Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Stalen leidingsystemen Prestabo – systeemomschrijving Reglementair gebruik Het Prestabo-systeem is bedoeld voor gebruik in industriële en verwarmingsinstallaties, en niet geschikt voor toepassing in drinkwaterinstallaties. Buizen en fittingen zijn daarom met een rood symbool „Niet voor drinkwaterinstallaties” gekenmerkt. Prestabo-componenten mogen alleen samen met onderdelen worden gebruikt die tot het systeem behoren. Het gebruik van het systeem voor andere dan de beschreven toepassingen dient met onze firma te worden overlegd. De persfittingen zijn met de SC-Contur uitgerust en zijn in ongeperste toestand zichtbaar lek. Bedrijfsvoorwaarden bij gebruik met EPDM-afdichtingselement
■■ Water, gesloten systeem bij bedrijfstemperaturen tot max. Tmax = 110 °C; pmax ≤ 16 bar
■■ Perslucht, droog en olievrij: pmax ≤ 16 bar Bedrijfsvoorwaarden bij gebruik met FKM-afdichtingselement
■■ Water: bij bedrijfstemperaturen tot max. Tmax = 140 °C; pmax ≤ 16 bar ■■ Perslucht, droog maar niet olievrij: pmax ≤ 16 bar Prestabo-buizen, persfittingen en flenzen Met rode kenmerking: ‘Niet geschikt voor drinkwaterinstallaties’
Afb. H — 40
138
Afb. H — 41
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Technische gegevens Ongelegeerd staal, materiaalnr. 1.0308 volgens NEN EN 10305-3, electrolitisch verzinkt aan de buitenkant. Buisdiameters 15 t/m 54 mm ook met 1,0 mm PP-ommanteling leverbaar vanuit de fabriek.
Buis- en persfittingsmateriaal
Af fabriek ingelegd EPDM-afdichtingselement als O-ring voor bedrijfstemperaturen ≤ 110 °C en een werkdruk tot 16 bar.
Afdichtingselement
6m-stangen, op dichtheid getest en gekenmerkt
Leveringswijze
12 / 15 / 18 / 22 / 28 / 35 / 42 / 54 64.0 / 76.1 / 88.9 / 108.0
Prestabo
■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Toepassingsgebieden
Maten [mm] Prestabo XL
Zonne-energie-installaties (PP-gecoate leiding uitgesloten) Koelingsinstallaties Verwarmingsinstallaties Persluchtinstallaties Vacuüminstallaties Installaties voor technische gassen (op aanvraag)
Gegevens Prestabo-buis, electrolitisch verzinkt Buis Øbuiten x s [mm]
Volume per strekGewicht per kende meter buis strekkende meter [liter / m] buis [kg / m]
Buisgegevens
Gewicht per 6 m lengte [kg]
Artikelnr.
12 x 1,2
0,07
0,32
1,9
650 339
15 x 1,2
0,13
0,41
2,5
559 441
18 x 1,2
0,19
0,50
3,0
559 458
22 x 1,5
0,28
0,80
4,6
559 465
28 x 1,5
0,49
1,00
5,9
559 472
35 x 1,5
0,80
1,20
7,4
559 496
42 x 1,5
1,19
1,50
9,0
559 489
54 x 1,5
2,04
2,00
11,7
559 502
64,0 x 2,0
2,83
3,06
18,3
598 327
76,1 x 2,0
4,08
3,66
21,9
598 334
88,9 x 2,0
5,66
4,29
25,7
598 341
108,0 x 2,0
8,49
5,23
31,4
598 358
Gegevens Prestabo-buis, electrolitisch verzinkt, ommanteld 17 x 2,2
0,13
0,45
2,7
577 117
20 x 2,2
0,19
0,60
3,3
577 124
24 x 2,5
0,28
0,82
4,9
577 131
30 x 2,5
0,49
1,10
6,4
577 148
37 x 2,5
0,80
1,30
8,1
577 551
44 x 2,5
1,19
1,60
9,7
577 568
56 x 2,5
2,04
2,10
12,6
577 575
electrolitisch verzinkt
Buisgegevens maten incl. 1,0 mm PP-ommanteling
Tab. H — 8
139
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Componenten Buizen Prestabo-staalbuizen zijn dunwandige, aan de lengtenaad gelaste leidingbuizen van ongelegeerd staal, materiaalnr. 1.0308 volgens NEN EN 10305-3 electrolitisch verzinkt aan de buitenkant, met een zinklaagdikte van 8 tot 15 µm (blauw gechromateerd). Ze zijn vormstabiel met een geringe warmte-uitzetting en dus ideaal voor kelder- en sijgleidingen in verwarmingsinstallaties. Buisuitvoeringen
Buisuitvoeringen
■■ Electrolitisch verzinkt, alle maten: voor inbouwinstallaties en kelder- en stijgleidingen. Warm wordende leidingen worden achteraf geïsoleerd.
