Technische en praktische voorschriften Prescriptions techniques et pratiques
ST 75 ES ST 120 ES & ST 160 ES
N-F
STORAMAXX
thermisch gelaagde, indirect verwarmde boilers boilers à chauffage indirect, à stratification thermique
ST 75 ES
ST 120 & 160 ES
Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd Un fonctionnement impeccable ne peut être garanti que lorsque worden, wanneer de technische voorschriften strikt opgevolgd les prescriptions sont strictement observées. Sous réserve de worden. Wijzigingen voorbehouden. modifications. Wij verzoeken U deze voorschriften aandachtig te lezen en ze Nous vous prions de bien vouloir lire attentivement ces aan de gebruiker te overhandigen. Deze laatste dient ze prescriptions, de les remettre à l'utilisateur et de lui conseiller de zorgvuldig te bewaren. les conserver soigneusement. DE INSTALLATIE, DE INBEDRIJFSTELLING, HET L'INSTALLATION, LA MISE EN SERVICE, L'ENTRETIEN ET ONDERHOUD EN DE NAVERKOOPSERVICE MOETEN LE SERVICE APRES-VENTE DOIVENT ETRE EFFECTUES DOOR EEN ERKENDE INSTALLATEUR GEBEUREN. PAR UN INSTALLATEUR AGREE.
nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR TEL: 03 887 20 60 FAX: 03 877 01 29 Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich
6 720 611 625 (1.2006 BL-NL/FR)
INHOUD
RESUME blz. / page
AANSLUITINGEN EN AFMETINGEN ST 75 ES ST 120 ES & ST 160 ES
3 4
RACCORDEMENTS ET DIMENSIONS ST 75 ES ST 120 ES & ST 160 ES
TECHNISCHE GEGEVENS ST 75 ES ST 120 ES & ST 160 ES
5 5
DONNEES TECHNIQUES ST 75 ES ST 120 ES & ST 160 ES
WERKING
6
FONCTIONNEMENT
ALGEMEEN Gebruik Bescherming tegen corrosie Veiligheidsgroep Sanitair expansievat
7 7 7 7 8
GENERALITES Usage Protection contre la corrosion Groupe de sécurité Vase d’expansion sanitaire
INSTALLATIE VAN ST 75 ES Toebehoren 890 Bestanddelen Minimumafstanden Aansluitschema Installatie
8 8 8 9 10 11
INSTALLATION DE ST 75 ES Accessoire 890 Composition Distances minimales Schéma de raccordement Installation
INSTALLATIE VAN ST 120 & 160 ES Toebehoren 891 Bestanddelen Minimumafstanden Aansluitschema Installatie
15 15 15 16 17 17
INSTALLATION DE ST 120 & 160 ES Accessoire 891 Composition Distances minimales Schéma de raccordement Installation
ELEKTRISCHE AANSLUITING
20
RACCORDEMENT ELECTRIQUE
INGEBRUIKNAME Nota voor de installateur Vullen van de boiler Doorstroombegrenzing Regeling van de NTC-voeler bij eerste ingebruikname Boilertemperatuur instellen
20 20 20 21 21 21
MISE EN SERVICE Note pour l’installateur Remplissage du boiler Limitation du débit instantané Réglage de la sonde CTN à la première mise en service Réglage de la température du boiler
ONDERHOUD Maandelijkse controle Beveiligingsanode Montage van een nieuwe anode Platenwarmtewisselaar Leegmaken en reinigen Veiligheidsgroep Opnieuw in gebruik nemen Onderdelen en smeermiddelen
21 21 21 22 22 22 22 22 22
ENTRETIEN Contrôle mensuel Anode de protection Montage d’une nouvelle anode Echangeur de chaleur à plaques Vidange et nettoyage Groupe de sécurité Remise en service Pièces de rechange et lubrifiants
FOUTEN OPSPOREN EN VERHELPEN
23
PERTURBATIONS ET REMEDES
BELANGRIJKE NOTA’S
23
NOTES IMPORTANTES
WAARBORG
23
GARANTIE
DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio)
24
SERVICE APRES-VENTE (avec techniciens de votre région)
2
1. AANSLUITINGEN EN AFMETINGEN
1. RACCORDEMENTS ET DIMENSIONS
Fig. 1 ST 75 ES
KW L MA T1 T2 WWA WWE
i
aansluiting koud water R 3/4” (M) kabeldoorvoer temperatuurvoelers (NTC 1 en NTC 2) magnesiumanode huls voor temperatuurvoeler NTC 1 huls voor temperatuurvoeler NTC 2 uitgang warm water R 3/4” (M) ingang warm water R 3/4” (M)
KW L MA T1 T2 WWA WWE
i
Neem een afstand van minstens 350 mm tot de vloer in acht voor het vervangen van de beschermingsanode.
raccordement eau froide R 3/4” (M) ouverture pour câbles des sondes de température (CTN 1 et CTN 2) anode en magnésium douille pour sonde de température CTN 1 douille pour sonde de température CTN 2 sortie eau chaude R 3/4” (M) entrée eau chaude R 3/4” (M)
Garder une distance minimale de 350 mm jusqu’au sol pour le remplacement de l’anode de protection.
120 ophangpunten voor haken (meegeleverd) points de fixation pour crochets (fournis avec)
Fig. 2
3
Fig. 3 ST 120 ES / ST 160 ES
De maten na de ‘’ / ’’ zijn de maten van de ST 160 ES.
Les dimensions après la ‘’ / ‘’sont les dimensions du ST 160 ES.
E KW L
E KW L
MA T T1 T2 WWA WWE
i
leegloopkraan aansluiting koud water R 3/4” (M) kabeldoorvoer temperatuurvoelers (NTC 1 en NTC 2) magnesiumanode thermometer huls voor temperatuurvoeler NTC 1 huls voor temperatuurvoeler NTC 2 uitgang warm water R 3/4” (M) ingang warm water R 3/4” (M)
MA T T1 T2 WWA WWE
Neem een afstand van minstens 400 mm tot de tegenoverliggende muur in acht voor het vervangen van de beschermingsanode.
i
4
robinet de vidange raccordement eau froide R 3/4” (M) ouverture pour câbles des sondes de température (CTN 1 et CTN 2) anode en magnésium thermomètre douille pour sonde de température CTN 1 douille pour sonde de température CTN 2 sortie eau chaude R 3/4” (M) entrée eau chaude R 3/4” (M)
Garder une distance minimale de 400 mm jusqu’au mur opposé pour le remplacement de l’anode de protection.
