STUDIA HISTORICA GANDENSIA U1T
DB
SEMINARIES
VOOII.
GESCHIEDENIS
VAN
DB
KJ]KSUNlVEllSlTEIT
TB
GENT
206 H. SOLY
DE BOUW VAN DE ANTWERPSE CITADEL (1567-1571) SOCIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN
Overdruk uit: Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis, XXI·6, 1976
GENT 1976
STUDIA HISTORICA GANDENSIA is een reeks overdrukken gepubliceerd door de Afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit te Gent. Blandijnberg 2, Gent (Belgie)
• STUDIA HISTORICA GANDENSIA est une serie de tirages a part publiee par la Section d'Histoire de la Faculte de Philo sophie et Lettres de l'Universite de Gand. 2, Blandijnberg, Gand (Belgique)
• STUDIA HISTORICA GANDENSIA is a series of offprints published by the Department of History of the Arts Faculty of the University of Ghent. 2, Blandijnberg, Ghent (Belgium)
• STUDIA HISTORICA GANDENSIA ist eine Reihe von Sonderdrucken, veroffentlicht von der Historischen Abteilung der Philosophischen FakuItat der Staatsuniversitat Gent. Blandijnberg 2, Gent (Belgien)
D.N.1976/0538/3
~
I I IIIiillilli"iililiil!I""'li"'I"""III 000000595847
DE BOUW VAN DE ANTWERPSE CITADEL (1567-1571 )
SOCIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN
(*)
Deze smdie moer gesHueerd worden in het kadel' van een ruimer onderzoek naar de functies en de implicaties van open bare werken in het Ancien Regime. De aandacht wordt daarbij vooral toegespitst op de vraag of de uitvoering van grootscheepse, d.w.z. kapitaal- en arbeidsintensieve, bouwwerken de produktie-verhoudingen in de op een na voornaamste industriele sector (1) in die periode al dan niet ingrijpend heeft gewijzigd.
Vit onze analyse van de oprichting der nieuwe Antwerpse omwalling (1542-1553) was gebleken dat deze gigantische onderneming (2) ingevolge de feitelijke monopoliepositie verworven door een enkele ondernemer, Gilbert van Schoonbeke, de polarisatie tussen de grote en de kleine me esters in het bouwvak ten zeerste had versneld, alsook een verdere loonstijging gedurende verscheidene jaren had afgeremd (3). De vraag drong zich echter op of het om unieke verschijnselen ging, dan weI om recur rente fenomenen, inherent aan de wijze waarop openbare werken door de lokale en centrale overheden werden aanbesteed. Een studie van de bouw van de Antwerpse citadel (1567-1571) leek vanuit die optiek aangewezen, omdat deze onderneming vijftien jaar na de voltooiing del' stadsomwalling werd aangevat en zij zowel vanuit economisch als vanuit sociaal oogpunt uitermate belangrijk was. Enkele cijfers: ongeveer 500.000 kubieke meter aarde moesten worden uitgegraven en opgeworpen, terwijl de vijf bastions, elk voorzien van twee kazematten, en de daartussen gelegen courtines ca. 169.000 kubieke meter metselwerk vereisten. Bij deze werken, die ruim 800.000 gulden kostten, waren honderden arbeidskrachten betrokken. • Uitgewerkte versie van een lezing gehouden te Brussel op 9 november 1915 veor de • Societe pour Ie progres des etudes philologiques et historiques .. en te Antwerpen op 6 april 1976 vaor het • Genootschap vaor Antwerpse Geschiedenis II. (1) Zowe] in de steden ais op het platteland bepaalde de textielsector in het Ancien Regime de orH~ntatie der industriiHe produktie : de grate massa der arbeiders. het gr05 van de globale omzet en wellicht het grootste dee! der wins ten. (2) Het ging om een volledig nieuwe. stenen omwalling, met een totale lengte van 4.500 meter, voorzien van negen bastions en vijf monumentale poorten.
(3) H. SOLY, Grondspeculalie, nijuerheid en kapitalisme te Antwerpen in de 16 6 eeuw. De stedebouwkundige en industdele ondernemingen van Gilbert van Schoonbeke . Brussel, 1976 (ter perse).
-
550-
Alvorens de centrale probleemstelling in extenso te behandelen, zuHen we achtereenvolgens bondig uiteenzetten waarom men in 1567 te Antwerpen tot de oprichting van een citadel is overgegaan, wie vool' de financiering ervan moest opdraaien en hoe de vesting werd geconcipieerd (4). 1. De citadel: een dwangburcht.
De idee om in de Scheldestad een citadel te bouwen is bij de centrale regering blijkbaar voar het eerst (5) gerezen na het opl'Oer van 11-12 juli 1554 (6). De repressie bleef toen echter beperkt tot de vel'Oordeling van enkele oproerlingen en de uitvaardiging van een strenge ordonnantie «opt stuck van der policien van de stadt van Antwel'pen» (7). De rellen die zich voordeden tijdens de executie van de calvinist Christoffel Fabricius in het najaar van 1564 vormden de aanlei ding vool' een hel'Opneming van het plan. Op 23 januari 1565 schreef kardinaal Gl'anvelle aan Gon<;alo Perez : «Ce qu'il faudrait pour mettl'e ol'dre en cette ville, ce serait, avec la presence de Sa Majeste, la construction d'lln chateau» (8). Onnodig te zeggen dat de daaropvolgende gebellrtenissen - met als hoogtepunt de BeeJdenstorm - de prelaat volkomen geIijk gaven. Op 1 februari 1567 deelde Margaretha van Panna Filips II mede: « C'est de cette ville que vient tout Ie mal; chaque jour la licence et la sedition y vont en augmentant» (9). Daal'Om zond zij reeds in maart 1567 de Italiaanse krijgsbouwkundige Francesco de Marchi (10) in het geheim naar de Scheldestad om een gunstige plaats voor de opl'ichting van een citadel te bestuderen (11). Op 28 april van datzelfde jaar begaf de landvoogdes zich in gezelschap van talrijke vool'aanstaande ambtenal'en en hoge edelen pel'soonlijk naar Antwerpen 0111 ol'de op zaken te stellen (12). Dat laatste hield o.m . in « que les habitants d'Anvers viennent demander, de leur propre mouvement, la construction d'une citadelle, pour garantir la ville a I 'avenir contl'e des tentatives seditieuses» (13). Het wapen dat de landvoogdes hanteel'de om de bevolking daartoe te bewegen leek bijzonder doeltreffend : de zestien vendels Waalse voetknechten (ca. 3.200 manschappen), die zij op 26 april (4) Gebruikte afkortingen : ARA : Algemeen Rijksarchief te Brussel; AUD : Audientie; FU : Fonds d'Ursel; PK ! Privilegekamer; R : Rekenkamer; SAA Stadsarchief te Antwerpen; T : Tresorij ~ (5) VoJgens L. GUICCIARDINI. Description de tout Ie Pais-Bas. Antwerpen, 1567, p . 106. zou Karel V reeds ;n 1540 eell dergeHjk plan hebben opgevat. Wij hebben daarvan echtel' ncrgens een bevestiging ge vonden . (6) SAA. PK 2231, nrs 3 en 61. (7) Cf. H . SOLY . Econornische vernieuwing en sociale weerstand. De betekenis en aspiraties der Antwerpse middenklasse in de 16e eeuw, in TijdscJlrift voor Geschiedetzis, 83, 1970, pp. 529-536. (8) M _ GACHARD, Correspondance de Philippe II sur les allaires des Pays-Bas, I, Brusse!, 1848. p . 338. (9) Ibidem. p, 505. (10) Over hem: H. WAUWERMANS, La fortification d'Anvers au XVle siecJe, in Annales de l' Acad"mie d' Arch"ologie de Belgique, 4' reeks. VIII, 1894. pp. 33-46. (11) IDEM. Les ciladelles du sud et du nord d' Anvers, Brussel, 1880, pp . 8-9, (12) F. G. U[LLENS]. Antwerpsc/z chronijkje, Leiden, 1743. p. 132. (13) M. GACHARD, O,c" pp. 531-532 (cursivering door ons).
-
551 -
netar de Scheldestad had gezonden, moesten n1. bij ontstentenis van een vesting in privewoningen worden ondergebracht (14). Het hoeft geen betoog dat die gedwongen inkwartiering talrijke en hevige wrijvingen tussen burgers en soldaten veroorzaakte. De bevolking werd immel's niet alleen geconfronteerd met een militair garnizoen, maar moest tevens de financiele lasten ervan dragen, terwijl zij daarenboven dagelijks en rechtstreeks met de « bezetters » in contact kwam. Botsingen bleven niet lang uit: beledigingen leidden snel tot vechtpartijen, die op hun beurt vaak in plundering, verkrachting en doodsl ag resulteerden (15). Toch bereikte Margaretha van Parma met deze «politiek» geenszins het beoogde doel : magistraat en bevolking verkozen, hoe dan ook, de ongemakken van een inkwartiering boven een «oplossing» die de aanwezigheid van een permanent bezettingsleger impliceerde en die ongetwijfeld op stadskosten zou worden gerealiseerd. Alle leden van de generaliteit, de zogenaamde Brede Raad, beschouwden «de groote nyellwicheyt ende alteratie» vool'gesteld door de landvoogdes als een onverdiend « chastoy » ( 16) en meenden « que Ie mesme causera I'enthi ere cessation dll train de la marchandise en icelle ville» (17). Toen Margaretha van Parma Filips II op 3 mei 1567 mededeelde dat niemand zich te Antwerpen tegen de oprichting van een citadel verzette (18), dan deed zij - om het zacht uit te drukken de waarheid geweld aan. Die tendentieuze beriehtgeving moet gezien worden in het lieht van de pogingen del' landvoogdes om de vorst ervan te overtuigen dat zij de toestand volledig meester was en de komst van de hertog van Alva bijgevolg overbodig. Als bewijsmateriaal zond zij de koning op 24 mei een project voor de bouw van een vesting, opgesteld door Marchi (19). De landvoogdes hoopte a!dus een dubbel sucees te boeken : de (door haar voorgewende) instemming van het stadsbesluul' moest de vorst ertoe aansporen de « clemen tie » die zij de Antwerpse bevolking in het vooruitzicht had gesteld (20) te bekrachtigen, tel'wij l de (verwachte) gratieverlening op haar beurt de magislraal lol inschikkelijkheid moest bewegen. De zaken zouden eehter helemaa! andel's verlopen. Filips II haastte zicb weliswaar te schrijven dat hij de bouw van een citadel goedkelll'de, doch hij gaf geen uitsluitsel betl'effende eventuele genademaatl'egelen (21). Ook het stadsbestuur hjeld het been slijf ; dageljjks overstelpte het Mal'garetha van Parma met rekwesten waarin de laLloze nefaste gevolgen van de oprichling van een « kasteel» in de veri werden gezet. Wei verklaarde de magis(14) SAA, PK 1556, T 1153; R, VAN ROOSBROECK. De keDnie}, van Godevaert van Hoecht over de lroebelen van 1565 tot 1574 ie Antwerpell en elders, I, Antwerpen, 1936, pp. 215 e .v. (15) SAA. PK 915, 10 57. 72v. -74. 75v" 78v,; E. ROOMS, Het Antwerp,e garnizoen en de mcnselijke betrekkingen (1566-1577). in Belgisch Tijdschrift voor MiJilaire Geschiedenis, 21. 1975, pp, 3-5, (16) SAA. PK 2231. n'> 3 . (17) SAA . PK 212(18) M, GACHARD, O. c" p, 534 . (19) Ibidem, p. 538, (20) Cf. R. VAN ROOSBROECK, Het Wonderjaar te Antwerpen, 1566-1567. Inleiding tot de studie dec godsdienstonlusten te Anlwerpen van 1566 tot 1585. Antwerpen, 1930, pp. 386-388, 441-445; F, PRIMS, Gesc1.iedellis vall Antwerp.,., XIX, Antwerpen, 1941, pp, 97-98. 101. (21) M, GACHARD, O. c" pp . 542-544.
