Inspraakreacties op
STARTNOTITIE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE C.GEN ELECTRICITEITSCENTRALE SLOEHAVEN-VLISSINGEN
Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus 223 2250 AE VOORSCHOTEN www.bureau-energieprojecten.nl
INHOUDSOPGAVE
WOORD VOORAF………………………………………………………………………………………………………. 1 KENNISGEVING…………………………………………………………………………………………………………… 2 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES:.……………………………………………… 3 NUMERIEK OVERZICHT……………………………………………………………………….. 3 ALFABETISCH OVERZICHT ORGANISATIES……………………………………………. 4 INSPRAAKREACTIES NUMMERS 1 TOT EN MET 30……………………………………………………… 5
Maart 2010
WOORD VOORAF Algemeen Van 15 januari tot en met 25 februari 2010 heeft de Startnotitie voor een besluit- en planm.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ter inzage gelegen. Op grond van de Wet milieubeheer is een ieder in deze periode in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze op de inhoud van de startnotitie schriftelijk en/of mondeling kenbaar te maken. Op de Startnotitie voor een besluit- en plan-m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale SloehavenVlissingen zijn in totaal 31 inspraakreacties binnengekomen. Hiervan zijn 30 reacties uniek en in deze bundel opgenomen. U kunt de bundel downloaden van www.bureau-energieprojecten.nl; kies daarvoor onder ‘Energiecentrales‘ C.GEN Sloehaven. Registratie en verwerking De ontvangen reacties zijn geregistreerd en aan de insprekers is een ontvangstbevestiging toegezonden. Verder heeft Bureau Energieprojecten de initiatiefnemer en degenen die bij het besluitvormingsproces zijn betrokken, tussentijds op de hoogte gebracht van de ontvangen inspraakreacties. Dit zijn de betrokken beleidsambtenaren bij het ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat en de Commissie voor de milieueffectrapportage, die de ministers en gedeputeerde adviseert over de inhoud van het Milieueffectrapport (MER). Op deze manier zijn zij in een zo vroeg mogelijk stadium geïnformeerd over de inhoud van de inspraakreacties. De inspraakreacties zijn integraal in deze bundel opgenomen. Verdere procedure Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de Minister van EZ samen met de Minister van VROM, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat de richtlijnen vast voor het MER. In deze richtlijnen wordt vastgelegd welke informatie in het MER opgenomen dient te worden. Wanneer de Minister van EZ en de Minister van VROM en C.GEN het MER hebben opgesteld, zal dit samen met de ontwerpbesluiten waarop het betrekking heeft, ter inzage worden gelegd en kan eenieder daarop zijn zienswijze geven. Hiervan wordt kennisgeving gedaan in de Staatscourant, regionale en huis-aan-huisbladen. Tevens worden eerdere insprekers hiervan per brief op de hoogte gesteld.
Kennisgeving Inspraak startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Met ingang van vrijdag 15 januari tot en met donderdag 25 februari 2010 ligt de startnotitie voor een besluit- en plan-m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ter inzage. Op grond van de Wet milieubeheer doorloopt deze startnotitie een inspraakprocedure. Achtergrond
Waar kunt u de startnotitie inzien?
De onafhankelijke investeerder in elektriciteitscentrales C.GEN N.V. uit Antwerpen België
De startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen kunt u met ingang van
(hierna: C.GEN) wil een centrale bouwen in het haven- en industriegebied (Sloehaven)
vrijdag 15 januari tot en met donderdag 25 februari 2010 tijdens reguliere openingstijden inzien
in Vlissingen en Borsele. Deze centrale zal een vermogen hebben van maximaal 800 MW.
op de volgende locaties:
C.GEN doet dit om in de groeiende vraag naar elektriciteit te kunnen voorzien en om een deel
- Ministerie van Economische Zaken, Informatiecentrum, Bezuidenhoutseweg 30 te Den Haag, telefoon 070 - 379 89 11;
van de verouderde Nederlandse elektriciteitscentrales te vervangen.
- Gemeente Vlissingen, Gemeentehuis, Paul Krugerstraat 1, Vlissingen, telefoon 0118 - 48 70 00; De Ministers van Economische Zaken (hierna: EZ) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
- Gemeente Middelburg, Stadskantoor, Kanaalweg 3, Middelburg, telefoon 0118 - 67 50 00;
en Milieubeheer (hierna: VROM) zullen samen besluiten over de locatie van de nieuwe centrale.
- Gemeente Borsele, Gemeentehuis, Stenevate 10, Heinkenszand, telefoon 0113 - 23 83 83.
De centrale wordt gebouwd en geëxploiteerd door C.GEN. Borssele/Vlissingen (haven- en industriegebied) is in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) opgenomen als locatie
De startnotitie is ook op het internet beschikbaar: www.bureau-energieprojecten.nl.
voor een elektriciteitscentrale. Informatiebijeenkomsten De Ministers van EZ en van VROM organiseren in samenwerking met C.GEN een inloopavond over de nieuwe elektriciteitscentrale, de inhoud van de startnotitie en de verdere procedure. N254
U bent van harte welkom om op deze avond vragen te stellen en informatie te krijgen, zodat u,
N254
Nieuwdorp
als u dat wenst, goed geïnformeerd uw mondelinge of schriftelijke inspraakreactie kan geven.
Quarleshaven
Deze inloopavond wordt gehouden op donderdag 11 februari 2010 in Hotel Arneville, de Joriszaal, N62
Buitenruststraat 22 te Middelburg. Van 19.00 uur tot 21.00 uur is de zaal open en is het mogelijk de informatiemarkt te bezoeken.
Scaldiahaven Sloehaven
Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken?
Kraaijerthaven
De Ministers van EZ en VROM nodigen eenieder uit mondeling of schriftelijk te reageren op
v a n C i tt e r s haven
de startnotitie. Tot en met 25 februari 2010 kunt u aangeven wat volgens u in het MER onderzocht moet worden. N62
Uw schriftelijke zienswijze kunt u sturen aan: Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 Milieueffectrapportage en besluitvorming
2509 AC DEN HAAG
Voor dit project is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. Dit houdt onder meer in dat de ruimtelijke besluitvorming plaatsvindt door middel van een zogeheten rijksinpassingsplan.
Wij verzoeken u ook in uw brief duidelijk te vermelden dat u inspreekt op de startnotitie m.e.r.
Dit plan wordt vastgesteld door de Ministers van VROM en van EZ samen. In het rijksinpassings-
C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen. U kunt ook uw zienswijze geven via de website
plan wordt de locatie van de nieuwe elektriciteitscentrale met eventueel een nieuwe verbinding
www.bureau-energieprojecten.nl. Mondeling kunt u uw zienswijze inbrengen door te bellen
op het hoogspanningsnet vastgelegd. Tevens zijn onder andere een milieuvergunning, die
met Bureau Energieprojecten, telefoon 070 - 379 89 79.
afgegeven zal worden door Gedeputeerde Staten van Zeeland (hierna: provincie Zeeland), en een waterwetvergunning voor lozingen op het oppervlaktewater, die afgegeven zal worden door
Wat gebeurt er met uw reactie?
de Minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: Rijkswaterstaat), nodig voor deze elektriciteits-
Het Inspraakpunt bundelt alle reacties en stuurt deze naar de Ministers van EZ en van VROM,
centrale. Ter voorbereiding van het rijksinpassingsplan, de milieuvergunning en de lozingen-
provincie Zeeland, Rijkswaterstaat, C.GEN en de Commissie voor de milieueffectrapportage.
vergunning oppervlaktewater zal de Minister van EZ samen met de Minister van VROM een
Deze Commissie adviseert de Ministers van EZ en van VROM, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat
plan-MER en zal C.GEN een besluit-MER (milieueffectrapportage) uitvoeren.
over het geven van de richtlijnen voor het MER. Mede op basis van dit advies en de inspraakreacties stellen de Minister van EZ samen met de Minister van VROM, provincie Zeeland
Een milieueffectrapport wordt opgesteld om (mogelijke) milieueffecten in brede zin, bijvoor-
en Rijkswaterstaat de richtlijnen vast voor het MER. In deze richtlijnen wordt vastgelegd
beeld op leefomgevingskwaliteit (mens), gezondheid, landschap, natuur, bodem en water zo
welke informatie in het MER opgenomen dient te worden.
goed mogelijk in beeld te brengen en daarmee te waarborgen dat deze effecten een volwaardige
Wanneer de Minister van EZ en de Minister van VROM en C.GEN het MER hebben opgesteld,
rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het ontwerp-rijksinpassingsplan, de ontwerp-
zal dit samen met de ontwerpbesluiten waarop het betrekking heeft, ter inzage worden gelegd
vergunningen en de MER’s worden verwacht in de periode 2010 tot 2012. Daarnaast worden
en kan eenieder daarop zijn zienswijze geven.
in de rijkscoördinatieregeling ook de overige vergunningen gecoördineerd voorbereid. De Minister van EZ zal deze coördinatie op zich nemen.
Nadere informatie Voor het verkrijgen van de startnotitie of voor informatie over de inspraakprocedure kunt u
Startnotitie
contact opnemen met het Bureau Energieprojecten, telefoon 070 - 379 89 79,
Onderdeel van de milieueffectrapportage (m.e.r.-)procedure is het uitbrengen van een start-
www.bureau-energieprojecten.nl.
notitie door de Ministers van EZ en van VROM en C.GEN. In deze startnotitie komen de volgende onderwerpen aan bod: - de achtergronden van de nieuwe elektriciteitscentrale; - welke locatiealternatieven in het MER onderzocht zullen worden; - welke milieuaspecten voor deze locatiealternatieven in het MER in beeld gebracht zullen worden.
MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES NUMERIEK OVERZICHT
1 Dorpscomité Ritthem, RITTHEM Dorpscomité Ritthem, , RITTHEM , 2 3 Nwea, , UTRECHT 4 Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau, Uden, namens 5 6 7 EPZ, , VLISSINGEN 8 Covra N.V., , VLISSINGEN 9 10 11 12 13 14 Gemeente Borsele, B&W, HEINKENSZAND 15 Energy Resources, , ‘s-HERTOGENBOSCH 16 PvdA, afdeling Borsele, 17 Greenpeace, , AMSTERDAM 18 Prodelta Management B.V., , ROTTERDAM 19 Stichting Dorpsraad Nieuwdorp, , NIEUWDORP , GOES 20 ZMF, 21 Staatsbosbeheer, , TILBURG 22 23 Gemeente Vlissingen, B&W, VLISSINGEN 24 Verbrugge Zeeland Terminals B.V., Ritthem, via Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat, , AMSTERDAM 25 Delta N.V., , MIDDELBURG 26 , VLISSINGEN 27 Sloecentrale, 28 Provincie Zeeland , GS, MIDDELBURG 29 30 Waterschap Zeeuwse Eilanden, DB, MIDDELBURG
,
MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES ALFABETISCH OVERZICHT ORGANISATIES
8 COVRA N.V., , VLISSINGEN MIDDELBURG 25 Delta N.V., 1 Dorpscomité Ritthem, RITTHEM Dorpscomité Ritthem, RITTHEM 15 Energy Resources, ‘s-HERTOGENBOSCH VLISSINGEN 7 EPZ, 14 Gemeente Borsele, B&W, HEINKENSZAND 23 Gemeente Vlissingen, B&W, VLISSINGEN 17 Greenpeace, AMSTERDAM UTRECHT 3 NWEA, 18 ProDelta management B.V., ROTTERDAM 28 Provincie Zeeland, GS, MIDDELBURG NISSE 16 PvdA afdeling Borsele, 27 Sloecentrale, VLISSINGEN 21 Staatsbosbeheer, TILBURG NIEUWDORP 19 Stichting Dorpsraad Nieuwdorp, 24 Verbrugge Zeeland Terminals B.V., RITTHEM, Advocatuur & Notariaat, AMSTERDAM 30 Waterschap Zeeuwse Eilanden, DB, MIDDELBURG GOES 20 ZMF,
100 1
Inspraakpunt C.GEN electriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Sloehaven- Vlissingen
Ritthem, 29 januari 2010.
Geachte meneer/mevrouw, Betr.: Zienswijze startnotie m.e.r. C.GEN electriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Onderstaand vindt u een opsomming van opmerkingen en aanbevelingen m.b.t. bovengenoemd onderwerp. 1.
T.a.v. de technische installatie verwijzen wij naar: Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport t.b.v. waterstofelectriciteitscentrale 450 MWe Europoort-Rotterdam d.d. 4 december 2008/rapportnurnmer 2159-37.
400-
2.
De C.GEN waterstofcentrale is ons inziens in hoge mate vergelijkbaar aan de NUON multifuel electriciteitscentrale in de Eemshaven. De plan-MER en besluit-MER moet leiden tot een oprichtingsvergunning, waarin alle aspecten genoemd en beschreven zijn in: Oprichtingsvergunning, wet milieubeheer, verleend aan Nuon Power Projects 1 B.V., Groningen 20 april 2009, Zaaknr. 173662, Procedurenr. 6147.
3.
iet alleen de ruimtelijke belangen van de initiatiefnemer (C.GEN) dienen gewogen te worden. 3.1 Onderzoek de gevolgen in al zijn aspecten, van het bedrijfsvoeren met de genoemde installatie voor de direct omwonenden, t.w.: Ritthem, Nieuw- en St. Joosland, Oudedorp, Nieuwdorp en Borssele t.a.v. lucht/emissie, geluid, trillingen, bodem, veiligheid, verkeer en vervoer, opslag van grond- en afvalstoffen, voor de voorkeurslocatie. 3.2 Onderzoek de gevolgen, in al zijn aspecten, voor de direct aan de voorkeurslocatie grenzende voor natuurcompensatie bestemde gebieden, t.w.: Rammekensschor, Schorerpolder, Welzinge, Ritthemse bos (Karnemelkshoek) en de noordelijk gelegen cultuurlandschappen. 3.3 Onderzoek de gevolgen genoemd in punt 3.1 en 3.2 ook t.a.v. de zoekgebieden 1,2 en 3.
4.
--ro
Ruimtelijke inpassing 4.1 Voorkeurslocatie 001 Als voorkeurslocatie geldt het westelijk deel van het huidige Cobelfretterrein, aangevuld met een deel buitendijks gebied.
Het Bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost" kent naast de onder 3.1.2. genoemde nog een beperking, zie hiervoor Bestemmingsplan Vlissingen-Oost, 3e plan herziening, hoofdstuk 2.2 (blz. 2) n.l.: Het toekomstig gebruik van het westelijk deel van het plangebied is nog onzeker. Er zal evenwel geen handelshaven worden toegestaan, doch een industriële bestemming waarbij rekening wordt gehouden met: - de in het geldende bestemmingsplan opgenomen milieuzonering; - een zone ter breedte van 300 m. langs het meest westelijke deel waarin beperkingen in bedrijfsactiviteiten zullen worden aangebracht als gevolg van en ten behoeve van het voorkomen van negatieve effecten op het beoogde natuurcompensatiegebied aan de westzijde van de Koedijk. 4.2 Onderzoek de effecten van het bouwen, bedrijf voeren, transport, kade- en overslagfaciliteiten van C.GEN t.a.v. deze natuurcompensatiegebieden. Zie ook Startnotie milieueffectrapportage Westersehelde Container Terminal juli 2009. 4.3 Beoordeel in het kader van punt 4.1 en 4.2 de zoekgebieden 1, 2 en 3. 4.4 Het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling heeft niet ten doel de kwaliteit van woon- en natuurgebieden aan te tasten. Immers de genoemde bedrijfsactiviteit is dominant t.a.v. de voorkeurslocatie. Onderzoek de voor- en nadelen van bovengenoemde m.b.t. de zoekgebieden 1, 2 en 3 in relatie tot het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling. 5.
Veiligheid 5.1 Beoordeel de in- en externe veiligheidsrisico's van de totale installatie, inclusief de zich in de installatie bevindende brandstoffen en gassen, en de op het terrein opgeslagen brandstoffen en afvalstoffen, in relatie tot het munitiedepot en overige bedrijfsactiviteiten in de omgeving (domino-effect), voor alle locaties (voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en 3) 5.2 Beoordeel het veiligheidsrisico van het munitiedepot (veiligheidszones A = 400 m., B = 600 m. en C = 1200 m.) m.b.t. continue aanwezige personeel, gebouwconstructies, de zich in de installatie bevindende gevaarlijke stoffen, brandstofopslag, overslagfaciliteiten e.d., voor de voorkeurslocatie.
6.
Milieuzonering 6.1 Beoordeel de totale bedrijfsactiviteit conform de standaard bedrijfsindeling (SBI) en de categorie indeling van de Staat van Inrichtingen overeenkomstig de basiszoneringslijst van de VNG, m.b.t. het landelijk gebied t.a.v. woningen en kernen, voor de voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en 3.
Wij stellen het op prijs een ontvangstbevestiging van deze zienswijze van u te mogen ontvangen en op de hoogte gehouden te worden van verdere acties of publicaties. Met vriendelijke groeten, namens het Dorpscomité Ritthem,
0021
d.d.
I
Inspraakpunt C.GEN electriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus 93 144 2509 AC Den Haag
Sloehaven- Vlissingen
Betr.: Zienswijze startnotie m.e.r. C.GEN electriciteitscentrale Ritthern, 22 februari 2010
Sloeha\'en-
I I
2 F . 2010
lissingen
Geachte rneneer-rnevröuv .
Onderstaand indt u een opsomming van opmerkingen en aanbe elingen rn.b.t. bo engenoemd onderwerp. Gelieve ondergenoemde punten in te brengen, ten behoe e an het opstellen an richtlijnen voor het milieueffectrapport in deze zaak. I.
T.a. v. de technische installatie verwijzen wij naai: Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport t.b.V. waterstofelectriciteitscentrale Europoort-Rotterdam d.d. 4 december 2008/rapportnummer 2159-37. Zie ook startnotitie hoofdstuk I, 4 en 6. Sloe.
400-450 MWe
2.
De C.GEN waterstofcentrale is ons inziens in hoge mate vergelijkbaar aan de I 0 multi-fuel electriciteitscentrale in de Eemshaven. De plan-MER en besluit-MER moet leiden tot een oprichtingsvergunning. waarin alle aspecten genoemd en beschreven zijn in: Oprichtingsvergunning wet milieubeheer, verleend aan Nuon Power Projects 1 B.V., Groningen 20 april 2009, Zaaknr. 173662, Procedurenr, 6147. Zie ook startnotitie hoofdstuk I t/m 6, Sloe.
3.
Niet alleen de ruimtelijke belangen van de initiatiefnemer (C.GEN) dienen gewogen te worden. Onderzoek de gevolgen in al zijn aspecten,incl. cumulatie effecten van het bedrijfsvoeren met de genoemde installatie voor de direct omwonenden, t.w.: Ritthern, Nieuw- en St. Joosland Oudedorp, Nieuwdorp en Borssele t.a.v. luchtiemissie,lichtvervuiling, geluid, trillingen, bodem, veiligheid, verkeer en vervoer, opslag van grond- en afvalstoffen, voor de voorkeurslocatie. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4, Sloe. Onderzoek de gevolgen, in al zijn aspecten, waaronder lichtvervuiling, voor de direct aan de voorkeurslocatie grenzende voor natuurcompensatie bestemde gebieden, t.w.: Rammekensschor, Schorerpolder, Welzinge, Ritthemse bos (Karnemelkshoek) en de noordelijk gelegen cultuurlandschappen. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4, Sloe. Onderzoek de gevolgen genoemd in punt 3.1 en 3.2 ook t.a.v. de zoekgebieden 1 2 en 3.
4.
Ruimtelijke inpassing 4.1 Voorkeurslocatie Als voorkeurslocatie buitendijks gebied.
geldt het westelijk deel van het huidige Cobelfretterrein.
aangevuld met een deel
---10021
Het Bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost" kent naast de onder 3.1.2. genoemde nog een beperking, zie hiervoor Bestemmingsplan Vlissingen-Oost, 3e plan herziening, hoofdstuk 2.2 (blz. 2) n.i.: Het toekomstig gebruik van het westelijk deel van het plangebied is nog onzeker. Er zal evenwel geen handelshaven worden toegestaan, doch een industriële bestemming waarbij rekening wordt gehouden met: - de in het geldende bestemmingsplan opgenomen milieuzonering; - een zone ter breedte van 300 m. langs het meest westelijke deel waarin beperkingen in bedrijfsactiviteiten zullen worden aangebracht als gevolg van en ten behoeve van het voorkomen van negatieve effecten op het beoogde natuurcompensatiegebied aan de westzijde van de Koedijk. Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.2 Onderzoek de effecten van het bouwen, bedrijf voeren, transport, kade- en overslagfaciliteiten van C.GEN t.a.v. deze natuurcompensatiegebieden. Zie ook Startnotie milieueffectrapportage Westersehelde Container Terminal juli 2009. Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.3 Beoordeel in het kader van punt 4.1 en 4.2 de zoekgebieden 1,2 en 3. Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe. 4.4 Het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling heeft niet ten doel de kwaliteit van woon- en natuurgebieden aan te tasten. Immers de genoemde bedrijfsactiviteit is dominant t.a.v. de voorkeurslocatie. Onderzoek de voor- en nadelen van bovengenoemde m.b.t. de zoekgebieden I, 2 en 3 in relatie tot het Rijksinpassingsplan en de Rijkscoördinatieregeling. Zie ook startnotitie hoofdstuk 4 en 6 Sloe.
5.
Eerdere publicaties in o.a. de Provinciale Zeeuwse Courant van 23-03-2009 spreken van een eventuele uitbreiding van het op te stellen vermogen tot 1600 MW. (dus 2 maal het te installeren vermogen zoals genoemd in de onderhavige Startnotitie). Ook de benodigde ruimte 70 ha., wijst hierop. Onderzoek de in deze zienswijze genoemde aspecten onder de punten 3 t/m 6 t.a.v. de bovengenoemde uitbreiding van het te installeren vermogen tot 1600 MW. In de M.E.R. dient rekening te worden gehouden met deze 1600 MW.
6.
Veiligheid Beoordeel de in- en externe veiligheidsrisico's van de totale installatie, inclusief de zich in de installatie bevindende brandstoffen en gassen, en de op het terrein opgeslagen brandstoffen en afvalstoffen, in relatie tot het munitiedepot en overige bedrijfsactiviteiten in de omgeving (domino-effect), voor alle locaties (voorkeurslocatie en de locaties I. 2 en 3) Beoordeel het veiligheidsrisico van het munitiedepot (veiligheidszones A = 400 m., B = 600 m. en C = 1200 m.) m.b.t. continue aanwezige personeel, gebouwconstructies, de zich in de installatie bevindende gevaarlijke stoffen, brandstofopslag, overslagfaciliteiten e.d., voor de voorkeurslocatie. Zie ook startnotitie punt 4.7, Sloe.
7.
Milieuzonering Beoordeel de totale bedrijfsacti iteit conform de standaard bedrijfsindeling (SBI) en de categorie indeling van de Staat van Inrichtingen overeenkomstig de basiszoneringslijst van de VNG, m.b.t. het landelijk gebied t.a.v woningen en kernen, voor de voorkeurslocatie en de locaties 1,2 en 3.
8.
Emissieplafond Beoordeel de voorgenomen activiteit t.a.v. 800 MW. En eventueel toekomstig naar 1600 MW. m.b.t. het vastgestelde emissieplafond in Nederland. Houd hierbij rekening met de diverse productievariabelen, zoals: STEG, STEG en vergasser excl. C02-afvang, STEG en vergasser incl. C02- afvang. Zie ook startnotitie hoofdstuk 5 en 6, Sloe.
Wij stellen het op prijs een ontvangstbevestiging te worden van verdere acties of publicaties.
van deze zienswijze van u te mogen ontvangen en op de hoogte gehouden
VRAGEN INLOOPAVOND
STARTNOTITIE
10021
G.GEN
1.
installatie in 2015 commercieel. Betekent dit dat U dan feitelijk C02 ondergronds opslaat?
2.
kunt u enkele locaties noemen waar u C02 ondergronds opslaat?
3.
Staat de Ned.wetgeving
4.
Als u vraag I t/rn. 3 met nee/waarschijnlijk vermogensbedrijfper jaar?
nu C02 opslag toe? beantwoord hoeveel C02 stoot u dan uit bij 100 %
Hoeveel C02 stoot uw installatie uit bij maximale benutting C02 afvang?
5.
Het Sloegebied is beperkt in omvang en grenst aan kwetsbaar cultuur- en natuurlandschap ( denk aan nationaal landschap /natura 2000 gebieden)en is tevens omringd door dichtbij gelegen dorpen.
•
6.
Het bedrijfsvoeren met uw installatie zal de kwaliteit van de leefomgeving niet verbeteren.
•
7.
8.
Bent u bereid, via bijv. convenanten, meer inspanningen te doen ter bescherming van de omgeving, dan wettelijk is vereist?
Wilt u minimaal 5 maatregelen noemen t.b.v. bewoners en natuur om het verlies van kwaliteit te compenseren.
Het bedrijfsvoeren met deze centrale vereist gekwalificeerd personeel en management. •
Hoe gaat u deze kwalificaties borgen?
•
Bent u bereid in Zeeuwse opleidingsinstituten
te investeren teneinde bekwaam personeel aan te trekken?
Het meest milieuvriendelijke altematiefvoor uw installatie en locatie is het amoveren van de conventionele kolencentrale van EPZ en op deze locatie en naaste omgeving gefaseerd 4 nieuwe eenheden te bouwen. Immers de infrastructuur is, zij het aangepast, grotendeels aanwezig. Tevens is de levensduur van de EPZ kolencentrale beperkt. Deelt u deze visie en bent u bereid samen met EPZ, Provincie en Rijk deze optie te onderzoeken?
Ritthem, 8-2-2010
Met vriendelijke groeten, namens het Dorpscornité Ritthem, Wijkbeheergroep Mortiere Dorpsvereniging Nw. en St. Joosland
Bijlage: vragen inloopavond startnotitie C.GEN.
\0021
.-rooo a:
SenterNoJ(::'I) 0en Haag
Aan:Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ., r-__ Bureau Energieprojecten. Postbus 93144 2509 AC Den Haag.
I
I_n_g_e~o~~nJ?9~~_d_.d_. __ -1 _ 9 FEB. 2010
'-:-K-- k (""C.=îiï~,,~;:d--=-'-----1 I enmer: t: u Betreft: Inspraak op de startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale; r ·eet ~singen....--'--~=--=~:pL----J re oord: .. 800-900 MWe Waterstofelektriteitscentrale van januari 2010. '-_.-.;;...:..;..;;:.;..... I
Kortgene, 7 februari 2010. Geachte mevrouw enlof mijnheer, Hierbij ontvangt u mijn op-en aanmerkingen uw voornoemde startnotitie betreffende. Het is beter om de bouw van een grote kernenergiecentrale te bevorderen(zie ook De Bevelandse Bode van 21-1-2010 pag.6 ), in plaats van nog een centrale te bouwen waarbij fossiele brandstoffen worden gebruikt. Op de Maasvlakte wordt al een centrale gebouwd die fossiele brandstof gebruikt, het is beter hier schaalvergroting toe te passen . In uw startnotitie wordt naar mijn mening te veel gebruik gemaakt van de woorden eventueel en mogelijk, dit geeft weer onduidelijkheden .Waarom geeft u niet direct aan, waaraan de installaties de komende 25 jaar dienen te voldoen ? Kanttekeningen de notitie betreffende : l.Opslag van C02 mag niet opgeslagen worden in de aardbodem onder woongebieden, voedselproductieplaatsen en gebieden(weilanden , visgronden) en niet ter plaatse van natuurgebieden. 2.Zolang er nog geen langdurige ervaring(lO jaar) is opgedaan met een proefproject is de ondergrondse C02-opslag van deze omvang niet aan te bevelen. 3.De producent, beheerder en gebruiker van de C02 is ten alle tijden verantwoordelijk en aansprakelijk voor schade die de mens en zijn milieu bedreigen enlofaantasten . 4.Het bijstoken van schone biomassa dient verplicht gesteld te zijn en niet als een eventuele mogelijkheid gezien te worden. 5.De brandstof overslag, opslag en transport, eveneens de rest-en afvalstoffen betreffende, mag geen overlast van stof en getuid veroorzaken ,daarom zijn de volgende 'zaken 'goed te bezien en uit te werken: a.het transport met overstortpunten dient volledig gesloten uitgevoerd te zijn, dus ook aan de onderzijde. b.opslag van stoffen dient gesloten uitgevoerd te zijn, zeer zeker van de rest -en afvalstoffen, alsmede ook de nevenproducten . Indien de kolenopslag open wordt uitgevoerd, dan dient verstoffing tegen gegaan te worden, waarmee en hoe wordt dit probleem opgelost ? 6.Bunkers{kolendag-,reststoffen enz.) dienen zodanig groot te zijn dat het transporten slechts 1 keer per dag opgestart hoeft te worden en wel in de daguren. 7.Afval- huis-en vuilwaterstromen hoe worden deze gereinigd, waar gaan deze naar toe? 8.Gedemineraliseerd water is alleen te produceren uit oppervlakte water, tenzij er van overmacht sprake is, hetgeen ten alle tijden vooraf gemeld moet worden aan de bijbehorende overheidsinstantie .Indien het gedemineraliseerde water ook gebruikt wordt voor commerciële doeleinden, dan moet dit vermeld te worden.
