballl, XVle-XI Xe eeuw (Brugge 1972) Ill, 3-94. De huishuren overscbreden vanaf 1579 101 1582, dus precies tijdeos dezwaarste oorlogsjareo. voor het eers! de index van 200 (1500 = 100). Voor huish~lrcn Ie Gent: D . Van Rijssel, De Gelllse Ituishurell /IIssell /500 ell 1795. Bijdrage rot de k ellt/is van de kOlljUllktuur vall dezeslad(pro Civitale hiSl. uilgaven reeks in go, 15 1967). Ook hier gingen de huishuren in slijgende lijn tot 1584, bij de inname van de slad door de Spanjaarden (pagioa 52). Ook tijdcns de opstand legen Maxi mlliaan van Oosienrijk (1488·1492) chijoen de huishuren in Genl een boo!!, nivcau behouden Ie bebben. Oil a1thans konden we aOeiden uit enkcJc huizen die vcrbuurd werden door de SiniPietecsabdij (R.A.G.• SI. Pietersadbij. Ie reeks, ·nt. 148). De meesle plallelandsbcwoner die vluchtten oaar de stad zochlen echler hun onderxomcn elders. Zoal blijkl uil deze brief van de abdij van Maagdendale Ie Oudenaarde: ' ... auleuncs graniers ain eulement Ics tiennent vuides et pretz pour y rceepvoir de paysaru refugiez avecq leurs meubles el graios ce qui arrive fori ouven I eo cesle recon· joincture de guerre' (Brief van de abdij aan de koning 291111647 (D .• RijksarchieC ROD e, Adbij MaagdcDdaie. nr. 54. 18 Het verb and tussen de besproken oorlogsperioden en epidemieen is tot nu toe slechts aangetoond voor de opstand tegen Maximiliaan van Oosteorijk tijdens de godsdienstoorlogen en tijdens de periode 12
lJ
»
366
een laagtepunt deden dalen en dat de inkornsten van de boefen meerdere j aren na elkaar nihil waren. Zelfs de allerzwaar te bongersnoden ten gevolge van klima tologische omstandigheden hadden nooi teen dergelljk gevolg. J 9 N a deze al te bondige uiteenzetting, waarin de nadruk in de eerste plaats lag op de desastreuze verschijnselen welke de oorlog perioden zelf met zich mee brachten dient iets uitvoeriger te worden ingegaan op demanier waarop het platteland rich herslelde. Er dient een fundarnenteel onderscheid te worden gemaakt tussen de ekollOmische demografi cne en socia1e gevolgen welke de orl gen op de halflange termijn met zich meebrachten. 3. De ekonomische gevolgen van militaire destruktie voor he! platteland Wa t het ekonomisch herstel betreft - hierme bedoelen we de ekonomische rlraagkrach t van het platteland als producerend organi me -, deze trad steeds verbazend snel op. De tijdens de oorlog verlaten gronden werden zodra de oorlog eeo einde nam, telk os vena end soel opnieuw in kultuur gebracht. Regionale versehillen zijn er ui teraard geweest doch de algemeoe trend lag ongetwijfeld in die riehling. 20 Het eer te oogstjaar na de oorlog tegen Maximiliaan van 00 temijk, waarvan het einde ongeveer sarnenviel met de oog tvern.ieling van 1492, was reed 64% van de door ons bestudeerde domeinen (170 op 265) opnieuw verpach l. 2 t Het j aar daarop, in 1494.68% in 149574%. 83% in 1496,86% in 1497,88% in 1498 en 92% in 1499. Slechts 3,8% van de gronden bleef meeT dan tien jaar onbewerkt llggen en dit van Fran e invallen op bel einde van de 17e ceuw (in rule drie de gevallcll zowel op bel plalleland ale in de stcdcn). Zie voor de cerslc: E. Thoen, De gevolgell WlI/ militaire deslrukti'1! 1, 61 · 65 en 121 - 128 en R. VItn VyIVCJl, 'Politiek en economie: de en is der late XVe eeuw in de Nederlanden', 8TFG 53 (1975) 1103. Voor de epidcmieen lijden. de godsdienstoor\ogeo en op het clnde van de 17eeeuw zie ondcrmccr: J. De Brouwer Demograjische evo/urie vall het La"d \'011 Aalst J570·/ 800 (Pro Civit31C Hi lorische Vitgaven. reeks in So nr. IS, 1965) 108- 113. De rol van soldaten als vcr preiders van bcsmcltclijkc zieklen werd op overtuigende manicr aangeloond door J. N. Biraben, u s hommes etla peste ell Frallce et dalls /es pays e/lropeens et mMiterralllilUls (2 dJn.; Parijs 1975) La peste dOllS I'hiSIQire, 139- 147. 