-
552-
traat zich akkoord met het onderhoud op stadskosten van enkele vendels voetknechten (22). Desondanks liet de landvoogdes op 7 juli een aanvang maken met de opmeting del' gronden vereist voor de bouw van een vesting (23). Op 18 juli verliet Margaretha van Parma de Scheldestad (24). Hoewel haar verblijf aldaar haast drie maanden had geduurd, was niets fundamenteels bereikt : Filips II had geen enkele concrete toegeving gedaan, terwijl de Antwerpse Brede Raad de idee van een « dwangburcht» radicaal bleef verwerpen. Twee dagen v66l' haar vel'trek had de landvoogdes het stadsbestullr nochtans voorgehouden « (qu'elle) n'a propose a ceulx de la ville d'Anvers Ie bastiment de la citadelle comme chose qui se doibt disputer ou mectre en deliberation entre eulx ny avecque leur commune, mais comme chose determinee par Sa Majeste» (25). De Antwerpse bevolking zou spoedig merken dat verdere oppositie zinloos was. De vorst had inderdaad een besli ssing getroffen. Nadat de hertog van Alva met een leger van 10.000 mans chapp en vanuit Lombardije naar de Nederlanden was vertrokken (26), maakte Filips II zijn bedoelingen kenbaar. In uiterst scherpe brieven hekelde hij de «lakse» houding der landvoogdes : van onderhandelingen met «rebellen », laat staan van een «pardon », kon geen sprake zijn (27). Alva van zijn kant stuurde al vast de I taliaanse ingenieur Paciotto (28), die hij persoonlijk had aangeworven, vooruit om de vestigingsplaats van de Antwerpse citadel in oogschouw te nemen. Paciotto arriveerde op 15 augustus in de Scheldestad en toog dadelijk aan het wel'k (29). (22) SAA. PK 2231. nr, 4. 9. 10. 13. 14. 15. (23) F. PRIMS. o.c" p. 100. (24) F. G. U(LLENS). o.c" p. 140. (25) SAA. PK 2233. nr 3 (cursivering door ons). (26) Cf. de fundamentele studie van G. PARKER, The army 0/ Flanders and the Spanish toad, 156]-1659. The logistics of Spallish uictory dnd deleat it! the LoUl Countries' /liars. Cambridge. 1972. (27) E. POULLET en C. PlOT. Correspondollce dll cardillol de Grollvelle. II. Brussel. 1880. pp. 529, 575; J . S. THEISSEN, Correspondance frallfaise de Marguerithe d' Autriclle. duellesse de Porme. avec Philippe ll. Utrecht. 1925. p . 382. (28) L. GUICCIARDINI. o.C.. p. 106. en Bernardino de Mendo,a (GUILLAUME. Commell' (aites sur les euenerneJlts de la guerre des Pays-Bas, 1561-15]], I, BrusseL 1860, p. 74) spreken val l w l'ingenieur Paciatta zander meer. Pontus Payen (A. HENNE. M emoires dt!. Pontus PayeJl, II, Brussel, 1861, p. 29) gewaagt nu eens van "Pierre Urbina. ingeniaire ". dan weer van .. l'ingeniaire Pacheco F. STRADA. Histoire de La guerre des Pars-Bas, II, Brussel, 1727, p. 74, vermeldt ~,Francois Paciotti d'Urbin, cornte de Montefabrio ( ... L fameux ingimieur H, Volgcns dezelfde auteur' weed betrokkene in 1512 te Vlissingen op bevel van Treslong opgehangen . H. WAUWERMANS, La Fortificatioll, pp. 51-54. meent eveneens dat het om Francesco Paciotto van Urbina gaat. Strada's getuigenis i.v. m. Paciotto's einde berust volgens hem echter op een misverstand : niet de ingenieur. doch Alvarez Pacheco werd door de rebellen" geexecuteerd. Fra ncesco Paciatto daarentegen overleed t:erst in 1591 te Urbina na een d;k gevulde loopbaan .. Zijn aandcel in de planning en de verwezenlijking van de Antwerpse citadel zou - steeds volgens Wauwermans - nochtnn s vrij gering geweest zijn, vel'mits hij de Scheldestad reeds op 20 februari 1568 verHet en hi; in de loop van datzelfde jaar de versterkingen van Bourg-enBresse aprichtte. Om de verw
JI,
II
111. 126) t un d..-zclfde rekenl,ng blijkt verd.,.. 1" .lde collcg... Dam l(lito d' AUano). maar hi} W4S levenl de cnigc non wie m~n ceo bclc l'~ekiJ InstrumentCln bet.orgd.c om plnnnen Ie tcken"n. en 20 d.t hi) vall 16 oktobcr 1567 toL 4 december 1569 onQndorbroko.n le Antwerpc.n verbleeL Auugc2.ien we. nc:rgens nt1dll!n:! lnformatlc! OVdr Bcrmudino Pnclotto h"bben 4OJlget
-
553-
Marchi had voorgesteld de citadel intra-muros op te trekken, meer bepaald in en rondom de Sint-Michielsabdij (30). Paciotto daarentegen kwam na een grondig onderzoek tot het besluit dat de gunstigste plaats VOOl' de bouw van een vesting het Kiel was, een terrein extra-muros, dat in het westen aan de Schelde en in het noorden aan het gedeelte der omwalling tussen de Begijnen- en de Kronenburgpoort grensde; hierdoor zou het stedelijk grondgebied met ongeveer 60 ha worden uitgebreid. Het meningsverschil tussen beide concurrenten werd op 9 september 1567 te Brussel beslecht ten voordele van Paciotto tijdens de dramatische vergadering waarop de graven Egmont en Hoorne werden gearresteerd (31). Bij die kellze hebben vermoedelijk twee nauw samenhangende motieven voorgezeten. In de eerste plaats vereiste de oprichting van een citadel intra-muros de afbraak van talrijke huizen, waardoor de kostprijs op een buitensporige wijze in de hoogte werd gejaagd. De enige grote, onbebouwde rllimte die te Antwerpen nog voorhanden was, de Nieuwstad (32), kwam voor een werk van die omvang niet in aanmerking, omdat de grond er veel te drassig was (33). Indien men de vesting daarentegen op het Kiel bouwde, dan moest men weliswaar een deel del' omwalling afbreken, wat eveneens extra-uitgaven meebracht, doch men beschikte tenminste over zeer goedkope terreiIlen. Deze laatste vestigingsplaats bood daarenboven het grote voordeel dat men tussen de citadel en het bebouwde stedelijke grondgebied een uitgestrekte «esplanade» kon aanleggen, waardoor een eventuele aanval op de vesting vanuit de stad weinig of geen kans op succes kon hebben. Hoe ook, begin oktober 1567 besliste Alva dat op het Kiel zo spoedig mogelijk « ung chasteau et fort» moest worden opgetrokken « pour obvier et empescher au temps advenir les troubles, mutations, seditions et insolences qui pourroyent survenir en la ville d' Anvers » (34). Dadelijk begon men de gronden af te bakenen (35). Van enig protest was thans geen sprake meer. Alva's aanwezigheid volstond blijkbaar om iedereen de mond te snoeren. Toen de hertog op 24 oktober naar de Scheldestad kwam om de vorderingen del' werkzaamheden persoonlijk te controleren (36), haastte het stadsbestuur zich ootmoedig te verklaren dat het nooit in zijn bedoeling had gelegen de oprichting van de citadel te vertragen, laat staan te verhinderen (37). Daarmee was de kous even weI lang niet af... 2. De financiering : beiastingen, beiastingen en nog eens belastingen.
Alva was van oOl'deel dat de Scheldestad haar politiek-religiellze schuld moest afkopen door een aanzienlijk kapitaal op te brengen ~)~M:"GACHARD.
o.C.. pp. 534. 538. (31) Ibidem. p. 573; GUILLAUME. D.C.. pp. 74-75; A. HENNE. o.c.. pp. 27-29. (32) Een nieuw, noordelijk gel egen stadsgedeelte met een oppervlah:te van 23 tot 25 11<1, dat in 1542 was aangehecht en dat in het begin der jaren vijftig door Gilbert van Schoonbeke was geilrbaniseerd . (33) SAA. Insolvente Boedelskamer 2164. n" 5. (34) ARA. R 26265. fa 1. (35) F.G, U[LLENS). o,c.. p . 146. (36) Ibidem. pp, 146-147, (37) SAA, PK 2231. n" 18 .
-
554
VOOI' de bouw van de citadel. Alleen op die wijze, zo verklaarde hij, kon de bevolking opnieuw in de gunst van de vorst komen en « paciffier Ie createur Dieu » (38). De magistraat had goed te betogen dat de schuldenlast van de stad ontzaglijk groot was, dat de economische toestand verre van rooskleurig was, dat men de vorst in de voorbije jaren vele beden had toegekend, het was alles tevergeefs : de landvoogd to on de zich onvermurwbaar. Op 6 november 1567 cOl1cretiseerden Karel van Berlaymont, Gaspar Schetz en Filips van St.-Aldegonde (39) Alva's eisen : een minimum van 400.000 gulden, waarvan een vierde dadelijk moest uitgekeerd worden (40). De magistraat was gewool1weg verbijsterd. Hij verklaarde dat de Scheldestad normaliter een vijfde betaalde van de beden gestemd door de Staten van Brabant en dat een bedrag van 400.000 gulden bijgevolg een bede van twee miljoen gulden veronderstelde. Welnu, nooit had de vorst aan Brabant meer dan 600.000 gulden gevraagd, waaruit men kon afleiden - steeds volgens de Antwerpse magistraat - dat de eis van de landvoogd buitensporig was (41). Deze laatste antwoordde ... dat men al veel te lang had getalmd en dat discussie overbodig was; zijn besluit stond immel's vast. Op 25 november ontbood Alva het voltallige stadsbestuur en gebood hem de Brede Raad 's anderendaags bijeen te roepen om de zaak af te handelen (42). Twee dagen later was de gevraagde som toegestemd (43). Drie « middelen » werden voorzien om de toegekende 400.000 gulden op te brengen (44). In de eerste plaats ging men over tot de inning van diverse belastingen op onroerende goederen, nl. 1° een « eeuwigdurende » (45) honderdste penning (1 %) op de waarde van a1Je immobilien, betaalbaar door de eigenaars (46), 2° een tiende penning (10 %) op de huurwaarde van aile immobilien, eveneens betaalbaar door de eigenaars, en 3° een tiende penning op aile 11Uishuren van meer dan honderd gulden per jaar en een twintigste penning (5 %) op alle huishuren van minder dan honderd gulden per jaar, beide ten laste del' huurders. In de tweede plaats verhoogde men de accijnzen geheven op een hele reeks levensmiddelen en drank en met de volgende bedragen : twee stuiver op elke aam vanuit het binnenland gei'mporteerde bier (47), twaalf stuiver op elke aam Franse (38) Ibidem, n " 24. (39) Karel van BCl'iaymont en Gaspar Schetz waren in 1567 l'csp. haofd en tbesauriergeneraal in de Raad van Financien. Filips van St ~ -Aldegondc was Alva's VOOl'naamste medewcrker . M . BAELDE, De Collalemle Raden andel' Karel V en Filips II (1531-1518). Bijdrage lot. de geschiedcnis r}(1n de centrale instellingen in de zestiende eeulV. Brussel, 1965, pp . 232-233, 307-308, 310-311. (40) SAA, PK 2231, n t" 39. AIle bedl'agen zijn uitgedl'ukt in (carolus) - gulden van twintig stuiver. De gulden verhoudt zich tot hct pond Vlaams als voIgt cen pond Vlaams = 20 schelling VIaams = 240 groot Vlaams = 6 gulden = 120 stuiver. Gebruilcte ",Ekol'tingcn g . = gulden, st. = stuiver. (41) SAA, PK 2231, n" 66. (42) Ibidem, n l ' 58 . (43) Ibidem, n' 73 . (44) ibidem, n] -S 2, 4 en 69 . (45) Deze "cijnspenning" mocht echter worden afgelost: Vaal' 31 mel 1568 tegen de penning dertien, voar 1 augustus 1568 tegen de penning vijftien, Vaal' pasen 1569 tegen de penning ze3tien en daarna tegen de penning 24, SAA, PK 916, fo 81v.-82. (46) De eigenaars haddcn Ilochtans het recht de hondcrdstc penning af te houden van de renten die zij desgevallend op hun onroel'cnd goed had den verkocht en die zij jaal'lijks moesten uitkel'en. (47) Ca. 150 liter.