Ik: hoop dat deze op-en aanmerkingen u van goede dienst zijn .Hoogachtend en met vriendelijke groet ,
f-~ -'
I
1 1 ,..)
1",.",,\
I .:._. ~_.;)
yY/
. _ NWEA Inspraakpunt C.GEN Elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Plaats en datum
Ons kenmerk
Utrecht, 10 februari 2010
Br-secr.218N
Onderwerp: Zienswijze Startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale
Uw kenmerk
Sloehaven-Vlissingen
Geachte heer, mevrouw, Hierbij maken wij graag gebruik van de mogelijkheid onze zienswijze naar aanleiding van de publicatie in de Staatscourant nr. 578 van 14 januari 2010 van de Startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen aan u kenbaar te maken. CO2-afvang Volgens de startnotitie (pagina 10, par. 2.2) is het ontwerp van de centrale gericht op een zeer lage uitstoot van fossiel CO2 dankzij CO2-afvang. Maar uit het vervolg van de startnotitie (pagina 19, 2e alinea) blijkt dat de afscheiding van CO2 wel in het ontwerp wordt voorzien, maar dat nog niet duidelijk is of de CO2 wordt afgevangen en zo dit het geval is, op welke wijze de afgevangen CO2 verwerkt en opgeslagen wordt. Mogelijke procedés worden in het MER beschreven. De startnotitie beschrijft globaal een aantal mogelijke procedés voor de verwerking, afvoer en opslag van de CO2• Of de CO2 wordt verwerkt en wordt afgevoerd en opgeslagen is echter nog niet bekend. Zo stelt de startnotitie dat op termijn pijplijninfrastructuur beschikbaar komt, waarmee de CO2 kan worden afgevoerd, meest waarschijnlijk naar lege aardgasvelden voor de Nederlandse kust. Voor de beoordeling van de milieueffecten van deze kolengestookte centrale is het van groot belang of de schadelijke stoffen, die vrijkomen worden afgevangen en zo dit het geval is op welke wijze deze stoffen worden verwerkt of langjarig worden opgeslagen en wat de milieueffecten hiervan zijn. Beschrijf in het MER de milieueffecten van de centrale zonder CO2-afvang en de milieueffecten van de hele keten in geval van afvang, verwerking en langjarige opslag van CO2• Waterstof-/syngaslevering en warmte-/stoomlevering In de startnotitie worden de mogelijkheden genoemd van de levering van waterstofgas of syngas aan nabijgelegen industrieën en de levering van processtoom of -warmte aan nabijgelegen bedrijven. Deze combinaties zijn energetisch interessant en kunnen het energetisch, milieutechnisch en economisch rendement van deze elektriciteitscentrale positief beïnvloeden. Uit de startnotitie blijkt echter dat deze mogelijkheden wel onderzocht zullen worden, maar dat nog geenszins duidelijk is of, en zo ja, in welke mate hiervan gebruik gemaakt zal gaan worden. Zienswijze NWEA op Startnotitie G.GEN elektriciteitscentrale
1
-----
10003
Beschrijf in de basis variant van het MER de situatie waarbij (vrijwel) geen sprake is van levering van waterstofgas of syngas enlof warmte of stoom aan nabijgelegen bedrijven. De kans is namelijk reëel dat in de praktijk de levering van deze gassen enlof warmte kleiner zal zijn dan in de energetisch meest optimale variant. Beschrijf de milieueffecten van alle fasen Bij de vergunning voor elektriciteitscentrales, die gebruik maken van andere energiebronnen, te weten windparken, dienen in het MER ook de milieueffecten als gevolg van onderhoud en ontmanteling en verwijdering te worden beschreven. Uit de startnotitie blijkt niet dat de milieueffecten van deze fasen in dit MER ook beschreven zullen worden. Beschrijf in het MER, net als in MER-en voor andere elektriciteitsproductie-eenheden het geval is, ook de milieueffecten van het onderhoud en de ontmanteling en verwijdering van de C. GEN elektriciteitscentrale. Energiebalans van de elektriciteitscentrale (Life Cycle Analysis) Voor de bouw, de exploitatie, het onderhoud en aan het eind van de levensduur de ontmanteling en de verwijdering of recycling van de restmaterialen is energie nodig. Ook voor de winning van de brandstof, het transport naar de centrale en de afvoer en (langjarige) opslag van het restafval (waaronder eventueel CO2) is energie nodig. Daar tegenover staat dat de C.GEN elektriciteitscentrale gedurende de levensduur elektrische energie produceert. De hoeveelheid (primaire) energie, die nodig is om de elektriciteitscentrale te bouwen, exploiteren, onderhouden, ontmantelen en verwijderen en om de brandstof te winnen aan te voeren en het restafval (waaronder eventueel CO2) af te voeren en op te slaan, wordt vergeleken met de hoeveelheid energie, die gedurende de levensduur met de centrale wordt geproduceerd. Een dergelijke analyse wordt een energiebalans over de levenscyclus of een Life Cycle Analysis (LCA) genoemd. Met behulp van de LCA kan bepaald worden na hoeveel tijd (maanden of jaren) de centrale net zoveel elektriciteit (eveneens uitgedrukt in primaire energie) geproduceerd heeft, als nodig was voor de bouw, exploitatie, onderhoud en ontmanteling en voor de winning en aanvoer van de brandstof en de afvoer en opslag van het restafval. Bereken in het MER de Life Cycle Analysis uitgaande van de hoeveelheid primaire energie, die nodig is voor de bouw, exploitatie, onderhoud, ontmanteling en verwijdering (of recycling) van de centrale inclusief dezelfde analyse voor de winning en het transport van de brandstof en de afvoer en opslag van het restafval. Aanpassing capaciteit elektriciteitsnet Een elektriciteitscentrale is afhankelijk van het hoogspanningsnet voor de afvoer van de geproduceerde elektriciteit. Zonder netaansluiting en voldoende transportcapaciteit is de bouwen bedrijfsvoering van een elektriciteitscentrale zinloos. Een centrale met een vermogen van 800 - 900 MW betekent een aanzienlijke vergroting van het huidige elektriciteitsproductievermogen nabij Borssele en in Zeeland. Een centrale met een vermogen van deze omvang bedient een groter gebied dan haar omgeving (Vlissingen, Walcheren of Zeeland). Teneinde de gevolgen voor het milieu als gevolg van de bouwen bedrijfsvoering van de centrale te kunnen beoordelen, dienen ook de gevolgen van de noodzakelijk verzwaringen van het 380 kV elektriciteitsnet in de beoordeling te worden betrokken. Daarbij dient rekening te worden gehouden met cumulatie met andere plannen voor elektriciteitscentrales in deze regio, die eveneens niet gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en/of hoog renderende WKK (in verband met 'voorrang voor duurzaam'). Ook TenneT dringt erop aan dat bij de aanvraag van en besluitvorming over vergunningen voor elektriciteitscentrales de netaansluiting en de noodzakelijke netverzwaring hierbij worden betrokken teneinde te voorkomen dat centrales worden gebouwd op plaatsen waar
Zienswijze NWEA op Startnotitie C. GEN elektriciteitscentrale
2
de netaansluiting en het transport van de geproduceerde elektriciteit (c.q. de noodzakelijke netverzwaring) uit milieuoverwegingen niet aanvaardbaar zijn. Beschrijf in het MER de milieueffecten van de netaansluiting en de eventuele noodzakelijke netverzwaring. Zonder netaansluiting en netverzwaring is een vergunning voor deze centrale immers zinloos. Relatie met (ontwerp) Nationaal Waterplan en SEV-III In het Nationaal Waterplan is voor de kust van Walcheren het windenergiewingebied Borssele aangewezen. Dit gebied is bestemd voor de realisatie van 1.000 MW productievermogen door middel van offshore windenergie. Zoals in het Nationaal Waterplan en in PKB deel 3a (kabinetstandpunt) van het SEV-III is aangegeven, moet dit offshore windenergie productievermogen bij Borssele worden aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet. Beschrijf in het MER wat het Nationaal Waterplan en het kabinetsstandpunt met betrekking tot het SEV-III betekenen voor de realisatie van de G.GEN elektriciteitscentrale. Invloed op de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening Een kolengestookte elektriciteitscentrale met een vermogen van 800 - 900 MW en een bedrijfstijd van 8000 uur heeft gevolgen voor de balanshandhaving in het Nederlands hoogspanningsnet. Een kolengestookte centrale is slechts beperkt regelbaar. Het is de bedoeling van de exploitant deze centrale als basis Iast eenheid in te zetten en zoveel mogelijk in vollast te bedrijven. Elektriciteitsproductie-eenheden, die gebruik maken van niet regelbare hernieuwbare energiebronnen, zoals zon, wind en water, zijn in het algemeen goed voorspelbaar, maar minder goed tot slecht regelbaar. Bij deze vorm van elektriciteitsproductie is de productie namelijk afhankelijk van de zoninstraling, het windaanbod en het aanbod van water. De energiebron is weliswaar gratis, maar het aanbod fluctueert. In principe wordt ernaar gestreefd dat vraag en aanbod van elektriciteit op elk moment in evenwicht zijn. Dit systeem wordt balanshandhaving genoemd en wordt verzorgd door de TSO (in Nederland door TenneT). De Rijksoverheid wil op langere termijn een duurzame elektriciteitsvoorziening. In de transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening is naast een toenemend aandeel van productie-eenheden, die gebruik maken van niet regelbare duurzame energiebronnen (zon, wind en water), juist behoefte aan goed regelbare productie-eenheden, die gebruik maken van biomassa of van aardgas. Beperkt regelbare basislast eenheden, zoals de voorgenomen elektriciteitscentrale, kunnen een belemmering vormen in de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening. Beschrijf in het MER de gevolgen van de voorgenomen kolengestookte centrale op onder meer de balanshandhaving tijdens de transitie naar een volledig duurzame elektriciteitsvoorziening. Wij zijn desgewenst graag bereid onze zienswijze nader mondeling toe te lichten. Met vriendelijke groet, Nederlandse Wind Energie Associatie NWEA
Zienswijze NWEA op Startnotitie G.GEN elektriciteitscentrale
3
..--:
Bemie
I
000
Lf
Fiscaal Juridisch Adviesbureau
"l
J
AANTEKENEN MET HANDTEKENING RETOUR Inspraakpunt C.GEN waterstofelektriciteitscentrale Bureau energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
referentie
Sloehaven Vlissingen
-
behandeld door
2555P175
kenmerk
datum
0230-101HvL
11 februari 2010
Betreft: reactie startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven -Vlissingen
Geachte heer/mevrouw, Namens cliënt treft u hierbij een inspraakreactie aan naar aanleiding van de Startnotitie voor de milieueffectrapportage voor een nieuwe elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen. Verzocht wordt deze inspraakreactie te betrekken bij de op te stellen richtlijnen voor het op te stellen milieueffectrapport (of de eventueel op te stellen milieueffectrapporten). Cliënt exploiteert een akkerbouwbedrijf gelegen ten zuiden van het Sloegebied. Zijn woning en grond zijn zeer nabij dit gebied en de te bouwen elektriciteitscentrale gelegen. Dit vormt reden voor cliënt om een inspraakreactie in te dienen. De op te stellen richtlijnen voor het MER zullen straks vermelden welke alternatieven en welke milieugevolgen in het MER worden onderzocht en tot welk detailniveau dit moet gebeuren. Cliënt is van mening dat de huidige startnotitie op onderdelen nog onvoldoende gegevens bevat om te komen tot richtlijnen, op basis waarvan alle milieu- en omgevingseffecten in voldoende mate in beeld kunnen worden gebracht. Onduidelijkheden in de startnotitie Allereerst verzoekt cliënt u om duidelijkheid te geven over de initiatiefnemers van de planMER en de besluit-MER. In de startnotitie zelf staat dat de initiatiefnemer voor de plan-MER het Ministerie van Economische zaken is. Voor het besluit-MER zou de initiatiefnemer C.GEN NV zijn. In de kennisgeving is echter vermeld dat de startnotitie door de Ministers van EZ en VROM en C.GEN NV wordt uitgebracht. Cliënt verzoekt u duidelijk aan te geven wie de initiatiefnemers zijn.
Postbu» 7iY. j-ilJlJ 11' I dm • l.irsscntstraut • /'11 1'I/lIIIClJllkl.:('(",,11"I1II1 f2 I dm 1'1'1(/;11111 (J.f IJ .!-I /11 MI • FIl,I' (J-IJ j 1·1 /(I ïIJ' I"'/Ill/i/ 1'I'/IIidïl/@ 1'I'l1Iil',lI/
Hun krrkrtt
ill"IIIII/1/1/I'/'
12,1
'J..ft.;,.!12
Rabohun]: (is" -_._-"
-- ----
Up allr di,'It.·i/c'nen t ututrrc) oprll'twhlt'1l zijn fJ, uuu ,I.' urnturziid« rrrmdür J1t-:fI1lUIt J ;/1 I ïrn /t".,d" , 11 irauriu ntulrrmrrr ,','11 bt'ptrl.'illj,[ ,'(lil d« (J(1II:'ifJ/~,lidiill/lf'id
d,· J'r'{'hthunh
llOJ1CaUI'I./t'1l i,\
nut
"PI!('1I 'fIl1'1I 1
(I.r!JrI .••. \IIIX.
dir
~1l1t·,1011t'1·1'i1
zijn bi; t/( t;"Ull,
I'WI
.----;--
I OOO~
Op pagina 5 van de startnotitie wordt aangegeven dat de besluit-m.e.r-procedure wordt doorlopen, omdat sprake is van een gecombineerde plan- en besluit-MER. Er wordt dus gekozen voor de meest uitgebreide procedure op grond van artikel 14.4b Wet milieubeheer, waarnaar in de starnotitie ook wordt verwezen. Op pagina 30 wordt echter aangegeven dat de plan-MER en het besluit-MER mogelijk tot één MER-document worden gecombineerd. Dit terwijl artikel 14.4b Wm zonder meer uitgaat van één milieueffectrapport. Cliënt verzoekt u om duidelijkheid te geven over de te volgen procedure en het aantal op te stellen milieueffectrapporten. Importcapaciteit elektriciteit Op pagina 8 van de startnotitie wordt zonder nadere uitleg gesteld dat de importcapaciteit van elektriciteit is bereikt. De binnenlandse elektriciteitsvraag zou moeten worden opgevangen met extra opwekkingscapaciteit. Deze stelling is niet nadere onderbouwd. Dit is wel wenselijk in verband met het navolgende. Uit enkele publicaties van 2009 (bijgevoegd) blijkt dat Nederland vanaf oktober 2009 nettoexporteur van elektriciteit is (volgens Tennet en het Centraal Bureau voor de Statistiek). Ook ontstaan er steeds meer innovatieve mogelijkheden voor de opslag van elektriciteit. Volgens pagina 41 van het eindrapport "Opslag en elektriciteit: status en toekomstperspectief voor Nederland', dat door Utrecht Centrum voor energieonderzoek in augustus 2006 is opgesteld, kunnen netgekoppelde opslagsystemen de grootste bijdrage leveren aan een duurzamere energiehuishouding. In het rapport worden nieuwe recent ontwikkelde technieken beschreven. Zo wordt bijvoorbeeld de pompaccumulatiemethode genoemd, waarbij in tijden van lagere vraag, meestal 's nachts, reservecapaciteit wordt gebruikt om water omhoog te pompen naar een reservoir. Tijdens de piekvraag stroomt het water weer naar beneden en wekt daarbij elektriciteit op. Ook worden andere opslagmethoden beschreven, zoals het Compressed Air Energy System en opslag via batterijen. Het gegeven dat Nederland de afgelopen periode netto-exporteur was van elektriciteit in combinatie met het feit dat er steeds meer mogelijkheden ontstaan voor opslag van elektriciteit, maakt dat een nadere onderbouwing nodig is van de stelling dat extra opwekkingscapaciteit in Nederland nodig is. Mogelijk is op termijn juist minder opwekkingscapaciteit nodig. De recente ontwikkelingen op het gebied van export en opslagmogelijkheden moeten in ieder geval worden meegenomen bij de afwegingen die in het MER worden gemaakt. Interessant in dit verband is ook het in 2006 gepubliceerde tweejaarlijkse Kwaliteits- en capaciteitsplan van Tennet voor de periode 2006-2012. Dit rapport bevat een analyse van de schaal waarop wind capaciteit een probleem zou gaan vormen voor het Nederlandse net, waarbij een deel van de opgewekte energie niet inpasbaar is en dus "verloren" gaat (als het niet wordt opgeslagen of aan anderen geleverd). Als oorzaak van de vergrote capaciteit worden onder meer de plannen voor nieuwe energiecentrales aangewezen! De mogelijke nieuwbouw van een elektriciteitscentrale in Borssele kan tot slot ook niet los worden gezien van de mogelijke nieuwbouw en exploitatie van een tweede kerncentrale in Borssele. In het najaar van 2009 is hiertoe een startnotitie door DELTA opgesteld. Een tweede kerncentrale maakt een nieuwe elektriciteitscentrale in Borssele mogelijk overbodig.
2
---- Lf
lOOD
Samenvattend verzoekt cliënt het bevoegd gezag in de richtlijnen voor het op te stellen MER een grondige onderbouwing te vragen, waaruit de benodigde opwekkingscapaciteit in Nederland voor de komende jaren blijkt (nut en noodzaak). Hierbij dienen naar de mening van cliënt de volgende zaken te worden betrokken: bestaande opwekkingscapaciteit binnen Europa; nieuwe, reeds geplande projecten waarmee elektriciteit wordt opgewekt binnen Europa; mogelijkheden van opslag van elektriciteit (in Nederland en binnen Europa). Technische levensduur bestaande elektriciteitscentrales Op pagina 9 van de startnotitie wordt gesteld dat een aanzienlijk deel van het Nederlandse productiepark het einde van haar technische levensduur nadert. Dit zou blijken uit het schema op pagina 8. Cliënt is niet duidelijk op welke wijze dit uit het schema blijkt. Elektriciteitscentrales worden volgens de startnotitie gebouwd voor een levensduur van 30 tot 40 jaar. In het Kwaliteits- en capaciteitsplan van Tennet voor de periode 2008-2014 wordt daarentegen uitgegaan van een technische levensduur van 40 tot 50 jaar (bij het uitwerken van een aantal scenario's, ten behoeve van een lange termijn visie op het Nederlandse transportnet, zie hoofdstuk 4 van het rapport). De vraag is met welke technische levensduur rekening dient te worden gehouden bij het opstellen van het MER. Cliënt verzoekt het bevoegd gezag er voor zorg te dragen dat hierover duidelijkheid ontstaat door middel van het stellen van richtlijnen hieromtrent. OpslagC02 In de startnotitie wordt uitgegaan van 85% afvang van de geproduceerde CO2• Deze CO2 dient elders te worden opgeslagen, bijvoorbeeld in de lege aardgasvelden op de Noordzee (pagina 9). Duidelijk is dat de opslag van CO2 in den lande veel discussie oproept en zich bovendien grotendeels nog in een experimenteel stadium bevindt. De vraag is of het reëel is bij het op te stellen milieueffectrapport zonder meer uit te gaan van deze opslagmogelijkheid. Verzocht wordt in de richtlijnen op te nemen dat aangetoond dient te worden dat de opslag van CO2 ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Ook dient te worden aangegeven waar deze opslag gaat plaatsvinden. Indien geen of onvoldoende concrete opslagmogelijkheden voor CO2 voorhanden zijn, heeft dit belangrijke consequenties voor de milieueffecten van de te bouwen elektriciteitscentrale. Gevaren van opslag CO2 Bij het opslaan van CO2 wordt, zoals hiervoor al aangegeven, gedacht aan opslag in lege aardgasvelden onder de Noordzee. Bij opslag onder de zeebodem bestaat echter het risico van verzuring van het water (bron: Wikipedia). Ook bestaan er andere gevaren. Zo is CO2 niet inert. Anders dan aardgas gaat CO2 wel verbindingen aan met ondergrondse gesteenten, cement en leidingen. Door reactie met CO2 kan het volume tot circa 70% toenemen met bodemstijging tot gevolg. Of dit een eerdere bodemdaling compenseert is onvoorspelbaar gezien het verschillende karakter (bodemdaling door lagere gasdruk in poreus gesteente versus bodemstijging door chemische omzetting van gesteente). Bij het transport van CO2 per pijpleiding of per schip en bij de ondergrondse opslag onder landbodem dreigen ook nog andere gevaren. Hoewel koolstofdioxide niet giftig is kan het in hoge concentraties wel verstikkend zijn, doordat het de zuurstof verdringt. Ook het transport
3
.---;--
I DOOLt
van CO2 en indien van toepassing, de opslag onder land bodem, zullen in de richtlijnen daarom de nodige aandacht dienen te krij gen. Over de nadelen van CO2-opslag is niets vermeld in de startnotitie. Alternatieve locaties Sloegebied In de startnotitie wordt aangegeven dat, omdat de voorgestelde locatie is aangewezen als vestigingsplaats in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV lIl), de afweging omtrent mogelijke locaties zich alleen hoeft toe te spitsen op locaties binnen het Sloegebied en niet daarbuiten. Op zichzelf is dit correct, echter aangenomen mag worden dat, mocht uit het op te stellen MER blijken dat de negatieve milieueffecten aanzienlijk zijn, alsnog wordt gekeken naar de 37 andere mogelijke "vestigingsplaatsen" die eveneens in het SEV III worden genoemd. Cliënt vraagt zich overigens wel af waarom in het SEV III geen rangorde in de vestigingsplaatsen is aangebracht voor wat betreft de geschiktheid voor vestiging van nieuwe elektriciteitscentrales. Logisch zou zijn dat bij projecten met aanzienlijke milieuconsequenties een uiterst zorgvuldige afweging van locaties plaatsvindt en niet enkel een afweging van locaties op hoofdlijnen zoals in het SEV III is gebeurd. Met name in verband met het aspect veiligheid (het betreft hier een BRZO-inrichting) zou diepgaander vergelijkend onderzoek moeten plaatsvinden. Ervan uitgaande dat, ondanks het bovenstaande, toch enkel een MER voor de locatie Sloehaven wordt opgesteld, dient in ieder geval rekening te worden gehouden met het volgende. Structuurvisie Borsele 2009-201-1 In de door de gemeente Borsele op 16 juli 2009 vastgestelde structuurvisie voor de periode 2009-2014 wordt het Sloegebied, waarbinnen de nieuwe elektriciteitscentrale gebouwd zou worden, getypeerd als een zeer grootschalig industriegebied, waarbij het contrast met de omliggende open polders en de Westersehelde erg groot is. Het gebied direct ten zuiden en oosten van het Sloegebied is in de Structuurvisie namelijk aangewezen als "AgrarischNationaal Landschap". Dit gebied maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap ZuidWest Zeeland. De waarde van het landschap, bijna direct aansluitend aan de mogelijke nieuwbouwlocatie hangt volgens de structuurvisie nauw samen met de cultuurhistorische ontstaansgeschiedenis. De percelen in de Borsselsepolder en het dorp Borssele zijn planmatig aangelegd. De gebiedsindeling is gebaseerd op een "renaissancestructuur". De strategie voor dit gebied is om de renaissancestructuur te behouden en daar waar mogelijk te versterken. De vraag is dan ook in hoeverre deze strategie wordt aangetast door het bouwen van een nieuwe elektriciteitscentrale, met alle daarbij behorende verkeersstromen. Bij de keuze voor één van de verschillende alternatieven dient derhalve nadrukkelijk rekening te worden gehouden met de uitgangspunten in de Structuurvisie. Nationaal Landschap Omdat er in de directe omgeving, naast het in de startnotitie genoemde Natura 2000-gebied, sprake is van bovengenoemd Nationaal Landschap Zuid-West Zeeland, dienen de effecten op dit Nationaal Landschap en de hiervan onderdeel uitmakende Borsselse Polder goed in beeld te worden gebracht.
4
Duurzame inrichting Verder houdt de strategie voor het Sloegebied (beoogde bouwlocatie) volgens de hiervoor genoemde structuurvisie in dat bij verdere ontwikkeling van het Sloegebied de mogelijkheden in kaart worden gebracht om op duurzame wijze het terrein in te richten. Hierbij wordt gezocht naar mogelijkheden om zuinig om te gaan met het gebruik van grondstoffen water en energie. Ook een duurzame inrichting van het terrein vormt dus nadrukkelijk punt van nader onderzoek, waarop bij het opstellen van richtlijnen voor het MER uitvoerig dient te worden ingegaan. Waardedaling bedrijf en woning cliënt De realisatie van een nieuwe elektriciteitscentrale heeft een nadelig effect op de waarde van de percelen landbouwgrond, de (bedrijfs)opstallen en de woning van cliënt. Gedacht moet onder meer worden aan aanzienlijke risico's op het gebied van veiligheid, verslechtering van de luchtkwaliteit, horizonvervuiling, geluidsoverlast en verkeersoverlast. Ook hierop dient bij het opstellen van richtlijnen voor het MER uitvoering te worden ingegaan. Verzocht wordt deze . akreactie te betrekken bij de op te stellen richtlijnen voor het in verband met de ele riciteitsc trale op te stellen MER. Hoogachtend,
5
Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur van elektriciteit
c
.J
Page 1 of2
Persberichten
per bedrijf
DI
AIlePersberichten
Home
Rs Feed"
!:i2!:tl.S\
0\',,, Ons
BUltenlaol!
J..Q9.i.n
Registreer
Contact
SItemap
Nederland sinds oktober
2009 netto-exporteur
Zoeken
van
elektriciteit
Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur DcOr
no.a.u
G.publicetud
GI
t ren
Pensbericht opties
van elekbiciteit
Buitenland
En" ~JI dit per'5t'Er dot
~~Jst:~nct-t
lJtllit
'J(!efJ
Fors minder betalen Lage EnergiepriJzen.Vergelijk en stap over naar Nederland Energie!
Lagere energlerekenlng7 Bespaarvele euro's per Jaar. Bekijk direct uw voordeeil Ad, doorCoogle
oe (1~n f
\I'
neten
~neQ T",r~ i'i'n Jcc-q te !f':!\,;o'
Persbericht versturen? Nederland is sinds oktober 2009 netto-exporteur van
TENNET
elektriciteit constateren het Centraal Bureau voor de
Bekijk alle persberichten van Tenne
Statistiek en landelijke elektriciteitstransporteur TenneT. De laatste drie maanden van het jaar Is de export van elektriciteit naar de omliggende landen
Persberichten verstuurt u eenvoudig en effectief vla AliePersberlchten.nl. Een persbericht versturen kost bij ons eenmalig 49 euro Inclusief BTW.
groter dan de import. Een van de oorzaken Is de lagere elektriciteitsprijs
Lo in
in Nederland ten opzichte van de
prijzen in de omliggende landen. Over heel 2009 gezien is Nederland echter nog steeds een
Pensberich1Bn ontvangen?
Importeur van elektriciteit. Nederland heeft In december 1,3 miljoen MWh aan elektriciteit naar België, Duitsland en Noorwegen geëxporteerd. Daartegenover staat een Import van 1,1 miljoen MWh.ln het vierde kwartaal van
Pensberichten via Email
2009 zijn de prijzen voor elektriciteit in Nederland lager geweest dan In omringende landen voornamelijk door een afnemend verbruik als gevolg van de economische crisis en door de sterke daling van gasprijzen. Omdat het Nederlandse productiepark voornamelijk bestaat uit gasgestookte centrales heeft dit een sterker effect op de elektriciteitsprijzen
dan in Duitsland. Daar bestaat het
V'" ,,-,0' ~ p(;I5beJtchtf!.
:l
I
orl
~
u
I
cjevar te
oen?
I P~'~"
!: rr ..)
productiepark grotendeels uit kolencentrales. Hierdoor Is er meer naar Duitsland geëxporteerd. België heeft vanaf oktober veel elektridtelt
uit Nederland geïmporteerd omdat frankrijk een
verminderde productiecapaciteit heeft vanwege grootschalig onderhoud aan centrales. Samen met
Pensberic
n vla Rss
de altijd stijgende vraag naar elektriciteit In de herfst en winter zorgt dit voor hogere elektriciteitsprijzen
In Frankrijk.