■■ Ommanteld, 15 t/m 54 mm: met PP-mantel voor visueel aantrekkelijke opbouwinstallaties.
■■ Buizen van 6 m lengte met metalen buiten- en binnenoppervlakken. ■■ De buiseinden zijn ter bescherming tegen vervuiling met rode kunststof kappen afgesloten.
■■ Alle buizen zijn op dichtheid getest. Kenmerken Ongeschikt voor drinkwater (zie ook volgende pagina)
Afb. H — 42
140
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Markering 1
2
4
5
6
Buismarkering
7
Eelectrolitisch verzinkte en eelectrolitisch verzinkte ommantelde buis Let op!
1
2
3
4
5
6
„Niet geschikt voor drinkwater”
7
Afb. H — 43 1
5
2
6
Fabrikant/systeemnaam Materiaalnummer volgens DIN 3 Materiaal van de ommanteling 4 Nominale diameter x wanddikte
1
2
Afkorting buisfabrikant Productiedatum 7 Chargenummer
3
4
5
6
Buismarkering Sendzimir verzinkte buis.
Afb. H — 44
Systeemfabrikant / systeemnaam Materiaalnummer 3 Nominale diameter x wanddikte
Chargenummer Certificatieteken / -nummer 6 Drukniveau
1
4
2
5
Opslag en transport Om de compromisloze kwaliteit van de stalen Prestabo-buizen te waarborgen, moeten de volgende richtlijnen in acht worden genomen bij het transport en de opslag van buizen.
■■ Verpakking en beschermfolies (alleen voor in PP-folie gewikkelde buizen) dienen pas vlak voor het gebruik te worden verwijderd.
■■ De buiseinden moeten bij levering worden afgesloten met einddoppen, ■■ ■■ ■■ ■■
voordat de buizen worden gebruikt. Sla de buizen niet zonder bescherming op de betonnen vloer op. Plak geen beschermfolies e.d. op de buizen. Trek geen buizen over laadranden. Gebruik alleen een staalreinigingsmiddel om de buisoppervlakken te reinigen. 141
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Persfittingen Alle persfittingen worden vervaardigd uit staal, materiaalnr. 1.0308 volgens NEN EN 10305-3, electrolitisch verzinkt aan de buitenkant, met een zinklaagdikte van 8 tot 15 µm (blauw gechromateerd). SC-Contur De SC-Contur maakt per ongeluk ongeperste persfittingen zichtbaar tijdens het vullen van de installatie. Ongeperste persfittingen worden in het drukbereik van 1 bar tot 6,5 bar duidelijk vastgesteld door waterlekkage of door drukverlies op de testmanometer. Deze kunnen vervolgens meteen worden nageperst. Prestabo Persverbindingssysteem met SC-Contur Fittingen 15 tot en met 108,0 mm van staal, electrolitisch verzinkt aan de buitenkant Af fabriek met EPDMafdichtingselement
Afb. H — 45
Technische kenmerken
■■ SC-Contur – met rode markering op de rib ■■ Nauwkeurige Insteekzone met precieze diameter, vaste lengte en rechte ■■ ■■ ■■ ■■ ■■ ■■
142