2. TECHNISCHE GEGEVENS
2. DONNEES TECHNIQUES
type min. opwarmingstijd bij een koudwatertemperatuur van 10°C, een boilertemmin peratuur van 60°C en een vertrektemperatuur van 75°C overige gegevens nuttige inhoud l nuttige warmwaterhoeveelheid (beschikbaar tijdens de eerste 10 minuten) bij een boilertemperatuur van 60°C, een uitlooptemperatuur van 40°C en een koudwatertemperatuur van 10°C l - met TOP 26 ZWB l - met TOP 30 ZWB l - met TOP 30 ZWBR l - met TOP 35 ZWBR stilstandverlies (24 h) kWh/d maximum bedrijfsdruk water bar leeggewicht kg
type min. opwarmingstijd bij een koudwatertemperatuur van 10°C, een boilertemmin peratuur van 60°C en een vertrektemperatuur van 75°C overige gegevens nuttige inhoud l nuttige warmwaterhoeveelheid (beschikbaar tijdens de eerste 10 minuten) bij een boilertemperatuur van 60°C, een uitlooptemperatuur van 40°C en een koudwatertemperatuur van 10°C l - met TOP 26 ZWB l - met TOP 30 ZWB l - met TOP 30 ZWBR l - met TOP 35 ZWBR stilstandverlies (24 h) kWh/d maximum bedrijfsdruk water bar leeggewicht kg
23
75
230 250 250 270 1,2 10 29
ST 120 ES
ST 160 ES
34
44
120
160
300 320 320 340 1,35 10 35
370 390 390 410 1,61 10 39
Meetwaarden van de temperatuurvoelers (NTC 1 & NTC 2) temperatuur boiler température boiler °C 20 26 32 38 44 50 56 62 68
type temps de chauffe min. avec une température d’eau froide de 10°C, une température du boiler de 60°C et une température de départ de 75°C autres données contenance utile capacité utile (disponible pendant les 10 premières minutes) avec une température du boiler de 60°C, une température d’écoulement de 40°C et une température d’eau froide de 10°C - avec TOP 26 ZWB - avec TOP 30 ZWB - avec TOP 30 ZWBR - avec TOP 35 ZWBR perte à l’arrêt (24 h) pression de service maximale eau poids à vide
ST 75 ES
type temps de chauffe min. avec une température d’eau froide de 10°C, une température du boiler de 60°C et une température de départ de 75°C autres données contenance utile capacité utile (disponible pendant les 10 premières minutes) avec une température du boiler de 60°C, une température d’écoulement de 40°C et une température d’eau froide de 10°C - avec TOP 26 ZWB - avec TOP 30 ZWB - avec TOP 30 ZWBR - avec TOP 35 ZWBR perte à l’arrêt (24 h) pression de service maximale eau poids à vide
Valeurs de mesure des sondes de température (CTN 1 & CTN 2)
weerstand voeler résistance sonde Ω 14772 11500 9043 7174 5730 4608 3723 3032 2488
voelerspanning bij aansluiting aan Heatronic tension de la sonde raccordée au Heatronic V 4,09 3,88 3,65 3,40 3,15 2,89 2,62 2,37 2,12
5
3. WERKING z
z z
z z
z
z
3. FONCTIONNEMENT
De ketel schakelt over op voorrang voor warm water zodra de temperatuur aan de boilertemperatuurvoeler (NTC 2) ongeveer 3,5 K onder de ingestelde warmwatertemperatuur ligt. De ketel verwarmt vervolgens de platenwarmtewisselaar.
z
Wanneer de vertrektemperatuur van de gaswandketel ongeveer 10 K boven de ingestelde warmwatertemperatuur ligt, wordt de boilerpomp ingeschakeld en daardoor de boiler verwarmd. De vultemperatuur wordt door de warmwatertemperatuurvoeler in de ketel (NTC 3) geregeld. De ketel wordt uitgeschakeld wanneer de vultemperatuur aan de NTC 3 overschreden wordt of de boilertemperatuurvoeler (NTC 1) nog slechts 3,5 K onder de temperatuur van de NTC 3 ligt. De boilerpomp loopt ongeveer 5 minuten door. Zo wordt de restwarmte naar de boiler overgebracht.
z
Wanneer minder dan ongeveer 5 liter warm water wordt getapt, schakelt de ketel niet over op voorrang voor warm water. Pas bij grotere taphoeveelheden wordt de boiler weer opgewarmd. Daardoor worden de stilstandverliezen zo gering mogelijk gehouden. De ingebouwde thermometer geeft de in het bovenste gedeelte van de boiler heersende temperatuur aan. Bij langdurige stilstand van de boilerpomp kan in de boiler een natuurlijke temperatuurgelaagdheid optreden die afwijkt van de ingestelde boilertemperatuur. Temperatuuraanduiding en schakelpunt zijn daarom niet identiek. Dit gedrag is systeemafhankelijk en kan alleen door circulatie van de boilerinhoud geminimaliseerd worden.
z
z
z z
z
La chaudière se met en priorité pour eau chaude dès que la température à la sonde de température du boiler (CTN 2) est environ 3,5 K en dessous de la température d’eau chaude réglée. Ensuite la chaudière chauffera l’échangeur de chaleur à plaques. Quand la température de départ de la chaudière est environ 10 K au-dessus de la température d’eau chaude réglée, la pompe du boiler est enclenchée et le boiler est chauffé. La température de remplissage est réglée par la sonde de température d’eau chaude de la chaudière (CTN 3). La chaudière est déclenchée quand la température de remplissage au CTN 3 est dépassée ou quand la sonde de température du boiler (CTN 1) est seulement 3,5 K en dessous de la température du CTN 3. La pompe du boiler continue à tourner pendant environ 5 minutes. Ainsi la chaleur latente est transférée vers le boiler. Quand moins de 5 litres d’eau chaude (environ) est puisé, la chaudière ne se met pas en priorité pour eau chaude. Le boiler n’est chauffé qu’à partir de débits de puisage plus importants. Ainsi les pertes à l’arrêt sont limitées au minimum. Le thermomètre incorporé indique la température dans la partie supérieure du boiler. L’’arrêt prolongé de la pompe du boiler peut provoquer une stratification qui dévie de la température réglée. De ce fait, indication de température et point de commutation ne sont pas identiques. Ce comportement est dépendant du système et ne peut être minimalisé que par circulation de la contenance du boiler.
Fig. 5
Fig. 4
ST 75 ES
ST 120 & 160 ES
Schema met NTC-posities NTC 1 temperatuurvoeler voor het uitschakelen van de voorrang voor warm water NTC 2 temperatuurvoeler voor het inschakelen van de voorrang voor warm water NTC 3 warmwatertemperatuurvoeler aan de platenwarmtewisselaar
Schéma des positions des CTN CTN 1 sonde de température pour le déclenchement de la priorité pour eau chaude CTN 2 sonde de température pour l’enclenchement de la priorité pour eau chaude CTN 3 sonde de température eau chaude à l’échangeur de chaleur à plaques
6
4. ALGEMEEN
4. GENERALITES
Deze boilers dienen door een bevoegd installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de officiële instanties of bij onze firma.