19 He! schijnl ons IOC dal de invloed van hongersllodcn in de steden en op hel plaltcland Ie Yank, voornamelijk in Vlaandercn, OV¢I dezclfde .kam werden geschoren. Voor de Vlaamse teden wa • Icn gcvolge van bel sterk onlwikkcld transportwezen. in de eee Ie plaals de invoer van belang. Dcze kon in het gedrang komen lcn gevolge van oorlogen en doorecn algemeen We I-Europese vernundering van bel graanaanbod door klimalologische omslandigheden (vb. in 1315-17, 1481-83, 1693, 1709). Voor het pIa lie land waren meer lokale omstandigbeden van beJangnL oogslve.rnic.li.ngen en oogstvennindcringen len gevolge van gewestelijk-ldimatologisthe omslandigbeden (wanrvan de invloed niel altijd parallel vcrliep mel de a1gemeen West-Europese trend; het bewijs luenan wordt gelevcrd door hel verschil in ontwikkeling van de opbrengstcijfers). Aldus vonden we van de zwarc hongcrsnood van 1481-83 vecl sporen Icrug in de slcden maar oauwelijks op bel V1aamse platteland. Dc eXlra-zware gevolgen van de hongersnood van 1316 voor de V1arullse sleden kan volgen reeente opzoeldngen eveneens gedechelijk in verba~d worden gebraebl met politieke moeitijkheden en hi.eruil voorlvlociende aanvoermoeilijkhedcn (VWlwt de Noord-Fransc 'graanscbuur') en oogstvemielingcn (vooral in de kassclrijen t.· Winoksbe.rgen, B~oe~burg en Kassel werd de oogst van 1315 bijna tOlaa! verwoest). Zie v~~r de politick W. Prevellicr In De Leiegollll' 20 (1978: nog Ie verschijnen) en voor de oogstvemieliogen : Archives DeparIcmenlalcs du Nord, sene B 6949). 20 'Bclan~rijk in dit verband kunnen geweest zijn: de troepenkoneentralies. de kapilaalkracht der ~r~n~gebTll1kfJrs (bedrijfsgroolle), de verkleining van hel arcaal door ovcrslromingen, en de nevenakllVlteltcn (bv. Illocmering) mel bepaalde aantrekkingskrachl, de (bewcrkbaarhcld van de) bodem. 21 E. Thoen, De gevo{8!'n van mililaire destruklie, 129-130.
r.
367
belTefl aJleen gronden die weinig opbrachten (heide, schorren).22 Te Vinkem, een dorp in de kas elrij Veurne zijn omstreek 1589-90 aile gronden opnieuw in gebruik genomen nadat de god dienstoorlogen er zwaar hadden toegeslagen en het dorp twee jaar ( 1583 en '84) volledig hadden ontvolkt. 23 Beter nog kunnen we deze ontwikkeling illustreren aan de hand van enkele series verpachle lienden. Aangezien deze kerkelijke belasting een vast percentage van de oog t vertegenwoordigde in een vrij rwm territorium (meestal een parochie), kan hjer niet aileen hel opnieuw in gebruik nemen van het platteland, maar ook het herstel van de totale produktie binnen dit gebied uit worden opgemaakt. Een aantal van de bedoelde series werden in een ander verb and meer in detail bestudeerd. Ze beslaan een tiental dorpen, welke zich a ile len Zuiden an Gent bevinden. Bij wijze van voorbeeld is een grafiek die deontwikkeling ill cen d rp (nl. Sint-Denijs-Boekel) laat zien aan het eind van dit artikel opgenomen (:Lie grafiek 2). Hieruit blijkt dat de produktie zich steeds binnen ongeveer tien jaar had hersteld. Alleen na de opstand van het Noorden tegen de Spaan e overheersing was de produktie zo zwaar aangetast dat ze zich pa om treeks 1610 hers telde. 24 Was de landbouwproduktie in zijll totaliteit oa een oorlog peri ode snel hersteld de produktie per hoofd steeg nog heel wat sneller len gevolge van een tragere bevolkingsrecuperatie, meer nog de v66r-oorlogse niveau werden ver overtroffen. Dit althans is de konklusie die rich opdrong bij een konfrontatie van bevolkingscijfers en produktiemeter vana! de tweede belft van de 16e eeuw. Dit moge blijken uit tabel 1, die bij benadering de evolutie weergeeft van de graanornzet per hoofd. Aangezien de graanproduktie berekend werd op basis van genoemde tienden hebben de cijfers (uitgedrukt in liter rogge) eerder een relatieve waarde dan een absolute (o.m. waren sommige gronden vrijgesleld van tienden).2S Hoe dit snelle berstel van de produktie te verklaren? Diver e factoren, .i nherent aan bet oorlogsgebeuren zelf speeJden een rol. De rekuperatie van de pr duktie in de eerste jaren bij bet opoieuw bewerken van de grond werd door landbouwtechnische factoren bevorderd. Immer tijdens de oorlog had het land tijdelijk meerdere j aren in rusttoestand, onbewerkt geJegen. Het was als het ware een gedwongen Feldgraswirt.scha!r. Dit i een agrarisch systeem waarbij het landbouwland wordt ontgonnen, gedurende enigejaren bebouwd, en daarna weer braak ligt om uitputting te voorkomen. 26 Het landbouwland had dus waarschijnlijk aan produktiviteit gewonnen. Hierbij komt nog dat een bedrijf, dat voordien volgens het drieslagstelsel werd geexploiteerd, nu enkele jaren volledig kon worden bezaaid zonder vrees voor saturatie van de bodem. Dit werd trouwens soms uitdrukkelijk toegetaan in de pach tovereenkomsten die na de oorlog werden opgesteld. We von den er diverse vooibeelden van uit de periode na de oorlog te~en Lodewijk van Male op
22 23
E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie, 130. P. Vandewalle. 'Vinkem', Handelingen van de 'Societe d'Emulation ' Ie Brugge 112 (\975) 131-
\52.