De extra uitgevoerde elektriciteit Is In Nederland vooral geproduceerd In aardgascentrales. In oktober 2009 Is meer dan 1 miljard m3 aardgas Ingezet voor productie van elektriciteit. Het Is nog niet eerder voorgekomen dat in één maand zoveel aardgas Is ingezet. Er zijn vooral enkele gascentrales met hoog rendement die hoge productie hebben gedraald. Door het hoge rendement en de relatief lagere aardgasprijS liggen deze centrales zeer gunstig in de markt.
Pe!sberichlen vinden
CBS Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft tot taak het verzamelen en bewerken van
I
Alle Categorieên -.
n
gegevens met als doel het publiceren van statistieken ten behoeve van praktijk. beleid en wetenschap. Naast de verantwoordelijkheid
voor de nationale (officiële) statistieken Is het CBS ook
belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken.
CaIegor1eên TenneT TSO B.V. Als exploitant van het transportnet en beheerder van het nationale hoogspanningsnet is TenneT verantwoordelijk
voor de 'snelwegen' van het Nederlandse elektriciteitsnet (met een totale lengte
van 9000 kilometer), dat alle regionale netten en het Europese net met elkaar verbindt. Naast het
A·~tt,n··e 1 F\,r'rl •..)n!"'jl~.
beheer van het landelijk transportnet bewaakt TenneT de betrouwbaarheid en de continuïteit van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening.
Om de import en export te facIlIteren Investeert TenneT de
komende jaren in een aantal nieuwe interconnecties bijvoorbeeld een vierde interconnectie met Duitsland (Doetlnchem-Wesel), en kabels naar Groot Brittannlê (BrltNed) en Denemarken (COBRA).
• (v
lI.
t.:.
JI
;
h
Hierdoor zullen de energieprijzen In Europa nog meer naar elkaar toe groeien en zal de consument de Juiste prijs betalen voor elektriciteit.
rCC'lIl
Day Ahead genomlneelde lrnport en exportvolumes BUitenland 2009 (pdf 588,54 Kb) Day Ahead genomIDeerde Import en exportvolumes NorNed 2009 (pdf 588,60 Kb) Day Ahead genomineerde import en exportvolume.
Beigi" 2009 (pdf 588,8B Kb)
Day Ahead genomineerde Import en exportvolumes Duitsland 2009 (pdf 589,22 Kb)
Populaire bedrtven ••
-C!
1-
http://www.allepersberichten.nVpersbericht/1737/1/Nederland-sinds-oktober-2009-ne
.r .. '.
C
"'I)
...
19-01-2010
Nederland sinds oktober 2009 netto-exporteur van elektriciteit
Page 2 of2
-
Goedkoper Strpom & Gas Vergelijk kosten van alle energie bedrijven. Grote prijsverschillen I
Ad. dOOf Goog\i>
Overname van bovenstaand persbericht toegestaan met bronvermelding:
°4
100
NRGcollect zonnepanelen Systeem oplossing: 4,10Euro/Wp incl BTW, Incl installatie
is, met inachtenemmg
van onze algemene voorwaarden,
Populaire persberichten l
JatlCnate Postcöce loteriJ euro 'iOO' wil1nnars
"Bron: AliePersberichten.nl'·.
InllJO
J4.550.000 Postcode
Pcstro(,t' l otf'11j ~ Groot :~e~1 sn f mdr-oven
NatiGnt"lltl'
Disclalrror:
"u'Jet
F,ql'"
The Ultlma:" AliePersberichten.nl velt geen oordeel over de geschiktheid en/of volledigheid van de geboden informatie in bovenstaand persbericht en kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele tekortkomingen
of onjuistheden.
Digg
Google
"en de slag bij TL 7 1,7 r; miljoen leidt tot run Q
l"":",H:fdp ijs Vlill up OUCJ!,;Jdldl slotefl
N~t'O:'là"~ Postrede t.orerh ?l) tCvde-Kanj f \I~~) .~O nllljOen velt In Etn,jhov"; '1
Reactie op bovenstaand persbericht? (Iel loo.us
er
''''a ;nt:l1ier~
;Jte~
NUjl]
Ekudos
I~SN I eperter
~·/e\(0(':
nrer vo
r
jt<'llte
t'S
•.
v e« loculngen
S,\WADEE ROZE', A'.ONTUR1ERS·
Bl'ëli en Toosee ()IJcJeldolrstrek C,.cning
,t4!!lun
.\(or,r~!t"r)bo(\1.
hulprruddelen
~O 10
'JO GSrI'
LANCEERT,
Q~~~n ,nrAIl mq
Harlies PhlltPPd L ,11S'q'l
CR"
Al! ,c"lc?rt,1al11
Science
Park
~v~'handl\J1 ttvmologlSCl1
-1(11\ tl 111•••t~1
!d'iterk
rr 'l Vet ~r-oo pahng
(;"'ol.!ne Sint IS ollllllet eesiun ~'lp~~mnr xtcoocerr Ut'i
t-'eesterman:pul
van
lor r·la' ...:.~)Wint Expedl Ic
RtJ:'tIOSOO 200l.o
http://www.allepersberichten.nI/persbericht!
173711/Nederland-sinds-oktober- 2009-ne, ..
19-01-2010
Energiekzuzu.nu
,
I Nieuws I Sterke groei export elektriciteit
Page 1 of3
'-
k2020.n
,.
Nieuws
Gerelateerde artikelen
Sterke groei export elektriciteit In l008 Is de expert blijk
uit
cijrers
v~n elektriciteit
in de jaarlijkse
In 2008 werd (GWh)
in totaal van 2007.
Importeerde
ruim
vergelijkbaar
(TEG)
n
(1"' jan 1[.
van elektriciteit
TenneT
Belgiê.
24.730
Generator
van 70 procent
Zekerheid
gigawattuur
De export
richting
zo
Elektrische
over afzet duurzam It ')jan li) Analyse energiemarkt week 52 2009 124 de ••..')~ Gevolgen samenwerking stroomhandel n ... Ir Z dec OSNu echt beginnen! I~S ro .•.O~ 'Telers betalen niet mee aan lande... 18 nov OS'
voor 9.455
plaats
Thermo
van TenneT.
een stijging
ten opzichte
Ü,;
toegenomen,
Transportbalans
vond
vooral
1'; '~"
rors
geêxporteerd,
Jan IC
TEG niet rendabel/U gewenst
koopt Duitse
transpower
.'1(..
0S
,1(lV
Nederland
GWh, een hoeveelheid
die
Het Nieuwe 'rcton
is met andere jaren. Bekijk hier de energie, productie en
Nederland import
zal de komende
van elektriciteit
jaren steeds minder afhankelijk
worden,
zo bleek
monitorrapport
over leveringszekerheid.
de lagere
van het elektriclteitverbruik,
groei
decentraal toename
vermogen
worden
van elektriciteit.
wanneer
de toename (zoals
kan Nederland
Deze omslag
een paar grote
centrales
meer door van
en de verdere
productievermogen
Door die ontwikkelingen
schermresuttaten van 1,l:"tt~lf.'~.JJ/(·Icten
van komkommer, tomaat en gerbera
uit een
Dat komt onder
(zoals in de glastuinbouw)
van grootschalig
centrales).
al eerder
van de
nieuwe een exportland
Aan het
kan al in 2009 plaatsvinden,
op het elektridteitsnet
woord
worden
aangesloten.
Energie besparen lastig Oe proef met het telen van paprikals
Verbindingen TenneT
heeft
verbindingen
volgens afgelopen
jaren
diverse
met het buttenland
Is In 2008 de NorNed-kabel start heeft gemaakt. verbindingen
naar
te versterken
In gebruik
zijn sinds
eind 2006
de energlemarikten
Frankrijk
aan elkaar
gekoppeld,
elektrldtelt worden
te verhandelen. uitgebreId
Zo
gewas IJ 'k
1l.1
heel goed.
Telen-concept'
loopt
Tot nu toe groeit
De pl. .. Dccr
Ton
het
v"n
\/1:' ~
is
Verder
Nederland,
Belglê
het makkelijker
Die marktkoppeling
met Duitsland
Verder
in studie.
tussen
waardoor
Nieuwe
aan nieuwe
(BritNed).
(CObra-kabel)
'Het
nu zo'n vier weken.
die een succesvolle
gewerkt
en Groot-Brittanniê
Denemarken
om de
en uit te breiden.
genomen,
Er wordt momenteel
naar Duitsland
een verbinding
acties ondernomen
Is om
zal komend
jaar
en Luxemburg.
Onderzoek In beeld en Ho,..,..
rcz..n bij L.d Ucht >
productie
TEG niet rendabel )Oorzakon tasere producde V,prle-ng!!!n van ~.Agten8t. W",rmtopoMpcn
na lana.tte dal
mmuteert
str3.ks oowr
;Jo
Iroei'
deo WK.)(
>
)0
Meest gelezen (t'U'
11.,..,
IlO\of 'I
Energieprijzen
Meer ..•
Streven
Kamer kritisch over plannen C02-opslag
i,
Weer productie door led's bij rozen
, -:
Marktanalyse
week 022010
'Leveringszekerbetd
1
IRE steunt Terugval
kassen
week
Twee bedrijven
Westland
Investering productie
lijkt
onhaalbaar
02 2010 mogen
boren
In scherm(en)
tomaat
na langste
dag
'<0'1
1 ly'
OCAP moet beter'
:.
Nieuwsbrief
TEG niet rendabel i'" Zekerheid
seml·gesloten
Marktanalyse
. , , .
Sunergiekas gaat verder met paprika t4 Vervolgonderzoek Elkas
,c'
gewenst over afzet duurzame elektriciteit
Minister Van der Hoeven naar Midden·Oosten
•.•
. ., •
Wekelijks
"l!
makkelijk
en snel overzicht
over
energlezaken7 .'- \ 1 ,hn~'
Twee bedrijven Westland mogen boren l 1
.2l1î't~
Tuinbouwhandel
Meer NièUWS WKK-coöperatie glastuinbouw stopt ermee
•
AquaCell
•
Waterbehandeling?
•
Hvdrotoor
I waterontharders
waterontharder
>
Feed door:
Verhoog
de waterdruk
htTr:/Jv'NlI.li tUinb
.t ••
Mukl.nt
EnergiekNIeuws
Advorteren Kamer kritisch over plannen C02opslag
-
pilots
Informatie
18 jan 10
De Tweede
Kamer
met opslag
blijft
kritisch
over de geplande
tarieven
op de site?
Reed Business
bv
en advertentie
Neem contact
met ons op.
van C02 in de bodem,
Meer prod uctle door Led's biJ rozen Led's biJ rozen
over bereik,
mogelijkheden
kunnen
de productie
http://www.energiek2020.nu/energieknieuws/2228
I ~.
verhogen.
dj I
II Dit
Postbus
152,
1000 AD Amsterdam
19-01-2010
------
, 0005
Startnotitie m.e.r. elektriciteitscentrale C.GEN Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010 te Middelburg
dienen een zienswijze in over de voorkeurlocatie van de C.GEN centrale. De voorkeurlocatie ligt tegen een natuurgebied aan en pal naast een munitieopslag. Het gebied staat onder grote druk en de druk schuift steeds verder op richting het woongebied. Ter compensatie van de aanleg van de toekomstige Westerschelde Container Terminal wordt naast de voorkeurslocatie een gebied natte natuur aangelegd. Insprekers vinden de combinatie natuur en energiecentrale geen goede combinatie. Zij vrezen dat de laatste natuurlijke schorren zullen gaan verdwijnen met de komst van de energiecentrale. Zij willen dat dit onderzocht gaat worden in de milieueffectrapportage. Het natuurgebied is beperkt voor wandelaars en fietsers, maar de aanwezigheid van een energiecentrale zal de rust in het (broed)gebied verstoren. De zienswijze richt zich niet tegen de energiecentrale, maar wel tegen de voorkeurslocatie. Insprekers vinden het vreemd dat er veel energie gestoken wordt in het beschermen van de natuur, terwijl de natuur aan de andere kant verstoord wordt door de steeds verder oprukkende industrie. Op de andere zoeklocaties is al industrie aanwezig. Insprekers willen dat deze andere locaties nader onderzocht worden voor de nieuw te bouwen C.GEN centrale. Insprekers willen dat in de m.e.r.-fase onderzoek wordt gedaan naar lucht- en lichtverontreiniging van de C.GEN centrale. Op dit moment hebben insprekers al veel last van lichtvervuiling van het grote parkeerterrein dat pal tegen de voorkeurslocatie aan ligt. Wanneer de C.GEN centrale op de voorkeurslocatie wordt gebouwd, zullen de torens verlicht worden, waardoor de lichtvervuiling nog verder zal toenemen. Bovendien vragen insprekers zich af hoe de landschappelijke beïnvloeding (verlichting gedurende de nacht) van de installatie beperkt kan zijn (gelijk aan die van Andre procesinstallaties), als er op die locatie nog geen procesinstallatie is. Dit laatste is een opmerking in de startnotitie. Bij deze zienswijze hoort een bijlage met een puntsgewijze opsomming van de onderwerpen die insprekers in de m.e.r. opgenomen willen zien.
Elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
11 februari 2010, Middelburg
-------
Startnotitie m.e.r. elektriciteitscentrale C.GEN Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010 te Middelburg
BIJLAGE bij de ingediende
\ 0005
zienswijze van
De volgende punten graag opnemen in de MER Startnotitie C.GEN centrale Vlissingen Ad 3.1.2 Voorgestelde locatie C.GEN centrale Probleem 1: Noordwestelijk gelegen deel locatie: een meebestemming met bouwhoogtebeperking, plus zoneringscategorie.
Probleem 2: Scheldepoort Insluiting Scheldepoort met de nodige te voorziene en onvoorziene toekomstige problemen. Passen de meer belastende activiteiten als brandstofopslag, syngasbehandeling, C02 afvang en -opslag bij de huidige en toekomstige activiteiten van de scheepswerf? Veiligheidsaspecten?
Probleem 3: 4,7: veiligheid, munitiedepot Locatie grenst noordwestelijk aan het munitiedepot. Hoewel de circulaire van Van Houwelingen op termijn herzien zal worden door de AMvB Ruimte, ligt de voorgestelde voorkeurslocatie nog binnen zone c, waarbinnen geen bedrijfsactiviteiten zoals opslag van brandgevaarlijke en vluchtige stoffen in bovengrondse reservoirs zijn toegestaan. Punt 3.2.2~ brandstoffen en opslag,: Aeefflt aardgaspijpleidingen, vaste brandstoffenopslag- biomassa in silo's- tanks of containers.
Probleem 4: milieuproblemen luchtverontreiniging:
(niet alléén op voorkeurslocatie): ad 4.1:
Aangegeven wordt dat alleen sprake is van: - zeer lage C02-emissies - beperkte omgevingsbelasting 502 (geringe bijdrage) - beperkte verhoging NOx - laag niveau stofbelasting; zware metalen worden geminimaliseerd
ad 4.4: geluid: - geluidsbelasting blijft binnen toegestane "ruimte" in de regelgeving Opmerking: met name de flare (affakkeling) kan nogal wat geluidsoverlast met zich meebrengen (naast de lichtvervuiling). Exacte cijfers worden nergens gegeven en zullen via de MER duidelijk aangegeven en gecommuniceerd moeten worden.
Probleem 5: ad 4.5, natuur en landschap: lichtverontreiniging
:
Vraag: Hoe kan de landschappelijke be'invloeding (verlichting gedurende de nacht) van de installatie beperkt zijn (gelijk aan die van andere procesinstallaties), als er op die locatie nog geen procesinstallatie is?
negatieve effecten natuur en landschap: Hoewel in het MER onderzocht zal worden of er significante negatieve effecten voor dit gebied zullen zijn i.v.m. het beschermde Natura 2000 gebied "Westerschelde en Saefthinge", zal het MER óók onderzoek moeten doen naar de gevolgen i.v.m. de startnotitie natuurcompensatie WCT van) -07-2009, Omgevingsplan Zeeland, Flora- en faunawet en natuurbeschermingswet. Vraag: Hoe zinvol is natuurcompensatie naast lichUI uchtverontreiniging/hoogspanningsmasten?
Elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010. Middelburg
Startnotitie m.e.r. elektriciteitscentrale C.GEN Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010 te Middelburg
..-.--
10005
De aangegeven alternatieve locaties in het Sloegebied lijken meer inpasbaar dan de nu voorgestelde voorkeurslocatie.
Elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010. Middelburg
Startnotitie m.e.r. elektriciteitscentrale C.GEN Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010 te Middelburg
1000G
Inspreker dient een zienswijze in over de locatie, de wijze van het affakkelen, geluidsoverlast, lichtvervuiling en de producten die afgefakkeld worden en de locatie van de fakkel van de nieuw te bouwen C.GEN centrale. De voorkeurslocatie van inspreker is nummer 1 op de tekening in de startnotitie en als alternatief nummer 3. Locatie nummer 1 heeft zijn voorkeur, omdat daar een kolen haven en kolenopslag aanwezig is. Voor waterstof en methaan zou het weer goed zijn om de nieuwe centrale op locatie 3 te bouwen, want de daar aanwezige raffinaderij maakt gebruik van deze stoffen. Wanneer de centrale op de voorkeurslocatie van C.GEN wordt gebouwd, is de locatie van de fakkel zeer gevaarlijk, in verband met de aanwezige munitieopslag en de verfopslag van de scheepswerf. De lichtintensiteit van de fakkel kan zeer intens zijn en is storend voor het gebied rondom de voorkeurslocatie. Ook veroorzaakt het affakkelen grote geluidsoverlast. De voorkeurslocatie van C.GEN is volgens inspreker niet geschikt voor het afmeren en lossen en vertrekken van grote bulkcarriers van 360 meter lang en 42 meter breed. Dit leidt aan de haveningang van een relatief druk bevaarbare havenmond, tot gevaarlijke situaties. Het schroefwater van passerende grote schepen (geladen met kolen en erts) leidt tot gevaarlijke situaties. Vanwege de boeggolf kunnen de trossen breken. De havenmond heeft veel last van westenwind en schepen kunnen er moeilijk manoeuvreren. Inspreker wil dat dit goed onderzocht wordt. In de havenmond is een meerpaal voor het overslaan van gastankers. Dit maakt het schepen die bij de centrale op de voorkeurslocatie moeten zijn, moeilijk en gevaarlijk. Vervalt de meerpaal wanneer de centrale op de voorkeurslocatie wordt gebouwd? Inspreker is benieuwd welke producten afgefakkeld worden en of dit in de flairtip gemeten wordt. Dat geeft een indicatie van het product dat afgefakkeld wordt in het bijzonder waterstof. Inspreker is ook benieuwd naar de wijze van aanvoer van biomassa. Hij vraagt zich af of dit ook via scheepsvaart gaat. Hij verwacht in dat geval een grote drukte op het water, waar geen capaciteit voor is. De koelwaterinlaat en -uitlaat geeft in het water een enorme turbulentie. De scheepvaart zal daar hinder van ondervinden. Ook dit is een onderwerp dat inspreker graag onderzocht wil hebben. Tegelijkertijd moet de koelcapaciteit onderzocht worden en de invloed van de stroming op het koelwater in de haven, alsmede de temperatuur van het water in de haven bij lage waterstand. In het bijzonder bij het opkomende water. Dit kan problemen opleveren voor andere bedrijven in het Sloehavengebied.
Elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen 11 februari 2010, Middelburg
GE-~Z:'----I 7-
I ~J!J_J:'
000
o !AANTEKENEij datum Inspraakbureau C.GEN elektriciteitscentrale Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
betreft
Sloehaven-
12 februari 2010
uw ref. onzeref.
zienswijze Startnotitie MER C.GEN elektriciteitscentrale
EPZlBon/CVe/B1000014
Sloehaven-Vlissingen
Geachte mevrouw, heer, Recentelijk is door de onafhankelijk investeerder in elektriciteitscentrales C.GEN N.V. uit Antwerpen België (verder C.GEN) te noemen een Startnotitie m.e.r. ingediend voor de bouw van een elektriciteitscentrale in het haven- en industriegebied in Vlissingen en Borssele, samen Sloehaven genoemd. De beoogde techniek voor de centrale zal bestaan uit opwekking van elektriciteit op basis van vergassingstechnologie waarvoor onder andere fossiele brandstoffen en biomassa gebruikt kan worden. Tevens zal in geval van fossiele brandstoffen C02 worden afgevangen, welke dan elders zal worden opgeslagen, bijvoorbeeld in lege gasvelden. In de startnotitie worden een aantal mogelijke locaties in Sloehaven genoemd, waarvan een in het bijzonder dicht bij de terreinen van EPZ is gelegen. EPZ is eigenaar van de navolgende percelen met als kadastrale aanduiding: A 1060, A 1067, A 1207, M771, M772 allen gelegen binnen de gemeente Borsele. Genoemde percelen komen geheel of gedeeltelijk in aanmerking als waarborglocatie voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Omdat het initiatief van C.GEN zich richt op de onmiddellijke nabijheid van voornoemde waarborglocatie kunnen de plannen van C.GEN van invloed zijn op de huidige en toekomstige activiteiten van EPZ. EPZ stelt zich op het standpunt dat de waarde van de waarborglocatie niet aangetast mag worden door het initiatief. EPZ is daarmee belanghebbende. EPZ vraagt C.GEN in het op te stellen m.e.r. bijzonder aandacht te schenken aan de navolgende punten: Bereikbaarheid
EPZ-Iocaties
EPZ acht het van groot belang dat de bereikbaarheid van haar bedrijfslocaties niet negatief. wordt beïnvloed noch door de bouw noch door de aanwezigheid van een nieuwe centrale. Alle effecten zowel transportbewegingen over zee (aanvoer brandstoffen, afvoer reststoffen, niet in de laatste plaats C02,) als over land (aan- en afvoer brandstoffen, grondstoffen, bereikbaarheid hulpdiensten, leveranciers, dienstverleners, bezoekers en personeel) dienen te worden meegenomen in de rapportage.
N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij
Zuid-Nederland
EPZ
Zeedijk32 (Havennummer 8099) 4454PM Borssele Postbus130 4380AC Vlissingen Nederland telefoon+31 (0)113356000 telefax+31(0)113352550 www.epz.nl RabobankGoes31.52.36.337 BTWnummerNL008481660B01 KvK Middelburg17059425
Blad
2 behoort
bij
EPZlBon/CVe/B1000014
Veiligheid- en beveiliging EPZ-installaties
12 februari 2010 en terreinen
Het ontwikkelen van initiatieven van een dergelijke omvang kan invloed hebben op de veiligheidscontouren van EPZ. Daarnaast worden aan EPZ hoge eisen gesteld met betrekking tot de beveiliging van haar locatie. Het ontwikkelen van nieuwe initiatieven in de onmiddellijke nabijheid van de huidige centrales kan vanuit beveiligingsperspectief vergaande consequenties hebben. Uit het m.e.r. dient duidelijk te worden hoe 'safety' en 'security' effecten worden ingeschat en beheerst, danwel gecompenseerd. Koelwater De Westerschelde dient als koelwatervoorziening voor de huidige centrales. In het m.e.r. dient uitdrukkelijk aangetoond te worden dat het rendement van de huidige centrales niet negatief beïnvloed zal worden door de aanleg van meer koelwatertracés in de nabijheid van de bestaande koelwater in- en uitlaat. Voor haar terrein aan de Europaweg Zuid beschikt EPZ over notarieel vastgelegde rechten voor de aanleg van een koelwatertracé dat uitgaat van inname uit de Van Cittershaven en lozing op de Westerschelde. In het m.e.r. dient duidelijk te worden aangegeven op welke wijze rekening wordt gehouden met deze bestaande rechten. Voorts dient ook te worden meegenomen of door het initiatief de waarborglocatie voor nieuwe kerncentrales in het bijzonder met betrekking tot koelwater negatief wordt beïnvloed. Geluidsaspecten De bouw van een nieuwe centrale zal effecten hebben op de geldende geluidscontour in het gebied. In het kader van de herziening van de ruimtelijke plannen die nodig is om de bouw van een nieuwe centrale mogelijk te maken, zal ook de geluidzone dienen te worden herzien. In het m.e.r. dient aangetoond te worden dat de toename van geluid als gevolg van de bouwen bedrijfsvoering geen negatieve effecten zal hebben op de geluidscontour van EPZ. Bouwwerkzaamheden Indien een nieuwe centrale in de onmiddellijke nabijheid van de huidige centrales wordt gerealiseerd, kunnen er tijdens de bouw tijdelijk en blijvende schadelijke effecten op de centrale ontstaan. Hierbij dient gedacht te worden aan trillingsschade aan gebouwen en installaties, schade door grondvoorcompactie, grondwaterinvloeden, ophoging en inklinking. Stabiliteit van het Hoogspanningsnet Doordat met een mogelijke komst van nieuw vermogen "aan het einde van het hoogspanningsnet" dan ongeveer 2000 MWe aan vermogen hangt, is dit een punt van zorg, waar C.GEN in overleg met de netbeheerder aandacht aan zou moeten besteden. Instabiliteiten in het net kunnen bij de KernenergieCentrale Borssele leiden tot plotselinge en heftige transienten. Dit is voor de nucleaire veiligheid van de KCB ongewenst.
Bijlage(n)
0
------
10009
Centrale Organisatie Voor
Radioactief
Spanjeweg 1 (Havennummer 4455 TW Nieuwdorp
Afval
8601)
Correspondentieadres: Postbus 202 4380 AE VLISSINGEN Telefoon: Telefax: E-mail:
Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
0113-616666 0113-616650
[email protected]
Ons kenmerk:
EV/ MC/100082
Onderwerp
Zienswijze startnotitie m.e. r. C.GEN elektriciteitscentrale
Uw kenmerk:
Datum:
12 februari 2010
Geachte mevrouw, mijnheer, Hierbij maken wij graag gebruik van de mogelijkheid onze zienswijze van de Startnotitie C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen aan u kenbaar te maken.
m.e.r.
Voor de centrale zijn drie alternatieve locaties voorzien. Een van deze locatie, nummer drie in de zuidoosthoek van het Sloegebied is naast het terrein van de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) gelegen. Binnen de C.GEN elektriciteitscentrale komen stoffen voor die externe risico's zouden kunnen opleveren, zoals bijvoorbeeld syngas, zuurstof en koolstofdioxide. Risicoprofielen van omliggende bedrijven kunnen een bedreiging vormen voor de bedrijfsvergunning van COVRA. Destijds was het risico profiel van de omliggende bedrijven de reden om voor de huidige locatie in het Sloegebied te kiezen. De afstand tot onder andere de raffinaderij was een belangrijk argument om de alternatieve locatie in Moerdijk af te wijzen. Ook bij het plaatsen van windmolens nabij het COVRA terrein door EPZis door TNO onafhankelijk onderzoek uitgevoerd om aan te tonen dat deze geen bedreiging vormen voor de bedrijfsvergunning van COVRA. Voor de beoordeling van de locatie van de C.GEN elektriciteitscentrale is het van groot belang de externe effecten op omliggende bedrijven in kaart te brengen en mee te wegen in de besluitvorming. Beschrijf in het MER de externe risico's van de voorgenomen centrale op omliggende bedrijven gebaseerd op een risicoanalyse van een onafhankelijk bedrijf met inachtneming van mogelijke domino effecten. Wij zijn desgewenst graag bereid onze zienswijze nader mondeling toe te lichten.
C/100082 COVRA V. Centrale Organisatie Voor Radioactief KvK Midclelburg. dossiernr. 22029 5
1/1 AlVal
Aan Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Bureau Energieprojecten -, I,..!"
Postbus 93144
1_
,.,..(."", ,
l.._ . ...,
2509 AC Den Haag
-----.. Betreft: Zienswijze op de startnotitie Elektriciteitscentrale
-I
voor de richtlijnen voor de M.E.R. C.GEN
Sloehaven-Vlissingen.
Borssele 15-02-2010 Geachte Heer/ Mevrouw
Naar aanleiding van deze zienswijze willen wij het volgende onder uw aandacht brengen: •
Hoeveel keer mag een bedrijf opstarten en of noodstops maken per jaar, deze activiteiten
•
gaan gepaard met extra veel overlast.
Wordt er ook gebruik gemaakt van het onttrekken van grondwater voor het arbeidsproces en of in noodgevallen.
•
Voorde centrale zal C.GEN uit gaan van Best Beschikbare Technieken [BBT] van dit moment, wordt hier ook de nieuwste wet "Omgevingsvergunning" de aanvraag van de bouwen
•
bij
milieu vergunning toegepast.
