STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e): ....................................................................... Stageplaats (+ adres): ................................................................
Tussentijdse evaluatie
..................................................................................................
Eindevaluatie
Stageperiode: ............................................................................
Datum: .. / .. / 20..
Stagementor:
............................................................................
Gelieve hieronder de aangegeven competenties als volgt te beoordelen: Per competentie aangeven in welke mate deze van belang is (cruciaal, nodig of niet van toepassing) voor het goed uitvoeren van de opdracht(en) van de stagiair(e) en vervolgens de prestaties op dit vlak beoordelen in vergelijking met de prestatie die normaliter zou worden verwacht van een nieuwe betaalde werknemer in de functie van psycholoog (weliswaar zonder eerdere werkervaring).
1.5. Verzamelen van informatie: de stagiair(e) absorbeert snel nieuwe informatie, vraagt naar
cruciaal
nodig
NVT
zwak
matig
goed
de mening van anderen, zoekt naar de meest relevante informatie.
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
Compententie en
Belang van de competentie
Beoordeling van prestatie van stagiair in vergelijking
beschrijving
voor de job
tot vereisten voor betaalde psycholoog na 6 maanden
Als richtlijn nemen we aan dat “goed” betekent dat de stagiair aan de gestelde verwachtingen op dit vlak heeft voldaan, “zwak” voldoet duidelijk niet aan de gestelde eisen voor de uitgeoefende functie en zou in een normale situatie wellicht aanleiding geven tot ontslag, “matig” is een aandachtspunt, maar niet meteen problematisch. De precieze verdere invulling van de schaalankers wordt verder vrij gelaten aan de beoordelaar en zal besproken worden tijdens het evaluatiegesprek.
1. Professionele vaardigheden Aspecten van probleemoplossing 1.5. Verzamelen van informatie:
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
beoordelingen,
nodig
begrijpt snel en houdt rekening met alle aspecten van een
NVT
de stagiair(e) absorbeert snel nieuwe informatie, vraagt
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
naar de mening van anderen, zoekt naar de meest relevante informatie.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
1.2. Analyseren: de stagiair(e) analyseert en integreert gegevens, maakt logische,
probleem.
rationele
en
weloverwogen
absolute top
1.3. Beredeneerd handelen:
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
de stagiair(e) neemt, binnen de gegeven verantwoordelijk-
cruciaal
heden, geschikte beslissingen, rekening houdende met
nodig
risico’s,
NVT
de
stagiair(e)
overweegt
verschillende
alternatieven
alvorens zich uit te spreken of tot actie over te gaan.
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
1.4. Probleemoplossend gedrag: de stagiair(e) produceert een reeks van uitwerkbare oplossingen, vindt manieren om voordeel te halen uit bestaande producten en expertise. De stagiair€houdt rekening met winst, verlies, toegevoegde waarde en
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
potentiële schade. 1.5. Beslissen:
beperkte
hoeveelheid
informatie,
bestaande
absolute top
kwesties en situationele vereisten. Opmerkingen i.v.m. ‘Aspecten van probleemoplossing’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kwaliteit van het werk en professionele inzet 1.6. Betrouwbaarheid:
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
1.8. Nauwkeurigheid:
cruciaal
de stagiair(e) is in staat om, uit eigen beweging,
nodig
zijn/haar taak tot in de details te verzorgen.
NVT
de stagiair(e) komt steeds afspraken na, is stipt en
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
georganiseerd wat betreft afspraken op zowel korte als op lange termijn. 1.7. Doorzettingsvermogen: de stagiair(e) kan gedurende een lange periode in hoge mate actief zijn wanneer de opdracht dat vraagt; de stagiair(e) houdt vol.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
absolute top
absolute top
Opmerkingen i.v.m. ‘Kwaliteit van het werk en professionele inzet’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Organisationele betrokkenheid
1.10. Bedrijfsidentificatie:
cruciaal
de stagiair(e) komt op voor de belangen van het bedrijf bij
nodig
zijn/haar collega’s.