E. Thoen, 'Landbouwproduktie en bevolking' (zie noot (16). Tbidem. 26 B. H. Slieher Van Bath, De agrllrische geschiedellis van West· Europa. (U trecht, Antwerpen \960) 67. Dit systeem kwam in onze slroken voor in de vr~ge middeleeuwen. In andere minder vruehtbare gebieden werd bet toegepasl 101 in de 18c ecuw. 24 25
368
Tabel 1 Enkele ramingen van de graanproduktie per hoofd op basis van tienden in enkele gemeenlen (en zuiden van Genl (in lilers). , periode
Sint-DenijsGijzenzele Boeke!
218 1561-70 ca. 1581-1592: godscliensloorJogeu 1611-10 735 719 1611-20 554 1621-30 700 517 1631-40 359 482 1641-50 590 382 1651-60 652 506 1661-70 ca. 1674-1698: Franse invallen 362 409 1671-80 726 393 1681-90 445 439 1691-1700 1701-10 1711-20 1721-30 1731-40 1741-50 1751-60 1761-70 1781-90
582 641
380
598 614 362 484 470 435
Sint-MariaMunkzwalm Bavegem Lalem
236
406
379
443 499
729 628 443 435 449 415 480
402 541 671
393 367 386 501
405 320 537 661
499
423 576 455 355 406 460 401
488 803
569 649 441 606 566 649 621 808
Uit deze tabel blijkt niet aileen dat a1 in de eerste decennia (in casu 1600-1620 en 1700-1720) na de beide oorlogsperioden de per capita graanornzet zeer hoog was, maar tevens dat deze veelal ongekende toppen bereikte.
het einde van de veertiende eeuw.27 Waar het drieslagstelsel reeds verdwenen was kon inbreuk worden gemaakt op het normale vruchtwisselingstelsel. Dit verklaart de onregelmatige pachtterrnijnen (in plaats van de gewone 3, 6 of 9 jaar) die dikwijls voorkwamen bij de eerste na-oorlogse in pacht name. Bovendien is het waarschijnlijk dat heel wat boeren ten gevolge van hun tijdens de oorlog gedaalde koopkracht hun velden dunner gingen bezaaien, wat hogere opbrengstratio's met zich meebracht. 28 27 R.A.G., Sint-Pietersabdij, Ie reek, rekeruogen nr. 2286 fO 200 ro. Akkoord afges10ten tussen de prior van de abdij en pachter Jan Van 130xtale 15 (ebruari 1385: 'Memorie ende ghedinkenesse dat ... Jan Van Boxtale bi rechte vorwordc was schuldich Ie hebbene ende te houdene tgoed van Berchem dal men heel Smerlibbe 9 jaar lane dieS 5 jaer ghebraken al~ dorloghe begonsle cnde h.ire zidenl gheen prorrij l heft of mO!',hen hebben maer scade eude a.cbterdecl. Soc ci. t dill hi tvors. goed zaJ hebben ende blivcn bouden vive jaer laue die bcghiunen.7.utlen cnde ingaen ie meye intj aer 87 elx jaers omme23 lb. gr. vlnem cher muntcn .. . cnde van dcsen cersten ousle naercommendc.intjacr 86 zal h.i niel betalen van der lentine vruchte die hire in mach zaien up dal hi wiUe. Endc mids dcsen zn.! de voors. Jan ten cerSlen dal hi mach al dland van der vors. goede derdendelcn cnde bringhcn in z.inen reehlc notc tc WClene es decn derdendeel winnen wei ende lovelic ende besadcn mCI wintcrvruchlen cnde dander derdendeel mel zomervruchten ende terde derdendeel met braken ende also houden ende laten ten afscheedene .. '. 28 Over de omgekeerde verbouding tussen hoeveelheid zaaizaad en produktiviteit zie: M.-J. TitsDieuaide, La formation des prix cerf!aliers en Brabant el en Flandre au XVe siecle (Brussel (975) 59.