Ces boilers doivent être placés par un installateur compétent. Il doit se conformer aux normes et prescriptions en la matière. En cas de doute, il doit se renseigner auprès des instances officielles ou auprès de notre firme.
4.1 Gebruik Deze boilers kunnen gebruikt worden in verbinding met condenserende ketels JUNKERS ZWBR 7-30 A Cerapur & ZWB 7-30 A Cerasmart en met condenserende ketels RADSON TOP 26 & 30 CE en TOP 35 CL.
4.1 Usage Ces boilers peuvent être raccordés aux chaudières à condensation JUNKERS ZWBR 7-30 A Cerapur & ZWB 7-30 A Cerasmart et aux chaudières à condensation RADSON TOP 26 & 30 CE et TOP 35 CL.
4.2 Bescherming tegen corrosie De kuip is bedekt met een homogene dubbele emaillaag die neutraal is tegenover sanitair water en installatiematerialen. Als bijkomende bescherming zijn de boilers tevens uitgerust met een magnesiumanode.
4.2 Protection contre la corrosion La cuve est recouverte d'une double couche homogène d'émail neutre vis à vis de l'eau sanitaire et des matériaux d'installation. Comme protection supplémentaire, ces boilers sont également équipés d'une anode en magnésium.
4.3 Groupe de sécurité 4.3 Veiligheidsgroep Voor de koudwateraansluiting de voorschriften van de plaatse- Respecter les prescriptions de votre compagnie de distribution d'eau locale. lijke waterbedelingsmaatschappij respecteren. Deze toestellen moeten steeds aangesloten worden met een Ces appareils doivent être raccordés avec un groupe de sécurité veiligheidsgroep 3/4" BELGAQUA-goedgekeurd (op bestelling 3/4" agréé BELGAQUA (livrable sur commande par SERVICO sa). leverbaar door nv SERVICO). De verbinding tussen boiler en veiligheidsgroep mag NOOIT afgesloten worden. (zie fig. 10 & 18)
Le raccordement entre boiler et groupe de sécurité ne peut JAMAIS être fermé. (voir fig. 10 & 18)
Deze veiligheidsgroep dient op de koudwatertoevoerleiding, vòòr de boiler (en er zo dicht mogelijk tegen), gemonteerd te worden. De overlooptrechter moet aangesloten worden aan een afvoerleiding met een doormeter minstens gelijk aan de voedingsleiding, door middel van een overloop met een zichtbare opening van minimum 20 mm. (leverbaar in optie) De installatie van deze groep moet steeds een volledige lediging van de boiler toelaten.
Ce groupe de sécurité doit être placé sur l'arrivée d'eau froide, avant le boiler (et le plus près possible de celui-ci). L'écoulement doit être raccordé à une décharge d'un diamètre au moins égal à la tuyauterie d'alimentation par l'intermédiaire d'un entonnoir avec une ouverture visible de minimum 20 mm. (livrable en option) La position du groupe doit toujours permettre un vidage total du boiler.
Om beschadigingen te vermijden, mag de boiler NOOIT blootgesteld worden aan een druk groter dan 8 bar. Indien de waterdruk groter dan 5 bar is, moet een drukverminderaar geïnstalleerd worden. Zoniet is het waterverlies via de veiligheidsgroep te groot. Deze drukbegrenzer moet vòòr de veiligheidsgroep geïnstalleerd worden. (leverbaar in optie)
Le boiler ne peut JAMAIS être soumis à une pression supérieure à 8 bars, sous peine de risque de détérioration. Un réducteur de pression doit être prévu au cas où la pression d'eau serait supérieure à 5 bars. Sinon, la perte d’eau via le groupe de sécurité sera trop élevée. Ce réducteur de pression sera monté en amont du groupe de sécurité. (livrable en option)
Een afsluitkraan moet vòòr de veiligheidsgroep geplaatst Placer un robinet d'arrêt en amont du groupe de sécurité. worden. De aansluiting van een boiler aan een koperen leiding moet Le raccordement d'un boiler à une tuyauterie en cuivre doit être steeds met een mof in gietijzer of staal gebeuren. effectué par un manchon en fonte ou en acier. Ingeval van aansluiting met snelsluitende kranen, moet een Dans le cas où l'installation serait équipée de robinets à waterslagdemper (FLEXOFIT - leverbaar in optie) aangebracht fermeture rapide, il est nécessaire d'installer un amortisseur de worden. coups de bélier (FLEXOFIT - livrable en option). OPMERKING: de waarborg vervalt wanneer de regeling (verzegeld) van deze veiligheidsgroep gewijzigd werd. Het is verboden de afvoer van het overtollige water te belemmeren. Het niet naleven van deze regel kan tot ernstige ongevallen leiden. OM DE GOEDE WERKING TE CONTROLEREN, EENMAAL PER MAAND DE KRAAN EN DE KLEP VAN DE VEILIGHEIDSGROEP BEDIENEN. KALKAFZETTING KAN DE GOEDE WERKING BELEMMEREN.
REMARQUE: un changement du réglage (scellé) au groupe de sécurité supprime la garantie. Il est interdit d'obstruer l'orifice du groupe de sécurité, par lequel s'écoule l'eau de dilatation. De graves accidents peuvent survenir en cas de non-respect de cette règle. AFIN DE CONTROLER LE BON FONCTIONNEMENT, IL FAUT 1 FOIS PAR MOIS, ACTIONNER LE ROBINET AINSI QUE LA SOUPAPE DU GROUPE DE SECURITE. UN DEPOT DE CALCAIRE RISQUE D'EMPECHER LE BON FONCTIONNEMENT.
7
4.4 Vase d’expansion sanitaire Avec le montage d’un vase d’expansion, prévu pour eau potable, une perte d’eau inutile peut être évitée. Le vase est installé dans l’alimentation d’eau froide entre boiler et groupe de sécurité.
4.4 Sanitair expansievat Door de inbouw van een expansievat, geschikt voor drinkwater, kan onnodig waterverlies vermeden worden. Het wordt in de koudwatertoevoer tussen boiler en veiligheidsgroep ingebouwd.
De waterinhoud van het expansievat is afhankelijk van de La contenance d’eau du vase d’expansion dépend de la pression waterdruk. Wanneer de waterdruk begrensd wordt op 3 bar d’eau. Quand la pression d’eau est limitée à 3 bars par un d.m.v. een drukverminderaar, volstaat een tegendruk van 3 bar réducteur de pression, une contre-pression de 3 bars sur le vase d’expansion suffit. op het expansievat. De inhoud van het expansievat bedraagt 8 liter.
La contenance du vase d’expansion est de 8 litres.
5. INSTALLATIE VAN ST 75 ES
5. INSTALLATION DE ST 75 ES
5.1 Toebehoren 890 Het aansluittoebehoren nr. 890 bevat alle benodigde onderdelen voor het aansluiten van een Storamaxx-boiler ST 75 ES op een condenserende ketel JUNKERS TOP 30 & 35 ZWBR Cerapur en TOP 26 & 30 ZWB Cerasmart.