NVT
1.11. Klantgerichtheid:
cruciaal
de stagiair(e) stemt zijn/haar acties af op de gevoelens,
nodig
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
absolute top
behoeften en wensen van interne en externe klanten, ook
NVT
cruciaal
nodig
NVT
principes:
cruciaal
de stagiair(e) gedraagt zich op een manier die conform is
nodig
met
NVT
wanneer die niet rechtstreeks geuit worden.
1.12. Organisatiesensitiviteit: de stagiair(e) is in staat om invloeden en gevolgen van
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
eigen beslissingen of acties op andere onderdelen van de organisatie te onderkennen.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
1.13. Aanpassen aan organisationele waarden en
de
waarden,
principes
en
strategieën
van
de
absolute top
onderneming; voelt de bedrijfscultuur aan. Opmerkingen i.v.m. ‘Organisationele betrokkenheid’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
2. Interpersoonlijke kenmerken Communicatieve vaardigheden
2.1. Mondeling:
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
een begrijpelijke en grammaticaal correcte taal doelgericht
nodig
ideeën en/of meningen op schrift zetten zodat het publiek
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
de stagiair(e) is in staat een mondelinge boodschap
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
vaardig over te brengen zodat het publiek tot wie de boodschap gericht is, ze volledig begrijpt.
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
2.2. Schriftelijk: de stagiair(e) is in staat op een gestructureerde wijze en in
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
tot wie de boodschap gericht is, ze volledig begrijpt 2.3. Presenteren: de
stagiair(e)
kan
informatie
op
een
duidelijke
en
gestructureerde manier voorstellen voor een publiek met het gepaste gebruik van didactisch materiaal. 2.4. Luisteren: de stagiair(e) toont zich bereid en in staat om (non-) verbale
boodschappen
correct
op
te
nemen
en
te
verwerken.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
absolute top
Opmerkingen i.v.m. ‘Communicatieve vaardigheden’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Sociale omgang
2.5. Assertiviteit:
cruciaal
nodig
NVT
de stagiair(e) toont zowel op verbaal als non-verbale wijze
cruciaal
dat hij/zij rekening houdt met geuite gevoelens, behoeften
nodig
en wensen van anderen op een al dan niet rechtstreekse
NVT
2.7. Ethisch handelen:
cruciaal
de stagiair(e) volgt de algemeen aanvaarde ethische
nodig
normen en waarden.
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
2.10. Sociale vlotheid:
cruciaal
de stagiair(e) begeeft zich zonder moeite naar andere
nodig
mensen en mengt zich gemakkelijk in een gezelschap.
NVT
de stagiair(e) komt voor eigen mening of belang op, met
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
respect voor die van anderen, zelfs indien er vanuit de omgeving druk wordt uitgeoefend om dit niet te doen.
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
2.6. Empathie: zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
wijze.
2.8. Interpersoonlijke integratie: de stagiair(e) wordt na een inwerkperiode in de organisatie geaccepteerd
als
een
volwaardige
collega
door
de
meerderheid van de werknemers en collega’s.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
absolute top
2.9. Persuasiviteit: door overwicht en door op een flexibele wijze gebruik te maken
van
beïnvloedingstechnieken
en
van
goed
onderbouwde argumenten is de stagiair(e) in staat om instemming te krijgen voor een mening, activiteit of
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
product.
absolute top
Opmerkingen i.v.m. ‘Sociale omgang’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Intrapersoonlijke kenmerken
3.1. Beoordelingsvermogen:
cruciaal
de stagiair(e) uit degelijke onderbouwde meningen en
nodig
standpunten en heeft zicht op de consequenties ervan.
NVT
en
cruciaal
vernieuwende voorstellen tot verbetering of aanpassing;
nodig
creëert vernieuwende projecten of proceduredesigns.