afwerking Vastgelegde insteekdiepte door voorgevormde aanslag Af fabriek ingelegd afdichtingselement uit EPDM Het volume van de ril is exact op het afdichtingselement afgestemd Voldoet aan de erkende regels der kunst Omvangrijk assortiment fittingen Viega persmachines met - accu of 230 Volt – voor eenvoudige montage door één persoon
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Afdichtingselementen EPDM Prestabo-persfittingen zijn af fabriek met EPDM-afdichtingselementen uitgerust, die voor de meeste toepassingen volstaan. In de onderstaande tabel vindt u enkele typische toepassingsvoorbeelden. Prestabo toepassingsgebieden met EPDM afdichtingsring Tmax
pmax
Gebruik
[°C]
[bar]
Verwarming
Warmwaterverwarming met pomp 95 °C, radiatoraansluiting
max. 105
–
EN 12828
Zonne-energieinstallaties
Zonne-energiecircuit
–
6
Voor plaatcollectoren
Airco-installaties
Secundair circuit, gesloten
–
10
Inhibitoren voor koudwatersets, zie materiaalbestendigheid
Perslucht
Alle leidingtypes
20
16
Droog, max. olieconcentratie 25 mg / m³
Vacuüm
Alle leidingtypes
20
1,0 mbar
Technische gassen
Alle leidingtypes
20
–
Toepassingsgebied
Opmerkingen
Navraag nodig!
Tab. H — 9
FKM Voor toepassingsgebieden met een hogere temperatuur en druk kunnen de persverbindingen met een FKM-afdichtingselement worden uitgerust. Hiervoor moeten de af fabriek ingelegde EPDM-afdichtingselementen door FKM-afdichtingselementen worden vervangen. Voorbeelden hiervan vindt u in de onderstaande tabel. Prestabo toepassingsgebieden met FKM-afdichtingselement Tmax
pmax
[°C]
[bar]
Stadsverwarminginstallaties Stadsverwarming na de huisaansluiting
140
16
Stoom
Lagedruk-stoominstallaties
120
<1
Zonne-energie-installaties
Zonne-energiecircuit
–
6
Toepassingsgebied
Gebruik
Opmerkingen
Voor vacuumcollectoren
Tab. H — 10
Bestelgegevens FKM-afdichtingsring Afmeting [mm]
Art.-nr.
Afmeting [mm]
Art.-nr.
12 x 2,35
459 376
42 x 4,13
459 444
15 x 2,60
459 390
54 x 4,13
459 451
18 x 2,60
459 406
64,0 x 5
614 461
22 x 3,10
459 413
76,1 x 5
614 485
28 x 3,10
459 420
88,9 x 5
614 478
35 x 3,25
459 437
108,0 x 5
614 492
FKM-afdichtingselementen mogen niet in drinkwateren gasinstallaties worden ingezet.
Tab. H — 11 143
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Toepassingstechniek Extra corrosiebescherming nodig bij corrosief werkende materialen Bijv.: egalisatielagen, vulpasta's enz.
Bescherming tegen uitwendige corrosie Prestabo buizen en fittingen zijn beschermd door een uitwendige verzinking. Toch kunnen ter bescherming tegen permanent inwerkend vocht of bij contact met corrosief werkende materialen extra maatregelen nodig zijn.
■■ Gebruik van celgesloten isolatieslangen met vakkundige afdichting van alle stoot- en snijranden door geschikte verlijming.
■■ Scheidingsfolies in de vloeropbouw controleren op dichtheid over het gehele oppervlak.
