Stagetraining FORUM 3-4-2014
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Inleiding
3
Doelen Deelnemers Werkvormen Praktische voorbereiding Programma Voorstellen & introductie Inleiding Elevator pitch Introductie thema’s Rollenspellen -Casus 1: Liever een andere stage -Casus 2: Lastige werktijden -Casus 3: Te laat komen -Casus 4: Hoofddoek -Casus 5: Doe ik het goed? -Casus 6: Een gouden kans -Casus 7: Rotklusjes -Casus 8: Met de Franse slag Evaluatie
4 4
Bijlage 1 Praktische tips voorbereiding en uitvoering stage Bijlage 2 10 regels voor assertief gedrag
24 25
4 5 6 7 7 10 11 13 14 15 16 17 18 19 21 23
2
Inleiding De stage is bedoeld om jongeren een kans te bieden om ervaring en contacten in de beroepspraktijk op te doen, en zo de overgang van school naar werk te versoepelen. Problemen bij het vinden en met succes afronden van stages vormen echter een belangrijke aanleiding voor het veranderen van studierichting en vroegtijdig schooluitval. En bij een deel van de jongeren die wel een plek vinden, blijken de stages hun doel te missen: zij doen onvoldoende werkervaring en netwerken op om op de arbeidsmarkt aan de slag te kunnen komen. Om de stagetijd beter te benutten, hebben studenten een aantal vaardigheden nodig. Zij moeten goed kunnen uitleggen wat ze willen leren om een stageplek te regelen die bij hun leerdoelen past. Zij moeten rekening kunnen houden met de beroepscodes en omgangsvormen. Tevens moeten ze voldoende assertief zijn om lastige situaties aan te kaarten, profileren om hun toekomstkansen te vergroten. Deze training bestaat uit een module wat je in een keer kan aanbieden, maar ook er voor kan kiezen om dit in twee keer te doen. In het eerste deel gaan we het hebben over de kenmerken van een goede elevator pitch en zullen de studenten de gelegenheid krijgen om te oefenen. In het tweede gedeelte zullen we ingaan op drie belangrijke thema’s: assertiviteit, profilering en professioneel gedrag. Deze thema’s komen terug in de rollenspellen. Het trainen van studenten is een bijzonder vak. Een groot deel van het respect komt daarom ook jou als trainer toe. Ik wil je daarom ook veel succes wensen met deze belangrijke verantwoordelijkheid.
3
Doelen Studenten worden voorbereid op het vinden van een passende stageplek: Hoe vind ik een plek waar ik kan leren volgens mijn doelen? Wat zijn mijn kwaliteiten en hoe laat ik die zien? Wat verwacht de werkgever van me en speel ik daarop in? Studenten versterken hun sociale vaardigheden: Hoe ga ik om met beroepscodes, bedrijfscultuur en omgangsvormen? Hoe kleed en presenteer ik me? Studenten leren voor zichzelf opkomen en oefenen in proactiviteit en assertiviteit: Hoe kaart ik knelpunten in de uitvoering van mijn taken of de samenwerking met collega’s aan? Hoe ga ik om met lastige situaties ( discriminatie, intimidatie, uitbuiting)? Studenten worden bewust van hun eigen rol om hun stage tot leerzame periode te maken: Hoe zorg ik ervoor dat ik taken uitvoer die bij mijn leerdoelen passen? Hoe kan ik me profileren en laten zien wat ik kan? Hoe creëer ik extra leermomenten voor mezelf? Deelnemers 20-25 deelnemers uit het (V)MBO, bij voorkeur voordat zij aan hun stage beginnen. Indien het mogelijk is, is het voor het beste resultaat wenselijk dat de groepen uit 10-12 deelnemers bestaan. Werkvormen Vooraf aan de training krijgen de studenten een opdracht die aansluit op hun belevingswereld. Zij worden er zo vast toe gezet na te denken over hun ambities en wensen met betrekking tot de stage en gaan hier tijdens de training concreet mee aan de slag. De module wordt afgestemd op het niveau van de studenten en gebruikt interactieve en praktijkgerichte werkvormen. De training wordt klassikaal aangeboden, waarbij in kleine groepjes aan opdrachten wordt gewerkt. Je kunt kiezen uit twee modules. Hierbij verander alleen de kernopdracht. De eerste versie met de elevator pitch zal 90 minuten duren en de tweede versie met 120 minuten. Praktische voorbereiding De studenten krijgen een week vooraf aan de training een voorbereidende opdracht. De school kan de vragen in overleg met de trainer aanpassen naar de behoefte van de studenten. De opdracht wordt door de studenten ingeleverd bij de docent, die deze vooraf aan de training aan de K!X-projectmedewerker van FORUM geeft. De keuze van casussen voor de rollenspellen worden vooraf in overleg met de school besproken. De school kan alternatieve casussen inbrengen die interessant zijn voor de studenten. Bij het terugkijken naar het gedrag bij het geven van feedback kan een sterk leermoment worden gecreëerd. Indien gewenst kan de school audiovisuele apparatuur inzetten om de
4
elevator pitches en rollenspellen op te nemen. De school dient deze zelf aan te leveren en er zelf de volledige verantwoordelijkheid voor te dragen. Voorwaarden hierbij zijn dat het opnemen vooraf met de studenten besproken wordt en dat hun privacy gewaarborgd wordt. Programma Tijd 5 min.