369
Een andere faktor die bijdroeg tot de snelle rekuperatie van de produktie was de concentratie van het grondbezit. Hiermee zijn we echter beland bij de bespreking van de sociale repercussies. 4. De sociale weers lag
Onder de boerenbevolking kon inderdaad niet iedereen gelijkmatig profiteren van het snelle ekonomische hers tel en de verhoogde per capita inkomens. Het tegendeel is zelfs waar. Zoals de verhoudingen graanproduktie-bevolking zelf al deden vermoeden, ging het opnieuw in kultuur brengen van de grond na de oorlog in zeer vele gevallen samen met een herverdeling van het beschikbaar areaal. 29 Deze herverdeling was niet uitsluitend het gevolg van het opvullen van de door bevolkingsdaling vrijgekomen grond. Er dient immers rekening mee te worden gehouden dat voor dergelijke bedrijfsuitbreiding een overschot aan (geld) kapitaal noodzakelijk was. Ondanks de sterk gedaalde pacht- en verkoopprijzen waren aIleen de grootste boeren in staat dergelijk kapitaaloverschot gedurende de naoorlogse jaren te investeren in nieuwe gronden. Dit had verscheidene oorzaken. Allereerst was het deze groep die het best in staat was - ten gevolge van een zekere kapitaalreserve (in geld of in graan) - door de krisis heen te komen.30 Een aantal had zelfs van de hoge graanprijzen kunnen profiteren. 31 Bovendien waren hun hoeven vaak beschermd door gesloten bouw of door een ringgracht. Dit gaf een zekere bescherming tegen kleine groepjes plunderaars, of na de oorlog afgedankte huurlingen die het platteland nog onveilig maakten. 32 Hierbij komt nog dat ze konden profiteren van zeer gunstige kondities om hun bedrijven weer op te bouwen. Hier valt te vermelden dat de loonkosten ondanks de bevolkingsdaling niet stegen, ten gevolge van een minstens gelijk gebleven aanbod van loonarbeid, wat op zijn beurt het gevolg was van een toegenomen verarming. Belangrijker is het feit dat zij, als het om zelfstandige boeren ging, voldoende geld konden lenen (daar ze genoeg in pand konden geven), of, wanneer het pachthoeven betrof, bovendien 29 A. Verhulst, 'Bronnen en problemen', 223-224. Diverse voorbeelden na de stedelijke opstand tegen Maximiliaan: E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie, 172-173. De bezitsconcentratie was ongetwijfeld het mees! uilgesprokcn na de in 1578 uitgebroken godsdicnstoorlogcJl. Terwijl .he! Rijke Gasthuis !e Eeklo zijo bez.iltingeo (± 900 gcr;nelen) verpacbl\e aan 31 pachlcrs wa dit aO 1616 nog slechts aan 10, waarbij we er weI rekening mce mocten houden datdczcinstcUingna de oorlog ca. 1/3 van zij n bezi twas kwij tgeraakt, r...ErikDc Smet 'Dc bcziltingen van hel Rij ke GasLhuis te Eeklo', Appe/tjes van het Meerjes/clfId 27 (1976) 181-267. Dc bervcrdeUng va~ het grondbc7Jt i na oorlogeo ook elder vastgesteld. Zie o.m. L. Genicot, La crise agricole du Bas Moyen Age dans Ie Namurois (Leuven, Gent 1970) 110. JO Men neemt heden ten dage aan dat het ten laatste reeds in de vijftieode eeuw mogelijk was graan gedurende enkele (tot meer dan drie) jaren te bewaren : M. J. Tits-Dieuaide, La formation des prix, 119120. JI Ondermeer door grond te kopen tijdens de oorlogsjaren. Cfr. E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie I, 172-173. Jl Recent archeologisch onderzoek van F. Verhaeghe in Veume-Ambacht bracht aan het licht dat de in deze streek veelvuldig voorkomende hoeven met walgrachtjuist dateren uit de 13e maar vooral uit de 14e en 15e eeuw, Hoewel deze auteur het militaire doe! ervan ontkent en voomamelijk de nadruk legt op de funk tie van de ringgracht als statussymbool, valt toch op dat de aanJeg eevan samenvalt met het ontstaan van de nieuwe manier van oorlogvoering die we boven uiteenzetten. F. Verhaeghe, 'De middeleeuwse landelijke bewoningssites in een dee! van Veume-Ambacht. Bijdrage tot de midde1eeuwse archeo!ogie,' Bulletin van he! O.s.G.G. (Vereniging dec oudstudenten geschiedenis van de Gentse Rijksuniversiteit) 25 (1977) 42-48 (samenvatting van de recent verdedigde doktoraatsverhandeling).
a
370
nog allerlei andere faciliteiten van de eigenaar kregen (herstel van de gebouwen op kosten van de eigenaar, voorschotten, levering van zaaigraan enz.).33 De bevoordeelde positie van de meest kapitaalkrachtige bedrijven komt, althans voor de pachtersgroep onder hen, duidelijk tot uiting in de relatie eigenaarpachter. In Vlaanderen nam het eigen land trouwens een opvallend kleine plaats in en waren de boeren voor een groot deel pachters. 34 Wat deze relatie betekende kwam zeer goed naar voren na de moeilijke tijden, wanneer beiden grotendeels op elkaar waren aangewezen. Dan bleek dat de houding van de grondbezitters tegenover de pachters van hun grote hoeven, de zgn. jermiers, fundamenteel verschillend was van hun houding tegenover de kleine pachters en cijnshouders. Het formuleren van de wederzijdse verplichtingen tussen de pachters van de grate hoeven en de eigenaars gebeurde na de oorlog slechts na uitvoerige onderhandelingen tussen beide partijen. Dezen kondenjaren aanslepen. De facto bewerkte de pachter ondertussen reeds opnieuw zijn land. Het resultaat van deze onderhandelingen was uiteindelijk een nieuw kontrakt voor de toekomst, maar tegelijk werd bepaald hoeveel de grondgebruikers dienden te betalen voor de voorbije jaren, oorlogsjaren inkluis. Ondertussen hadden de afgevaardigden van de grootgrondbezitters de reele produktiecapaciteit van het bedrijf kunnen vaststellen en konden meer gefundeerde prognoses voor de toekomst worden gemaakt. Dergelijke kontrakten (de bronnen spreken in dit geval eerder van overeenkomst) zijn wegens hun tijdelijk karakter vrij zeldzaam. Toch vinden we er uitvoerige verwijzingen naar in de ontvangboeken van de instellingen. 35 Een interessante kollektie, daterend van na de opstand op het einde van de veertiende eeuw, is bewaard in de archieven van de Gentse Sint-Pietersabdij.36 Bij genoemde voordelen van de grote pachters komt nag het feit dat zij een zekere wettelijke bescherming hadden, aangezien in hun pachtkontrakten pachtafslag werd verzekerd in geval van 'tempeeste' of 'orlaghe'.37 )J Diverse voorbeelden in: M. De Croock, De gevolgen van de Gelltse Opstalld legen graa! Lcdewijk van Male voor het Vlaamse platteland. Onuitgegeven licentiaatsverhandcling, Rijksunivcrsitcit Gent 1966, en in: E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie I, 134-135. Voor de 16c ceuw ondermcer voorbecJden
in: RijksarchicI Genl, Sl. BaaIsabdlj B 1588 (rekcning Land Van Aalst 1579-1586). J. H. Enno van Gelder, 'Noord- en zuidnederlandse do.rpen in de 16e eeuw' in: Landhouwgeschiedellis. Eell reeks urtikelen samengesleld naar aanleiding van de curs lIS 'Lalldbouwgeschiedenis' gehouden vun 30 aug. tOll sept. /954 ('s-Gravenhage 1960) 116.