■■ Leidingen buiten de door vocht belaste ruimten leggen. ■■ Wanneer de vloer veelvuldig met water en/of reinigings-/desinfectiemiddelen worden gereinigd, bijv. in bejaarden- of verzorgingstehuizen en ziekenhuizen, moeten zichtbare radiatoraansluitingen vanuit de vloer worden vermeden. Aansluitingen vanuit de muur vergemakkelijken de reinigingswerkzaamheden en sluiten extra corrosierisico's uit. ■■ Bij radiatoraansluitingen vanuit de vloer moet worden gezorgd voor een vakkundige corrosiebescherming en een vakkundige afdichting van de voegen om het risico op corrosie door binnendringend schoonmaakwater uit te sluiten. ■■ Gebruik van ommantelde buizen (Prestabo) – andere buiskwaliteiten moeten volgens de instructie van de fabrikanten worden voorzien van een extra corrosiebescherming. In principe zijn de aansluiting van radiatoren vanuit de wand, de vakkundige afdichting van voegen en het gebruik van ommantelde buizen de beste maatregelen om corrosie te voorkomen. Wanneer ondanks bovengenoemde maatregelen geen duurzame bescherming tegen vocht kan worden gegarandeerd of wanneer het gaat om toepassingsgebieden met speciale eisen – bijv. in koelcircuits –, moeten speciale, van geval tot geval uit te proberen maatregelen voor de corrosiebescherming worden genomen, voor de uitvoering waarvan de informatie van de fabrikant van de gebruikte producten en het AGI-werkblad Q 151 in acht moeten worden genomen. Warmte-isolatie apart bekijken!
De plaatsing van een warmte-isolatie moet onafhankelijk van de corrosiebescherming per geval worden gecontroleerd. Industrieel gebruik Bij installatie in industriële omgevingen, met belastingen door agressieve omgevingslucht, moeten de daarvoor geldende, interne fabrieksnormen in acht worden genomen. Als leidingen in permanent vochtbelaste bouwelementen van badkamers, grootkeukens of slagerijen zijn gelegd, hebben de volgende beschermende maatregelen hun waarde bewezen:
■■ Gebruik van celgesloten isolatieslangen, bij zorgvuldige afdichting van alle stoot- en snijranden door geschikte verlijming.
■■ Vochtafdichting van de gelegde leidingen door scheidingsfolies in de vloeropbouw.
■■ Aanleg van leidingen buiten de zones die aan risico's zijn blootgesteld. 144
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Koelwatercircuits Het Viega Prestabo-persfittingsysteem kan in alle gesloten koelwatercircuits worden gebruikt, waarin tijdens de werking geen zuurstof kan binnendringen. Door de bedrijfsomstandigheden in koelwatersystemen kan het nodig zijn het dragermedium te voorzien van een antivriesmiddel. Tot een glycolgehalte van 50% bij de totale waterinhoud kunnen standaard-afdichtingselementen van EPDM worden gebruikt. Viega sendzimirverzinkte buizen zijn voor deze toepassing niet geschikt. Conform NEN EN 14868 (2005-11) leidt het opnieuw bijvullen van een systeem normaal gesproken niet tot een significante binnendringing van zuurstof. Niettemin kan de zuurstofbinnendringing tot schade aan het systeem (corrosie) leiden wanneer het circulatiewater in het systeem als gevolg van verliezen regelmatig wordt vervangen of – bijv. door automatische dosering – aanzienlijke hoeveelheden vers water worden toegevoegd. In aansluiting op de VDI-richtlijn 2035 tab. 1 moet het zuurstofgehalte bij zoutarm water onder 0,1 mg/l liggen, bij zout water onder 0,02 mg/l.
Glycoltoevoeging
Toegestaan zuurstofgehalte
Bescherming tegen inwendige corrosie (driefasegrens) Bij metalen materialen kan corrosie optreden binnen het bereik van de driefasegrens van water, materiaal en lucht. Deze corrosie kan worden voorkomen, als de installatie na de eerste vulling en ontluchting volledig met water gevuld blijft. Wordt het systeem na de installatie niet onmiddellijk in gebruik genomen, dan is een druk- en dichtheidsproef met lucht of inerte gassen aanbevolen. Isoleren en leggen van leidingen * Afhankelijk van de toepassing en het buismateriaal dienen de isolatie, plaatsing en bevestiging van leidingen om de volgende redenen volgens de erkende regels van de techniek te worden uitgevoerd:
■■ ■■ ■■ ■■ ■■
Van toepassing zijn de eisen van de EnEV
bescherming tegen condensvorming voorkomen van uitwendige corrosie beperking van warmteverliezen voorkomen van tikgeluiden als gevolg van lengte-uitzetting geen overdracht van stromingsgeluiden.