De voornaamste emissies CO2 - S02 - NOx en stof, emissies van zware metalen dioxines - paks - kwik - fijn stof - en geluid. Overblijvende NOx emissies zal lokaal tot verhoging van N02 concentraties zure depositie leiden. Welke gevolgen hebben deze emissies op de leefomgeving van mens, planten en dieren.
•
Er moet een 100% garantie komen dat de leefomgeving niet extra belast wordt met de overlast van welke vorm dan ook van deze installatie.
•
Alle emissies en overlast moeten niet alleen aan de bedrijfsgrens gemeten worden maar ook op de grens industrieterrein/ omwonenden
buitengebied.
Het is voor de
in het buitengebied een cumulatie van de overlast uit het
industriegebied. •
De stroom afvoer, het elektriciteitsnet
van Tennet hier is nog geen definitief
besluit genomen voor extra afvoer van stroom van af BorsseleGeertruidenberg.
~
5
1000 •
Je moet de energiecentrales
daar plaatsen daar waar stroom nodig is. Niet
hier in de Sloehaven Vlissingen-oost hier is energie winning genoeg, dit ook in verband met veiligheid. Het zou wenselijk zijn de energie winning te verdelen over Nederland. •
Ook moet er eerst maar eens aangetoond worden of de elektriciteit's
vraag
en/ of te kort voor direct gebruik in Nederland, wel zo urgent aanwezig is. •
CO2 afvoer en opslag in de bodem, het is nog niet aangetoond dat dit verantwoord
voor langere tijd op deze gestelde wijze is uit te voeren in de
praktijk. Wij vinden het de taak van u en de aanvrager van de startnotitie hier aandacht aan te schenken. In antwoord op uw reactie verblijven wij Met vriendelijke groet,
M.E.R. C. GEN
, -----.. 1
., ... .,
I ••.•. ".
,. ... , L. ~.
----------
- ----
Aan: Inspraakpunt C.GE elektriciteitscentrale Sloebaven- Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haao
Ritthem.If februari 2010. Betreft.: Zienswijze startnotitie Milieueffectrapportage (MER) voor C. GE elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen
Geachte mevrouw / mijnheer, Ik reageer hiermee op de kennis eving m.b.t. de mogelijkheid tot inspraak betreffende de startnotitie MER voor de C- GE elektriciteitscentrale Sleehaven- Vlis ingen zoals gepubliceerd in de week krant de Faam d.d. 13januari 2010. adat ik heb kennisgenomen van de documentatie, verstrekt tijdens de inspraak/ informatie avond in Middelburg op 11 februari j.l., rijzen bij mij de volgende vragen: Ik verzoek u met het opstellen op hun merites te beoordelen.
1.
an de milieueffectrapportage( MER) de onderstaande punten
Locatiekeuze versus soort b drijf. Hoewel C-Gen power zich presenteert als electriciteits-centrale kan ik niet anders concluderen dan dat het zware chemische industrie betreft met helemaal aan het eind van de keten een warmte-kracht unit. De brandstof voor deze warmte kracht unit zal bestaan uit syngas, dat zal worden gewonnen in een enorme reactor, welke onder zeer hoge drukken en temperaturen opereert. De stoffen die het bedrijf gebruikt staan bekend als zeer giftig en brandbaar. Tevens zal er, zo blijkt uit de gegeven informatie een zuurstofplant worden gebouwd om te voorzien in de benodigde zuivere 02, nodig voor het reactie proces.
aast de MER is het van groot belang ook de veiligheidsrisico' s in acht te nemen. Zo is er een flare installatie geprojecteerd, welke op vrij korte afstand van een munitie opslag van Defensie zal komen. Wederom veiligheidsrisico. Wat zal gevolg voor woonomgeving zijn als door een calamiteit afgefakkeld moet worden en er ontstaat i.p.v. een flare een gaswolk!( komt nog wel eens voor) Tevens zullen kades worden aangelegd in een kwetsbaar natuurreservaat"waar kolen bulk carriers hun lading zullen lossen. Bekend is dat dit de nodige stof belasting met zich mee brengt. atuurreservaat zal onherroepelijk verdwijnen. Deze 2 activiteiten vlak naast elkaar, gescheiden door een potlood streep op de kaart, verdragen zich niet en moeten we ook niet willen. Tevens stel ik de vraag: wat zal de firma Cobetfret hiervan vinden, die nu al veel hinder zegt te ondervinden van de naastgelegen scheepswerf van Damen.
2. Locatiekeuze - Geluidsdruk (1). Er wordt in uw publicatie melding gemaakt van een 4-tal mogelijke locaties. De voorgestelde locatie bevindt zich behoorlijk dicht bij ons dorp Ritthem. Reeds op dit moment merken we in toenemende mate de ge1uidsdruk: vanuit de industriële omgeving Vlissingen-Oost. In het onderzoek leefsituatie Vlissingen-Oost 2004 van de Provincie Zeeland komt duidelijk naar voren dat de geluidshinder in o.a, Ritthem het meest is toegenomen. Dit valt te erklaren door de ingebruikname van o.a. de verhuizing van de Scheldewerf en de vestiging van de grootschalige autoterminal van Cobelfret. Tevens is door de onlangs in bedrijf oenomen powerplant van Delta-EDF, de Sloecentrale, de geluid druk verder toegenomen in onze leefomgeving. Gisteren maakte Delta-EDF bekend deze Sloecentrale te willen uitbreiden met een derde unit van 435 MW. Om de bouw van de Sloecentrale mogelijk te maken zijn de normen voor de geluidsdruk een paar jaar geleden al aangepast en zijn in het buitengebied al woningen voorzien van geluidsisolatie. Zullen de normen straks weer worden aangepast? Waarom maken we dan nog normen?
3. Locatiekeuze - Geluidsdruk (2). Eerdere publicaties spreken van elektriciteitscentrales met een totaal opgesteld vermogen van 1600 MW. Dat is twee keer zoveel als het vermogen van de plannen die nu de inspraak ingaan. Tijdens de informatiebijeenkomst op 11 februari j.l. was duidelijk te zien dat ook de ontwerpschetsen rekening houden met de komst van 4x400 MW aan opgesteld vermogen. Ik verzoek u dan ook dringend met het berekenen van de geluidsdruk richting het dorp Ritthem rekening te houden met deze toekomstige ontwikkelingen, die meer dan serieus genomen moeten worden. Als C-gen inderdaad straks verouderde conventionele centrales zou moeten gaan vervangen, zou dit wel eens veel sneller het geval kunnen zijn dan nu wordt gesuggereerd.
~
10010 4.
Locatie keuze -Totaal opgesteld electrisch vermogen. Als we in beschouwing nemen dat er nu reeds opgesteld staat circa 900 MW bij EPZ en nog eens 2 x 400MW bij de Sloecentrale en dus nog een mogelijke uitbreiding van nog eens 435 MW. Daar zou nog bijkomen 2x 400 MW van C-Gen (en in een later stadium nogmaals 2 x 400 MW) zie hiervoor, dan is er nogal wat nodig aan hoogspanningslijnen om alles hier weg te krijgen. Kan dit kwetsbare gebied dat allemaal aan? Ik verzoek u in uw studie hiermee rekening te houden.
5. Locatiekeuze - ationaallandschap - atuurcompensatie - Drie weitjes. In 2005 zijn in het kader van de natuurcompensatie als gevolg van de verdieping van de vaarweg in de Westersehelde de drie weitjes' bij Rammekenshoek aangelegd. Nieuwe inlagen direct achter de zeedijk kreekherstel in de polder, zoutwatermoerassen met zoutvegetaties. Dit alles van groot belang voor eet vogelsoorten. Deze natuurcompensatie mag niet verloren gaan door een locatiekeuze die wel erg dicht bij Rammekenshoek is en ik verzoek u dit in de MER aan te tonen.
6. Locatiekeuze -
ationaallandschap - Toeristisch recreatief karakter - Drie Weitjes. In de nota Omgevingsplan 2006-2012 van de Provincie Zeeland (november 2005) staat aangegeven dat de toeristisch-recreatieve betekenis van het ationaal landschap moet toenemen. Ook in dat kader zijn eerdergenoemde "drie weitjes" van Rammekenshoek in 2005 aangelegd. Oorspronkelijk als natuurcompensatie voor de verdieping van de vaarweg in de Westersehelde erdrag ederland en aanderen van 1995) maar door het aanleggen van opgehoogde wandelpaden met bijkomend doel dat er volop genoten kan worden van het bestaande en nieuwe natuurgebied. (Bron Dienst Landelijk Gebied). Het toeristisch recreatief karakter van het dorp Ritthem wordt geweld aangedaan door de komst van een 800 MW centrale te dicht bij Rammekenshoek.
7. Locatiekeuze - Redelijkheid van de alternatieven alternatieve locaties genoemd. Ik verzoek u aan te tonen dat deze drie alternatieve locaties in alle redelijkheid als alternatief ingezet kunnen worden. Beschouw hierbij in : .•..1 __ •..• , .J_ ~ .•. __ 1 U'Vl ö'VVCU U'V Ö'VW'V1I31'V IIUllll11CU'V "-
•••••.
:_:
••••.
_,_
,
,
lUpp'Vl
1_1-4.. 1.._4. _: ..• 1_.•.. .J_ V1
alternati.eve locaties.
8. COz problematiek. Omdat nog onzeker is of de geproduceerde C02 bij dit proces op de wijze kan worden afgehandeld zoals nu voorondersteld in de flowschema's, zal dit ook in de MER moeten worden meegenomen. Oude lege gasvelden hebben we hier niet in de buurt voor zover bekend. Ik verzoek u in uw studies mee te nemen boe groot de kans is dat deze techniek daadwerkelijk toegepast gaat worden, gezien het gegeven dat het op dit moment nog niet mogelijk is om de CO2 via pijpleidingen afte voeren. dan wel ergens op te slaan.
.- \ 0010
Als deze centrale niets anders is dan een "gewone" STEG mag u deze voordelen ook niet in uw beschouwingen mee laten wegen.
Graag ontvang ik van u een ontvangstbevestiging van mijn zienswijze en zou ik graag op de hoogte gehouden worden van verdere acties of publicaties.
Hoogachtend,
Inspraakpunt C.GE elektriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Sloehaven- Vlissingen
Ritthem, 18 februari 2010. Betr.: Zienswijze startnotie m.e.f. C. GEN elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Geachte meneer/mevrouw, Ik reageer hiermee op de kennisgeving m.b.t. de mogelijkheid tot inspraak betreffende de startnotitie m.e.r. C. GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen zoals gepubliceerd in de weekkrant de Faam d.d. 13 januari 2010. Ik verzoek u met het opstellen van de milieueffectrapportage beoordelen.
de onderstaande punten op hun merites te
1.
Locatiekeuze - Geluidsdruk (1). Er wordt in uw publicatie melding gemaakt van een 4-tal mogelijke locaties. De voorgestelde (voorkeurs)locatie bevindt zich dicht nabij ons dorp Ritthem. Reeds op dit moment merken we in toenemende mate de geluidsdruk vanuit de industriële omgeving Vlissingen-Oost. In het onderzoek leefsituatie Vlissingen-Oost 2004 van de Provincie Zeeland komt duidelijk naar voren dat de geluidshinder in o.a. Ritthem het meest is toegenomen. Dit valt te verklaren door de ingebruikname van o.a. de verhuizing van de Scheldewerf en de vestiging van de grootschalige autoterminal Cobelfret. We verzoeken u dan ook dit aspect vanuit het oogpunt leefbaarheid goed te beschouwen en niet de grenzen van de geluidszonering op te zoeken. Enige afstand van hetgeen wettelijk toegestaan is voorkomt klachten en juridische procedures en komt de leefbaarheid van ons dorp ten goede.
2.
Locatiekeuze - Geluidsdruk (2). Eerdere publicaties spreken van elektriciteitscentrales met een totaal opgesteld vermogen van 1600 MW. Dat is twee keer het vermogen van de plannen die nu de inspraak ingaan. Tijdens de informatiebijeenkomst op 11 februari j.l. was duidelijk te zien dat ook de ontwerpschetsen rekening houden met de komst van 4x400 MW aan opgesteld vermogen. Ik verzoek u dan ook dringend met het berekenen van de geluidsdruk richting het dorp Ritthem rekening te houden met deze toekomstige ontwikkelingen, die meer dan serieus genomen moeten worden.
3.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Horizonvervuiling. Het dorp Ritthem bevindt zich in het Nationaal landschap Zuidwest Zeeland, deelgebied Walcheren. Een elektriciteitscentrale van 800 MW zal a.g.v. de hoge gebouwen de zichtlijnen van het Nationaal landschap Walcheren aantasten. Deze horizonvervuiling kan voorkomen worden door meer afstand van de dorpskern Ritthem in acht te nemen. Het karakteristieke dorpsgezicht blijft daarmee behouden. Ik verzoek u deze effecten mee te nemen in uw beschouwingen.
{
}
4.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Natuurcompensatie - Drie weitjes. In 2005 zijn in het kader van de natuurcompensatie a.g.v. de verdieping van de vaarweg in de Westersehelde de "drie weitjes" bij Rammekenshoek aangelegd. Nieuwe inlagen direct achter de zeedijk, kreekherstel in de polder, zoutwatermoerassen met zoutvegetaties. Dit alles van groot belang voor veel vogelsoorten. Deze natuurcompensatie mag niet verloren gaan door een locatiekeuze te dicht bij Rammekenshoek en ik verzoek u dit in de m.e.r. aan te tonen.
5.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Toeristisch recreatief karakter - Drie Weitjes. In de nota Omgevingsplan 2006-2012 van de Provincie Zeeland (november 2005) staat aangegeven dat de toeristisch-recreatieve betekenis van het Nationaal landschap moet toenemen. Ook in dat kader zijn eerdergenoemde "drie weitjes" van Rammekenshoek in 2005 aangelegd. Oorspronkelijk als natuurcompensatie voor de verdieping van de vaarweg in de Westersehelde (verdrag Nederland en Vlaanderen van 1995) maar door het aanleggen van opgehoogde wandelpaden met bijkomend doel dat er volop genoten kan worden van het bestaande en nieuwe natuurgebied. (Bron Dienst Landelijk Gebied). Het toeristisch recreatief karakter van het dorp Ritthem wordt geweld aangedaan door de komst van een 800 MW centrale te dicht bij Rammekenshoek.
6.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Natuurcompensatie - Welzinge. De landbouwgronden tussen de Nieuwlandseweg en de Koedijk in Ritthem worden op dit moment opgekocht door de overheid (de Gemeente Vlissingen en de Provincie Zeeland) en Zeeland Seaports. Doel is deze gronden in te zetten als natuurcompensatie voor de komst van een Westersehelde Container Terminal (WCT). Mocht de komst van de WCT niet doorgaan dan zijn de Gemeente Vlissingen en de Provincie Zeeland voornemens dit gebied toch te gaan ontwikkelen als natuurgebied ("stiltegebied"). Kerkuilen, torenvalken en buizerds hebben nu reeds hun toevlucht gezocht in dit gebied, dat eveneens deel uitmaakt van het Nationaal landschap Zeeland. Deze investering en dit achterliggende doel mag niet verloren gaan door toenemende milieubelasting a.g.v. de komst van een 800 MW elektriciteitscentrale. Effecten op dit gebied a.g.v. de komst van de C. GEN elektriciteitscentrale dienen onderzocht te worden.
7.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Uitstoot. Zoals alle centrales heeft ook deze centrale een schoorsteen. Gelet op de meest voorkomende windrichtingen zal de uitstoot verspreid worden over Ritthem en het omringende nationale landschap. Een locatiekeuze verder in Vlissingen-Oost zal minder milieubelasting in het nationaal landschap met zich mee brengen. Specifiek verzoek ik u de uitstoot te beoordelen die vijkomt bij bedrijfvoeren als STEG, dan wel bij storingen als er vanuit veiligheidsoogpunt gebruik gemaakt moet worden van affakkelen.
8.
Locatiekeuze - 380kV (bovengrondse) transportlijnen. Door de komst van een extra 800 MW centrale neemt het elektrisch vermogen dat door 380kV hoogspanninglijnen moet worden getransporteerd naar het achterland toe. Hiertoe moeten de bestaande hoogspanningslijnen worden verzwaard (TenneT project Zuid-West 380 kV verbinding). Door de locatiekeuze van de nieuw te bouwen C.GEN elektriciteitscentrale dicht bij de reeds bestaande elektriciteitscentrales (Borssele EPZ, Sloecentrale) te kiezen voorkom je extra (bovengrondse) hoogspanningslijnen in een gebied waar deze nog niet aanwezig zijn. Het effect van nieuwe hoogspanningslijnen in dit gebied op het milieu moet onderzocht worden in de op te stellen milieueffectrapportage.
2
lOOit
9.
Locatiekeuze - Redelijkheid van de alternatieven In de startnotitie worden, naast de voorgestelde (voorkeurs)locatie, ook drie alternatieve locaties genoemd. Ik verzoek u aan te tonen dat deze drie alternatieve locaties in alle redelijkheid als alternatief ingezet kunnen worden. Beschouw hierbij in ieder geval de gewenste minimale kaveloppervlakte en het eigendomsrecht van de alternatieve locaties.
10.
CO2 onder hoogspanning. Er worden momenteel zoveel nieuwe elektriciteitscentrales gebouwd in Nederland dat de nationale CO2 emissie aanzienlijk gaat stijgen. De kabinetsdoelstelling is juist een aanzienlijke reductie. Een gevolg hiervan is dat Nederland in 2010 een netto exporteur van stroom gaat worden. Volgens het Energie Research Centrum Nederland (ECN) en het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) worden de doelstellingen van de overheid door bijv. subsidies voor stimulering van duurzame energie niet gerealiseerd. In dit kader zult u moeten beschouwen of de komst van een nieuwe 800 MW elektriciteitscentrale überhaupt wel gewenst is. (Bron: lUW: \\ \\\\ ~~l}cnl ~o~. IlhraL rL:.rMt ~O~ll)_~~~WLi1JJ)
11.
CO2 onder hoogspanning. (2) De voorgestelde C. GEN's Waterstofelektriciteitscentrale pretendeert met weinig of geen CO2 uitstoot te werken. Ik.verzoek u in uw studies mee te nemen hoe groot de kans is dat deze techniek daadwerkelijk toegepast gaat worden, gezien het gegeven dat het op dit moment nog niet mogelijk is om de CO2 via pijpleidingen af te voeren, dan wel ergens op te slaan. Als deze centrale niets anders is dan een "gewone" STEG mag u deze voordelen ook niet in uw beschouwingen mee laten wegen. Ik verwijs u hierbij ook naar de noot die aanwezig is onder op de pagina met de planning zoals gepresenteerd tijdens de informatieavond op 11 februari j.1, en die hieronder aangehaald wordt, waarbij het woord "economisch" cruciaal is. Noot: afhankelijk van hel feit of er een (economische) oplossing is voor C02 transport en -opslag, zal er een WEC (vergasser met STEG) gebouwd worden of alleen een STEG.
12.
Natura 2000 Het gebied Westersehelde & Saeftinghe (122) is recent als speciale beschermingszone van Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) aangewezen. De komst van mogelijk 4 elektriciteitscentrales met de bijbehorende chemische fabrieken zal ook in het kader van Natura 2000 beschouwd moeten worden.
Graag ontvang ik van u een ontvangstbevestiging van deze zienswijze en zou ik graag op de hoogte gehouden worden van verdere acties of publicaties.
Met vriendelijke groeten,
3
00/2
Bureau energie Projecten Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
Alex Dybala [
[email protected]] 21 februari 2010 21:00 Bureau Energieprojecten startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Inspraakpunt C.docx
zondag
Sloehaven-Vlissingen
Geachte heer/mevrouw, Ik reageer hiermee op de kennisgeving m.b.t. de mogelijkheid tot inspraak betreffende de startnotitie m.e.r. C. GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen zoals gepubliceerd in de week krant de Faam d.d. 13 januari 2010. Met vriendelijke groet,
1
lOale : startnotitie rn.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale : 21-02-2010 :
Onderwerp Datum
Inspraakpunt C. GEN elektriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
Onderwerp Datum
Sleehaven-Vlissingen
Sloehaven- Vlissingen
: startnotitie m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale : 21-02-2010
Sloehaven-Vlissingen
Geachte heer/mevrouw, Ik reageer hiermee op de kennisgeving m.b.t. de mogelijkheid tot inspraak betreffende de start notitie m.e.r. C. GEN elektriciteitscentrale Sloehaven- Vlissingen zoals gepubliceerd in de weekkrant de Faam d.d. 13 januari 2010. Het ontwerpbestemmingsplan een elektriciteitscentrale te bouwen in het haven- en industriegebied (Sloehaven) in Vlissingen en Borsele, is reden mijn zienswijze te geven. Mijn zienswijze betreft de volgende punten:
1. Locatiekeuze - Geluidsdruk (1). Er wordt in uw publicatie melding gemaakt van een 4-tal mogelijke locaties. De voorgestelde (voorkeurs)locatie bevindt zich dicht nabij ons dorp Ritthem. Reeds op dit moment merken we in toenemende mate de geluidsdruk vanuit de industriële omgeving Vlissingen-Oost. Ik heb bezwaar tegen de mogelijkheid om in het gebied Sloehaven nog meer bedrijven te realiseren tot en met milieucategorie 5. De geluidshinder en milieuvervuiling in en rondom de bestemmingsplanlocatie is al groot door de al aanwezige industrie. Deze optelsom van vervuiling is een ernstige bedreiging voor onze gezondheid. In het onderzoek leefsituatie Vlissingen-Oost 2004 van de Provincie Zeeland komt duidelijk naar voren dat de geluidshinder in o.a. Ritthern het meest is toegenomen. Dit valt te verklaren door de ingebruikname van o.a. de verhuizing van de Scheldewerf en de vestiging van de grootschalige autoterminal Cobelfret. We verzoeken u dan ook dit aspect vanuit het oogpunt leefbaarheid goed te beschouwen en niet de grenzen van de geluidszonering op te zoeken. Enige afstand van hetgeen wettelijk toegestaan is voorkomt klachten en juridische procedures en komt de leefbaarheid van ons dorp ten goede.
2. Locatiekeuze - Geluidsdruk (2). Eerdere publicaties spreken van elektriciteitscentrales met een totaal opgesteld vermogen van 1600 MW. Dat is twee keer het vermogen van de plannen die nu de inspraak ingaan. Tijdens de informatiebijeenkomst op 11 februari j.l. was duidelijk
Onderwerp Datum
: startnotitie m.e.r. C.GEN : 21-02-2010
elektriciteitscentrale
Sloehaven- Vlissingen
10012
te zien dat ook de ontwerpschetsen rekening houden met de komst van 4x400 MW aan opgesteld vermogen. Ik verzoek u dan ook dringend met het berekenen van de geluidsdruk richting het dorp Ritthern rekening te houden met deze toekomstige ontwikkelingen, die meer dan serieus genomen moeten worden. 1.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Horizonvervuiling. Het dorp Ritthern bevindt zich in het Nationaal landschap Zuidwest Zeeland, deelgebied Walcheren_ Een elektriciteitscentrale van 800 MW / 1600 MW zal a.g.v. de hoge gebouwen de zichtlijnen van het Nationaal landschap Walcheren aantasten. Deze horizonvervuiling kan voorkomen worden door meer afstand van de dorpskern Ritthem in acht te nemen. Het karakteristieke dorpsgezicht blijft daarmee behouden. Ik verzoek u deze effecten mee te nemen in uw beschouwingen.
2.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Natuurcompensatie - Drie weitjes. In 2005 zijn in het kader van de natuurcompensatie a_g.v. de verdieping van de vaarweg in de Westersehelde de "drie weitjes" bij Rammekenshoek aangelegd. Nieuwe inlagen direct achter de zeedijk, kreek herstel in de polder, zoutwatermoerassen met zoutvegetaties. Dit alles van groot belang voor veel vogelsoorten. Deze natuurcompensatie mag niet verloren gaan door een locatiekeuze te dicht bij Rammekenshoek en ik verzoek u dit in de m.e.r. aan te tonen.
3.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Toeristisch recreatief karakter - Drie Weitjes. In de nota Omgevingsplan 2006-2012 van de Provincie Zeeland (november 2005) staat aangegeven dat de toeristisch-recreatieve betekenis van het Nationaal landschap moet toenemen. Ook in dat kader zijn eerdergenoemde "drie weitjes" van Rammekenshoek in 2005 aangelegd. Oorspronkelijk als natuurcompensatie voor de verdieping van de vaarweg in de Westerschelde (verdrag Nederland en Vlaanderen van 1995) maar door het aanleggen van opgehoogde wandelpaden met bijkomend doel dat er volop genoten kan worden van het bestaande en nieuwe natuurgebied. (Bron Dienst Landelijk Gebied). Het toeristisch recreatief karakter van het dorp Ritthem wordt geweld aangedaan door de komst van een 800 MW centrale te dicht bij Rammekenshoek.
4.
Locatiekeuze - Nationaal landschap - Natuurcompensatie - Welzinge. De landbouwgronden tussen de Nieuwlandseweg en de Koedijk in Ritthem worden op dit moment opgekocht door de overheid (de Gemeente Vlissingen en de Provincie Zeeland) en Zeeland Seaports. Doel is deze gronden in te zetten als natuurcompensatie voor de komst van een Westersehelde Container Terminal (WCT)- Mocht de komst van de WCT niet doorgaan dan zijn de Gemeente Vlissingen en de Provincie Zeeland voornemens dit gebied toch te gaan ontwikkelen als natuurgebied ("stiltegebied"). Kerkuilen, torenvalken en buizerds hebben nu reeds hun toevlucht gezocht in dit gebied, dat eveneens deel uitmaakt van het Nationaal landschap Zeeland. Deze investering en dit achterliggende doel mag niet verloren gaan door toenemende milieubelasting a.gs. de komst van een 800 MW /1600 MW elektriciteitscentrale. Effecten op dit gebied a.g.v_ de komst van de C. 2
Onderwerp Datum
: startnotitie : 21-02-2010
m.e.r. C.GEN
GEN elektriciteitscentrale
elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
0012.
dienen onderzocht te worden.
5.
Locatiekeuze - 380kV (bovengrondse) transportlijnen. Door de komst van een extra 800 MW / 1600 MW centrale neemt het elektrisch vermogen dat door 380kV hoogspanninglijnen moet worden getransporteerd naar het achterland toe. Hiertoe moeten de bestaande hoogspanningslijnen worden verzwaard (TenneT project Zuid-West 380 kV verbinding). Door de locatiekeuze van de nieuw te bouwen C.GEN elektriciteitscentrale dicht bij de reeds bestaande elektriciteitscentrales (Borssele EPZ, Sloecentrale) te kiezen voorkom je extra (bovengrondse) hoogspanningslijnen in een gebied waar deze nog niet aanwezig zijn. Het effect van nieuwe hoogspanningslijnen in dit gebied op het milieu moet onderzocht worden in de op te stellen milieueffectrapportage.
6.
Locatiekeuze - Redelijkheid van de alternatieven In de startnotitie worden, naast de voorgestelde (voorkeurs)locatie, ook drie alternatieve locaties genoemd. Ik verzoek u aan te tonen dat deze drie alternatieve locaties in alle redelijkheid als alternatief ingezet kunnen worden. Beschouw hierbij in ieder geval de gewenste minimale kaveloppervlakte en het eigendomsrecht van de alternatieve locaties.
7.
C02 onder hoogspanning. Er worden momenteel zoveel nieuwe elektriciteitscentrales gebouwd in Nederland dat de nationale C02 emissie aanzienlijk gaat stijgen. De kabinetsdoelstelling is juist een aanzienlijke reductie. Een gevolg hiervan is dat Nederland in 2010 een netto exporteur van stroom gaat worden. Volgens het Energie Research Centrum Nederland (ECN) en het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) worden de doelstellingen van de overheid door bijv. subsidies voor stimulering van duurzame energie niet gerealiseerd. In dit kader zult u moeten beschouwen of de komst van een nieuwe 800 MW / 1600 MW elektriciteitscentrale überhaupt wel gewenst is. (Bron: http://www.ecn.nV docs/library/ report/ 2009/ e090 1O. pdf)
8.
C02 onder hoogspanning. (2) De voorgestelde C. GEN's Waterstofelektriciteitscentrale pretendeert met weinig of geen C02 uitstoot te werken. Ik verzoek u in uw studies mee te nemen hoe groot de kans is dat deze techniek daadwerkelijk toegepast gaat worden, gezien het gegeven dat het op dit moment nog niet mogelijk is om de C02 via pijpleidingen af te voeren, dan wel ergens op te slaan. Als deze centrale niets anders is dan een "gewone" STEG mag u deze voordelen ook niet in uw beschouwingen mee laten wegen. Ik verwijs u hierbij ook naar de noot die aanwezig is onder op de pagina met de planning zoals gepresenteerd tijdens de informatieavond op 11 februari j.l, waarbij het woord "economisch" cruciaal is. Noot: afhankelijk van het feit of er een (economische) oplossing is voor C02 transport en -opslag, zal er een WEC (vergasser met STEG) gebouwd worden of alleen een STEG.