Activiteit Voorstellen en Introductie
Inhoud
5 min.
34 min.
6 min. 60 min.
10 min.
Inhoud van de training
Duur 1 min. 4 min.
Benodigdheden PowerPoint Presentatie
Inleiding
Kennis over stage
5 min.
Elevator Pitch
Inleiding Filmpje Kenmerken Elevator Pitch Opdracht voorbereiding + oefenen Presenteren + feedback Conclusie
2 min. 2 min. 5 min. 10 min.
-PowerPoint Presentatie -Flip-over/ Schoolbord -Stift/krijt -PowerPoint Presentatie -Voorbereidende opdracht
3 thema’s kort uitleggen
6 min.
Uitleg spelregels & indeling groepen Voorbereiding in groepen Klassikaal uitspelen 4 casussen -3 min. rollenspel x 4 groepen (inclusief wisselen van groepen) -4 min. feedback door studenten x 4 groepen -3 min. 2e versie rollenspel x 4 (inclusief wisselen van groepen) -1 min. feedback trainer/docent x 4 groepen -Samenvatting van leerpunten en tips; uitdelen van praktische tips en 10 tips voor assertief gedrag (zie bijlage) Studenten kiezen een kaart Toelichting prettig/onprettig gevoel
5 min.
Introductie van thema’s Rollenspellen
Evaluatie
Totaal
10min. 5min.
6 min.
12 min.
16 min. 12 min.
4 min. 5 min.
2 min. 8 min. 120 min
5
PowerPoint Presentatie Casussen 1 t/m 8
Gevoelswereldspel
Voorstellen en introductie (5 min.)
Wat staat er op het programma? • Doel van de training • Doel van een stage • De Elevator Pitch • Rollenspel • Evaluatie
4-4-2014
Instructie: Benoem de verschillende programmaonderdelen. Leg het doel van de training uit: het versterken van de vaardigheden die je nodig hebt om de kansen die stage biedt goed te benutten.
Aan het einde van deze training... • ...weet je wat de kenmerken zijn van een goede elevator pitch; • …heb je geoefend met een elevator pitch en feedback ontvangen; • ...weet je hoe je op een goede manier voor jezelf kunt opkomen; • …weet je hoe je van je stage een leerzame periode kunt maken.
6-4-2014
Instructie: Neem de bovenstaande punten door.
6
Inleiding (5 min.) Vraag de studenten waarom zij stage moeten lopen: wat is het doel? Noteer de antwoorden op het bord of een flip-over. Toon vervolgens de dia met de verschillende doelen van de stage.
Waarom is het belangrijk dat je stage loopt? • Je leert werknemersvaardigheden; • Je leert omgaan met anderen op de werkvloer; • Je ontdekt je kwaliteiten; • Je ontdekt of je het werk leuk vindt (of juist niet!); • Je doet werkervaring op (handig voor op je CV!); • Netwerken: misschien vind je hier wel je nieuwe werkgever!; • En niet onbelangrijk: je diploma halen.
4-4-2014
Instructie: Neem de bovenstaande punten door. Elevator pitch (34 min.) Inleiding(2 min.) Leg uit wat een elevator pitch is. De letterlijke vertaling van een elevator pitch is: een verkooppraatje in de lift. Stel je voor dat je (toevallig) met de directeur van het bedrijf of de instelling van je dromen in de lift komt te staan. Dit is een eenmalige kans: voordat de lift boven is moet je zien jezelf zo goed te presenteren dat deze geïnteresseerd raakt om jou een mogelijkheid aan te bieden. Ook kun je de elevator pitch gebruiken om iets over jezelf te vertellen in een sollicitatiegesprek voor een stagplek Maar wat vertel je dan in een minuut over jezelf? Vertel dat jullie een voorbeeld van een elevator pitch gaan bekijken voordat de studenten er zelf mee aan de slag gaan. Vertel hen dat we achteraf de kenmerken van een goede pitch zullen bespreken.
7
Toon het filmpje (2min.)
http://www.youtube.com/watch?v=4C8-fKZ6VlQ http://www.youtube.com/watch?v=xnQuzLrKvaU
6-4-2014
Kenmerken van een Elevator Pitch (5 min.) Vraag de studenten wat de kenmerken van een goede elevator pitch zijn en noteer deze op een flip-over. Laat vervolgens de volgende dia zien.