-
555
wijn (48), een negenmanneken (49) op elk pond vlees (50), een braspenning en 4 1/2 my ten (51) op elk viertel tarwe (52). Bovendien werden bijkomende heffingen ingevoerd op bier dat 1 g. 12 st. a 2 g. per aam kostte, n1. drie stuiver te betalen door de verbruiker ell vijf stuiver te betalen door de tapper, en op bier dat deze laatste voor meer dan twee gulden per aam aan de man bracht, nl. een stuiver per hogere schijf van vier stuiver. Tn de derde plaats tenslotte belastte men de consumenten van wild en gevogelte : voortaan moesten zij zes stuiver accijns beta len op de import van «groot wild» (reeen, herten, everzwijnen e.d.) , een vierde tot een stuiver 0]) de invoer van kleinere SOOl·ten. Als men deze waslijst overloopt, dan merkt men duidelijk dat de Brede Raad hoofdzakelijk de bezittende klasse «aansprak ». De « anne ghemeynte» (53) werd immel's « slechts» getroffen door de twintigste penning op de huishuren van mindel' dan hondel'd gulden per jaar en (wellicht) door de verhoogde vleesaccijns. Het dure gelmporteerde bier, Franse wijn en tarwe, laat staan wild en gevogelte, vielen volkomen buiten het bereik van het arbeidersbudget (54). H al1delde de burgerij aldus uit angst voor relJen ? Verplichtte Alva om dezelfde reden de Brede Raad ertoe de «onderste» volkslagen te sparen (55) ? Had men de rogge en het goedkope lokaal gebrollwen bier, de twee basisbestanddelen del' volksvoeding, in de loop del' voorgaande jaren al te zwaar belast? Bij gebrek aan expliciete gegevens vaIt niet uit te maken welke factor(en) de houding van de Brede Raad bepaalde(n). Aanvankelijk had men gepland de nieuwe belastingen en de verhoogde accijnzen - met uitzondering van de honderdste « cijnspenning» - maar gedurende een jaar te heffen. Eind 1568 bleek echter dat de inkomsten onvoldoende waren om de vereiste 400.000 gulden op te brengen. Op 26-27 januari 1569 was men bijgevolg verplicht aile « impositien» met twee jaar te verlengen (56). De Antwerpse bevolking, met de bezittende klasse aan het hoofd, betaalde wei een hoge prijs voor de gebeurtenissen van 1566! De impact del' nieuwe financiele lasten krijgt nog meer relief, als men bedenkt 1 dat de vlottende schuld del' metropool (leningen op korte termijn) In 1567 niet mindel' dan J,5 miljoen gulden bedroeg 0
(48) Ca. 143 liter. (49) Ecn achtste stuiver. (50) 470 gram . (51) Een braspenning = 1/16 stuivel'; cen myt = 1172 stuivel'. (52) 77 Ii ter. (53) In 1584-5 behoorde ruim 76 PI. dcr Antw ..rp$C bevolking tot de "arme ghemeynte ". d.w-.z . de gl'oep die was vrijgl!.~tcld van de op d~t ogcnbUk gehcven vermogensbelasting . J. VAN ROEY. De corre.lntie tussen het sociale--bcrocPl mJlieu en de godsdienstkellze tc Antwcrpen
op het einde del' XVlc: CoeUW. in BronnCJt uoor de rdi9It!1l~~ 9dscl1iedetlis van Belgie. Middeleewvell ell Moderne TijdeJl. Bibliotheque de 1(1 Revue d'Hisloiz'e ecclesiastique, fasc. 41. leuven, 1968. p. 247. (54) Cf. E. SCHOLLIERS, Loonal'b eiri ell hOllgel'. De 1elJcnsst{l11ri(laL cl in de XVI! eJJ XV
...,
-
556-
(57), en 2° dat de Antwerpse bevolking van augustus 1567 tot januari 1572, hetzij in een tijdsspanne van vier en een half jaar, ca. 1.040.500 gulden extrabelasting betaalde am haar verplichtingen t.a.v. de centrale regering na te kamen, d.w.z. ongerekend de belastingen en accijnzen geheven voor de spijziging del' diverse stadskassen, de delging van de stedelijke schuldenlast, enz. Het laat8t vermelde bed rag was verdee1d over de volgende posten (58) ca. 500.000 gulden (waarvan een vijfde interest op leningen) of 48 % voor de bouw van de citadel, ca. 230.000 gulden of 22 % als bijdragen in de beden, ca. 160.500 gulden of 15,5 % als opbrengst van de honderdste penning geheven in 1569 (59) en ca. 150.000 gulden of 14,5 % voor soldij en approviandering van regeringstroepen gelegerd in de Sche1destad (60). Als men daarenboven rekening houdt met het feit dat de gegoede burgerij in de betl'Okken periode ongeveer 54.000 gulden spendeerde aan de afkoop del' gedwongen inkwartiering (61), dan mag de last der militaire uitgaven stellig verpletterend worden genoemd. 3. « Ser fa mas tuerte piafa del munda» (62).
Het is niet de bedoeling het uitzicht van de Antwel'pse citadel in de periode 1567-1571 grondig te analyseren. Afgezien van het feit dat een dergelijk onderzoek bij ontstentenis del' aanbestedingscontracten, waal'in de afmetingen der onderscheiden cOUl·tines, bastions, kazematten e.d. waren opgetekend, weinig relevante resultaten zou opleveren (63), is het hoofddoel van deze studie immers een antwoord te formuleren op de vraag of de uitvoering van grootse openbare werken te Antwerpen in de 16" eeuw de sociale polarisatie in het bouwvak al dan niet heeft bevorderd. Daarom zuIlen we ons beperk en tot een bondige beschrijvende schets van de citadel, daarbij steunend op de l'ekeningen der regeringsambtenaren belast met de financiele controle, alsook op enkele handschriftelijke en gedrukte plannen uit het betrokken tijdvak (64). (57) H. VAN DER WEE. Tile grow til 01 the Antwerp mari,et and the European ecoJlomy (fourteenth-sixteenth celzluries), II. D en Haag, 1963, p~ 242. (58) SAA, PK 2231. n " 1. (59) Cf. M. A. ARNOUlD. l'impot sur Ie capital en Belgique au XVI' sieele. in Le Haina"t ecollomique, I, 1946, pp. 17-45. (60) Talrijke documenten dienaangande in SAA. T 59. T 1163. T 1237 T 1260. (61) SAA. PK 2231. nr 1. Cf. ook SAA. T. 59. fa 65-66. PK 916. fo 167, PK 1556 . (62) Alva san FiUp. fI OJ) 11 maarl 1568. M . GACHARD. (). c.. n. Brussel. 1851 . p. 16. (63) De ilfm.etlngen die men Dontre{t in vc..rscheldcne l8c:. en t9L c:c:uwsc wc.rkcn z-Ijll grotendeels onbruikbanr. omdlll het ultzleht van de cit.. dcl in de loop dor eeu w,en vele en Ingrijpende wij zigingen onderglng. Cf. M . VAN HEMElRI)CK. D~ Vlamm. hrijgsbollw}"",dc. Tlclt. 1950. pp. 146·147. "" L. VOET. De citAdel vnn An twerp.n. In /lolgiocl,. sted." /n rclid. Plannen opgellomell door Frans. mllllo/ro ("Il,m/cllrs (XVU'-xrx' «lIIlI). Brus,.1. 1965. pp. 335·350 (met talrijke afbeeldingen). (64) ARA. R 26265-26266 (rekeningen van Nicolaes van den Berg he en Thomas Anraet) . Dc VOOl'naamste plannen bevinden zich in het Stadsarchief te Antwerpen, het Algemeen Rijks-
al'chief te Brussel, het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek Albert I te Brussel en het Archivo General l(! Simancas. V~cldcn we l,UJoops dnl in het General Landesarchiv te Karlsruhe •• ., mooic pentekening van do Antwerp,. citadel wordt bewaard (afgebeeld in C.A. DE BRU'I'N e., H, R. REINDERS, N.d.rla"d~. u(J.tingc". Bussum. 1967. foto n r 4). die door /\ . KABZA. flallCls chfrit!iche PIG". uo" Daniel Sp•• hU". Bonn, 1911. pp. 18-22. aan de Straats' burgse ar.hitect Donii;] Specklin wordt tocge•• hroven (ClI . 1577).
-
557 -
I
( \
""
J
'"
' ,) '
.'
'/
. . ., I '
I.
r-
1.
f."
.., ....
Pl an va n cIe Antwerpse ci tadel en de « es planade » geteke nc1 dOO l:. Ba l'thololl!c') Ca mpi in 1572. De lijnri chlin g de\' ollele stacIsol11waliing is met een sl-ippellijn aa ngeduicl. ( POlO SAA.)
-
558-
De dwangburcht had de vonn van een pentagon, d .w.z. een regeimatige vijfhoek, met zijden van ongeveer 300 meter. Op elke hoek bevond zich een massief, sterk vooruitspringend bastion met facen van ongeveer honderd meter lengte, Loodrecht op de vestingmuur gerichre schouders van ongeveer 25 meter Iengte en terllggeLrokken flanken. Vanult deze Laatste konden kanonnen de toegang tOI de lussen de bolwerken gelegen fronlen of cowtines beslrijken. Elk bastion was vool'ziell van twee bomvrije I'uimten, kazematten geheten, die via sluipgangen met elkaar en met de courtines in verbinding stonden. Ter ere van de her tog van Alva en van de ontwerper werden de bastions Hernando (noordoosten), Alva (oosten), Paciotto (zuiden), Toledo (westen) en Hertog (noordwesten) gedoopt. De opstelling gebeurde bijzonder oordeelkundig : twee bolwerken beheersten de stad, twee de Schelde en drie het platteland. Twee del' vijf bastions vervulden dus een dubbele functie. De vijf tussen de bolwerken gelegen cOUl·tines hadden elk een lengte van ongeveel' 175 meter. Achter de weergang van elke courtine bracht men twee verhogingen in aardewerk aan, katten of cavaliers genaamd, waarop zwaar geschut kon geplaatst worden om de nadering tot de facen of de flanken del' aangrenzende bastions te verhinderen. De ci tadel berei dde onmisken baar de zogenaamde tweede Italiaanse versterkingswijze voor : zowel de bolwerken ais de cavaliers bevonden zich op regeimatige en vrij geringe afstanden van eikaar, zodat aBe onderdelen van de vesting eLkaar wederkerig steunden (65). De citadel was omringd door een brede en diepe gracht, die via een sillis met Scheldewater werd gevoed. De contrescarp, d.w.z. de van de vesting afgewende grachtboord, bestond volledig uit metselwerle Stenen bruggen leidden naar de drie toegangspoorten : een aan stadszijde (tussen de bastions Hernando en Hertog), die als hoofdingang fungeerde, een aan Scheldezijde (tussen de bastions Hel'tog en Toledo) en een aan landzijde (tussen de bastions Alva en Paciotto) . Aangezien men de vesting in het defensiesysteem van de stad wenste te integreren, sloopte men het gedeelte del' omwalling gelegen tussen de Keizerpoort (oosten) en de Kronenburgpoort (westen) : twee courtines en een bastion; zij werden vervangen door een « jointe », die de Keizerpoort rechtstreeks met de citadel verbond. De nieuwe stadsmuur lag een heel eind zuidelijker dan de oude, waardoor het stedelijk grondgebied met ruim 60 ha werd uitgebreid. Deze vergroting - de laatste v66r de 19" eeuw - kwam de bevolking
(65) Voor n a dere info r matie over h et gebastiolleerde s telsel verw ijzell we n aa l' P . LAVE DAN ,
Histo ire de l'urbanisme. 11. R enaissance et temps modernes. Pari j s, 1941, p p . 14-21. Wat de Nederlanden betreft, r aa d plege m en F.A. J. VERMEULEN, Handboek tot de gescheidenis der Nederla ndse bouwkunst, II, 's-Gravenhage, 1931. pp. 410-417, en M . VAN HEMELRI]CK, o.c" pp . 131-137.