)) Ben grool 3antal voorbcelden van dcrgelijke onderhandelingco komI voor in het ontvangbock van aO 1496 der grote ontvangsleo van de Sinl-BaaI abdij (R.A.G .. SL-BaaIs, R 794).
Vb. - Het gocd Ie V\i.cJ:ZCle (Vliel7.ele provincie Oost-Vlaanderen. arr. Aalst): 'Pieter Heyman mel Jocssc
ujn vadcre hadden in pachtc Igaed Ie Vlierzele 9 jaer anno 90 deers le, macr midIS der oorloghen vaoder
Sluus quaem t wederl~ huter ooten eo de-met hemlieden niel overcommcn vanden oorlocc1\scnjaerc.n macr bcdrivel tgocl ter ordinancien van ghebuercn up hocpe dal si gracelic met mijoen heer ovcrcommen sul.lcn . . .' Blij kbaar heefl meo da lZelIdc jaar loch nog een overcenkomsl bereik i wan I nog op dczelfde pagi oa slaat Ie lezen.: 'Ghor~kcnl melJocze Heyman den leslen dach in ougst 96 bij her Jan Fierart ende mi wanden repar~llen . volkc van wapencn cnde andersius vanden jaercn 87 toet den joer 96 zoals blijel bijdcn pamplcc bl hem ovcrbracht loop! a1 Isamen 11 1b. 13 s. 10 d. gr. 3 112 d. par'. )6 RAG., SI.-Pieter. abdij, Ie reeks, rckeoiogen nr. 2286 C o 189 r"- 227 r<'. Rij wijze van voorbeeld de ovcreenkomsl mel de pachter van het goed Ie Erpe (prov. 00. 1-Vlaanderen, aer. AllIst) : 'Een vorworde cs ghecooscnteerl GiJlisc Rombout vao den goede Ie Herpc. Gillis Romboud heeft ghcnomcn Icenen noyalen pachle Ighoed Ie herpe cenen tcrmin van II jaren lancachtcreen duerende elker iaer om 71b. gr. cnde Iclkeen paschen 2 velie lammeren .. . ende es te welene dal de vors. pachlcr deerslejacrghcenen paohl nc gll.cft end daoder jaer sa l hi gheoeo een vet verkin cnde niet meer ende terde jaer vu11en paehl .: . DII was ghcdacn intjacI 1385 den 3 den dach in martc'. H Zle nOOI4.
371 BIBL. UNIV,
GENT
Geheel anders was de houd ing van de grootgrondbczitters ten opzichte van de klein e pachtcrs. Ook uj genaten pachtafslag doch dezc werd slcchts door de grootgrondbez.itters toegestaan voor rover hij daar voordeel bij had , Er was maar weinig sprake van dialoog tussen eigenaars en paehters. Vermoedelijk werd voor de kleine pereelen meestal geen uitvoerig paeh tkont rakt apgesteld. Men beperk le zich tot een kleine chirograaf van papier (een uitgebreid paehtkontrakt was meeslal op perkament) waa rop in het aigemeen meestai weinig meer da n de namen, de pachllermijn en de pachtprijs waren vermeld.lI Deze kleine pachters konden dus geen aanspraak maken op pachtvermindering of .kwij tschelding, De eigcnaar stond sleehts pachtsafslag loe am zijn paehlers niet Ie verliC'/.en of am Ie vermijden dat hun pach tgronden in huurwaardc zouden verminderen (door gedaalde vrllag naar grond). Hiervan vanden we ondermeer duidelijke bewijzen in de rekeningen van genoemdc Sint·Pictersabdij. In deze rekcningen werd op d iverse plaatsen in de marge vermeld dat voor het jaar 1485 (een kart maar hevig oarlogsj aar waari n de oogsl minSlens gehalveerd werd) geen pach tafslag was toegeslaan Qmdat de pachlers de gronden datzelfdcjaar opnieuw in pacht hadden genomen tegcn dezelfde pachtprijs.l9 Hi eruit blij kt du idelijk dat, indien de ontvanger meer moeilijkheden rou ondervonden hebben am uj n gronden verhuurd Ie krijgen tegen dezelfde prijs er wei pachtafslagzou ujn tocgestaan. Een bewijs van het gebrek aan inspraak der kleinere paehlers is oak dat voor grale pereeeisgroepcn dikwijls een gemeenschappelijke regeling van de pachtkwij tschel· di ngen werd gelroffen per dorp of per gebied in plaats van per indi viduelc pachter, zaals het geval was bij de grate pachlgoedercn. In 1385, na de Gentse opstand, Irachlten de schepenen van hel Brugse Vrije de willekeur van de grondbezi uers enigszins te ondervangen door een rcchlsverordcning lIit Ie vaardigcn over gcza~ menlijke regelingen van achterstallige belaLingen van pachters en renteplichtigen welke binnen hun rcchtsgebied