Graag ontvang ik van u een ontvangstbevestiging van deze zienswijze en zou ik graag op de hoogte gehouden worden van verdere acties of publicaties. 3
Onderwerp Datum
: startnotitie m.e.r. C.GE : 21-02-2010
elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Met vriendelijke groeten,
4
10012
17-2-2010 :
[email protected] Onderwerp:
Inspraak startnotitie
MER C.GEN electriciteitscentrale
Sloehaven - Vlissingen
ZI ENSWI..JZE
INLEIDING:Hoewel
duurzaamheid en milieu de komende decade (2010 -2020 )
ecologissh doorslaggevend zouden zijn, wordt anno 2010 veel geld gereserveerd voor een nieuwe kolencentrale
(eufemistisch
worden als futuristisch
terzijde geschoven en het C02 - vrije alternatief
genoemd.
waterstof-centrale
genoemd
) .Wind en zonne-energie
Er is haast, in 2015 moet de nieuwe centrale operationeel
aangegeven welke oude (30 -40 jaar) We zullen de Startnotitie
(kerncentrale
) niet
zijn. Niet wordt
centrales op welke termijn gaan verdwijnen.
( 30 paginaas + 2 bijlagen)
bladzijdegewijs van Kommentaar
voorzien. Na dit kommentaar wordt een "Zienswijze
"geformuleerd.
KOMMENTAAR: Schutblad
: 1. "Waterstofcentrale
": Deze naamgeving is bedrieglijk
.Het waterstofgas
Ontstaat na een zeer gecompliceerd industrieel proces uitgaande van steenkool Waarbij temperaturen Blz. 4
: 2. Schone technologie:
van 15000C voorkomen en veel afvalstoffen ontstaan. Het betreft
C02 opslag in de Noordzee( oude gasvelden)
Hoewel afvangen van C02 , transport en grootschalige opslag innovatief zijn, is dit maatschappelijk oppervlaktewater
en milieutechnisch
een omstreden benadering. Invloed op
en mariene omgeving verdienen een uitvoerige bestudering.
: 3. Schone Biomassa : Er treedt een verschuiving op in de agrarische produktie, Er is netto geen C02 voordeel. De duurzaamheid is wel een voordeel. :4. Flexibiliteit:
Flexibiliteit kan slechts verkregen worden door enorme opslag
capiciteit voor de gevaarlijke gassen H2 en mengsel H2 plus CO. Fle xibiliteit kan alleen goed benut worden, Noordzee ( bv 500 MW Blz. 9
5.
indien een groot windturbine-park
op de
) gepland wordt.
Wind en Zon : Nederland is de europese hekkesluiter betreffende
duurzame
2... Energie. Miljarden investeringen in klassieke energie centrales zijn anno 2010 Een gotspe.
aldus neemt de technologische achterstand verder toe.
Deze kolencentrale
dient niet gebouwd te worden .uit miljeu-oogpunt
is
Zelfs een kerncentrale te prefereren. Blz. 11
6.
Koelen :Voor dit grote industrieele proces wordt het "Scheldewater
Koelwater gebruikt.
" als
Ivm de aquacultuur in de Schelde is verdere opwarming
Van deze delta- rivier ongewenst ( zie ook blz. 21) Blz. 12
7.
C02 transport:
Twee mogelijkheden
Per schip of via pijpleidingen Mogelijkheden
worden genoemd nl. C02 transport
in de zee naar de voormalige gasvelden. Beide
betekenen grote investeringen .Worden deze specifieke
Investeringen betrokken bij de berekening van deze energie? Blz. 16
8..
CO (koolmonoxyde
) en H2 (waterstof
): CO is een buitengewoon
Giftig gas, dat zich op irreversibele wijze bindt aan bloed en een snelle dood Veroorzaakt.
H2 is een zeer explosief gas .cp de middelbare school bekend
Als knalgas. De combinatie van CO en H2 het zgn syngas is het hoofdprodukt
Blz. 26
Van deze centrale.
Uit oogpunt van volksgezondheid en brandgevaar dienen
Rond de centrale
binnen een straal van 5 - 10 km geen woonhuizen te staan
9.
Kosten: Er wordt gepostuleerd dat de nieuwe centrale tegen lage
Kosten energie zal produceren. Gezien de hoge kosten voor infrastruktuur, Veiligheid en volksgezondheid verdient deze stelling uitvoerige toelichting.
ZIENSWIJZE: Bij elke nieuwe kolencentrale
zou anno 2010 een windenergie - centrale gebouwd moeten
worden van vergelijkbare capaciteit
dwz 800 MW voor C.GEN (Vlissingen)
dan ook 800
MW windenergie in Vlissingen. Ik zal mijn zienswijze zien terug te brengen tot 3 stellingen.
VLISSINGEN:
Vlissingen is een optimale kans voor het verzamelen van windenergie
vanaf de Noordzee. Volgens de stuurgroep Zuidwetelijke Delta (
nov. 2009
) bestaan de plannen voor de aanleg van een zgn." stopcontact op zee
11
reeds in de
"Ontwerp Beleidsnota Noordzee" ( zie bijlage 1). Stelling 1
Een stopcontact op zee is een randvoorwaarde bij de bouw van een klassieke energie-centrale
WINDMOLENPARK
: De haven van Vlissingen Beschikt over de logistieke capaciteit
en expertise om een windmolenpark in de Noordzee aan te leggen. De geplande capaciteit van 504 MW (zie bijlage 2)
met 140 windmolens dient vergroot te worden tot 800 MW.
In het C.GENprojekt dient in het hoofdstuk "Flexlbiliteit kwantitatief
11
uitvoerig kwalitatief en
aangetoond te worden dat 800 MW kan worden ontvangen.
Stelling 2 : De flexibiliteit
van de C.GEN (800 MW ) dient de grootte van 800 MW
windenergie te kunnen hanteren.
DUURZAAMHEID electriciteitscentrales
: In 2020 dient minimaal 20 % van het cumulatief vermogen van de ( 20 % van 25.000 MW = 5000 MW ) duurzaam te worden
verkregen. Indien Vlissingen 500 MW windenergie levert (ca 1.5 miljard euro ) moeten I
voor 2020 tien van deze projekten worden gerealiseerd Vergeleken met het Engelse plan van ca € 110 miljard
(totaal
€ 15 miljard ).
(zie bijlage 3) is dit geen optimale
inspanning. Stelling 3 : Nederland dient in de periode 2010 - 2020
€ 15 - 25 miljard te investeren in
duurzame energie om haar eigen miljeu doelstellingen te realiseren.
NB. : In Groede Groene Dakkie
11
(Zeeuws- Vlaanderen) zijn wij bezig met een burgerinitiatief I
ca 50 gezinnen)
( IIHet
om middels zonnecellen op eigen daken een
persoonlijke bijdrage te leveren aan ons gigantische miljeu probleem.
~BOrasele
-
r ~~
5\.•r '-0"'"'- 't,c.-\:-
<;»:
~t \NJfI"
ti
C\ r-:~ J)
~
't;~~
..l_~~..1-",,-
_
Ontwerp beleidsnota Noordzee
Q,\Q~\L ,
~
~! &-
-'-- ~~
V'\O~ I
oi
Nota Zeehavens
Plantermijn: 2005-2010 Vastgesteld: 2004
Inhoud: Visie en strategie van de Rijksoverheid voor het havenbeleid. aangevuld met een agenda met concreet beleid. Onderdeel daarvan is een stapsgewijs opgebouwd afwegingskader voor deelname van het Rijk in de financiering van projecten voor de zeehavens.
Formele planstatus: Beleidsvisie, tevens uitwerking van Nota Mobiliteit
Organisatie: Ministerie V&W
18
Formele planstatus: Beleidsnota Plantermijn: 2009-2015 Vastgesteld: December 2008
~
..-
,
-
,f
ro\t:t--
'1,...0
Inhoud: De beleidsnota geeft een nadere uitwerking en onderbouwing van de beleidskeuzes en de realisatie. zoals deze in de hoofdtekst van het Nationaal Waterplan opgenomen zijn voor dit onderwerp. Het omvat het integrale kader voor alle specifieke beleidskeuzen die gedurende de planperiode van het Nationaal Waterplan nog zullen worden gemaakt.
In samenwerking met: Medeoverheden
Organisatie: Rijkswaterstaat
17
th
})...t\,:,
~-- "'L.,. 1:> ~\-~
V'~~'~It\"t"!J __ ~ =6..:.J.~~1..
Formele planstatus: Beleidsnota Plantermijn: 2008-2040
og
•
•
I
nvesteren is juist in .eccnomisch mindere tijden van levensbelang om door te kunnen groeien als het tij weer ten goede is gekeerd. Hoewel de krediet- en economische crisis niet in verhouding staan tot reguliere conjunctuur schommelingen, zijn de eerste tekenen van economisch herstel inmiddel merkbaar. Verbrugge Terminals heeft zelfs een mega-order in de wacht ge leept die zijn weerga nauwelijks kent. door Henk van de V
rde
TER EUZE - Dez zal in de komende jaren v lop inv reringen en werkgelegenheid opl veren in Zeeland in het algemeen en het haven rebied in het bijzonder. In het kader ',m de logistiek rond de b uw van The Greara Gabbard voor de Britse kust, het grootste off hore windmolen park ter \ ld, heeft de Zeeuwe I gisricke gwep crbrug e een zeer mvangrij opdracht binnengehaald. De Zeeland Terminal van Verbru in "11 In en zal gaan funl{eren als het hart van een I gi tieke operatie. die uni i in deze ector. Hier zullen alle onderdelen van de 1 ~o enomlt: windmolen (totale hoogte n ond rkanr fundering tot masttop ongeveer I :;meter) worden verzameld n ZJl deÏogbtiek worden gecoë rdine rd. erbrugge j hoofdaannemer van het pr ject en heeft de heavy cargo pe iali ten Mammoet en Bonn & Mee ingeschakeld voor het transport van de onderdelen.
Megaproled
J •
••
,
Het megaproject van 'erbrugge is goed voor 140 extra arbeidsplaatsen. Op de Gabbard-zandbank worden JJQ. 'W-indmolen gerealiseerd. goed voor de levering van 504 megawatt elektriciteit, waarmee 25.000 hui.;: houdens kunnen worden beleverd. De wereldwijd opererende concerns Fluor en iemen werken in het pro-
e
ject samen. Met de aanleg van het windmolenpark is ongeveer anderhalf miljard euro emoeid v~rUiie v or d orvoer van nder ezo d 'eh I n van de turbine en hou. t Zl ig met i.nsrallanewerkeveneen onled
1
oe
C
zaamheden. . Een andere boost voor econ nul' en werk le enheid in Zeeland gee.ft de Vlaamse ondememing~~'la de b uw van een waterstof energtecentrale in Vlissingen-Oost. C-gen i een 'zustermaatschappij van Cobelfret, die in het loecebied over een terminal beschikt voor de op- en o verslag van auto 's. C-gen beeft de [0 u op een milieuvriendelijke elekrricireic centrale: een installatie waarin uit teenkool. petcoke. aardgas en bi om a w t t fga kan worden gen kt. I e centrale i, hl t v r de productie v.m elekrricireir voor "en roe-
komsrige economie met waterstofgas a! energiedrager, Daarbij wordt 5 procent van de 2 afgt'vJngen. De centrale tart met een c pacireir van ) me 'watt en m ct over zes jaar 1D e rij zijn. De Energiera d eeefr aan het type nrtale dat gen ••vil b uwen de voorkeur oven directe verbranding in conventionele kolencentrale. omdat CO_ eenvoudiger en goedkoper IS af te vangen en op te laan.
Volumes ieuwe containerfa nliteiten. zoab de W terschelde ontainer T ernunal C ,de Verbrugge Container T ermina! (VCT) en de caldia ontamer Terminal (C , zal ti Zeeuwe ec n mie geen windereren lc ~en De volumes kunnen bij daadwerkelijke totstandkoming in oen jaar tijd rij en tot 50 miljoen ton maritieme overslag en 40 miljoen t n binnenvaartoverlag.
\
De uitbreiding van de c ranaven in Vii ingen-Oosr zal in 2010 een feit zijn. Daarmee , orde de kade-infrastructuur en terreincapaciteit voor Verbrugge caldia Terminal verdubbeld. terwijl voor de Belgische joinr-venrure Sea-inve Zuidnatie e en termmal bc chikbaar komt voor Je afhandeling van deep c -containerchepen, evertal e~' or de op- en overslag van andere ladingen. De bouw van de eerste Iase van de caldiahav n is ge tart in 1996 door aannernin bedrijf Van Oord BV. De eerste werkzaamheden best nden uit her ophogen van het terrein met zand. De oplevering van Je eerste fà-e vond c en jaar lat r plaatx, 0 r de aartleg \'311 een kade met een lengte van 690 meter kon overslagbedrijf Verbrui e in 1999 het achterliggende terrein van r hectare in gebruik n _ men De bouw van vijf grote op laglood n w rd ver 'olgen ~ercaliset!rd.
Scaldiahaven Een gestage uitbreiding van het ladingp kker maakte uirbreidin van de erbru T enninal n de 'caldiiliaven n odzakehjk I e afmeergelegenheid aan de bestaande kade van 690 meter diende \'erlengd te w rden. Deze verlengm met 510 meter, wordt nu in één besrek in combin.m met de werkzaamheden n e noord- en k pzijde van de caldiahaven gereali<eerd. Hiermet krijgt Verbmgge
_._~~~~
....-._~~---
Lang n~~tler~Egeg ....................•.•....
l~t,'"j:!l
Ü
} . .. :=:':
.
du urzame elektrici t De 20 procent ~(.. Jene energie die Nederland voor 2020 nastreeft wordt niet gehaald. Door Mlchael Persson n Engeland gebeurt het Negen energieconsortia kregen vorige week concessies voor de bouw van reusachtige en iets minder reusachtige (maar nog steeds enorme) windparken op zee. In één klap wiIlen de Engelsen hun ~chterstand in groene energie omuigen in een voorsprong. De getallen zijn duizelingwekkend. De plannen tellen op tot ••.32 duizend megawatt. Dat zijn zesduizend windturbines van de --- JtstverJäijgbare soort. Datzijn •.~~duizend bijna-Euromasten. Dat is 110 miljard ~o. Dat is bijna 2.000 euro per ot. Dat is genoeg \ om een kwart van de elektriciteit te vergroenen. Indrukwekkend. En toch: máár een kwart van de elektriciteit. Omdat elektriciteit slechts eenvijfde deel uitmaakt van het totale energieverbruik in het Verenigd Koninkrijk, leveren die windmolens straks maar 5 procent van alle energie. Ofwel: 95 procent komt nog steeds van elders. Als de Britse plannen dus één ding bewijzen, is het dat de vergroening van de energiehuishouding ontzaglijk veel geld en moeite gaan kosten. Dit is nog maar het begin. Als je, zoals Nederland wil, in 2020 20 procent van de erfergie duurzaam produceert, moet je nog veel harder aan de slag. Daarom de vraag: hoe staat Nederland ervoor? En:welke energiebedrijven zijn goed bezig, en welke niet?
I
Om 20 procent van de totale energie in ederland te verduurzamen, heb je zo'n 35 procent groene stroom nodig. Op dit moment wordt in Nederland 8 procent van de elektriciteit duurzaam opgewekt Om dat percentage omhoog te krijgen, moeten de energiebedrijven dus flink investeren in nieuw groen vermogen. Volgens Frans Rooijers van CE Delft, dat \ veel energieadviezen geeft aan de overheid, staat over tien jaar nog reeds tweederde van de huidige (grijze) Stroomcentrales overeind. Om de rest (35 procent) groen te krijgen, zou bijna al het geld naar duurzaam moeten gaan. Dus telden we drie vragen aan de grote energiebedrijven die in ederland actief zijn. Hoeveel investeert u rot 2020 in nieuwe energie-insraUaties? Welk deel daarvan is ~ne energie? En welk deel van die investeringen gebeurt in Nederland? Het blijken lastige vragen. Van de benaderde concerns kunnen alleen Essent en Nuon, vorig jaar overgenomen door respectievelijk het Duitse RWEen het Zweedse Vattenfall, concrete cijfers noemen over hun Nederlandse investeringsprogramma. De andere kunnen aUeen iets zeggen over hun Europese ofwereldwijde plannen (Dong, Eon), of houden zich op de vlakte (Delta, Electrabel). Om dat te ondervangen, hebben we ook gekeken naar cijfers die de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) heeft kunnen destilleren uit de plannen en aankondigingen van de energiebedrijven. Probleem is wel dat die cijfers voor heel Europa gelden en niet zijn uitgesplitst naar ederland. Bovendien zijn alle harde en minder harde voornemens van de energiebedrijven erin opgeteld. Ze kunnen volgens auteur [oseph Wllde-Ramsing een te rooskleurig beeld geven. RWE,nu met slechts 5 procent duurzame stroom de vuilste aanbieder van Nederland, Is het meest concreet in zijn ambities. Het investeert tot 20U zo'n 6,5 miljard euro per jaar in nieuwe energiebronnen in Europa. Het bedrag dat RWEin hernieuwbare energie wil steken, is gemiddeld 1miljard euro
per jaar, ofwel zo'n 15 procent, Van de 5 miljard euro die de ~tsers de komende jaren in ederland investeren, zal rond t miljard naar een windpark in zee .gaan - als ze hier een concessie krijen. Dat is dus 20 procent van de totale investeringen. VattenfaU, moederbedrijf van Nuon, is dankzij de Zweedse waterkrachtcentrales een van de groenste elektridteitsproducenten van Europa. In de SOMQ..cijfersgaar VattenfaJl van 32 procent groene stroom nu naar 37 als het bedrij zijn windplannen weet te verwee zenlijken.ln ederland is dat per centage echter onhaalbaar. Vatten fall-dochter uon bouwt een grot kolenvergasser van 1.200 megawan, en twee gascentrales van samen 900 megawatt. Aan windparken op zee en op land is drca 500 megawatt gepland. In vermogens gerekend is dar dus 20 procent duurzaam. Dat percentage is aan de hoge kant, omdat windmolens met een (piek ermogen van 500 megawatt minder stroom leveren dan kolen- of gascentrales van 500 megawatt. Andere in ederland actieve bedrijven geven geen concrete getallen. Eneco wijst alleen op de strate~e, die in het jaarverslag vermeld IS, en op het windpark dat het net in Engeland in de wacht heeft geslee t. In de cijfers van SOMO
-
steekt Eneco gunstig af, met een duurzaam vermogen dat oploopt tot meer dan 50 procent. Eneco is echter een kleine speler, en hoeveel groen vermogen in ederland wordt neergezet, is onduidelijk. 'Pretty relevant questtons', mailt een woordvoerder van het Deense Dong. Het bedrijf wil zijn huidige windvermogen van 800 megawatt tot 2020 verdrievoudigen, maar zet ook sterk in op nieuwe kolencentrales. Daardoor neemt het aandeel duurzame elektridteit in totaal zelfs af. In Nederland kan Dong een redelijk groen gezicht krijgen, als het hier een groot windpark op zee mag bouwen. Daarnaa t steekt het echter geld in een gascentrale op de Maasvlakte. Het grote Duitse concern on, dat een nieuwe kolencentrale in ederland bouwt, is ronduit negatief over de Nederlandse situatie. 'Alswe naar al onze investeringen in hernieuwbare energie kijken, valt op dat Nederland niet in het rijtje van locanes voorkomt', zegt een woordvoerder. 'Het Nederlandse investeringsklimaat is niet gunstig. Te veel fluctuaties in hel beleid en in subsidies. Ook andere bedrijven zullen hun investerin gen hier goed afwegen.' Zo bezien lijkt een gemiddelde investering van 20 procent ir duurzame elektridteit in Neder land een bovengrens. Het doe (35 procent) is met de plannen var deze bedrijven onhaalbaar.
---loo(t)
Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
Uw kenmerk: Uw brief van:
ET/EM/10006911 15 januari 2010
Ons kenmerk: Heinkenszand,
IlJ··
~:-t.
1 FEB. 2010
Onderwerp: Zienswijze startnotie m.e.r. C.GEN centrale Sloehaven-Vlissingen
Geachte heer, mevrouw, Naar aanleiding van bovengenoemde startnotie dienen wij deze zienswijze in, waarin wij aandacht vragen voor de volgende aspecten die onzes inziens in de m.e.r studie zeker extra aandacht vragen. 1. De motivering van het voornemen, waarbij de elektriciteitsbehoefte nu en in de toekomst beschouwd moet worden. Daarbij dienen ook de ontwikkelingen van duurzame energie zoals windenergie en zonne-energie beschouwd te worden met inachtneming van het regeringsbeleid op die terreinen en dient duidelijk behandeld te worden waarom gezien deze ontwikkelingen nu deze tussenstap nodig zou zijn. 2. Een beschouwing van de economische noodzaak voor Nederland omdat er sprake van zou zijn dat deze centrale vooral bestemd is voor energie-export naar België. Dit aspect is onzes inziens belangrijk voor de haalbaarheid van de rijksinpassingsprocedure. 3. Wij ondersteunen een verdere voortgang van duurzame ontwikkelingen maar vragen ons af of deze vergassingstechniek al voldoende bewezen is en wensen dat afgezet te zien tegen meer bewezen technieken en bijvoorbeeld een 100 % aardgascentrale, zowel betreffende duurzaamheid, energieverbruik, uitstoot C02 en NOx als "veiligheid en kans op storingen. Ook dient e.e.a. afgezet te worden tegen technieken, waarbij een volledige biomassa inzet mogelijk is. 4. Alle milieueffecten van de hele keten moeten behandeld worden, inclusief de voorgenomen opslag van C02, die bepaald nog geen bewezen techniek is. We denken daarbij zeker aan de invloed van de centrale zelf zoals geluid en luchtverontreiniging, maar vooral ook voor de achterlandproblematiek zoals aan- en afvoer van grondstoffen en energie. Ook dient er onderzocht te worden wat de mogelijkheden zijn van ondergrondse hoogspanningsleidingen gezien de aanwezigheid van ons nationale landschap. Dat onderzoek van de milieueffecten geldt ook voor de bouwfase. Bovendien zou er sprake zijn van een uiteindelijke capaciteitsverdubbeling tot 1600 MW. Als dat zo is lijkt het ons nodig dan die versie nu in de studie te betrekken. Daarbij dienen alle huidige en bekende toekomstige
Bijlagen:
Behandeld door: Wilt u bij de beantwoording
van deze brief 'Ons kenmerk' vermelden.
Postbus 1,4450 AA Helnkenszand-êtenevate 10, Helnkenszand-Teletoon (0113) 238383 Fax (0113) 56 1385 • E- mail
[email protected]·Bank Nederlandse Geme~nten 2850.01.345
ontwikkelingen in het Sloegebied betrokken te worden en de verkeersstromen die dat met zich brengt. 5. De landschappelijke inpassing dient met visualisaties, vooral vanuit de omliggende dorpen, beschouwd te worden. 6. Wij wijzen erop dat de alternatieve oostelijke locatie bij de bestaande EPZ centrales ook geclaimd wordt voor twee andere projecten namelijk voor de Westerschelde container terminal en voor de eventuele tweede kerncentrale, waarbij het waarborgingsbeleid van de regering een cruciale rol speelt. Bij de WeT is de merprocedure nagenoeg afgerond terwijl bij de 2e kerncentrale het stadium van de richtlijnen bereikt is. 7. Ook achten wij de methode van koeling van belang en de invloed daarvan op het Natura 2000 Westerschelde- en Saeftinghe gebied. Wij denken met deze reactie een nuttige bijdrage geleverd te hebben.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Borsele, de secretaris, de burgemeester,
2
I
'-'.".
vI
__ ~~
U ...TI
-~:
Maag I
kom n post d.d.
00 l(\
energYJ resources
-,
-----I
9 FEB. 2010 adres
RlocX:)~66
5216 PR 's-Hertogenbosch
r' Postbus 534
I
Pettelaarpark 105
Nederland
5201 AM 's'=Rert'ogenbosch
Neder4aRd--------.,p".,,:]stadres
Inspraakbureau C.GEN elektriciteitscentrale
Postbus 534
Sloehaven-
5201 AM 's-Hertogenbosch
Vlissingen
Nederland
Bureau Energieprojecten
telefoon
+31 73 615 6023
Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
datum onderwerp
16 februari 2010
ons kenmerk
Zienswijze Startnotitie
10B0026PV/VE
MER c.Gen Sloehave-Vlissingen
Geachte heer, mevrouw, Recentelijk is door de onafhankelijk
investeerder in elektriciteitscentrales
Antwerpen België (verder C.GEN) te noemen een Startnotitie bouw van een elektriciteitscentrale
C.GEN N.V. uit
m.e.r. ingediend voor de
in het haven- en industriegebied
in Vlissingen en
Borssele, samen Sloehaven genoemd. De beoogde techniek voor de centrale zal bestaan uit opwekking van elektriciteit fossiele brandstoffen
op basis van vergassingstechnologie
waarvoor onder andere
en biomassa gebruikt kan worden. Tevens zal in geval van fossiele
brandstoffen
C02 worden afgevangen, welke dan elders zal worden opgeslagen,
bijvoorbeeld
in lege gasvelden.
Tijdens de inloopavond van 11 februari jongstleden dat, indien
ces
werd daarnaast ook helder aangegeven
onvoldoende rendabel zou zijn, er "slechts" STEG technologie op aardgas is
voorzien. In de startnotitie
worden een aantal mogelijke locaties in Sloehaven genoemd, waarvan
een in het bijzonder dicht bij de terreinen van EPZ is gelegen. Energy Resources Holding (ERH) is aandeelhouder van EPZ en is ten gevolge belanghebbende exploitatie van de huidige en eventuele toekomstige
bij een ongestoorde
EPZ-produktie-eenheden
EPZ is eigenaar van de navolgende percelen met als kadastrale aanduiding:
en/of ERH. A 1060,
A1067, A1207, M771, M772 allen gelegen binnen de gemeente Borsele. Genoemde percelen komen geheel of gedeeltelijk nieuwe kerncentrales.
in aanmerking als waarborg locatie voor de bouw van
Omdat het initiatief van C.GEN zich richt op de onmiddellijke
bedrijf
Energy Resources Holding BV
Bank Handelsregister
062 55 57 689 17 12 64 10
---
loo~
geadresseerde
Inspraakbureau
c.Gen elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
pagina 2 van 3 ons kenmerk
lOB0026PVjVE
nabijheid van voornoemde waarborg locatie kunnen de plannen van C.GEN van invloed zijn op de huidige en toekomstige
activiteiten
van EPZ en/of ERH. ERH stelt zich op het
standpunt dat de waarde van de waarborg locatie niet aangetast mag worden door het initiatief.
ERH is daarmee belanghebbende.
ERH vraagt C.GEN in het op te stellen m.e.r. bijzonder aandacht te schenken aan de navolgende punten: Bereikbaarheid
EPZ-Iocaties
ERH acht het van groot belang dat de bereikbaarheid
van EPZ's bedrijfslocaties
niet
negatief wordt beïnvloed noch door de bouw noch door de aanwezigheid van een nieuwe centrale. Alle effecten zowel transportbewegingen reststoffen,
over zee (aanvoer brandstoffen,
afvoer
niet in de laatste plaats C02,) als over land (aan- en afvoer brandstoffen,
grondstoffen,
bereikbaarheid
hulpdiensten,
leveranciers, dienstverleners,
bezoekers en
personeel) dienen te worden meegenomen in de rapportage. Veiligheid-
en beveiliging
Het ontwikkelen
EPZ-installaties
van initiatieven
veiligheidscontouren
en terreinen
van een dergelijke omvang kan invloed hebben op de
van EPZ. Daarnaast worden aan EPZ hoge eisen gesteld met
betrekking tot de beveiliging van haar locatie. Het ontwikkelen de onmiddellijke
van nieuwe initiatieven
in
nabijheid van de huidige centrales kan vanuit beveiligingsperspectief
vergaande consequenties hebben. Uit het m.e.r. dient duidelijk te worden hoe 'safety' en 'security'
effecten worden ingeschat en beheerst, danwel gecompenseerd.