-
559-
echter geenszins ten goede : de « esplanade », die zich voor de citadel uitstrekte en een oppervlakte had van ongeveer 50 ha, mocht nl. niet worden bebouwd (66). In de vesting zelf werd een kleine stad gecreeerd ruim 200 woonverblijven, talrijk e opslagplaatsen, verscheid ene industriele complexen en een kape\. Ail e gebouwen waren opgetrokken in balesteen en bevonden zich langsheen de courtines, zodat in het midden van het « kasteel » een grate open ruimte beschikbaar bl eef die al s oefenplein kon fungeren (67). Het meest presti gieuze gebouw was ongetwijfeld het « palais et mai son du ray», dat op de noordzijde tegenover het bolwerk Hertog vlakbij de hoofdingang was gesitueerd en dat voor de « kastelein » was bestemd. Tien vertrekken van het « paleis » werden vocrzien van kostbare siers chou wen : vijf uit steen van Ranst (twaalf gulden per stuk), drie ui t marmer (veertien gulden per stuk), een ui t steen van Ecaussines (veertig gulden) en een uit steen van Ath (zestig gulden). Achter het gouverneurshuis werd een uitgestrekte tuin aangelegd. Woning en tuin samen hadden een oppervlakte van 12 .000 vierkante meter. Aan de andere zijde van de hoofdingang beyond zich een kapel , toegewijd aan de apostelen Philippus en Jacobus. Het pOOl·tje was naar het westen gekeerd, m .a. w. Scheldewaarts, het koorvens ter naar het oosten. Het enige sierelement bestond uit een glasraam, waarop van boven naar onder achtereenvolgens een crucifix, het wapenschild van Filips n, eell vaorstelling del' verrijzenis en tenslatte het wapenschild van Alva waren uitgebeeld. De ymboliek za l wei niemand ontgaan zijn! Vrij spoedig zou bJijken da! hel gebauw te klein was in verhouding lal de omvang van het garnizoen. Daarom werd de kapel in de jaren zeventig door een kerk vervangen (68). De 22 huizenblokken, die samen meer dan 200 wooneenheden omvatten, alle voorzien van ruime kelders en zolders, waren als voigt over de citadel verdeeld : parallel met de vier resterende courtines tel kens vier woonblokken , hetzij zestien in het totaal, en in het verlengstuk del' bastions Toledo en Alva resp. vier en twee woonblokken, hetzij zes in het totaa). De officieren werden ondergebracht in twee, de soldaten in de overige twintig woonblokken . Een gelsoleerd gebouw fungeerde als gevangenis. (66) Dc ....".lcrcnd~ gronden (ClI. 10 hoI, gclegcn lus.en de • joint... de Kci>:erpoart. d. Sehcrmcrs-. de (huidigc) Terninck- en de Chuid.ige) KIIStcclpleinstrnnt. werden ontelgend cn Mil Jacob VOn Hentl(lhoven toegekend In rull voar de nankoop en d. Bfbraak door d= laalstc van vel'lehcldenc hul,A'll, • spcclboven . e.d .• gesltuecrd "p hel lerreln ""'Icmd vCOr dc citndel en de • oS'planude -, Van Hancxth.ovcn s lOOl doarvoor eon g~hci m cOntract mol Kocnrnnd Schc:tz; (broc r vnn C.spar) ell Aert VI.mlnck . cr. dc talrijke documl'"ICn In ARA. FU. L 196-'97. l 669·613. en SAA. PI< 22.0. Ii •• 6. T 1706, nr. 1328-1334. T 1712, passim. Over ) /lcob VM Hentl(lhoYen. die nlet aileen hllnddnnr# grondspc:c:ultUll en Induslrltcl was, milnr tcvcns hecr van Hemiksem • • cbolli v~ n Znndhoven en • ",ar.dln. van d. Munt te Antwctrpen. bereld"n wlj ccn grandly. studie v~~r . (67) Tenzij andel'S verm eld, kom e n Ellle inlichtingen betreffcnde het inwendigc del' citadel uit ARA. R 26265. en SAA. R 1807 . (68) Cf. F . PRIMS, Het eind e der kasteelkerk, in Al1twerpiensia, ge r eeks (1935). Antwerpen, 1936, pp. 265·274.
AN T V ERPI/\
UI 0"1
o
_"CII"'-" , I~ r",,,I,,,,..,, ,,r... l
:: 'l?i~r:;~,~~~("
:~~; ~:':I~:"~;'~:~" :~ IJ : ~~~; ~;~~;.;"~ :: ~~ ~~~, ~~;~~,i,,," :;~: ~:~,~;: r~,I,"" :~ I ~c ~:'·:~;:I::I;I'~';~'ffi~:~"" "I .. M., r,,"""' l"lT~ •• L,lIt...doi oJtb.;n .. , '11·tl.. II"""
i , ,.",,, II, '.'r'~'''I'
I f-ilK-.-:<J:!'...
'H,'"' .. I ~ ..
n'ru .c,,(I,ri.
, .,,, ', ..
~ ~ tl" .
. .!f.~:~.~~~"~· .., ,, .,."
~;a: lI.
:. '~""' "
, ' '''Sa;,df~
:.~=~~
" "'" ~
, ,\ "'wIN.~
.......... ...,.... .. ,-_ :.:=::=-. '1'iI"''''''''......
~ &otI1'~....., alt" "
L.~ "'M.
: ~:,~~
r ••
:o 1h.,.,...,140
' ''.t'~ ...... :I.• ,_HIit
....
>,~':.,~:a ;,"" '
, . t~'_Jc~ "F'.u<~<>" . l,u~l.fdJ J.e ..",. , .• tal"""".. Ill(~~~.~ .~lAo(;;ol_ !11 .• fI~~I~'~ '
l'
4'u",,,o.ho. " ~
! ' (.1
I .. La )&.l'(),I':~
r, ~~ ;. .... "JI....,....
.,1.•.\!",h.,I." ,.)•. -.
~
. . . . ..
""""dlc L,,,,,n.
I' L. M .. IOo'" I"' ....."iib. ~1..> \Vc, ;~ nn.. ; ' ''~ I ! .'~
~;;="" ~~E=~ i ..... _Y.\
+,'''''-1_""".
r~ n~n""II~. ... t.. poon-.J~ " .. ,t-, l' L. ..... 'r"J<"oAa;:lo". 4,1 ... .u.,.<"I:u. ......t.~.~ ~" It .... U\"J:..)(Jr.~<.,.. H l • ...,;du iii",,,, .,t.o.-,"'-...
"9"-11...
r "#~.
w lA l'I .. oI~".
uL..M..,~.
. , l O('D(I".
.,............. .......,.,...
a:-=~ ~:=:E?-r.
;;:r.~~t;...;.,r~U'I~~C..., ..I~ ••':
.U.~ .•~.
.;=~
Zicht op de stad Antwerpen in vogelvlucht v66r de bouw van de citadel. l(opergravure van Pauwels van Overbeke, 1568. (Foto SAA.)
ANTVERPIA
VI 0'1
:t~~ ~~~~. ::~~~~~~~I. :~!;:-;::.~ft;lo.. ~.,~.~;~.~';.~. ,1~,.,t,.~ ' L'("~".J.~
.JI .• M~
,tLcMud:.I.'&"'I"'lJi.M
.Ur-~
"LIIoWI""d.II'~
1.l.cMM~""ok!..:n ....
• , . ,_....... ""'_.. c .... <\. ",.,,,.,. p.M!I" :l~.~~;~Iff. '::. '111"'1, 01:1'.
, 1~4.I,:. ......... •• L-c.~"~
'.I .. M.oo~...,,,,.onClt'"' ." ... ""-1"..,,.
i~="" ~~~ h~S.· .~t;==-
:~=~.'7" ~':~~
.,I .. M..ko"~.~QIca. •.. I·I..~IJaT~I·"j'i
t,Lo~l...
l' L. _"lc..
.,t.c.\;.-..
. ?Lt::~IIlJ", •• z.,a,.~ ....
uuo.:.''''r-
,,,l..eMudoI.lnU._.
,.t..)b-.u .wfNrt,
J5 \!"."'-O !.Ubfc dkC l'u_ , ......
).Lol.t .. (....
... ....:;'-:d::"-"",... ... . .. - ...-... ~-'
~
:; : ~~
r.... ........ .
~
, , ~::..MI"''''' ____
'.
C"'' ' ' ' .
1."",r~ ... s..f.~ ... ..t . . l......,.....
~. fH/
"Lt.~..yclaM.D.
l~U.b}"'J~.. ,. ..,,,,",,
_,.......Ih. .. uW.,,-?"" ..
:!f:=:;
m=:.~
"WIll...............
~::;:':'~1.oIt9I ~ :,.~,,-
..
~ ~
." .. t-"'.Iu~4t...~-
::~:~~l."a.....
.... l.cfl .... ~ .HlO'.... ~
:;::=--
:! :.~ .'--~
:;!-;b,7.::::" Uu~
~=.. ::~~
~-,, """"""""'~ """"~ ' I ' &'
...-.
Zelfde plan als het voorgaande, maar met omgeslagen flap, waarop de citadel en de « esplanade» zijn gegraveerd. (Foto SAA .)
-
562-
VerdeI' trof men in de vesting aan : een groot artilleriehui s voar het zwaa r geschut , een poedermolen ell vijf « poedertoren s », drie wapenmagazijnen, elk met een oppervlakte van 156 vierkante meter, een smidse, een brouwerij, een wijnopsl agplaats, vijf waterputten, een reeks bakovens met een gezamenlijke oppervlakte van 420 vierkante meter, vi er windmoJens, geplaatst op de bastions, en een rosmolen . Kortonl, de Antwerpse citadel was afgeste rud op de .kazem ering van een aanzienlijke troepenm achl , die zi ch in geval van beleg geduI'ende een vrij lange tijdspanne zelf kon bedl'uipen. We bezitten geen informalie over het gemiddeJd aantal sold aten gelogeerd in de vesting. We weten echlel' da! e r eind ) 568 del'!ien vendels Spaall se voetknechlen wa ren ondergebracht (69). Aa llgezien ee n dergelijk vendel 120 a 160 manschappen telde (70) herbergde het « kasteel » op da! ogenblik 1.560 a 2 .080 soldaten (71 ) . Nadat hij het bou wwerk op 27 mei 1569 had gelnspecteerd , schreef Alva trots aan Filips II : « Puedo asegurat que es la mas hermosa playa del mundo » (72). Di e uitspraak we I'd doar al wie de citadel bezocht volmondi g onderschreven (73). Om de kroon op de volbrachte taak te zetten , liet de her tog zich in 1571 door de beroemd e beeldhouwer-graveur Jacques Jonghelinek vereeuwigen. Op 19 mei werd de creatie pleehtig in het centrum del' dwangbureht geplaatst : de bronzen landvoogd had de opstandelingen verpletterd en strekte thans zijn beschermende hand over de Nederl anden uit (74) ...