5.1 Accessoire 890 L’accessoire de raccordement 890 contient toutes les pièces pour le raccordement d’un boiler Storamaxx ST 75 ES à une chaudière à condensation JUNKERS TOP 30 & 35 ZWBR Cerapur et TOP 26 & 30 ZWB Cerasmart.
5.2 Bestanddelen
5.2 Composition
Fig. 6
stmax 03
1 koudwateraansluitgroep met circulatie-aansluiting Rp 1/2’’ 3 boilerpomp met aansluitkabelset 4 pompkoppeling met handmatige ontluchter 12 flexibel aansluiting koud water 12.1 nippel 1/2’’ (M) - 1/2’’ (M) 71 verloop (3/4’’ - 1/2’’) 181 flexibele verbindingsleiding voor koud water of warmwateringang, met isolatieslang 185 terugslagklep (3/4’’ - 1/2’’) 290 verlenging R 3/4’’ (F) - R 3/4’’ (M) 320 montagehulp 320.1 bevestigingsgarnituur voor montagehulp 320.2 kleefsjablonen voor montagehulp 320.3 zelfklevende afstandhouders 320.4 afstandhouder voor de montageplaat
1 groupe de raccordement eau froide avec raccordement de circulation Rp 1/2’’ 3 pompe du boiler avec set de câbles de raccordement 4 raccord de la pompe avec purgeur manuel 12 flexible raccordement eau froide 12.1 nipple 1/2’’ (M) - 1/2’’ (M) 71 réduction (3/4’’ - 1/2’’) 181 conduite de raccordement flexible pour eau froide ou entrée eau chaude, avec tube d’isolation 185 clapet anti-retour (3/4’’ - 1/2’’) 290 allonge R 3/4’’ (F) - R 3/4’’ (M) 320 aide de montage 320.1 garniture de fixation pour aide de montage 320.2 gabarits adhésifs pour aide de montage 320.3 pièces d’écartement autocollantes 320.4 pièces d’écartement pour la plaque de montage
8
5.3 Minimumafstanden
5.3 Distances minimales
Fig. 7 Zijdelingse rookgasafvoer Evacuation latérale des gaz brûlés
Fig. 8 Rookgasafvoer door een plat dak Evacuation des gaz brûlés à travers un toit plat
Hmin
rookgasbuizen tuyaux d’évacuation
Y
AZB 600, AZB 616 AZB 615 AZB 817, AZB 817/1 met/avec AZB 616 AZB 601, AZB 602 met/avec AZB 603
985 955 985
bij plat dak avec toit plat ----
--
1295
Fig 9 Rookgasafvoer door een schuin dak Evacuation des gaz brûlés à travers un toit inclilné
i
i
Hou aan de zijkant een afstand van minstens 100 mm tot de muur aan.
9
Garder à côté une distance au mur de minimum 100 mm.
5.4 Aansluitschema
5.4 Schéma de raccordement
stmax 890
Fig. 10 geleverd door SERVICO 3 boilerpomp 185 terugslagklep 355 platenwarmtewisselaar
livré par SERVICO 3 pompe du boiler 185 clapet anti-retour 355 échangeur de chaleur à plaques
niet geleverd door SERVICO 10 membraanoverdrukventiel 15.1 controleventiel 15.2 terugslagklep 15.3 aansluitstuk manometer 15.4 afsluitkraan 21 afsluitkraan (bouwzijdig) 22 drukverminderventiel (indien nodig, toebehoren) 48 aftapplaats
pas livré par SERVICO 10 soupape de surpression à membrane 15.1 soupape de contrôle 15.2 clapet anti-retour 15.3 pièce de raccordement manomètre 15.4 robinet d’arrêt 21 robinet d’arrêt (à installer) 22 réducteur de pression (si nécessaire, accessoire) 48 point de puisage
KW RLP SG VLP WWA WWE
KW RLP SG VLP WWA WWE
koudwateraansluiting terugvoer platenwarmtewisselaar veiligheidsgroep vertrek platenwarmtewisselaar uitgang warm water ingang warm water
10
raccordement eau froide retour échangeur de chaleur à plaques groupe de sécurité départ échangeur de chaleur à plaques sortie eau chaude entrée eau chaude
5.5 Installatie Aansluitmaten bepalen en montagehulp voorbereiden
5.5 Installation Déterminer les mesures de raccordement et préparer l’aide de montage f Bepaal de plaatsing van de ketel in de opstellingsruimte en f Déterminer l’endroit d’installation de la chaudière et la de afstand van de montageplaat tot het plafond. distance de la plaque de montage jusqu’au plafond.
i
i
Vous pouvez installer le boiler au choix à gauche ou à droite.
f
Déterminer les deux trous pour l’aide de montage (320).
U kan de boiler naar keuze links of rechts installeren.
f Bepaal de twee boorgaten voor de montagehulp (320).
f Plak het kleefsjabloon (320.2) dat overeenkomt met de f Coller le gabarit (320.2) qui correspond à la combinaison toestelcombinatie rechtstreeks op de zichtbare zijde van de montagehulp (320).
i
d’appareils directement au côté visible de l’aide de montage (320).
i
Het desbetreffende opplaksjabloon (320.2) toont u de benodigde toestelophangpunten (120).
Le gabarit correspondant (320.2) vous montre les points de fixation de l’appareil (120).
Fig. 11 13 120 320 320.3 320.4
montageplaat ophangpunten toestellen montagehulp zelfklevende afstandhouders afstandhouder voor de montageplaat
Boiler voorbereiden
13 120 320 320.3 320.4
plaque de montage points de fixation des appareils aide de montage pièces d’écartement autocollantes pièce d’écartement pour la plaque de montage
Préparer le boiler
f Monteer de verlengingen (290) en de koudwateraansluit- f Monter les allonges (290) et le groupe de raccordement eau groep (1).
froide (1).
Fig. 12
stmax 014
11
Muuraansluitingen tot stand brengen f Monteer de montageplaat (13) van de ketel. f Vervang de koudwaterkraan (rechts) door de terugslagklep (nr. 185, 3/4’’ - 1/2’’). f Vervang de nippel 1/2’’ (links) door het verloop (nr. 71, 3/4’’ - 1/2’’). Toestelophanging en boiler monteren f Monteer de voorbereide montagehulp (320) met pluggen en schroeven (320.1). f Boor de toestelophangingen (120) volgens het kleefsjabloon (320.2) en de pluggen met haken (320.1). f Kleef de afstandhouders (320.3) op de achterkant van de boiler (zie fig. 11). f Hang de boiler op aan de daarvoor voorziene haken. f Monteer de montageplaat samen met de afstandhouder (320.4). Zie fig. 11 en 13 of 14 Flexibele verbindingsleiding monteren de flexibele verbindingsbuizen montageplaat.
f Sluit
aan
op
retour (n°. 185, 3/4’’ - 1/2’’).
f Remplacer le nipple 1/2’’ (gauche) par la réduction (n°. 71, 3/4’’ - 1/2’’).