woonden.40 Bij de kleine pachters was de vraag nan r grand dus doorslaggevend voor het bepalen van de pachtprijs. Aldus kan de evolutie der pachtprijzen interessante inlichtingen verschaffen ten aanzien van de dcmografische en vooral de socilile aspekten van de oorlog. Sociaal gezien hcbben de pachtprijzen grote betekenis daar l.C enerzijds:z.elf werden mOOe bepaald door de kapitaalkrachl van de pach· tcrs, en anderzijds dez.elfd e kapitaalkrachl aantasllen doordat ze een beJangrijk element vormden in het uitgavenpakkel. Op het gebied van de sludie van de paehtprijzen dient cchler nag heel wat wcrk te worden verricht,41 Bij de huidige ,. Ze 7jj n $Oms 100 in de instetlingsrckeningen lerog Ie vinden. l. R.A.G., St. -Pielersalxlij, Ie reeks, n:ke ningen mndnOID naast de 'uutpachten' nr. 2178, Rekcning Land VDn Waas 1485-86: van St.-Gillis- Waas: 'De sclve pachters hebben hemomen cen Icrrnijn van 9 jaen:n bcghinnende ler apiratie vanden paehle omme den sciven prijsc. Duscn sullen uj I,heen 1l1$Iaeh hebben vanden voorleden oorloghe vanden verliese die uj hebben I,hehadt. Aelu m 5 october aO 86'. Nr 74, Rekening Land Van "31st 1485-6: 'Joos Goosi nsdie hoodt in paehte tgoct dat Jan Van Yvendale 1300 roedenlle houdende plach ' .....elke I,he<:ocht was Ie wetene ... wan' ruj tsel\,e goet hem omen hecll jeghen den voors. o ntrangher len prijse van 48 s. por. tsiaers als vooren. Ende overmids dien socn hecfl den voors. JOO$ m: ghec: nen afslach noch gratie vanden ofiocchsen jacr.. .'.
372
stand van het onderzoek kan de invloed van de ooriogen op de pachtprijzen in Vlaanderen slechts bij benadering worden weergegeven (zie tabel 2). Tabel2
Herstel van de pachtprijs nominaal
rekening houdend met muntevolutie en graanprijs
duur van het herstel in jaren
hron 42
Gentse Opstand tegen Lodewijk van Male ( 1380-85)
ca. 1410 (in vergelijking met 1370)
ca. 1405
ca. 20
a
Opstand tegen Filips de Goede (1450-53)
ca. 1465 (in vergelijking met 1450)
ca. 1460
ca. 7
Opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk (1485 en 1488-92)
ca. 1512 (in vergelijking met 1480)
ca. 1518
ca . 26
c b
Godsdienstoorlogen (1580-1592)
ca. 1625 (in vergelijking met 1570)
ca. 1630
ca. 38
d
b
b
We weten dat vier belangrijke elementen de nominale pachtprijzen betnvloedden: muntwijzigingen, de produktie, de prijzen van de agrarische produkten (inzonderheid de graanprijzen) en de vraag naar grond. De vlugheid waarmee de produktie zijn v66r-ooriogse niveaus bereikte, kwam reeds eerder aan de orde. Aangezien in de tweede kolom met de muntwijzigingen en de graanprijzen werd rekening gehouden kan hier bij benadering het hers tel van de vraag uit worden afgeleid. 43 Deze laat het langst op zich wachten na de godsdienstoorlogen (hers tel treedt pas na bijna 40 jaar op). Het dient echter gezegd dat de militaire rust na
42 a = M. De Croock, De gevolgen van de Gentse Opstand. b = E. van Cauwenberghe en H. Van der Wee, Productivite, evolution duprix d'affermage et superficie de l'entreprise agricole aux Pays·Bas du l4e au l8e siec/e. Discussionpaper 7602 van het Centrum voor Economische Studien van de Katholieke Universiteit te Leuven. c = E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie, 152-162. d = P. Deprez 'De boeren in de 16e, 17e en 18e eeuw' in: Flandria Nostra (4 dIn.; Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven 1957) II, 145. 43 Voor theoretische beschouwingen in verband met het nut van de studie van de pachtprijzen op de korte en hill· lange periode zie onze verhandeLing. De gevolgen van militaire destruktie I, 152-169. Voor de studie van de pachtprijzen op de lange peri ode zie F. De Wever, 'Pachtprijzen in Vlaanderen en Brabant in de achttiende eeuw. Bijdrage tot de konjunktuurstudie,' Tijdschrift voor Geschiedenis 85 (1972) 180204.