4. De kostprijs : een astrol1omisch bedrag (75) . Het zal weI niemand verbazen te vernemen dat de bOllw van de Antwel'pse citadel, voleindigd in juni 1571, een bijzondel' dure aangelegenheid was. De onderneming slorpte inderdaad een ontzaglijk kapitaal op - heel wat meer dan de landvoogd had gedacht. In het totaal kostte de vesting niet minder dan 801.900 gulden , ongeaeht de a prichting del' ni euwe « jointe », voltooid in juli 1572, waarvaal' ruim 142 .000 gulden was vereist (76) . W at dat cij fe r betekent, l'ealiseert men zieh sleehts als men het vergelijkt met andere investeringen of als men het ui tdrukt in arbeidsjaren . (69) SAA. PK 2232. passim . (70) E. ROOMS. Polit;t!1w; soc/flIt! 1111 eCOIu,,,nj$Cl ,1J sllUlI~ u(m Il"t oar"/~olm U(U I AnuuerpcJI. Bijdrugc to, de /tIilitoir" !/escl,letklli$ der Nuderlalld~II. 1567-1577. Onultgeg even IIcentl rullsve rh. ndellng. Cenl. 1969. p. 238. (71) Ter "erge1ijki ng , in 1832 bcschiktc oanl1l'ilOl Chos. c In d. An twe""", citadel o".r 145 offielcr"n en 4.440 onderoUicieren eJl soldnle" . L. VOET. 0..0.. p . 342. (72) Col. eeloll de docllme"tos ;" uditos pa.ra la 1,/sLorla d" EsplII.o. 38. Madrid. 1842. p. 120. (73) J .A. CORIS. Lol vall JIll/we.""... HOI! rdrlo.r .• Jl II I"'''""" %a(/OII val. d. XV, lot d. XX~ ecw u. Br~e l . 1940. passim . . (74) ce. d. 9rondl9" stud ie von L. SMOI.DEREN. La tallie dll dlle .r Alb" " AtIIJ"" pDr l aequ". jOllghd;r.e/, (1571). Bru •• d. 1972 (Acnd~mle ",yale de Belgique. Me,nolres de I. Classe des Beaux·Arts. C<>llcction in ·/lO. ZC reeks. deel XIV. aU _ 1). (75) Ten,,;) anders vcrmcld. stellnen wij voor het hlcrnuvolgende op AR A. R 26265-26268. Alle bedr. go" zlln sleeds . lge",nd tot op ~~" g ulden. (76) -D e ni C!lwc: • Jointe . we.re opgt!lrokkel1 door Jf),c ob van He nexlh ovcm en Cie. di e daarveor r en tell en on roc r end e goed eren o ntvinge n . ARA, FU , L 191, nl' 2.
Ut O'l LN
D",
j\/~1f
Nu wt ~~.,r.-
..
oJ,, :, ,,,,,; ~~.
fJ~""", lit .l~.
.J. j
~JII ~ :~
n., ,. . / .
..1•.,;.
~Jnv1'
1'" (,·,.tU'Uf'.J,'f' ,?.,. :mIt·
r~";
JtI .. L'I" .... t:
" .'('!('nl
• t ~.,~),~
Ontmanteling door de Antwerpse bevolking van de stadswaarts georienteerde vestingmllllr in augustus 1577. (Folo SAA .)
J
-
564-
Het meest prestigieuze Renaissancemonument opgetrokken in de Nederlanden, het Antwerpse stadhuis (1561-1565), kostte ongeveer 150.000 gulden (77). Het symbool van de spectaculaire economische ontwikkeling en sociaal-culturele emancipatie del' Antwerpse burgerij vereiste m.a.w. vijf keel' mindel' kapitaal dan de vesting die haal' in bedwang moest houden. Groter tegenstelling was nauwelijks denkbaal'. Hoewel het stadhuis vanuit economisch oogpunt bekeken niet helemaal als een improductieve belegging mag worden beschouwd, vermits het gelijkvloel's uit winkelpanden bestond, fungeerde het toch essentieel als statusobject. Daarom is het noodzakelijk het bed rag gespendeel'd aan de citadel eens te vergelijken met een loutel' productieve investering. Welnu, de kostprijs van het grootste industrieIe complex dat in de 16" eeuw in de Nedel'landen is tot stand gekomen, de bl'ouwerijenonderneming van Gilbert van Schoonbeke, bedroeg 271.300 gulden (78), hetzij iets meer dan een derde van het bed rag uitgegeven voor de dwangburcht. Waarbij dient opgemerkt dat Van Schoonbekes brouwerijenonderneming, bestaande uit twintig bedrijfsgebouwen, een «waterhuis », een watermolen en twee stallen met paarden en wagens vool' het transport, een ware omwenteling in de Antwel'pse brouwindustrie teweegbracht de bierproduktie werd verdubbeld, waardoor de 10k ale behoeften volledig konden gedekt worden, terwijl ruim een vierde daarenboven voor export in aanmerking kwam (79). Nog een «confrontatie» : de glob ale hoeveelheid aluin (een onontbeerlijke grondstof voor de textielindustrie) verkocht op de Antwerpse markt in 1569, het piekjaar uit de tweede helft del' 16e eeuw, vertegenwoordigde een kapitaal van ca. 279.000 gulden. Met de toen verhandelde voorraad, n1. 7.749 last of bijna 1,5 miljoen kilogram, konden de behoeften van alle textielproducenten in de Nederlanden, Engeland, Centra ai-Europa en de Scandinavische landen gedurende een jaar ruimschoots worden gedekt. Anders benaderd : een bed rag van 801.900 gulden representeerde op het einde del' jaren zestig ca. 22.275 last of ca. 4,2 miljoen kilogram aluin. Daarmee kon de Nederlandse textielnijverheid gedurende zeven jaar worden bevoorraad (80). Een allerlaatste vergelijking : het verdiend jaarloon van de metselaar-vrijknaap bedroeg te Antwerpen omstreeks 1570 ongeveer 151 gulden, dat van de metserdiender ongeveer 89 gulden (81). De citadel vertegenwoordigde dus ruim 5.300 werkjaren voor een geschoold arb eider en ruim 9.000 voor een ongekwalificeerde ... (77) F. PRIMS, Het stadllUis te Anlwerpen. Geschiedel1is en beschrijving. Brussel-Antwel'pcn, 1930, passim.
(78) H. SOLY, Grondspeculatie, nijverheid en kapitalisme. (79) IDEM, De brouwerijenonderneming van Gilbert van Schoonbeke (1552-1562), in Belgisch Tijdschriit voor Filologie en Geschiedenis, 46. 1965, pp. 1197-1200. (SO) IDEM. De aluinhandel in de Nederlailden in de 16' eeuw. Ibidem, 52, 1974, pp . 844, 849. Cf. oak W. BRULEZ, De handelsbalans cler Nederlanden in het midden van de 16 e eeuw, in Bijdragen voor de Geschiedenis dec Nederlanden, 21. 1966/7, p. 294. (Sl) Berekend aan de hand der gegevens verstrekt door E. SCHOLLIERS, o.c .. p . 90 .
,
-
565-
Vergelijkingen gaan uiteraard nooit helemaal op. In de eersle plaats mogen kapitaalbeleggingen niet uitsluitend met economische maatstaven worden gemeten. Sociale, politieke, religieuze e. a. overwegingen kunnen even, zoniet meer, zinvol zijn. In de tweede plaats dient men rekening te houden met de eventueel positieve neveneffecten van op het eerste gezicht louter improductieve investeringen. Deze laatste kunnen immers ingevolge de verhoogde vraag naar allerlei goederen en diensten een stimulerende invloed uitoefenen op de economische ontwikkeling. Zij kunnen ook de tewerkstelling bevorderen en aldus een gunstig effect ressorteren op de levensstandaard, wat de economie eveneens ten goede komt. Wat de eerste bedenking betreft, kunnen we bondig zijn : de citadel vervulde een strikt politiek- militaire functie, die - zelfs vanuit het standpunt der centrale regering bezwaarlijk hoog kan geschat worden, vermits de rust in de Nederlanden vaar Alva's komst al volkomen hersteld was. In de loop der eerstvolgende decennia speelde het garnizoen evenmin de rol die de centrale overheid het had toebedeeld : het garnizoen lag integendeel aan de basis van de Spaanse Furie, die de Scheldestad in 1576 zowel menselijke en materiele ellen de bezorgde (82), terwijl het niet kon verhinderen dat de Antwerpse bevolking een jaar later naal' de Staten « overliep » (83). Beschouwen we het tweede luik. Heeft de bouw van de citadel op economisch of op sociaal vlak positieve neveneffecten gehad ? De beantwoording van die vraag impliceel't allel'eerst een analyse van de glob ale kostprijs. Deze laatste was samengesteld als voigt (84) : Aard der uitgaven
Kostprijs (in gulden)
Graaf- en afbl'aakwerken (85) Buitenmetselwerk Binnenwerken Lening + interest (86) Wedden (87) Allerlei (88)
141.433 363 .944 129.220 52 .382 41.784 73.137
Totaal
801.900
%
17,65 45,38 16,11 6,53 5,21 9,12 100
(82) E. ROOMS, Een nieuwe visie op de gebeurtenissen die geleid hebben tot de Spaanse Furie te Antwerpen op 4 november 1576, in Bijdragen tot de Geschiedenis, 54, 1971, pp. 48 e,v . (83) E. PRIMS. Geschiedenis van Antwerpen, XIX, pp. 136·137. (84) De grondprijs moest door de regering niet worden opgebracht : Jacob van Hencxthoven en Cie koch ten nl. de vereiste terreinen in ruil vocr het alleenrecht om de ruimte tussen de ~ jointe ", de Keizerpoort. de Sche rmersstraat en de • esplanade. te verkavelen . ARA , FU. L 196-197. •
(85) Inbegrepen : de albraak der stadsomwalling I... OCn de. (oude) Btgij"e"poort en de Kronenburgpoort. de afbraak van de Kronenburgtoren ~n hct gTilvcn von de g-racht tusselt d~ citadel en de Keizerpoort. Deze posten kunnen lliet worden ofgctrokktn vnn het totoJ:lI. omdat ze in de rekeningen steeds bij de kostprijs van de • kn:lteclgrac.hl. worden gele.ld ~ De. donrUit voo l'tvloeiende "vertekening" kan nochtans niet erg groot ziJn .. verm.it& bet bedrag gespen<\ecrd aan dat laatste werk minstens 106 .900 gulden beliep. (86) Het betreft e3n lening van 50 .000 gulden verstrekt door Jan Balbani en aangegaan om dadelijk met de werkzaamheden te kunnen starten . (87) Wedden der ingenieurs. landm eters, toezichters, enz.: geen arbeiders lonen. (88) Kostprijs van rna .erialen waarvan de besternming onduidelijk is, van werktuigen en Van niet nader gespecificeerde bouwwcrken.
§lOilffii~_.
lJI«IV,
~Gr;El~~
-
566-
Men merkt dat het bllitenmetselwerk, d.w.z. de bOllW del' bastions, courtines, kazematten, bruggen, poor ten en contrescarp, de voornaamste uitgavenpost was : ruim 45 % van de globale kostprijs bestond uit de levering en de verwerking van het matel'iaal vei'eist voor de opl'ichting van de vestingmuur en zijn toebehoren. Dam'om wilen we onze aandacht in eerste instantie daarop toespitsen.
5. De ((((nbesteding del' werken .
A. H et buitenmetsei werk. Op 10 oktober 1567 benoemde Alva de Antwerpse zakenman Jacob van Hencxthoven tot provoost van de Antwerpse citadel (89). Zijn bevoegdheden waren van tweeeriei aard. In de eerste plaats werd hij voor de dum del' werken belast met het politionele toezicht op het « kasteel ». Van Hencxthoven heeft die taak blijkbaar met vlijt vervuld : in de periode 1568-1570 werden op zijn bevel een graver en twee Spaanse soldaten geexecuteerd, tientallen weel'spannige al'beiders gegeseld en verscheidene gefolterd (90). In de tweede plaats stond hij in voor de aanbesteding van en de controle op aile werkzaamheden. Men zaJ zich wellicht afvragen waarom de landvoogd zulk een belangrijke opdracht niet aan een ambtenaar toevertrouwde? Bij gebrek aan expliciete gegevens is het onmogelijk op die vraag een slllitend antwoord te geven. Toch willen we pogen enkele elementen bijeen te brengen, die zoal geen volstrekt zekere, dan toch een vrij plausibele aanzet tot verklaring kunnen vormen. De oprichting van een complex defensiesysteem vereiste uiteraard een flinke dosis technische kennis. Daarvoor kon Alva een beroep doen op bezoldigde specialisten, in casu Paciotto en zijn medewerkers. De aanbesteding van omvangrijke bouwwerken veronderstelde echter eveneens een bepaalde onderlegdheid : men diende grondig op de hoogte te zijn van vraag en aanbod op de plaatselijke markt. Miljoenen bakstenen moesten immel's geprodllceerd, aangevoerd en verwerkt worden, dllizenden bomen geveld, getransporteerd en tot planken gezaagd, honderden kilo's lood en ijzer gegoten en gesmeed, enz. Dat alles moest binnen de kortst mogelijke tijd geschieden, waardoor te vrezen viel dat zowel de prijzen van diverse grondstoffen als deze van de arbeidskracht pijlsnel in de hoogte zollden worden gejaagd. Alleen wie het marktmechanisme door en door kende ; kon erin slagen dat « euvel» tot een minimum te herlei den. Aangezien geen enkele regeringsambtenaar terzake voldoende gekwalificeerd was, is het begrijpelijk dat Alva zich tot een 10k ale prive-ondernemer wendde. Jacob van Hencxthoven leek de aangewezen man. In samenwerking met Gilbert van Schoonbeke had hij in het begin del' jaren vijftig te Hemiksem (nabij Antwerpen) n1. zestien (89 ) ARA. R 26265. £0 125. R 26268. fo 9 vo . (90 ) ARA. R 26268, fO 11\,°; F. G . U[LLENS], O . C" pp. 171. 180.