Koelwater De Westerschelde dient als koelwatervoorziening m.e.r. dient uitdrukkelijk
voor de huidige EPZ-centrales. In het
aangetoond te worden dat het rendement van de huidige
centrales niet negatief beïnvloed zal worden door de aanleg van meer koelwatertracés
in
de nabijheid van de bestaande koelwater in- en uitlaat. Voor haar terrein aan de Europaweg Zuid beschikt EPZ over notarieel vastgelegde rechten voor de aanleg van een koelwatertracé
dat uitgaat van inname uit de Van Cittershaven en lozing op de
Westerschelde. In het m.e.r. dient duidelijk te worden aangegeven op welke wijze rekening wordt gehouden met deze bestaande rechten. Voorts dient ook te worden meegenomen of door het initiatief de waarborg locatie voor nieuwe kerncentrales beïnvloed.
in het bijzonder met betrekking tot koelwater negatief wordt
geadresseerde pagina ons kenmerk
Inspraakbureau
c.Gen elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
3 van 3
lOB0026PV /VE Geluidsaspecten De bouw van een nieuwe centrale zal effecten hebben op de geldende geluidscontour het gebied. In het kader van de herziening van de ruimtelijke
in
plannen die nodig is om de
bouw van een nieuwe centrale mogelijk te maken, zal ook de geluidzone dienen te worden herzien. In het m.e.r. dient aangetoond te worden dat de toename van geluid als gevolg van de bouwen
bedrijfsvoering
geen negatieve effecten zal hebben op de geluidscontour
van EPZ. Bouwwerkzaamheden Indien een nieuwe centrale in de onmiddellijke wordt gerealiseerd,
de centrale ontstaan. installaties,
nabijheid van de huidige EPZ-centrales
kunnen er tijdens de bouw tijdelijk
en blijvende schadelijke effecten op
Hierbij dient gedacht te worden aan trillingsschade
schade door grondvoorcompactie,
grondwaterinvloeden,
aan gebouwen en
ophoging en
inklinking. Stabiliteit van het Hoogspanningsnet Doordat met een mogelijke komst van nieuw vermogen "aan het einde van het hoogspanningsnet"
dan ongeveer 2000 MWe aan vermogen hangt, is dit een punt van
zorg, waar C.GEN in overleg met de netbeheerder aandacht aan zou moeten besteden. Instabiliteiten
in het net kunnen bij de KernenergieCentrale
en heftige transienten.
Borssele leiden tot plotselinge
Dit is voor de nucleaire veiligheid van de KCB ongewenst.
C02-Transporten C.GEN geeft aan dat zij mogelijk C02 per schip gaat laten afvoeren. ERH vraagt C.GEN aandacht te besteden aan de mogelijke invloed van deze transporten personen en installaties op de EPZ-terreinen.
Hoogachtend,
Bijlage(n) 0
op de veiligheid van
\ 00 I1
Bureau energie Projecten Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
[
[email protected]] zondag 21 februari 2010 15:34 Bureau Energieprojecten m.e.r. C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen: reactie PvdA Borsele Startnotitie - reactie PvdA Borsele.pdf
Geachte heer / mevrouw, Nav de startnotitie voor de bouw van een electriciteitscentrale door C.Gen in Vlissingen-oost, hierbij in de bijlage onze inspraakreactie voor samenstelling van M.E.R.-richtlijnen.
Met vriendelijke groet,
PvdA Borsele
[email protected] Mobiel: 06 - 51 306393 Tijdens kantooruren: 0186 - 890262 Na 18.00 uur: 0113 - 56 38 79
1
l00
•
•
PvdA
AFDELING
JJ/'"
Secretariaat: Diaconielaan 4443 AN
iI
Email / website 11 b
Nisse
[email protected] www.borsele.pvda.nl
o r s e le
Inspraakpunt c.Gen elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Heinkenszand, 20 februari 2010 Uw kenmerk: M.E.R. C.GEN Vlissingen Ons kenmerk: Reactie startnotitie CGEN Betreft: Verzoek aanpassingen richtlijnen MER c.Gen Elektriciteitscentrale SleehavenVlissingen
Geachte heer, mevrouw, namens de PvdA afdeling Borsele verzoek ik u, naar aanleiding van de startnotitie Milieu Effect Rapport C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen, zoals gepresenteerd dd 11februari 2010 in Hotel "Arneville"te Middelburg, de volgende onderwerpen en aandachtspunten te verwerken in de richtlijnen voor de Milieu Effect Rapportage:
1)
Grondstoffenvoorziening centrale. Startnotitie: 3.2.2 Brandstoffen en opslag De startnotitie vermeldt voornamelijk globaal de mogelijkheden tot opslag. Dit achten wij onvoldoende voor een M.E.R. Daarom wensen wij: a) Vermelding wijze van opslag kolen en cokes, met afvang van stof en hemelwater, met de daaraan gekoppelde schoonmaakinstallaties. Hierbij kengetallen van groottes en hoeveelheden te vermelden. Het dient voorkomen te worden, dat het hemelwater in het grondwater komt. b) Vermelding wijze van opslag biomassa met voorbewerking- en ontgassing- installaties, inclusief kengetallen van groottes en hoeveelheden. c) Weergave effect koelwaterlozingen Sloecentraie en toekomstige centrales, welke via binnenhavenwater 3,2 kilometer westelijker lozen, in relatie met de regelgeving.
2)
C02 afvang en tussen opslag Startnotitie: 3.2-3 Syngasreiniging en C02-afvang De startnotitie spreekt van de mogelijkheid van afvoer, in figuur 3.5 is melding gemaakt van tussenopslag. Daarom wensen wij een volledige beschrijving van: a) De wijze van tussenopslag, vloeibaar of gasvormig, inclusief conditioneringinstallatie, met kengetallen van groottes en hoeveelheden. b) het laadstation voor vermelde leveringen aan industrie en landbouw. c) het gasstation voor levering aan de vermelde pijplijnstructuur d) het laadstation voor vermelde leveringen met behulp van gastankers Nb: ons is niets bekend van een C02 pijpleiding richting de Noordzee. Aangezien hierop de grote C02 emissievoordelen zijn gebaseerd, vervalt voor ons deze doelstelling en is ons inziens deze centrale een conventionele kolencentrale met waterstofgas als bijproduct. Hiermee is de voorkeurslocatie voor deze centrale de 2e Maasvlakte Rotterdam, mede gebaseerd op: de mogelijke transitie van Vlissingen-oost naar meer logistieke functies, waardoor hergebruik van reststoffen en -energie minder van toepassing zullen worden. De ontwikkeling van de elektriciteit infrastructuur door TenneT, die er vanuit gaat, dat conventionele centrales op de Maasvlakte gebouwd zullen worden (Visie 2030, scenario Nieuwe Burchten) Meer mogelijkheden voor wederzijds hergebruik van reststoffen door de aanwezigheid van meerdere olieraffinaderijen en chemische industrie.
Startnotitie - reactie PvdA Borsele
Pagina I van 2
.----;-
, 00 \ I
GPvdA AFDELI
NG
3)
Stoom- en Gasturbine Startnotitie: 3.2-4 STEG-gedeelte De startnotitie spreekt van de noodzaak van fakkelverbranding bij het starten en stoppen van de gasturbine. Daarom wensen wij een volledige beschrijving van: a) de bedrijfssituaties waarbij deze fakkelverbranding noodzakelijk is, met de te verwachten hoeveelheden te lozen gas met geluidsniveaus voorafgaand en tijdens de ontsteking.
4)
Waterlozingen Startnotitie: 3.2.8 & 4-3 Waterverbruik- en lozing De startnotitie spreekt van de noodzaak van lozing van zouten als afvalproduct van een demiwater installatie. a) Graag inzage in hoeveelheden en gevolgen voor de directe omgeving van het lozingspunt. Het bevreemdt ons, dat een "schone" elektriciteitscentrale al zijn afvalwaterstromen direct loost op het oppervlaktewater. b) Beschrijving van methodes ter voorkoming van directe lozingen op het oppervlaktewater.
5)
Koeling Startnotitie: 3.2.9 & 4.2 Koeling In de startnotitie wordt de voorkeur uitgesproken voor doorstroomkoeling met directe lozing van verwarmd water. Daarom wensen wij vermelding in de MER van: a) Opgave van lozingspunt t.o.v. innamepunt met te verwachten gevolgen en gevaren bij eventuele recirculatie van verwarmd water en opstuwing richting de Bijleveldhaven en Quarleshaven onder invloed van getijdenstroming van de Westerschelde. b) Opgave verwarming van de Westerschelde, met in acht neming van de al aanwezige opwarming van de in bedrijf zijnde Sloecentrale, met toetsing aan de regels geldend voor de Westerschelde als Natura 2000 gebied.
6)
Reststoffen Startnotitie: 3.2.10 & 4.8 Reststoffen a) Beschrijving van de hoeveelheden, plaats en wijze van tussenopslag van de in de startnotitie vermelde vaste reststoffen. b) Beschrijving van de wijze van behandeling van het vloeibare slib met bijkomende milieueffecten.
7) Veiligheid Startnotitie: 4.7 Veiligheid Terecht wordt in de startnotitie melding gemaakt van de aanwezigheid een munitiedepot op een afstand van ca 1200 meter. Helaas wordt er in de gehele notitie geen melding gemaakt van waarborging van veiligheid. Veiligheid is een zaak voor mens én milieu. a) Beschrijving van mogelijke calamiteiten (doem-scenario) met vermelding van gevolgen voor mens en milieu. b) Beschrijving van voorgenomen acties ter vermijding of vermindering van deze gevaren, waaronder onder andere de interne eerstelijns calamiteitenbestrijding. c) Beschrijving van de brandweer, blusinstallaties, en eerstelijns medische zorg, met vermelding van de te verwachten effecten ter reductie van risico's bij mogelijke calamiteitsituaties.
Indien u het noodzakelijk acht is de PvdA afd. Borsele bereid één en ander persoonlijk toe te lichten. Met vriendelijke groet,
PvdA afdeling Borsele.
Startnotitie - reactie PvdA Borsele
Pagina 2 van 2
---
10013
ww.greenpeace.nl
Inspraakpunt C.GEN Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
Betreft: Zienswijze milieueffectrapport ten behoeve van de vergunningaanvraag voor een 800-900 Mwe waterstofelektriciteitscentrale in de Sloehaven in Vlissingen van C.GEN
Amsterdam, 17-02-2010
Geachte heer, mevrouw, Hieronder vindt u het commentaar van Stichting Greenpeace Nederland (verder: Greenpeace) op het op te stellen milieueffectrapport (verder: MER) en de eventuele vergunningaanvraag voor een 800-900 Mwe waterstofelektriciteitscentrale in de Sloehaven, Vlissingen door C.GEN NV (verder: C.GEN)
Algemene inleiding Greenpeace wijst al gedurende lange tijd op de gevaren van het verstoken van steenkool. Het verbranden van steenkool leidt tot grote uitstoot van broeikasgassen en andere emissies die schadelijk zijn voor de mens, flora en fauna en goederen. Het delven en vervoeren van steenkool leidt naast uitstoot van broeikasgassen tot sociale en economische misstanden. Op dit moment beschikken energiebedrijven over toepasbare en concurrerende schone energietechnologieën die in combinatie met benutting van de mogelijkheden van energie-efficiency de bouw van kolencentrales overbodig maakt. Desondanks zijn op dit moment verschillende plannen voor zeven nieuwe kolencentrales in Nederland ingediend, waaronder twee kolencentrales 1 van C.GEN in het zuiden van Nederland.
C.GEN mag haar centrale dan een waterstofelektriciteitscentrale noemen, dit doet niet af aan het feit dat er, voor onbepaalde tijd, voornamelijk kolen zullen worden gestookt. Het gaat in deze startnotitie dus gewoon om een kolencentrale. 1
...,
service desk
postbank-i .
t
bank
• I
f
-----
\0013
In januari 2010 heeft u de startnotitie van C.GEN voor de bouw van de genoemde centrale ontvangen. Voor de bouw moeten onder andere vergunningen worden aangevraagd op grond van de Wet milieubeheer (Wm), de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en de Wet op de waterhuishouding (Wwh). De eventuele bouw van de centrale van C.GEN zal leiden tot een sterke groei van de uitstoot van broeikasgassen, milieuschadelijke emissies en schadelijke neveneffecten. Ook zullen er uit het project kosten voortvloeien voor de inwoners van de provincie Zeeland. Motivatie voor bouw extra vermogen C.GEN stelt in haar zienswijze dat er een verder groeiende vraag zou bestaan naar elektriciteit en dat de maximale importcapaciteit bereikt is2. Hierbij wordt geen rekening gehouden met nieuw nationaal en Europees beleid op het gebied van energie-efficiency en klimaatverandering. Andere studies wijzen bovendien op een afnemende of stabiliserende elektriciteitsvraaç". Tennet zegt (al voor de aanvraag voor de bouw van beide nieuwe C.GEN centrales) dat Nederland vanaf 2009 een exportpotentieel heeft. Dat exportpotentieel groeit ook nog eens sterk tot 2024.4 De stelling dat de energiebehoefte in de nabije toekomst zou toenemen is dan ook onvoldoende onderbouwd. Het enkel aanhalen van de cijfers van de periode 1995-2007 is ter motivering van de bouw van een nieuwe kolencentrale in ieder geval ontoereikend. Uit de onderstaande cijfers blijkt dat binnen de verschillende aangenomen scenario's de energievraag sterk verschilt: Primair Global Strong Energy
energie verbruik in Nederland in verschillende scenario's in 2020: Economy: 3066 PJ per jaar (WLO, 2006) Europe: 2867 PJ per jaar (WLO, 2006) Revolution: 2371 PJ per jaar (DLR, 2006)
Daarnaast maakt C.GEN in haar startnotitie onvoldoende aannemelijk dat het bedrijf van die veronderstelde toename in de vraag naar elektriciteit zou kunnen profiteren. Het eventueel uit bedrijf nemen van productievermogen is onzeker en wordt niet geconcretiseerd. Volgens Tennet wordt relatief weinig vermogen uit productie genomen tot 2016 (p. 6 Rapport Monitoring Leveringszekerheid 2008-2024) De gestelde toename had in het licht van de aanwezige capaciteit, de mogelijke vergroting van de productie door de overige elektriciteitscentrales en de bouw van andere, nieuwe elektriciteitscentrales moeten worden beoordeeld. Dit is ten onrechte niet gebeurd. De startnotitie van C.GEN gaat zelfs geheel voorbij aan het feit dat energiebesparing het bouwen van nieuwe centrales overbodig maakt. Dit is onbegrijpelijk, zeker gelet op het feit dat energiebesparing één van de speerpunten in het nationale en Europese beleid ten aanzien van klimaatverandering is. Bovendien is energiebesparing één van de leidende uitgangspunten van de Wet milieubeheer, zoals blijkt uit artikel 1.1, tweede lid en onder b, met welke uitgangspunten deze kolencentrale niet te verenigen is.
2 l 4
Startnotitie C.GEN, p. 7 & 8. Zie o.a. 2006, DLR, scenariostudie energievoorziening van Nederland Tennet. Rapport Monitoring Leveringszekerheid 2008-2024. p. 5.
in opdracht van Greenpeace.
\ (JO
13
w w.greenpeace.nl
Noodzaak De noodzaak voor de bouw van een nieuwe centrale wordt door C.GEN voornamelijk bezien vanuit economische belangen en politieke doelstellingen. Het bevoegde gezag dient de noodzaak van een nieuwe kolencentrale echter te toetsen aan alle betrokken zwaarwegende belangen. Gezien het feit dat aan het stoken van steenkool grote milieugevaren verbonden zijn (onder meer klimaatverandering, gezondheidseffecten in Zeeland, gevolgen voor de ecosystemen in de Voordelta en de Noordzee en gezondheidsrisico's bij kolenwinning), wegen volgens Greenpeace de voordelen van de uitbreiding van energieopwekking met behulp van deze elektriciteitscentrale niet op tegen de daarvan te verwachten nadelen. Bovendien zijn alternatieve wijzen van energieproductie voorhanden en is het gebruik daarvan vanuit economisch en technisch oogpunt alsmede op grond van overwegingen van energie-efficiency voor een energiedienstverlenend bedrijf als C.GEN mogelijk en zelfs geboden. Hieraan is in de startnotitie nauwelijks aandacht besteed. Het enkel stellen dat 'elektriciteitsopwekking zonder fossiele brandstoffen op korte termijn niet realistisch is" zonder in te gaan op deze alternatieven is overtuigend noch afdoende. Alternatieven Greenpeace is van oordeel dat er geen noodzaak bestaat tot opwekking van energie uit steenkool bij het huidige maar ook bij het in de toekomst te verwachten energieverbruik. Omdat bij het nemen van een besluit op de aanvraag van C. GEN alsnog zal moeten worden beoordeeld in hoeverre nut en noodzaak van de voorgenomen activiteit opwegen tegen de daarvan te verwachten nadelige gevolgen voor het milieu, zal het bevoegde gezag voor handen zijnde alternatieven in het licht van de noodzaak van afbouw van energieopwekking uit steenkool moeten meewegen. Gelet op het feit dat in het Nederlandse en Europese energiebeleid ten aanzien van klimaatverandering een belangrijke rol is toegekend aan energiebesparing, zou in het MER moeten worden gesteld dat het energieverbruik zodanig kan worden beperkt, dat het bouwen van nieuwe kolencentrales niet nodig is. Ook zou gekeken kunnen worden naar het alternatief van een centrale die voor 100% met biomassa wordt gestookt. KEMA heeft in opdracht van Greenpeace Nederland en E.ON de mogelijkheden van een 1,000 Mwe biomassacentrale onderzocht. Dit rapport toont aan dat de bouw van een met biomassa gestookte centrale een goed alternatief kan zijn voor het bouwen van vervuilende kolencentrales. Dat sprake is van een serieus alternatief blijkt bijvoorbeeld ook uit verschillende economische studies op basis van modelanalyses en uit case-studies waaruit blijkt dat de inzet van biomassa leidt tot een stijging van werkqeleçenheid." In de studies wordt geconcludeerd dat een duurzame centrale significant meer werkgelegenheid biedt dan een kolencentrale. 5 Startnotitie C.GEN, p. 9. a zie bijvoorbeeld Steininger en Voraberger. 2003 en Groscurth e.a., 2000. Zie ook het rapport Werk. kennis en innovatie: effecten van een duurzaam energiescenario. SEOR/Erasmus Universiteit, 2006
f service desk
postbank
\ 0013
Bij het bekijken van mogelijke alternatieven mag de, onzekere maar in ieder geval toekomstige", CO2-afvang niet bij de C.GEN centrale worden meegewogen. De afvang en opslag van C02 bij kolencentrales is momenteel immers nog niet bewezen, een opslagplaats voor C02 nog niet beschikbaar, en wettelijke kaders ontbreken. C.GEN stelt onder punt 5.1 van de startnotitie dat meer vervuilende centrales hun activiteiten ongewijzigd door zullen zetten als de nieuwe C.GEN centrale niet zal worden gerealiseerd. Eerder, bij punt 2.1.3, werd gesteld dat de nieuwe centrale gerealiseerd moest worden omdat andere centrales het einde van hun technische levensduur naderden. Om de beweringen van C.GEN aangaande milieu, CO2-reductie en flexibele inzet van brandstoffen gestand te doen dient dan ook aangegeven te worden welke oude en meer vervuilende kolencentrale zal worden gesloten. Zonder concretisering is het mogelijk dat oude centrales in bedrijf blijven en deze nieuwe centrale uitsluitend een uitbreiding is van het kolencentralepark. In dat geval levert de nieuwe centrale niet minder, maar juist meer uitstoot op van schadelijke stoffen. Er zou dus concreet een centrale moeten worden genoemd die plaats gaat maken voor de nieuwe C.GEN centrale. Ook op de gekozen locatie valt nog het een en ander aan te merken. Niet is aangegeven waarom de locatie uniek is ten opzichte van andere mogelijke locaties in (en buiten) Nederland, zoals Flevoland.
Cumulatieve effecten centrales en industrie Greenpeace wil dat er onderzoek wordt gedaan naar de risico's die uitgaan van het bouwen van meerdere elektriciteitscentrales in het gebied van de Sloehaven en Borssele. Naast de mogelijke centrale van C.GEN staat er in dit gebied al een kolencentrale, een kerncentrale en een gasturbine. Greenpeace vraagt zich af of bij het MER op alle punten voldoende onderzoek zal worden gedaan naar de opgetelde milieueffecten van die projecten (vooral op het gebied van onderzoek naar effecten voor visinzuiging, thermische vervuiling, emissies en geluid). Naast de cumulatieve effecten van de industrie activiteiten rond Vlissingen dient in het MER uitvoerig gekeken te worden naar nationale en internationale cumulatieve effecten. De provincie Zeeland heeft niet alleen te maken met de plaatselijke activiteiten, maar ook met de grote industriegebieden rond Antwerpen en Rotterdam, waar het precies tussenin Iigt8. Rotterdam en Antwerpen staan bekend om de slechte luchtkwaliteit ter plaatse. Een voorbeeld is zwaveldioxide:
Zie 'C02-afvang' op pagina 4 "De luchtkwaliteit wordt ongetwijfeld beïnvloed door industriegebieden als het Ruhrgebied, Antwerpen verklaart Joost van der Ree over West Brabant. http://www.internetbode.nl/specials/Luchtkwaliteit.pdf
7
8
en Rijnmond"
---
100\3
www.greenpeace.nl
"De hoogste zwaveldioxideniveaus
worden waargenomen in het zuiden van Nederland en in
gebieden met veel (industriële) activiteit zoals het Rijnmond, IJmuiden en Vlissingen. Dit hangt samen met lokale industrie en scheepvaart.
Vooral het Rijnmond gebied kent hoge concentraties
met lokaal hoge piekwaarden. De zwaveldioxideniveaus
in steden en langs straten zijn
3
gemiddeld 2 tot 5 J.lg/m hoger dan op regionale achtergrondstations. Emissie van zwaveldioxide zwavelhoudende
naar de lucht vindt voornamelijk plaats bij gebruik van
brandstoffen. Belangrijke bronnen in Nederland zijn elektriciteitscentrales.
raffinaderijen, industrie en verkeer. Internationale zeescheepvaart is als bron van zwaveldioxide de laatste 10 jaar in belang toegenomen. zowel absoluut als relatief 9 •.
Zowel in Rotterdam als in Antwerpen staan nieuwe grote projecten op stapel, in Rotterdam gaat het onder andere om een kolencentrale van C.GEN zelf. Greenpeace vraagt zich af, of de totale cumulatieve effecten van de uitbreiding van industrie en transport in het zuiden van Nederland en de daaraan gekoppelde toename van lozingen en emissies kunnen passen binnen de wettelijk gestelde grenzen. De cumulatieve effecten moeten nadrukkelijk worden onderzocht.
COrafvang C.GEN beweert dat sprake zal zijn van een 'zeer lage uitstook van fossiel CO2 Dankzij CO2-afvang (minstens 85%10 wordt afgevangen)'ll. Bij ingebruikname van de centrale zal echter van CO2-afvang nog geen sprake zijn. Er is nog geen enkele zekerheid over de termijn waarop CO2-afvang toepasbaar zal zijn. Daarnaast is ook in het licht van een eventuele toepassing van CO2-afvang een volledige ketenanalyse noodzakelijk om de inzet van CO2-afvang te toetsen op het CO2-reductie potentieel en duurzaamheid. De technische en commerciële toepasbaarheid van COrafvang is erg onzeker. En zelfs wanneer de technologie op grote schaal kan worden toegepast, kan volgens een recente studie in opdracht van het Duitse milieuministerie CO2-afvang over de gehele keten uiteindelijk op lange termijn maar een beperkt deel (bij poederkool en postcombustion afvang: 65%) van de CO2 emissie terugbrengen, omdat voor afvang en ondergrondse opslag een extra koleninzet van naar schatting 25-40% nodig is 12. Op korte termijn kan hooguit enkele procenten van de CO2-uitstoot worden verwijderd uit de rookgassen.
http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nllindicatoren/nI0441-Zwaveldioxideconcentratie.html?i= Startnotitie C.GEN, p. 22. " Startnotitie C.GEN, p. 10.
9
14-66
10
12
Viebahn e.a. (2007), Strukturell-6konomisch-6kologischer
Vergleich regenerativer
Carbon Capture and Storage (CCS). via www.dlr.deIWccs
t
'\~
service desk
postbank
bank
Energietechnologien
(RE) mit
10013
Conclusie Greenpeace verzoekt om de hierboven genoemde feiten en constateringen mee te wegen in het nog op te stellen milieueffectrapport, waarin ook moet worden ingegaan op alle gevolgen van de door C.GEN gewenste kolencentrale. Juist de door C.GEN zelf genoemde levensduur van centrales, namelijk 30 tot 40 jaar", zou moeten leiden tot strenge eisen aan te bouwen kolencentrales en het nader onderzoeken van duurzame alternatieven, met het oog op de toekomst.
Met vriendelijke groet,
Stichting Greenpeace Nederland
13
Startnotitie C.GEN. pagina 10.
PrtJDe/~a~" Business
. LO 3 .
J
--
partnership
10014
DP'P I«.r ry., . 'j -
meets
nspraakpunt C Gen elektriciteitscentrale Sloehaven - Vlissingen Ta.v.troreau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
Rotterdam, 19 februari 2010 Ref.: szw/C GEN
Betreft: zienswijze Vlissingen
op de startnotitie
m.e.r. C. GEN elektriciteitscentrale
Sloehaven -
Geachte heer, mevrouw, Middels deze brief willen wij gaarne onze zienswijze kenbaar maken met betrekking tot de startnotitie m.e.r. C GEN elektriciteitscentrale Sloehaven - Vlissingen. In de genoemde startnotie worden een aantal alternatieve locaties genoemd. Onze zienswijze heeft specifiek betrekking op alternatieve locatie 2: Een gebied in het midden (omgeving Quarleshaven en Scaldiahaven). Wij treden op namens de eigenaar van het object gelegen aan de Frankrijkweg 16 te Vlissingen, kadastraal bekend als: Gemeente Vlissingen, sectie M. nummer 1049. Dit perceel ligt direct naast alternatieve locatie 2. Het betreft een modern distributiecomplex van ca. 30.300 m2 waarin thans hoogwaardige technische materialen worden opgeslagen (ter waarde van ca. 800 miljoen euro). De opslag van andere goederen is ook mogelijk. Bij de genoemde energiecentrale is de opslag van steenkool in de buitenlucht voorzien. Uit ervaring is gebleken dat deze opslag veel geluidsoverlast en stof veroorzaakt. Dit stof kan schade toebrengen aan de in onze loodsen opgeslagen materialen en goederen. Ook zal de geluid- en stofproblematiek de verhuurbaarheid van de loodsen in de toekomst negatief beïnvloeden.
ProDefta Management KvK 24183612
B. V.
Park/aan 9
3016 BA Rotterdam
T +31 (0)108920470
Postbus 23474
F +31 (0)108920480
3001 KL Rotterdam
E
[email protected]/
The Netherlands
I www.prodelta.n/
-, 00/4
Wij verzoeken u vriendelijk om onze zienswijze mee te laten wegen inzake de richtlijnen voor de MER. Voorts vernemen wij graag van u wanneer en tot wie wij ons kunnen wenden om een bezwaar in te dienen in verband met de af te geven vergunningen tot de bouwen gebruik van de energiecentrale op alternatieve locatie 2. Hoogachtend, ProDelta Management B.v. Namens deze,
\0015
Stichting Dorpsraad Nieuwdorp http://www.dorpsraadnieuwdorp.nl e-mail:
[email protected] -:JPostbank 337865 k k nr: 22 05 85 41 Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Bureau Energieprojecten Postbus 93144
Sloehaven-Vlissingen I.. •
"l
,..