De Elevator Pitch Een goede Elevator Pitch: Heeft een pakkende opening; Is kort maar krachtig (wie ben je, wat kun je, wat maakt jou speciaal, wat is je doel etc.); Duurt niet langer dan een minuut; Wordt met enthousiasme gebracht; Eindigt met een vraag.
6-4-2014
Instructie: Neem de bovenstaande punten door en licht ze toe.
8
Informatie Heeft een pakkende opening Probeer iets te zeggen over de betreffende persoon of organisatie, gevolgd door een open vraag. Dan staat de ander centraal en wordt hij uitgenodigd om het gesprek met je aan te gaan. Is kort maar krachtig De basis van een Elevator Pitch is zelfkennis. Als je niet weet wie wat je kan, wat jou speciaal maakt of wat jouw doel is, kun je het ook niet aan anderen vertellen. Duurt niet langer dan een minuut Je hebt geen afspraak met de betreffende persoon staan waarin je tijd en ruimte hebt om alles toe te lichten. In de tijd van een ritje met de lift moet je jezelf kort en krachtig kunnen presenteren. Wordt met enthousiasme gebracht Spreek enthousiast en overtuigend, want als jij niet in jezelf gelooft doet niemand het. Wat je zegt is belangrijk, maar hoe je het zegt en erbij staat is ook ontzettend belangrijk. Eindigt met een vraag Eindig je verhaal met een vraag: informeer naar je gesprekspartner door te vragen wat hij/zij doet, of als deze direct weg moet kan je om een visitekaartje vragen of geven ( als er natuurlijk interesse is).
Opdracht De Elevator Pitch
7-4-2014
Plenaire oefening (20 min.) Laat de studenten twee aan twee een elevator pitch uitproberen (met behulp van hun eigen antwoorden op vragen 2, 3 en 4 van de voorbereidende opdracht) en elkaar feedback geven. Geef ze hiervoor 10 minuten de tijd. Vervolgens vraag je een aantal studenten voor de groep een elevator pitch (1 minuut) voor te doen met als doel de stage van hun dromen te krijgen. Leg aan de overige studenten uit wat hun taken zijn als observatoren. Na ieder pitch geven de observatoren hun commentaar. Zorg ervoor dat de dia (met de kenmerken van een elevator pitch) openstaat op de achtergrond, zodat de observatoren weten waar ze op moeten letten.
9
Conclusie (5 min.) Vat samen wat we geleerd hebben van de elevator pitch m.b.t. een stage: dit is een goede oefening om je voor te bereiden om over je stage in gesprek te gaan, zowel met je begeleider op school als met de werkgever. Bedenk vooraf aan deze gesprekken: Wat je eigen ambities en leerdoelen zijn Waarom je precies bij deze werkgever stage wil lopen Wat je kwaliteiten zijn en wat je te bieden hebt Introductie thema’s (6 min.) Leg uit dat jullie het nu gaan hebben over drie belangrijke thema’s waarmee ze te maken zullen hebben bij het vinden van een stage of op de werkvloer. Assertiviteit, profilering en professionele omgang. Vraag wat er mee wordt bedoeld en laat de volgende dia zien.
3 belangrijke thema’s • Assertiviteit: voor jezelf opkomen en aan je eigen doelen werken; • Profilering: laten zien wat je kunt en een goede indruk achterlaten; • Professioneel gedrag: je gedrag en omgang op de werkvloer.
6-4-2014
Instructie: neem de bovenstaande punten door. Deze thema’s komen terug in de rollenspellen, die zich richten op twee stadia: Voorbereiden (hoe krijg je de stage die past bij je leerdoelen): je keuzes toelichten je kwaliteiten overbrengen duidelijke afspraken maken Op de werkvloer(hoe benut je de stage voor je leerdoelen en zorg je dat je leert wat je wilt leren en laat zien wat je kunt): vragen om feedback en leermomenten omgaan met kritiek kwaliteiten en inzet benoemen lastige situaties aankaarten
10
Rollenspellen (60 minuten) Uitleg spelregels & indeling groepen (5 min.)
Rollenspel: goed omgaan met verschillende situaties 1. Te laat Je komt te laat voor het sollicitatiegesprek bij het bedrijf van je dromen. Hoe zorg je ervoor dat je toch nog een goede indruk maakt? 2. Doe ik het goed? Je loopt nu al drie weken stage, maar hebt nog geen voortgangsgesprek gehad. Je wilt aan je werkgever vragen om geregeld feedback te krijgen, zoals in het begin is afgesproken. 3. Rotklusjes De werkgever geeft je taken die eigenlijk niet passen bij je leerdoelen: koffie zetten, vegen en boodschappen doen. Hoe ga je hierover in gesprek met je werkgever?