NVT
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
3.2. Creativiteit: de
stagiair(e)
formuleert
originele
oplossingen
absolute top
3.3. Flexibiliteit:
cruciaal
situaties waarin hij/zij zich bevindt en aan personen
nodig
waarmee hij/zij geconfronteerd wordt, met het oog op het
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
cruciaal
nodig
NVT
de stagiair(e)past zijn/haar gedrag aan in functie van de
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
bereiken van een bepaald doel. 3.4. Initiatiefname: de stagiair(e) onderneemt acties en/of doet voorstellen uit eigen beweging, gericht op een meer effectieve en/of efficiënte prestatie op de stageplaats. 3.5. Inzicht: de stagiair(e) is in staat om zaken van op een afstand te bekijken en om ze in hun ruimere organisationele of maatschappelijke context te plaatsen. 3.6. Omgaan met kritiek: de stagiair(e) kan op een efficiënte manier zowel positieve als negatieve kritiek ontvangen en op een positieve manier omzetten tot efficiënt gedrag. 3.7. Positief kritische ingesteldheid: de stagiair(e) denkt na over de, de door de onderneming gebruikte, methoden, technieken en strategieën en kan die op een positieve manier in vraagstellen. 3.8. Prestatiemotivatie: de stagiair(e)verwerkt gegevens (feiten, informatie) met het oog op het uit eigen beweging verbeteren van eigen prestaties. 3.9. Stressbestendigheid: tijdens en na moeilijke situaties met hoge werk- en/of tijdsdruk en/of tegenslag kan de stagiair(e) efficiënt gedrag blijven vertonen.
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
zeer
uitste-
goed
kend
absolute top
absolute top
absolute top
absolute top
absolute top
absolute top
3.10. Teamspirit/teamplayer: de
stagiair(e)
levert
een
actieve
bijdrage
aan
een
gezamenlijk resultaat (organisatiedoel) of aan het oplossen van
problemen
of
conflicten,
ook
wanneer
de
samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van
absolute top
persoonlijk belang is. Opmerkingen i.v.m. ‘Intrapersoonlijke kenmerken’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Beroepsbekwaamheid
4.1. Leervermogen: de stagiair(e) is in staat geweest nieuwe informatie op te
helemaal
nemen, efficiënt te verwerken en effectief toe te passen. De
niet
stagiair(e) is vergeleken met de aanvang van de stage positief
akkoord
niet akkoord
eerder niet
neutraal
akkoord
eerder akkoord
akkoord
helemaal akkoord
geëvolueerd. Een duidelijk leerproces heeft plaatsgevonden. 4.2. Toepassing van de theorie op de praktijk: helemaal de
stagiair(e)
heeft
een
duidelijke
bijdrage
geleverd
op
praktisch vlak, aansluitend op wat hem/haar theoretisch werd
niet akkoord
niet akkoord
eerder niet
neutraal
akkoord
eerder akkoord
akkoord
helemaal akkoord
bijgebracht tijdens zijn/ haar academische opleiding. 4.3. Organisationele afstemming: de stagiair(e) is een waardevolle kandida(a)t(e) die zou
helemaal
overwogen worden om, indien deze mogelijkheid zich voordeed,
niet
hem/haar een arbeidscontract binnen de organisatie aan te
akkoord
niet akkoord
eerder niet
neutraal
akkoord
eerder akkoord
akkoord
helemaal akkoord
bieden.
Opmerkingen i.v.m. ‘Beroepsbekwaamheid’:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Projecten Gelieve de belangrijkste effectief gerealiseerde projecten van de stagiair(e) bondig te omschrijven en te evalueren naar de kwaliteit van het geleverde werk.
Project:
Project:
Project:
Project:
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
Opmerkingen i.v.m. deze projecten:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
6. Realisering van vooropgestelde doelstellingen Gelieve aan te geven in welke mate de stagiair de vooropgestelde doelstellingen behaald heeft.
Doelstelling:
Doelstelling:
Doelstelling:
Doelstelling:
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zwak
matig
goed
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
zeer
uitste-
absolute
goed
kend
top
Opmerkingen i.v.m. deze projecten:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
7. Aspecten van loopbaanbegeleiding Sterke kanten van deze stagiair(e): ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Belangrijkste vastgestelde “probleem” in verband met het functioneren van deze stagiair(e) in Uw organisatie: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Suggesties aan de student(e) om een toekomstige professionele loopbaan succesvol te laten verlopen: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum en handtekening (mentor)