373
vermelde datum (1592) nog niet helemaal was weergekeerd, dat nog sporadisch onrnst op het platteland voor kwam. 44 De opstanden tegen Lodewijk van Male enerzijds en tegen Maxirniliaan van Oostenrijk anderzijds hadden beide een ongeveer gelijke invloed op de vraag naar pachtgrond (v66r-oorlogs peil opnieuw bereikt na ca. 25 jaar). De Gentse opstand tegen de centralisatiepolitiek van Filips de Goede had rninder zware gevolgen. Men mag echter het hers tel van de vraag naar pachtgrond niet gelijk steBen met het hers tel van de (aktieve) bevolking. Immers, niet aIleen door de bevolking, maar ook door het vermogen van de pachtersgroep en eventuele wijzigingen binnen de vermogensstrnktuur van deze groep, wordt de pachtprijs bepaald. Er dient in dit verband opgemerkt te worden dat ondermeer een uitgebreider en meer gedifferentieerd onderzoek naar de pachtprijzen tot genuanceerder oordelen kan leiden. Een opsplitsing van de pachtprijzen in diverse klassen zou hieromtrent meer kunnen leren. Hiervoor dient men echter te beschikken over een voldoende aantal pachtprijzen, gelijkmatig gespreid binnen diverse oppervlakteklassen. Een steekproef werd genomen voor het Land van Aalst over de periode 1480-1520 (zie tabel 3).45
Tabel3
Indices pachtprijs in het Land van Aalst (nominaal! 1480
jaar
percelen groter dan 2 bunder
46
=
100)
1500
1510
1520
94,5
106
116
percelen van 1 tot 2 bunder
87
86
95
percelen kleiner dan 1 bunder
99
99
105
We aanvaarden dat de pachters van de diverse groepen behoren tot een hiermee in verhouding staande sociale groep, d.w.z. dat een pachter van kleine percelen een kleine pachter was, die van grate een welgestelde em. Dit was uiteraard olet altijd het geval, maa.r het zal gemiddeld ongeveer juist zijn . Het blijkt dat twee 'groepen rich nel herstelden van de oorlog: de grote percelen enerzijds en de klein te anderzijds. De roiddengroep had omstreeks 1520 zijn v66r-oor10gs niveau nogniet bereikt. Het lijkt aldus verantwoord hieruit te konkluderen dat er zich een verschuiving van de vraag heeft voorgedaan van de middengroep naar de andere groepen. Wegens de hierboveo beschreven gunstige weerslag van de oorlogen op de grote pachters is een verschuiving naar onderen toe de meest waarschijnlijke. Wat opvalt is eveneens dat de pachtprijzen van de kleinste percelen het snelst hun v66roorlogs niveau weer bereikten, wat het gevolg van genoemde vraagverschuivingen geweest kan zijn. Dit maakte de toestand van degenen die reeds voordien tot deze 44 45 46
374
Slechts vanaf het twaalfjarig best and (1609-21) keerde de rust definitief terug. Voor de cijfers zie E. Thoen, De gevolgen van militaire deslruklie II, 41-63. een aalsters bunder = 1 ha 23 a (aigerond).
groep behoorden des te slechter. De geschetste evolutie veronderstelt echter dat na de oorlog een groot aantal nieuwe pachters op de pachtgoederen verscheen. Inderdaad, op een totaal van 265 'domeinen' in de streek rond Gent verschenen na de oorlog niet minder dan 137 nieuwe pachters, als men de namen van v66r en na de militaire invasie verge1ijkt. Zo wordt het duidelijk dat onder de middelgrote, maar vooral onder de kleinste pachters de meeste slachtoffers van de oorlogen voorkwamen. Het wegvallen van hun inkomen gedurende de jaren van krijgsgewoel, de Wiistungen en de hoge pachten na de oorlog waren voor hen fataal. Een groot aantal werd naar de bedelarij gedreven.47 Anderen werden (seizoen)loonarbeiders. De lonen waren, ondanks de gedaalde bevolking, niet gestegen ten gevolge van genoemde verarming en de vergrote bedrijven die door een toegenomen rationalisatie minder personeel vereisten. Niet alleen voor de pachtersgroep en de cijnshouders, maar ook voor de zelfstandige boeren moeten de moeilijkheden zich hebben opgestapeld. Ook velen van hen zagen hun domein kleiner worden ten gevolge van niet betaalde schulden tijdens en na de oorlog. In dit verband speelt vooral een rol dat het krediet in Vlaanderen niet alleen in de steden maar ook op het platteland vanaf de dertiende eeuw ver was doorgedrongen, namelijk vooral in de vorm van renten. De grote hoeveelheid renteboeken die in de archieven van instellingen bewaard zijn getuigen ervan dat deze vorm van krediet zelfs op de kleinste bedrijfjes voorkwam. Welnu, de betalingsnormen hiervoor waren uiterst streng. Vanaf de late middeleeuwen hadden de mogelijkheden van de grootgrondbezitters en van de andere krediteurs zich uitgebreid om bij niet-betaling beslag te leggen op het 'tegenpand'.48 Deze 'afwinningen' ten gevolge van niet betaalde rent en waren dan ook legio na iedere zware oorlogsperiode.49 Het was voor meerdere grondbezitters mogelijk aldus hun grondgebied uit te breiden. Het grafelijk domein van DeinzePetegem-Astene kon