Montage de l’aide de montage et du boiler
f Monter l’aide de montage préparé (320) avec chevilles et vis (320.1).
f Forer les points de fixation (120) selon le gabarit (320.2) et les chevilles avec crochets (320.1).
f Coller les pièces d’écartement (320.3) sur le dos du boiler (voir fig. 11).
f Accrocher le boiler aux crochets prévus. f Monter la plaque de montage ensemble avec la pièce d’écartement (320.4). Voir fig. 11 et 13 ou 14
Montage de la conduite de raccordement flexible de f Raccorder les flexibles sur la plaque de montage.
Verbindingen van warm en koud water tot stand brengen
i
Montage de l’aide de montage et du boiler
f Monter la plaque de montage (13) de la chaudière. f Remplacer le robinet d’eau froide (droit) par le clapet anti-
Montage des raccordements eau chaude et eau froide
i
Bij een netdruk van meer dan 6 bar is de inbouw van een drukverminderaar aan de koudwateraansluiting vereist.
Lors d’une pression du réseau de plus de 6 bars, le montage d’un réducteur de pression sur le raccordement eau froide, est nécessaire.
Sanitaire pomp monteren Montage de la pompe sanitaire f Monteer de sanitaire pomp (3) met stroomrichting in de f Installer la pompe sanitaire (3) avec la direction du flux vers richting van de platenwarmtewisselaar op de koudwaterl’échangeur de chaleur à plaques, sur le groupe de aansluitgroep (1). raccordement eau froide (1). f Monteer de pompkoppeling (4) op de sanitaire pomp (3). f Installer le raccord de la pompe (4) sur la pompe sanitaire (3). Montage van de gasketel
Montage de la chaudière
f Installeer de ketel en rookgastoebehoren volgens de des- f Installer la chaudière et l’évacuation des gaz brûlés suivant betreffende installatiehandleidingen.
Gasketel en boiler verbinden
les notices d’installation correspondantes.
Raccorder chaudière et boiler
f Pas de flexibele verbindingsbuizen (181) aan volgens de f Ajuster les flexibles (181) suivant l’installation du boiler et plaatsing van de boiler en breng de aansluiting tot stand.
faites le raccordement.
71
Fig. 13
stmax 02 - 52
montage links
montage à gauche
12
71
stmax 01
Fig. 14 montage rechts
montage à droite
Boilerpomp aansluiten
Raccordement de la pompe du boiler
f Verwijder de elektrische aansluitkabel tussen extractor (226) f Enlever le câble électrique entre extracteur (226) et en Heatronic.
Heatronic.
f Steek de op de boilerpomp (3) aangesloten kabelset in de f Introduire le set de câbles, raccordé sur la pompe du boiler vrijgekomen contacten van de Heatronic en de extractor (226).
Fig. 15
13
(3), dans les contacts libres du Heatronic et du extracteur (226).
Fig. 16
ENKEL BIJ TOP 35 ZWBR
UNIQUEMENT POUR TOP 35 ZWBR
Aanpassingsset watervalve monteren Zie fig. 16 - 18.
Montage du set d’adaptation de la valve eau Voir fig. 16 - 18.
Fig. 17
Fig. 18
f Gebruik hiervoor set nr. 851. (bestelnr. 7 719 002 018)
f Utiliser le set n°. 851. (n°. de commande 7 719 002 018) Monteer de flexibele pasbuis (6) in de plaats van de Monter le tuyau d’adaptation flexible (6) au lieu de la valve watervalve van de gasketel. eau de la chaudière. f Bouw het restrictie-inzetstuk (B) in de koudwater-aansluiting f Monter la restriction (B) dans le raccordement eau froide (A) (A) van de Storamaxx-boiler. du boiler Storamaxx. f Zet de opvoerhoogte van de boilerpomp op stand 3. f Mettre l’hauteur manométrique du circulateur boiler en position 3.
14
6. INSTALLATIE VAN ST 120 & 160 ES
6. INSTALLATION DE ST 120 & 160 ES
6.1 Toebehoren 891 Het aansluittoebehoren 891 bevat alle benodigde onderdelen voor het aansluiten van een Storamaxx-boiler ST 120 of 160 ES op een condenserende ketel JUNKERS TOP 30 & 35 ZWBR Cerapur en TOP 26 & 30 ZWB Cerasmart.
6.1 Accessoire 891 L’accessoire de raccordement 891 contient toutes les pièces pour le raccordement d’un boiler Storamaxx ST 120 ou ST 160 ES à une chaudière à condensation JUNKERS TOP 30 & 35 ZWBR Cerapur et TOP 26 & 30 ZWB Cerasmart.
6.2 Bestanddelen
6.2 Composition
stmax 04
Fig. 19
1 koudwateraansluitgroep met circulatie-aansluiting 1/2’’ (F) 3 boilerpomp met aansluitkabelset 4 pompkoppeling met handmatige ontluchter 12 flexibel aansluiting koud water 12.1 nippel 1/2’’ (M) - 1/2’’ (M) 71 verloop (3/4’’ - 1/2’’) 180 flexibele verbindingsleiding voor koud water, met isolatieslang 181 flexibele verbindingsleiding voor koud water of warmwateringang, met isolatieslang 185 terugslagklep (3/4’’ - 1/2’’) 290 verlenging R 3/4’’ (F) - R 3/4’’ (M)
1 groupe de raccordement eau froide avec raccordement de circulation 1/2’’ (F) 3 pompe du boiler avec set de câbles de raccordement 4 raccord de la pompe avec purgeur manuel 12 flexible raccordement eau froide 12.1 nipple 1/2’’ (M) - 1/2’’ (M) 71 réduction (3/4’’ - 1/2’’) 180 conduite de raccordement flexible pour eau froide, avec tube d’isolation 181 conduite de raccordement flexible pour eau froide ou entrée eau chaude, avec tube d’isolation 185 clapet anti-retour (3/4’’ - 1/2’’) 290 allonge R 3/4’’ (F) - R 3/4’’ (M)
15
6.3 Minimumafstanden
6.3 Distances minimales
Fig. 20
16
6.4 Aansluitschema
6.4 Schéma de raccordement
Fig. 21
stmax 891
geleverd door SERVICO 3 boilerpomp 355 platenwarmtewisselaar
livré par SERVICO 3 pompe du boiler 355 échangeur de chaleur à plaques
niet geleverd door SERVICO 10 membraanoverdrukventiel 15.1 controleventiel 15.2 terugslagklep 15.3 aansluitstuk manometer 15.4 afsluitkraan 21 afsluitkraan (bouwzijdig) 22 drukverminderaar (indien nodig, toebehoren) 48 sifon
pas livré par SERVICO 10 soupape de surpression à membrane 15.1 soupape de contrôle 15.2 clapet anti-retour 15.3 pièce de raccordement manomètre 15.4 robinet d’arrêt 21 robinet d’arrêt (à installer) 22 réducteur de pression (si nécessaire, accessoire) 48 siphon
E KW RLP SG VLP WWA WWE
E KW RLP SG VLP WWA WWE
leegloopkraan koudwateraansluiting terugvoer platenwarmtewisselaar veiligheidsgroep vertrek platenwarmtewisselaar uitgang warm water ingang warm water
6.5 Installatie Aansluitmaten bepalen f Monteer de montageplaat (13) van de gasketel op een hoogte van minimum 1150 mm (fig. 20). f Installeer eerst de gasketel (zie hiervoor de installatievoorschriften van de ketel zelf).