Electrolitisch verzinkte Prestabo-buizen en alle vorm- en verbindingsstukken moeten door de klant – onafhankelijk van de isolatie-eisen van de EnEV – worden geïsoleerd om uitwendige corrosie en overdracht van stromingsgeluiden te voorkomen. Bij het leggen dienen de leidingen zo te worden bevestigd, dat de onvermijdelijke lengteveranderingen geen tikgeluiden veroorzaken, die het comfort van de gebruiker sterk kunnen verminderen. Wanneer de isolatie door brandcompartimenten wordt geleid, moet bij verwarmingsleidingen de productinformatie van de fabrikant van het isolatiemateriaal in acht worden genomen.
145
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Isolatie tegen warmteverliezen Om de warmteafgifte van leidingen voor de warmteverdeling te beperken adviseren wij deze te isoleren conform EnEV, Bijlage 5. De nationale regelgeving moet in acht worden genomen. Voorbeelden met in de vloer gelegde leidingen Voorbeeld: Isolatie van leidingen in de vloeropbouw Prestabo-buis 15 mm, met Exzentroflex-isolatie (h = 38 mm) als VC-aansluitleiding in verdiepingsvloer tussen verwarmde ruimten van verschillende gebruikers EnEV, Bijlage 5, tabel 1, regel 7
Afb. H — 46
Voorbeeld: Isolatie van leidingen in de vloeropbouw Prestabo-buis 15 mm, met Exzentroflex-isolatie (h = 59 mm) als VC-aansluitleiding, in de vloeropbouw tegen de bodem, buitenlucht of onverwarmde ruimten EnEV, Bijlage 5, tabel 1, regel 1
Afb. H — 47 1 Cementafwerkvloer
5 Warmte-isolatie buis
2 PE-folie
6 Ruwe vloer
3 Contactgeluidsisolatie
7 Bodem (steengruis)
4 Egalisatielaag WLG 040 146
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Voorbeeld: Isolatie van leidingen in de vloeropbouw Prestabo-buis 15 mm, omsloten met 9 mm isolatie (λ = 0,04 W/m·K) in verdiepingsvloer tussen verwarmde ruimten van verschillende gebruikers EnEV, Bijlage 5, tabel 1, regel 7
Afb. H — 48
Voorbeeld: Isolatie van leidingen in de vloeropbouw Prestabo-buis 15 mm, omsloten met 26 mm isolatie (λ = 0,04 W/m·K) tegen bodem, buitenlucht of onverwarmde ruimten EnEV, Bijlage 5, tabel 1, regel 1
Afb. H — 49 1 Cementafwerkvloer
5 Warmte-isolatie buis
2 PE-folie
6 Stortlaag (Meabit / Perlit)
3 Contactgeluidsisolatie
7 Ruwe vloer
4 Egalisatielaag WLG 040
8 Bodem (steengruis)
147
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Voorbeeld: Isolatie van leidingen in de vloeropbouw Prestabo-buis 15 mm, kunststof ommanteld, in verdiepingsvloeren tussen verwarmde ruimten van verschillende gebruikers
Afb. H — 50 1 Cementafwerkvloer
5 Leiding (PP-ommanteld)
2 PE-folie
6 Stortlaag (Meabit / Perlit)
3 Contactgeluidsisolatie
7 Ruwe vloer
4 Egalisatielaag WLG 040
8 Spijkerplug (nylon)
Equipotentiaalverbinding* Het Prestabo-systeem is een elektrisch geleidend systeem en moet dus in de potentiaalvereffening worden geïntegreerd. Wordt een leidingsysteem of onderdelen ervan gelegd of in het kader van een sanering vervangen, dan dient de potentiaalvereffening door een elektricien te worden gecontroleerd! Voor de potentiaalvereffening is de installateur van de elektrische installatie verantwoordelijk! Menginstallaties Het Prestabo-systeem kan met afzonderlijke onderdelen van brons (Viega Sanpress) worden gecombineerd. Overgangen tussen Prestabo en onderdelen van koper of roestvast staal moeten met een fitting van brons worden uitgevoerd. Omdat bij het opwarmen van de installatie het gehele zuurstofgehalte uitgedreven of aan het metalen oppervlak gebonden wordt, bestaat er geen corrosiegevaar. Een zuurstofopname van het verwarmingswater moet worden vermeden door een deskundige installatie van verwarmingsinstallatie en expansievat en door het gebruik van geschikte kranen. Is een zuurstofopname onvermijdelijk, dan dienen er extra maatregelen te worden genomen, bijv. door chemische binding van de zuurstof. Het mengen van complete installatiesystemen is verboden.