7-4-2014
Instructie: Leg uit dat we rollenspellen gaan doen rond de besproken thema’s. Neem de bovenstaande situaties door, zodat ze een idee krijgen van de casussen. Verdeel de studenten in groepen en geef elk groep een casus. Vooraf Casus: Liever een andere stage – gesprek met de stagebegeleider over stageplek Casus: Lastige werktijden – gesprek mbo-opleiding kok bij restaurant (Franse keuken) Casus: Te laat komen – te laat op sollicitatiegesprek Casus: Hoofddoek- werkgever vraagt je geen hoofddoek te dragen Op de werkvloer Casus: Kritiek of advies? Casus: Doe ik het goed? Casus: Een gouden kans? Casus: Rotklusjes – in gesprek met de werkgever over je taken( omgaan met lastige situaties) Casus: Met de Franse slag – dilemma stagiaire verpleeghulp (profileren vanuit lastige situatie) Tip groepsindeling: Voor de start van de training kun je de korte casusbeschrijvingen ophangen (A4). Tijdens de opdracht kun je ze vragen om de door de klas te lopen en zijn/haar naam te noteren onder een casus die hij/zij wil spelen. Inschrijven op interesse zorgt voor andere groepsvormingen en tevens ook voor extra motivatie. Voorbereiding in groepen (6 min.)
11
Rollenspel: en nu aan de slag! 1. Voorbereiden van het rollenspel: 6 minuten 2. Rollenspel voor de klas: 3 minuten 3. Feedback van de klas 4. Wat hebben we geleerd?
7-4-2014
Instructie: De rollenspellen worden in groepjes van 4-5 studenten voorbereid. Hier krijgen ze 6 minuten de tijd voor. Voorbereiding: lezen van de casus verdelen van de rollen (wie speelt wat) bespreken van de aandachtspunten door de (2) studenten die dezelfde rol spelen. Elke rollenspel wordt twee keer gespeeld: eerst door het eerste stel studenten uit de groep en na feedback door het tweede stel studenten uit de groep. De rest van de klas is observator. Uitvoering rollenspel (4 x 11 min.) 1e versie (3 min.) en daarna feedback van de observatoren, trainer en docent (4 min.) 2e versie (3 min.) en daarna feedback van de trainer (1 min.) Samenvatting van leerpunten en tips (5 min.) Geef een korte samenvatting van de leerpunten; uitdelen van praktische tips voorbereiding en uitvoering stage (bijlage 1) en 10 tips voor assertief gedrag (bijlage 2).
12
Casus 1: Liever een andere stage Je krijgt een stageplek aangeboden van de stagebegeleider bij administratiekantoor. Jij hebt daar eigenlijk geen zin in en wil een bedrijf benaderen uit je eigen netwerk via een familielid. Hoe ga je dit gesprek met je stagebegeleider aan? Verdeel de rollen. Rollenspel: Student: Bedenk vooraf goed je argumenten, bij voorbeeld: -Welke leerdoelen heb je? -Wat je nodig hebt om deze te halen? -Waarom is een stage bij het administratiekantoor hiervoor niet geschikt? -Waarom is het alternatief dat je voor ogen hebt geschikter? Snijdt het onderwerp op een aardige en rustige manier aan Vertel je argumenten duidelijk Tip: Praat vooral vanuit de ik-vorm: “Ik heb nagedacht...” of “Ik denk dat mijn keuze..” Stagebegeleider: Bedenk argumenten waarom het administratiekantoor de beste keuze voor de stage is. Leg duidelijk uit dat een stage bij het administratiekantoor belangrijk en nuttig is met oog op de leerdoelen Breng ook argumenten tegen de door de student voorgestelde stageplek: is het bedrijf bijvoorbeeld wel erkend? Wijk niet af van je mening dat de student jouw keuze moet volgen. Houd voet bij stuk! Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je aan het eind feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Inhoud: Zorg dat je duidelijkheid krijgt over de verwachtingen van de stagebegeleider (assertiviteit). Geef aan wat jouw leerdoelen en verwachtingen zijn (profilering). Geef aan wat jouw kwaliteiten zijn en welke inzet jij wilt leveren (profilering). Assertiviteit: Zeg beleeft “nee”: motiveer je keuze vanuit je leerdoelen, en stel een alternatief voor. Ga de confrontatie aan: zeg geen ja als je daarmee tegen je eigen doelen ingaat. Zorg voor ontspannen indruk en zelfvertrouwen in je houding en lichaamstaal.