-
567-
steenbakkerijen opgericht en llitgebaat, terwijl hij in dezelfde periode voor eigen rekening in de Scheldestad bovendien een indrukwekkend aantal huizen en commercieie gebouwen had opgetrokken (91).
Toch wekt het verwondering dat de landvoogd uitgerekend een beroep deed op iemand die door de tijdgenoten werd afgeschilderd als «een man ongetrouw ende sondeI' conscientie. die veJe clueghdeIijcke pel'SOonen ende poirteren binnen dezer stadt verongelijckl heeft» (92). Hoe valt die « onbezonnenheid » van Alva Ie rijmen met zijn bijzonder sCI'up111euze bouding in andere aangelegenheden ? Wij menen cia! twe factoren daarbij cen doorslaggevende 1'01 hebben gespeeld. In de eerste plaats had Jacob van Hencxthoven in de pedode· 1555-1561 niet aileen een vennootschap gevonnd VOOI' de levensmiddelenbevoorrading del' garn izoensteden gelegen op de gl'ens tussen de Nedel'laoden en Frankrijk en had hij zich op een vool'tl'effelijke wijze van die taak gekweteo (93) , maar omstreeks dezelfde tijd had hij tevens de bOl1w van de nieuwe vesting te Philippeville tot een goed einde gebracht (94). Beide presta ties hebben hem in regeringsmiddens ongetwijfeld een goede fa am bezorgd. In de tweede plaats - en vooral dunkt ons - moet men rekening hOl1den met het feit dat Jacob van Hencxthoven nal1we contacten onderhield met verscheidene leden del' invloedrijke familie Schetz (95). Welnu , de spil van deze Jaatste, Gaspar, was sinds 1564 thesaurier-generaal in de Raad van Financien. Het zal Jacob van Hellcxlboven bijgevolg niet veel moeite gekos( hebben om de kersverse landvoogd overtlligende « geloofsbrieven» voor te leggen ... Hoe ook, de provoost kreeg volmacht om de werken aan de Antwerpse citadel volkomen naar eigen goeddl1nken te laten uitvoereno De Raad van Financien stiplIleerde slechts « (que) lesd. ouvraiges se donneronl en tacqlle, par grandes, moyennes et petites portions, selon Ie povoir et commodile d'ung chacun» (96). Onderstaande tabel, waarin wij hebben opgetckend hoeveel kl1bieke roeden (97) buitenmetselwerk door de onderscheiden aannemers werden opgetrokken, maakt duidelijk op welke wijze Jacob van Hencxthoven die bepaling in de praktijk heeft «vertaald ». De provoost besteedde niet mindel' dan 82 % van het buitel1melselwerk aan zes vennootschappeo, die samen zestien personen telden. De resterende 18 % was over veertien zeUstandige aanoemel'S gespl'eid . AndeL's lIitgedrukt : terwij.1 ieder lid van de eerste groep gemiddeld 893 kubjeke roeden voor zij ll rekening nam, kreeg Ike aannerner behorend tot de tweede groep er gemiddeld slechts 224 Loebedeeld, hetzij ee ll 1-4 vel'houding. (91) H . SOI.Y. Grond.pee//loUe. llijverlrDid en l
568 Aantal roeden buitenmetselw.
Aannemers
Gerard de Chievres en Cie (98) Gregorio de Franchi en Cie (99) Corneille de Frize en Cie (99) Jehan Heymans en Aerdt van der Schriecke David de Prand en rehan de Pen neville Dominico de Cochy en foris Spiers 14 andere aannemers
3.922 3.721 2.055
22,51 21,35 11,79
1.923
11,03
1.584
9,10
1.084 3.137
6,22 18,00
17.426
Totaal
%
100
Het is evident dat een procentuele verdeling del' uitgevoerde werken weinig of niets zegt over de kapitaalkracht del' betrokken ondernemers. Werken van een geringe omvang kllnnen immers technisch veel moeilijkel' realiseerbaar en bijgevolg heel wat dllurder zijn dan grote, maar eenvolldige constructies. Daarom moet men nagaan welk bedrag door de centrale regering naderhand aan de diverse aannemers werd ui tgekeel'd (100).
Aann emers
Gregorio de Franchi en Cie Gerard de Chievl'es en Ci~ Corneille de Frize en Cie Jehan Heymans en Aerdt van del' Schriecke David de Prand en Jehan de Penneville Dominico de Cochy en Joris Spiers 14 andere aannemers Totaal
waard e der we rken / (in guld e n)
I
%
81.857 81.327 45.220
22,50 22,35 12,42
42.303
11,62
21.975
6,04
21.097 70.165
5,80 19,27
363.944
100
(98) De vennootschap bes tond uit Ge rard de Chievres, Anthoine Yb el'ti , Guill aume Crop en Ari on Rymans. (99) De compagnie bestand uit drie personen. In de l'ekeningen wOl'dt echt el' jammer genoeg aIl een de naam van de voornaa mste co ntl'actant vermeld . (100) De bedragen hebben s teeds be trekking op hel gel ev el'd e mater iaa l. de gepresteerde al' beid en de winst van de aa nnemer .
-
569-
De hoger geconstateerde verhoudingen blijven haast ongewijzigd : ruim 80 % van het globale bedrag gespendeerd aan buitenmetselwerk ging naar zestien aannemers, gegroepeerd in zes vennootschappen, terwijl de overige 20 % door veertien aannemers moest gedeeld worden. Een eerste gevolgtrekking ligt voor de hand : Jacob van Hencxthoven heeft het advies van de Raad van Financien gewoon naast zich gelegd en heeft bij voorkeur zeer kapitaalkrachtige personen aangesproken. Het middel daartoe was even eenvoudig als efficient : sinds de 15 e eeuw was het te Antwerpen weliswaar verboden meer dan twee «taswerken}) tegelijk te aanvaarden (101), doch de provoost besteedde aan de uitverkorenen steeds duizenden roeden muur ineens, zodat elke mededinging vanwege de andere aannemers bij voorbaat was uitgesloten. De minder gegoeden uit het bouwvak konden het zich immers niet veroorloven een reusachtig «taswerk}) te aanvaarden, waarvoor men niet per tijdseenheid, maar wel globaal werd vergoed, meer bepaald na de uitvoering van het contract. Het hoeft geen betoog dat de steeds verdergaande polarisatie tussen de grote en de kleine bouwondernemers aldus ten zeerste werd versneld. Wat meer is: doordat buitensporig grote «taswerken}) werden aanbesteed, konden zelfs de kapitaalkrachtigste bouwondernemers de aanzienlijke bedragen vereist voor de aankoop van het materiaal en de betaling der arbeiders niet zelfstandig voorschieten. Zij zagen zich verplicht handelaars-financiers onder de arm te nemen en met hen een vennootschap te vormen. De twee voornaamste compagnieen belast met het buitenmetselwerk werden allebei geleid door personen die met het ambacht geen uitstaans hadden : Gerard de Chievres was een Antwerpse koopman (102), Gregorio de Franchi een Genuese financier (103). Ook David de Prand en Dominico de Cochy waren blijkens de rekeningen kooplui (104). Groter tegenstelling met de officiele voorschriften was nauwelijks denkbaar ! Het is duidelijk dat men deze laatste naar de letter he eft gei'nterpreteerd, m.a. w. omzeild, door naar voren te brengen dat de betrokken kooplui slechts als « tussenpersonen}) fungeerden - de werken zelf werden weI degelijk door leden van het ambacht uitgevoerd. Zonder de steun van Alva's repressiepolitiek had Jacob van Hencxthoven de cOl'pol'atieve bepalingen nochtans niet zo gemakkelijk kunnen « vel'krachten ». Het harde optreden van de landvoogd, de onzekerheid betreffende het « chastoy» en de aanwezigheid de)' vreemde lroepen lieten echtel' weinig ruimte voor protestbewegingen. (101)
E.
SCHOLLIERS,
Vrije
en
onvrije
arbeiders,
voornamelijk
te
Antwerpen,
in
de
16<: eeuw, in Bijdragen voor de Geschiedenis det Nederlanden, 11, 1956, p. 291 n & 1.
(102) Op het einde der jaren vijftig leverde Gerard de Chievres aan de regeringstroepen o.m. luxeprodukten als zalm. specerijen, rozijnen e. d. SAA, Certificatiehoek 12, £0 37, 49vo-SO, 221,,0. Stolid hi] toe" . 1 1.11 contact met Jacob van Henc_thoven? (103) ARA. R 26265, fO 15; J.A. GORIS, us colonics mtircl,alld.,s meridionalos (Portugais, Espagnols, Ila'ltmsj a Al",,,,, de 1488 a 1561. ContrlbuUoII
-
570-
De Raad van Financien, die aBe contracten en l'ekeningen conlroleerde, verhief evenmin zijn stem. Het bestuurlijk appal'aat had aIleen oog voor Van Hencxthovens efficiente en kostenbesparende werkwijze. Beide aspecten vereisen enige toelichting. De citadel werd in een ijltempo opgetrokken: drie jaar nadat een Spaanse priester « den eersten fondeel'steen » had gewijd (l05), was de vesting voltooid. Het buitenmetse1werk alleen al vorderde a rata van 484 kubieke roeden of 4.550 m 3 per maand, een waar record voor die tijd (106). Waarbij dient aangestipt dat in de winter gedurende vel'scheidene weken niet kon gemetst worden, zodat het reele gemiddelde nog heel wat hoger zal gelegen hebben. Laat ons vervolgens de eenheidsprijs afgedongen door de provoost beschollwen. Het overgrote deel van het buitenmetselwerk kostte 22 gulden per kllbieke roe de (materiaal + arbeid). Aangezien Gilbert van Schoonbeke in 1551-1553 aan zijn onderaannemers 16 g. 10 st. had be!aaJd (107), was de aanbestedingspl'ijs in vijftien jaar lijd slechts met cen derde toegenomen. De baksteenprijs - de voornaamste uitgavenposr (108) - was in dezelfde periode Dochlans bijna vel'd ubbeld (109). Hoe moet die anomalie worden vel'klaard? De rekeJ1ingen verschaffen ons het antwool'd : Jacob van Hencxthoven txad dadeUjk na de start del' werkzaamheden in onderdeling met de gebroedel's Jan en Peter van Boorne, die Van Schoonbekes leenbakkerijen te Hemi.ksem hadden verworven. Eens de nodige smeergelden overhandigd, verkJaardeo beide industrielen zich bel'cid om minstens 1.200 schepen of del'tig miljoen bakstenen te leveren voor 31 gu lden pel' schip, hetzij haast cen viel'de mindel' dan d op dal ogenbJik gangbare prij . De gevo.\gen laten rich raden : « Par ce moyen tOtlS les autl'es bricqueteurs se sont aussi condescendllz et comprins de livrer grand nombl'e de batteaulx de bricqlles pour Ie mesme pris» (l10). Daal'mee had Van Hencltthoven zijn doel bel'eikt: de aanbestedingsprijs werd Flink gedrukt. Oal ging des te gemakkelijker omda! de provoost het gros del' werken Iiet uitvoer'n door een beperkt aantal aannemers, die de geringere winstmarge door een grote afzet konden compenseren. Ten einde onze interpl'etaties te veri Ciel'en , zullen we thans onderzoeken welke « politiek» Jacob van Hencxthoven heeft gevoerd m.b.t. de aanbes teding der binnenwerken, d.w.z . de bouw van het « paleis », de huizenblokken , de industricle complexen e.d. gelegen in de citadel. (lOS) F.C. U(LLENSJ. O.c.. p. 163 (22 mel 1568). (106) vergelljklng , Gilbert vnn Schoonbcko richtte in 1551-1553 gcm iddo1d 281 kubieke roedcm met,clw~rk pa maand cp. Men dicnt cchtcr rekening tc houden met het' feit dat de ondernemer in dczeHdc periode oak instond voar de urbanisatlc cler Nleuwstad . de bouw van de hclr. va" het TnplS$leupnnd cn do vcrkoop do.r stad seigendommon. H. SOLY . C,olldspew-
re.