148
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Leidingtraject en bevestiging Voor de bevestiging van de buizen dienen gewone buisklemmen met chloridevrije geluidsisolatie te worden gebruikt. Hierbij gelden de algemene regels voor bevestigingstechniek.
■■ Bevestigde leidingen mogen niet als houder voor andere leidingen en onderdelen worden gebruikt
■■ Buishaken zijn niet toegestaan ■■ Afstand tot verbindingen houden! ■■ Rekening houden met uitzetrichting – vaste en glijpunten inplannen. Om trillinggeluiden te voorkomen, dienen de bevestigingsafstanden in de tabel in acht te worden genomen. Recommended fastening gaps Buismaten [mm]
Bevestigingsafstand stangbuis [m]
Buismaten [mm]
Bevestigingsafstand stangbuis [m]
12
1,25
42
3,00
15
1,25
54
3,50
18
1,50
64,0
4,00
22
2,00
76,1
4,25
28
2,25
88,9
4,75
35
2,75
108,0
5,00
Tab. H — 12
Lengte-uitzetting – compensatoren Leidingen zetten bij opwarming al naargelang het materiaal verschillend uit. Om ongewenste spanningen in de leidingen te voorkomen, dient hier bij de planning en installatie van leidingsystemen rekening mee te worden gehouden. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan.
■■ vaste en glijpunten, ■■ uitzettingscompensatietrajecten, zoals expantiebochten, ■■ axiale compensatoren. De lengte-uitzetting ∆l van leidingen is afhankelijk van volgende fysische waarden:
■■ van het temperatuurverschil ∆T van het medium, ■■ van de leidinglengte l0 en ■■ van de lengte-uitzettingscoëfficiënt α. ∆l kan van diagrammen zoals Afb. H-48 worden afgelezen of kan rekenkundig worden bepaald. Voorbeeld Gegevens bedrijfsomstandigheden ■■ De bedrijfstemperatuur ligt tussen 10 en 60 °C – dus, ∆T = 50 K ■■ Het leidinggedeelte heeft een lengte van l0 = 20 m ■■ De lengte-uitzettingscoëfficiënt voor verzinkte staalbuizen α = 0,0120 [mm / mK] Waarden invullen in de formule: ∆l = α [mm / mK]· L [m] · ∆T [K] hieruit volgt: ∆l = 0,0120 [mm / mK] · 20 [m] · 50 [K] = 12 mm De lengte-uitzetting ∆l bedraagt 12 mm. 149
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Lengte uitzetting Prestabo-leidingen
Buislengte
Lengte-uitzetting
l0 [m]
∆l [mm]
Prestabo lengte uitzetting
Temperatuurverschil
∆T [K]
Afb. H — 51
Vaststelling van de lengte-uitzetting Op de x-as aan de waarde van het temperatuurverschil verticaal naar boven tot aan de buislengte, dan links op de y-as de lengte-uitzetting aflezen. Lengte-uitzetting diverse materialen Lengte-uitzetting bij buislengte = 20 m en ∆T = 50 K
[mm / mK]
[mm]
Roestvast staal (1,4401)
0,0165
16,5
Verzinkt staal
0,0120
12,0
Koper
0,0166
16,6
0,08 – 0,18
80 – 180
Kunststof
Tab. H — 13
150
Warmte-uitzettings-coëfficient α
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
U- of Z-uitzettingscompensatoren – berekening De lengte-uitzetting van leidingen bij opwarming wordt vooral gecompenseerd door de elasticiteit van het leidingnet. Is dit bij zeer lange buisafstanden niet mogelijk, dan moeten compensatoren worden geïnstalleerd. Deze kunnen als Z- of U-expantiebochten worden uitgevoerd. Expantiebochten zijn leidingdelen met bevestigingspunten die zo geplaatst worden, dat de lengteveranderingen van de leidingen op lange termijn geen mechanische schade veroorzaken. Dit wordt bereikt doordat de uitzetbeweging gericht wordt afgeleid naar leidingdelen die op basis van hun lengte voldoende flexibel zijn. Dit noemt men expantiebochten. De vaststelling van de noodzakelijke beenlengte is eenvoudig.