robinet de vidange raccordement eau froide retour échangeur de chaleur à plaques groupe de sécurité départ échangeur de chaleur à plaques sortie eau chaude entrée eau chaude
6.5 Installation Déterminer les mesures de raccordement f Installer la plaque de montage (13) de la chaudière à une hauteur minimum de 1150 mm (fig. 20). f Installer d’abord la chaudière (voir les notices d’installation de la chaudière même).
Boiler voorbereiden Préparer le boiler f Monteer de verlenging (290) en de koudwater-aansluitgroep f Monter l’allonge (290) et le groupe de raccordement eau (fig. 22 – nr. 1). froide (fig. 22 – n°. 1).
Fig. 22 stmax 025
17
Boiler in de montagepositie opstellen Mise du boiler dans la position de montage f Neem afhankelijk van het type boiler de volgende f Garder - selon le type du boiler - les distances suivantes par afstandsmaten tot de muur in acht. rapport au mur.
Fig. 23
ST120 ES
Fig. 24
Flexibele verbindingsleiding monteren f Vervang de koudwaterkraan (rechts) door de terugslagklep (nr. 185, 3/4’’ - 1/2’’). f Vervang de nippel 1/2’’ (links) door het verloop (nr. 71, 3/4’’ - 1/2’’). f Sluit de flexibele verbindingsbuizen (180) en (181) aan op de montageplaat (13).
ST160 ES
Montage de la conduite de raccordement flexible
f Remplacer le robinet d’eau froide (droit) par le clapet antiretour (n°. 185, 3/4’’ - 1/2’’).
f Remplacer le nipple 1/2’’ (gauche) par la réduction (n°. 71, 3/4’’ - 1/2’’).
f Raccorder les flexibles (180) et (181) sur la plaque de montage (13).
Fig. 25
Aansluiting koudwatervoeding van de boiler f Sluit de koudwatervoeding aan op de nippel 1/2’’ (M) van de flexibel (12). f Bij een waterdruk hoger dan 6 bar moet een drukverminderaar gemonteerd worden. f Pas de voorgemonteerde flexibele verbindingsleiding (181) aan op de boileraansluiting (290) door deze te buigen.
i
Montage de l’alimentation eau froide du boiler
f Raccorder l’alimentation eau froide au nipple 1/2’’ (M) du flexible (12).
f Lors d’une pression d’eau de plus de 6 bars, un réducteur de pression doit être installé.
f Ajuster en pliant le flexibles pré monté (181) au
Monteer de leidingen zodanig dat geen ophoping van lucht kan optreden.
18
raccordement du boiler (290)
i
Installer les conduites de façon telle qu’une accumulation d’air soit évitée.
Boilerpomp monteren Montage de la pompe du boiler f Monteer de boilerpomp (3) met de stroomrichting naar de f Installer la pompe du boiler (3) avec la direction du flux vers platenwarmtewisselaar op de koudwateraansluitgroep (1). l’échangeur de chaleur à plaques, sur le groupe de raccordement eau froide (1). f Monteer de pompkoppeling (4) op de boilerpomp (3). f Installer le raccord de la pompe (4) sur la pompe du boiler (3). f Pas de voorgemonteerde flexibele verbindingsleiding (180) f Adapter la conduite flexible de raccordement (180), en la aan op de pompkoppeling (4) door deze te buigen. pliant, sur le raccord de la pompe (4).
71
Fig. 27 stmax 05
Fig. 26 Boilerpomp aansluiten Raccordement de la pompe du boiler f Verwijder de elektrische aansluitkabel tussen extractor (226) f Enlever le câble électrique entre extracteur (226) et en Heatronic. Heatronic. f Steek de op de boilerpomp (3) aangesloten kabelset in de f Introduire le set de câbles, raccordé sur la pompe du boiler vrijgekomen contacten van de Heatronic en de extractor (3), dans les contact libres du Heatronic et du extracteur (226). (226).
Fig. 28
ENKEL BIJ TOP 35 ZWBR
UNIQUEMENT POUR TOP 35 ZWBR
Aanpassingsset watervalve monteren Zie fig. 28 - 30.
Montage du set d’adaptation de la valve eau Voir fig. 28 - 30.
Fig. 29
Fig. 30
f Gebruik hiervoor set nr. 851. (bestelnr. 7 719 002 018)
f Utiliser le set n°. 851. (n°. de commande 7 719 002 018) Monteer de flexibele pasbuis (6) in de plaats van de Monter le tuyau d’adaptation flexible (6) au lieu de la valve watervalve van de gasketel. eau de la chaudière. f Bouw het restrictie-inzetstuk (B) in de koudwater-aansluiting f Monter la restriction (B) dans le raccordement eau froide (A) (A) van de Storamaxx-boiler. du boiler Storamaxx. f Zet de opvoerhoogte van de boilerpomp op stand 3. f Mettre l’hauteur manométrique du circulateur boiler en position 3. 19
7. ELEKTRISCHE AANSLUITING
7. RACCORDEMENT ELECTRIQUE
Respecteer de wettelijke veiligheidsvoorschriften- en maatre- Respecter les prescriptions et les mesures de sécurité légales. gelen. Consulter également les notices d’installation de la chaudière Raadpleeg ook het installatievoorschrift van de ketel zelf. même. Gevaar: voor stroomschok!! Vooraleer werkzaamheden aan het elektrisch gedeelte te beginnen, de installatie spanningsvrij maken.
Danger: risque d’électrocution!! Avant de commencer des travaux à la partie électrique, mettre l'installation hors tension.
Fig. 31
Fig. 32
Fig. 33
8. INGEBRUIKNAME
8. MISE EN SERVICE
8.1 Nota voor de installateur Na de ingebruikname de gebruiker op de hoogte brengen van de bediening en de werking van de boiler. Zijn aandacht vestigen op het feit dat in geen enkel geval de werking van de veiligheidsgroep mag belemmerd worden. Dit document overhandigen.