13
Casus 2: Lastige werktijden Je bent op sollicitatiegesprek bij een bedrijf voor een stage. De manager vraagt of je bereid bent je qua taken en tijden flexibel in te zetten. Spreek samen af over welk bedrijf en voor welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Sollicitant (student): Bedenk vooraf goed: -welke behoeften kan het bedrijf hebben en waar zou jij je aan kunnen houden?Wat is haalbaar voor jou? Tijdens het gesprek: -benoem duidelijk je kwaliteiten en bereidheid tot inzet -leg uit dat je de behoefte aan flexibiliteit erkent, maar ook duidelijkheid wilt dat opruimtaken en late werktijden eerlijk verdeeld worden en niet eenzijdig op jou als stagiaire wordt afgeschoven. -zorg dat je afspraken maakt die voor jou redelijk zijn! Manager: Je hebt in het verleden te maken gehad met stagiaires die zich niet flexibel opstelden: alleen op vaste werktijden wilden werkten en/of extra betaling gingen eisen, geen zin hadden in opruimtaken, zich oncollegiaal opstelden op drukke dagen, en andere onrealistische verwachtingen hadden van de stage-instelling. Je wilt daarom absoluut zeker zijn dat de stagiaire zich voldoende flexibel zal opstellen. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Inhoud: Maak je eigen leerdoelen duidelijk. Zorg dat de verwachtingen van de werkgever je duidelijk zijn. Zorg dat je duidelijke afspraken maakt over de werktijden, mate van flexibiliteit, soort taken, begeleiding etc. Assertiviteit: Houd voet bij stuk wanneer je vindt dat de manager onredelijk veel flexibiliteit verwacht. Laat ook duidelijk merken dat je weet en begrijpt dat er een zekere flexibiliteit vereist wordt in het bedrijf.
14
Casus 3: Te laat Je komt te laat voor het sollicitatiegesprek bij het bedrijf van je dromen. Hoe zorg je ervoor dat je toch nog een goede indruk maakt? Spreek samen af over welk bedrijf en voor welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Student: Bedenk een goede reden waarom je te laat bent. Zeg bij aankomst dat je te laat bent voordat de werkgever dat doet. Laat merken dat je begrijpt dat dit last veroorzaakt voor de werkgever. Leg duidelijk en kort uit waarom je te laat bent, en licht meteen ook toe waarom je blij bent dat je op gesprek mag komen. Leg ook duidelijk uit wat je sterke kanten zijn en met welke inzet jij een stage wilt uitvoeren. Je wilt deze stageplek dolgraag: probeer de werkgever dus te overtuigen dat te laat komen een eenmalige fout is die nooit meer zal voorkomen. Werkgever Je ziet te laat komen voor het sollicitatiegesprek als belangrijk signaal dat de stagiaire niet gemotiveerd is en ook gedurende de stage zelf vaak te laat zal zijn of niet zal komen opdagen. Het zal niet de eerste keer zijn dat je dat meemaakt. De stagiaire moet wel een heel goed verhaal hebben om nog in aanmerking te komen voor een stageplek. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Geef aan wat jouw kwaliteiten zijn en welke inzet jij wilt leveren (profilering). Geef aan wat jouw leerdoelen en verwachtingen zijn (profilering). Een eenmalige fout hoeft geen blijvende schade op te leveren: heb vertrouwen dat je een voor jou negatieve situatie kan keren door je eigen gedrag. Laat merken dat je de verwachtingen van de werkgever begrijpt en je er ook aan wil houden. Zorg voor ontspannen indruk en zelfvertrouwen in je houding en lichaamstaal.
15
Casus 4: Hoofddoek Tijdens een sollicitatiegesprek bij het bedrijf van je dromen geeft de werkgever aan dat je geen hoofddoek kunt dragen bij het stage lopen. Spreek samen af over welk bedrijf en voor welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Student: Bedenk vooraf: - waarom je hoofddoek belangrijk voor jou is? - welke afspraken ben je bereid te maken om een stageplek bij dit bedrijf te krijgen? - welke bezwaren kan de werkgever tegen het dragen van een hoofddoek hebben? Tijdens het gesprek: - leg uit op welke manier jij mogelijke bezwaren tegen de hoofddoek kunt wegnemen. - benoem wat je sterke kanten zijn en vertel met welke inzet jij de stage wilt uitvoeren. Je wilt deze stageplek dolgraag: probeer de werkgever dus te overtuigen om jou aan te nemen en te accepteren dat je een hoofddoek draagt. Werkgever Je ziet het dragen van een hoofddoek vooral als teken van een gebrek aan bereidheid tot aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Je bent ook bang dat collega’s op de werkvloer hier weerstand zullen hebben. Er is aanbod genoeg: het is aantrekkelijker en gemakkelijker een stagiaire aan te nemen die geen hoofddoek draagt. Maar als de stagiaire erin slaagt jou te overtuigen dat ze uitermate geschikt is voor de functie en een goede bijdrage zal leveren, ben je te vermurwen. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Geef aan wat jouw kwaliteiten zijn en welke inzet jij wilt leveren (profilering). Geef aan wat jouw leerdoelen en verwachtingen zijn (profilering). Wees duidelijk over je eigen grenzen en overtuigingen, en geef niet toe aan eisen die hier tegenin gaan (assertiviteit). Laat merken dat je de verwachtingen van de werkgever begrijpt en je ernaar wil voegen. Blijf beleefd en professioneel. Zorg voor ontspannen indruk en zelfvertrouwen in je houding en lichaamstaal.