■■ Vaststellen van het grootst mogelijke temperatuurverschil ›∆T‹. ■■ Vaststelling van de buislengte ›l0‹. ■■ Met deze waarden wordt de lengte berekend, waarover het leidingge-
Berekening expantiebocht
deelte zich in totaal uitzet. In het voorbeeld van het vorige hoofdstuk is ∆l = 12 mm. ■■ In de diagrammen afb. H-52 en H-53 kan de noodzakelijke beenlengte L BZ of L BU dan direct worden afgelezen. Expantiebocht Z-vorm met expantiebocht LBZ en als T-verbinding Ø ≤ 54 mm
Afb. H — 53
Afb. H — 54 Expantiebocht U-vorm met expantiebocht LBU Ø ≤ 54 mm
Afb. H — 52
151
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Uitzettingsopname
Lengtebepaling voor expantiebocht (Ø ≤ 54 mm)
∆l [mm]
Expantiebocht Z- en T-vorm
Beenlengte
LBZ [m]
Beenlengte
LBU [m]
Afb. H — 55
Uitzettingsopname
∆l [mm]
Expantiebocht U-vorm
Afb. H — 56 152
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Expantiebocht Z-vorm met expantiebocht LBZ en als T-verbinding Ø ≥ 64,0 mm
Afb. H — 57
Afb. H — 58
Expantiebocht U-vorm met expantiebocht LBU Ø ≥ 64,0 mm
Afb. H — 59
153
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Uitzettingsopname
Lengtebepaling voor expantiebocht (Ø ≥ 64 mm)
∆l [mm]
Expantiebocht Z- en T-vorm
Beenlengte
LBZ [m]
Beenlengte
LBU [m]
Afb. H — 60
Expantiebocht
Uitzettingsopname
∆l [mm]
U-vorm
Afb. H — 61
154
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Montage Opslag en transport Om beschadiging van de zinklaag te voorkomen, mogen de buizen niet direct op de vloer worden opgeslagen. Bij het transport tegen beschadiging beschermen en bij het verladen niet over randen trekken. Verwerking Inkorten Blanke buizen kunnen met buissnijders, fijngetande metaalzagen of automatische zagen worden afgekort. Het gebruik van doorslijpschijven (Flex) of snijbranders is niet toegestaan. Bij af fabriek ommantelde buizen moet ter hoogte van de persfitting de kunststof mantel worden verwijderd. Het gebruik van de Prestabo-mantelbuisstripper garandeert het correct strippen op insteekdiepte. Langsgroeven op het buisoppervlak dienen te worden vermeden. Afmantelen De mantelbuisstripper 1 maakt een nauwkeurige verwijdering van de kunststof mantel aan de persuiteinden 2 , mogelijk. Beschadiging van de metalen oppervlakken wordt vermedenen er wordt slechts zoveel materiaal verwijderd, als voor de insteekdiepte nodig is 3 . Het gebruik van ander gereedschap wordt afgeraden. Opmerking: messen niet slijpen, maar vervangen. Mantelbuisstripper Verwijdert exact de benodigde insteekdiepte voor de persfitting (De kleur van de mantelbuisstripper kan verschillen)
1
2
3
Afb. H — 62
155
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Ontbramen De buiseinden moeten na het afkorten aan buiten- en binnenzijde zorgvuldig worden ontbraamd, om beschadiging van het afdichtingselement bij het monteren te voorkomen. Buigen Prestabo-buizen, blank 12, 15, 18, 22 mm kunnen koud worden gebogen met gewoon buiggereedschap. De buiseinden moeten ten minste 50 mm lang zijn om de persfittingen correct te kunnen opsteken. Opmerking: ommantelde Prestabo-buizen mogen niet worden gebogen, omdat er momenteel geen geschikt buiggereedschap beschikbaar is. Minimale buislengte U-vorm met expansiebocht LBU Ø ≥ 64,0 mm