2509 AC Den Haag
Betreft: Zienswijze startnotie
MER C.GEN elektriciteitscentrale
Slàehaven·V1issmgen
Geachte meneer/mevrouw, In deze brief vindt u onze zienswijze op de startnotitie MER C.GEN centrale in het Sloegebied. De Stichting Dorpsraad Nieuwdorp is mede ondertekenaar van een brief die in overleg met een aantal belangengroeperingen uit de kernen rondom het Sloegebied is opgesteld. We willen met deze brief een aantal punten benoemen die in de gezamenlijke brief, om diverse redenen, naar onze mening niet stellig genoeg verwoord zijn. Wij willen dan ook dat u de in deze brief genoemde punten naast de andere, mede door ons aangedragen, punten meeneemt in de richtlijnen die leiden tot de definitieve MER. Tenzij anders vermeld gelden de opmerkingen voor alle 4 mogelijk locaties. Daar waar wij ons bedienen van voorbeelden, gaan we er vanuit dat u de strekking hiervan tot een richtlijn herleid en deze meeneemt in de definitieve MER. 1. Capaciteit Installatie: Uit publicaties in de media concluderen wij dat de aanvrager plannen heeft tot uitbreiding van het op te stellen vermogen tot 1600 Mw in plaats van de in de MER besproken 800-900 Mw. Eén van de redenen hiervan is dat men bij de opening van de Sloecentraie eerder dit jaar direct al aangaf dat men het vermogen wilde verdubbelen. Omdat aan een aanpassing van een vergunning minder zware eisen worden gesteld dan aan het eerste verzoek, eisen wij dat de MER uitgaat van een centrale van 1600Mw. Deze waarde dient de basis te zijn voor alle onderzoeken in de definitieve MER. (zie punt 1.1 en 2.2 in de concept MER) 2. Invloed op de omgeving inzichtelijk maken In de richtlijnen moeten de gevolgen van de bedrijfsvoering voor de omwonenden van het gebied in al zijn aspecten in kaart worden gebracht. Daartoe moet de MER worden voorzien van of inzicht geven in: Cumulatieve kaarten voor wat betreft geluid (trein-,verkeer·,industrie-,scheeps-Iawaai); Rangeerbewegingen van treinen vallen bij ons ook onder de noemer raillawaai. En draaiende scheepsmotoren moeten hierin ook een plaats krijgen; Gegevens om inzicht te krijgen in geur, licht en (fijn)stof toename/overlast; Inzicht in de gevolgen van verkeer en vervoer die gekoppeld zijn aan de activiteiten van het bedrijf. Denk daarbij aan trillingen, externe-veiligheid; De wijze van opslag van grond- en afvalstoffen moet duidelijk worden beschreven. Wij zijn benieuwd naar de wijze waarop geur - en stof overlast (kolen/biomassa) kan worden voorkomen; Voor wat betreft verkeersbewegingen van en naar de centrale moet, ondanks dat het om een gezoneerd industriegebied gaat, een vervoersplan worden gemaakt wat rekening houdt met modalsplit. Hierbij moet rekening worden gehouden met toekomstige ontwikkelingen in het Sloegebied (Scaldia haven, WCT, VCT etc) De aanvoerwegen tot aan de ontsluitingsweg (AS8) moeten daarbij worden opgenomen; Oplossingen tegen sluipverkeer door de omringende dorpen van en naar het complex moet inzichtelijk worden gemaakt;
.~
100/5
In de installatie moeten de best beschikbare technieken(BBT) worden toegepast zodat de negatieve invloed op de omgeving zo klein mogelijk blijft. Ook in voertuigen en machines op het terrein moeten volgens BBT zo geluidarm mogelijk zijn (dieselmotoren en piepjes bij achteruitrijden dragen erg ver.); Maak voor alle locaties een vlekkenkaart waaruit blijkt wat de invloed van de installatie is op de bestaande situatie voor wat betreft externe veiligheid. Bij de voorkeurslocatie ligt een munitie opslag en locatie 2 ligt naast een gasopslag. Verwerk in de MER de gevolgen van een calamiteit (bijvoorbeeld de gevolgen van de luchtdruk die tijdens een explosie optreedt!); In de MER moet duidelijk worden aangegeven hoe de uitstoot van licht wordt geminimaliseerd. Waar mogelijk moeten best beschikbare technieken worden toegepast. (bv groen led-licht voor minimale uitstoot van licht naar buiten); Voor wat betreft de uitstoot van de fabriek willen we in de MER i.p.v. percentages in relatie tot andere energiecentrales inzicht in de NETIO uitstoot (zoveel kg per jaar). Ook hier geldt net als voor alle bedrijfsactiviteiten en de gevolgen hiervan dat de centrale met best beschikbare technieken moet werken om der overlast voor de omgeving te minimaliseren; 3. Visualisaties In de MER moeten visualisaties vanuit de omliggende kernen en het buitengebied worden opgenomen. moeten alle relevante gegevens worden getoond. Dus ook gebouwen van derden.
Hierbij
4. Natuurcompensatie en hun relatie met andere compensatiegebieden in en om het Sloegebied. Het bundelen van activiteiten in het Sloegebied heeft een negatieve invloed op de woonbeleving in Nieuwdorp. Wij willen dat hiervoor compensatie wordt geboden in de groene gebieden in de omgeving van Nieuwdorp. (Sloegroen en de Sloekreek.) De dorpsraad Nieuwdorp is druk be.zig met het maken van plannen voor een recreatief gebied rondom het dorp om de woonbeleving te verhogen. Deze plannen willen we graag inbrengen als projecten voor compensatie maatregelen. Ook andere projecten waarvoor compensatie maatregelen moeten worden getroffen kunnen met onze plannen worden gecombineerd. (bv WCT ) Onderzoek de effecten van het bouwen, bedrijf voeren, transport, kade- en overslagfaciliteiten van C.GEN t.a.v. deze natuur compensatiegebieden. Zie ook Startnotie milieueffectrapportage Westerschelde Container Terminal juli 2009. (Zie ook startnotitie punt 3.1.2, hoofdstuk 4, Sloe.) 5. Afvoer elektriciteit Ondergrondse afvoer van elektriciteit is in theorie mogelijk maar uit oogpunt van kosten onwaarschijnlijk. Benoem dit soort zake realistisch en beargumenteer dit. Indien de kans groot is dat een bepaalde oplossing wordt gekozen kan dit niet met worden weggeschreven met een opmerking die niet reëel is. Indien leidingen bovengronds worden aangelegd moet er extra in compensatiemaatregelen worden geïnvesteerd. In dat geval zouden we graag zien dat de plannen rondom de Sloekreek meegewogen worden. 6. Andere Milieuaspecten Het lijkt erop dat één van de methoden om de centrale rendabel te maken het handelen in emissierechten
is.
Wij denken dat dit niet de manier is om een schoner milieu te krijgen. Deze handel leidt er volgens ons toe dat vervuilende
bedrijven dit af kunnen kopen. De mogelijkheid
om te kunnen handelen met emissierechten
zou
volgens ons niet voor nieuwe installaties mogen gelden. Voor het onderdeel biobrandstoffen zijn wij benieuwd hoe men aandacht denkt te besteden aan de gevolgen voor het milieu op de plaats van productie. (Geen palmolie als er voor moet worden ontbost.) We zien onze punten graag terugkomen gang van zaken rondom dit project.
in de definitieve
MER en worden graag geïnformeerd
over de verdere
..
0020
ec.-
--~
o 2l
n i10 t d.d.
r
2010
nmf' , er'
.-
'-
Inspraakpunt c.Gen elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144
/
2509 AC DEN HAAG
Onderwerp: Zienswijze startnotitie m.e.r. c.Gen elektriciteitscentrale
Behandeld door: I.M. Parna/eg
Datum: 23-02-2010
Geachte heer, mevrouw, Hierbij maakt de ZMf van de geboden gelegenheid gebruik haar zienswijze te geven op de startnotitie m.e.r. c.Gen elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen. Groot vermogen strijdig met vastgesteld energiebeleid Zoals de, door het ministerie van EZ ingestelde, Transitieraad berekend heeft, is er geen behoefte aan nieuw grootschalig vermogen. Sterker nog, dat zal alleen maar leiden tot het verdringen van kleinschalige en duurzame energieproductie. In de periode 2010 tot 2016 groeit het opgesteld vermogen in ons land, gezien de huidige investeringsplannen met 18.000 MW, bijna evenveel als het huidige opgestelde vermogen (20.000 MW) en meer dan wat feitelijk als capaciteit wordt ingezet voor de productie van elektriciteit (15.000 MW). Daarnaast zal de overproductie door de bouw van grootschalig vermogen er voor zorgen dat er belang is bij groei van het elektriciteitsgebruik en niet, zoals het regeringsbeleid is, een besparing van 2% per jaar. Overproductie gaat prijzen drukken. Dat betekent ook dat veel duurzame technologieën of initiatieven commercieel minder aantrekkelijk worden. Hoe past nu deze centrale in een uitgebalanceerde brandstoffenmix (wind, zon enz.) zoals het regeringsbeleid voorstaat? En kan worden onderzocht welk effect dit voornemen heeft op de rijksdoelstelling om in 202020 procent duurzame opwekking te realiseren? Locatiekeuze De (voorkeurs)locatie voor de bouw van de waterstofelektriciteitscentrale ligt nabij het Rammekensschor en het Fort Rammekens. Het Rammekensschor maakt onderdeel uit van het Natura 2000-gebied Westerschelde. Vanuit natuur-, landschappelijk, belevingsen cultuurhistorisch oogpunt zal de realisatie van de waterstofelektriciteitscentrale op de voorkeurslocatie, een overwegend effect hebben op het unieke gebied
Ravelijn de Groene Jager!)
Postbus 334
0113 230075
[email protected]
4461 DJ Goes
4460 A5 Goes
0113250955
zmf.nl
10020
Rammekensschor. Wij dringen er op aan deze effecten scherp in beeld te brengen en op dit punt een heldere vergelijking te maken met de effecten van de drie overige zoekgebieden. Gezien de potentieel grote impact van de centrale op de omgeving stellen wij voor met name aandacht te besteden aan een mogelijke realisatie centraal in het Sloegebied. 100% CO2 afvang en -opslag Blz. 9, 2.1.4: c.Gen is voornemens 85% CO2 afvang te realiseren. Wij vragen u te onderzoeken of het mogelijk is om 100% CO2 afvang te realiseren. Een mogelijkheid C.Gen de overige 15% CO2 verzamelt bij grote energie-intensieve bedrijven in het Sloegebied.
is dat
Vergassing Blz. 9, 2.1.4: Wanneer verwacht c.Gen de overstap te kunnen maken van fossiele naar niet-fossiele brandstoffen? Wij vragen tevens om een plafond voor de inzet van kolen. Is de installatie geschikt om op termijn volledig op biomassa te draaien? Aardgas Blz. 9 en 10, 2.1.4: Er wordt gas ingezet als brandstof voor de STEG-centrale en als opstarten back-upbrandstof. Gezien de beperkte beschikbaarheid van Nederlands aardgas in de toekomst achten wij het onwenselijk om gas in te zetten als brandstof. Waterstofeconomie Blz. 20, 3.2.6: Hoe concreet en haalbaar is de afzet van waterstof? Hoe reëel is deze afzet als legitimatie voor de bouw van de centrale, omdat we moeten vaststellen dat een waterstofeconomie
pas op de langere termijn in beeld komt?
Stoom en warmte Blz. 21, 3.2.9: Waarom wordt er voor gekozen om geëxpandeerde stoom door oppervlaktewaterkoeling te condenseren? Wat zijn de effecten daarvan op het ontvangend oppervlaktewater? Hoe ziet cumulatie door andere stoom- en warmtebronnen
er uit en wat betekent dit voor de ecologische waarde van het estuarium
ter plekke? Er dient zicht te zijn op hergebruik van restwarmte. In het MER zal duidelijk moeten worden welke afnemers zich in de omgeving aandienen voor het benutten van de restwarmte. Vloeibaar slib Blz. 21, 3.2.10: Kan vloeibaar slib niet worden ingezet voor hergebruik of energieopwekking? Onderzoek het drogen van deze reststroom met de restwarmte in het Sloe en de bijstook bij de eigen centrale. Zijn er nog grondstoffen uit te destilleren die kunnen worden aangewend door bedrijven in het SIoe of de omgeving ervan?
10020
Reiniging Blz. 22, 4.1: Wat is het reinigingsrendement van zwavel, NOx en fijn stof? Kan worden onderzocht of emissies van dioxines, PAK's, kwik en andere zware metalen kunnen worden voorkomen? Uitvoeringsalternatieven Blz. 26, 5.2: Als uitvoeringsalternatief wordt gesproken over een conventionele poederkoolgestookte centrale. Dit kan geen uitvoeringsalternatief worden genoemd aangezien het gaat om een totaal ander concept als de waterstofcentrale gebaseerd op kolenvergassing. Bovendien wordt er niet duidelijk gemaakt of er in het geval van een conventionele centrale CO2 wordt afgevangen. Wij verzoeken u bij de verdere uitwerking van het MER rekening te houden met onze opmerkingen. Hoogachtend,
Inspraakpunt
c.Gen elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
Dat
Jlr
Onrierwe-p
24-2-2010 startnotitie
lIel dndeld d or Onv
enrner
SBZ/10-381
Uw ken mer-,
B Jlagl'r
De ter inzage gelegde startnotitie het maken van onderstaande In de startnotitie
Elektriciteitscentrale
C.GEN Sloehaven-Vlissingen
geeft mij aanleiding tot
opmerkingen.
is sprake van een voorkeurslocatie
keuze voor deze voorkeurslocatie
en drie alternatieve
wordt in de startnotitie
locaties. De onderbouwing
van de
mijns inziens niet duidelijk. Voor een aantal
belangrijke zaken die ook in deze brief worden genoemd lijken de alternatieve betere keuze. Ik dring er dan ook op aan in de milieueffectrapportage
locaties bijvoorbeeld een
nadrukkelijk aandacht te geven aan
de ruimtelijke en ecologische effecten van de locatiekeuze voor de beoogde energiecentrale.
Van mijn kant
wil ik daarbij de volgende punten in ieder geval noemen. o
Ter plekke van de voorkeurslocatie
bevinden zich schorren en slikken, die zich qua natuurwaarden
kwalificeren voor de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze schorren en slikken maken momenteel integraal onderdeel
een
uit van een schorren- en slikkengebied waarvan de westelijke helft in het kader van
deze richtlijn is aangewezen
(Rammekensschor,
en Saeftinge). De bescherming
onderdeel van het NATURA2000-gebied Westerschelde
van de natuurwaarden
van het Rammekensschor
prioriteit en de vraag naar het effect van de voorgenomen
is een breed erkende
activiteit op de al dan niet aangewezen
schor- en slikhabitats dient dan ook een nadrukkelijk onderdeel te zijn van de milieueffectrapportage. o
De voorkeurslocatie
bevindt zich aan de uiterste westzijde van het industrie- en zeehavengebied
het Sloegebied. Deze locatie heeft daardoor een gevoelige positie in landschapsvisueel de belevingswaarde Ritthem/Rammekens
van het landschap in een ruimere context beïnvloeden. vormt een overgangszone
zeehaven- en industriegebied stedelijk uitloopgebied.
van
opzicht en kan
Het gebied van
tussen de stedelijke kern van Vlissingen en het
van het Sloe. Dit gebied heeft een belangrijke functie als bufferzone en
Rammekenshoek
en de Schorerpolder
vormen tevens de zuidoostelijke
begrenzing van het voormalige eiland Walcheren. Vooral Fort Rammekens heeft belangrijke cultuurhistorische
waarde, die direct verbonden is met de rijke geschiedenis
van Middelburg en
Vlissingen. Deze belevingsaspecten en de landschappelijke en cultuurhistorische waarden dienen mijns inziens belangrijke punten van overweging te zijn bij de milieueffectrapportage en keuze van de
Regio Zuid I Spoorlaan 44415038 eH Tilburg
I Postbus
330 15000 AH Tilburg
I T 013-7074800 I F 013-70748881
KVK30263544
definitieve locatie voor de energiecentrale. de in de startnotitie
aangeduide
doet aan de genoemde o
Als -alles afwegende-
voorkeurslocatie,
kan een landschappelijke
natuurmaatregelen
mogelijke locatie voor maatregelen
gelegen Schorerpolder
dat recht
plekke van de voorkeurslocatie
in beeld is voor
in het kader van de WeT. Deze polder is ook genoemd als in het kader van het Natuurpakket
gewenst voor de interactie tussen deze mogelijke maatregelen
Desgewenst
inpassingsplan,
waarden, mijns inziens niet ontbreken.
Het is mij bekend dat de dicht bij de voorkeurslocatie compenserende
uiteindelijk de voorkeur uitgaat naar
Westerschelde.
Het komt mij
en de bouw van een energiecentrale
een integraal onderdeel te maken de milieueffectrapportage.
ben ik graag bereid het bovenstaande
nader toe te lichten.
Met vriendelijke groet, De directeur Staatsbosbeheer, namens deze,
Regio Zuid I Spoorlaan 444 15038 eH Tilburg 1Postbus 330 15000 AH Tilburg 1T 013-7074800 1F 013-70748881 KVK30263544
ter
0023
Middelburg, 24 februari 2010 Aan Inspraakpunt C.Gen elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG Onderwerp: zienswijze Geachte mevrouw, mijnheer, Ik heb kennis genomen van de startnotitie voor de bouw van een elektriciteitscentrale in het Sloegebied te Vlissingen. Ik heb de informatieavond in Middelburg op 11 februari bezocht. In deze brief geef ik mijn schriftelijke zienswijzen weer. 1. Locatiekeuze leidt tot verbreding van het industrieel contour Bij de voorkeurslocatie van de ondernemer is vooral gekeken naar bedrijfseconomische aspecten, zoals de eigendomssituatie van de grond en de relatie met het bedrijf Cobelfret, dat deel uitmaakt van dezelfde onderneming. Ook biedt de beoogde locatie mogelijkheden om de capaciteit van de centrale te verdubbelen. Vlissingen-Oost is als industriegebied prominent aanwezig in het Zeeuwse landschap. De hoge gebouwen en de rook en vuur uitstotende schoorstenen zijn nu enigszins geclusterd. Als de nieuwe centrale op de voorkeurlocatie van C.Gen wordt gesitueerd wordt het beeld uit elkaar getrokken en wordt de industriële achtergrond voor Middelburg heel breed en dus nog prominenter. Ik zou het zeer betreuren als deze centrale tot gevolg heeft dat de indruk wordt gewekt dat ik in een industriegebied woon. De wel heel erg groene en mooie landschappelijke plaatjes van de ondernemer vind ik niet geloofwaardig, zeker niet als op termijn ook nog een verdubbeling van de capaciteit tot de mogelijkheden behoort. Bovendien is er nog onzekerheid over de wijze van koeling. Een hoge koeltoren is visueel echt onaanvaardbaar. 2. Transport van elektriciteit De clustering van energiecentrales heeft tot gevolg dat de capaciteit van het hoogspanningsnet niet meer toereikend zal zijn en dat er meer hoogspanningmasten geplaatst gaan worden. Ik adviseer u in de MER ook rekening te houden met de kwetsbaarheid van het Zeeuwse landschap en de eis op te nemen dat ook deze ondernemer moet bijdragen aan de kosten van een ondergronds hoogspanningsnetwerk. 3. Voorkeurs/ocatie past niet bij de functie van de directe omgeving Bijkomend nadeel van de beoogde locatie is dat deze is gelegen tegen een gebied met een hoge natuur- en historische waarde (omgeving Fort Rammekens). 4. Risico's voor de volksgezondheid Een elektrici eitscentrale stoot allerlei vervelende stoffen uit. Zeker bij deze centrale is daar sprake van. C.Gen we
de indruk dat met de nieuwste technologieën wordt gewerkt, maar in de praktijk
heeft een centrale als deze vergelijkbare uitstootcijfers als een ouderwetse kolencentrale. Ik adviseer u om in uw MER te eisen dat een echt innovatief productieproces wordt toegepast met veel lagere uitstootcijfers.
- f 0023
.
5. Geluidshinder Elektriciteitscentrales produceren niet alleen energie, maar maken ook veel geluid. Mijn vrees is vooral gericht op lage tonen die ver reiken. Ik verzoek u in de MER aan dat aspect aandacht te schenken. 6. Conclusie Ik sluit mijn schriftelijke zienswijze af met een oproep om niet in hoofdzaak te kijken naar de bedrijfseconomische belangen van de ondernemer, maar vooral te kijken op welke wijze deze centrale en het netwerk in het landschap kunnen worden ingepast. Ik geef daarbij de voorkeur aan de alternatieve locatie 2 of 3, als opgenomen in de startnotitie van januari 2010. Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet.
\ 0024
GEMEENTE
V L15"5.1N GEN
-------
Aan Inspraakpunt C.GEN Sloehaven Vlissingen Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG
L '.
355281 UW BRIEF VAN
UW KENMERK
15 januari 2010
ET/EM/10006911
SBP/344970/
BEHANDELD DOOR
BEZOEKADRES
TELEFOON
ONS KENMERK
Paul Krugerstraat 1 ONDERWERP
startnotitie m.e.r. C.GEN
Geachte dames, heren,
Op 18 januari jl ontvingen wij de startnotitie m.e.r. C.GEN electriciteitscentrale Vlissingen-Oost. Met betrekking tot deze startnotitie willen wij de volgende zienswijzen indienen.
in
In de startnotitie is aangegeven dat de centrale niet past binnen het vigerende bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost". Dit heeft met name te maken met de maximale bouwhoogte van 45 m, die in het bestemmingsplan is opgenomen en de gedeeltelijke uitsluiting van lawaaiproducerende bedrijven. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de komst van het natuurcompensatiegebied ten westen van de voorkeurslocatie. Ook dient de aanwezigheid van de huidige bedrijven meegenomen te worden, om conflictsituaties zoveel mogelijk te voorkomen. Dit vraagt om een zorgvuldige ruimtelijke inpassing. Wij verzoeken u bij het uitvoeren van de plan-MER met de hiervoor genoemde aspecten rekening te houden. In de startnotitie is aangegeven dat in de Sloegebied 2 eenheden zijn gepland. Toch gaat de startnotitie uit van 1 eenheid. Op de voorkeurslocatie is voldoende ruimte om 2 eenheden te bouwen en deze ruimte wordt daarbij duidelijk gereserveerd. Wij geven u in overweging om in het MER en de daarbij behorende onderzoeken dan ook uit te gaan van 2 eenheden in plaats van 1. In de startnotitie wordt aangegeven dat gezocht zal worden naar de mogelijkheden van het gebruik van restwarmte. Wij vragen nadrukkelijk om een serieus onderzoek naar dit onderwerp. De veronderstelling dat geen afzetmogelijkheden aanwezig zijn, mag geen reden zijn om dit onderzoek achterwege te laten.
POSTBUS 3000. 4380 GV VLISSINGEN TELEFOON 0118-487000 EMAIL
[email protected] FAX 0118-410218 BANKRELATIES: ABN/AMRO 48 43 25 450 BNG 28 50 08 889 IBAN: NL36BNGH0285008889 BIC: BNGHNL2G
-----2-
\ 0024
Wellicht kan afstemming plaatsvinden met het project restwarmtegebruik Sloegebied, dat momenteel op initiatief van de provincie Zeeland wordt uitgevoerd. Graag zien wij bovengenoemde aspecten in het MER terugkomen.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, de secretaris ~ ~ de burgemee
-;SR/ -""'---.<.o.o.~;van Houdt
Dijkstra Voermans
0025
Advocatuur & Notariaat
'AANGETEKEND MET HANDTEKENING RETOUR
Inspraakpunt C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven -VIissingen P/ a Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG VOORUIT PER TELEFAX 07037974
23 Amsterdam,
24 februari
2010
Betreft: Inspraak op startnotitie
m.e.r.
C.GEN elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Geachte heer / mevrouw, Inleiding Als advocaat en gemachtigde van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Verbrugge Zeeland Terminals B_V. (hierna: "VZT"), gevestigd te (438''; rC) Rittheru, gemeertee /ussinge«, aan de Engelandweg 12 (haven 1054), maak ik hierbij een zienswijze kenbaar naar aanleiding van de startnotitie voor de milieueffectrapportage met betrekking tot de C.GEN elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen ("de startnotitie"). De kennisgeving van de terinzagelegging is op 14 januari 2010 gepubliceerd (Stc. 2010, nr. 578). In deze zienswijze wordt eerst een korte omschrijving gegeven van (de bedrijfsvoering van) VZT. Vervolgens zal ik ingaan op de onderwerpen die volgens VZT in het milieueffectrapport ("het MER") onderzocht moeten worden. Locatie en bedrijfsvoering
VZT
VZT maakt deel uit van de Verbrugge-groep, een concern dat werkzaam is op het gebied van logistieke dienstverlening. De Verbrugge-groep heeft bedrijfsvestigingen in Terneuzen en Vlissingen-Oost, waaronder een terminal op laatstgenoemde locatie aan de Engelandweg aldaar. Deze terminal (hierna: "de VZT-terminal") wordt geëxploiteerd door VZT. De VZT-terminal, met een oppervlakte van circa 1.220.000 rn", wordt thans hoofdzakelijk gebruikt voor op- en overslag van hout, staal, metalen, papier, woodpulp, containers en auto's (Ro-Ro), Tevens fungeert de VZT-terminal als 'dedicated supply terminal' ten behoeve van off share-projecten. Het is de bedoeling dat de VZT-terminal in fasen zal worden heringericht tot een containerterminal met een uiteindelijke overslagcapaciteit van 2,9 miljoen TEU (de Verbrugge Container Terminal; "VeT"). Dijkstra
Dijkstra
Voermans Advocatuur
Utrecht
Amsterdam
Rotterdam
Winthontlaan 2 3526 KV Utrecht Postbus 4085 3502 HB Utrecht T 030 285 03 00 F 030 285 03 01
Fred. Roeskestraa t 123 1076 EE Amsterdam Postbus 75553 1070 AN Amsterdam T 020 894 07 00 F 020 894 07 01
K.P. van der Mandelelaan 3062 MB Rotterdam T 010 242 48 80 F 010 242 48 50
Stichting
derdengelden
Dijkstra
40a
Voermans Notariaat
Eindhoven
Utrecht
Dr. Holtroplaan 17 5652 XR Eindhoven Postbus 6151 5600 HO Eindhoven T 040 269 83 33 F 040 269 83 49
Winthontlaan 2 3526 KV Utrecht Postbus 4085 3502 HB Utrecht T 030 285 03 80 F 030 285 03 99
Voermans Advocaten: 26.04.42.518 Kwaliteitsrekening Dijkstra Email:
[email protected] www.dijkstravoermans.nl
Voermans Notariaat
26.04.42.704
Dijkstra Voermans Advocatuur
& Notariaat
De ontwerpmilieuvergunning voor de VCT heeft tot en met 11 februari jongstleden ter inzage gelegen. De locatie van de VZT-terminal (en dus van de geplande VCT) blijkt uit de hierbij gevoegde overzichtskaart (bijlage 1). Zwenkkom
voor containerschepen
Uit de startnotitie blijkt dat de voorgestelde locatie van de elektriciteitscentrale in het westelijk deel van het Sloegebied gelegen is. Op deze locatie is thans Compagnie de Manutention RoRo B.V. (CdMR) gevestigd, een onderdeel van Compagnie Belge d'Affrêtements S.A. ('Cobelfret'). De VZT-terminalligt direct naast het bedrijfsterrein van CdMR. De geprojecteerde VCT zal containerschepen van de grootste klasse ontvangen, de zogenaamde ULCS (Ultra Large Container Ships). De ULCS, die een lengte hebben van bijna 400 mi, moeten achteruitvarend aanleggen bij de VCT. Daarom dienen deze schepen, onmiddellijk na het passeren van de haveningang te Vlissingen-Oost, een draai te maken ter plaatse van de op de hierbij gevoegde kaart aangegeven zwenkkom. Nota bene: deze zwenkkom bevindt zich pal voor de geprojecteerde kade van de elektriciteitscentrale. VZT vreest dat het gebruik van de zwenkkom ten gevolge van het toegenomen scheepvaartverkeer en de aanleg van voorzieningen ten behoeve van de elektriciteitscentrale ernstig zal worden gehinderd. Bij de uitwerking en verdere studie naar alternatieve locaties in het MER vraagt VZT u om hier de nodige aandacht aan te besteden. Luchtverontreiniging In paragraaf 4.1 van de startnotitie wordt ingegaan op de luchtverontreiniging. Daarin wordt onder meer opgemerkt dat de voornaamste emissies van de elektriciteitscentrale C02, 502, NOx en stof betreffen. Voorts blijkt uit de startnotitie dat vaste brandstoffen worden aangevoerd per zeeschip en worden opgeslagen op het terrein en dat er bij de productie van elektriciteit vliegas zal vrijkomen. VZT vreest dat de door haar op de VZT-terminal behandelde goederen als gevolg van één en ander zullen worden bevuild met stof of anderszins. Dat risico bestaat met name bij de voorgestelde locatie en de alternatieve locatie 1. Voorts is VZT beducht voor negatieve consequenties voor de gezondheid van haar werknemers en bezoekers ten gevolge van de bedoelde emissies. VZT verzoekt u om in het MER hieraan aandacht te besteden. Geluid De VZT-terminal bevindt zich op het gezoneerde industrieterrein "Vlissingen-Oost". Zowel de voorgestelde locatie als de alternatieve locaties 1 en 2 zijn gesitueerd binnen de grenzen van dat gezoneerde industrieterrein. Indien de elektriciteitscentrale op één van deze locaties wordt opgericht, dan kan dat tot gevolg hebben dat de grenswaarde wordt overschreden. De startnotitie maakt hier echter geen melding van. Naar de mening van Verbrugge dient hier in het MER aandacht aan te worden besteed. In het bijzonder zal uitgangspunt voor de milieutechnische beoordeling dienen te zijn dat hoe dan ook gebruik zal worden gemaakt van de best beschikbare technieken, ook als het gebruik van minder goede technieken op zichzelf nog niet zou leiden tot de overschrijding van de geldende geluidscontouren.