8.1 Note pour l'installateur Après la mise en service, mettre l'usager au courant de la manipulation et du fonctionnement du boiler. Attirer son attention sur le fait qu'en aucun cas le fonctionnement du groupe de sécurité ne peut être entravé. Remettre le présent document.
8.2 Vullen van de boiler 8.2 Remplissage du boiler f Voor het vullen van de boiler: f Pour le remplissage du boiler: Spoel de leidingen, met uitzondering van de boiler. Bien rincer les conduites, pas le boiler même. f Vul de boiler terwijl een warmwatertappunt geopend is, tot f Remplir le boiler avec un point de puisage ouvert, jusqu’à ce er water uit komt. que l’eau s’écoule. Opmerking voor ST 120 & 160 ES Voorzichtig: beschadiging van de boilerpomp door drooglopen! f Vul de boilerpomp terwijl de handmatige ontluchter geopend is. De handmatige ontluchter bevindt zich boven de boilerpomp. Sluit deze pas wanneer uitsluitend water naar buiten komt.
20
Remarque pour ST 120 & 160 ES Attention: endommagement de la pompe du boiler par marche à sec! f Remplir la pompe du boiler avec le purgeur manuel ouvert. Le purgeur manuel se situe au dessus de la pompe. Ne le fermer seulement qu’à partir du moment où de l’eau s’écoule.
8.3 Doorstroombegrenzing 8.3 Limitation du débit instantané f Om de capaciteit van de boiler optimaal te benutten en een f Afin d'utiliser la capacité du boiler au maximum et d'éviter un vroegtijdige menging te vermijden, raden wij U aan de mélange prématuré, nous vous conseillons de limiter le débit koudwatertoevoer naar de boiler tot de volgende hoeveeld'eau froide vers le boiler aux valeurs suivantes: heden te beperken: 12 liter/minuut 12 litres/minute ST 75 ES ST 75 ES 12 liter/minuut 12 litres/minute ST 120 ES ST 120 ES 16 liter/minuut 16 litres/minute ST 160 ES ST 160 ES 8.4 Regeling van de NTC-voeler bij eerste ingebruikname 8.4 Réglage de la sonde CTN à la première mise en service f Stel de boilertemperatuurregelaar van de ketel in op de f Régler le régulateur de température du boiler de la chaudière sur la position ‘’•’’. markering ‘’•’’. f Zet de ketel in werking. f Mettre la chaudière en service. De boiler wordt verwarmd op de ingestelde temperatuur. Le boiler est chauffé suivant la température sélectionnée. Vervolgens start Heatronic de afstemming van de NTC-voeler Ensuite Heatronic lance l’ajustage de la sonde CTN pendant environ 7 minutes. gedurende ongeveer 7 minuten.
i
Gedurende het opladen en de afstemming van de NTCvoeler wordt de ketel niet op verwarming omgeschakeld. Wanneer tijdens deze tijd warm water wordt getapt, wordt dit proces herhaald. f Hou de warmwatertappunten gesloten tot de boilerpomp voor het eerst wordt uitgeschakeld.
8.5 Boilertemperatuur instellen f Stel de gewenste boilertemperatuur in met de regelknop van de ketel (zie handleiding van de ketel). of f Stel de gewenste boilertemperatuur in met de verwarmingsregelknop via het warmwaterprogramma (zie handleiding van de ketel).
i
Pendant le réchauffement et l’ajustage de la sonde CTN, la chaudière n’est pas mise sur chauffage. Quand de l’eau est puisée pendant cette période, le processus se répète. f Garder les points de puisage fermés jusqu’à ce que la pompe du boiler soit déclenchée pour la première fois.
8.5 Réglage de la température du boiler
f Sélectionner la température du boiler avec le bouton sélecteur de la chaudière (voir notices de la chaudière). ou
f Sélectionner la température du boiler avec le bouton sélecteur chauffage via le programme eau chaude (voir notices de la chaudière).
9. ONDERHOUD
9. ENTRETIEN
9.1 Maandelijkse controle Een maal per maand de temperatuurkiezer voor sanitair water van de gasketel op maximum instellen gedurende 1 uur als thermische desinfectie. Draai daarvoor de regelknop volledig naar rechts. Dit voorkomt de vorming van schadelijke bacteriën zoals de legionellabacterie, in de boiler. Nadat de boiler de maximumtemperatuur bereikt heeft, een hoeveelheid heet water via een aftapkraan laten weglopen. Controleer tevens de veiligheidsgroep.
9.1 Contrôle mensuel Régler, une fois par mois, le sélecteur de température de l’eau sanitaire de la chaudière au maximum pendant 1 heure comme désinfection thermique. Pour cela tourner le bouton de réglage complètement à droite. Ceci évite la formation des bactéries nuisibles comme la bactérie du légionnaire, dans le boiler. Après que le boiler a atteint la température maximale, faites couler une quantité d’eau chaude via un robinet de puisage. Contrôler également le groupe de sécurité.
9.2 Anode de protection 9.2 Beveiligingsanode Afhankelijk van de verkalkinggraad moet de anode (minstens om Selon le degré d'entartrage on doit contrôler l'anode (au moins toutes les 2 années) et éventuellement la remplacer. de 2 jaar) nagekeken en eventueel vervangen worden. Een eerste controle moet na 1 jaar gebruik gebeuren.
Un premier contrôle doit être fait après 1 an de service.
Een sterke aantasting - vooral aan de bovenkant - van de anode, maakt een onmiddellijke vervanging noodzakelijk. Bij de montage van de nieuwe anode dient men erop te letten dat een elektrisch geleidende verbinding (in metaal) naar de kuip gewaarborgd is.
Une anode détériorée - particulièrement à la partie supérieure, exige un remplacement immédiat. Lors du montage d'une anode neuve on doit veiller à ce qu'une conduite électrique (en métal) vers la cuve est assurée.
Verwaarlozing van de anode kan tot voortijdige corrosieschade leiden.
L'inobservation de l'anode peut causer des dégâts préalables par corrosion.
21
9.3 Montage van een nieuwe anode 9.3 Montage d’une nouvelle anode f Bouw de anode geïsoleerd in. f Monter l’anode de façon isolée. f Breng een elektrische geleidende verbinding van de anode f Faites un raccordement électrique de l’anode vers la naar de ketel tot stand via de verbindingsleiding. chaudière via la conduite de raccordement. 9.4 Echangeur de chaleur à plaques Le degré d’entartrage dépend du temps de fonctionnement, de la température de service et de la dureté de l’eau. Un échangeur de chaleur à plaques entartré diminue la capacité de chauffe, augmente les besoins en énergie et prolonge le temps de chauffe. Daarom moet in kalkhoudende streken een waterbehandeling Un traitement d’eau pour éviter l’entartrage est donc à prévoir dans des régions avec de l’eau agressive. toegepast worden om kalkvorming te vermijden. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van de gas- Vous trouvez plus d’informations dans les notices de la chaudière. wandketel. 9.4 Platenwarmtewisselaar De mate van kalkaanslag is afhankelijk van gebruiksduur, bedrijfstemperatuur en waterhardheid. Kalkaanslag op de platenwarmtewisselaar vermindert de opwarmcapaciteit, vergroot de energiebehoefte en verlengt de opwarmtijd.