zich aldus na de oorlog tegen Maximiliaan uitbreiden met niet minder dan 8 pachtgronden (samen ca. 7 bunder oppervlakte).50 Ook andere niet betaalde lasten konden dergelijk landsverlies tot gevolg hebben (geschotgelden).51 Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw hebben ook niet betaalde tienden gelijksoortige gevolgen gehad. Dit blijkt ondermeer uit de rekeningen van het Sint-Baafskapittel te Gent, dat vanaf deze periode was overgeschakeld op een nieuw inningssysteem. De tienden werden niet meer in hun geheel verpacht, maar opgesplitst in kleine wijken. Tegelijk dienden de pachters zichzelf of een ander persoon als borg te stellen. Aldus kon het kapittel na de godsdienstoorlogen massaal de hand leggen op goederen van deze pachters of degenen die in hun plaats verantwoordelijk waren. AIleen al in het dorp Munkzwalm (bij Oudenaarde) kon E. Thoen, De gevolgen van militaire destruktie I, 174. Essentieel voor de juridische aspekten en de procedure van dergelijke 'afwinningen ' is L. Genicot, L'economie rurale Namuroise au Bas Moyen Age (1199·J429j, 2 din.; Namen 1943 Deel I: La seigneurie fon ciere, 219 e. v. 49 Voorbee1den na de opstand tegen Lodewijk van Male: Rijksarchief Gent St.-Baafsabdij , R 43 (in dcz.e periode kwam dcz.e procedure ve,rrnocdelijk nog minder voor); Na de opsiand legen Filips de Goede: R.A.G., St.-Baafsabdij, B 1968; N a de o pstand tegen Maxim iliaan van Doslenrijk: R.A.G ., St.· Pieters, Ie (Ileks, rekerrlngen, nr. 75 ; St.-Baafs K 2453 (,uutghevcn van zekere aIwinninghe van lanl ghesciet uut causen van achtc.rs tcJJen van renten .. .'); Abdij Dro ngen nr. 92 ro 84 CO en fO102·09; Na de god dien toorlogen : RA.G ., St.-Baals B 1592. 50 Aigemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer ill . 7152. " E. Thoen, De gevolgen vall militaire destruktie I, 178. 47
48
375
deze instelling in hetjaar 1592 niet minder dan 49 percelen annexeren ten gevolge van niet betaalde tienden en rentenP2 Slotbeschouwing
Deze bijdrage streefde geen volledigheid na. Een groot aantal zaken kon wegens de huidige stand van het onderzoek niet aan de orde komen. Zo werd het fenomeen oorlog aIleen bekeken vanuit het standpunt van de grondgebruikers en werden de grondbezitters ter zijde gelaten. Eveneens konden de gevolgen van de oorlogen nog onvoldoende tegen elkaar worden afgewogen. Hiervoor is het trouwens noodzakelijk dat een uitvoerige studie gemaakt wordt van de periode die aan de oorlog voorafgaat. Slechts een doel streefden we na: aan te tonen dat de reakties van het V1aamse platteland op oorlogen samenhangen met de eigen demografische en ekonomische strukturen van dit gewest, zoals de dichte bevolking, de sterke ekonomische relatie tussen eigenaars en grondgebruikers, de hoge produktiviteit, de sterke verstedelijking en de sterk ontwikkelde geldekonomie. Rijksuniversiteit Gent
52
R.A.G., St.-Baafs B 1592.
376
Grafiek 1 Vergelijking tussen de evolutie van de pachtprijzen van gronden binnen hel Gents Kwartier en in de onmidde/lijke omgeving van de stad (indices: 1480 = 100)
/so -
- /50
100 --
-/00
c
to oto ~
so -
trJr'
~-----
......s- -
so
ZC ..,z ~
~
30 _
l.,!,)
';.
'.. () C: "":ll
-
a
. r.';; ~l:· fn "'!) :-""
0
I
I
I
I
I
I
I
I
"70
75
M
~5
90
95
/soo
05
'
.
-o~G> . A = B = C = D = a = w
-.I -.I
pachtprijsevolutie in het Gents Kwartier. pachtprijsevolutie in de onmiddellijke omgeving van Gent. graanprijzen (5-jaarlijks voortschrijdend gemiddelde). prijs van een mark zilver in VIaamse Groot. aanduiding van de periode van oorlogsvernielingen.
/0
I
I
I
15
/S20
22
30
W
-....l 00
Grafiek 2 Graanproduktie en bevolking in Sint-Denijs-Boekel (provincie Oost- Vlaanderen, arrondissement Aalst) (indices 1711-20 = 100) - 300 +
- 200
- 100
-
I 1350
I 11,00
I 50
I 1500
I 50
I 1600
I 50
De graanproduktie (gearceerd) werd berekend op basis van de inkomsten uit tienden (vanaf 1590 jaarlijkse pachten omgerekend tot tienjaarlijkse gemiddelden; voordien meerjarige pachten).
, 1700
50
20 I 50
I
1800
STUDIA HISTORICA GANDENSIA is een reeks overdrukken gepubliceerd door de Afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit te Gent. Blandijnberg 2, Gent (Belgie)
* STUDlA HISTORICA GANDENSIA est une serie de tirages a part publiee par la Section d'Histoire de la Faculte de Philosophie et Lettres de l'Universite de Gand. 2, Blandijnberg, Gand (Belgique)
* STUDlA HISTORICA GANDENSIA is a series of offprints published by the Department of History of the Arts Faculty of the University of Ghent. 2, Blandijnberg, Ghent (Belgium)
* STUDlA HISTORICA GANDENSIA ist eine Reihe von Sonderdrucken, veroffentlicht von der Historischen Abteilung der Philosophischen FakulUit der Staatsuniversitat Gent. Blandijnberg 2, Gent (Belgien)
D. 1978/053817
"
•