.--:----
Dijkstra Voermans
10025
Advocatuur & Notariaat
Koelwater Onder het gelijknamige kopje wordt in de startnotitie melding gemaakt van een beweerdelijk beschikbare techniek volgens de BREFvoor industriële koelsystemen. Dit document geeft doorstroomkoeling aan, echter expliciet ten aanzien van kustlocaties. De geprojecteerde locatie voor de elektriciteitscentrale is echter geen kustlocatie, zodat het bedoelde document relevantie mist. VZT verzoekt u hiermee rekening te houden en er op toe te zien dat voor het MER uitgegaan wordt van relevante gegevens. Belangen van bestaande bedrijven Bij de vaststelling van de criteria voor het MER dient, naar het VZT voorkomt, terdege rekening te worden gehouden met gerechtvaardigde verwachtingen die bestaande bedrijven in de buurt van de geprojecteerde locatie voor de elektriciteitscentrale mogen ontlenen aan het tot nu toe gevoerde milieubeleid. Het zal niet zo mogen zijn dat bestaande bedrijven meer dan strikt nodig beperkt worden in hun groei en exploitatie als gevolg van het feit dat het toegelaten niveau van milieubelasting volledig wordt 'opgesoupeerd' door de elektriciteitscentrale; zulks vloeit voort uit onder meer het vertrouwensbeginsel en het egalité-beginsel. Veiligheid In paragraaf 4.7 van de startnotitie wordt melding gemaakt van de mogelijke veiligheidsrisico's. In dat verband wijst VZT u op het volgende. In de directe omgeving van de voorgestelde locatie bevindt zich een munitiedepot van het Ministerie van Defensie, zoals ook al in de startnotitie wordt opgemerkt. In de startnotitie wordt er echter aan voorbij gegaan dat VZT tevens containers met gevaarlijke stoffen (ADR-goederen) behandelt en dat de VZT-terminal mede gebruikt wordt voor militaire transporten. Dit laatste kan ook containers betreffen die gevuld zijn met munitie. Een calamiteit in de elektriciteitscentrale kan derhalve voor een domino-effect zorgen met rampzalige consequenties voor personen en goederen zowel op terminal als in de omgeving. Wellicht ten overvloede wijst VZT er op dat zich op een afstand van 1.200 rn' van de geprojecteerde elektriciteitscentrale een bebouwde kom bevindt. Uiteindelijk
vermogen van de elektriciteitscentrale
niet 800-900 MW, maar 1700 MW
Naar het VZT voorkomt dient in het MER rekening te worden gehouden met het gegeven, als blijkend uit onder meer het besprokene tijdens de voorlichtingsavond, dat de uiteindelijke capaciteit van de elektriciteitscentrale, anders dan het voorblad van de startnotitie suggereert, niet 800-900 MW zal zijn, maar 1700 MW. VZT verzoekt u om bij de verdere procedure, bij de uitwerking verrichten onderzoek met het bovenstaande rekening te houden. Hoogachtend,
van de alternatieven
en het te
!Jl~
II,ä
the multl·utll/ty compony
DELTA N.V. POSTADRES Postbus 5048
Inspraakpunt G.GEN Elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen I Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AG DEN HAAG
4330 KA Middelburg
-----=-.::-::::,..--..,c-.
HOOFDKANTOOR Poelendaelesingel
10
4335 JA Middelburg Telefoon 0800 5150 Telefax 0118 88 21 00 www.DELTA.nl
[email protected]
onze referentie
351.2010.109
BANKRELA TIES
behandeld door
ING 49778
telefoon
ABN·AMRO
fax onderwerp
51 0460739
(0118)882106 Zienswijze Startnotitie 800 - 900 MWe Waterstofelektriciteitscentrale G.GEN Sloehaven-Vlissingen Middelburg, 24 februari 2010
Geachte heer, mevrouw, Hierbij maakt DELTA NV. gebruik van de mogelijkheid haar zienswijze, naar aanleiding van de kennisgeving in de Staatscourant nr. 578 van 14 januari 2010 van de Startnotitie 800 - 900 MWe Waterstofelektriciteitscentrale G.GEN Sloehaven-Vlissingen, aan u kenbaar te maken. Ruimtereservering
kernenergie
in Structuurschema
Energievoorziening
111
DELTA is in juni 2009 gestart met de vergunningprocedure voor het ontwikkelen en realiseren van een tweede kerncentrale te Borssele met een maximaal elektrisch vermogen van 2500 MWe en heeft daartoe een startnotitie ingediend bij het bevoegd gezag. Thans zijn wij in afwachting van de door het bevoegd gezag vast te stellen richtlijnen voor het opstellen van het MER. Eén van de beoogde locaties voor de tweede kerncentrale te Borssele valt samen met zoekgebied 3 als locatie voor de beoogde centrale van G.GEN. Het zoekgebied voor de centrale van G.Gen is in het Structuurschema Energievoorziening 111 (hierna: SEV 111) aangewezen als een van de drie gebieden in Nederland waarvoor het waarborgingsbeleid kernenergie geldt. Wij geven u in overweging om in het (plan-)mer te laten onderzoeken of en in hoeverre realisatie van het initiatief van G.Gen op de voorgestelde vier locaties conflicteert met het waarborgingsbeleid van SEV 111. Voorts zal ons inziens dienen te worden onderzocht of door het initiatief de waarborglocatie voor nieuwe kerncentrales, in het bijzonder met betrekking tot koelwater, negatief wordt beïnvloed. Tenslotte zal ons inziens ook moeten worden onderzocht of de externe veiligheid en de daarmee verband houdende risico-contouren van het initiatief de waarborglocatie negatief beïnvloedt
1 van 2
K.v.K. Middelburg
nr. 22031457
BTW nr. NL 0079.61.042.B01
Referentie 351.2010.109
DELTA N.v.
Pallas en nucleaire infrastructuur Zeeland DELTA ondersteunt, samen met COVRA N.v. en N.V. EPZ en een aantal andere organisaties, de Provincie Zeeland in haar pleidooi om de huidige en toekomstige nucleaire infrastructuur in Nederland te concentreren in Zeeland, waarbij DELTA van mening is dat realisering van het PALLAS project in de gemeente Borsele zal leiden tot winst op vele terreinen. Juist de combinatie van COVRA (opslag van al het Nederlandse radioactieve afval), EPZ (huidige kerncentrale), de nieuwe Hoge Flux Reactor van NRG (productie van isotopen en het verrichten van diverse onderzoeksopdrachten), alsmede de toekomstige tweede kerncentrale te Borssele kan door gebruik te maken van zoekgebied 3 dit nucleaire cluster geconcentreerd worden op 1 locatie met daaraan verbonden bedrijfsmatige en maatschappelijke voordelen. Milieu-effecten van voorgestelde manier van energie-opwekking Voorts betwijfelen wij of de vergassingstechnologie een technologie is van de toekomst met de minste milieubelasting, in vergelijking met andere vormen van energie-opwekking. Wij menen daarom dat voor een juiste vergelijking in het MER door inititiatiefnemer aandacht gegeven dient te worden aan de gehele keten van bron tot put en de daarmee samenhangende rendementen en milieu-effecten. Daarbij dient tevens in ogenschouw genomen te worden de beschikbaarheid van opslagruimte in lege gas- en olievelden of elders van de afgevangen C02 en de daarvoor benodigde energie voor transport en opslag. De tijdens de informatieavond van 11 februari gegeven mondelinge toelichting en de getoonde posters en uitgereikte pamfletten inzake planning stellen dat "afhankelijk van het feit of er een (economische) oplossing is voor C02-transport en opslag, zal er een WEC (vergasser met STEG) gebouwd worden of alleen een STEG". De MER zal ons inziens de milieu-effecten van beide installatie-typen moeten beschrijven. Sloecentraie DELTA is mede-eigenaar van de pas onlangs in bedrijf genomen gasgestookte elektriciteitscentrale van Sloe Centrale B.V .. Sloe Centrale B.v. zal separaat een inspraakreactie indienen. Wij vertrouwen er op dat onze zienswijze bijdraagt aan de totstandkoming van de richtlijnen voor het opstellen van het MER. Hoogachtend,
2 van 2
/
/
l002}
Inspraakpunt C EN elek . iteltscentrate Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG Nieuw en Sint-Joosland
24 februari 2010
Geachte commissie. Reactie op de startnotitie
C.GEN elektriciteitscentrale
Sloehaven-Vlissingen
Al in een eerder stadium heb ik Zeeland Seaports en de Provinciale staten er op gewezen, dat ten aanzien van steeds zeldzamer wordende estuariene natuur het onwenselijk is om in dit kwetsbare schorrengebied nog meer onvervangbare natuur te vernietigen. Deze eerdere reactie en een inspraakverzoek om het betreffende gebied ook als Natuura2000 gebied te kenmerken is helaas nooit gehonoreerd. Neemt niet weg. Dat een dergelijke fatale ingreep in dit gebied regelrecht indruist tegen de natuurbeschermingswet en mede daardoor teken ik (opnieuw) bezwaar aan tegen grootschalige vernietiging van slik en schor met slijkgras (Spartina) maar mogelijk ook nog het voorkomen van klein zeegras (Zostera no/til). Bijgaand heb ik voornoemde eerdere reactie ingesloten. Mijn reactie is en blijft onveranderd; geen vernietiging van estuariene-natuur in het Westerscheldegebied, waar het juist noodzakelijk is te strijden voor behoud en uitbreiding van deze kwetsbare habitats. .'J -Hoogachtend;
2 F
---------~ J
--
Aan de leden van de Provinciale Staten van de Provincie Zeeland
1002T-
Nieuw en Sint-Joosland 2006-10-04 Graag willen wij met deze open brief het volgende onder uw aandacht brengen;
Vernietiging schor in het Zuidelijke Sloegebied Begin september is er in opdracht van Zeeland Seaports een groot deel van het belangrijke schor in het Sloegebied bedolven onder een ongeveer anderhalve meter dikke kleilaag, en dat over een oppervlakte van ongeveer twee voetbalvelden groot. Dankzij de oplettendheid van een mededorpsgenoot Rob Melse, die mij op deze vernietiging attent maakte, ben ik op vrijdag 15 en maandag 18 september ter plaatse gaan kijken naar de werkzaamheden die daar werden uitgevoerd. Volgens alle mij beschikbare gegevens, (ook in de officieel door de Provincie opgestelde rapporten) is dit gehele natte schorrengebied aangeduid als onderdeel van de EHS (Ecologische Hoofd Structuur). Dit met de (theoretische?) bedoeling om te zorgen voor robuuste verbindingen in de steeds schaarser en kleiner wordende natuurgebieden in Nederland Reden? Door een woordvoerder van Zeeland Seaports, werd op maandag 18 september verkondigd, dat men bezig was met regulier onderhoudswerk met als hoofddoel, te voorkomen dat er zand zou verdwijnen in de Sloehaven . Een korte reactie van onze kant hierop is ondermeer via Omroep Zeeland uitgezonden. Die verklaring mist natuurlijk elke gegronde onderbouwing om een groot deel van het schor met (wellicht verontreinigde klei) met vele resten van plastic buizen te bedekken.
Noodzaak? Uit ervaring weten wij dat er nog nooit grote delen van de hoogwateroever in dit gebied zijn afgeslagen en in de haven verdwenen. Immers als het water het hoogste punt heeft bereikt is er nauwelijks nog kracht om de vooroever aan te tasten, zelfs niet bij storm. Een belangrijk element hierbij is namelijk het in ruime mate aanwezige slijkgras (Spartina towsendii) dat voor grote golf demping zorgt. Hoe moeilijk het herstel is van een slijkgrasgebied, is ook bekend vanuit het verleden, toen hier in de zestiger en zeventiger jaren het hoger liggende gebied vanaf de hoogwaterlijn tot aan de Ritthemsestraat als zanddepot werd opgespoten. Het aflopende water zorgde voor diepe geulen in het bestaande schor. Zelfs nu, na zoveel jaren zijn deze geulen nog te zien in het gebied, ondanks het feit dat ze bijna helemaal met sediment zijn opgevuld. Want het slijkgras heeft zich nooit meer helemaal in deze dichtgeslibde zones kunnen herstellen.
Bovendien is dit schor de enige groeiplaats van Klein Zeegras (Zostera nolti,) in de Westerschelde. Het is mede daarom dat wij het optreden van Zeeland Seaports dan ook beschouwen als een beschamende en flagrante schending van een steeds zeldzamer wordend habitattype in Zeeland.
Waardig natuurbeheer?
I
002
'1-
Het afdekken met een dikke laag klei betekent, dat er een moeilijk herstelbare vernietiging heeft plaatsgevonden van een groot veld met Slijkgras en het daaraan gekoppelde biotoop met groenwieren, waaronder zeesla Ulva sp. en de wadslak Hydrobia ulvae. Tevens is een groot areaal aan leef gebied van de wadpier Arenicola marina verloren gegaan.
Waardevol cultuurbezit Bovendien betekent het een vernietiging van een bijzonder stukje Zeeuws cultuurbezit. Het is de enige plaats in het Sloe waar nog duidelijk te zien is hoe er in vroeger tijden aan landaanwinning werd gedaan door middel van een rij palen, met daartussen vlechtwerken van rijshout. Hoe het tot voor kort was, laat een afbeelding zien van het RIKZ (fig. 1) Ter vergelijking een beeld van de vernietiging van begin september (fig. 2)
Toekomst Pijnlijk is te ervaren hoe nu een deel van het schor word aangetast, terwijl er in de nabije toekomst en wellicht even nadeliger ingreep plaatsvindt als er in het westelijk deel naar de Schorerpolder een geulenstelsel word aangelegd dwars door dit schorrengebied, waardoor tevens het enige hoog gelegen schor in het Sloegebied dreigt te verdwijnen. Eens te meer reden om te kijken hoe we deze zeldzame enclaves voor de toekomst kunnen behouden. Dit is het enige schor is dat NIET door de verdieping van de Westersehelde aangetast zal worden omdat het, door de ligging achter de strekdam, buiten de stromingsdynamiek van de Schelde ligt. Haast alle overige schorren zullen door erosie afnemen en gecompenseerd moeten worden. Dit unieke schor gelegen in de luwte van het westelijke havenhoofd erodeert niet en zou daarmede dus authentiek (moeten) blijven. Aandachtpunten oot I. Van welke begrenzing men ook uitgaat, de activiteiten vinden plaats in de nabijheid van een belangrijk gebied dat onder de Natuurbe chermingwet '98 valt (zie de Vogel- en Habitatrichtlijn-begrenzing). Het is dan ook logisch dat de initiatiefnemers beoordeeld moeten hebben welke effecten de activiteiten hebben op die bescherming. Als blijkt dat er mogelijk significante effecten zijn. dient ook een Passende Beoordeling te zijn uitgevoerd. Vragen. Vanwaar deze ingreep? Waarom nu en met welk doel? Wat is de noodzaak? Is er een ander milieuvriendelijke aanpak?
Bijlagen; Om een beeld te krijgen van het betrokken gebied is ook een karteringskaart van het R1KZ toegevoegd (fig. 3) Bovendien geven een aantal bijgevoegde opnamen van 18 september duidelijk de vernietiging weer die in het gebied zijn aangericht. (nog meer foto's beschikbaar bij R. Melse)
Verzoek om snel herstel
100LT
Wij verzoeken wij u om de uitvoerende instantie opdracht te geven om te komen tot een totaal herstel van de aangerichte schade. Dat wil zeggen het verwijderen van de recent aangebrachte onnodige bedekking van het schor. Om blijvende schade te voorkomen en volledig herstel te bevorderen dient dit onder leiding van een (aan te wijzen) schorrendeskundige te gebeuren. Samenvattend zouden wij graag uw oordeel in deze vernemen. Wij spreken de wens uit dat dergelijke ingrepen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Uiteraard wensen wij graag zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht te worden van uw voornemens en besluiten in deze kwestie. Intussen verblijvend met hoogachting,
2006-10-04 Bronnen: Literatuur • Toelichting bij de vegetatiekartering van Westersehelde 1998 op basis van falsecolour luchtfoto's 1:5000/ 10000 • Vegetatiekartering van de Westersehelde 2004 2006 op basis van false-colour luchtfoto's 1:5000/10000- RIKZ AGI-2006-GSMH-013 Natuurgebiedsplan 2005 Provincie Zeeland (Geoweb kaarten) (http://zldims.zeeland.nl/geowebfMap.aspx?Hoofdgrocp= atuurgebiedsplan • Omgevingsplan 2006-2012 Provincie Zeeland http://w.zeeland.nl/loketlpublicaties/rapportenlomgevingsplan (downloaden of bestellen)
• •
Afbeeldingen http://www.kwelders.nllindex.dm?page=kwelders.landschap.landaanwinning http://www.rijk waterstaaLnl/apps/geo ervices/kwvl?full
Bijlagen
fig.l Cultuurhistorisch belang, resten van landaanwinning in het Sloegebied. bron: http://www.kwelders.nl/index.cfm?page=kwelder .landschap.landaanwinning
fig.2 vernietiging van een deel van de palenrijen foto
18-09-2006
r-------~------------------~------------------~~~6500--
ve uengd deel van het scho
fig. 4 Aangepaste kaart met aanduiding (globaal) van het vernietigde schorgedeelte, in rood aangegeven. In geel is het schorrengebied aangeduid. bron: http://www.rijkswaterstaat.nl/apps/geoserviceslkwv/?full aanvullende opnamen van de vernietigende bedekking van het schor.
zicht vanaf Rammekens
VERBODE TOEGA G beschermd en natuurgebied vogel broed plaats
het Rammekensschor (Houdt het rustig en GAAF?)
VERBO TOEGA besc e nat ure vogel r e
hoe dichtbij is op enige afstand van het Habitatgebied?
E G
grof geweld op het schor
vernietigend spoor tot ver in het schor
.-.--
1001
t
het slijkgras word niet ontzien
ook de zones met wadpieren ontkomen er niet aan
Voor de vogels blijft er steeds minder plaats om te foerageren
5 oe
Sloe Centrale B. V POSTADRES C'
afZOU·.ADRES
Inspraakpunt C.GEN Elektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen Bureau Energieprojecten Postbus 93144 2509 AC Den Haag PER POST EN PER FAX
reîe«
f)1
t
SLC-DIV-L0459
-. r
n'
Zienswijze Startnotitie 800 - 900 MWe Waterstofelektriciteitscentrale Sloehaven-Vlissingen
C.GEN
Ritthem, 24 februari 2010 Geachte heer, mevrouw, Hierbij maakt Sloe Centrale B.V. gebruik van de mogelijkheid haar zienswijze, naar aanleiding van de kennisgeving in de Staatscourant nr. 578 van 14 januari 2010 van de Startnotitie 800900 MWe Waterstofelektriciteitscentrale C.GEN Sloehaven-Vlissingen, aan u kenbaar te maken. Koelwater De voorgestelde en de alternatieve locaties van C-Gen voor haar centrale, zijn gelokaliseerd in de onmiddellijke of nabije omgeving van de onlangs in gebruik gestelde gasgestookte STEG centrale van Sloe Centrale B.v. De thans in bedrijf zijnde eenheden nemen het noodzakelijke koelwater uit het Van Citterskanaal en retourneren het in de uitgang van de Sloehaven. Het elektrisch rendement (en daarmee ook het economisch rendement) van de elektriciteitscentrale van Sloe Centrale B.v. wordt mede bepaald door de temperatuur van het ingenomen koelwater. Hoe hoger die temperatuur, hoe lager het rendement. Bij het ontwikkelen van C.Gen's plannen (o.a. ontwerp van de doorstroomkoeling met oppervlaktewater) zal daarom in het MER moeten worden onderzocht wat het effect van de lozing is op de temperatuur van het water in de Sloehaven, in het bijzonder ook bij het inlaatpunt van koelwater van de Sloecentrale. Sloe Centrale B.V. meent dat door berekeningen en simulaties met geijkte modellen moet worden aangetoond dat er geen temperatuurstijging van het zeewater optreedt bij de koelwaterinlaat aan het Van Citterskanaal, omdat uitvoering van C.Gen's plannen anders een averechts effect zal hebben op de goede energievoorziening, en bovendien grote nadelige gevolgen zal kennen voor Sloe Centrale B.v. Haalbaarheid alternatieve locatie 1 Sloe Centrale B.v. meent dat onderzoek naar alternatieve locatie 1 voor de realisatie van de waterstofelektriciteitscentrale geen zin heeft, omdat realisatie aldaar om de volgende reden niet haalbaar is.
1002&
Sloe
De aandeelhouders van Sloe Centrale BV., Delta en EDF, zijn voornemens op korte termijn een onderneming op te richten voor het uitbreiden van de Sloecentraie met een 3e STEG eenheid, welke eenheid gesitueerd zal worden op het terrein, aangeduid als alternatief 1. Met de landeigenaar Zeeland Seaports is voor de noodzakelijke gronden reeds een optieovereenkomst gesloten. Effecten externe veiligheid De voorgenomen chemische processen leveren bij normaal bedrijf en bij eventuele fouten in de systemen een bepaald risico profiel op voor de omgeving. Wij verzoeken u om in het MER te laten onderzoeken of bij realisatie van dit initiatief de externe veiligheid van de omgeving, met name ook specifiek de veiligheid van installaties en personeel op het terrein van Sloe Centrale B.v., voldoende is gewaarborgd. Reikwijdte van het MER: ruimtelijke belangen en locaties Sloe Centrale B.V. verzoekt in het MER tevens aandacht te besteden aan de gevolgen voor het ruimtelijk beleid en de daarbij te betrekken belangen, zoals is vereist bij het opstellen van een MER in het kader van de rijkscoördinatieregeling. Tot de te betrekken ruimtelijke belangen behoren de belangen bij het bestaand gebruik door de in het gebied gevestigde bedrijven, waaronder Sloe Centrale BV. Sloe Centrale BV. meent verder dat in de startnotitie ten onrechte wordt aangenomen dat in het MER geen locatieonderzoek zou hoeven plaats te vinden buiten het Sloegebied. De in de startnotitie genoemde omstandigheid dat het haven- en industriegebied BorsseleNlissingen wordt genoemd in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening, impliceert niet dat zulk onderzoek achterwege kan blijven, alleen al omdat daarin ook vele andere vestigingsplaatsen worden genoemd. Sloe Centrale B.V. verzoekt u de bovenstaande zienswijze te betrekken in de aan het MER te stellen richtlijnen, en verzoekt u bovendien om steeds op de hoogte te worden gehouden van de verdere stappen in onderhavige procedure. Hoogachtend Namens Sloe Centrale BV.,
11»
Gedeputeerde
Provincie Zeeland
Staten ~
T
---T
benent op bnef van
15 januari 2010
DG voor Energie en Telecom, dir. Energiemarkt
uw kenmerk
ET/EM/10006911
ons kenmerk
10010432/10
Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG
afdeling
Ruimte
bijlag
nl·
behandeld door doorkiesnummer
Startnotitie MER Waterstofelectriciteitscentrale C.GEN Sloehaven Vlissingen
onderwerp:
25 FEB. 2010
verzonden:
Middelburg,
23 februari 2010
Geachte mevrouw Op 18 januari jl ontvingen wij de startnotitie MER C.GEN electriciteitscentrale in Vlissingen-Oost. Met betrekking tot deze startnotitie willen wij de volgende zienswijze indienen. In de startnotitie IS aangegeven dat de centrale niet past binnen het vigerende bestemmingsplan "Industrieterrein Vlissingen-Oost". Dit heeft met name te maken met de maximale bouwhoogte van 45 meter, die In het bestemmingsplan IS opgenomen, en de gedeeltelijke uitsluiting van lawaaiproducerende bedrijven. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de komst van het natuurcompensatiegebied ten westen van de voorkeurslocatie. Wij verzoeken u biJ het Uitvoeren van de plan-MER met de hiervoor genoemde aspecten rekening te houden
z
-.
In de startnotitie wordt aangegeven dat gezocht zal worden naar de mogelijkheden van het gebruik van restwarmte WIJ vragen nadrukkelijk om een serieus onderzoek naar dit onderwerp. Het niet aanwezig zijn van afzetmogelijkheden mag geen reden zun om dit onderzoek achterwege te laten. Wellicht kan afstemming plaatsvinden met het project restwarmtegebruik Sloegebied, dat momenteel op initiatief van de provincie Zeeland wordt uitgevoerd De centrale wordt gepresenteerd als zeer milieuvriendelijk, maar gebruikt nog steeds fossiele brandstoffen, waarbij C02 wordt afgevangen en opgeslagen Daarna moet dit getransporteerd worden naar een locatie waar het C02-gas permanent kan worden opgeslagen. Uit studies en onderzoek moet blijken waar en hoe dit mogelijk is. Wij wijzen er hierbij op dat ook het energieverbruik en de C02-productie van het vervoer en de opslag van het C02-gas in de totale cyclus van rendement en klimaatvriendelijkheid moet worden meegenomen.
Hoogachtend, gedeputeerde
staten, r...
J
.voorzitter
/' ..,s,ecretaris
Provinciehuis Abdij 6 Middelburg Postbus 6001 4330 LA Middelburg
T: [01181 ·631011 f: [01181·626949
www zeeland.ol
Jh'lr\ i's t C r/-,iS/^; L l k^ ^
Va h
i^c / : o n
/ ß -S. - z O J o
f-A/j/ O a ^^ S a Jn t^/' /
. . ^ _ :
/• ///,/
/V h^^ i^
C
"A^-Oi «^ >7
-3
Q-4^-Z./J:LUA^^&II
CL.
/O ö ^ ^ / -
iSio
^^cr^^i2L^ue.^—t2ù>OLi
ce InciXiM-J^^ ^ .
c^ kj
Aoe.
L -^aax
Z e^j^^
\Ltic2. r e.ri j!r
i n \ ux^kxj—
Q £_i^ o e. t\.
O; O; O; O; Oi;
W-
;,.. fy}e.-i^^^J-hl
-J- ^
^Maû^
•'-••
•ifli? •
Waterschap Zeeuwse Ellanden
Ministerie van Economische Zaken Postbus 20101 2500 EC 'S-GRAVENHAGE
uw brief
15 januari 2010
behancield door
uw kenmerk
ET/EM 10006911
doorkiesnummer
ons kenmerk
2010002355
e-mall
[email protected]
bijlagen ondenwerp
Startnotitie waters startnotitie waterstofelektriciteitscentrale Cgen in de Sloehaven-Vlissingen '. ^ k J
Middelburg, 2 maart 2010 Geachte heer/mevrouw. De startnotitie 'waterstofelektriciteitscentrale Cgen in de Sloehaven' (versie januari 2010) die aan het waterschap is voorgelegd, geeft mij aanleiding het volgende op te merken. Keurzones Met de inwerkingtreding van de Waterwet (per 22 december 2009) is ook de 'Keur waterschap Zeeuwse Eilanden 2009' inwerking getreden. In de nieuwe Keur is de keurzonering aangepast aan de bestaande situatie. Voor de aanleg van de Nieuwlandhaven is de waterkering omgelegd, achterlangs het Cobelfret-terrein. Met de verlegging van de waterkering is eveneens de keurzonehng 'achterlangs' het terrein van Cobelfret gelegd. Bij de inrichting van het terrein (paragraaf 3.1.2) dient met de Keur rekening te worden gehouden. Ik attendeer u erop dat binnen de 'beschermingszone 50m-strook' het opslaan en/of gebruiken van explosiegevaarlijke materialen en/of het oprichten van explosiegevaartijke inrichtingen niet is toegestaan. Met name vanuit het oogpunt van waterveiligheid adviseer ik u het waterschap op de hoogte te houden van de MER en het rijksinpassingsplan voor de realisatie van de waterstofelektriciteitscentrale Cgen. Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. O;
Hoogachtend,
OJ
O;
o>
namens het van wÇâters
R \BWB\2010\2010002355 docx Bezoekadressen: Kanaalweg 1. 4337 PA Middelburg of Kennedylaan 1. 4538 AE Terneuzen Telefoon (0118)621000 of (0115)641000 Postadres: Postbus 1000. 4330 ZW Middelburg vmrw.wze.nl info@vi/ze.nl Waterschap Zeeuwse Eilanden en waterschap Zeeuws-Vlaanderen fuseren (bestuurlijk) per 1 januari 2011 tot het nieuwe waterschap Scheldestromen Sinds Januan 2010 werken de medewerkers al samen