}oiie. nij/Jerheid en lwpitalisme,. (107) Ibidem. (108) De bakstenen namen gcmiddeld 50 % van de globale kostprijs van ccn kubicke rocde metselwerk In beslag. Ibidem, (109) In het begin del' jaren vijftig vroeg Gilbert Vi1n Schoonbeke 21 a 23 gulden voor cen schip bakstenen (25.000 stuks). Ibidem. EEm decennium later was de prijs opge lop en tot veertig gulden per schi p. ARA, R 26265, fo 121, SAA, Insolvente Boedelskamer 479, fO 92vo-94. (110) ARA. R 26265. fO 121.
-
571 -
B. De binnenwerken. De binnenwerken kostten 129.220 gulden. Merken we terloops op dat aan het «paleis» aIleen al ongeveer 30.000 gulden of ca. 23 % van het totaal werd gespendeerd. In tegenstelling tot wat sommige historici betogen (111), kan men bijgevolg bezwaarlijk van een « gewoon» burgershuis gewagen. De prijs del' aIlerduurste « huizingen », d.w.z. luxueuze herenwoonsten met inrijpoort, galerij(en), binnenplaats(en), twintig en meer vertrekken, stalling(en) en tuin, lag te Antwerpen in het midden der 16e eeuw trouwens zelden hoger dan 25.000 gulden (112). In het kader van deze studie doet het er echter niet veel toe welke gebouwen het meeste geld opslorpten. Daarom hebben we bij de analyse van de globale kostprijs aIleen rekening gehouden met de aard del' verrichte werkzaamheden, ongeacht hun specifieke bestemming. We bekwamen aldus het volgende beeld :
Aard der werken
Kostprijs (in gulden)
Metselwerk Timmerwerk Lood- en ijzerwerk Dakbedekking AHerlei (113) Totaal
56.670 54.832 8.421 6.094 3.203 129.220
~-o
43,86 42,43 6,52 4,71 2,48 100
Metsel- en timmerwerk legden samen beslag op ruim 86 % van het totaal. De eerste post was weliswaar de voornaamste, maar zijn « voorsprong» viel haast te verwaarlozen. Het grote aandeel del' « timmerage » wekt uiteraard geen verwondering. Alle ramen, deuren, zoldervloeren en dakgebinten der talrijke gebouwen werden immers in hout opgetrokken. Daarenboven leverden Dierick Meermans en Cie in 1567-8 voor 11.635 gulden 180 houten barakken, waarin de soldaten werden ondergebracht totdat de bakstenen kazernes voltooid waren (114). We zuHen thans nagaan op welke wijze en aan wie Jacob van Hencxthoven de belangrijkste werken heeft aanbesteed. Ziehier de verdeling van het metselwerk :
(111) Inter dlio H . WAUWERMANS, l.n Fortification, p. 50. (112) ,H . SOLY, CrolldspoclIlnU". lI(j"crlt~id en kapitalisme.
(113) Scbilderwork. oon koop en pla.lSing van vensterglas. enz. (114) ARA, R 26265. r. 42 ..... 13v".
-572 Aannemel'S
w aarde der werken/ (in gulden)
I
%
----
Adriaen Vermeulen, Andries Cholaert en Jaspar Scheerder
22.850
36,99
Jan Adolfss. en Andries Adriaenss.
16.446
30,64
Pauwel van Wilmont en Cie
8.813
16,42
Jan van de Wiele Fran<;:ois van den Berghe en Cie (115)
6.061
11,29
2.500
4,66
Totaal
56.670
100
De concentratietendens is nog opvallender dan bij het buitenmetselwerk : ruim twee derde van het kapitaal besteed aan de oprichting van bakstenen constructies in de citadel ging naar (wee vennootschappen, bestaande uit vijf ondernemers. Daal'bij dient aaogestipt dat er blijkbaar een radicaal sociaal-economisch onderscheid bestand tussen aannemers van buiten- en van binnenmetselwerk. Inderdaad, het hoogste bedrag uitgekeerd aan een compagnie belast met binnenmetselwerk, nl. 22.850 gulden, lag nauwelijks 8 % boven hel laagste bed rag betaald aan een del; zes grote cOJ'upagnieen beLast met buitenmetselwerk, nl. 21.097 gulden. Anders benaderd : het best geremunereerde vennootschap belrokken bij de bouw van de vestingmuur en zijn toebehoren (groep I) ontving 3 5 keel' meel' kapitaal dan het best geremunereerde vennootschap betl'okken bij de opl'ichting van metselwerk in het kasteel (groep Il). Preciezer nag: aan ieder lid van groep ] werd gemiddeld 20.464 gulden uitgekeerd aan elk li.d van gl'oep IT ongeveel' 7.617 guLden, hetzij een verhouding van I tot 2 ,7. Dam'om bevonden zich onder de aannemers van binnenmetselwel'k vermoedelijk geen kooplui-financiers : bet vel'eiste kapi(aal kon door de grote meesters uit het bOllwvak zelf worden opgebracht. Als men tensiotte de aanbesteding van het timmerwerk onder de loupe neeml dan mel'kt men nogmaals eeo concentratietendens. Een enke! vennootschap, bestaande uil drie ondernemers, Jegde beslag op bijna 61 Ofo der wel'ken. De reslel'ende 39 % was over minstens ( I. L6) zeven limmerlui verdeeld.
(115) Hoewel Fran~ois van den Berghe in ec rs te instantie tirnmerman was (zie verder). ric~tte hij tach enig mets elwerk op . (116) MinslelJS : omdat w e veronderstellen dat Fran c;ois van den Berghe maar
had .
een
vennoot
573 -
Aannemers
w aarde der werkenl (in gulden)
I
%
Dierick Meermans, Lambrecht Melijn en Mathieu Melijn Jan Franck en Wijnand de Voocht
33.425 9.402
60,95 17,15
Josse Elens, Christoffel Diericx en Wouter Verholen
6.112
Fran<,:ois van den Berghe en Cie
5.893
Totaal
54.832
11,15 10,75 100
C. Totaalbeeld: oligopolies en sociale polarisatie. De vestingmuur, het binnenmetselwerk en de « timmerage » vertegenwoordigden een kapitaal van 475.446 gulden of 59,3 % van de totale kostprijs. Van dat bedrag ging niet minder dan 366.500 gulden of 77,1 % naar negen compagnieen, die samen 24 aannemers telden, Minstens (117) 24 andere aannemers moesten zich met 22,9 % tevreden stellen. Kortom, de bouw van de Antwerpse citadel gaf aanlei ding tot een uitgesproken oligopolievorming, die de sociaal-economische achteruitgang der kleine ambachtsmeesters in hoge mate heeft bevorderd. Wat meer is: de polarisatie tussen de kapitaalkrachtige aannemers en hun minder gefortuneerde « collega's» had omstreeks 1570 veel scherper vormen aangenomen dan in het begin der jaren vijftig. Zeker, Gilbert van Schoonbeke besteedde ruim 96 % van aIle door hem aanvaarde werken, d.w.z. de bouw van ongeveer 79.000 kubieke meter omwalling, aan een groepje van zes a zeven personen. Deze laatsten behoorden echter tot het ambacht der « vier gekroonden », dat de metselaars, de steenhouwers, de schaliedekkers en de kasseiers omvatte (118). Vier der voornaamste vennootschappen belast met het buitenmetselwerk der citadel daarentegen werden geleid door handelaars-financiers, die tijdens een weinig rooskleurige conjunctuurfase (zie verder) winst poogden te boeken door middel van openbare werken. Waarbij dient opgemerkt dat deze vier compagnieen haast 97.000 kubieke meter muur oprichtten.
(117) Minslen5 : omdat we veronderstellen dat drie compagnieen elk slechts twee leden telden - wat vrij onwaarschijnlijk is.
(118) C. VAN CAUWENBERGHS. La corporation des quatre couronnes d' Anvers ou les architectes anversois du moyen age (1324-1542). Antwerpen, 1889,
-
574-
Samengevat : wat het bouwvak betrof, had het corporatieve stelsel te Antwerpen in de tweede helft der 16" eeuw elke reeIe betekenis verloren. De 101ltere kapitaalkracht was doorslaggevend gewol'den. De implicaties dam'van waren voor de kleine ambachtsmeesters des te ernstiger, omdat zowel Van Schoonbekes feitelijk monop01ie del' openbare werken als het oligopolie van enkele aannemers betrokken bij de opl'ichting van het «kas teel » tot stand kwarnen in perioden waarin de privewoningbollw zo goed als stillag (119), zodat van enige « cornpensatie » geen sprake kon zijn. Daarom menen wij te mogen stell en dat de sociale polarisatie in het bouwvak een irreversibel proces is geweest. Concreter lIitgedrukt : elk groots openbaar werk was verantwoordelijk voor de deklassering van nieuwc groepen ambachtslui. Welke meester-metselaar of mees ter-timmerman kon immers het hoofd boven water houden , wanneer hij geen dee1 had aan de uitvoering van een openbaar werk en hij gedurende verscheidene jaren in de prive ector evenmin een uitweg vond? Het antwoord ligt vOor de hand. De schaarse fina'l1cieie reserves die de betrokkene hadden verhinderd een openbal'e aanbesteding te bekomen waren in die omstandigheden n1. sne1 uitgeplIt , waardoor de onontbeerlijke basis voor de ha'l1dhaving van een economjsch onafhankelijke positie wegviel. Dc vroegere « mee tel'S» behielden slechts in recllte hun sta tus ' de facto werden zij tot loonarbeiders gedegradeeI'd. Daar Iigt o.i. de belangrijkste verk1aring VOOl' het reit dat nauwelijks 17 % del' 353 metselaars lim merlui en schaJiedekkel's vermeld in de ( quoUsalielijsten » van 1584-5 tot de bezittende klasse behoorden (120). Js de oprichtin.g van de citadel de industrii:He onlwikkeJing aJ dan niet ten goede gekomen? Bij gebrek aan inlichtingen kan die vl'aag niet met zekerheid worden bean twoord. 'Een exhallstief onderzoek del' Antwerpse schepenregisters waarin aUe transacties op onI'oel'ende goedel'en werden genotecrd, hrachl aHeszins geen spoor van een nieuwe steenbakkerii, kalkoven , veenontginning of houtexploitatie aan het Hchl. Het tegenovergestelde ZOll tl'O'uwens vrij verwonderlijk geweest zijn : de gebroeders Van Boome , de voornaamste baksteenleverancier , had den Van Schoonbekes ovens te Hemiksem opgekocht, tel'wijl de gebroeders Schetz en hun vennoten de lIitgestrekte tul'fgronden van dezelfde ondernemers nabij Rhenen had den verworven (12 1). Een intensieve(l'e) expJoilatie van deze en andere bestaande beddjven zal vermoedelijk hebben volstaan. Kan hel opdrijven del' prodllktie dan niet sis een positief re ultaat worden beschouwd ? OngetwijfeJd. Men mag evenwel niet uit het oog verliezen dat slechts enkele ondernemers daarvan konden profiteren en dat het bovendien 0111 een voorbijgaand verschijn eJ ging, vel'mits de vraag (119) Voer de jaren vijftig H . SOLY, De schcpenr egis tC'rs als bron vaor de conjunctuurgeschiedenis van Zuid- en Nool'dn ederlandse steden in het Ancien Reg ime. Een cancreet vaarbee Jd : de Antwerpse immobiHenmarkt in de 16C ee uw , jn TijdscllriJt vot" G esc hiedenis, 87, 1974, pp. 534-535. Vaar h et eind e del' jaren zestig zie verder. (120) j. VAN ROEY, De socia Ie structulir en de godsdiet1stige gezilldheid van de Anlwerpse bevolldllg op de voorQlJond UGH de Reconciliatie wet Farll ese (17 augu stus 1585). Onuitgegcven doctora atsverhandeJing , Gent, 1963. pp. 39-40. - (121) H . SOLY. Grondspecu1aU e, nijuerheid en l.;wpi[alisme.