16
Casus 5: Doe ik het goed? Je loopt nu al drie weken stage, maar hebt nog geen voortgangsgesprek gehad. Je wilt aan je werkgever vragen om geregeld feedback te krijgen, zoals afgesproken bij de aanvang van je stage. Spreek samen af over welk bedrijf en welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Stagiaire: Bedenk vooraf: - Wat zijn je leerdoelen en de taken die je hebt uitgevoerd? - Waar wil je precies feedback over krijgen m.b.t. de uitvoering van jouw taken? Tijdens het gesprek: - Leg uit dat feedback voor jou belangrijk is om te zoveel mogelijk te leren. - Leg uit wat je leerdoelen zijn en dat het voor jouw belangrijk is te weten of je die haalt. - Benoem ook dat je het fijn vindt dat je een kans hebt gekregen binnen dit bedrijf, je bereid bent je in te zetten graag echt iets wil bijdragen aan het bedrijf. - Herinner de werkgever eraan dat er aan het begin van je stage is afgesproken dat je regelmatig feedback zou krijgen. Werkgever: Het is een drukke periode. Er is eigenlijk geen tijd om stagiaires op te leiden. Ze moeten zich gewoon nuttig maken en goed opletten, dan krijgen ze vanzelf een goede beoordeling. Je hebt geen tijd en zin je te veel te verdiepen in de leerdoelen van stagiaires. Maar als uit het gesprek blijkt dat deze stagiaire heel gemotiveerd is, zich goed inzet en erg graag meer wil leren, ga je er meer in zien en koppel je hem/haar aan een werknemer die gewend is stagiaires te begeleiden. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Vraag zelf om advies en feedback. Benoem je kwaliteiten, inzet en bijdrage. Verplaats je in de behoeften van je werkgever en speel daarop in.
17
Casus 6: Een gouden kans Je loopt al een maand stage, en doet al die tijd dezelfde taken en beheerst deze nu goed. Je bent daarom toe aan andere taken, en wil graag meer leren. Spreek samen af over welk bedrijf en beroep het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Stagiaire: Bedenk vooraf: - Wat zijn je leerdoelen? - Welke taken heb je uitgevoerd en wat heb je daarvan geleerd? - Welke taken zou je graag gaan doen en hoe sluiten die aan op je leerdoelen? Tijdens het gesprek: - Benoem ook dat je het fijn vindt dat je een kans hebt gekregen binnen dit bedrijf, je bereid bent je in te zetten en echt iets wil bijdragen aan het bedrijf. - Benoem wat je taken tot nu inhielden en laat blijken dat je deze goed beheerst. - Leg uit wat je leerdoelen zijn en welke taken je graag zou krijgen om hier verder aan te werken. Werkgever: Het is een drukke periode. Er is eigenlijk geen tijd om stagiaires op te leiden - ze moeten zich gewoon nuttig maken. Je hebt geen tijd en zin je te veel te verdiepen in de leerdoelen van stagiaires: een vaste taakverdeling is voor jou het gemakkelijkst. Maar als uit het gesprek blijkt dat deze stagiaire heel gemotiveerd is, zich goed inzet en erg graag meer wil leren, ga je er meer in zien en koppel je hem/haar aan een werknemer die meer wisselende taken kan geven. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Profileer jezelf: Benoem je kwaliteiten, inzet en bijdrage. Ga actief op zoek naar leermogelijkheden. Verplaats je in de behoeften van je werkgever en speel daarop in.
18
Casus 7: Rotklusjes De werkgever geeft je taken die eigenlijk niet passen bij je leerdoelen: je moet namelijk koffie zetten, vegen en boodschappen doen. Hoe ga je hierover in gesprek met je werkgever? Spreek samen af over welk bedrijf en welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Stagiaire: Bedenk vooraf: - welke leerdoelen heb je in deze stage? - welke taken zou je graag krijgen om je leerdoelen te halen? Tijdens het gesprek: - leg uit wat de leerdoelen van je stage zijn. - vraag de werkgever hoe hij aan het einde van je stage over deze leerdoelen aan de school een beoordeling kan geven - stel voor welke taken je graag wil doen om je leerdoelen te halen Je wilt graag in het bedrijf blijven en zoekt een mogelijkheid om hierover afspraken te maken: Je wilt dat de werkgever jou taken geeft die aansluiten bij je stagedoelen. Als het in dit gesprek niet lukt, geef je aan dat je een driegesprek wil met de stagebegeleider erbij. Werkgever: De werkgever staat op het standpunt dat hij juist iemand nodig heeft voor het zetten van koffie, het schoonmaken en het doen van de boodschappen. Dat andere komt later wel. Er is genoeg aanbod en de werkdruk in het bedrijf is hoog. Je hebt eigenlijk geen zin in extra begeleiding van de stagiair(e). Vertel de leerling dat hij blij moet zijn dat hij de stage heeft gekregen Zeg dat, als het de student niet bevalt, dat hij/zij mag vertrekken Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Inhoud: Zorg voor een balans tussen je eigen leerdoelen en de behoeften van je werkgever. Leg uit welke leerdoelen je hebt en welke verplichtingen je moet nakomen voor school. Geef aan dat je de behoeften van de werkgever begrijpt, en in welke mate jij bereid bent hieraan tegemoet te komen. Zoek, als je er samen niet uitkomt, een ander aanspreekpunt binnen het bedrijf en/of vraag om hulp van je studiebegeleider op school.