9.5 Leegmaken en reinigen
9.5 Vidange et nettoyage
f Voordat de boiler wordt gereinigd of hersteld, moet de f Avant le nettoyage ou la réparation, le boiler doit être vidé et verbinding met het stroomnet worden onderbroken en de le courant interrompu. boiler worden leeggemaakt. f Controleer de boiler regelmatig en verwijder slib dat zich f Contrôler régulièrement le boiler et enlever le dépôt. heeft afgezet. 9.6 Veiligheidsgroep
9.6 Groupe de sécurité
f Om de goede werking te controleren, eenmaal per f Afin de contrôler le bon fonctionnement, il faut 1 fois par maand de kraan en de klep van de veiligheidsgroep bedienen. Kalkafzetting kan de goede werking belemmeren.
mois, actionner le robinet ainsi que la soupape du groupe de sécurité. Un dépôt de calcaire risque d'empêcher le bon fonctionnement.
De verbinding tussen boiler en veiligheidsgroep mag NOOIT afgesloten worden.
Le raccordement entre boiler et groupe de sécurité ne peut JAMAIS être fermée.
9.7 Opnieuw in gebruik nemen 9.7 Remise en service f Na reiniging of herstelling de boiler grondig doorspoelen en f Après nettoyage ou réparation, bien rincer et purger le boiler. ontluchten. f Vul de boiler. f Remplir le boiler. 9.8 Pièces de rechange et lubrifiants 9.8 Onderdelen en smeermiddelen Gebruik uitsluitend originele JUNKERS wisselstukken en Utiliser toujours les pièces d'origine JUNKERS et les graisses d'entretien JUNKERS. JUNKERS vet. Pour les pièces métalliques, les joints toriques et les sondes de Voor metalen dichtvlakken, O-ringen en temperatuurvoelers: température: - in contact met water : L 641, - en contact de l'eau : L 641, - warmtegeleidingvet : P 12. - graisse thermoconductive : P 12.
22
10. FOUTEN OPSPOREN EN VERHELPEN
10. PERTURBATIONS ET REMEDES
Verstopte aansluitingen In combinatie met koperleidingen kunnen onder ongunstige omstandigheden, door elektrochemische werking tussen de magnesium veiligheidsanode en het leidingmateriaal, aansluitingen verstopt raken. f De aansluiting van een boiler aan een koperen leiding moet steeds met een mof in gietijzer of staal gebeuren.
Raccordements bouchés En combinaison avec des tuyauteries en cuivre, les raccordements peuvent être bouchés dans des circonstances défavorables par le fonctionnement électrochimiques entre anode de protection en magnésium et la tuyauterie. f Le raccordement d’un boiler à une tuyauterie en cuivre doit toujours être effectué par un manchon en fonte ou en acier.
Onaangename geuren en donkere kleur van het verwarmde water Dit komt doorgaans door de werking van de magnesiumanode.
Odeurs désagréables et couleur foncée de l’eau chaude
11. BELANGRIJKE NOTA’S
11. NOTES IMPORTANTES
De typeaanduiding vindt U terug boven aan de kenplaat van het toestel. Het serienummer is vermeld onder aan deze kenplaat. Gelieve deze gegevens te vermelden bij elk contact met Uw installateur of met onze naverkoopservice.
Vous trouvez l'indication du type en haut de la plaque signalétique de l’appareil. Le numéro de série se trouve en bas de cette plaque. Veuillez mentionner ces données lors de chaque contact avec votre installateur ou avec notre service après-vente.
12. WAARBORG
12. GARANTIE
Ceci est provoqué par le fonctionnement de l’anode en magnésium. f Reinig de boiler, vervang de veiligheidsanode en gebruik de f Nettoyer le boiler, remplacer l’anode de protection et utiliser boiler op een temperatuur van 60 °C of hoger. le boiler à une température de minimum 60°C.
De toegestane waarborg is slechts geldig indien de installatie La garantie accordée n'est valable que si l'installation est nauwkeurig voldoet aan deze voorschriften en indien de volle- rigoureusement conforme aux présentes prescriptions et si dige verwarmingsinstallatie volgens de regels der kunst l'installation entière est correctement effectuée. uitgevoerd werd. De waarborg is toepasbaar volgens de voorwaarden vermeld op de garantiekaart. Deze moet worden teruggestuurd na de ingebruikname, met vermelding van type en serienummer zoals aangeduid op de kenplaat van het toestel.
La garantie est applicable suivant les conditions reprises sur la carte de garantie. Celle-ci doit être complétée du type et du numéro de série, indiqué sur la plaque d'immatriculation de l'appareil et retournée dès la mise en service.
) TIP: stuur de garantiekaart onmiddellijk op na de inbe- ) TIP: envoyer la carte de garantie immédiatement après la drijfstelling. Dit zal de contacten vergemakkelijken. mise en service. Ceci facilitera les contacts. INSTALLATEUR
23
DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio)
SERVICE APRES-VENTE (avec techniciens de votre région)
SERVICO nv heeft een dienst na verkoop ter beschikking SERVICO sa tient un service après-vente à la disposition van de installateur en de gebruiker. de l'installateur et de l'usager. In geval van moeilijkheden, wendt U tot SERVICO nv En cas de difficulté, adressez-vous à SERVICO sa (officiële dienst na verkoop van de fabrikant). (service après-vente officiel du fabricant).
nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 Aartselaar
FAX
FAX
FAX
ALGEMEEN NUMMER NUMERO GENERAL ALGEMEEN NUMMER NUMERO GENERAL
03 887 20 60 03 877 01 29
DIENST NA VERKOOP onderhoud & herstellingen SERVICE APRES-VENTE entretien & réparations TECHNISCH ADVIES CONSEIL TECHNIQUE DIENST NA VERKOOP SERVICE APRES-VENTE COMMERCIELE DIENST verkoop, documentatie & scholingen SERVICE COMMERCIAL vente, documentations & écolages COMMERCIELE DIENST SERVICE COMMERCIAL
FAX
LOGISTIEK bestellingen & wisselstukken LOGISTIQUE commandes & pièces de rechange LOGISTIEK LOGISTIQUE
WEB
www.junkers-servico.be
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Wijzigingen voorbehouden.
03 880 71 00 03 880 71 02 03 888 91 56
03 880 71 03 03 877 01 29
03 880 71 01 03 887 01 03
nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR 03 887 20 60 Fax 03 877 01 29
Toute reproduction interdite sans accord préalable de l’éditeur. Sous réserve de modifications. PVM 1/2006
24