Afb. H — 63
156
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Montagevoorbeelden Verwarmingsinstallatie Verdelerinstallatie met Prestabo
Afb. H — 64 Radiatoraansluiting Easytopkogelkranen
Afb. H — 65
Afb. H — 66 Persgereedschap Perstechniek op moeilijk toegankelijke plaatsen
Afb. H — 67
Afb. H — 68 157
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Bevestigingsmethoden – vaste en glijpunten Leidingen kunnen met vaste punten of met glijdende bevestigingen worden gemonteerd.
■■ Vaste punten zijn onbeweeglijk verbonden met het gebouw. ■■ Glijpunten laten een axiale uitzetting toe. Vaste punten moeten zodanig worden uitgekozen dat:
■■ torsiespanningen ten gevolge van lengteuitzetting grotendeels zijn uitgesloten en
■■ rechte leidingen, die geen richtingsveranderingen hebben, slechts één vast punt hebben. Glijdende bevestigingspunten dienen op voldoende afstand van verbindingen te worden geplaatst. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de te verwachten lengte-uitzetting ten gevolge van opwarming. Vaste punten en glijpunten Afstand houden tot de fitting Rekening houden met uitzettingsrichting
Afb. H — 69 Bevestiging met één vast punt
Afb. H — 71
158
Afb. H — 70
2 Verwarmingsinstallatie –Stalen leidingsystemen
Inbouwinstallatie Een leiding op de pleisterlaag of in een installatiekoker heeft voldoende ruimte voor uitzettingsbewegingen. Bij leggen onder de pleisterlaag of in afwerkvloeren moet deze ruimte met behulp van zacht isolatiemateriaal – bijv. schuimstof – worden gecreëerd. Dit geldt met name bij T-stukken en bochten, omdat de mechanische krachten zich vooral hier doen gelden. Inbouwinstallatie met isolatie
Afb. H — 72
Leggen in afwerkvloer Leidingen onder een zwevende afwerkvloer worden meestal in de egalisatielaag of in de contactgeluidisolatie gelegd, waar voldoende ruimte voor uitzetting beschikbaar is. Waar de leidingen verticaal uit de vloer komen, dient de benodigde ruimte met behulp van geschikt isolatiemateriaal te worden gecreëerd. Plaatsing in de afwerkvloerconstructie met aftakleiding Plafonddoorvoer
Afb. H — 73
Afb. H — 74
159
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Leggen in teerlaag – asfaltmastiek Voor etageverdeelleidingen met Prestabo fittingen is een professionele installatie vereist. In vloerverwarming moeten Prestabo persverbindingen worden beschermd met 20 cm niet-ontvlambaar materiaal aan elke kant. Het systeem moet worTeerlaag (asfaltmastiek)
Professionele vloerconstructie
3
2
4 5
6 1 Afb. H — 75 1
Ruwe betonvloer
4
2
Vulzand achter de randisolatiestroken
Teerlaag (asfaltmastiek) met afdekking
5
Kartonnen afdekking
3
Tegels
6
Egalisatie-/isolatielaag
den gevuld voordat de afwerkvloer wordt gelegd.
160