19
Assertiviteit: Ga de confrontatie aan: zeg geen ja als je daarmee je eigen grenzen overschrijdt. Zorg voor ontspannen indruk en zelfvertrouwen in je houding en lichaamstaal. Houd voet bij stuk wanneer je vindt dat de werkgever onredelijke verwachtingen heeft.
20
Casus 8: Met de Franse slag Je loopt binnen een bedrijf als stagiaire mee met een vaste werknemer, en ziet dat deze zich niet aan de beroepscodes houdt (bv: onzorgvuldig, slechte hygiëne, grof tegen klanten e.d.). Ook laat de werknemer, vanwege de tijdsdruk, geregeld taken aan jou over wat jij al stagiaire nog niet alleen mag uitvoeren. Je gaat hierover het gesprek aan met de werknemer. Spreek samen af over welk bedrijf en welke functie het gesprek gaat en verdeel de rollen. Rollenspel: Stagiaire: Je maakt je zorgen over de mogelijke gevolgen van de werkwijze van de werknemer en het risico dat jij zelf fouten maakt bij de uitvoering van taken waar je nog niet zo veel af weet. Tegelijkertijd wil je collegiaal zijn, en is de feedback van de verpleegkundige over jouw inzet en werkwijze aan jouw stagebegeleider binnen het ziekenhuis belangrijk voor jouw interne stagebeoordeling. Leg uit dat je het waardeert dat je de kans krijgt om te leren en ervaring op toe doen. Leg uit wat je leerdoelen zijn en welke taken je op dit moment kan uitvoeren. Spreek in de ik-vorm over gedrag van de werkgever dat tegen de beroepscodes ingaat. Zorg dat de werkgever jouw dilemma begrijpt en zich als professional verplicht voelt om er iets mee te doen, en houd voet bij stuk zolang je vindt dat de werknemer onvoldoende tegemoet komt aan jouw zorgen. Werknemer: Je hebt een hoge werkdruk, en weet wel dat je soms niet helemaal volgend de regels werkt, maar denkt niet dat dit problemen zal opleveren. Je vindt het meelopen van de stagiaire eigenlijk een beetje lastig: je moet vragen beantwoorden en krijgt er weinig voor terug. Om tijd terug te winnen laat je wel eens wat werk aan hem/haar over. Zeg dat de stagiaire de beroepscodes (slechte hygiëne, grof tegen klanten etc.) niet zo serieus hoeft te nemen. Benadruk dat als je de stagiaire begeleid je ook wel flexibiliteit verwacht. Taken voor de observator: Kijk en luister goed naar het rollenspel, zodat je feedback kunt geven (maak aantekeningen). Stel jezelf de volgende vragen: Komt de student goed op voor zichzelf? Laat de student zien wat hij/zij kan? Heeft de student zich netjes gedragen? Was de student duidelijk over zijn/haar leerdoelen? Houd de student rekening met de werkgever? Conclusies en praktische tips: Inhoud: Blijf beleefd en professioneel ( vertel over je leerdoelen en verplichtingen en houd oog voor de behoeften van de werknemer). Benadruk dat je niet in strijd met de beroepscodes wilt handelen of taken uitvoeren waar je nog niet klaar voor bent. Vraag je andere collega’s binnen het ziekenhuis of je stagebegeleider op school om
21
steun als je er niet uitkomt. Assertiviteit: Ga het gesprek met je begeleider aan. Zorg voor ontspannen indruk en zelfvertrouwen in je houding en lichaamstaal.
22
Evaluatie (10 min.)
En nu jullie mening!
Wat vonden jullie van de training?
7-4-2014
Instructie: De kaarten (gevoelswereldspel) worden voor de training open op tafel gelegd (scheelt tijd). Vraag ze bij de evaluatie op te staan, geef ze 1 a 2 minuten de tijd om een kaart met een prettig gevoel erop en een kaart met een onprettig gevoel erop te kiezen, die aangeven hoe de training is beleefd. Je kunt deze spelvorm op dezelfde manier spelen met gebruikmaking van afbeeldingen of foto’s (bv. Water naar de zee dragen). De vraag die je stelt is dan: Welke afbeelding past het beste bij het gevoel dat je hebt over de training?