-
575-
na de voltooiing der werken automatisch ineenstortte_ Een herinvestering der gerealiseerde winsten in de betrokken bedrijven had om dezelfde reden weinig of geen zin : de bouwindustrie was in het Ancien Regime al te conjunctuurgebonden en beschikte over al te weinig alternatieve afzetmarkten, opdat grote ondernemingen in die sector een lange levensduur kon beschoren zijn. De draagwijdte van een tijdelijke produktieverhoging was bijgevolg noodzakelijkerwijze uiterst beperkt (122). Men kan zich tenslotte afvragen of de aanwezigheid van een uitgebreid garnizoen geen stimulans is geweest voor de ontplooiing der lokale verwerkende nijverheden ? Hoewel weinig of geen informatie dienaangaande voorhanden is, zijn wij geneigd een negatief oordeel uit te spreken. Gezien de gebrekkige en onregelmatige wijze waarop de toch al niet bijster hoge soldij aan de sold at en werd uitgekeerd (123), konden deze laatsten vermoedelijk niet veel geld aan kledij spenderen. Wat de voedselconsumptie betreft, dient men in aanmerking te nemen dat zich in de citadel zelf vier windmolens, een rosmolen, een brouwerij en een reeks bakkerijen bevonden, zodat de lokale producenten niet moesten aangesproken worden. Daarbij kwam nog dat de soldaten van aIle bier- en wijnaccijnzen waren vrijgesteld en dat zij het als een winstgevende zaak beschouwden om een deel van hun voorraad aan Antwerpse burgers te verkopen, waardoor de stedelijke inkomsten werden gedrukt (124). Van de levering of hers telling van metalen voorwerpen kon slechts in beperkte mate sprake zijn, vermits men in de citadel over een smederij beschikte. Kortom, het lijkt haast uitgesloten dat het garnizoen de lokale industrie op een of andere wijze is ten goede gekomen. AIleen de handelaars in graan, peulvruchten, vlees, vis, wijn e.a. levensmiddelen, in steenkool, brandhout, roetkaarsen, was e. a. produkten bestemd voor verwarming en verlichting, in slaap- en huisgerei, enz., hebben waarschijnlijk bij de kazernering van 1.500 a 2.000 soldaten voordeel gehad. In dat verb and moeten nochtans twee bedenkingen worden gemaakt. In de eerste plaats is het mogelijk dat de bevoorrading van de citadel aan een klein groepje kooplui werd «toevertrouwd ». We weten nl. dat Jacob van Hencxthoven op 5 mei 1568 aan Jehan Leurs het alleenrecht toekende om gedurende twaalf jaar aan de soldaten gelegerd in de vesting wijn, alsook bier gebrouwen buiten de Nederlanden, te leveren (125). In de tweede plaats lijkt het niet denkbeeldig dat het onttrekken aan de lokale markt van grote hoeveelheden wijn, vlees, brandhout (122) IDEM, Nijverheid en kapitalisme te Antwerpen in de 16 e eeuw, in Album Charles V erlinden_ Gent. 1975. pp. 344-345 . (123) E. ROOMS, De materiele toestand van het garnizoen te Antwerpcn (1566-1577). in Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis, 20. 1974. pp. 633-654 _ (124) SAA, PK 916, £0 231v o-232, T 1163. 7 1754 . (125) ARA, FU, L 196, n r 9.
----.
-
576-
e.a. produkten de prijs van die waren heeft belnvloed en mede een verklaring kan vormen voor de bijzonder scherpe prijsstijgingen ervan na 1567 (126).
6. De bouw van de citadel en de werkgelegenheid te Antwerpen. Tot nag toe werden uitsluitend negatieve aspecten naar voren gebracht. De bouw van de citadel heeft nochtans een gunstig effect geressorteerd : de onderneming heeft nl. aan talrijke arbeiders wel'k verschaft. Het precieze aantal valt niet meer te achterhalen (127) , omdat in de rekeningen meestal globale bedragen worden opgegeven, waarin de prijs van het materiaal en van de arbeidskracht, alsook de winst van de aannemer, zijn begrepen. Gezien de enorme omvang del' werken, lijdt het echtel' geen twijfel dat bij de oprichting van de vesting ettelijke hondel'den arbeiders waren betrokken. Dat sociale «neveneffect » was des te belangrijker, omdat de periode 1567-1573 werd gekenmerkt door een economische malaise, die grote werkloosheid meebracht (128). Wat het bouwvak betrof, was de situatie alleszins uiterst somber. Volgen s Godevaert van Haecht lag de bedrijvigheid in die sector in 1567 helemaal stil (129). Zowe! de huurprijzen del' grote huizen als deze del' commerciele gebouwen stol'tten in het betrokken tijdvak trouwens omlaag (130). De Antwerpse magistraat pl'ofiteerde van de werkloosheid om de nominale lonen del' bouwvakkers drastisch te drukken : het verdiend dagloon van de metserdiendel' daalde van 1566 op 1567 met 9,6 "la, dat van de metse!aal'-vrijknaap zelfs met 15,3 %. Volgens E. Scholliel's heeft Alva's repressiepolitiek daarbij een rol gespeeld : de vrees voor sociale troebelen, die de werkgevers en het stadsbestuur in gelijkaardige omstandigheden altijd tot toegevingen had aangespoord, vie! immel's volkomen weg (131) . (126) Als men aanvaardt dat de citadel gcmiddeld 1.800 soldoten hcrbergdc. .c.. 11. p . 97. 7.oud"n r ul m 2.000 orbcide", nOD do cltudel hcbben 9.wer~l . Dot cilfeT i. cch ter ollgotwlJf.ld ovcrdrtvcn. Zelf. Jndle" men v«onder.telt dn t elk. Itrboider cen
o.l1gc$chooldo was (verdlcnd Janrloon : 89 guidon) . dnn komI men nl. voor dri. ln1tr noy aM 534.000 guIdon. hetzlJ 66.6 'Ie vnn de globale kostprIJ" We\nu, ll.u",e.UJk~ 20 vun ~c prljJ va n COD kubicke TOede mctsolwcrk glng n••r "rbeid ... lon.n. H. SOLY. CroJldspeculnu •• "Ijuurn.ld em kapita1ism~. Bulten- c.n blnncnmct. clwc.rk vcrlcgenwoordigderl eon knpilDol yon 420.614 gulden. Necmt men ann dol 20'le naor Rrbelder.lonen ging. don bekomt men ClI . 84.123 g ulden. Met dnt bedr og konden 315 meme.rdiendeu gedurendc drie Junr Cull-timo worden lewerkgeslcld. AI. mell vcrondorstdt dot hel knpit. I ge..pcndccrd •• n grnnf· en afbrnak' werkell (141 .433 gulden) loutcr ult nrb.idcrslonen bestond. dan ,-ouden dnurmce ORg"v""r 530 onge5chooldcn gC!.dur~ndQ drie JOBl" ;:san de kost zijn gekomen. AoovQ{\rdt m.en bovendien vrij .rbltralr dOl d. [ .. tcrcnd" worken jllorllJks cen hondcrdtal 'P... onen hobben opgworpt dnn
'I.
komt men aan een totaal van 900 a 1.000 arbeidskrachten. (128) E. SCHOLLIERS. D.C• • PI'. 137-139 ; H. VJ\ N DER WEE. D.C .. II. pp. 235 e.v.; E. COORNAERT. Les FraJt9ais et Ie COlnn u:rCI! international dAnvers (lin du Xve-XVl e sjeclej, I, Parijs, 1961. pp . 100-101 ; H. SOLY. De ttluinhandd. p.p. 849. 852-853. Cf. ook W. BRULEZ. De handel. in Antwerpen in de XVlde etullJ. Anl wcrp(!:n, 1915. p p. 116, 139 n. 15 (publicatie van het Genootschap voer Antwerpse Geschiedenis ,,) . (129) R. VAN ROOSBROECK. De hrDnieh. I. p . 184. (130) E. SCHOLLIERS. Loonarbeid, p. 50; H . van der WEE. O. C•• I. p. 486. (131) E. SCHOLLIERS. Loonarbeid. pp. 81. 90. 138. M
-
577-
De stijgende vraag naar arbeidskrachten veroorzaakt door de oprichting van de citadel verhinderde een verdere verJaging van het loon der ongeschoolden. Ondanks de verhoogde tewerkstellingsgraad en de lichte stijging der graanprijzen bleef hun loon tot en met 1573 echter op hetzelfde niveau. De grote toevloed van «buitenmetselaars », waarnaar Godevaert van Haecht refereert (132), was hiervoor wellicht verantwoordelijk. Merkwaardiger is dat het verdiend dagloon der gekwalificeerden van 1567 op 1568 nogmaals werd verlaagd. De vermindering was weliswaar geringer dan de vorige, doch een verdere aftakeling met haast 5 % viel geenszins te verwaarlozen (133). Aangezien het om gespecialiseerde arbeidskrachten ging, kan deze nieuwe daling bezwaarlijk aan immigratie worden toegeschreven. De verklaring dient o.i. essentieel gezocht in het feit dat het gros der werken door een kleine groep aannemers werd uitgevoerd, met het gevolg dat de concurren tie tussen de Antwerpse bouwondernemers volledig werd uitgeschakeld en bijgevolg elke aanleiding tot het handhaven, laat staan opdrijven, der lonen weggenomen. AIleen indien talrijke ondernemers instonden voor de voltooiing der werken kon de onderlinge concurrentie om zowel mogelijk en vooral de best gekwalificeerde arbeiders aan te werven de loonontwikkeling immers in een voor deze laatsten gunstige zin belnvloeden. Die hypothese wordt indirect gestaafd door een analoge constatering m.b.t. het begin der jaren vijftig : ondanks een gevoelige stijging der graanprijzen verhinderde Van Schoonbekes feitelijk monopolie der open bare werken toen n1. eveneens een aanpassing van het loon der bouwvakkers (die gezien de economische depressie geen toevlucht konden zoeken in de privesector), waardoor zij met een koopkrachtverlies van bijna 50 % werden geconfronteerd (134).
*** De oprichting van de Antwerpse citadel heeft onmiskenbaar een gunstig neveneffect gehad : aan enkele honderden arb eiders werd gedurende drie jaar een middel van bestaan verschaft. Die ene positieve factor stond echter geenszins in verhouding tot de louter improductieve aanwending van zoveel kapitaal en arbeid, de versnelde verscherping der sociaal-economische tegenstellingen in de bouwindustrie, de gevoelige verhoging van de belastingdruk op de bevolking, de voortdurende hinder veroorzaakt door ongedisciplineerde (want onderbetaalde) soldaten, kortom, de fundering van zoveel materiele en menselijke verspilling en ellende op korte en lange termijn. (132) R. VAN ROOSBROECK. De hrollieh. I. p. 237. (133) E. SCHOLLIERS, Loonarbeid, pp. 81, 90, 138-139. (134) H. SOLY, Grondspeculatie. nijuerheid en kapitalisme.
-
578-
Tot slot : de centrale vraag gefonnuleerd bij de aanvang van deze studie mag positief worden beantwoord. Grootse, d.w.z. kapitaal- en arbeidsintensieve, openbare werken gaven door de wijze waal'Op ze door de lokale en centrale overheden werden aanbesteed te Antwerpen in de 16" eeuw inderdaad aanleiding tot monopolie- en oligopolievorming. Zij veroorzaakten aldus een steeds verdergaande polarisatie tussen de gl'Ote en de kleine meesters in het bouwvak. Een ineversibel pl'Oces, dat de deklassering van het gl'OS del' ambachtslui actief in een del' belangrijkste sectoren van het toenmalige industriele leven impliceerde. Hugo SOLY Ri;ksul1iversiteit Gent.
-
r, B. U.G.
,Syst. Cata!. ~,
976