23
Bijlage 1 Praktische tips voorbereiding en uitvoering stage Stage voorbereiden: Vooraf: - Zorg dat je het bedrijf en de persoon waarmee je in gesprek gaat kent (bv. via website) - Vorm vooraf een duidelijk en concreet beeld van de functie-eisen - Bedenk hoe jouw kwaliteiten aansluiten bij de functie-eisen (wat heb je te bieden) - Zorg dat je weet welke leerdoelen je hebt voor de stage, en hoe je die denkt te halen. Gesprek: - Zorg dat je duidelijkheid krijgt over de verwachtingen van de werkgever (assertiviteit) - Geef aan wat jouw leerdoelen en verwachtingen zijn (profilering) - Geef aan wat jouw kwaliteiten zijn en welke inzet jij wilt leveren (profilering) - Maak duidelijke afspraken over werktijden, taken en verwachte flexibiliteit (assertiviteit) - Maak duidelijke afspraken over jouw begeleiding (door wie en hoe vaak) (assertiviteit) Gedragscodes: - Zorg dat je altijd op tijd bent. - Zorg voor een goede presentatie: kleding, houding, beleefdheidsvormen. Op de werkvloer: Jezelf profileren: - Vat kritiek op als leermoment. - Ga actief op zoek naar leermogelijkheden. - Vraag zelf om advies en feedback. - Benoem je kwaliteiten, inzet en bijdrage. - Verplaats je in de behoeften van je werkgever en anticipeer daarop. Omgaan met lastige situaties: - Durf misstanden aan te kaarten. - Blijf beleefd en professioneel (redeneer vanuit je leerdoelen en verplichtingen en houd oog voor de behoeften van je werkgever). - Vraag je stagebegeleider op school om steun. Gedragscodes: - Zorg dat je altijd op tijd bent. - Zorg voor een goede presentatie: kleding, houding, beleefdheidsvormen. - Let op de omgangsvormen van je collega`s: hoe gaan ze om met elkaar, met de leidinggevende, met klanten. - Pas je gedrag aan de bedrijfscultuur (duur van de pauze, ruimte voor praatjes) aan - Let op dat je handelt volgens de beroepscodes (zorgvuldigheid, hygiëne, ..)
24
Bijlage 2 10 regels voor assertief gedrag 1. Ga de confrontatie aan Wanneer je te maken krijgt met verwachtingen of situaties die jouw rechten aantasten, zul je de confrontatie aan moeten gaan. Bedenk dat de eerste stap het moeilijkst is. 2. Loop niet vooruit op de gevolgen Wat als … gedachten over de mogelijke gevolgen kan je ervan weerhouden assertief te zijn. Bekijk het ook van de andere kant: de ander kan evengoed blij zijn met jouw feedback. De werkelijke gevolgen weet je pas wanneer je het probeert. 3. Bereid je voor Bereid je voor als je weet dat er een situatie aankomt die om assertief gedrag vraagt. Bedenk thuis vast je argumenten, en oefen voor de spiegel. Zo sta je sterker in je schoenen. 4. Ontspan Je kunt je hart voelen kloppen en je bloed racen wanneer je op het punt staat om tegen iemand in te gaan of iets aan te kaarten. Span je spieren aan, en laat ze daarna ontspannen – dan wordt de angst vanzelf minder. Breng je boodschap rustig en duidelijk over. 5. Gebruik “ik” boodschappen Gebruik een “ik” boodschap om het gedrag van een ander aan te kaarten. “Ik kan me niet concentreren met lawaai om me heen” komt minder hard aan dan “Je bent ook altijd zo luidruchtig”. Zo voorkom je dat de ander zich aangevallen voelt. 6. Zorg voor een assertieve uitstraling Assertief overkomen zit niet alleen in je boodschap, maar ook in je houding en stemgebruik. Verstop je niet en laat duidelijk merken dat je er bent: zichtbaar en hoorbaar. 7. Oefening baart kunst Als je het moeilijk vindt om tegenover anderen assertief te zijn, kun je er beter in worden door oefening. Net als bij leren fietsen is het begin moeilijk, en gaat het later vanzelf. 8. Wees niet té assertief Ga niet te ver in het opdringen van je mening of je zin doordrijven. Assertiviteit betekent dat je oog hebt voor de belangen van jezelf en van de ander. Laat merken dat je de belangen van de ander erkent. 9. Kijk goed naar anderen Observeer assertieve mensen in je omgeving. Kijk goed hoe zij zich gedragen en bewegen, en let op welke woorden ze gebruiken. Zo leer je hoe het moet, en vooral ook dat het kan. 10. Volg een cursus of een training als je er moeite mee blijft houden
25